*fTrkywt ,b»- 1 s^ssssr^raii" 40 OORLOGSFOTO'S, IH TELEGRAMMEN. BINNENLAND. Sociale Berichten. a Te u i l leTon. N.V. Dr. „De Spaarnesfad" Haarlem, gelegenheid van den dood van uw dapperen oom, die ars schitterend toonbeeld van een heldhaftigen Doitschen prins aan Ihet 'hoofd van zijn regiment bij Luik den heldendood ftierf voor keizer en rijk. EEN ZOON VAN DEN KEIZER? De Nieuwe Gazet te Antwerpen verhaalt «an het verschijnen van een Zeppelin-kruiser joven Moll, op 21 dezer. Het was zoowat 5 unr namiddag, toen het rerueht zich verspreidde, dat de Duitschers 'e Moil waren aangekomen. Na den eersten schrik nam de nieuwsgierig heid de overhand en kwamen de inwoners ie voorschijn. Toen bleek het dat inderdaad Du it sellers hier waren. Maar alks bepaalde zich bij een uitstapje van een half dozijn of ficieren der kurassiers. Een hunner scheen vanwege zijn gezellen het onderwerp van veel voorkomendheid. Hij droeg een witten 'helm en een langen witten la kernel)en mantel. Het groepje bad zich op de stoep neder gezet van liet hotel der wed. Cools. Doch plots werd ieders aandacht van de schitterende officie ren afgetrokken. Het geronk van een motor deed ieder op zien en daar dreef statig een formidabele Zeppelin. Voor wien nooit een Zeppelin ge zien heeft, is zijn verschijning in de blauwe lucht iets eenigs en kan bijna gelijk gesteld worden met het verbazend effect, dat het zicht van een eersten ijsberg teweegbrengt. De Zeppelin scheen iets op te zoeken en was slechts 150 meter hoog, zoodat, waren hier eenige schutters geweest, hij het daar boven niet lang hadde volgehouden. De Duit- eee officieren waren opgesprongen en zwaai den met hun zakdoeken. Toen begon van aan boord der Zeppelin een heliotelegrafie te wer ken en toen zij blijkbaar deze seinen begre pen hadden, sprongen de officieren terug op bun paard en reden in volle vaart terug van waar ze gekomen waren. Ik leg dit. geval zoo uit zegt de bericht gever van het Antwerpsche blad dat in de groep ten lid der keizerlijke familie aan wezig was en de Zeppelin opgedragen was, hem het gevaar van zijn uitstapje te laten Inzien en hem van hoogerhand bevel te ge ven om terug te keeren. DE BEZETTING VAN BRUSSEL. In het Berliner Tagebiatt zet de gepensio neerde majoor Moraht dë beteeken is van de vermeestering van Brussel door de Duitschers uiteen. De politieke beteekenis behoeft niet nader in het licht gesteld. De militaire beteekenis is de volgende. Brussel bevat, gelijk andere groote steden, aanzienlijke voorraden en hulpmiddelen van allerlei soort. Ook is de stad het middel punt van het geestelijk leven en dus van het heele land, en gelijk de meeste hoofdsteden, het kruispunt van de voornaamste verkeerswegen. De overgang van dë stad in vijandelijk bezit beteekent reeds daarom een verzwakking van de Belgische weerstandskracht en is misschien ge schikt, cm op die van het heele land invloed te oefenen. Men kan een dergelijken invloed op de oorlogvoering niet in elk geval erkennen. Zeer dikwijls beteekent hare inneming slechts een gering bijkomstig voordeel. De bezetting van Berlijn door den vijand in den Zevenjarigen Oorlog bleef zonder invloed op den algemeenen toestand. Ook in 1806 had zij geen beslissende uitwerking, omdat sterke afdeelingen van de Pruisen en Russen, nog niet verslagen, te velde stonden Tot de aanstaande beslissing op het westelijke oorlogsterrein zal ook de inneming van Brussel niet overwegend meewerken, maar zij zal een moreele factor van nog niet te over- ziene beteekenis worden. Van alle