*fTrkywt ,b»- 1 s^ssssr^raii"
40 OORLOGSFOTO'S,
IH
TELEGRAMMEN.
BINNENLAND.
Sociale Berichten.
a
Te u i l leTon.
N.V. Dr. „De Spaarnesfad" Haarlem,
gelegenheid van den dood van uw dapperen
oom, die ars schitterend toonbeeld van een
heldhaftigen Doitschen prins aan Ihet 'hoofd
van zijn regiment bij Luik den heldendood
ftierf voor keizer en rijk.
EEN ZOON VAN DEN KEIZER?
De Nieuwe Gazet te Antwerpen verhaalt
«an het verschijnen van een Zeppelin-kruiser
joven Moll, op 21 dezer.
Het was zoowat 5 unr namiddag, toen het
rerueht zich verspreidde, dat de Duitschers
'e Moil waren aangekomen.
Na den eersten schrik nam de nieuwsgierig
heid de overhand en kwamen de inwoners
ie voorschijn. Toen bleek het dat inderdaad
Du it sellers hier waren. Maar alks bepaalde
zich bij een uitstapje van een half dozijn of
ficieren der kurassiers. Een hunner scheen
vanwege zijn gezellen het onderwerp van veel
voorkomendheid. Hij droeg een witten 'helm
en een langen witten la kernel)en mantel. Het
groepje bad zich op de stoep neder gezet van
liet hotel der wed. Cools. Doch plots werd
ieders aandacht van de schitterende officie
ren afgetrokken.
Het geronk van een motor deed ieder op
zien en daar dreef statig een formidabele
Zeppelin. Voor wien nooit een Zeppelin ge
zien heeft, is zijn verschijning in de blauwe
lucht iets eenigs en kan bijna gelijk gesteld
worden met het verbazend effect, dat het
zicht van een eersten ijsberg teweegbrengt.
De Zeppelin scheen iets op te zoeken en
was slechts 150 meter hoog, zoodat, waren
hier eenige schutters geweest, hij het daar
boven niet lang hadde volgehouden. De Duit-
eee officieren waren opgesprongen en zwaai
den met hun zakdoeken. Toen begon van aan
boord der Zeppelin een heliotelegrafie te wer
ken en toen zij blijkbaar deze seinen begre
pen hadden, sprongen de officieren terug op
bun paard en reden in volle vaart terug van
waar ze gekomen waren.
Ik leg dit. geval zoo uit zegt de bericht
gever van het Antwerpsche blad dat in
de groep ten lid der keizerlijke familie aan
wezig was en de Zeppelin opgedragen was,
hem het gevaar van zijn uitstapje te laten
Inzien en hem van hoogerhand bevel te ge
ven om terug te keeren.
DE BEZETTING VAN BRUSSEL.
In het Berliner Tagebiatt zet de gepensio
neerde majoor Moraht dë beteeken is van de
vermeestering van Brussel door de Duitschers
uiteen.
De politieke beteekenis behoeft niet nader in
het licht gesteld. De militaire beteekenis is de
volgende. Brussel bevat, gelijk andere groote
steden, aanzienlijke voorraden en hulpmiddelen
van allerlei soort. Ook is de stad het middel
punt van het geestelijk leven en dus van het
heele land, en gelijk de meeste hoofdsteden, het
kruispunt van de voornaamste verkeerswegen.
De overgang van dë stad in vijandelijk bezit
beteekent reeds daarom een verzwakking van de
Belgische weerstandskracht en is misschien ge
schikt, cm op die van het heele land invloed te
oefenen. Men kan een dergelijken invloed op de
oorlogvoering niet in elk geval erkennen. Zeer
dikwijls beteekent hare inneming slechts een
gering bijkomstig voordeel. De bezetting van
Berlijn door den vijand in den Zevenjarigen
Oorlog bleef zonder invloed op den algemeenen
toestand. Ook in 1806 had zij geen beslissende
uitwerking, omdat sterke afdeelingen van de
Pruisen en Russen, nog niet verslagen, te velde
stonden Tot de aanstaande beslissing op het
westelijke oorlogsterrein zal ook de inneming
van Brussel niet overwegend meewerken, maar
zij zal een moreele factor van nog niet te over-
ziene beteekenis worden. Van alle voordeeien,
die de Duitsche wapenen behaald hebben, is de
bezetting van Luik en Brussel niet te loochenen,
en de indruk op de oorlogvoerende, neutrale en
nog besluitelooze staten kan beslissende gevol
gen hebben.
