TWEEDE BLAD
Brieven uit België.
BINNENLAND.
NIEUWS UIT DEN OMTREK.
MAANDAG 27 JÜLB &S14
(Van onzen eigen briefschrijver.)
Brussel, 24 Juli 1914.
Eenige weken geleden, ter gelegenheid van
liet zilveren jubileum van Z. D. H. Mgr. Stille-
mans, Bisschop van Gent, schreef ik u van het
vele door Mgr. voor het katholiek lager onder
wijs gedaan.
In verband met het 75-jarig bestaan van het
Sint jozefgesticht te St. Niklaas, welke blijde
gebeurtenis den 3en Augustus a.s. luisterrijk zal
gevierd worden en van welk gesticht ik, in het
bijzonder, iets wil vertellen, zal ik vooraf eens
mededeelen wat er in het bisdom Gent cp het
gebied van vrij bijzonder middelbaar onder
wijs bestaat.
De kracht welke hier van het middelbaar on
derwijs uitgaat is buitengewoon.
Er bestaan hier behalve het klein seminarie
te St. Niklaas, nog 7 colleges eii 9 inrichtingen
voor middelbaar onderwijs, alle onder toezicht
van twee Z. E. Heeren Kanunniken en onder
bestuur van, allen bij elkander geteld, 163
priesters.
Het klein seminarie wordt niet enkel bezocht
door hen die zich voorbereiden tot den priester
lijken staat. Velen dier jongelieden, hier noemt
men allen die M. O. volgen „studenten", terwijl
de Hoogeschool-leerlingen, bij ons studenten, hier
„Hoogstudenten" genoemd worden, gaan als zij
de klassen doorgewerkt hebben, naar de Hooge-
school. Het klein seminarie mag ik gerust ver
gelijken bij een gymnasium en dus onder het
M. O. rangschikken. Hier zijn in het geheel 15
priester-leeraren werkzaam.
De colleges zijn een soort inrichtingen die bij
ons, als ik mij niet bedrieg, niet talrijk bestaan.
Er zijn er waar men èn gymnasiaal, èn middel
baar, èn lager onderwijs, zelfs ook vakonderwijs
geeft; andere waar men slechts middelbaar en
lager onderwijs geeft.
De eerste soort bestaat te Gent, St. Lievens,
met 22 priester-leeraren; te Geeraardsbcrgen,
St. Catharina, met 13 priester-leeraren, te Ron-
ste, H. Ant. van Padua, met 18 priester-leeraren;
te Oudenaarde, H. Maria, met 11 priester-leera
ren; te Dendermonde, H. Maagd, met 18 pries
ter-leeraren, en te Eecloo, H. Vincentius, met 12
priester-leeraren.
Tot de tweede soort behooren: Lokeren, H.
Lodewijk, met 6 priester-leeraren, en Ninove,
H. Aloisius, met 6 priester-leeraren.
Verder bestaan er nog verschillende inrichtin
gen, wier studiejaren gelijk staan met de Colle
ges van Lokeren en Ninove, doch die eenvoudig
den naam van „gesticht" dragen.
Hiertoe belmoren: St. Niklaas, LI. Jozef, met
11 priester-leeraren; Aalst, H. Martinus, met
9 priester-leeraren, en Deynze, H. Henricus, met
7 priester-leeraren. L
Dan bestaat er nog: te Sottegeni het gesticht
van O. L. Vr. van Deinsbeke met 6 studiejaren
voor lager en 2 voor middelbaar onderwijs, ge
leid door 4 priester-leeraren; het gesticht van
den H. Gregorius te Ledeberg, met 6 leerjaren
voor middelbaar en 6 voor lager onderwijs,
waar 13 priester-leeraren werkzaam zijn; het
Sint Jorisgesticht te Gent, eene school voor uit
gebreid lager onderwijs, waar twee priesters
werkzaam zijn, en ten slotte de Normaalschool
te St. Niklaas, waar 11 priester-leeraren, onder
leiding van den, ook in ons land als taalgeleerde
bekend zijnden, kanunnik Amaath Joos, lid der
Vlaamsche Academie van Wetenschappen.
