De oorlog is verklaard.
Wereldvrede
BINNENLAND.
Duif schland heeft Rusland Zaterdagavond
half acht den oorlog verklaard. Kwart
over vijf was de algemeene mobilisatie bevoe
len. Frankrijk heeft de algemeene mobili"
satie afgekondigd. De Czaar en de ooriogs~
partij In Rusland hebben den oorlog doorge*
dreven!
De lichting 1914 van de Militie zal worden
opgeroepen.
0 B
GEBEDEN VOOR DEN VREDE.
F E U I L L E T ON.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
(Onderstaande berichten hebben wij Zondagmorgen per bulletin in de stad, medegedeeld.)
ST. PETERSBURG, 1 AUGUSTUS
DE GEZANT VAN DUITSCHLAND HEEFT
VANAVOND OM HALF ACHT DE RUSSI
SCHE REGEERING DE OORLOGSVER
KLARING OVERHANDIGD.
BERLIJN, 1 Augustus. Vanmiddag om
kwart over vijf heeft de Keizer de mobilisatie
ran de gezamenlijke Duitsche strijdkrachten
bevolen.
BERLIJN, 1 Augustus. De mobilisatie is
voorloopig nog slechts een maatregel tot bevei
liging des Rijks.
PARIJS. 1 Augustus. De plakkaten, waarbij
algemeene mobilisatie wordt gelast, zijn aan
geplakt.
De eerste dag begint 2 Augustus om 1 mi-
*uut na twaalf uur (middernacht).
DUITSCHLAND, RUSLAND EN
FRANKRIJK.
BERLIJN, 1 Augustus. De Norddeutsche
Allgemeine Zeitung schrijft: Naardien de op
den wensch van den Czaar-zelf ondernomen be
middelingspogingen door de Russische regee
ring met de afkondiging van de algemeene mo
bilisatie van het Russische leger en de marine
gestoord zijn geworden, heeft Z. M. de Keizer
te st. Petersburg laten weten, dat de Duitsche
mobilisatie ophanden is, ingeval Rusland niet
binnen 12 uur de oorlogstoebereadselen staakt
en dienaangaande een stellige verklaring doet.
Tegelijkertijd is aan de Eransche regeering
een vraag gericht over haar houding in geval
van een Duitsch-Russisehen oorlog.
HET VERRAAD VAN DEN CZAAR.
BERLIJN, 1 Aug. De „Norddeutsche Allge-
meinet Ztg." meldt: By den Keizer is op 29
Juli een telegram ontvangen van den Czaar.
waarin hij den Keizer dringend verzocht om
hem in deze zoo ernstige oogenblikken bij te
staan. Hij verzocht hem, het ongeluk van een
Europeesclien oorlog te voorkomen, en al het
mogelijke te doen, om zijn bondgenooten ervan
af te houden, te ver te gaan.
Denzelfden dag beantwoordde de Keizer dit
in een lang telegram, verklarend dat hfj de
taak van bemiddelaar en het beroep op zijn
vriendschap en zijn hulp bereidwillig aanvaard
had.
Dientengevolge werd dadelijk een diploma
tieke actie in Weenen ingeleid.
Terwijl deze nog bezig was, kwam het offi-
eiëele bericht, dat Rusland tegen Oostenrijk-
Hongarije mobiliseerde!
Dadelijk wees de Keizer den Czaar in een
tweede telegram er op, dat door de Rnssisohe
mobilisatie tegen Oostenrijk zijn op verzoek
van den Czaar ondernomen bemiddeling gevaar
liep, ja zelfs onmogelijk zou kunnen worden
gemaakt.
Toch werd de in Weenen ingeleide actie
voortgezet, waarbij de door Engeland begon
nen en in dezelfde richting zich bewegende
voorstellen door de Duitsche regeering warm
werden ondersteund.
Over deze bemiddelingsvoorstellen zou heden
in Weenen de beslissing vallen.
Doch voordat de beslissing vallen kon, kwam
bij de Duitsche regeering officiëel het bericht
in, dat het bevel tot mobilisatie vor het ge-
heele Russische leger en de vloot was uitge
vaardigd!
