"^fTlTïlle to n
Di VOÉlf! Hl BmM.
Haagsche Brieven,
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
«tansijg-er zou züu geworden. Wij kun
nen integendeel wijzen op een nieuw suc
ces van onze i roepen, dank zij den steun van
Franseue ea\ aleric. Daar hel echter noodig
is, dat de overbrenging op normale wijze ge
schiedt en zonder de minste stoornis, heeft
de regeering in de uitoefening van liaar sou-
vereine macht het ven schielijk geoordeeld
thans te beginnen met de overbrenging van
de diensten der verschillende ministeries1,
terw ijl de gezinnen der ambtenaren nog in
ue hoofdstad zullen blijven. Eenige ministers
zullen dus te Antwerpen verblijven, waar de
corlogsdienst beter op zijn plaats is, terwijl
het leger te velde is.
Voldoende aan den wsnsch der regeering,
zullen de Koningin en de prinsen hun intrek
nemen in liet paleis te Antwerpen, terwijl
de Koning te midden van onze dappere sol
daten blijft.
De dienst van het koninklijk paleis zal te
Brussel blijven.
Op verzoek van de regeering zullen ver
schillende ministers van 6taat. speciaal de
genen die tot de oppositie béhooren, zich tij
delijk te Antwerpen vestigen.
De bureaus van luitenant-generaal Cloc-
tes, militair gouverneur van de provincie
Brabant, zullen van Dinsdag af gevestigd
zijn in het ministerie van oorlog.
DE PERS GEMUILBAND.
BRUSSEL, 17 Aug. Reuter seint dat alle
oorlogscorrespondenten van het front worden
geweerd. In de tegenwoordige omstandighe
den is géén bericht in de couranten te dul
den dan de officieele. (Men zal begrijpen wat
<lit beteek ent! Red.) Later zullen misschien
correspondenten bij het veldleger weer wor
den toegelaten.
DUITSCHLAND EN BELGIë.
BERLIJN, 17 Aug. Het blijkt duidelijk,
'dat Duitschiand België zooveel mogelijk heeft
willen sparen. De „Norddeutsehe", het of
ficieele blad. deelt volgens een Reutertele-
gram de volgende notawisseling mede:
Na de bezetting van Luik liet de Duitsche
regeering door bemiddeling van een neutrale
mogendheid de volgende medeeling overbren
gen aan "de Belgische regeering:
„De vesting Luik is na dapperen tegen
stand stormenderhand genomen. De Duitsche
regeering betreurt het ten zeerste dat er
tengevolge van de houding der Belgische re
geering tegenover Duitschiand bloedige bot
singen zijn ontstaan. Duitschiand komt niet als
vijand naar België; slechts onder den drang
'der omstandigheden moest het, met het oog
op de militaire maatregelen van Frankrijk
het ernstige besluit nemen, in België bin
nen te rukken, en Luik, als steunpunt voor
zijn verdere militaire operaties te bezetten.
Nadat het Belgische leger den heldhaftig-
sten tegensstand geboden lieeft en tegenover
de groote overmacht de eer der wapens schit
terend heeft gehandhaafd, verzoekt de Duit
sche regeering den Koning en de Belgische
regeering, om België de verdere rampen van
den oorlog te besparen.
De Duitsche regeering is tot iedere over
eenkomst met België bereid, die iu verband
met den strijd met Frankrijk te brengen is.
Duitschiand verzekert nogmaals plechtig,
dat het niet geleid werd door het voorne
men Belgisch gebied in bezit te flemen, en
dat het nog 'dit voornemen niet koestert.
Duitschiand is nog Steeds bereid het konink
rijk België onmiddellijk te ontruimen, zoodra
de omstandigheden van "den strijd het toela-
iten."
Daarop is op 13 Aug. het volgende ant
woord ontvangen van België.
„Het ons door de Duitsche regeering ge
dane voorstel herhaalt de in het ultimatum
van 2 Aug. gestelden eiseh. Trouw aan zijn
internationale verplichtingen, kan België
slechts zijn antwoord op dat ultimatum her
halen en dit te meer daar sedert 3 Aug.
zijn neutraliteit geschonden is, een rampzali
ge ooriog op zijn grondgebied is overgebracht
en de mogendheden, die de neutraliteit waar
borgden loyaal en onverwijld op de noodkreet
van België zijn ter hulp gesneld."
LUIK.