Alen begrijpe mij goed. Ik spreek hier enkel
over de Bisschoppelijke colleges en inrichtingen
voor onderwijs. Want er bestaan in dit Bisdom
nog verscheidene colleges, beheerd en bestuurd
door EE. PP. Jezuïeten en Franciscanen, Jose-
phieten, om maar niet te spreken over 't leger van
kostscholen, welke door verschillende Congrega
ties gehouden worden, en waarvan de geestelijke
leiding ook in handen der priesters van het
bisdom Gent is.
Ik zou wel iets hebben willen zeggen over de
meisjeskostschool der Zusters van de Kindsheid,
te Zwijndrecht (Waas), en over die der Zusters
van Liefde, te Melsele, omdat ik voor beide een
zwak en gevoelig puntje heb, doch om niet van
mijn onderwerp af te dwalen, wil ik zeggen dat
zij die er hunne kinderen ter school zenden, over
tuigd kunnen zijn dat zij daar opgevoed worden
tot huisvrouwen, voorzien van alle christene
en maatschappelijke deugden.
Doch nu kom ik op de Bisschoppelijke inrich
tingen terug
Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat zoo'n
massa van inrichtingen voor middelbaar onder
wijs heel wat zorgen vragen. Als men nagaat
dat zij geen centiem toelage der regeering ont
vangen, dan blijkt daar wel uit hoe groot de
opofferingsgezindheid der katholieken voor hun
onderwijs is.
Als ik de socialisten, of hunne broeders, de
liberalen, tegen de katholieken over het onder
wijs hoorde uitvallen, heb ik mij honderde malen
afgevraagd: zouden die menschen niet verstan
diger doen om ook eens uit eigen zak scholen
te stichten in plaats van als dollen, en dan nog
wel onrechtmatig, te razen en te tieren? Later,
veel later, heb ik hunne handelwijze beter be
grepen. Die lieden spreken, zooals men dat hier
noemt, voor de galerij, d. w. z. om reclame te
maken voor hunne politieke nering. Want er zijn
er verscheidenen, die geen vertrouwen hebben in
hunne eigen woorden en die hunne kinderen
laten opvoeden door de priesters, waarvan zij
tegenover het domme volk zoo eindeloos veel
lasteren. Zoo zijn hier eenmaal onze tegenstan
ders: karakterloos. Ik zou op dit punt een half
dagblad vol met namen kunnen schrijven. Maar
ik vraag mij af: is het geen bewijs van ontaar
ding om zijn kinderen ten laste der katholieken
te geven en tevens zijne weldoeners op zulk eene
wijze te bestrijden? Zij zeggen wel eens: wij
betalen. Ja, voor de middelbare scholen is dat
waar.maar betalen zij den kostenden.prijs?
Een gedeelte der scholen moeten door stichtin
gen en andere fondsen het tekort aanvullen en
dan nog: is eene opvoeding wel met geld te
betalen? Volgens mij blijft men altijd den schul
denaar zijner opvoeders
Een zeker aantal dezer scholen hebben al een
stuk historie achter zich. Zoo het klein seminarie
te St. Niklaas en de colleges van Dendermonde
en Geeraardsbcrgen.
Het klein seminarie is altijd een trots geweest
voor het bisdom. Uit deze inrichting zijn het
St. Josephsgesticht en de bisschoppelijke nor
maalschool, beiden te St. Niklaas, voortgesproten
en hebben een tijdlang onder hetzelfde bestuur
gestaan.
Sint Jozef werd in 1840 door den toenmaligen
Bisschop, Mgr. Delebecque, gesticht. De bedoe
ling was de kinderen hier'voor te bereiden om
later in het klein seminarie te kunnen overgaan.
Vandaar dat het gesticht onder bestuur kwam
te staan van den Eerw. Heer L. van Boxelaere,
welke reeds sedert 1836 als geestelijk bestuur
der aan het seminarie verbonden was
De bijval van het gesticht was vanaf het begin
buitengewoon groot, zelfs zoo groot dat men
oogenblikkelijk na de opening moest denken aan
vergrooting van het gebouw. De leerlingen
stroomden toeen het is nu nog zoo. Sint
Jozef is altijd bezet.
Het gesticht heeft tijdens zijn 75-jarig bestaan
acht bestuurders gehad, waarvan twee slechts
één jaar als zoodanig gefungeerd hebben. De
tegenwoordige bestuurder, de Eerw. Heer A.