Nu rijst de vraag, vervolgt majoor Moraht:
Wat zullen wij met Brussel doen? „De stad zal
de bewegingen van het Duitsche leger niet op
houden. Die bewegingen zullen voortgaan vol
gens het plan, dat aan onzen aanval ten grond
slag ligt, en zich regelen naar de houding van
de Fransch-Belgische legers. Maar als wij met
onze krijgsmacht een punt van den vijand een
maal bezet hebben, zijn wij niet gewoon het weer
uit handen te geven, en gelijk wij Luik door het
herstellen van de verdedigingswerken „vast in
handen" hebben genomen, zoo zullen wij ons
ook het bezit van Brussel weten, te verzekeren.
Waarom zouden wij niet dergelijke middelen te
baat nemen, als Napoleon liet toepassen, toen
zijne troepen het belangrijke Hamburg bezet
hadden? Hij liet het in korten tijd van aarden
werken, die weerstand konden bieden, voorzien
en deinsde er niet voor terug, zelfs de meest
welgestelde en best doorvoede Hamburgsche
burgers tot schansgraven te dwingen. En wat
winnen wij van operatief standpunt? In de
eerste plaats een grootere vrijheid van bewe
ging, die voor onze legers een niet te onder
schatten beteekenis heeft. Dan de mogelijkheid
om een oorlogsterrein te gebruiken, dat voor de
krijgsverrichtingen van een leger van millioenen
soldaten buitengewoon gunstig is. Ten slotte
hebben wij een hoofdbron van de hulpmiddelen
van den vijandelijken staat in handen, en dat
bezit stelt ons In staat, hef opïrecfen vaïi franc-
tireurs door zware oorlogsschattingen te onder
drukken. Ook maakt het bezit van Brussel het
ons mogelijk, als wij er een veldsteunpunt van
maken, om Antwerpen beter in het oog te
houden."
DE OORLOG ONDER DEN
ZEESPIEGEL.
Men schrijft ons:
Op 'het land wordt gevochten, op de zee
strijdt men, men beoorloogt elkaar zelfs in
de lucht, maar onder den zeespiegel is er tot
nogtoe geen slag geleverd. De marine-offi
cieren fluisteren het elkaar toe, dat die on
derzee-booten aardig speelgoed zijn, maar dat
men er niets mee doen kan. Wat had men
zich niet een fantasieën van die onderzeeboo
ten gemaakt. Ze zouden dit doem ze zouden
dat doen, ze zonden vijandelijke eskaders ver
nielen, ze zouden zelfs in de vijandelijke ha
vens dringen, ze zouden.... in het kort, ze
zonden de (heele wereld verbaasd doen-staan,
nog erger dan de vliegmachines en de stuur-
ballons. En wat blijkt nu?.... De vldegma
chines doen nog rets, zij doen dienst als ver
kenner. Maar de onderzeeërs doen niets.
De onderzeeërs, zoowel de Engelsche als de
Duitsche, liggen voor het -grootste gedeelte
rustig in de respectievelijke oorlogshavens.
Gebleken is nu, dat zij zelfstandig niet kun
nen optreden. In den grooten zeeslag maar
komt er wel een groote zeeslag? zullen de
onderzeeërs een handje mogen helpen. Dat
is alles. Ze 'spelen een ondergeschikten rol.
De dreadnoughts doen de hoofdzaak.
De ervaringen, die wij thans met de onder
zeeërs en eigenlijk met de gelheele torpedo-
vloot hebben opgedaan, zijn voor de te
genstanders van een artillerievloot hier te
lande niet gunstig. Te verwachten is, dat
door dézen oorlog aan de torpedorage een
eind zal komen. Wij zullen dan slechts uit
twee kunnen kiezen: artillerie-forten langs
de kust of dreadnoughts. Of, wanneer nochi
voor dreadnoughts noch voor kustforten geld
is, niets. Want iedere cent, voor een torpedo-
vloot uitgegeven, is weggegooid geld,
(Hoewel wij het met de beschouwingen van
den schrijver niet geheel eens zijn, hebben,
wij toch gemeend, het entrefilet te moeten
publiceer en. O.i. zal men eèrst na den oorlog
conclusies kunnen trekken).