voordeeien, die de Duitsche wapenen behaald hebben, is de bezetting van Luik en Brussel niet te loochenen, en de indruk op de oorlogvoerende, neutrale en nog besluitelooze staten kan beslissende gevol gen hebben. Nu rijst de vraag, vervolgt majoor Moraht: Wat zullen wij met Brussel doen? „De stad zal de bewegingen van het Duitsche leger niet op houden. Die bewegingen zullen voortgaan vol gens het plan, dat aan onzen aanval ten grond slag ligt, en zich regelen naar de houding van de Fransch-Belgische legers. Maar als wij met onze krijgsmacht een punt van den vijand een maal bezet hebben, zijn wij niet gewoon het weer uit handen te geven, en gelijk wij Luik door het herstellen van de verdedigingswerken „vast in handen" hebben genomen, zoo zullen wij ons ook het bezit van Brussel weten, te verzekeren. Waarom zouden wij niet dergelijke middelen te baat nemen, als Napoleon liet toepassen, toen zijne troepen het belangrijke Hamburg bezet hadden? Hij liet het in korten tijd van aarden werken, die weerstand konden bieden, voorzien en deinsde er niet voor terug, zelfs de meest welgestelde en best doorvoede Hamburgsche burgers tot schansgraven te dwingen. En wat winnen wij van operatief standpunt? In de eerste plaats een grootere vrijheid van bewe ging, die voor onze legers een niet te onder schatten beteekenis heeft. Dan de mogelijkheid om een oorlogsterrein te gebruiken, dat voor de krijgsverrichtingen van een leger van millioenen soldaten buitengewoon gunstig is. Ten slotte hebben wij een hoofdbron van de hulpmiddelen van den vijandelijken staat in handen, en dat bezit stelt ons In staat, hef opïrecfen vaïi franc- tireurs door zware oorlogsschattingen te onder drukken. Ook maakt het bezit van Brussel het ons mogelijk, als wij er een veldsteunpunt van maken, om Antwerpen beter in het oog te houden." DE OORLOG ONDER DEN ZEESPIEGEL. Men schrijft ons: Op 'het land wordt gevochten, op de zee strijdt men, men beoorloogt elkaar zelfs in de lucht, maar onder den zeespiegel is er tot nogtoe geen slag geleverd. De marine-offi cieren fluisteren het elkaar toe, dat die on derzee-booten aardig speelgoed zijn, maar dat men er niets mee doen kan. Wat had men zich niet een fantasieën van die onderzeeboo ten gemaakt. Ze zouden dit doem ze zouden dat doen, ze zonden vijandelijke eskaders ver nielen, ze zouden zelfs in de vijandelijke ha vens dringen, ze zouden.... in het kort, ze zonden de (heele wereld verbaasd doen-staan, nog erger dan de vliegmachines en de stuur- ballons. En wat blijkt nu?.... De vldegma chines doen nog rets, zij doen dienst als ver kenner. Maar de onderzeeërs doen niets. De onderzeeërs, zoowel de Engelsche als de Duitsche, liggen voor het -grootste gedeelte rustig in de respectievelijke oorlogshavens. Gebleken is nu, dat zij zelfstandig niet kun nen optreden. In den grooten zeeslag maar komt er wel een groote zeeslag? zullen de onderzeeërs een handje mogen helpen. Dat is alles. Ze 'spelen een ondergeschikten rol. De dreadnoughts doen de hoofdzaak. De ervaringen, die wij thans met de onder zeeërs en eigenlijk met de gelheele torpedo- vloot hebben opgedaan, zijn voor de te genstanders van een artillerievloot hier te lande niet gunstig. Te verwachten is, dat door dézen oorlog aan de torpedorage een eind zal komen. Wij zullen dan slechts uit twee kunnen kiezen: artillerie-forten langs de kust of dreadnoughts. Of, wanneer nochi voor dreadnoughts noch voor kustforten geld is, niets. Want iedere cent, voor een torpedo- vloot uitgegeven, is weggegooid geld, (Hoewel wij het