Verstraeten, is als zoodanig sedert 1903 werk
zaam. Voor dat hij zijne tegenwoordige functie
aanvaardde, was hij als leeraar werkzaam in de
Normaalschool en de priesters die door Mon
seigneur voor deze taak worden aangewezen,
zijn meestal niet de onbekwaamsten onder hen.
De Eerw. Heer Verstraeten heeft dus eene prach
tige leerschool, onder leiding van kanunnik
Joos, doorloopen en is in Sint Jozef gebleken
te zijn: de rechte man op de rechte plaats.
Zijn er nog velen in den lande die de grond
slagen hunner maatschappelijke positie te datr-
ken hebben aan Sint Jozef, om één voorbeeld te
geven: Mgr. Stillemans behoort onder de oud-
leerlingen, talrijk zijn ook de ouders die met
dankbaarheid gestemd zijn tegenover den tegen-
woordigen bestuurder, omdat onder zijne leiding
hunnen kinderen onderwijs gegeven is en der
halve de fundeering gelegd is voor het behalen
eener levenstaak, aan welker voltooiing velen
nog bezig zijn aan seminariën, hoogescholen,
enz. enz
Begrijpelijk is het zeker dat de commissie,
welke zich uit de oud-leerlingen gevormd heeft,
tot viering van het jubelfeest, bestaat uit man
nen van invloed en positie. Eerc-voorzitter is de
Staatsminister, oud-voorzitter der Kamer, de
Sadeleer; een der voorzitters is de bekende
volksvertegenwoordiger, Jan Nobels, en een der
onder-voorzitters: advocaat A. Verwilghen, lid
van Gedeputeerde Staten hier zegt men „be-
stendig-afgevaardigde" voor de provincie Oost-
Vlaanderen, en dan verder bestaat èn de eere-
èn de uitvoerende commissie uit: 2 Vicaris-
Generaals van verschillende bisdommen, 1 pre
laat, 12 kanunniken, 4 pastoor-dekens, een aan-
lal priesters, 1 griffier van den Provincieraad,
1 arrondissements-commissaris, hoogleeraren,
procureurs des konings, advocaten, notarissen,
burgemeesters, kantonrechters, leden van den
Provincieraad, in het geheel uit vijf en zeventig
mannen, onder de hooge bescherming van Mon
seigneur Stillemans.
Men zal dan nu wel begrijpen dat het feest
schitterend zal zijn.
Ik wil op enkele punten omtrent het bisschop
pelijk onderwijs nog de aandacht vestigen.
Ik heb gezegd: er zijn aan die scholen 163
priester-leeraren verbonden, dit wil niet zeggen
dt gansch het onderwijs door deze leeraren gege
ven wordt. Verschillende ondergeschikte vakken,
zooals gymnastiek, muziek, teeken- en land
bouwkunde, worden door burger-leeraren gege
ven. Zoo is het ook met enkele andere vakken.
Het College te Dendermonde heeft ook eene han-
handelsschool, dat van Ronne eene nijverheids
school en St. Lievens te Gent eene brouwerij-
school. Hier worden vele cursussen ook door
burger-leeraren gegeven, alhoewel een der pries
ter-leeraren, E H. van der Jeught, zelf een be
kwaam ingenieur is.
Ik heb nu een oppervlakkig kijkje op het bij
zonder middelbaar onderwijs uit het bisdom
Gent gegeven. Moest ik laten zien wat er hier op
dat gebied in de zes bisdommen bestaat, groote
genade, er kwam geen einde aan. Ik vind het
reeds voldoende wat ik nu gedaan heb, omdat
ik daardoor kan bijdragen om die verkeerde ge
dachten, omtrent het Belgisch onderwijs, weg te
nemen.
Hooren wij de anti-clericalen in Nederland
spreken, dan beteekent het onderwijs hier niets.
Velen kunnen en zullen nu begrijpen waar deze
voorstelling van zaken uit voortspruit. De pries
ters leiden en vormen de gedachten der jeugd en
dat is dien mannen niet aangenaam. Zoo het
vrijmetselaars of vrij(ende) denkers waren, ja
dan zouden zij de loftrompet blazen, doch nu
lasteren zij liever.
Ch. A. B.