HOELANG KAN ANTWERPEN HET UIT-
HOUDEN?
(Van een onzer militaire medewerkers.)
De deskundigen hebben voor iedere ves
ting het uithoudengsvetmogen bepaald. Port
Zus houdt het zooveel dagen uit, do stelling
Zoo zal Zich zooveel wefeen kunnen handha
ven, enz. Een aantal forten geldt voor on
neembaar, d.w.z., de vijand zal ze alleen
kunnen nemen, wanneer hij er b.v. 100.000
man voor over heeft, terwijl do verdedigers
slechts tientallen menschen verliest. In het
algemeen zal men dan geen aanval op de
stelling doen. De vijand bepaalt zich ertoe,
zich te verdedigen tegen Uitvallen. Onneem
baar in dezen zin is b.v. do stelling Amster
dam, Gibraltar, Port-Arthur. Absoluut on
neembaar is natuurlijk geen enkele Stelling.
En hoe staat het nu met Antwerpen? Moet
die ook bij do relatief onneembare stellingen
'worden gerekend? Neen, Antwerpen is
ge-en Gibraltar. In deskundige kringen is men
algemeen van oordeel, dat, wanneer de vijand
zulks wil, Antwerpen kan worden genomen.
Maar aan den anderen kant is het een feit,
dat de verovering van Antwerpen den vijand
minstens 75.000 man zou kosten, misschien
nog veel meer. Zal Duitfcchland dat er voor
over hebben?
De grootte massa zegt neen. Maar men zegt
dat Duitschland, zoolang Antwerpen niet ge
vallen is, verplicht zou zijn, minstens 125,000
man te reserveeren, om <fo uitvallen der Bel
gen uit Antwerpen af te slaan. Is dit zoo,
dan ia de groote vraag nü: Wjat is voor de
Duitsche generaals beter, b.v. 75.000 man
te verliezen, of gedurende don geheelen oor
log 125.000 man aan den eigenlijken .strijd
onttrokken te zien? Het is een feit, dat een
menschenleven 'voor die generaals niet zoo
heel zwaar weegt. Of er 75.000 man krijgsge
vangen worden gemaakt, of dat ze sneuvelen,
voor die militaire autoriteiten beteekent het
bijna precies hetzelfde. En 125,000 mail voor
Antwerpen beteekent een belangrijke ver
zwakking van den strijdmacht, belangrijker
dan het verlies van 75,000 dooden!
Derhalve: is Duitschland van oordeel, dat
de verovering van Antwerpen niet meer man
schappen het leven zal koeten dan er noodigt
zijn voor het anti-uitval--leger, dan besluiten
de Duitsche generaals onherroepelijk tot den
aanval! Antwerpen houdt het dan minstens
4 èt 6 weken uit, misschien wel enkele
maanden. Maar zetten de Duitschers door,
dan zal Antwerpen na 3 maanden beslist ge
vallen zijn.
Aldus deze militaire medewerker. We la
ten zijn beweringen voor zijn rekeningze
komen niet altijd uit! Ziet b.v. Namen, dat
men ook bijna onneembaar achtte!
HERLEVING VAN GODSDIENSTZIN IN
FRANKRIJK.
Aan een schrijven, dat een Hollandsche pa-
t^mf8SiöftTalrrs, fff© Ie' Parijs zijn pViesierlijkte
bediening waarneemt, in „De Tijd" plaatst,
ontleenen wij":
Of ik er aan gedacht heb Frankrijk te ver
laten in 'deze moeilijke dagen? Er valt hier
thans voor ee-n priester veel te arbeiden,
ze-er Vruchtbaar werk te verrichten. Mag ik
er aan denken onder deze omstandigheden
mijn post te verlaten?
Er zijn zooveel zielen voor den Hemel te
winnen. Ik ben God altoos zoo dankbaar ge
weest voor mijne schoone roeping van missio
naris, en nooit had ik gedacht, dat nog zulke
heerlijke uren voor mij' zouden slaan, als
die, welke ik nn doorleef.
Zaterdag en Zondag (1 en 2 Augustus)
heb ik bijna niets anders vernomen, dan al
toos datzelfde uit den mond van officieren en
hoofdofficieren: „Pater, ik ben wel een wei
nig verlegen tot u te komen. Maar ik ga
de grootste gevaren tegemoet, Waarschijn
lijk kom ik niet weer. Maar ik wil mijne
ziel bedden. Zeg me, wat ik doen moet. Als
goed Christen wil ik sterven."