met de beschouwingen van den schrijver niet geheel eens zijn, hebben, wij toch gemeend, het entrefilet te moeten publiceer en. O.i. zal men eèrst na den oorlog conclusies kunnen trekken). HOELANG KAN ANTWERPEN HET UIT- HOUDEN? (Van een onzer militaire medewerkers.) De deskundigen hebben voor iedere ves ting het uithoudengsvetmogen bepaald. Port Zus houdt het zooveel dagen uit, do stelling Zoo zal Zich zooveel wefeen kunnen handha ven, enz. Een aantal forten geldt voor on neembaar, d.w.z., de vijand zal ze alleen kunnen nemen, wanneer hij er b.v. 100.000 man voor over heeft, terwijl do verdedigers slechts tientallen menschen verliest. In het algemeen zal men dan geen aanval op de stelling doen. De vijand bepaalt zich ertoe, zich te verdedigen tegen Uitvallen. Onneem baar in dezen zin is b.v. do stelling Amster dam, Gibraltar, Port-Arthur. Absoluut on neembaar is natuurlijk geen enkele Stelling. En hoe staat het nu met Antwerpen? Moet die ook bij do relatief onneembare stellingen 'worden gerekend? Neen, Antwerpen is ge-en Gibraltar. In deskundige kringen is men algemeen van oordeel, dat, wanneer de vijand zulks wil, Antwerpen kan worden genomen. Maar aan den anderen kant is het een feit, dat de verovering van Antwerpen den vijand minstens 75.000 man zou kosten, misschien nog veel meer. Zal Duitfcchland dat er voor over hebben? De grootte massa zegt neen. Maar men zegt dat Duitschland, zoolang Antwerpen niet ge vallen is, verplicht zou zijn, minstens 125,000 man te reserveeren, om <fo uitvallen der Bel gen uit Antwerpen af te slaan. Is dit zoo, dan ia de groote vraag nü: Wjat is voor de Duitsche generaals beter, b.v. 75.000 man te verliezen, of gedurende don geheelen oor log 125.000 man aan den eigenlijken .strijd onttrokken te zien? Het is een feit, dat een menschenleven 'voor die generaals niet zoo heel zwaar weegt. Of er 75.000 man krijgsge vangen worden gemaakt, of dat ze sneuvelen, voor die militaire autoriteiten beteekent het bijna precies hetzelfde. En 125,000 mail voor Antwerpen beteekent een belangrijke ver zwakking van den strijdmacht, belangrijker dan het verlies van 75,000 dooden! Derhalve: is Duitschland van oordeel, dat de verovering van Antwerpen niet meer man schappen het leven zal koeten dan er noodigt zijn voor het anti-uitval--leger, dan besluiten de Duitsche generaals onherroepelijk tot den aanval! Antwerpen houdt het dan minstens 4 èt 6 weken uit, misschien wel enkele maanden. Maar zetten de Duitschers door, dan zal Antwerpen na 3 maanden beslist ge vallen zijn. Aldus deze militaire medewerker. We la ten zijn beweringen voor zijn rekeningze komen niet altijd uit! Ziet b.v. Namen, dat men ook bijna onneembaar achtte! HERLEVING VAN GODSDIENSTZIN IN FRANKRIJK. Aan een schrijven, dat een Hollandsche pa- t^mf8SiöftTalrrs, fff© Ie' Parijs zijn pViesierlijkte bediening waarneemt, in „De Tijd" plaatst, ontleenen wij": Of ik er aan gedacht heb Frankrijk te ver laten in 'deze moeilijke dagen? Er valt hier thans voor ee-n priester veel te arbeiden, ze-er Vruchtbaar werk te verrichten. Mag ik er aan denken onder deze omstandigheden mijn post te verlaten? Er zijn zooveel zielen voor den Hemel te winnen. Ik ben God altoos zoo dankbaar ge weest voor mijne schoone roeping van missio naris, en nooit had ik gedacht, dat nog zulke heerlijke uren voor mij' zouden slaan, als die, welke ik nn doorleef. Zaterdag en Zondag (1 en 2 Augustus) heb ik bijna niets anders vernomen, dan al toos datzelfde uit den mond van officieren en hoofdofficieren: „Pater, ik ben