Een merkwaardige vondst. In de kloos
terterp tussehen de dorpen Ferwerd en Wans-
werd, een der grootste terpen uit Friesland, is,
naar de „Leeuw. Ct." vertelt, deze week een
houten doopvont gevonden, waarvan de kuip
rust op een breed voetstuk, dat met de kuip
zelve uit één boomstam is bewerkt. De hoogte
van het geheel is 62 c.M., de middellijn van
de kuip 35 c.M., die van de waterkom 20 c.M.
Het Friesch Museum te Leeuwarden bezit
eveneens een dergelijk doopvont, dat echter op
4 korte pootjes rust en waarvan de kuip groo-
ter is dan 't thans gevonden exemplaar.
Mr. P. O. J. A. Boeles zegt in zijn besclirij-
venden catalogus van het Friesch Museum:
„Houten doopvonten zijn buitengewoon zeld
zaam en waarschijnlijk de oudste. Een bepaal
de datecring is niet te geven."
Bij dit doopvont, dat pl.m. 6 M. onder de
kruin van de terp lag, werden nog drie aarden
potten gevonden.
Een en ander is door een der eigenaars van
voornoemde terp, den heer J. P. Wiersma te
Leeuwarden in bewaring genomen.
Een candidaat-politiehond. In zeker dorp
in Westergoo, zoo schrijft men aan do „Leeuw.
Ct." telt een landbouwer onder zijn veestapel
ook een geit. Het dier had het ruime boerenerf
tot verblijf en den heemhond tot speelmakker.
Wat wou het nog meer?
Toch was hot niet tevreden. Het kreeg de
geest-des-tijds-bevlieging van uitgaan om wat
meer van de wereld te zien. Op een goeden
morgen was de geit vertrokken. Spoorloos ver
dwenen, als iemand, die vooraf geen orde op
zijn zaken heeft gesteld. Den heelen dag wacht
te de hond te vergeefs op z.ijn speelmakker.
Ook den volgenden dag werd er taal nog tee
ken van de met de noorderzon verdwenen rei
zigster ontvangen.
Of dit Bello begon te vervelen dan wel of
hij ongerust werd, is nog niet uitgemaakt,
maar zeker is het dat hij op onderzoek uittrok.
Den lieven langen dag bleef hij weg
recliercheurswerk is moeilijk! maar wat zag
men tegen den avond? Daar kwamen recher
cheur en arrestant samen oogenschijnlijk als
de beste kameraden, terug op de hoeve. En
mocht nu de avonturierster weer eens aanvech
ting krijgen van haar lust de wijde wereld in
te gaan, geen nood. Bello houdt een wakend
oog, om zijn eisch: „Tot hiertoe en niet ver
der!" desnoods met kracht te handhaven.
OVER VEEN.
P r ij s u i t d e e 1 i n g. Vrijdag had in
een der schoollokale11 de plechtige prijsuit-
deeling' plaats. De ZeepEerw. heer Pastoor
en Kapelaan en vele ouders woonden deze
plechtigheid bij en hebben volop genoten van
al het schoons wat door de leerlingen ten ge-
hooren werd gebracht.
Na een Quatre Mains door twee bekende
meisjes zeer verdienstelijk gespeeld, werden
de ZeerEerw. Heeren en de overige aan
wezigen hartelijk welkom geheeten op dit
kinderfeest.
De eerste prijzen in de Eransche School
werden door de gelukkigen dankbaar in ont
vangst genomen.
Een der eerste nummers was gewijd aan
de Onbevlekten Ontvangenis van Maria.
Tot variatie werden tussehon de verschil
lende nummers de eerste en tweede prij
zen der Hollandsche School uitgereikt.
Daarna „Hans cn Grootje" en „Six Mains"
door drie jongens.
Het tooneeistukje „De Kroongeranium" en
„Hoe de kinderen van vacantia houden", als
mede de Chocolade-verkoopster vielen zeer
zeer in den smaak. Een slotkoor besloot deze
feestelijkheid.
De ZeerEerw. Heer Pastoor, dankte allen
voor het schoone dat geboden was, dankte
de Eerw. Zusters voor de moeite, volle uren
en zorgen aan de kinderen besteed en wensch-
te allen een prettige vacantie.
ZANDVOORT.
Geslaagd. Te 's-Gravenhage is voor het
examen liandteekeneu geslaagd de heer A. L.
