DERDE BLAD Brieven uit het Zwirte BUITENLAND. b7n~N E NL A N 0. Z&T£ÜOAG S5 JULI 1SI4 BOUWEN IN OEGANDA .n een land als Oeganda is het van het groot- de gewicht een goed woonhuis te bouwen, (waadaardige koortsen en allerlei ziekten, die n Europa onbekend zijn, voegen zich bij de ewone ziekten, die een menschenleven sloopen, n allerlei insecten en microben tieren weelderig n dit heefe vochtige werelddeel. Zelfs onder de verschillende negervolken is er iltijd een groote sterfte geweest. Duizenden be- wijken jaarlijks aan koorts, honderdduizenden ••/orden weggemaaid door de slaapziekte, terwijl pest en pokken voortdurend hare slachtoffers ischen. Negerhutten waren voortdurend broei- •eslen van ziekten en insecten, en dit is een /an de oorzaken, dat Afrika zoo dun bevolkt is. In 1877 kwamen de eerste missionarissen in Oeganda en moesten zich langen tijd behelpen net slechte huizen. Zij bouwden huizen van rie- .en, zooals de negers dat deden en plaatsten er en strooien dak op. Het gevolg was, dat velen .iek werden door de kille, vochtige nachtlucht Jie door de huizen waaide. Daarenboven is het Ie gewoonte der negers, om hun huizen niet hoven op den heuvel te bouwen, maar in de laagte dicht bij de rivier of het moeras. Want le neger, die iederen dag zijn water moet schep pen uit rivier of put, en zijn brandhout haalt ait het bosch, vindt het wel zoo gemakkelijk, om dicht bij het water te wonen. Velen der eerste missionarissen begingen dezelfde fout, met het treurige gevolg, dat koorts aan de orde van den dag was. Daarenboven sliepen velen op den harden grond en hadden onvoldoend voedsel. Dit ge voegd bij de tropische hitte van den dag, lange dagmarschen en zwaar werk, veroorzaakte den dood van zeer vele missionarissen. Door ondervinding wijzer geworden, begon nen de missionarissen naar middelen om te zien om betere, gezondere huizen te bouwen. Palen werden gekapt in het bosch en geplant waar de muren van het huis moesten zijn. Een rij palen vormde den muur en rieten, aan beide zijden der palen gebonden, vormden binnen- en buiten wand Nu werd klei met water gemengd, en ge stampt met de voeten, tot het een dikke brij vormde. Deze dikke brij werd gegoten tusschen binnen en buitenwand en vormde op die manier een hechte leemen muur. Dit was een groote ver betering op de rieten huizen, maar het was en bleef een primiteve wijze van bouwen. Daarenboven is een strooien dak te zwaar voor deze leemen muren. De palen rotten in den grond en binnen 10 jaren tijds beginnen de muren te wankelen. Ook de vorige kerk te Nami- lyango werd gebouwd met zulke leemen muren, en het treurige gevolg is u allen bekend. Men begreep, dat het nutteloos was om te bouwen met leem en klei en begon uit te zien naar baksteenen. Bijna overal in Oeganda bestaat de grond uit roode klei, bedekt met een laag zwarte teelaarde. De roode klei bleek zeer geschikt te zijn en in navolging van de oude Egyptenaren maakten de missionarissen 1) hun bouwsteenen van klei, ge mengd met stroo of gras. De eenvoudigste manier om bouwsteenen te maken is als volgt: men gebruikt een vorm, die een voet lang en een halven voet breed en hoog is, en die dus veel gelijkt op een sigarenkistje zonder bodem en zonder deksel. De vorm wordt op den grond geplaatst en gevuld met goed gestampte klei. Daarna wordt de vorm opgelicht, de steen blijft op den grond en wordt binnen 14 dagen gedroogd in de zon. Nu weet ik zeker, dat de Haarlemsche metselaars hunne geëerde neuzen zullen optrekken voor onze Afrikaansche bouwsteenen en ze veroordeelen