NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT ™eedeo8lad
De oorlog in Europa.
pSSREKKEN DER BELGISCHE
sot™ c?00R FRANSCHE OF ENGEL-
niet KAN BIJGEVOLG
FEU ILLE TON.
16.)
^!°ZtrSeV"? maar al te 8'°ed, dat
OORLOG VAN DUITSCHLAND MET BELGIë. - OORLOGSVERKLARING VAN
ENGELAND AAN DUITSCHLAND. DE DIIITSCHE INVAL IN BELGIë. - LUIK
WORDT BELEGERD. - TOESPRAKEN VAN KEIZER WILHELM EN DEN RIJKS
KANSELIER. DE HISTORISCHE KAMERZITTING IN BRUSSEL. NEDER-
LAND'S NEUTRALITEIT WORDT DOOR DUITSCHLAND NAUWGEZET BEWAARD
Hieronder volgen verschillende berichten,gens Reuter mede dat in den ochtend een
waarvan wij de meeste reeds in een extra-telegram was gezfonden naar den Engelschen
bulletin in de stad hedenochtend'hebben ver-'gezant te Berlijn, waarin gewag werd 'ge-
gemaakt van het beroep van den koning
van België op koning George, de Duitsche
nota aan België en het weigerend antwoord,
door België op die nota gegeven.
Hij voegde er aan toe, dat de Engelsche
regeering gehouden is tegen de schending
van het verdrag, welke door Duitschland
in de nota. beoogd wordt, te protesteeren,
daar Duitschland met Engeland het verdrag
heeft onderteekend en dat Engeland de ver
zekering van Duitschland moet vragen, dat
de eisch aan België niet zal woriden gehand
haafd en dat de neutraliteit van België zal
worden geëerbiedigd.
Wij hebben, zoo zeide Asquith, onmiddel
lijk antwoord gevraagd.
Verder zeide Asquith: Wij ontvingen de
zen morgen van den Engelschen gezant te
Brussel bericht, dat Duitschland van plan is,
zzo noodig met geweld van wapenen in Bel
gië door te dringen.
Tegelijkertijd deelde de Belgische legatie
te Londen mede, dat het Belgischgrondge
bied was geschonden en uit een volgende
mededecling bleek, dat de Duitschers verder
in België doordrongen.
Asquith besloot: De Duitsche gezant deel
de hedenmorgen een telegram mede van
den Duitschen staatssecretaris van buiten-
landschc zaken, waarin verklaard wordt, dat
Duitschland zelfs in geval van een gewapend
conflict met België onder geen enkel voor
wendsel eenig gedeelte van het Belgisch
grondgebied zal annexeeren.
De oprechtheid van deze verklaring wordt
bevestigd door het feit, dat de Duitsche re
geering plechtig aan Nederland beloofd
heeft om de onzijdigheid van dit land te
eerbiedigen.
Duitschland kan echter niet dulden, dat
het blootgesteld is aan Fransche aanvallen
door België, zooals dit van te voren vast
gesteld was blijkens onbetwistbare gegevens
Asquith zeide naar aanleiding van deze
verklaring: Wij kunnen dit geenszins als
een bevredigende verklaring beschouwen
(toejuichingen). Wij hebben in ons antwoord
aan Duitschland dezelfde verzekering be
treffende de neutraliteit geëischt, als Frank
rijk gegeven heeft en gevraagd dat in dien
zin een antwoord zou gegeven worden tege
lijk met een bevredigend antwoord op het
telegram aan den Engelschen gezant en wel
voor middernacht (luide toejuichingen).
spreid.
DE INVAL IN BELGIë.
LUIK, 4 Augustus. De Duitschers zijn met
150 auto's, ieder met 10 man, voor Visé
verschenen, dat na êen hevig bombardement
ingenomen werd.
(Dit telegram bevestigt het bericht dat
nog in onze courant van gisterenavond
konden opnemen, dat te Maastricht hevig
kanongebulder uit het Zuiden gehoord werd.)
DE DUITSCHERS WAAKTEN MET PIJN
LIJKE NAUWGEZETHEID, DAT DE NE-
DERLANDSCUi: grens niet over-
HREDEN werd.