D. Damen, alhier.
Aangekomen Vreemdelingen.
J. O. Gieve, Amsterdam, Kanaal weg 27, 3 p.;
N. Brans, id'., id. 29, 6 p.; Fam. Hemmerss,
id., Diaconessenstraat 38, 6 p.; Fam. deu
Winkel, id., Brugstraat 10, 8 p.; Fam. Ileij-
denrijk, id., Urlmanstraat 1, 5 p.; Fam. Bran
don, id., Willemstraat 13, 6 p.; Fam. Koe
nen id., Kanaal weg 19, 5 p.; B. Hedeman
id., Stationstraat 18, 1 p.; B. L. van Thijn,
id., id., 1 p.; J. G. v. d. Bijl, id.. Duinweg 10
5 p.; A. die Leeuw, id., id., 12, 7 p.; E.
Sinner, id., Piet Heinstraat 57, 5 p.; Fam.
Boom id., Gasthuisplein 1, 8 p.; Jongej. de
Soet, id, id., 1 p.; J. B. van Praag, id.,
Kostverl.straat 20, 5 p.; G. J. Hoagesteeger,
id., Ostadestraat 8, 6 p.Mej. Coeke, Ko
ningstraat 13, 1 p.; J. Gerrits, Haarlem,
Brederodestraat 11, 5 p.; Mevr. M. Moto-
boom, Apeldoorn, id., 3 p.; Koeiewijn, Baarn.
Gasthuissplein 1, 8 p.; J. Spinhoven, Haar
lem, Willemstraat 17, 6 p.; J. H. E. Cobet,
Batavia, Pension Gunther 2 p.; M. H. de
Vries, Manaos, id., 2 p.; J. Langeveld, Hel
der, id., 1 p.
SPAARNDAM.
Hulptelefoonkantoor. De direc
teur-generaal der posterijen en telegraphiei
maakt bekend, dat, met ingang van 29 Juli
a.s. alhier in het hulptelegraal'kantoor aldaar
een hulptelephoonkantoor voor het algemeen
verkeer zal worden opengesteld.
De diensturen zijn 'gelijk aan die vau liet
be trokk en hulptel e graaf ka n too r
VELSEN.
Gemeenteraad. Vrijdag vergaderde de Raad
dezer gemeente.
Ingekomen is vau de heeren Meijer en Kockx
een aanvrage om tot stichting over te mogen
gaan van een drietal woningen aan de School
straat te Velseroord. In handen gesteld van B.
en W. om praè-advies.
Ingekomen zijn de aanneming van eenige be
noemingen.
Dan een stuk, dat aan den burgemeester ver
lof is verleend.
Een stuk dat het grondbedrijf van 't gasbedrijf
is goedgekeurd.
Een aanvrage van de H. S. M., om afwijking
van de bouwverordening wordt toegestaan.
Het presentiegeld voor de leden van den Raad
van Beroep wordt gesteld op f 5 per lid per
zitting.
Van den boekhouder van O. W., Keller, is een
schrijven ingekomen, waarin hij vraagt, om hem
niet op te dragen het overzicht te maken over
de jaren 1911, '12 en '13.
Van de politie te IJmuiden is een schrijven
ingekomen, om de verordening zoodanig te wijzi
gen, dat de politie's le klasse, wanneer zij be
vorderd worden tot hoofdpolitie, niet achteruit
zouden gaan in salaris. Naar B. en W. om
prae-advies.
De heer Polderman zou graag nog zijn stem
willen motiveeren ten opzichte van het voorstel
van den heer van Tuijll.
De Voorzitter zegt, dat dit buiten het regle
ment van orde is.
De heer Polderman stelt voor om 't voorstel
aan te houden tot het rapport van den accoun
tant aan de raadsleden is toegezonden.
De heer Vermeulen vraagt of het buiten de
orde is, om nu een vraag, te stellen.
De Voorzitter zegt dat dit buiten de orde is.
't Voorstel van den heer van Tuijll, waarover
in de vorige vergadering de stemmen staakten,
wordt aangenomen met 11 tegen 3 stemmen.
Tegen de heeren: Polderman, Hoogland en
Huig.
Ver ordening ontsmettingsdienst
met amendementen.