wel een wei nig verlegen tot u te komen. Maar ik ga de grootste gevaren tegemoet, Waarschijn lijk kom ik niet weer. Maar ik wil mijne ziel bedden. Zeg me, wat ik doen moet. Als goed Christen wil ik sterven." Een and-er sprak: „Laat mijn lichaam blij ven op het slagveld, zoo mijne ziel slechts behouden blijve." Een derde kwam met de bekentenis: „Sinds mijn huwelijk heb ik niets meer aian 'den godsdienst gedaan, enkel een morgen- en avondgebedje soms, en dan nog hoe korter hoe liever. Alvorens mijn bloed voor het vaderland te geven, wensch ik met mijne gansche familie tot de H. Tafel te naderen." 'Weer een ander sprak: „Ik ben een groot zondaar; ik heb de beproeving verdiend, wel ke God me overzendt. Ik zegen Zijne hand en kom me thans met Hem verzoenen. Help me daarin." Zoo ging het voort dien Zaterdag, dien gan- schen Zondag. Nooit heeft mijn priesterhart zulk eene zalige voldoening gesmaakt. En dan die communiën van militairen in de Sacré Coeur op Montmartre, in de Notre Dame, in de Notre Dame des Victoires, de Madeleine, in alle kerken en kapellen van Parijs. Wat een onvergetelijk schouwspel! In Holland heb ik nooit veel militairen aan de communiebank ge-zien. Hier kan men ze zien bij duizenden en duizenden. Telkens moet ik mijn schrijven afbreken, omdat ik telkens dn biechtstoel of spreekka mer geroepen word'. De pater verhaalt verder nog tal van tref fend© bijzonderheden, waaruit blijkt, dat he den te Parijs geen zweem is te bespeuren van het hatelijk anti-clericalisme, en welk© hoop geven op een terugkeer tot God' van het rouwmoedige Frankrijk. men, kwam de vlag van Brussel in top en nister Asquith in het Lagerhuis lieden daarnaastmaar lager de Belgische vlag houden, blijkt dat ook de Engelschen in Zuid en de Duitsche vlag. J West-België zijn teruggeslagen. De ministeU De Duitsche kogels. Een Engelseh oorlogs- zeide n-'- het volgende: „Wij hebben van correspondent, die bij de gevechten te Dinaut 8eneraal French vernomen, dat de reeds ge*. is geweest, constateert, dat do Dniteclbe ge weren „humane" wonden (indien een derge lijke uitdrukking door den heugel kan) ma- melde terugtrekking van zijn troepen op een nieuwe stelling goed ten uitvoer is gebracht, al was het dan ook onder belangrijke ver ken. Hij had een Franschen soldaat gezien,Bezen. D-c Britsche troepen hadden het hard die vijf kogelwonden had gekregen. Er wa' te verantwoorden, maar zij slaagden er in ren -geen edele dealen en geen beenderen ge-1 dcn vijand van zich af te schudden. Het is raakt, en de soldaat zal spoedig weer in de 1 niefc wensckelijk thans nog meer mede te gelederen kunnen terugkeeren. deelen, behalve dan nog dit bericht van ge* Het praatje dat de Duitsehere dum dum-ineraa* French, dat onder de Britsche troe- kogls gebruiken, is daarmee gelijk naar de Pen' ds snelle marschen èn het harde vech* maan. j ten ten (spijt, een goede geest heerscht. De iqn wordt officieel geseind: Van Engelsche zijde wordt beweerd, dat een Engelsche bri gade een Duitsch regiment geheel heeft ver nietigd. 