OORLOG ENGELAND—DUITSCHLAND.
BERLIJN, 4 AUGUSTUS. HEDENAVOND
-'AIVFx UUR HEEFT DE ENGELSCHE
GEZANT GOSCHEN DEN MINISTER VAN
BU1TEN LAN DSCIIE ZAKEN DE OOR-
DCLSVEU KLARING VAN ENGELAND
F\ T In:iïscDLAND o HANDIG!)
11 z PASPOORTEN GEVRAAGD.
DE DUITSCHE KRIJGSBEDRIJVEN IN
BELGIë.
sclJi-wi'J A,UgA Eeilt« seint dat de Duit
die wejin Lt r [Ug e,i de vei'dere werken
bet t0t +Lmk g.®7en' vernield zijn, „aar
net JNoorden terugwijken moesten.
Het 7de legerkorps, 40,000 man sterk, zou
zich te 1 erviers bevinden, het 8ste korps is
ook in de buurt.
VISé EN ARGENÏEAU STAAN IN
VLAMMEN. HONDERDDUIZEND DUIT
SCHERS RUKKEN NAAR LUIK OP,
WAAR MEN TEGEN HEDENOCHTEND
EEN AANVAL VERWACHTTE.
Een Duitsc-h officier, die gewond en ge-
angen genomen werd, was verbaasd over
°n tegenstand, dien de Duitschers in België
ndervinden. Men had hun te Berlijn verze-
ei'l, dat hun in België hoegenaamd geen
Uitstand zou worden geboden. Een Duitsche
'eger ]s gedood.
Maastricht, 4 Aug. (Part.) (7 uur 46
(3en namiddag). DE DUITSCHERS BOM
BARDEERDEN VISé. ZIJ RESPECTEE
REN MET GROOTE NAUWGEZETHEID
DE .VKi i Kir L A N DSCIIE GRENS.
EEN TRANSPORTCOLONNE EN DE GE-
NEESHEEREN VAN HET ROODE KRUIS
VAN MAASTRICHT ZIJN NAAR HET
GEVECHTSTERREIN VERTROKKEN.
BRUSSEL, 4 Aug. Reuter seint van 4 uur
gisterenmiddag: De regeering verneemt,
DAT DE DUITSCHERS HUN OPMARSCH
VOORTZETTEN. ZIJ ZIJN IN DE BUURT
VAN FLOR ON BIJ LUIK, BUITEN HET
UrpElK DER FORTEN, WIER GESCHUT
WHTER DONDERT. ZIJ BEOOGEN
dfLIJKBAAR DE MAAS TE BEREIKEN
LANGS DE RIVIER VERDER TE
Trekken.
De Minister van Oorlog heeft aan de com-
nanaanten der verschillende provincies een
telegram gezonden, verklarende dat België
n siaat van ooriog is met Duitschland. HET
lijkhftd ™Daad van VIJANDE-
- D BESCHOUWD WORDEN.
EN, LAND'S OORLOGSVERKLARING
AAN DUIT CHLAND.
Au&' E3ebier hoe Asquith gis-
hof u' (-a®;ln ct Balgerhuis aan Duitschland
''^nnatum aankondigde. Hij deelde vol-
REDE VAN KEIZER WILHELM.
EERLIJN, 4 Aug. De keizer opende de
buitengewone zitting van den rijksdag met
een troonrede. Daarin zeide hij o.m., volgens
Reuter s dépêchesDe wereld is getuige ge
weest, hoe onvermoeid wij in de moeilijk
heden en verwarringen der laatste jaren, In
de eerste rijen gestaan hebben om de vol
keren van Europa voor een oorlog tussehen
de mogendheden te sparen.
De ernstige gevaren, welke door de gebeur
tenissen op den Balkan in het leven waren ge
roepen, schenen n au wel ijks overwonnen, als
zich door d en moord op mij n vriend aartsher
tog Frans Ferdinand, een nieuwe afgrond
opende.
Mijn hooge bondgenoot, keizer Frans Jo
seph, was gedwongen naar de wapenen te
grijpen om 'de zekerheid van zijn rijk tiegen
de gevaarlijke kuiperijen uit een naburig land
te beschermen.