Aangenomen worden zonder hoofdelijke stem
ming de artikelen I en II.
De heer Brink stelt voor, om den ontsmetter
aan te wijzen op advies van den geneeskundige.
De heer Vermeulen: De dokter kan alleen ge-
eeskundige adviezen geven. Wanneer B. en W.
het echter beter vinden dat die persoon niet als
ontsmetter optreedt, dan kunnen B. en W. dit
wijzigen.
De heer Netscher zegt, dat het niet noodig is,
om dit in deze verordening op te nemen, daar
B. en W. toch altijd het recht hebben, om den
werkkring van werklieden te veranderen.
Dan vindt de heer Brink 50 pCt. bij een ont
smetting boven het gewone uurloon de juiste
prijs. Spreker vindt de ontsmetters niet buiten
eenig gevaar.
De heer Vermeulen zegt, dat de ontsmettingen
niet zoo gevaarlijk zijn, daar er nog allerlei
inrichtingen zijn om besmetting te voorkomen.
De belooning is niet zoo karig als de heer Brink
denkt. Wanneer er op Zondag een ontsmetting
moet plaats hebben, zal in de toekomst een werk
man krijgen per uur 60 cent. Wanneer er eenige
ontsmettingen in de week plaats hebben, beloopt
het salaris gauw f 25.
Dc heer Brink handhaaft zijn voorstel. Dit
wordt verworpen met 12 tegen 2 stemmen.
Vóór de heeren Landeweerd en Brink.
Art. Ill wordt aangenomen.
Op art. IV heeft de heer Brink een amende
ment, hetwelk hij echter, nadat de wethouder
Vermeulen eenige toelichtingen heeft gedaan ea
toegezegd deze zaak te regelen, intrekt.
Art. IV van B. en W. wordt aangenomen.
Het amendement van den heer Brink op art,
VI, genoemd art. V, wordt aangehouden wegens
staking der stemmen, 7 tegen 7 stemmen.
Art. VI wordt ook aangehouden met 7 tegen
7 stemmen.
Het amendement op art. VIII wordt aangeno
men met 9 tegen 5 stemmen.
Art. IX wordt aangehouden.
Art. VII en VIII worden aangenomen.
De verordening wordt aangehouden.
Verordening heffing.
Art. 1, le deel wordt aangenomen, de heer;
Brink trekt zijn amendement op dit deel in.
De heer Brink stelt voor, om 't 2e deel van
art. I te veranderen van 20 cent per vierk. M. in
10 cent per vierk. M.
Dit amendement wordt aangenomen met 10 te
gen 4 stemmen.
Aangenomen worden zonder hoofdelijke stem
ming de artikelen II, III en IV.
De geheele verordening heffing wordt even-;
eens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Verordening Invordering heffing.
De artt. I, II en III worden zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Eveneens deze geheele verordening.
Besloten wordt tot terugbetaling van kosten,
van ontsmettingen, welke ingevolge de wet zijn-
geschied.
Ook zal aan eenigen ontheffing worden ver
leend.
De inrichting van het gebouw van den ont
smettingsdienst wordt aangehouden.
Aan de rondvraag nemen deel de heeren Net
scher, van Tuijll, de Boer en Gerritsen.
De heer Netscher klaagt onder meer over het
staan der woonwagens in onze gemeente en het
te hard rijden der automobielen
De heer van Tuijll zou aan den Waterstaat
voor willen stellen om bij de veerpont een hek te
plaatsen, om het zwemmen op die gevaarlijke
plaats tegen te gaan.
De Voorz. en de weth. Vermeulen beantwoor
den de verschillende sprekers.
IJMUIDEN.
Stuurlicdenvereeniging. De Staatscourant
bevat de koninklijk goedgekeurde atatuten van
de vereeniging van Stuurlieden van stoomtraw
lers, genaamd „Eendracht", alhier.
WIJK AAN ZEE.
Oefening1 met de reddingboot.
Zaterdagnamiddag had alhier eene oefening!
plaats met de reddingboot en de vuurpijlen
ifonderde toeschouwers gaven aan 't ge
heel een levendigen indruk. De oefening me#
ben vuurpijl liep goed van stap 1. Liefheb
bers, ld ie moesten fungeeren als schipbreu
kelingen, waren er in overvloed. Nadat do
broek" een paar keeren heen en weer was
gegaan en er zelfs „schipbreukelingen" van
den wal naar het „schip" gingen, werd dit
FEUILLETON.