Een and-er sprak: „Laat mijn lichaam blij
ven op het slagveld, zoo mijne ziel slechts
behouden blijve."
Een derde kwam met de bekentenis: „Sinds
mijn huwelijk heb ik niets meer aian 'den
godsdienst gedaan, enkel een morgen- en
avondgebedje soms, en dan nog hoe korter
hoe liever. Alvorens mijn bloed voor het
vaderland te geven, wensch ik met mijne
gansche familie tot de H. Tafel te naderen."
'Weer een ander sprak: „Ik ben een groot
zondaar; ik heb de beproeving verdiend, wel
ke God me overzendt. Ik zegen Zijne hand
en kom me thans met Hem verzoenen. Help
me daarin."
Zoo ging het voort dien Zaterdag, dien gan-
schen Zondag. Nooit heeft mijn priesterhart
zulk eene zalige voldoening gesmaakt.
En dan die communiën van militairen in
de Sacré Coeur op Montmartre, in de Notre
Dame, in de Notre Dame des Victoires, de
Madeleine, in alle kerken en kapellen van
Parijs. Wat een onvergetelijk schouwspel!
In Holland heb ik nooit veel militairen aan de
communiebank ge-zien. Hier kan men ze zien
bij duizenden en duizenden.
Telkens moet ik mijn schrijven afbreken,
omdat ik telkens dn biechtstoel of spreekka
mer geroepen word'.
De pater verhaalt verder nog tal van tref
fend© bijzonderheden, waaruit blijkt, dat he
den te Parijs geen zweem is te bespeuren
van het hatelijk anti-clericalisme, en welk©
hoop geven op een terugkeer tot God' van
het rouwmoedige Frankrijk.
men, kwam de vlag van Brussel in top en nister Asquith in het Lagerhuis lieden
daarnaastmaar lager de Belgische vlag houden, blijkt dat ook de Engelschen in Zuid
en de Duitsche vlag. J West-België zijn teruggeslagen. De ministeU
De Duitsche kogels. Een Engelseh oorlogs- zeide n-'- het volgende: „Wij hebben van
correspondent, die bij de gevechten te Dinaut 8eneraal French vernomen, dat de reeds ge*.
is geweest, constateert, dat do Dniteclbe ge
weren „humane" wonden (indien een derge
lijke uitdrukking door den heugel kan) ma-
melde terugtrekking van zijn troepen op een
nieuwe stelling goed ten uitvoer is gebracht,
al was het dan ook onder belangrijke ver
ken. Hij had een Franschen soldaat gezien,Bezen. D-c Britsche troepen hadden het hard
die vijf kogelwonden had gekregen. Er wa' te verantwoorden, maar zij slaagden er in
ren -geen edele dealen en geen beenderen ge-1 dcn vijand van zich af te schudden. Het is
raakt, en de soldaat zal spoedig weer in de 1 niefc wensckelijk thans nog meer mede te
gelederen kunnen terugkeeren. deelen, behalve dan nog dit bericht van ge*
Het praatje dat de Duitsehere dum dum-ineraa* French, dat onder de Britsche troe-
kogls gebruiken, is daarmee gelijk naar de Pen' ds snelle marschen èn het harde vech*
maan. j ten ten (spijt, een goede geest heerscht. De
iqn wordt officieel geseind: Van Engelsche
zijde wordt beweerd, dat een Engelsche bri
gade een Duitsch regiment geheel heeft ver
nietigd. 't Is juist omgekeerd. De eenige En
gelsche brigade, die in België (heeft meege
vochten is door een D-uitseh regiment onder
den voet gel-oopen.
Een Duitsch vlieger heeft een Fransch
luchtschip, dat op Namen aanvloog, vernield»
De bewering dat de Franschen een Zeppelin
omlaag hebben ge-schoten, is volmaakt on
juist.
Het laatste nummer van de
bevat
HET OVERLIJDEN VAN Z. H. PAUS
puts x.
Het Heilig College heeft, naar Reuter 6eint,
in de troonzaal van het Vaticaan gisteren
ontvangen het corps diplomatique, geaccre
diteerd bij den Heiligen Stoel, dat kwam con-
doleeren met den dood van Pane Pius X.