Rij dit nastreven van rechtvaardige eischen
tead het Russische rijk de bevriende monar
chie in den weg.
Aan de zijde van Oostenrijk roept ons niet
alleen onze plicht van bondgenoot; wij heb
ben tevens de geweldige taak om met de
oude cultuurgemeenschap van beide rijken on
ze eigen positie tegen den aanval der vijan
delijke krachten te beschermen.
Met bezwaard gemoed heb ik mijn leger
tegen een nabuur moeten mobiliseeren, met
wien het op zoovele slagvelden gemeen
schappelijk gevochten heeft. Met oprechte
droefheid zag ik een vriendschap verbreken,
welke door Duitschland zoo trouw bewaard is.
aandringen van een onverzadelijkte patriot
tische partij, in de bres gesprongen voor een
staat, die door het begunstigen van misdadige
aanslagen het onheil van dezen oorlog ont
ketend heeft.
Dat ook Frankrijk zich aan 3e zijde van
onze tegenstanders' zou stellen, kon ons niet
verwonderen. Te vaak i*.jn onze pogingen
om met de Fransche republiek in vriend-
schappelijker betrekkingen te komen, op oude
verwachtingen en ouden haat afgestuit.
De tegenwoordige toestand is niet voortge
sproten uit voorbijgaande belangenconflicten
of diplomatieke constellaties, maar is het re
sultaat van een sinds jaren voortlevenden af
keer tegen de macht en den bloei van het
Duitsche rijk.
Wij wotrden niet gedreven door veroverings
zucht, maar ons bezielt slechts de onbuig
zame wil om de plaats te bewaren, waarop
God ons heeft neergezet voor onszelf en alle
komende geslachten.
Mijn regeering, vooral mijn rijkskanselier,
was tot het laatste oogenblik beijverd om het
uiterste af te wenden.
In de ons opgedrongen zelfverdediging grij
pen wij met onbevlekt geweten en onbe-
smeurde hand naar het zwaard.
Tot de volkeren en stammen van het Duitsche
rijk richt ik mijn oproep om met vereende kracht
en broederlijk samengaan met onze bondgenoo-
ten te verdedigen wat wij in vreedzamen arbeid
tot stand hebben gebracht.
Naar het voorbeeld onzer vaderen, flink en
trouw, ernstig en ridderlijk, deemoedig voor God
en vol strijdlust tegenover den vijand, vertrouwen
wij op de Eeuwige Almacht, die onzen strijd
zal sterken en tot een goed einde zal voeren.
De keizer voegde aan zijn troonrede het vol
gende toe:
Gij hebt gelezen, mijne heeren, wat ik van het
slotbalkon af tot mijn volk heb gezegd. Ik her
haal, dat ik geen partijen meer ken, ik ken alleen
nog maar Duitschers. (Stormachtige toejuichin
gen).
En tot bewijs, dat ze vast besloten zijn, zonder
onderscheid van partijen, zonder acht te slaan
op verschil in stand en godsdienst, samen te
gaan en met mij door dik en dun te gaan in
nood en dood, noodig ik de voorzitters der par
tijen uit, naar voren te treden en mij dit met
een handdruk te beloven.
BERLIJN, 4 Augustus. In de bijeen
komst van den Rijksdag waren de tribunes tot in
de uiterste hoeken bezet. De rijkskanselier hield
de volgende rede: Een geweldig noodlot breekt
los over Europa. Wij beschermden 44 jaren lang
den vrede; wilden in vreedzamen arbeid ons
leven voortzetten en deze onuitgesproken gelofte
stond van den keizer af tot den jongsten sol
daat toe in aller harten geschreven. Slechts tot
verdediging eener gerechte zaak moet het zwaard
uit de scheede vliegen. (Stormachtige toejuichin
gen van alle kanten).
De dag, waarop wij het zwaard moeten frek
ken, is verschenen tegen onze redelijke bemoeiin
gen in. Rusland ontstak de oorlogsiakkel. (Van
alle kanten breken stormachtige toejuichingen
los).