en verwerpen als te lomp en te zwaar, maar konden ze eens de prettige mooie huizen zien die met deze een voudige bouwsteenen zijn opgetrokken! Wij wonen hier in Afrika en roeien met de riemen die we hebben. Daarenboven is er een Hollandsch spreekwoord, dat spreekt van de te ring naar de nering te zetten. In Holland waar spoorwegen en schepen en wagens en karren bouwmaterialen kunnen aan voeren, gaat het bouwen gemakkelijk genoeg, maar hier te Namilyango zou zelfs de knapste Haarlemsche aannemer niet weten hoe de zaken aan te pakken. Voor eene groote kerk heeft men eene steenen fundeering noodig en drie maanden lang waren acht mannen bezig met groote breek- 1) De katholieke missionarissen hadden de eerste steenen huizen in Oeganda vóór de regee- ringsambtenaren en de Anglicaansche zendelin gen. FE UILLETON. ijzers op de rotsen rondom Namilyango. Waar om geen buskruit en dynamiet gebruikt? Er wa ren vast ongelukken gebeurd, en dat zou mijn zwart werkvolk voorgoed hebben afgeschrikt. We kozen dus den veiligsten weg en de veiligste ma nier, al duurde het ook wat langer. Iederen dag werden nieuwe steenen afgebroken, die door de mannen werden weggedragen naar het kerk plein. Dit was een zware karwei en zeer dikwijls moest de pastoor kleine geschillen beslechten. De gewone steenen, 70 a 80 pond zwaar, werden ieder door een neger op het hoofd weggedragen. Iedere man moest 17 steenen per dag aan dragen. Doch er waren groote steenen van 200 tot 300 pond, en dan begon het gehaspel. De zwaarte van zoo'n steen moest met het oog ge schat worden, en de zwarte opzichter, die na tuurlijk nog nooit in zijn leven de zwaarte van een steen geschat had wat baat zulke nut- telooze kennis! moest bepalen hoeveel man nen zulk een steen moesten wegdragen. Natuur lijk wilde het werkvolk er altijd meer mannen aan toevoegen, dan de opzichter genegen was, en in zulke gevallen moest de pastoor beslissen. Er is geen mensch ter wereld handiger met uitvluchten dan de neger, en men moet meer dan menschenkennis bezitten om neger-werkvolk te leiden en te doen werken. Hoe dikwijls gebeurde het niet, dat werklui ziek waren op een dag, dat bijzonder zware steenen aan de beurt waren! Op andere dagen was het te heet, en dan weer te regenachtig. Dan weer was het te ver, en was het onmogelijk om 17 steenen te brengen, zooals de negers zeiden! Dan weer waren de steenen te zwaar of te scherp. Maar met een goede dosis geduld en hardhoorigheid werden alle moeielijk- heden overwonnen en geleek ons kerkplein na drie maanden op eene ruïne van steenen. Terwijl de mannen bezig waren met het kap pen en aansjouwen der steenen, waren vier negers in het bosch om boomen te vellen. Wie zou daar het toezicht op houden? Want Iaat ge een neger alleen bij zijn werk, dan voert hij niets uit. Onze timmerman maakte zich daarbij ver dienstelijk, door den omvang te meten van iede ren boom, en daarna te bepalen in hoeveel dagen de boom geveld moest worden. Zoodra de boo men geveld waren, gingen de zwarte planken zagers aan het werk met hun lange handzagen, die 8 voeten lang zijn. Alweer nieuwe moeieüjk- heden. De zware boomstammen moesten in drie a vier stukkeu verdeeld worden, waarna ieder stuk (12 tot 24 voet lang) apart onder handen genomen wordt. De verschillende stukken worden van elkander gescheiden door ze weg te rollen met behulp'van groote dikke stokken. Daarna wordt een stuk hout onder den boom geschoven en een kuil er onder gegraven, zoodat de boom op het hout rust, alsof het een wip was. Nu wordt het eene eindje opgewipt, zoodat