BRUSSEL, 17 Aug. (Part.) Een officieel
Belgisch Reuterberielit meldt dat 800 verdedi
gers van Luik de forten hebben verlaten en
zich bij het leger hebben gevoegd. Daarmee is
van Belgische zijde het vallen der forten van
Luik officieel bevestigd.
DE Z.G. „ZEESLAG" IN DE ADRIATISCHE
ZEE.
LONDEN, 17 Aug. Het officieeie persbureau
deelt mee, dat de Fransche Middellandsche Zee-
vloot de Adriatische Zee tot aan Oattaro heeft
schoongeveegd. Een kleine Oostenrijksche krui
ser van de „Aspern"-klasse werd beschoten tot
dat hij zonk.
(De z.g. „Zeeslag", waarvan gisteren uit
Fransche bron werd melding gemaakt, blijkt
dus tot dit onbeteeke*ende gevecht te worden
gereduceerd.)
OP DEN BALKAN.
WEENEN, 16 Aug. Nhder wordt bevestigd
dat de gisteren vermelde gevechten aan de
Drina tot een beslissende overwinning voor de
Oostenrijksch-Hongaarsche troepen hebben ge
leid over de sterke vijandelijke krachten, die in
de richting van Waljewo zijn teruggeworpen.
Er zijn tal van Serviërs gevangen genomen en
Uit het Engelseh.
25.)
Ik zou niet weten, wat daarbii extra te
hegrijpen zou zijn, daar de feiten algemeen
bekend zijn. Maar ik vind het allesbehalve
fijngevoelig van u, mij dezen datum in het
geheugen terug te roepen.
Ah, ge wilt me niet begrijpen, lady Me-
lusinet sprak Monnt-Severn bijna sissend;
terwijl hij dichter bij haar kwam staan en
baar strak in de oogen blikte. Ja, de drenke
ling klampt zich aan den stroohalm vast,
maar wat haat u, schoone Melusine, een stroo-
halm? Die zal u niet redden, maar waar de
golven u reeds dreigen te verzwelgen, zou
ik toch een hetere hulp zijn om te redden*,
want ik, mylady, ken het groote géhieim van
i>n Ifien September.
Na ihze woorden ruaakle hij haar egu snot-
het nootflge krijgsmateriaal is buitgemaakt. De
vervolging van den vijand is in vollen gang.
De Oostenrijksch-Hongaarsche troepen hebben
met bewonderenswaardige dapperheid gestre
den onder de moeilijkste omstandigheden tegen
den in sterke stellingen verschanste vijand, van
gelijk aantal.
CETTINJE, 17 Aug. De Montenegrijnsehe
troepen hebben twee dagen lang in de omge
ving van den berg Lisanitz in den omtrek van
Grahowo tegen een groote Oostenrijksche strijd
kracht gevochten. De Montenegrijnsehe verlie
zen in deze gevechten, hebben tot dusver 45
dooden en gewonden bedragen. Het zestiende
Oostenrijksche legerkorps valt de westgrens van
Montenegro aan langs de linie KrivaceGra
howo het vijftiende Oostenrijksche korps mar
cheert op de linie TsjainitsyGatsko; de Oos
tenrijksche vloot beschiet de Montenegrijnsehe
stelling op den berg Loftsjen.
ÊC0HTE BEÜICSHTESH
Nog niet genoeg? Van Engelscbe zijde wordt
gemeld, dat er nog al meer verwikkelingen
dreigen te komen: de betrekkingen tusechen
Griekenland en Turkije zijn blijkbaar zeer
gespannen.
De Fransche berichtendienst. Naar bet Leiip-
ziger Tageblatt meldt, hebben alle bladen
van Milaan zonder onderscheid van politieke
richting besloten om geen berichten van het
Fransche Havas-bureau over gevechten aan
de Fransche grens meer te puhliceeren, daar
deze klaarblijkelijk valsch zijn. Alleen de
Secoio, welke fél tegen den driehond gekant
is, heeft dit besluit niet onderteekend.
De Belgische moorden op Duitschers. Een
Nederlander uit Spa vertelt dat in Louveig-
né, hij Luik, een Duitsche hoofdofficier een
ontbijt gebruikte in een klein koffiehuis.
Terwijl hij betaalde, schoot zijn waard hem
dood! Uit wraak heeft men het dorp aan de
vier hoeken verbrand en alle mannen gedood!
XLIil.