De rijkskanselier bespreekt de verschillende
feiten, die nedergelegd zijn in het Witboek en
die de houding der Duitschers verklaren,
Daarna gaat hij voort: Moesten wij geduldig
afwachten, totdat soms de mogendheden, waar-
tusschen wij ingedreven zijn, (algemeene geest
driftige instemming) het oogenblik hadden ge
kozen om er op los te slaan? (Opgewonden kre
ten van: Neen! Neen! Stormachtige instem
ming).
Het ware misdadig geweest, Duitschland aan
dit gevaar bloot te stellen.
Onze troepen bepaalden zich allereerst geheel
en al tot verdediging. Dat is de waarheid. Wij
zijn in noodweer! Nood breekt wet! (Storm
achtige bijval).
Onze troepen bezetten Luxemburg en mis
schien ook reeds België. (Beweging, bijval).
Dat is in strijd met het volkenrecht, maar wij
wisten, dat Frankrijk gereed stond om een inval
te doen en een aanval der Franschen op onze
flank aan den Rijn, zou voor ons noodlottig
hebben kunnen worden.
Zoo waren wij gedwongen ons aan het overi
gens rechtmatig protest van Luxemburg en Bel
gië niet te storen. Dit onrecht maken wij goed,
zoodra ons militaire doel bereikt is. (Levendige
toejuichingen).
Wie zóó bedreigd wordt als wij ten opzichte
van zijn hoogste goed, mag er slechts aan den
ken, hoe hij er zich doorheen zal slaan. (Gewel
dige beweging, stormachtige, herhaalde instem
ming).
Tegenover Engeland legden wij de verklaring
af, dat, zoolang Engeland zich onzijdig zou hou-
den, onze vloot de Noordkust van Frankrijk
griteit en de onafhankelijkheid van België zou
den eerbiedigen.
Zoolang Engeland onzijdig blijft, zijn wij ook
bereid, in geval zij dit ook doen, geene krijgs
operaties tegen de Fransche handelsvloot te on
dernemen. (Levendige bijval).
Ik herhaal het woord des keizers: Duitsch
land gaat met een rein geweten den oorlog in.
(Algemeene beweging, instemming en bijval).
Wij strijden voor de vruchten van onzen vreed
zamen arbeid, voor het erfdeel van ons grootsch
verleden, voor onze toekomst.
Nu sloeg het groote uur der beproeving, maar
met groote instemming staat ons leger in het
veld. Onze vloot is ten strijde gereed. Achter
hen staat het geheele Duitsche volk. (Stormach
tige, steeds hernieuwde bijval, handgeklap door
het geheele huis en op de tribune).
Het geheele Duitsche volk is eenstemmig, het
kent zijn plicht in zijn geheele uitgestrektheid.
Plannen behoeven geen motiveering maar
eischen eene snelle uitvoering."
De rede van Bethmann-Hollweg werd gevolgd
door een stormachtig applaus, dat niet scheen te
zullen eindigen. Overal klonk handgeklap en
heerschte groote ontroering.
Eenstemmig, zonder beraadslaging en onder
stormachtigen bijval werden de oorlogscredieten,
tot een hoogte van vijf milliard,, aangenomen.
De kanselier bedankie namens de rijks-regee
ring. De president van den Rijksdag bracht een
„Hoch" op den keizer uit, waarbij alle afge
vaardigden, ook de sociaal-democraten, zich van
hunne zetels verhieven.
Alle partijen en eveneens de toeschouwers op
de tribunes gaven blijk van hunne instemming.
De Rijksdag werd vervolgens verdaagd.
DUITSCHLAND'S STANDPUNT BETREF
FENDE BELGIë.
BRUSSEL, 4 Aug. De bijzondere correspon
dent der N. R. Ct. geeft den tekst van de nota
die de Duitsche regeering den 2den Augustus
aan de Belgische regeering heeft doen toekomen
„De Duitsche regeering heeft vertrouwbare
berichten ontvangen, volgens welke de Fransche
strijdkrachten het voornemen zouden hebben om
over Givet en Namen op de Maas aan te ruk
ken.