Aanwezig waren daarbij alle Kardinalen,
die thans te Rome vertoeven, de ïtaliaan-
sche zoowel als de buitenlandsche.
De ambassadeur van Oostenrijk-Hongarije,
deken van hét diplomatieke korps, hield in
het Fransch een rede, waarin hij uitdrukking
gaf aan de smart van h'et corps over den
dood van den Paus
Daar Kardinaal Serafino Vannutelli, deken
lijdt, las Kardinaal Vincenzo Vannutelli uit
zijn naam een in het Fransdh gesteld ant
woord voor.
DE EIGENLIJKE STICHTER
VAN DEN WERELDBRAND.
Vredesvrienden, die achter de schermen
hebben gezien, beschouwen den Russisch en:
publicist B. Chwolson als de veroorzaker van
den oorlog. Chwolson was aan de redactie
van enkele ultra-nationalistische bladen ver-
honden, en daarin spoorde hij voortdurend
tot den oorlog aan. In 1911 richtte hij een
persbureau op, dat in Belgrado een filiaal
had. Da-gelijks publiceerde Mi artikelen, en
trefilets en berichten, waaruit moest blijken,
dat een oorlog tus&chen alle Slaven en Ger
manen een noodzakelijkheid was Hij wist
toegang tot den Czaar en de Czarina te krij
gen, en weldra .was zijn invloed vooral op de
Keizerin zeer groot.
Op het oogenhlik moet de stichter van den
wereldbrand ernstig ongesteld zijn.
Bij Pastoor Verriest. Een Belgisch blad
meldt, dat een vijftigtal uhlanen te Ingoy-
gh-em, het dorp van Stijn Streuvel®, zijn bin
nengevallen. Bij Pastoor Hngo Verriest heb
ben zij gegeten, wijn gedronken en sigaren
gerookt!
De Belgische vlag te Brussel. Het is inte
ressant, dat de Duitschers op den dag der bei
EEN REDE VAN LORD KITCHENER.
LONDEN, 25 Aug. Lord Kitchener, de En
gelsche minister van Oorlog, legde in 'het
Hoogerhuis een algemeene verklaring over
den toestand af. Reuter seint er het volgende
overzicht van:
Niemand kan zeggen, zeide hij;, Ihoe lang de
krijg kan duren, maar wij zullen ons door
dezen toestand heen slaan. (Toejuichingen).
De strijd zal een geweldige inspanning
eischen van de krachten van het keizerrijk
en veel offers vragen van ons volk, maar dit
leed zal met vreugde gedragen worden voor
onze eer en onze positie in de wereld. Deze
offers zullen ook gebracht worden door de
koloniën.
Het Engelsche expeditieleger is verschenen
aan de Noord-West-grens van Frankrijk en
is daar voortgerukt» Onze troepen zijn reeds
30 uren lang in contact geweest met een nu
meriek sterkere afdeeling Duitschers.
Gedurende dien tijd hebben zij de tradities
van den Britschen soldaat hooggehouden en
waaronder prachtige opnamen
van de verwoestingen in de dorpen
rondom Luik.
Abonneert U a 7 cents per nummer
90 cents p. 3 maanden (p, postfl.-,)
Kinder huis vest 29-33.
STAATSSCHULDBOEKJES.
Voor houders van staateechnldboekjes it
de mogelijkheid geopend op onderpand r;an
die boekjes van den directeur der Rijkspost
spaarbank voorschot te erlangen tot een he-
drag van ten hoogste 70 pet. van de op die
u boekjes ingeschreven waarde volgens den
zich dapper gedragen. De evoluties die zij i MMst geldenden beurskoers en tegen de ren-
moeten uitvoeren, eischen vastberadenheid
hij de soldaten en beleid hij de bevelvoeren
de officieren.
Ik heb aan den opperbevelhebber geseind,
de troepen geluk te wenschen met hun schit
terend werk. Wij zijn trotsch op hen. -
Lord- Kitchener wees er verder op, dat de tusechenkomst van de postkantoren.
te, welke de Nederlandsche Bank voor be
leening op binnenlandsehe effecten in reke
ning brengt, met dien verstande, dat het te
verstrekken voorschot in het algemeen niet
meer dan 1000 mag bedragen. Verstrekking
en aflossing van dit voorschot geschiedt dooi
landen waar algemeene dienstplicht bestond,
bijna bun gebeele mannelijke bevolking in
het veld hebben gebracht.