Het is al meer dan een maand geleden, dat
ik iets van me liet hooren in de N. H. Ct. „Of
ik soms ook gemobiliseerd was?" schreef een
mijner vriendelijke Haarlemsche lezers. Zóó ligt
het geval niet. Ik heb, helaas, nooit de eer gehad
in Harer Majesteits leger te mogen dienen.
„Wegens lichaamsgebreken afgekeurd voor alle
militaire diensten," heette het indertijd.
Och, och, wat is dat al lang geleden!
Ik wil niet ontkennen, dat ik het indertijd
niet zoo heel erg vond. Zoo ooit, dan heb ik
echter in deze dagen betreurd, dat ik niet tot
de „weerbare" mannen behoor. En ware ik niet
te oud, zelfs al voor den landstorm, dan had ik
me zeker toch nog opgegeven voor een of ander
vrijwilligerskorps. Komt de nood aan den man,
dan zal ik echter trachten, me toch op een of
andere manier op „burgerlijke" wijze verdien
stelijk te maken voor het vaderland. Zoo iets
mag men in onzen tijd gerust openlijk neer
schrijven, zonder onmiddellijk van geurmakerij
beschuldigd te worden. En wel om deze eenvou
dige reden, dat letterlijk iedereen er naar haakt,
om in den algemeenen nood te helpen voorzien.
De barometer van de algemeene verbroede
ring en onderlinge solidariteit is met een reu
zensprong in de hoogte gegaan.
Alle veeten
Zijn vergeten
kunnen we nu in waarheid zingen. En zoo is
het. Met het bevel tot mobiliseeren zijn tegelijk
ook vele verschilpunten, vooral de politieke, op
marsch gegaan.
Ik was een der weinige gelukkigen, die zich
tijdens de jongste Kamerzittingen een plaatsje
op de tribunes wisten te veroveren. Het onmoge
lijk geachte werd daar werkelijkheid. Alle par
tijen schaarden zich eendrachtig om troon en
regeering. Zooals men reeds weet, zelfs de
sociaal-democratische. De grroote, rrrevolutio-
nairrre, anti-militairistische S. D. A. P., spre
kende en stemmende vóór alle oorlogsuitgaven!
Mr. Troelstra, zijn partijgenooten onder de
wapenen aansporende zich kloek en dapper te
gedragen! 't Was in hooge mate sympathiek,
dat geef ik toe. En in de algemeene opgewekt
heid dacht blijkbaar niemand er aan, hoe dat
alles toch ook in hooge mate grappig was. Wie
had het in de rustige dagen ooit kunnen den
ken? En zooals het hier gjnfb, zoo ging het
overal. Nóch in Frankrijk, nóch in Duitschiand
heeft men van socialistische zijde eenige actie
of agitatie tegen den wereldoorlog waargeno
men. Straks zullen de vrienden en vereerders
van den vennoorden faurès misschien met de
wapens in den vuist inhakken op de „Genossen"
van Bebel en Kautsky. En onderwijl trachten
allerlei schrijvers in „Het Volk" aan te toonen,
dat dit alles niet in strijd is met eenige resolutie
der met zooveel ophef altijd aangekondigde
Internationale Congressen.
„Nog niet sterk genoeg," zoo troostte nog
dezer dagen een hoofdartikel in het socialis
tische hoofdorgaan. Neen, voorwaar, dat is ge
bleken. Of het in de „Internationale" georga
niseerde „proletariaat" ooit sterk genoeg zal
worden? Men moet, dunkt mij, wel een onver-
beterlijken illusionist zijn, als "men daaraan nu
nog gelooft.
Vele Zaken hebben fiasco gemaakt. Vredes
bewegingen en arbitragecontracten hebben ge-
tend compliment en verliet het boudoir. Melu
sine sloot de deur achter zijn rug en zonk
op 'haar knieën neer.
Wat weet hij? Hoeveel weet hij? Of zou
hij slechte vermoeden? Ja, hij kan slechts ver
moeden, wil mij, door me brutaal aan te
spreken, schrik aanjagen en in zijn macht
brengen. O, God, ik word er krankzinnig
van, mompelde zij, terwijl ze haar gelaat in
de zachte kussens der causense verborg.
Spoedig daarop kwam de kamenier om me
vrouw voor het diner te kleeden» Melusine
riep haar toe, dat ze hoofdpijn (had en op
haar kamer wenschte te blijven. Men zou
haar diner maar in de kleedkamer serveeren.