Deze berichten laten niet den minsten twijfel
bestaan, of Frankrijk heeft het plan om over
Belgisch grondgebied naar Duitschland te mar-
cheeren.
De Keizerlijke Duitsche regeering kan niet
nalaten te duchten, dat België, niettegenstaan
de zijn goeden wil te dien opzichte, niet in staat
zal zijn om zonder bijstand een opmarsch van
zoo groote strijdkrachten als de Franschen af
te slaan. Hieruit volgt dat Duitschland van deze
zijde wordt bedreigd en om dezen aanval des
vijands te voorkomen, ziet de Duitsche regeering
zich genoodzaakt maatregelen te treffen.
De Duitsche regeering zou het ten zeerste be
treuren, als België als een vijandelijke daad be
schouwde, dat de maatregelen van den vijand
van Duitschland dit rijk noodzaken om van zijn
kant het Belgisch grondgebied te schenden.
Om alle misverstand uit den weg te ruimen,
verklaart de Duitsche regeering het volgende:
lo. De Duitsche regeering zal geen enkele
vijandelijke daad tegen België plegen, indien
België er in toestemt in den oorlog, die op het
uitbreken staat, een houding van welwillende
neutraliteit te bewaren tegenover Duitschland.
De Duitsche regeering van haar kant verbindt
zich om bij den vrede het koninkrijk België en
zijn bezittingen in al hun uitgestrektheid te
waarborgen.
2o. Duitschland verbindt zich om, behoudens
genoemde voorwaarde, zoodra de vrede is ge
sloten, het Belgisch grondgebied te ontruimen.
3o. Als België een vriendschappelijke hou
ding aanneemt, is Duitschland bereid om in
overeenstemming met de Belgische autoriteiten
tegen gereed geld alles te koopen wat voor haar
troepen noodig is en om te vergoeden alle schade
die in België wordt aangericht. Indien echter
België zich vijandig gedraagt tegen de Duitsche
troepen en in het bijzonder als het aan hun voor
waarts rukken moeilijkheden in den weg legt
door in de stelling van de Maas weerstand te
bieden of door het vernielen van wegen, spoor
wegen, tunnels of andere kunstwerken, dan zal
Duitschland verplicht zijn België als vijandelijk
land te beschouwen. In dit geval verbindt
Duitschland zich ten opzichte van het koninkrijk
België tot niets, en zal het de slotregeling van
de betrekkingen der beide staten jegens elkaar,
overlaten aan de beslissing der wapenen.
De Duitsche regeering koestert de gerecht
vaardigde hoop, dat deze gebeurlijkheid zich niet
zal voordoen en dat de Belgische regeering die
maatregelen zal weten te nemen, welke geschikt
zijn om te verhinderen, dat dit zich voordoet. In
Uit het Engelse li.
nee; genjk had, en zweeg dus.
trouwr!„ZOU wel,ee?L Willen weten of hij haar
^hei&P J poinfi(, e blJ> lord Hastings en Me-
Wel i ast ('li;aar stellend, maar dat zal
WSn hü wel niet naar Hereford-
vast daarom wil hij me op een
wie wl+rgr ÜU begrijp ik het! Nu,
.Wf !!--of lady Melusine er geen belang bij
Een revenuën te vtergrooten!
itlngs lge dagen daarna arriveerde lord Has-
i'eeh bouse: zÜn komst was wel
®-tet onverwacht, daar hij den trein
ik®* «tat; Besloot den weg van
n? 'la naar Hereford-house te voet af
HgQn, eens den tuin te bezich-
v^'^acht LFredenk alles weer op dreef had
bezi-trof er den jongen man aan,
3et °hkril;jln werkpak, met, de eene hand
r? aadfcw,a een bloemenperk halend, met
Wukkenj ffeel word en bloembladeren af-
- Wh
Parings~ȕs T Arector:
pert (te <te R?i' a- 6 maar Frederik her
kenden a,!,wTe^slomL' b?"
De keizefrliike Russische reervn-ino- i0 7' 7 ,.u 1 Vclu 1 «ui ki ijk zijn uui ic vcjiunueien, udl alt zien voordoet. m
J Russische regeei mb is, pp niet zal aantasten, en wij de territoriale inte- dit geval zullen de vriendschappelijke betrekkin
gen, die de beide buurstaten vereenigen, innigir
en duurzaam worden."