een der houtzagers op den boom kan staan en zijn kameraad er onder kan zitten en de zaag door de halve lengte van den boom kan gaan. Is de eene helft gezaagd, dan wordt de boom opgeschoven (dit gaat ge makkelijker op papier dan in de werkelijkheid) en opgewipt, zoodat men aan het andere einde beginnen kan. Omdat men voor de kerk niet min der dan 800 balken en balkjes noodig had en zeer veel hout voor de 5 deuren en 20 ramen, hadden we 16 houtzagers aan het werk en moest iedere zaag een bepaald dagwerk verrichten. Laat ik u maar niet verhalen van de moeilijk heden er aan verbonden, van natte dagen en regen in het woud, van houtzagers, die wat te veel aan Bacchus offerden 't is uiterst zv/aar werk dat houtzagen en hun werk bedierven, van boomen die spleten en barstten onder het zagen, enz. Genoeg zij het te melden, dat er veel te doen was, maar alles ten slotte wel terecht komt. Zal ik nog wel vertellen van onze zwarte stee- nen-bakkers, de metselaars, en andere mannen van het bouwvak? Het zou mij te ver voeren, en wellicht vervelen. Laat ik er alleen maar bijvoe gen, dat het was te midden van al deze veel voudige en verschillende werkzaamheden, dat ik mijn koperen priesterjubilé vierde. Hoe het gevierd v/erd, kan in weinige woor den verteld worden. De negers hier hebben geen benul van eeuwen en kwart-eeuwen en achtste eeuwen. Vandaar dat de dag slechts in huise- lijken kring herdacht werd, en natuurlijk op zeer eenvoudige wijze. Toch was het een gelukkige dag door al ae hartelijkheid van Haarlemsche vrienden en kennissen, en dankbaar heb ik allen herdacht in het H. Misoffer. Door drukke werk zaamheden verhinderd, heb ik vele brieven nog niet kunnen beantwoorden, maar langzamerhand hoop ik allen te beantwoorden. Intusschen geef ik van mijnen kant de welgemeende verzekering, dat ik u allen dagelijks herdenk in de H. Mis. Een vorstelijke verloving. Prins Wilhelm van Hohenzollern te Leutstet- ten is verloofd met prinses Adelgunde, de dochter van den Beierschen koning Ludwig III. Deze prins Wilhelm van Hohenzollern is de zoon van den bekenden prins Leopold van Ho- henzollern-Sigmaringen, die in 1870 tot koning van Spanje werd gekozen, en om wiens benoe ming do oorlog van 187071 tusschen Frank rijk en Duitschland uitbrak. Hij is in 1864 ge boren op het slot Benrath. Toen in 1886 de op volging in Boemenië geregeld werd, waar zijn oom, koning Carol, regeert, wilde Wilhelm die opvolging liever overlaten aan zijn jongeren broeder Ferdinand, die thans troonopvolger in Koemenië is. Prins Wilhelm van Hohenzollern was in 1889 gehuwd met Maria Theresa van Bour- bon-Sicilië; zijn gemalin overleed in 1909 te Cannes, drie kinderen nalatend, van wie de oudste, prinses Auguste Victoria gehuwd is met den ex-koning Manoel van Portugal. De bruid van prins Wilhelm, de oudste doch ter van koning Ludwig van Beieren, werd in 1870 geboren. Boheemsche Boeren naar Albanië. Gurschner, de beeldhouwer, vindt navolging. Hij was de man, die om Albanië te redden en don vorst bij te staan, in Weenen een vrijwilli gerskorps wilde vormen. Nu worden boeren in Boheme, in Przibram, geworven; velen verkochten reeds have en goed om naar Albanië te gaan, waarheen zij als ko lonisten door agenten worden gelokt. Het Albaneesche avontuur werkt dus aan stekelijk zegt het Hbld. Na de vrijwilligers de boeren. Maar het is waarschijnlijk, dat de boeren nog meer spijt zullen hebben dan de vrijwilli gers. Want Albanië ziet er uit do verte zoo heel anders uit dan het van dichtbij is. Er Is niets te halen, nóch