Het meisje verwijderde zich.
Ik kan vandaag niet hij al die menschen
zijn, ik kan het niet, dacht Melusine, door
angst en vrees overstelpt. Maar toen kwam
een andere gedachte hij haar op: Neendie
ellendeling mag volstlrekt niet vermoeld'enl
dat hij mij door zijn uitdagende houding ver
pletterd heeft ik moet mijn plichten als
gastvrouw volbrengeni, was hei slechts om
hem op een dwaalspoor te brengen! Och, he
mel, heb medelijden, heb erbarmenis dat
nu het gedroomde geluk? Ik leef te midden
failleerd. De internationale rechtbanken zijn
aan flarden gescheurd. Maar ook, de interna
tionale socialistische massa-beweging is op een
reuzendébacle uitgedraaid.
Och, we zeggen het niet, om er mee te spotten,
of om iemand te hoonen of onaangenaam te
zijn. We constateeren alleen het feit. Het zal
leerzaam zijn voor de toekomst. Laten we er
niet verder in treden en er ons in verheugen,
dat iedereen tot het inzicht gekomen is, dat een
volk, wil het prijs stellen op zijne onafhanke
lijkheid; in staat zijn, om zelfs maar zijn neu
traliteit te handhaven, zich op alle gebeurlijk
heden heeft voor te bereiden. Al wat militair is,
heeft een ontzaglijke populariteit gekregen. En
wie vroeger smaalde op onze wapenen, gaat er
nu het eerst en het meest trotsch op. „De jon
gens worden bepaald door iedereen verwend,"
vertelde me nog dezer dagen een officier. En
het was zichtbaar, dat het hem goed deed. Vele
officieren-kennissen hebben me ook herhaaldelijk
verzekerd, dat de geest onder onze troepen uit
muntend is. Ieder is nu doordrongen van zijn
taak en zijn duren plicht. En als het noodig
mocht worden wat God verhoede dat ook
onze geweren en bajonetten dienst zullen moe
ten doen, dan zal men ondervinden, daar
ben ik heel zeker van dat onze Hollandsche
leeuw niet alleen nog brullen, maar ook nog
klauwen kan.
Onze stad is nog vol militairen, schoon reeds
tal van troepen vertrokken zijn. Zijn wij, Hage
naars, altijd nog al gewend aan het zien van
uniformen, het is toch opvallend, zooals nu onze
markten en pleinen en straten door manschap
pen van alle wapenen gevuld zijn, ook, God
dank, onze kerken. Gisteren, den feestdag van
Onze Lieve Vrouwe ter Hemel-opneming leek
onze parochiekerk wel een vreedzame kazerne.
Uit alle schoolgebouwen in de omgeving waren
ze opgekomen, om hun godsdienstplichten te
vervullen. En het was een aandoenlijk gezicht
de ingetogenheid en godsvrucht dier militairen
waar te nemen. Van alle kanten sloven we ons
uit, om de mannen zoo aangenaam mogelijk
bezig te houden. De Vereeniging voor R. K.
Militairen natuurlijk in de eerste plaats. Ook
de Protestantsche gemeenten doen wat zij kun
nen. Onze R. K. Volksbond organiseert concer
ten, die gratis toegankelijk zijn voor de mannen
der wapenen. Het aanzien van het militair
element is enorm gestegen. En zoo wacht Ne
derland maar af. Vastberadenheid en vertrou
wen op de toekomst, zietdaar aller wachtwoord.
En verheffend is het om te zien, hoe Hare
Majesteit, onze geliefde Koningin in alles vóór
gaat. Van 's morgens vroeg tot laat in den
avond is de Koninklijke Vrouwe in den weer.
Zij interesseert zich voor alles en allen. Soms
is het beschamend te vernemen, dat, terwijl wij
nog in de veeren lagen, Hare Majesteit reeds
in Haar auto ex militaire inspectie ondernam.
Ik was toevallig dezer dagen getuige van zoo'n
inspectie over een troepenafdeeling. Het
enthousiasme was groot en kende geen grenzen
meer toen de koninklijke Moeder, wuivend met
het handje van Willemientje voorging in de
kreet: „Leve het Vaderland!" Menigeen zag ik
een traan wegpinken. Hare Majesteit zag er
gelukkig goed uit. Ietwat bleek, ook wat mager
der, zou ki zeggen, maar toch krachtig en ge
zond als altijd.