Daarop richtte de Keizer een laatste tele
gram aan den Czaar, waarin hij er op wees,
dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid
van het rijk hem dwong tot defensieve maat
regelen. Hij was met zijn bemoeiingen voor het
behoud van den wereldvrede tot aan de uiterste
grens van het mogelijke gegaan.
Niet hij draagt de verantwoordelijkheid voor
het onheil, dat thans de wereld bedreigt. Hij
heeft zijn vriendschap voor den Czaar en het
Russische volk trouw gehouden. De vrede in
Europa kan nu nog worden behouden, als Rus
land ophoudt Duitschland en Oostenrijk nog
langer te bedreigen.
Terwijl dus Duitschland op verzoek van
Rusland bemiddelde, maakte Rusland zijn ge-
heele strijdmacht mobiel en bedreigde daar
mede de zekerheid van het Duitsche Rijk, dat
tot dusver nog geen enkelen buitengewonen
militairen maatregel had genomen.
Zoo is dus de oorlog niet door Duitschland
ontstaan, veel meer heeft dit met kracht dien
willen voorkomen.
Thans acht Duitschland het oogenblik geko
men om de legermacht van Duitschland op te
roepen.
ALGEMEENE MOBILISATIE IN
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
WEENEN, 1 Augustus. Ingevolge de Rus
sisohe mobilisatie heeft de Keizer thans de al
gemeene mobilisatie gelast. Door aanplakking
is daarvan zooeven kennis gegeven.
DE BELGISCHE NEUTRALITEIT.
BRUSSEL, 1 Augustus. De Fransehe gezant
verklaarde aan den minister van buitenland-
sche zaken, dat Frankrijk de neutraliteit van
België zal eerbiedigen, en zich voorbehoudt
maatregelen te nemen, zoo die door een andere
mogendheid wordt 'geschonden.
ITALIë KIJKT DE KAT UIT DEN BOOM.
PARIJS, 1 Augustus. Volgens een mededee-
ling van gezaghebbende zijde heeft Di San
Giulïano aan den Duitschen gezant medege
deeld dat Italië onzijdig zal blijven. Aangezien
zijn verbintenissen ten aanzien van het Drie
voudig Verbond slechts verplichtingen inhou
den voor het geval van een verdedigenden oor
log, beschouwt Italië zich daardoor thans niet
gebonden, omdat de oorlog van Oostenrijk, ge
steund door Duitschland, een aanvallende oor
log is.
Menigeen zal bij het lezen van bovenstaan-
cTen titel glimlachen, anderen zullen de schou
ders ophalen over het ongehoorde feit, dat
nu geheel Europa als het ware in zenuw
achtige spanning nu twee rijken zich met
köortisachtigen ijver gereedmaken voor den
oorlog te durven schrijven, ja, zelfs den
ken aan wereldvrede.
En toch is juist het tijdstip, waarop een
oorlog dreigt uit te barsten of reeds verklaard
is, het meest geschikte oogenblik den lauwen
wakker te schudden en iedereen aan te spo
ren zich bij de vredesbeweging aan te sluiten.
Dan gaat men tooh weer denken aan de
ontzettende gevolgen van een oorlog.
Nu reeds, vóórdat de oorlog formeel ver
klaard is, ziet men reeds de koersen van
alle fondsen dalen, zoodat reeds in eenig©
landen de beurzen voor eenige dagen gesloten
zijn, om bijna niet to overkomen financieele
rampen te voorkomen.
Dit is nog slechts een voorproef en veroor
zaakt slechts materieel© schade.
Maar de gevolgen, indien een oorlog wer
kelijk uitbreekt, zijn in één woord' verschrik
kelijk.
Waren de volken meer doordrongen van de
Vredesidee, zij zouden niet, zooals thans ge-
schicdt, om oorlog Vragen, de regeeringen als einde te nmken.
het ware 'dwingen den oorlog te verklaren, j
Zeker, een oorlog kan noodzakelijk, kan
onvermijdelijk zijn, wanneer alle middelen
om langs den weg van arbitrage het geschil
bijgelegd te krijgen, gefaald hebben.