geld, nóch roem, nóch voordeel. De meeste vrijwilligers verlieten Durazzo we der of vallen de consultaten en gezantschappen van hunne landen lastig en tot last. Wat moeten nu die Boheemsche boeren er gaan doen? Als er werkelijk agenten zijn, die de boeren oorspiegelen, dat z(j daar goedkoop goeden en vruchtbaren grond kunnen krijgen, dan zijn het bedriegers of zwendelaars, die de boeren afzetten. In Albanië i3 geen grond te koop voor vreemdelingen. Pachthoeven bestaan er niet. Er is niets te doen voor boeren, uit welk land ook. De regeering der monarchie zou verstandig doen, zoo zp haar onderdanen tegen den waan zin waarschuwde, die geslepen afzetters willen uithalen. Een nieuwe revolutie in Rusland? Men beweert in kringen, die op de hoogte worden geacht van de Russische toestanden, dat het Czarenrijk aan den vooravond staat van De machinist werd gedwongen van zijne ma chine te stappen, de reizigers om de rijtuigen te verlaten. De telegraafpalen langs den spoor weg werden omgeworpen. Thans worden de treinen voorafgegaan door een losse locomo tief, waarop een piket soldaten. Ook elders in den lande breidt de stakings beweging zich uit. In Riga staken 40.000 man. In Bakoe dreigt watergebrek door staking van het personeel der waterleiding. De Russische fondsen dalen ter beurze sterk, vooral industrieele waarden en in hij bijzon der aandeelen in scheepsbouwwerven. De ministerraad heeft zich langdurig bezig gehouden met den toestand, door de politieke staking ontstaan, vooral met de berichten, dat. het spoorwegpersoneel onbetrouwbaar wordt geacht. Naar het heet zou de Russische revolution- naire partij op 'n revolutie aansturen, voor het geval Rusland in een oorlog gewikkeld mocht worden. i HET KONINKLIJK BEZOEK AAN GROENLO. Aangaande het bezoek dat H. M. de Konin gin Dinsdag j.l. aan Groenlo bracht meldt men ons nog: De burgemeester van Groenlo ontving even voor het vertrek van H. M. uit 't Loo telegra fisch bericht, dat H. M. om historische redenen den terugtocht over Groenlo zou nemen en daar een klein oponthoud zou plaats vinden. Groenlo (eertijds Grol) was in de dagen der Republiek een sterke vesting. De Oranjes heb ben er zich roemrijk onderscheiden. Frederik Hendrik o.a. begon in 1627 zijn reeks helden feiten met de inneming dezer stad. Bij het ononthoud werd H. M. een spontane hulde gebracht. Een aangeboden bloemruiker droeg tot onderschrift: „Hulde aan H. M. onze geëerbiedigde Koningin op haar doortocht door de oude vesting Grol, waar haar edele voor vaderen zoo'n moeilijken en roemvollen strijd voerden." Het behaagde H. M. naar aanleiding van haar bezoek aan deze gemeente door den Commissaris der Koningin het volgende tele gram te doen zenden aan den burgemeester van Groenlo „Ik heb de eer U mede te deelen, dat H. M. de Koningin gisteren op den rit door Uwe ge meente zeer aangenaam getroffen is geworden door de hartelijke begroeting Hoogstderzelver allerwege door de bevolking gebracht. Hare Majesteit is daarvoor zeer gevoelig en heeft mij opgedragen U te verzoeken deswege Hoogstder zelver dank aan do ingezetenen over te bren gen." Dit telegram is aan de ingezetenen bekend gemaakt. KAPITEIN DOORMAN OVER ALBANIë. Woensdagmiddag is de Nederlandsche officier in dienst van Albanië, de heer K. W. F. Door man, te Utrecht aangekomen. De kapitein is met buitenlandsch ziekteverlof nieuwe revolutie, zoo lezen wij in R. en vertoeft ten huize van zijn moeder. Koritza is in handen der Grieken. Versta me wel, niet in handen der Epiroten, maar in die der geregelde Grieksche