Hare levenswijze en die van Haar hofhou
ding, altijd eenvoudig, misschien naar sommiger
meening wel eens wat al te burgerlijk, is nu,
naar men heeft kunnen ïezen, nog meer inge
krompen en bezuinigd. Zoo gaat ook hier Hare
Majesteit vóór. En, al of niet gedwongen, volgt
ieder het Koninklijk voorbeeld na. 't Is nu geen
tijd meer voor weelde. Opmerkelijk hoe spoedig
men zich gewend heeft zich te spenen van over
tollige uitgaven. Ik zag gisteren een onzer mil
lionaire, gewend te rusten op de zijden kussens
van zijn luxe-auto, lustig rondpeddelen op
een fiets. En hij deed het blijkbaar met genoe
gen. Zoo is het in alles en met allen. Voor ééne
categorie van menschen is dit alles echter een
groote ramp, nl. voor de fabrikanten van en
handelaren in luxe voorwerpen. Juweliers, meu
belfabrikanten, kunsthandelaren e. d. kunnen
hunne zaken wel sluiten. -Niets, letterlijk niets,
gaat er meer om. Niet zij alleen echter voelen
den druk der tijden. Die gaat aan niemand
onzer ongemerkt voorbij. Toch beginnen lang
zamerhand de rust en de gemoedelijkheid terug
te keeren. De overdreven angst der crisisdagen
is hier geheel verdwenen. En we hebben in deze
dagen stillekens nog wel eens gelachen om de
buren, die nu wel gedwongen zijn, om hun „oor-
logsvoorraden" zoetjes-aan op te maken. Wèl
mogen hun de oudbakken spakpannekoeken
smaken; wij eten voor hetzelfde geld en minder
nog aardappelen en versche groenten en profi-
teeren van de goedkoopte van het fijnste West-
landsche fruit.
Intusschen blijft de vraag beklemmend: „Hoe
lang zal het nog duren?" En niet minder: „hoe
moet het ons in den winter gaan?"
Reden te over, om „het gebed voor den vrede"
met volharding en innigheid te blijven herhalen.
Van den wreeden oorlog, verlos ons, Heer!
's-Gravenhage, 16 Aug. '14.
DE PRINSES VAN ERBACH.
De prinses van Erbadfr, zuster van H. M. de
Koningin-Moed er, komt deze week naar Ne
derland, om met hare kinderen, die hij H. M.
logeerden, naar Erhach terug te keeren.
VERKIEZING PROVINCIALE STATEN.
Te Amsterdam is voor de verkiezing van
van rijkdom en pracht, Charley houdt van
mij en ik aanbid hemmaar steeds, waar
ik mijn oogen richt, staat die vreeselijke ge
stalte voor me, die mijn leven tot een hel
maakt. Wanneer en hoe zal dit eindigen?^
Melusine stond nit haar knielende houding
op en streek de haren uit haar gelaat weg.
'tls toch heter, als ik naar de gasten bene
den ga, dacht zij en ging naar de kleedka
mer. Zij zou zichzelf kleeden, de kamenier
modht haar bleek, ontdaan gelaat niet zien.
Ze nam een prachtige robijnroods robe, af
gezet met witte Ventiaansehe kant en deze
kleur wierp een zachten schijn terug op baar
gezicht. Een diamanten collier om den hals
en een prachtige diamanten eter in het hoofd
haar, voltooide haar toilet. Toen wierp ze een
sortie om, nam haar waaier en betrad de
gang, van waaruit men uitzicht had op de
kamers aan de overzijde van de binnenplaats
gelegen. Melusine wist, dat daar ook de ka
mers van Monnt-Severn waren en onwille
keurig bleef ze staan en keek van boven naar
de vensters zijner kamer. Een, hi zooge
naamd Fransch venster, etend geheel open
en Melusine kon duidelijk zien; hoe Monnt-
Severn aan zij schrijfbureau stond en druk
een lid der Prov. Staten van Noord-Holland1
in district VII gecandideerd door de R. IC.
Kiesvereeniging mr. E. v. d. Bogaert. De an
dere partijen zullen volgens afspraak in deze
R. K. vacature geen candidaat stellen.
KAMERLEDEN-VRIJWILLIGERS.