't Is juist omgekeerd. De eenige En gelsche brigade, die in België (heeft meege vochten is door een D-uitseh regiment onder den voet gel-oopen. Een Duitsch vlieger heeft een Fransch luchtschip, dat op Namen aanvloog, vernield» De bewering dat de Franschen een Zeppelin omlaag hebben ge-schoten, is volmaakt on juist. Het laatste nummer van de bevat HET OVERLIJDEN VAN Z. H. PAUS puts x. Het Heilig College heeft, naar Reuter 6eint, in de troonzaal van het Vaticaan gisteren ontvangen het corps diplomatique, geaccre diteerd bij den Heiligen Stoel, dat kwam con- doleeren met den dood van Pane Pius X. Aanwezig waren daarbij alle Kardinalen, die thans te Rome vertoeven, de ïtaliaan- sche zoowel als de buitenlandsche. De ambassadeur van Oostenrijk-Hongarije, deken van hét diplomatieke korps, hield in het Fransch een rede, waarin hij uitdrukking gaf aan de smart van h'et corps over den dood van den Paus Daar Kardinaal Serafino Vannutelli, deken lijdt, las Kardinaal Vincenzo Vannutelli uit zijn naam een in het Fransdh gesteld ant woord voor. DE EIGENLIJKE STICHTER VAN DEN WERELDBRAND. Vredesvrienden, die achter de schermen hebben gezien, beschouwen den Russisch en: publicist B. Chwolson als de veroorzaker van den oorlog. Chwolson was aan de redactie van enkele ultra-nationalistische bladen ver- honden, en daarin spoorde hij voortdurend tot den oorlog aan. In 1911 richtte hij een persbureau op, dat in Belgrado een filiaal had. Da-gelijks publiceerde Mi artikelen, en trefilets en berichten, waaruit moest blijken, dat een oorlog tus&chen alle Slaven en Ger manen een noodzakelijkheid was Hij wist toegang tot den Czaar en de Czarina te krij gen, en weldra .was zijn invloed vooral op de Keizerin zeer groot. Op het oogenhlik moet de stichter van den wereldbrand ernstig ongesteld zijn. Bij Pastoor Verriest. Een Belgisch blad meldt, dat een vijftigtal uhlanen te Ingoy- gh-em, het dorp van Stijn Streuvel®, zijn bin nengevallen. Bij Pastoor Hngo Verriest heb ben zij gegeten, wijn gedronken en sigaren gerookt! De Belgische vlag te Brussel. Het is inte ressant, dat de Duitschers op den dag der bei EEN REDE VAN LORD KITCHENER. LONDEN, 25 Aug. Lord Kitchener, de En gelsche minister van Oorlog, legde in 'het Hoogerhuis een algemeene verklaring over den toestand af. Reuter seint er het volgende overzicht van: Niemand kan zeggen, zeide hij;, Ihoe lang de krijg kan duren, maar wij zullen ons door dezen toestand heen slaan. (Toejuichingen). De strijd zal een geweldige inspanning eischen van de krachten van het keizerrijk en veel offers vragen van ons volk, maar dit leed zal met vreugde gedragen worden voor onze eer en onze positie in de wereld. Deze offers zullen ook gebracht worden door de koloniën. Het Engelsche expeditieleger is verschenen aan de Noord-West-grens van Frankrijk en is daar voortgerukt» Onze troepen zijn reeds 30 uren lang in contact geweest met een nu meriek sterkere afdeeling Duitschers. Gedurende dien tijd hebben zij de tradities van den Britschen soldaat hooggehouden en waaronder prachtige opnamen van de verwoestingen in de dorpen rondom Luik. Abonneert U a 7 cents per nummer 90 cents p. 3 maanden (p, postfl.-,) Kinder huis vest 29-33. STAATSSCHULDBOEKJES. Voor houders van staateechnldboekjes it de mogelijkheid geopend op onderpand r;an die boekjes van den directeur der Rijkspost spaarbank voorschot te erlangen tot een he- drag van ten hoogste 70 pet. van de op die u boekjes ingeschreven waarde volgens den zich dapper gedragen. De evoluties die zij i MMst geldenden beurskoers en tegen de ren- moeten uitvoeren, eischen vastberadenheid hij de soldaten en beleid hij de bevelvoeren de officieren. Ik heb aan den opperbevelhebber geseind, de troepen geluk te wenschen met hun schit terend werk. Wij zijn trotsch op hen. - Lord- Kitchener wees er verder op, dat de tusechenkomst van de postkantoren. te, welke de Nederlandsche Bank voor be leening op binnenlandsehe effecten in reke ning brengt, met dien verstande, dat het te verstrekken voorschot in het algemeen niet meer