troepen, aangevoerd door Grieksche officieren. Het geschrijf in d« couranten over Epiroten is dan ook reine onzin. Deze Grieksche legermacht is ongeveer 14000 a 15000 man sterk en zeer goed toegerust. Zij beschikt over uitnemend oorlogsmateriaal, uit stekende artillerie, heeft mitrailleurs en zelfs leger-automobielen. U begrijpt dus, dat willen de mogendheden die troepen terugdringen, een groote legermacht daarvoor noodig is. Schandelijk is het, dat door de Grieken zoo veel wreedheden zijn bedreven. Ik heb het plan, binnen eenige dagen over deze barbaarschheden eens eenige artikelen te schrijven. Dit is wel noodig. Tegen het onmenscbelijke dat ik daar heb gezien, moet de geheele beschaafde mensch- heid protesteeren. Kapitein Doorman vertelde verder. Reeds eenige dagen nadat we aankwamen in Koritza, begon de pret. Deze stad van ongeveer 30,000 inwoners ligt nabij de Grieksche grens, 't Is dus zoo'n klein plaatsje nog niet, en daarom is het niet te verwonderen, dat Griekenland gaarne dit gebied zou annexeeren. Direct werden wij als officieren van hoogst ongeregelde troepen in gevechten gewikkeld. En geen kleine. Het ge beurde dat we 4000 man troepen tegenover ons hadden staan. Waarbij nog kwam, dat we in een vijandelijke streek waren. Drie vierde ge deelte der bevolking van Koritza zijn Grieken. In de stad zelve werden onze troepen dan ook uit c!e huizen en c!e kerken beschoten. Het beste middel, tevens om eigen mannen te sparen, was dus de huizen in de lucht te laten vliegen. Wat we herhaaldelijk hebben moeten doen. Deze hui zen leenden zich voor verdediging te goed, om ze aan te vallen. Elk huis is dan een fort. Zoo werden we ook bestookt door Grieksche priesters uit de beroemde Kathedraal van Koritza. Ook daarmede hebben we, zeer tot ons leedwezen, dit radicale middel moeten toepassen. Denkt u dat de andere Nederlandsche officie ren spoedig huis-toe zullen gaan, vroegen we? Daar is niets van te zeggen, antwoordde de kapitein. Dit hangt geheel van de mogendheden af. Grijpen die in, dan zullen ze zeker gaarne van de diensten onzer officieren gebruik maken. Nu kunnen de Nederlandsche officieren absoluut niets doen. Generaal de Veer heeft dan ook alle colonnes terug laten komen. Zoudt u denken dat men Durazzo zou kunnen houden tegen de opstandelingen? Zeker, Durazzo zal niet licht vallen. Majoor Kroon heeft een zeer goede maatregel genomen, om het terrein om de stad, over een afstand van 800 M. te laten afbranden. Verder kunnen de Albaneezen niet aanvallen. Dat ondervindt men in Durazzo, en dat hebben wij, jammer genoeg, maar al te dikwijls ook moeten ondervinden. Maar Valona dan? Ja, Valona is niet te houden. Binnen korten tijd zullen de opstandelingen deze stad in hun macht hebben. De stad wordt verdedigd onder leiding van den bekwamen kapitein van het Oos- tenrijksche leger, Guillart. Of het echter zal baten, ik betwijfel het. Koestert u de verwachting nog weer naar Albanië terug te keeren? Ja, ik geloof, dat de mogendheden wel zullen ingrijpen. En indien de Nederlandsche officie' ren met verlof dan hersteld zijn, zullen ze onge twijfeld naar Albanië teruggaan. Ik tenminste Namilyango- Kampala Uganda, 30-6-T4. C. SCHOEMAKER. Nbld. Zelfs wordt gezinspeeld op een militair complot om den Czaar door grootvorst Michael te vervangen. Dit laatste zal wel fantasie we zen, doch het eerste geenszins. Daar wijzen tal van verschijnselen op. Het is opmerkelijk, met welk 'n ongebreidde snelheid de agitatie onder de werklieden zich verspreidt. Sedert do dagen der revolutie is zooiets niet