Groot-Brittannië beeft krachtens het gel
dende nationale systeem, zoo niet gehandeld
en kan nog wijzen op groote reserves zoowel-
in het moederland als de koloniën.
Terwijl de koloniën groote contingenten
zonden', gaf h'et territoriale leger van het
moederland loyaal gehoor aan de stem van
den plicht. Meer dan 70 bataljons teekenden
voor den dienst in den -vreemde. Voor een
tweede leger van 1 CC,OOO manschappen is
reeds gezorgd en bovendien heeft de regee
ring nog de beschikking over de bijzondere
reserve en den landstorm.
Terwijl de maximum kracht van de vijan
delijke landen voortdurend onderhevig is aan
vermindering, sal Groot-Brittannië verster-
OFFERVAARDIGHEID VOOR HET
VADERLAND.
De Nederlander, die van zijn offervaardig
heid voor het vaderland blijk wenschte te geven,
heeft reeds navolgers gevonden. Twee personen
boden reeds aan om 1/10 van hun vermogen
voor het te stichten fonds beschikbaar te stellen.
Verder heeft iemand, die verzocht zijn naam
geheim te houden, zich verbonden ten behoeve
van het fonds bij het sluiten van den vrede tus-
.hen de oorlogvoerende mogendheden, tot de
zend gulden, zonder verdere restrictie of aftrek
van eventueele oorlogs- of mobilisatiebelasting.
Verder verbindt hij zich gedurende de drie
daarop volgende jaren een jaarlijksch bedrag
van vijf en twintig duizend gulden in bedoeld
fonds te storten, indien zijn inkomen niet ver-
kingen bijeenbrengen, die voortdurend zou- mindiert onder het gemiddelde van zijn inkomen
den toenemen en die zouden maken dat bet der larerl 1911, 1912 en 1913.
Britsche veldleger in getal en gehalte niet
onwaardig zou zijn aan een mogendheid, die
de verantwoordelijkheid van een keizerrijk
dTaagt. (Toejuichingen).
Wanneer de oorlog verlengd zou worden
en weer nieuwe offers van de geheele natie
zouden worden gevraagd, dan vertrouwde mocht achten.
Mocht dit laatste wel het geval zijn, dan
verbindt hij zich de drie achtereenvolgende ja
ren, boven omschreven, tot eene bijdrage jaar
lijks van 15 pCt. van dat inkomen, zooals dat
dan zal zijn, alles boven en behalve de belastin
gen d'ie de Regeering voor de defensie noodig
Lord Kitchener er op dat men niet terug
zou deinzen voor die offers.
Wij weten hoe hoogelijk het Fransche volk
de beteekenis van den daadwerkelijken hij
stand die wij hun sedert het uitbreken van
den oorlog hebben verleend, heeft gewaar
deerd. Het is klaarblijkelijk dat niet alleen
de moreele, maar ook de materieele onder
steuning die onze troepen verleend hebben,
factoren van groote militaire beteekenis zijn,
die het terrein en den duur van den strijd
beperken.
Indien de strategische overwegingen het
veroorloofd hadden, zou ieder verheugd zijn
geweest, te weten dat wij het dappere Belgi
sche leger bijstonden in zijn superhen strijd
tegen den overmoedigen indringer. Hoewel
dit voorrecht ons was ontzegd is België on
derricht van onze sympathie en onze veront-
zetting van Brussel de Belgische vlag niet waardaging over d-e-slagen die hem treffen en
Waar het den Nederlander die dit milde aan
bod deed mogelijk is de bijdrage van f 25,000'
bij het sluiten van den vrede zonder eenige
restrictie te storten, wenscht hij voor de verdere
drie bijdragen het voorbehoud te maken: lo. van
overlijden; 2o. van verdere toezeggingen tot een
totaal van plus minus honderd millioen gulden.
van het stadhuis hebben, verwijderd-. Een cor
respondent schrijft daarover: Van het stad
huis wapperden drie vlaffgten: in het midden
(en het lboog-st) de Belgisch® vlag, rechts de
Fransche en links de Engelsche. Toen de
Duitschers het gebouw hadden in bezit geno-
van ons besluit te zorgen dat ten slotte
zijn offers niet te vergeefs zijn geweest. (Toe
juichingen).