dan 1000 mag bedragen. Verstrekking en aflossing van dit voorschot geschiedt dooi landen waar algemeene dienstplicht bestond, bijna bun gebeele mannelijke bevolking in het veld hebben gebracht. Groot-Brittannië beeft krachtens het gel dende nationale systeem, zoo niet gehandeld en kan nog wijzen op groote reserves zoowel- in het moederland als de koloniën. Terwijl de koloniën groote contingenten zonden', gaf h'et territoriale leger van het moederland loyaal gehoor aan de stem van den plicht. Meer dan 70 bataljons teekenden voor den dienst in den -vreemde. Voor een tweede leger van 1 CC,OOO manschappen is reeds gezorgd en bovendien heeft de regee ring nog de beschikking over de bijzondere reserve en den landstorm. Terwijl de maximum kracht van de vijan delijke landen voortdurend onderhevig is aan vermindering, sal Groot-Brittannië verster- OFFERVAARDIGHEID VOOR HET VADERLAND. De Nederlander, die van zijn offervaardig heid voor het vaderland blijk wenschte te geven, heeft reeds navolgers gevonden. Twee personen boden reeds aan om 1/10 van hun vermogen voor het te stichten fonds beschikbaar te stellen. Verder heeft iemand, die verzocht zijn naam geheim te houden, zich verbonden ten behoeve van het fonds bij het sluiten van den vrede tus- .hen de oorlogvoerende mogendheden, tot de zend gulden, zonder verdere restrictie of aftrek van eventueele oorlogs- of mobilisatiebelasting. Verder verbindt hij zich gedurende de drie daarop volgende jaren een jaarlijksch bedrag van vijf en twintig duizend gulden in bedoeld fonds te storten, indien zijn inkomen niet ver- kingen bijeenbrengen, die voortdurend zou- mindiert onder het gemiddelde van zijn inkomen den toenemen en die zouden maken dat bet der larerl 1911, 1912 en 1913. Britsche veldleger in getal en gehalte niet onwaardig zou zijn aan een mogendheid, die de verantwoordelijkheid van een keizerrijk dTaagt. (Toejuichingen). Wanneer de oorlog verlengd zou worden en weer nieuwe offers van de geheele natie zouden worden gevraagd, dan vertrouwde mocht achten. Mocht dit laatste wel het geval zijn, dan verbindt hij zich de drie achtereenvolgende ja ren, boven omschreven, tot eene bijdrage jaar lijks van 15 pCt. van dat inkomen, zooals dat dan zal zijn, alles boven en behalve de belastin gen d'ie de Regeering voor de defensie noodig Lord Kitchener er op dat men niet terug zou deinzen voor die offers. Wij weten hoe hoogelijk het Fransche volk de beteekenis van den daadwerkelijken hij stand die wij hun sedert het uitbreken van den oorlog hebben verleend, heeft gewaar deerd. Het is klaarblijkelijk dat niet alleen de moreele, maar ook de materieele onder steuning die onze troepen verleend hebben, factoren van groote militaire beteekenis zijn, die het terrein en den duur van den strijd beperken. Indien de strategische overwegingen het veroorloofd hadden, zou ieder verheugd zijn geweest, te weten dat wij het dappere Belgi sche leger bijstonden in zijn superhen strijd tegen den overmoedigen indringer. Hoewel dit voorrecht ons was ontzegd is België on derricht van onze sympathie en onze veront- zetting van Brussel de Belgische vlag niet waardaging over d-e-slagen die hem treffen en Waar het den Nederlander die dit milde aan bod deed mogelijk is de bijdrage van f 25,000' bij het sluiten van den vrede zonder eenige restrictie te storten, wenscht hij voor de verdere drie bijdragen het voorbehoud te maken: lo. van overlijden; 2o. van verdere toezeggingen tot een totaal van plus minus honderd millioen gulden. van het stadhuis