Naar wordt gemeld hebben de Kamerleden
de heeren De Muralt en Bongaerts zich be
schikbaar gesteld voor den dienst bij de ge
nie, de heer Duymaer van Twist voor de in
fanterie en de lieer Van der Voort van Zijp
als vrijwilliger voor Den Haag.
VERBOD UITVOER INBIë.
De gouverneur-generaal van NecL-IncLë
heeft getelegrafeerd, dat de uitvoer uit Indië
van rijst, maie, cassave-prodncten en katjang
Is verboden.
OFFICIEREN UI TALBANI6.
De uit Albaneeschen dienst getreden Ne-
derlandsche officieren, majoors de Waal,
Roelfsema en Sluis, benevens kapitein Sonne,
zijn via Bazel hier teruggekeerd en hebben
zich voor eene herplaatsing bii het leger aan
gemeld.
VAKORGANISATIE EN HET VERLEE-
NEN VAN STEUN.
Door het steuncomité te Utrecht is beslo
ten, dat de te verleenen steun aan de gezin
nen van georganiseerde arbeiders door mid
del van de vakorganisaties zal geschieden,
teneinde het karakter van armenzorg zooveel
mogelijk aan dien steun te ontnemen1.
Het comité zal voorts overwegen of de
steun aan de gezinnen van ongeorganiseerde
vakarbeiders eveneens door middel van de
vakorganisaties zal moeten geschieden, dan
wel rechtstreeks door het comité.
Verzoek aan sokkenbreisters. In de D.
Ct. verzoekt een officiersvrouw met nadruk
aan de hulpvaardige vrouwen en meisjes,
die sokken breien voor militairen, géén naad
in hiel of voet te breien, daar dat hij groote
marschen zeer hinderlijk is.
Vreemdeling aangehouden. Door patrouil-
leerende militairen is te Zevenaar aangehou
den een Duitseh sprekend persoon, in het
bezit van een landkaart, die hij op het nade
ren der soldaten wegwierp. De man gaf voor
leeraar te zijn en wilde zich in de richting
Didam hegeven. Bij een landbouwer had hij
werk gevraagd. Hij is voorloopig vastgehou
den.
Een schrikaanjagend abuisje! Te Liempde
(N.-Br.) ontvingen Vrijdag circa 130 inwo
ners een aanschrijving dat zii zich voor den
landstorm moesten gereedhouden. Groote con
sternatie onder de hoeren! Er waren zielfs lui
bij, die indertijd: voor den militairen dienst
waren afgekeurd; ze begrepen er niets van.
Thans werden alle aanschrijvingen op drie
na teruggehaald; want het was een „abuuske",
'tdorp behoeft slechts wanneer de land
storm wordt opgeroepen drie man te leve
ren. Rust en vrede zijn in de gemoederen
der brave Liempdenaren wedergekeerd.
Levensgevaarlijke verwonding. Bij een
twist in de volksbuurt de Krim te Enschedé
werd Zondag de arbeider W. E. door zekeren
B. van Z. levensgevaarlijk verwond door een
messteek in de zijde, tengevolge waarvan de
ingewanden en een long uitpuilden.
MAATSCHAPPIJ VAN NIJVERHEID.
De Haarlemsche afdeeling van de Maat
schappij van Nijverheid behandelde in haar
vergadering van gisterenavond een missieve
van het Hoofdbestuur van 12 Aug. jl. in zake
het Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914.
Een 25-tal heeren waren ter vergadering
aanwezig.
De Voorzitter sprak zijn vreugde uit over de
groote opkomst, en legde in het kort het doel
der bijeenkomst uit.
Spr. leest de circulaire van het Hoofdbestuur
voor, waarin wordt gememoreerd de oprichting
van het nationaal steuncomité, en waarin het
hoofdbestuur de afdeelingen verzoekt, in een
vergadering te bespreken, welke wenken zij
wenscht in te brengen.
Het Nationaal Comité had namelijk verzocht,
wenken en gegevens te mogen ontvangen, die
het in zijn taak kunnen bijstaan.
De heer Hulswit, voorzitter van het sub
comité der werkgevers alhier, constateert, dat
de taak van zijn comité zeer moeilijk is.
Hij zegt, dat het Comité gemeend heeft, dat
het beter is, een man aan het werk te houden,
dan er twee met ondersteuning naar huis te
zenden. Het sub-comité drong en dringt er zoo
veel mogelijk op aan, zoolang mogelijk het per
soneel in dienst te houden. Helaas moesten
enkele bedrijven, door verschillende oorzaken,
worden stop gezet.