BELGIë'S FIER ANTWOORD.
BRUSSEL, 4 Aug. Reuter geeft het antwoord
van België op de Duitsche nota:
„Door haar nota van 2 Aug. 1914 heeft de
Duitsche regeering te kennen gegeven, dat vol
gens zekere berichten de Fransche strijdkrach
ten van plan zouden zijn om over Givet en Na
men langs de Maas op te rukken en dat België,
ondanks den besten wil van de wereld, niet in
staat zou zijn zonder hulp een opmarsch dei
Fransche troepen te stuiten.
„De Duitsche regeering zou zich verplicht
achten dezen aanval te voorkomen en het Bel
gisch grondgebied te schenden.
„In deze omstandigheden stelt Duitschland
aan de koninklijke regeering voor tegenover haar
een vriendschappelijke houding aan te nemen
en verplicht het zich op het oogenblik, dat de
vrede gesloten wordt, de integriteit van het ko
ninkrijk en zijn bezittingen in al hun uitgestrekt
heid te waarborgen.
„De nota voegt er aan toe, dat, indien België
moeilijkheden in den weg legt aan den opmarsch
der Duitsche troepen, Duitschland verplicht zal
zijn haar als vijand te beschouwen en de eind-
regeling der verhoudingen van de twee staten
tegenover elkaar over te laten aan de beslissing
der wapenen.
„Deze nota heeft bij de koninklijke regeering
een diepe en pijnlijke verbazing gewekt. De be
doelingen toch, die de nota aan Frankrijk toe
schrijft, zijn in tegenspraak met de fortneele ver
klaringen, die ons den lsten Augustus in naam
der regeering van de Republiek zijn gedaan.
„Overigens, indien tegen onze verwachting in,
een schending van de Belgische neutraliteit door
Frankrijk zou worden bedreven, zou België al
zijn internationale verplichtingen nakomen en
zou zijn leger aan den invaller den krachtigsten
tegenstand bieden.
„De verdragen van 1839, bevestigd door de
verdragen van 1870, waarborgen de onafhanke
lijkheid en de neutraliteit van België onder ga
rantie van de mogendheden en bepaaldelijk van
de regeering van Zijne Majesteit den Koning
van Pruisen.
„België is steeds getrouw geweest aan zijn
internationale verplichtingen. Het heeft zijn ver
plichtingen vervuld in een geest van loyale on
partijdigheid. Het heeft geen enkele poging ver
waarloosd om zijn neutraliteit te handhaven en
te doen eerbiedigen.
„De aanslag op zijn onafhankelijkheid, waar
mede de Duitsche regeering haar bedreigt, zou
een grievende schending beteekenen van het vol
kerenrecht.
„Geen enkel strategisch belang rechtvaardigt
de schending van het volkerenrecht.
„De Belgische regeering, zou als zij de voor
stellen aanvaardde, die haar zijn ter kennis ge
bracht, de eer van de natie opofferen en tevens
Europa plegen aan zijn verP'ichtingen tegenover
„Zich de rol bewust, die België sinds meer dan
80 jaren heeft gespeeld, in de beschaafde wereld,
weigert zij te gelooven, dat de onafhankelijkheid
van België slechts zou behouden kunnen blijven
ten koste van de schending harer neutraliteit.
„Indien deze hoop bedrogen werd, is de Bel
gische regeering vast besloten met alle middelen,
welke in haar macht zijn, eiken aanslag op haar
recht af te slaan."
EEN DUITSCHE AANVAL IN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE.
PARIJS, 4 Aug. De gouverneur-generaal
van Algerië meldt officieel: Vanochtend te
gen 4 uur heeft een kruiser met vier 6Choor-
steenen, naar men gelooft de Breslau, acht
salvo's van een zestigtal granaten op de stad
Bomé (in Algiers) gelost. Eén man is ge
dood. Eenige gebouwen zijn beschadigd.