VERLIEZEN DER ENGELSCHEN.
LOND'EN, 25 Aug. Uit een "rede van mi-
Verboden paardenuitvoer. Maandagavond
zijn aan het station Zevenaar negentien paar
den geconfiseerd, welke men als veulens naar
Duitsdbland wildé uitvoeren. Ze zijn aan den
burgemeester overgegeven.
BUREAU VOOR R. K. VAKORGANISATIE.
Het Bureau voor de R. IC. Vakorganisatie
heeft aan do aangesloten vereenigingen een
circulaire gericht, waaruit blijkt, dat de Ge
combineerde- Hoofdbestuursvergadering heeft
besloten, de contributie te handhaven in alle
bonden. Hier en daar werd reeds vrijstelling!
of verlaging van contributie ingevoerd. Deze
maatregelen moeten worden ingetrokken.
Uit het Engelseh.
Maar niet afgeschoten, mylady. Ik zelf t zijn schouders op
heb den kogel er uitgenomen. Begrijpt ge m-e
eafierhlauwe oogen en den blonden krans omRobert, wilt ge me nog a.an uw voeten zienl
ïoofd eene.... eene moorde.... j Robert Mount-Severne gelaat nam een on-
Zwijg! riep Melusine uit. - hedlspellenden blik aan. Diie vrouw, met wie
Mount-Severn lachte eventjes, liet den ko- hij speelde als Kat en muis, had nu t hiaadje
wat gij met uw insinuaties zeggen wilt! zijn vinger in zijn vestzak en toonde d© her-
Mount-Severn stond nu ook op en ging togin op de vlakke hand een kogel van licht
didbt voor haar staan. I kaliber. Dit Is het „corpus delicti.", ik heb
Ik wil daarmee zeggen, fluisterde hp, thiet als gedachtenis aan di-en 16en Septem-
dat den zestienden September na het on-her bewaard. Een klein nietig voorwerp en
geluk" allebei de loopen van sir Ralph's ge- in mijn hand geheel zonder gevaar, en tooh
weer geladen waren.... lis het machtig genoeg om de mooie hertogin
Melusine week achteruit, bleek, verschrok- van Hastings aan den galg te brengen.
oOp dat oogenhlik had geen' enkel© het hoofd ©eneeene moorde...
nu? 6prak Mount-Severn fluisterend. Ik was reden daarvoor, antwoordde hij nadenkend,
met sir Frederik het eerst op de plaats dies;ik wist alleen dat ge verleren waart, indien, - - -
onheils, ik heb heide geweren in rust gezet, i iemand anders de geweren zóó vond. 't Zou gel weer in den vestzak verdwijnen, kruiste omgekeerd en hij wist m«cii ai te go et, dat
omdat de tweede loop geladen was de een „cause celèbre" geworden zijn, en ik.... jde armen over de bonst en keek de hertogin hij in kaar macht was.
rechter loop rookte nog van het schot en'voelde destijds voor u e©11 bijzondere gene- j met fonkelende oogen aan. J Ge hebt mu <-ie Oneven ontstolen, mj-
ik hteb uit sir Ralph's geweer, waarvan de genheid» Niet dat ik er aan dacht u om uw j MisscMen zal -ik zwijgenmisschien, lady, bracht hij ei met moeite uit. ik moe
haan in rust stond, de rechter patroon geno- hand to vragen, dat zen dwaasheid geweest antwoordde hij langzaam, maar ik beloof u ze van u terug hebben.
men» Ik! zijp, maar mij prikkeHd© de gedachte de dat niet zeker misschien zou ik het doen, i Dan was ik wel gek, antwoordde zq la-
Melusine stond als een marmerbeeld zoo schoonste vrouw van Ewge'Tan,d M mijn machtI als mijn oogen het Ih'eerlijke schouwspeloh end. Neen, sar Robert, de arieven jiggen
bleek en staarde Mount-Severn aan. Ite hiebben. Ik had zoo'n vaag vermoeden, dat'mochten genieten, mylady, de hertogin van op een veilige plaats en booren mq toe. Deen
Ge liegt.... of ge zijt krankzinnig, bracht jdeste vrouw mijn nicht wendhitc te worden! Hastings om genade smeek end aan mqn voe-j macht ter wereld, die ze me ooit ainewm.