Uit het Engelseh.
8.)
Een honderd pas van hem vandaan viel
.een schot, dat direct gevolgd werd door een
doffen, gorgelenden schreeuw van een man.
Onwillekeurig schrok Frederik bij het akelig
geluid, maar vóór hij tijd had na te denken
wat het zijn kon, klonk een gillend hulpge
roep eener vrouw, dat zich drie of viermaal
•herhaalde.
Mijn God, dat was mylady's stean, dacht
Frederik, en hij snelde naar de plaats, waar
zijn vader en stiefmoeder onder den eik ston
den, Door een angstig voorgevoel gedreven,
sprong hij haastig vooruit de boeht om, die
den eik voor zijn oogen verborgen hield
groote God, wat moesten zijn oogen daar
aanschouwen?! Onder den boom lag languit
uitgestrekt sir Ralph, de rechterhand kramp
achtig op zijn hartstreek -gedrukt; een don-
«erroode straal bloed sijpelde door zijn klee-
*enZijn geweer lag een paar meter van
®m weggeslingerd, naast hem knielde Me-
u|ine, die hartverscheurend om hulp riep.
r *e^aafc wa» doodsbleek en zóó vreemd:
ken hadden haar oogen. nooit geblon-
t Fre<lerik was ook sir Robert Mount
ain met een der andere heeren toegesneld.
die vol ontzetting op den daar neerliggenden
baronet staarden. Het werd hun met een oog
opslag duidelijk, dat de dood sir Ralphs leven
opeischte.
Vader, vader! riep Frederik in vertwij
feling uit, terwijl 'hij naast hem op den bloed-
bedekten grond neerknielde.
Mylady, hoe is dat gebeurd? vroeg
Mount-Severn, bet geweer opnemend.
Hulp! Help hem, schreeuwde ze uit,
Red hem, voor het te laat is zijn geweer
moet vanzelf afgegaan zijn en hem getroffen
hebben op het oogenblik dat ik aanlegde om
te schieten! Helpt dan niemand, moet hij dan
sterven?
Intusschen waren meerdere heeren ter
plaatse gekomen en sir Robert gaf een der
pikeurs 'haastig het hevel, met den jacht
hoorn sigualen te geven.
Frederik had onderwijl het bloed, dat uit
de wonden vlood, door zijn zakdoek weten te
stelpen, en Melusine had zijn hoofd op haar
schoot genomen, op hartverscbeurenden toon
sir Hereford's naam uitgeroepen en als waan
zinnig snikkend en kreunend.
Het duurde niet lang of alle jagers waren
op het hoornsignaal toegesneld en in stomme
ontzetting blikten zij op den schijnbaar le-
venloozen sir Ralph.
Sir Robert. Mount-Severn, die de jachtge
weren van den gewonde en Melusine in be
waring genomen had, liep met een paar an
dere heeren naar de plaats, waar de rijknech
ten met hun paarden waren om een koerier
naar een dokter te sturen en alles voor de
overbrenging van den gewonde naar Has
tings-Castle in orde te maken.
Met de voorname kalmte, die hem zoo ia
alles karakteriseerde, hielp de hertog Frede
rik bij het verbinden van de wonde. Men had
hem op het zachte mos gelegd en zijn hoofd
met eenige jassen ondersteund.
Melusine stond tegen een boom geleund,
haar zakdoek voor de oogen en wanhopig
schreiend, zóó, dat haar heele lichaam schok
te. Mount Severn had liet geweer van den ba
ron, dat deze op bet oogenblik der verwon
ding van zich af zou hebben geslingerd, on
derzocht. Eén loop ervan was ontladen en het
scliot moest door een toeval afgegaan zijn,
terwijl sir Ralph de kolf 0p den grond had
en met zijn horst op den naar boven gerich-
ten loop steunde. Als de haan gespannen was
en dat was wel waarschijnlijk kan
slechts een onwillekeurige beweging met de
knie het schot, hebben doen afgaan.
Sir Robert had zijn vermoeden op zacliten
toon te kénnen gegeven en Melusine had er
oplettend naar geluisterd.