gezien. Het open bare leven in St. Petersburg begint er sterk den invloed van te ondervinden. Do fabrieken zijn verlaten door het werkvolk, de tram heeft het verkeer gestaakt. Het aantal stakers wordt tusschen de 200 en 250.000 geschat. De straten der voorsteden worden door sterke politie machten bewaakt en hier en daar is gevochten waarbij de werklieden met steenen de aanval lers waren. Zij verschansten zich in de huizen en werden daarin door de politie bestormd. Meer dan 30 tramwagens werden omgegooid en als barricaden gebezigd, maar dan 200 tram wagens werden vernield. Het aantal gekwet sten is niet bekend; in den regel worden de ge wonden door hun kameraden meegenomen. Aan de Poetiloff-fabriek klonken onlangs her haaldelijk kozakken-salvo's. Even buiten St. Petersburg bobben stakers zelfs een passagierstrein tot stilstand gebracht. Een der redacteuren van de „Stichtsche Cou- ",let S^agte En de mogendheden zullen, zooals rant" had Donderdag het genoegen een on derhoud met kapitein Doorman te mogen heb ben. De kapitein ziet- er welvarend uit, het ge zicht bruin gebrand door den dienst te velde. De eerste vraag gold natuurlijk zijn gezond heid. De heer Doorman deelde mede, dat daar wel iets aan haperde. Vooral had hij tijdens zijn verblijf in Albanië veel te lijden gehad van rheu- matiek. Wat niet te verwonderen is, daar de troep waarbij kapitein Doorman behoorde, om niet gevangen genomen te worden, zich had moeten terugtrekken in het gebergte en toen des nachts gewoonweg in de sneeuw moest worden geslapen. Later kreeg de lieer Doorman nog last van dysenterie en maakte men zich beangst dat dit verschijnselen van cholera waren. Dat is echter nogal meegevallen. Onze tweede vraag gold vanzelf den toestand in Albanië. Denkt u dat de toestand zich daar nog zou herstellen? Beslist scherp antwoordde kapitein Doorman met neen. De toestand daar is hopeloos, tenzij de mogendheden, resp. Oostenrijk en Italië, ingrijpen. Anders is de boel verloren. En indien de mogendheden dit doen, is daar een groote troepenmacht voor noodig. De heer Doorman ging aan 't vertellen. Alles ten zuiden van de lijn Valona, Berat, ik reeds zeide, ongetwijfeld gaarne van onze diens-en gebruik maken. We hebben in dit land al te veel ondervinding opgedaan. Geen plek van beteekenis in Zuid-Albanië of de officieren die daar hebben gestreden kennen ze. Gevaarlijke bergpassen zijn we over getrokken. Weken lang hebben we in het hooggebergte ge manoeuvreerd en daardoor zijn we met het ter rein en de bevolking bekend geraakt als geen anderen. De mogendheden zouden dan eventueel van die kennis der Nederlandsche officieren zeer goed gebruik kunnen maken. o Aanrijding. Woensdagnamiddag is op den Rijnburgschen weg bij Leiden een auto, toebe- hoorende aan mr. W. uit Rotterdam, door de electrische tram aangereden en gedeeltelijk vernield. Persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gevonden. Er van door. Door den voorzitter der afdoe- ling Arnhem van den Bouwvakarbeidersbond, is bij de politie aangifte gedaan, dat de Pen ningmeester der afdeeling zich vermoedelijk aan bedriegelijke handelingen heeft schuldig gemaakt, ten nadeele van de kas der genoemde organisatie. Een tekort van ruim 200.wordt veron dersteld. De zaak is bij de politie in onderzoek. Uit het Engelsch 7)- Be:de hecieji schudden hartelijk elkaar de handden sir Ralph verliet den hertog. Lac.y Melusine was den geheelen dag in de pijnlijkste onzekerheid, want zij wist niet if haar gemaal den hertog had gevraagd naar de vroegere kennismaking