ie er met moeite uit. De zaak heeft voor mij natuurlijk haar „haut- ten te zienl En wat dat „ontstolen betref ,uw n
Na deze woorden keerde de kl-eur un haar beeft me het pakje zelf gebracmtt. Ge ziet, de
wangen terug en de toom schoot haar uit deNemesis versmaadt zelfs een hond niet. En
oogen» voor het overige: revanche pour Pavie! Ik
Aan je voeten wilt ge mij zien, sir Ro- heb u nu iu mijn macht en ge zult erin Mij-
bert? Dat is een droom, die niet in vervul-1 ven. Ons gesprek kan nu als geëindigd he
ling zal gaan. Maar ga heen en bazuin hetschouwd worden en daar ik werkelijk ver-
naar alle kanten uit, wat gij als Set geheim moe id ben, verzoek ik u mij alleen te laten,
van den 16den September ontdekt l>eb:tsir Robert!
32.)
Zelfs in nwen toorn zijt gij schoon, lady
Melusine welk een gracieuze bewegingen,
zoo lenig als een getergde tijgerin.
Pas op, dat die tijgerin u niet naar den
bals vliegt, sir Robert! riep Melusine van I Noch het een, noch het ander, mevrouw,goüf, zij week zoo af van bet gewon© en
toorn bevend uit, ik verlang van u te weten antwoordde Robert Mount-Severn. Hij stak hier ie het resultaat. Tot lo©n daarvoor hebt
ken! Maar zij zag onmiddellijk in, dat kalm
te en koelbloedigheid haar slechts zouden
helpen,
Melusine stond nog steeds onbeweeglijk,
als uit steen gehouwen:
Nu, en aangenomen, dat het was zooals
Gij droomt, sir Robert! Het geweer van 1 gij vertelt, welke reden zoudt ge gehad- héb-
mijn overleden echtgenoot werd onmiddel-ben om do verdenking van mij af te wenden:
lijk na het ongeluk ain verzekerde bewaring mij te redden? vroeg zij koel uit de hoogt®,
genomen en lag voor den rechter op den zonder slechts één blik t© werpen op den
tafel met den linkerloop geladen. De reclhter-kogel in Mount-Severn's hand,
loop was leeg.... Sir Robert bewoog even zijn foloofd en trok
ge me werkelijk slecht behandeld1, mylady!
Melusine maakte een minachtende afwe
rend© beweging,
Nu, en hoeveel moet je loon dan zijn?
vroeg zij tonend.
Niets, antwoordde hij, ik stel me tevre
den met het heerlijke gevoel, dat ik u in
mijn macht heb, dat gij den trotscihen nek
voor mij zult buigen als ik het wil!
Meiusinief bleek© Hippen spraken- sfedblt»
één woord:
Onzin!
Volstrekt niet, was het antwoord; be
denk toch: het ligt geheel aam mij, u in rijk
dom en heerlijkheid te laten of aam iedereen
en uw afgod Charley te zeggen, dat zijn ha
minde Melusine. zijne hooglandsfe© met de
Charley zal je een nietswaardigen leugenaar
noemen en de jury zal je met je „bewijs-
Mount-Severn was bleek van woede.
Ge zult het hoeten, riep hij uit, en ge
stuk" naar huis terugsturen! Maar in bet- zult voelen wat het beteekent mij tot vijand
zelfde uur, dat gij den mond opent om mij te Ib.ebben. Ik verlang de brieven temg of ik
aan te klagen, zal -ik aan de rechtbank de ge-maak alarm!
bei-me correspondentie tusscben n en dir. Uw woede maakt u zinneloos, antwooru-
Dexter overhandigen. We willen dan wel de Melusine met groote kalmte, want sus ge
eiens zien, wie de sterkste is van ons heiden: in 't volle bezit van uw verstand waart, zoudt
gij met uw onzinnigen kogels, zooals er lion- gij niet zoo dwaas zijn om van alarm te sprei*
aerdduizend andere zijn, of ik met de bewijzen ken!
van roof en bedrog zwart op wit! Nu, sir (Worut vervolg-,).
van "h-ei Heilig? or nietig? aan. <le oogen1
storting van een bedrag van vijf en twintig dut-
Uctt vl" M lil l'BÜIl'C'-'-0 j "'e» vlei DC i -|i J'v J. oa