Spr. meent, dat het zoolang mogelijk in
dienst houden der werklieden één is; geld is
op de tweede plaats een voornaam ding; beter
verkeer met het buitenland is vervolgens noodig,
ten laatste is het noodzakelijk, dat zooveel als
mogelijk is wat in Holland gemaakt wordt en
ook in het buitenland verkrijgbaar is, uit Ne
derland betrokke worde.
De heer van Rossum ondersteunt het gespro
kene van den heer Hulswit en zegt, dat steun
voor de onder de wapenen geroepenen wel reeds
is ter hand genomen, maar dat door de „Nijver
heid" ook dient te worden gesteund.
De maatschappij „Nijverheid" moet, volgens
bezig was in de schuifladen naar iets te zoe
ken. Sir Robert's hond, een jonge fox-ter
rier, die hij Melusine heter aangeschreven
stond dan zijn meester, speelde met een pan
toffel en onwillekeurig amuseerde Melusine
zich over de manier, waarop „master Trim
het ding uit elkaar probeerde te trekken.
Plotseling zag ze hem met dien arbeid op
houden en naar iets toevliegen, dat onge
merkt naast sir Robert op den grond was ge
vallen. Zijn prooi grijpen en ermee de bin
nenplaats opvliegen, was het werk van een
oogenhlik en glimlachend ging Melusine ver-
der, daar zij den hond nu niet meer kon ziens,
zijn eigenaar interesseerde haar minder naar
het scheen.
Toen ze echter heneden de hal betrad» "vond
ze daar „master Trim", die met zijn buit de
bal rondrende en allerlei pogingen aanwend
de het pakje te vernielen. Melusine lokte
bed jonge dier naar zich toe en nam hem
het ding uit den hek. Het bleek een stevig
verbonden pakje te zijn, dat, naar het uiter
lijk te oordeelen, brieven bevatte. Het droeg
tot opschrift Dexter". Ze dacht er eerst aan
om het pakje terug te geven, maar toen ze
Mount-Severn naar huiten zag komen en
spr., op de eerste plaats de grens van Duitsch
iand zien open te krijgen voor import en export,
en ten tweede zien te verkrijgen, dat het ver
keer op zee worde hersteld.
Aanvoer van grondstoffen en kolen is drin
gend noodzakelijk.
Ook wat betreft de geld-kwestie moet veran
dering komen; b.v. zooals in België, waar de
Staat garantie op zich neemt.
De heer de Clercq zegt, dat tegen invoer van
kolen uit Engeland geen bezwaar bestaat. Te
gen het verkrijgen van kolen uit Heerlen zijn
moeilijkheden gerezen; er is geen springstof,
waardoor expioiteeren van mijnen onmogelijk is.
Wat betreft het verkeer, daarin is reeds" veel
verbetering gekomen.
Betrekkelijk het geld zal het Nationaal Comité
I in moeilijke gevallen het Amsterdamsche Syn
dicaat tegemoet komen en ook hierin trach
ten te verbeteren.
Aangaande de verhouding tusschen Centraal
en Plaatselijk Comité kan spr. mededeelen, dat
in een aanstaande vergadering zal worden be
sproken, dat plaatselijke comité's in een zelfde
lijn zullen worden geformeerd als het Centraal
Comité.
Verschillende heeren voeren eenig debat aan
gaande de prijzen van ijzersoorten.
De heer Hijmans acht het immoreel, dat de
ijzerhandelaars van de omstandigheden gebruik
maken en de prijzen hebben verhoogd.
De heer Bierman constateert, dat er veel kans
bestaat, dat ijzer spoedig weer za! mogen wor
den uitgevoerd uit Duitschiand.
De heer Bok vraagt, of het niet op den weg
ligt van de „Nijverheid", om bij den Minister
aan te dringen, dat ingetrokken worde het be
sluit om de contracten van graanhandelaren
aangaande graanvoorkoopen te doen annuleeren.
Spr. protesteert tegen dit besluit.
De heer Hijmans komt op tegen de houding
van het Syndicaat van banken in de provincie,
dat bij de uitbetaling op een vreemde manier
opgetreden is.
De heer van Rossum verdedigt de bankiers,
die het volgens spr., bij de uitbetaling al ver
bebben gebracht.
Het gaat in deze ook al de goede richting in.