of niet en rij was te trotsch hem zelf daarnaar te vra gen. Sir Ralph bleef jegens haar dezelfde als de laatste weken koel en vormelijk vniende- tjk, de hertog was nitgelatener dan eerst, Smaakvol gedecoreerde eerebogen waren die loftuitingen; ze moobt zich eens moeten'de en een sigarette aanstak, ik houd u met Carlyle, zij is het en niemand anders. Zoo in de breede en smallere lanen opgericht en buigen voor Mary-Rose als voor de koningin, 'plezier gezelschap. -1- 1 t als zoovele anderen heeft ze ook jou betoo- 1 Ik dank je, Öharley, dat vind ik erg har- 1 verd met haar blauwe oogen en haar zilve- telijlc van jci ren stem, en van haar blonde haren een net De kleine pauze trad in, en Melusine dorstgesponnen om jouw hart er in te vangen, haast geen adem meer lialen, uit vrees ont-Charley, want zij is een kokette. dekt te zullen worden. Dat. is niet waar, tante! Eindelijk begon de oude dame weer: Ze is het, maar je bent te zeer verblind LJ „„„„J Charley, sprak ze onvast, Charley, hetdat je dat zoudt zien. Nu, goddank, ze is ge- rondom neergelegd en drie lampen van Chi-een vreeselijke kokette was, natuurlijk, want waarnemen der honneurs op Hastings-Castle j trouwd en voor jou verloren! neesch porcelein verlichtten ret vertrek. I het was toch ongehoord zoo opééns door een i wordt mij met den dag zwaarder, het vergt te j Dat is zoo, tante Anne, sprak de hertog Melusine was dien avond mooier dan ooit, nieuw ontdekte schoonheid zoo in de scha- veel van mijn gezondheid...,, ik wou, dat langzaam, maar met vaste stem, voor mij is haar oogen straalden en haar toilet droeg al- j duw te worden gesteld. Melusine stoorde zich je eindelijk een trouwdet, opdat je vrouw mij 'zij verloren, en daarom zal Hastings-Castlo Ier bewondering weg. Nauw omsloot een teer- echter hitter weinig aan die nijdige blikken, die taak van de schouders kou nemen. j zonder hertogin en ik ongetrouwd blijven! rose kleed van atlas haar slanke figuur. Kost- zo zou den heelen dag werk hebben als ze Uw lievelingsidee, tante Anna, ant-Charley, Charley! riep lady Carlyle pijn- bare, oude Venetiaansche kanten omzoom- zich daaraan moest storen. woord-de de hertog glimlachend. lijk getroffen, ik wenschte dat je haar nooit den den uitgesneden hals, terwijl prachtige Het was zeer warm in de tent, toen lady Je kunt misschien gelijk hebben, maargezien hadt! la France-rozen heur blonde haar sierden Melusine een der andere dames bij het thee ik weusch je van liarte toe- dat er gauw een J IT hebt een vooroordeel tegen haar on vandaag geleek ze meer dan ooit op de prin- scheuken aanving, en zoo gauw als ze maar hertogin op Hastings-Castle komt. dddrom houdt u niet van Melusine. antwoord- ses in het tooversprookje. Wel blikten veel eenigszins kon, vroeg ze mrs. Bane die taak Maar, lieve tante, u neemt de honneurs de de. hertog. nijdige oogen op de stralende en betooveren-van haar over te nemen, daar baar de tem- toch zoo goed waar! j Neen, neen, Charley, daarom niet, zij .j -y-de schoonheid, maar jnis hierdoor werd Melu- 'peratuur in de tent toch wel een beetje te 'tls mogelijk'tdoet me plezier, dat deugt, n'ct, waarachtig Charley, ze deugt niet. •e,9 8 8am®n e.e° onderhoud gehad jsine nog trotseher en wierp ze vol gevoel van „Oosterscb" was. je zoo tevreden over me bent, maar de last En als Sir Ralph Hereford nu eens voor goed ot niet? Bad ze een koninkrijk bezeten, zeker !