hebben, verwijderd-. Een cor respondent schrijft daarover: Van het stad huis wapperden drie vlaffgten: in het midden (en het lboog-st) de Belgisch® vlag, rechts de Fransche en links de Engelsche. Toen de Duitschers het gebouw hadden in bezit geno- van ons besluit te zorgen dat ten slotte zijn offers niet te vergeefs zijn geweest. (Toe juichingen). VERLIEZEN DER ENGELSCHEN. LOND'EN, 25 Aug. Uit een "rede van mi- Verboden paardenuitvoer. Maandagavond zijn aan het station Zevenaar negentien paar den geconfiseerd, welke men als veulens naar Duitsdbland wildé uitvoeren. Ze zijn aan den burgemeester overgegeven. BUREAU VOOR R. K. VAKORGANISATIE. Het Bureau voor de R. IC. Vakorganisatie heeft aan do aangesloten vereenigingen een circulaire gericht, waaruit blijkt, dat de Ge combineerde- Hoofdbestuursvergadering heeft besloten, de contributie te handhaven in alle bonden. Hier en daar werd reeds vrijstelling! of verlaging van contributie ingevoerd. Deze maatregelen moeten worden ingetrokken. Uit het Engelseh. Maar niet afgeschoten, mylady. Ik zelf t zijn schouders op heb den kogel er uitgenomen. Begrijpt ge m-e eafierhlauwe oogen en den blonden krans omRobert, wilt ge me nog a.an uw voeten zienl ïoofd eene.... eene moorde.... j Robert Mount-Severne gelaat nam een on- Zwijg! riep Melusine uit. - hedlspellenden blik aan. Diie vrouw, met wie Mount-Severn lachte eventjes, liet den ko- hij speelde als Kat en muis, had nu t hiaadje wat gij met uw insinuaties zeggen wilt! zijn vinger in zijn vestzak en toonde d© her- Mount-Severn stond nu ook op en ging togin op de vlakke hand een kogel van licht didbt voor haar staan. I kaliber. Dit Is het „corpus delicti.", ik heb Ik wil daarmee zeggen, fluisterde hp, thiet als gedachtenis aan di-en 16en Septem- dat den zestienden September na het on-her bewaard. Een klein nietig voorwerp en geluk" allebei de loopen van sir Ralph's ge- in mijn hand geheel zonder gevaar, en tooh weer geladen waren.... lis het machtig genoeg om de mooie hertogin Melusine week achteruit, bleek, verschrok- van Hastings aan den galg te brengen. oOp dat oogenhlik had geen' enkel© het hoofd ©eneeene moorde... nu? 6prak Mount-Severn fluisterend. Ik was reden daarvoor, antwoordde hij nadenkend, met sir Frederik het eerst op de plaats dies;ik wist alleen dat ge verleren waart, indien, - - - onheils, ik heb heide geweren in rust gezet, i iemand anders de geweren zóó vond. 't Zou gel weer in den vestzak verdwijnen, kruiste omgekeerd en hij wist m«cii ai te go et, dat omdat de tweede loop geladen was de een „cause celèbre" geworden zijn, en ik.... jde armen over de bonst en keek de hertogin hij in kaar macht was. rechter loop rookte nog van het schot en'voelde destijds voor u e©11 bijzondere gene- j met fonkelende oogen aan. J Ge hebt mu <-ie Oneven ontstolen, mj- ik hteb uit sir Ralph's geweer, waarvan de genheid» Niet dat ik er aan dacht u om uw j MisscMen zal -ik zwijgenmisschien, lady, bracht hij ei met moeite uit. ik moe haan in rust stond, de rechter patroon geno- hand to vragen, dat zen dwaasheid geweest antwoordde hij langzaam, maar ik beloof u ze van u terug hebben. men» Ik! zijp, maar mij prikkeHd© de gedachte de dat niet zeker misschien zou ik het doen, i Dan was ik wel gek, antwoordde zq la- Melusine stond als een marmerbeeld zoo schoonste vrouw van Ewge'Tan,d M mijn machtI als mijn oogen het Ih'eerlijke schouwspeloh end. Neen, sar Robert, de arieven jiggen bleek en staarde Mount-Severn aan. Ite hiebben. Ik had zoo'n vaag vermoeden, dat'mochten genieten, mylady, de