De vrienden van de beweging tot bevorde
ring van den wereldvrede zijn geen anti
militaristen, want, zooals Mgr. Casartelli, bis
schop van Salford, zoo juist zeid© in zijn
vastenbrief, de militaire macht is even nood
zakelijk voor het bestaan van den Staat als
de politie voor de goede orde en de geneesheer
voor de openbare gezondheid.
Doch aan den anderen kant moeten wij
een buitensporig en ongezond militairisme ver
mijden, want wij beschouwen den oorlog als
een kwaad, dat wij uit alle macht moeben
bestrijden, even goed als ziekte of hongersnood
en wij zijn het volstrekt niet eens met hen,
die den oorlog goed achten, omdat de betere
hoedanigheden van den mensch, zooals vader
landsliefde, moed enz., daardoor ontwikkeld!
worden; want het doel heiligt de middelen
niet.
Ook moeten wij, Katholieken, al onzen in
vloed gebruiken om de beginselen van den
internationalen vrede te verspreiden, die lang
zaam maar zeker de noodzakelijkheid om aan
stonds naar de vreeselijkb wapenen te grij
pen, overbodig zullen maken en de geloovigen
moeten worden aangespoord lid to "wor
den van vereenigingen, die de arbi
trage willen in plaats van den oorlog en die
een hartelijke verstandhouding onder de ver
schillende naties wenschcn.
Heeft niet Haten Mr. Dr. Oh. Raaymr.kors
uit Nijmegen helder aangetoond, dat wij ka
tholieken in de vredesbeweging- vooraan moes
ten staan?
Heeft Z. H. onze beminde Paus Pius X
niet onlangs bij het gehouden Consistorie Zijne
hooge goedkeuring uitgesproken over de be
weging tot bevordering van den wereldvrede?
Daarom, sluit U aa:i bij onzen W. V. B.,
bij onze Nederlands.he R. K. Vereeniging
tot Bevordering van den Wereldvrede en helpt
mede een krachtig leger te vormen om te
strijden tegen den oorlog!
M.
's Gravenhage, 29 Juli 1914.
IDoor direct ingrijpen van de overheid, in
verband daarmede, wordt de aandacht van het
publiek er op gevestigd, dat het geen nut heeft
thans bijzonder groote voorraden in te slaan
daar deze wel in beslag kunnen worden geno
men en het zeker valt af te raden buitenge
wone prijzen te betalen, aangezien dit tot niets
anders dan tot verlies voor den kooper aan
leiding kan geven zonder hem eenig vooruit
zicht ten aanzien van het gebruik der waren te
verschaffen.
BANKBILJETTEN.
Officieel wordt ons het volgende medege
deeld:
De Nederlandsche regeering, vernomen
hebbende, dat op verschillende plaatsen in
ihet land eenig wantrouwen tegen de deugde
lijkheid van de biljetten door de Nederland
sche bank uitgegeven is ontstaan, eu dat
vermoedelijk door een misverstand aan eeni
ge postkantoren biljetten niet in betaling
zouden zijn aangenomen, brengt ter openbare
kennis, dat haar na onderzoek is gebleken,
dat de soliditeit der biljetten der Nederland-
sche hank hoven eiken twijfel verheven is; dat
de regeering aan al hare bureaux en kan
toren de bankbiljetten tot de volle waarde
in betaling aanneemt
KNIP DIT UIT
en leg het in uw kerkboek.
Zooals gisteren in onze kerken is afgekon
digd, heelt Z. D. H. de Bisschop van Haar
lem aan de priesters voorgeschreven, dage
lijks ouder de H. Mis de gebeden te bidden,
die in het Missale staan aangegeven voor
het verkrijgen van den vrede. Wijl Z. D. H.
tevens verzocht heeft, dat alle geloovigen die
gebeden zouden meebidden, drukken wij ze
hieronder af. zoodat een ieder ze kan uitknip
pen en in zijn kerkboek leggen.