- - -•• - - - wierpen met run ontelbare lampions een fan- j Gelukkig sprak "hij zijn gedachten en wen- tastisch licht in de omgeving. Midden in den sdhen niet luide uit. tuin stond op het ruime grasveld een groote j Melusine bewoog zich stralend van geluk tent, zoo heerlijk, dat ze wel aan den keizer over haar triomfen tusschen het gezelschap van China kon behooren. Binnenin lagen jheeren en. dames. Reeds hadden de dames zachte tapijten, met goud gestikte doeken geconstateerd, dat „de mooiste vrouw van het hmgen aan de wanden, zachte kussens waren gezelschap'', zooals de lieeren haar betitelden, '.ou zo bet hebben weggeschonken, als ze er mede uit die angstig-pijnljjke onzekerhoid vare geredmaar zij moest geduld oefenen m zocht daarom afleiding en verstrooiing in Ie voorbereiding tot het groote herfstfeest. De dag was er als voor uitgezocht. Het was /arm geweest, de avond zoel met sterrenhe mel^ alles beloofde ook voor de jacht het eigenwaarde het mooie hoofd achterover. j Zij wist, zich ongemerkt te verwijderen en wordt me werkelijk te zwaar. Charley, ik ken de oogen sloot en Melusine werd weduwe, Mijn mooie stiefmoeder speelt vandaag sloop naar een meer afgelegen wandelpad om een knappe, jonge weduwe, ze woont in Lon- wat dan? de rol van een komeet zij is de ster, en er met volle teugen de buitenlucht in te ade- den. Zou je met een weduwe willen trouwen? j Dan? Tante Anne ik zou trachten haar haar aanbidders vormen den staart, merkte men. Plotseling hoorde zü achter zich stem- Waarom zou ik niet met een weduwe mijn bruid te doen worden want mijn liefde Frederik op, toen hij een oogenblik naast den men klinken, en snel, om maar niet gezien willen trouwen, antwoordde de hertog kalm, is stérker dan uw vooroordeel en! Maar dat hertog stond. j te worden, verschool zij zich achter een dicht" maar ik moet u voor uw goede bedoelingen is een dwaze en zondige gedachte. Sir Ralph De Schotsche bergfee verslaat alle spireastruik. danken. Op de hecle wereld zou er slechts is nog gezond en sterk als de jongste van schoonheden van oud-Engeland, viel sir Ro-- 't. Was de hertog, die langzaam met lady ééaie vrouw zijn, en die nu, wat doet het ons allen en Melusine is zijn echtgenoote! ----- bert Mount-Severn enthousiast bii, en die kon Carlyle aan zijn arm kwam aangewandeld, er toe. Laieu we er niet meer over spreken. God zal me er voor bewaren, dat ik ooit sir aoo weder. Het diner was teneinde en j liet weten, want hij stond als een slecht te be- j —'tis hier koeler en stiller, sprak de oude Lady Carlyle stond op en keek haar neef Ralphs dood zou wenschen.. Ik weet, tante gasie.n begaven zich nu in den tuin, die j vredigen kenner van vrouwenschoonheid be- dame, terwijl zij vlak bij de spireastruik op strak in de oogen. j Anne, dat u het goed met mü meent en alles en werkelijk teeerieken aanblik bood, want kend. een bank ging zitten, het gewoel der vele gas- Charley, sprak ze langzaam, ik weet wie 'voor mij doen zoudt wat in uw oog goed is, ae stammen der boomen en de breed- J Ik wilde dat ze in haar hooglanden ge- ten is te veel voor mijne zenuwen. die ééne is. maar ik kan mijn hart het zwijgen niet op- rspreide takken wemelde het van bonte hieven was of nu zat, waar de peper groeit, i Rust hier dan oen beetje uit, tante, ant- j Nu, tante, dat betwijfel ilc loch. j leggen, antwoordde de hertog terwijl hij zijn pions in de eigenaardigste modellen. was Frederik's vrii ongalant antwoord op al'woordde de hertog, die tegen ceu boom leun-Het is Melusine Hereford, zeide tante tante den arm bood. RLEMSCh 1UI 1 .1UUM4LB. t \r rnoHe Tni r\ n nnrrnfuntnlrl rrnnrnn iron nmc n /I -1 J ~i V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 7