Daarna is de kruiser in Westelijke richting
verdwenen en naar men gelooft miet de En
gelsche vloot slaags geraakt.
i i Zcl^er,, weef de oude Huntley! De koe-
koek za hem halen! sprak hij met moeite
uit zyn knielende houding opstaand. Natuur
lijk was zijn verbazing zeer groot, toen hij
uen hertog achter ziöh zag staan.
7~ Hastings, ben jij het? Excuseer mijn on-
vriendeluke ontvangst, maar ik dacht werke-
,16 vervelende droge Huntley me
We€1» y*'a® komen opzoeken. Hoe gaat het er
mee? lcHoop van goed. Ik zpu todh gaarne
weten, waarom ge mij den dag: van aankomst
DE KONING VAN BELGIë IN DE KAMER
BRUSSEL, 4 Augustus. Het verslag van
de groote vereenigde vergadering van Kamer
en Senaat is ontroerend door den ernst der
gebeurtenissen, waarin op dat oogenblik
juist België werd getroffen.
Om half vier, zoo seinde Reuter, werd de
vergadering geopend onder koortsachtige
ontroering. Die Koning, de Koningin, de prin
sen en prinses Marie-José kwamen om tien
uur binnen en wea-den met groote levendig
heid begroet. Er kwam aan het gejuich geen
einde. De Koning beklom de verhevenheid
van het presidium en hield daar, staande, de
rechterhand op de borst, te midden van een
angstige stilte de volgende redevoering:
„Nooit sedert 1830 heeft een ernstiger uur
glimlachend aan toe. i Hoe kunt ge dat in 's hemels naam den-
De avoud vervloog onder verschillende ge-1ken? riep Melusine huiten zichzelve. terwijl
sprekken en dikwijls klonk Melusine's zil- zij trillend van toom opsprong en voor Fre-
veren stem door de nooge hal. derik ging staan, of hebt ge vergeten, dat
Maar zooals dat üiivwjjïs gebeurt, roert men dk erbij was, toen hlet ongeluk gebeurde en
by zulke gedegen beu en ook diingen aan, die dat ik voor den rechter een eed gezworen
men liever vermydt. - - -
Frederik sprak over zijn vader en onmid
dellijk teekende zich op aller gelaat een eer
biedige aandacht af.
Ik zou graag een bezoek brengen aan
heb?
Frederik nam baar bij de band en drukte
haar zaóbt op haar stoel terug.
Ik smeek u, mylady, wind u niet zoo
niet gemeld hebt dan bad ilT rv^T ""T v. T mengen aan op, sprak bij kalm, natuurlijk weet ik dat
behoorlijk kunnen kleeden. Mylady zal brem! temptevan acllter eik
Mylady zal brom.
men, als ze ziet dat ik een in mijn werkpak
ontvangen Ibeb.
Charley verzekerde hem lachend, dat diit
hem tijdens zijn leven zeer lboog geacht.
O, dat deed iedereen die hem kende, ant
woordde Frederik warm en hij beloofde den
volgenden dag de kerk open te laten.
Wie j
Bezoek y,r0e8 Bii zonder om te zien,
s'r Frederik, antwoordde lord
niets te beteekenen had, Frederik zou zich om - Wat vreeselJjk, dat dat ongeluk juist
8®nefre11- i op uw landgoed moest gebeuren, Hasings,
inil hertogelijk is myn costuum niet, ging Frederik voort, voor velen was het een
merkte 1' redenk op, maar als ge ons hieraanleiding Hastings-Castle te verlaten.
Komt overvallen, moet ge er wel genoegen
mlee nemen. Ik zal me gauw gaan verklee-
den. Wilt ge eerst naar uw kamer gaan, of
wenscht ge allereerst mylady te begroeten?
Niet? Nu, wil me dan volgen, over een half
uur drinken we thee!
Een half uur later kwamen beide heeren
de hal binnen, waar Melusine hen aan de
theetafel wachtte. Ook vandaag was Melu
sine schoon en lord Hastings meende Ihaar
nog nooit zóó mooi gezien te hebben, ondanks
de rouwkleeding welke zij droeg.
Welkom op Hereford-house» zeide zij,
hem met een hetooverenden glimlach de
hand reikend.