Na de Gloria: „O God, vau wien de
heilige begeerten, de goede voornemens en de
rechtvaardige werken voortkomen, geef aan
uwe dienaars dien vrede, welken de wereld
niet geven kan, opdat onze harten genegen
zijn tot het volbrengen Uwer geboden, en wij,
van de vrees der vijanden ontslagen, door
Uwe bescherming in rust mogen leven. Door
O. H. J. Chr."
Vóór de Prefatie: „God, die de vol
keren, welke in U gelooven, door geen vrees
laat ontstellen, gelief de gebeden en de of
feranden van het U toegeheiligd volk te aan
vaarden. opdat de vrede, door Uwe goedheid
len genomen, om aan het hierboven bedoelde
misverstand aan enkele postkantoren een
De regeering heeft onmiddellijk maatrege- verleend wordend, de Christenrijken tegen
- - -alle. vijanden besckerme. Door O. H. J. Chr."
Na de Communie: „O God. d:o den
vrede geeft en liefhebt, U kennen is leven,
U dienen is regeeren: verdedig tegen allen
aanval degenen, die U emeeken, opdat wij,
die op Uwe bescherming betrouwen, van den
vijand niets behoeven te vreezen Door O. H.
J. Chr."
DE LICHTING 1914 MOET OPKOMEN.
Bij de Tweede Kamer is een ontwerp van
wet ingediend, strekkende om aan de Ko
ningin de bevoegdheid te verleenen, met afwij
king van art. 72 der Militiewet voor de inlij
ving van de lotelingen der lichting 1914, een
vroeger tijdvak te bepalen, dan bij dat artikel
is vastgesteld.
VOORRAAD EN PRIJZEN VAN LEVENS
MIDDELEN.
Wij zijn gemachtigd mede te deelen, dat door
de regeering buitengewone maatregelen wor
den voorgesteld, waardoor zoowel het opkoo-
pen van levensmiddelen door handelaren en
particulieren als het vragen van buitengewone
hooge prijzen onmogelijk wordt gemaakt.
OOST-INDIë EN DE EUROPEESCHE
TOESTAND.
Reuter seint uit Batavia:
In verband met den politiek en toestand in
Europa zijn de versterkingen van de liavcn
van Batavia van projectielen voorzien en
heeft de gouverneur-generaal een bijeen
komst van de Indische regeering met de le
ger- en vlootautoriteiter. belegd.
NEDERLANDSCHE OFFICIEREN IN
ALBANIë.
Een medewerker van het Centrum schrijft
uit Leiden:
Het is wellicht niet aan alle lezers van dit
blad hekend, dat te Leiden wonen de ouders
van den iu Albanië gevangen genomen kapi
tein Reijmers. 't Zijn nog twee zeer krasse
oude menschen. De vader van den Albanee-
schen kapitein was vroeger kapitein in
Atjeb, onderscheidde zich door grooten hel-
1 denmoed en is natuurlijk thans gepensio
neerd.
Daar zit dus van huis uit in den zoon Reij
mers een echt soldatenhart.
Meermalen was ik in de gelegenheid, den
ouden vader naar zijn zoon te vragen. In den
laatsten tijd staakte ik echter deze vragen
meer en meer, omdat ik ;n 't oog van den
ouden Atjeh-held een traan had zien pare
len, en ik dus deze gevoelige snaar niet meer
dan hoogst noodzakelijk wilde aanroeren.
De vorge week was niün geduld ten einde.
Den kapitein ontmoetend, vroeg ik hem:
„Kapitein nog niets gehoord van uw zoon?"
Ik zag dat de oude vader er ©enigszins
opgewekter uitzag eu dat de tijd, de groote
(heelmeester van alles, althans een weinig
de wonde in dit vaderhart gedeebl had.
De kapitein kon mij echter absoluut niets
omtrent zijn zoon mede deel en. En tw7ee a
driemaal herhaalde hij: „niets, niets, niets
gehoord, ondanks alle mogelijke nasporing.
„Die onzekerheid zei de kapitein is
voor mijn vrouw en mij het verschrikkelijkst.
We zijn op alles voorbereid, maar hadden
we tenminste maar zekerheid."
Dat was het korte onderhoud, dat ik met
den ouden heer Reymers had.
Ik kan hieraan nog toevoegen, dat geheel
de stad Leiden ten levendigste belang stelt
in het lot van den ouden heer Reijmers.
En dat voorzeker is in deze bange dagen
voor hem een schoone troost.