De heer Peereboom kan bevestigen, dat dt
toestand in Haarlem al veel beter wordt. In
Haarlem was drie millioen opgevraagd, het
ubliek zit nu nog op twee en een half millioen.
laar er komt verbetering.
Het voorstel van het Hoofdbestuur, om f 500
te storten in de kas van het Nat. Comité, wordt
zonder stemming aangenomen.
MIBDENSTANDSCREDÏETBANK.
In eene druk bezochte vergadering, door de
Haarlemsche DBandelsBvereen:ging uitgeschre
ven heeft alhier gisterenavond mr. S. de Mees
ter van den Haag eene rede gehouden over,
dé op te richten Algemeene Nederland,sche
Middenalandscredietbank.
Splr. ging met een enkel woord na hoe
ten gevolge van de huidige crisis binnenkort
de tees tand voor den Middenstand heel fataal
zal worden. Hij adviseerde van hen, die niet
kunnen maar wel willen betalen een accept
te vragen, doch met kracht op te treden te
gen [hen, die niet willen betalen en alzoo
het geld aan den omloop onttrekken. Laat
men laatstbedoelden gemeenschappelijk aan
pakken.
De kleinere middenstanders zouden z. i.
goeddoen met over te gaan tot gemeenschap
pelijke fnkoopen. Al deze middelen zijn een-
ter niet afdoende. En, waar de Regeering geen
moratorium wilde instellen om goede redenen
moeten de middenstanders die goed zijn aan
hun verplichtingen tegenover hun leveran
ciers voldoen.
Om hen te helpen in cLeize abnormale om
standigheden en hun een crediet te verlee
nen, wil men oprichten een algemeene mid-
denstandscredietbank. Deze kan, betoogde
spr. betere informaties dan een kleinere cre-
dietinstelling geven en daardoor kan men
beter het crediet der middenstanders over
zien.
Bovendien kan zulk een algemeene instel
ling '£oedkoopar crediet verleenen dan klei
nere instellingen, en dan kan een groot li
chaam in tijden van nood beter met discon-
feéren doorgaan dan een klein. Van deze
instelling is verder een voordeel, dat de Re
geering er zieh voor interesseert. De Re
geering toch wel gaarne den goeden solieden
middenstander helpen.
Tredend in nadere bijzonderheden aangaan
de deze op te richten Bank deed spr. op
merken, dat 't zal zijn een Centrale Bank,
waarbij kleine plaatselijke credietinstellin-
gen hun promessen zullen kunnen discon-
teeren; alsmede, dat van de plaatselijke Ban
ken, patroons- en andere vereenigingen lid
zullen* kunnen worden.
Ten slotte zeide spr. 'dat 't gewenscht ls
dat men nu reeds aandeelen neemt op de
Centlrale Bank, daar men niet tot oprichting
er van zal kunnen overgaan, indien niet min
stens f 100.000 bijeen is en deelde hij mede,
dat heden te Amsterdam een vergadering zal
worden gehouden om te komen tot oprichting
der Bank.
Discussie.
De heer A. Bosse deed de vraag of een
Hanze bank er voordeel aan heeft indien ze
zich bij de Algemeene Bank aansluit.
De heer Caderius van Veen informeerde
hoe men zal kunnen optreden tegen lien,
die wel kunnen, maar niet willen betalen.
Mr. de meester diende van antwoord, dat,
nauwkeurig de binnenplaats afzoekt en toen,
naar het scheen; erg bezorgd zijn hond riep
en floot, was Melusine's besluit genomen en
verborg ze het kleine pakje spoedig in den
zak van haar japon.
Plotseling trad de hertog binnen.
Melusine, ben jij het? liep lord Hastings
verrast uit. Lotty zei me, dat je hoofdpijn
hadt en niet aan tafel zoudt komen. Ik was
juist van plan naar je toe te gaan!
Ik heb me er maar tegen ingezet, Char-,
ley, sprak Melusine glimlachend, men heeft
nu werkelijk ook geen tijd om hoofdpijn te
hebben.
Toen het diner was afgeloopen 6Jr Ro
bert was véél te laat gekomen kwam
hij naar Melueine toe.
Pardon, mylady, sprak hij op zijn ge
wone charmante manier, ik zag u zoo straks
in de hal met mijn hond spelen is het u
misschien daarbij opgevallen, dat Ihaj ,een
Mein pakje in zijn hek had?
(Wordt vervolgd).