Wel hem, wien zulk een welkomstgroet
ten deel valt, antwoordde ibjj bewogen; me
nigeen zou me er om benijden, voegde hij er
Do hertog mompelde eenage onverstaan
bare woorden, want dat was een onverkwik
kelijk onderwerp voor hem. die nu op Here-
ford-house naar de hand van de weduwe
dong. Melusine gevoelde dit ook en trachtte
het gesprek een andere wending te geven,
Frederik dacht echter niet aan het doel der
komst van hertog Charley en ging op het
zelfde thema vierder.
Ja, herhaalde hij, 'twas vreeselijk. En
denk eens aan, Hastings, herhaaldelijk drong
zich het vermoeden aan mij op, dat mijn va
der- vermoord was!
Frederik, bedenk wat ge zegt, riep Me
lusine, en haar gelaat werd doodsbleek,
Nu, waarom zou ik niet mogen zeggen,
wat ik gedacht ikeb? vroeg Frederik verwon
derd»
niet gezien of mijn vaders eigen geweer of
een ander hem ón de borst trof. 'tls nog niet
bewezen, dat het zijn geweer was, dat het
schot afvuurde. Er kan evengoed iemand te
genover hem in 't kreupielhout gestaan en de
gelegenheid waargenomen Ihebben het
blijft onder alle omstandigheden steeds een
jachtongeluk.
Lord Hastings schudde 't hoofd.
Neen» Hereford, sprak hij, ge vergeet,
dat de rechterloop van het geweer uwe va
ders leeg bevonden werd, en ik ben ervan
overtuigd, dat het protocol door de jury op
gemaakt, volkomen juist is.
'tls tijd om ons ter ruste te begeven, zeide
Melusine zachtjes, terwijl zij van haar stoel
opstond.
Frederik keek op de klok en vond ook dat
ibet laat geworden was.
Melusine wenschte den hertog wel te rus
ten, maar dé zonnige glimlach om haar lip
pen was verdwenen en haar -gewicht was als
sneeuw zoo wit. Dit viel den hertog natuur
lijk op en hij vroeg haar of zij zich niet wel
gevoelde. Zij schudde zaoh t met haar hoofd.
Neen» maar Frederik heeft mij door Zijn
eigenaardige gezegden zeer van streek ge
bracht, meer dan ik zeggen kan. Sir Ralph
vermoord verschrikkelijk!
Denk daaraan nu niet meer, mylady, sir
Frederik zegt zelf, dat het maar een zich aan
hem opdringende gedachte was. Was ik er-
vanovertuigd, dat sir Ralph vermoord was,
dan zou ik de eerste zijn om met str Frede
rik den moordenaar op te 6poren en hem.
aan het gerecht over te leveren. Goeden
nacht, lady Melusine.
Melusine opende haar mond om iets te Zeg
gen, maar geen geluid kwam over haar lip
pen.
Ja, sprak Frederik, wanneer ik de be
wijzen had, dat mijn dierbaren vader was
vermoord, ik zou niet rusten vooraleer alles
aan het licht was gebracht. Wlelk een wroe
ging moet zoo iemand niet aan 't harte kna
gen, aan wiens handen het bloed kleeft van
den rechtschapen man! En Frederik nam de
kandelaar van de theetafel en lichtte den'
hertog naar zijne kamers bij.
Melusine wankelde de trap op met zeld
zaam starren blik, haar gelaat was asch-
grauw geworden.
Mag ik zijn vrouw worden, mag ik dat?
vroeg zij zich af, terwijl zii met haar vingiera
door de haren woelde en in vertwijfeling op
de knieën zonk. Ik kan het niet en mag het
niet en toch kan ik niet zonder heml Ik zre?
ervan sterven en ben toch nog zoo jong en
bemin hem zoo innig! O, wie redt mij uit?
deze angsten, wie lenigt de pijnen in mijn
hart en dooft het vuur dat mijn hersens ver
brandt? Ik wil niet van hèm afzien, dat gaat
boven mijn krachten, ik bemin hem zoo tee-,
der, zoo innig! (Wordt vervolgd.)