Een merkwaardig feit. Mr. I. A. Höfelt
schrijft in het „Wkbl. v. h. 11.":
„Eenige dagen geleden kreeg ik van de Ne-
derlandsche gemeente Voerend aal een trouw
boekje in handen, waarin op de eerste bladzijde
een inkstempel stond met de woorden: „Ge
meentebestuur van Voerendaal, provincie Lim
burg."
„Deze inkstempel was echter het eenige ken
merk, dat het boekje een Nederlandsch trouw
boekje was, want overigens was al wat erop of
erin stond, echt Duiseh; vooreerst de titel:
Familien-Stammbuch" en dan op de eerste
bladzijde de vermelding: „der Standesbeambte
von Voerendaal bescheinigt dass.(hier vol
gen de namen der eehtgenooten) dahier ge-
N.B. Deze gebeden staan niet in „Het Mis-
en Vrsperboek" van Deselée, wèl iu „Het
Roomsche Misboek" van Baarda, blz. 707—709.
setzlich verheiratet worden sind."
„Nu kan ik mij voorstellen, dat de Voeren-
dalers beter met het Duitseh dan met het Ne
derlandsch op de hoogte zijn en dat daarom de
vroede vaderen van Voerendaal het wensche-
lijk hebben geoordeeld om de trouwboekjes in
de Duitsche taal te doen drukken, al betwijfel
ik, ofdeze tegemoetkomende houding nu wel
geschikt is om de Voerendalers tot goede Ne-
derlandsche staatsburgers op te voeden; maar,
wat ik niet kan verklaren, is dit, dat achter in
het Familien-Stammbuch een „Auszug" voor
komt „aus dem Reichsgesetz über die Beurkun-
dung des Personenstanders und die Eheschlies-
sung vom 6 Februari 1875," waarin o.m. de
bepaling- voorkomt, dat „innsrhalb des Gebiets
des Deutselien Reiches eine Ehe reclitsgültig
nur von dem Stadesbeambten geschlossen wer
den kann" en voorts in strijd met ons Burger
lijk en Strafrecht geleeraard wordt, dat „jedo
Geburt eines Kindes innerhalb einer Woche
dem Standesbeambten anzuzeigen ist" en dat
degenen, die „seine Anzeigepflichten nicht
nachtkommt, bestraft wird mit Geldstrafe bis
zu 150 Mark oder mit Haft."
„Zou 't geen overweging verdienen om den
burgemeester van Voerendaal een leerstoel aan
to bieden voor internationaal jirivaatreeht?"
Oostelijke spocrwegtoegangen van ons
land. De laatste dagen is herhaaldelijk sprake
van de Oostelijke spoorwegtoegangen in ons
land, die door militairen bezet worden.
Langs de Oostgrens loopen tal van spoor
lijnen van via de voornaamste West-
Duitsehe garnizoenen af naar en over de Ne
derlandsche grenzen. Duitschland zal, als het
iets doet en het tot een Europeesclien oorlog
komt, daarbij niets kwaads in den zin heb
ben voor Nederland, maar zou zoo snel mo
gelijk positie nemen aan de Noordzee tegen
over Engeland. De te kiezen beste steunpun
ten daarvoor zijn Rotterdam en Vlissingen.
Alle lijnen die door Limburg loopen, ook de
lijnen van Munster over Wesel, Gocli naar
Boxtel, evenals de lijnen over Roermond en
Maastricht, voeren direct naar die voor
Duitschland, in geval van oorlog met Enge
land, geweusehte steunpunten. Er liggen ech
ter spoorbruggen in die lijnen en wel bij Gen
nep over de Maas; in de lijn CrereldKem
pen— Kaklenkirchen—Venlo hij Venjo over
de Maas en in de lijn DusseldorfGladbach—
Roermond, even voor Weert, over de Maas.
Die bruggen dienen dus bewaakt en des
noods, als het spant en moet vernietigd wor
den. Of men dan den Duitschen doortocht kan
tegenhouden, blijft de vraag, maar er is dan
tenminste een bewijs van goeden wil gegeven
tegenoverEngeland, den Westbuur.
IT it het Engelse h.