Zóó kan het slechts gebeurd zijn, zooals
u hot zegt, sprak ze met verstikte stem;
hij had juist nog iets tegen me gezegd, maar
ik had een praclitigen hok in 't vizier en luis
terde dus niet naar hem. Toen ik nog mikte,
ging het geweer van mijn echtgenoot af en
de hok liep weg. Ik keek op zij, om te zien
wat mijn man dan wel mocht getroffen heb
ben, en.... zag hem badend in zijn bloed!
'tls een verschrikkelijk ongeluk, sprak een
der heeren, maar misschien is alle hoop nog
niet verloren en is sir Ralph nog te redden1.
Ik hoop, dat dat waar is, sprak de her
tog ontroerd, sir Ralplb, zoo kalm en opge
wekt als de jongste onder ons.... en dan
zoo'n droevig einde! Maar ik vrees dat er
geen hoop meer i«.
Uw vrees is maar al te gegrond, zei Fre
derik weenend.
Melusine sprak geen woord. Nog steeds
stond ze snikkend tegen den boom geleund.
Hir Robert was met bedienden teruggeko
men en met behulp van groote dekens en
lakens zou men den verwonde op een wagen
trachten te beuren; hij had sir Ralphs geweer
en dat van Melusine in zijn eigen rijtuigje
gelegd. Melusine's geweer was aan beide zij
den geladen en de haan in rust
Mount Severn verklaarde de hem vergezel
lende heeren, dat het van het grootste be
lang was de geweren in denzelfden toestand
te bewaren, want het gerecht zou toch in
ieder geval een onderzoek instellen.
De hertog had van een der heeren een veld-
flescli cognac gekregen en hiermede sir
Ralph's slapen en lippen, bevochtigd, terwijl
hij voorzichtig eenige druppels in den mond
goot. De pogingen werden met succes be
kroond, want sir Ralph opende de oogen...,
waaruit de dood reeds duidelijk sprak.
Vader, lieve vader, kent ge mij? vroeg
Frederik angstig.
Melusine was op haar knieën gezonken en
hoog haar hoofd bijna ter aarde neer, want
zij kon dien slarren, akeligen blik uit de
oogen van haar eclitgouoot niet verdragen.
Frederik.... sprak de stervende met
zwakke stem, Frederik.... God zegene
je.... en ookMary-Rose.verlaat
haar niet.... ik sterf....
Frederik nam het. hoofd van zijn geliefden
vader in zijne handen en drukte het aan zijn
borst. Maar de oogea dee stervenden bleven
op Melusine gericht.
Melusine. «ei bil, jwitwRtël Koorbgar.
Zij stond op en met wankelende schreden
naderde zij haar gemaal.
Hij bewoog de lippen, alsof hij iets te zeg-,
gen had, maar niemand hoorde iets.
Houdt uw oor dicht aan zijn mond, myJ
lady, sprak Frederik, ik vrees dat vader niet
meer luid kan spreken.
Melusine deed zooals haar gezegd was er^
men kon zien, dat sir Ralph haar met moeite
een paar woorden influisterde, die teehtêr,
door niemand, ook niet door Frederik, kon
den worden verstaan.
Melusine stond op. Haar gelaat was aachij
grauw geworden en de blauwe oogen staar-;
den wezenloos voor zich uit. Wankelend trad
zij een paas passen terug en viel toen op haas
kniecn, 'het hoofd tegen den boom geleund^
stom, wezenl oos
Mylady was in onmacht gevallen.
Sir Ralph echter strekte zegenend zijn;
hand naar Frederik en den hertog uit, toert
ademde hij eenige malen diepen sir,
Ralph van Hereford-House was gescheiden
uit dit, aardsche tranendal.
Een doodstille pauze trad in en de jagera
ontblootten hunne hoofden en knielden ne-J
der uit eerbied voor den dood, die zelfs hier
een offer vroeg. Misschien baden weinigen
van hen, maar degenen die het deden, deden
het met aandacht.
Melusine lag nog steeds op de knieën, met
het hoofd tegen den boom.
Toen het lijk van den baron in den wagen
gelegd was, ging Frederik naar haar toe.'
Het wordt tijd om naar Hastingi-Castlq
terug te keeren, mylady, Beide hü. j
(Wórdt vervolgd)!
COURANT