14.)
ging weer naar binnen en Ohester ging stil
in een hoek van het vertrek zitten. Niemand
sprak een woord. Eindelijk liet de koetsier
zich hooren en schrok de oude bediende uit
zijn gepeins op.
We moeten terugrijden, nu er niets meer
aan te doen is. Ik moet me maar troosten
met de gedachte, dat het in een aanval van
krankzinnigheid gedaan is en voor de han
delingen van een gek meisje is niemand ver
antwoordelijk.
Hulp. help gauw! riep hU buiten adem, De koetsier spande de paarden weer in, en
mun dame is in t water gesprongen. Ze is,Chester ging naast hem op den bok zitten,
terwijl we hier zaten te praten, weggeslo-Zij konden ongeveer een kwartier gereden
pen, want toen ik m de kamer kwam, was I hebben, toen zij het jonge boerinnetje in-
ze verdwenen en ik zag nog juist door het haalden, dat voor een half uur Jones' her-
yaam, dat. ze iu het kreupelhout verdween.
Ze moet in een aanval van waanzin in het
water gesprongen zijn.
Allen snelden naar buiten, knechten
en
berg verlaten had,
Dag, lief kind, riep Ohester haar toe,
zoo alleen op de wandeling?
- Ja. maar loopen is ook gezond! klonk
Sne.aen liepen mee, vooral aangemoedigd het ondeugend terug.
wiT jj m ^üee^er "voor de redding Je wilt misschien wel meerijden, hé?
Uitloofde. Toen ze aan den kolk kwamen, tee- Graag, meneer, antwoordde het meisje,
kenden zich nog groote kringen op Ihet zwar- terwijl ze instapte, dank n wel! In de vol-
na af. Mary-Rose s hoed dreef op het gende plaats verliet zij den wagen weer, en
iwater en_ haar shawl huig aan de wilgen- bedankt© Chester hartelijk voor ziin welwil
lendheid.
Nog vóór middernacht kwam Chester weer
op Hereford-house terug. Tot ziin niet ge
ringe verbazing vond hij aan de deur sir Fre-
derik staan, die juist van Londen was terug
gekomen. Hij was zeer vermoeid van de reis,
zoodat hij direct naar zijn kamer ging en er
het bed opzocht,
Ohester sloop zachtjes naar zijn dakka-
lakken, die over den oever hingen.
Chester smeekte om hulp, maar de men
tenen schudden het hoofd.
Wie eenmaal hier in 't water ligt, kan
Biet meer gered worden, zeiden zii.
Chester bood nu voor de redding van Mary-
Sose tien, twintig, ja zelfs vijftig pond stear-
lng, maar tevergeefs. Geen hunner die zich
lp het water waagde, dat reeds zoovelen ver
L, A TT' 1 TOWJfcf y^auiiijtb UliUT ZJ.II1 uaKKa
kj, 11 1]G'P6n Ifeld noch belof-mertje om er van kleeding te verwisselen en
vervolgens bij my lady verslag uit te brengen.
nis mets meer aan te doen. Men Doch toen hjj op den gang der trap naar bo
ven wilde gaan, werd een deur geopend en
Melnsine's gestalte werd zichtbaar.
Wat, zijt ge al weer terug, Chester? vroeg
zij verwonderd.
Ik ben juist teruggekomen, gelijk met
sir Frederik, my lady!
Onwillekeurig deed Melusine eenstap terug.
Onaangediend natuurlijk. Nonchalan
ce, uw naam is Frederik, dacht zij verbit
terd, doch zij was niet in staat baar schrik
voor Chester te verbergen, 'tls goed, dat
hij gisteren niei gekomen is. Kom er in,
Chester, sprak zij.
Zuchtend volgde de oude Bob ziin gebied
ster in haar kamer, terwijl bij bii zichzeJven
tot de conclusie kwam, dat bet pok beter
voor Ihem was eerst my lady te spreken en
dèn 6ir Frederik.
- Nu, waren de verplegers van dr. Nor
ton er op tijd? vroeg ze nieuwsgierig.
Ohlesber aarzelde niet te antwoorden) en
hield zijn oogen op den vloer gericht. Door
zijn zwijgen rezen allerlei vermoedens in
haar op.
Isis er iets gebeurd? vroeg zij fluis
terend. Heeft dr. Norton haar niet laten
halen?
Neen, mylady, antwoordde Chester zacht,
want miss Mary-Rose is dood!
Dood!
Verschrikt viel Mary-Rose In haar stoel
terug en snakte naar adem.
Groote God, bracht ze met moeite uit,
groote God, dat had ik niet kunnen vermoe
den. Hoe.... hoe is dat gebeurd, Chester?
We rustten uit in een uitspanning in
Hampton en miss Mary-Rose gebruikte heel
opgewekt haar ontbijt, terwijl ik in de ge
lagkamer met. den waard en ziin vrouw
praatte. Toen ik naar miss Mary-Rose ging
zien, hoe het met haar ontbijt stond, was ze
uit de kamer verdwenen. Nn moet u weten,
dat tegenover de ramen dier kamers eene
diepe kolk gelegen is. Het eerste wat ik doe,
is natuurlijk naar het raam te loopen: ik zie
haar met vreemde gebaren langs den oever
heen en weer loopen en een paar secouden
daarna springt het ongelukkige kind in het
water. Natuurlijk maakte ik dadelijk alarm
en allen snelden we naar de plaats des on-
lieils; op het water dreef haar hoed. Ik loof
de groote sommen nit om haar te redden,
maar niemand durfde een poging tot redding
te doen. Daarom ziet u me dus weer Ihder.
Melusine had met ingehouden adem toege
hoord.
'tls goed, Chester! Ge kunt gaan, sprak
ze droog.
Bob Chester maakte een onberispelijke bui
ging eu verliet het vertrek, terwijl hij mom
pelde:
Zie zoo! lady Hereford, nu zijn we quit.
Leer om leer, maar 't mijne is dikker!
Toen de oude bediende weg was, zonk Me
lusine op haar knieën neder en wrong in
vertwijfeling haar sneeuwwitte handen.
Dood! zeide zij, dood, ik kan er niet aan
denken! Neen, neen, dèt heb ik niet gewild,
waarachtig, dat was mijn bedoeling niet. Zij
is dood en ligt op den bodem van een diepe
kolk, dood in de lente haars levens, en ik, ik
heb haar dood op mijn geweten....
Den geheelen nacht bleef Melusine voor
haar stoel geknield, en zij stond op, toen de
herfstzon haar stralen door de vensters naar
binnen zond. Zij ging voor den spiegel staan
en streek het haar van haar slapen weg, die
zij rijkelijk met eau de cologne besprenkeld©
Toen begaf zij zieb naar Frederiks werk
kamer.
Hij zat Voor zijn bureau en scheen eenige
papieren in orde te maken. Helder en vroo-
lijk klonk zijn stem, toen hij zijn schoonmoe
der goeden morgen wensch te.
Ik geloof dat Fortuna mij ze.er gunstig
gezind ie, mylady, sprak hij lachend, want
tot dusver is me alles gelukt. Maar waaraan
heb ik het genoegen van uw vroeg bezoek ta
danken?
Een zeer ernstige en zeer droeve gebeur*
tenis, sir Frederik, en ik voel me diep on
gelukkig u dat droevige nieuws te moeten!
meedeelen. Ik moet n in kennis stellen van
een ongeluk....
Een ongeluk?
En mylady Hereford vertelde hem dem
grooten leugen van Mary Rose's krankzin
nigheid) en dalt zij door Ohester naar dn,
Norton's inrichting was gebracht. En toed!
volgde het verhaal van den dood van heit'
arme meisje, zooals Ohester het haar hadl
verteld.
Uit Frederik"» gelaat was reeds alle vroo»
Hjkheid verdwenen, maar toen hif boord©
van den dood zijner geliefde bruid, zonk zijn
boofd diep op de borst.
Laat me alleen, mylady, verzocht hij
haar.
Geloof me, ik neem hartelijk in nw©
droefheid deel, sprak Melusine zacht, en do
zen keer loog zij niet.
Verpletterd door smart verborg Frederik
zijn gezicht in zijne handen.
Met de heerlijkste toekomstplannen