hertogin van op een veilige plaats en booren mq toe. Deen Ge liegt.... of ge zijt krankzinnig, bracht jdeste vrouw mijn nicht wendhitc te worden! Hastings om genade smeek end aan mqn voe-j macht ter wereld, die ze me ooit ainewm. ie er met moeite uit. De zaak heeft voor mij natuurlijk haar „haut- ten te zienl En wat dat „ontstolen betref ,uw n Na deze woorden keerde de kl-eur un haar beeft me het pakje zelf gebracmtt. Ge ziet, de wangen terug en de toom schoot haar uit deNemesis versmaadt zelfs een hond niet. En oogen» voor het overige: revanche pour Pavie! Ik Aan je voeten wilt ge mij zien, sir Ro- heb u nu iu mijn macht en ge zult erin Mij- bert? Dat is een droom, die niet in vervul-1 ven. Ons gesprek kan nu als geëindigd he ling zal gaan. Maar ga heen en bazuin hetschouwd worden en daar ik werkelijk ver- naar alle kanten uit, wat gij als Set geheim moe id ben, verzoek ik u mij alleen te laten, van den 16den September ontdekt l>eb:tsir Robert! 32.) Zelfs in nwen toorn zijt gij schoon, lady Melusine welk een gracieuze bewegingen, zoo lenig als een getergde tijgerin. Pas op, dat die tijgerin u niet naar den bals vliegt, sir Robert! riep Melusine van I Noch het een, noch het ander, mevrouw,goüf, zij week zoo af van bet gewon© en toorn bevend uit, ik verlang van u te weten antwoordde Robert Mount-Severn. Hij stak hier ie het resultaat. Tot lo©n daarvoor hebt ken! Maar zij zag onmiddellijk in, dat kalm te en koelbloedigheid haar slechts zouden helpen, Melusine stond nog steeds onbeweeglijk, als uit steen gehouwen: Nu, en aangenomen, dat het was zooals Gij droomt, sir Robert! Het geweer van 1 gij vertelt, welke reden zoudt ge gehad- héb- mijn overleden echtgenoot werd onmiddel-ben om do verdenking van mij af te wenden: lijk na het ongeluk ain verzekerde bewaring mij te redden? vroeg zij koel uit de hoogt®, genomen en lag voor den rechter op den zonder slechts één blik t© werpen op den tafel met den linkerloop geladen. De reclhter-kogel in Mount-Severn's hand, loop was leeg.... Sir Robert bewoog even zijn foloofd en trok ge me werkelijk slecht behandeld1, mylady! Melusine maakte een minachtende afwe rend© beweging, Nu, en hoeveel moet je loon dan zijn? vroeg zij tonend. Niets, antwoordde hij, ik stel me tevre den met het heerlijke gevoel, dat ik u in mijn macht heb, dat gij den trotscihen nek voor mij zult buigen als ik het wil! Meiusinief bleek© Hippen spraken- sfedblt» één woord: Onzin! Volstrekt niet, was het antwoord; be denk toch: het ligt geheel aam mij, u in rijk dom en heerlijkheid te laten of aam iedereen en uw afgod Charley te zeggen, dat zijn ha minde Melusine. zijne hooglandsfe© met de Charley zal je een nietswaardigen leugenaar noemen en de jury zal je met je „bewijs- Mount-Severn was bleek van woede. Ge zult het hoeten, riep hij uit, en ge stuk" naar huis terugsturen! Maar in bet- zult voelen wat het beteekent mij tot vijand zelfde uur, dat gij den mond opent om mij te Ib.ebben. Ik verlang de brieven temg of ik aan te klagen, zal -ik aan de rechtbank de ge-maak alarm! bei-me correspondentie tusscben n en dir. Uw woede maakt u zinneloos, antwooru- Dexter overhandigen. We willen dan wel de Melusine met groote kalmte, want sus ge eiens zien, wie de sterkste is van ons heiden: in 't volle bezit van uw verstand waart, zoudt gij met uw onzinnigen kogels, zooals er lion- gij niet zoo dwaas zijn om van alarm te sprei* aerdduizend andere zijn, of ik met de bewijzen ken! van roof en bedrog zwart op wit! Nu, sir (Worut vervolg-,). van "h-ei Heilig? or nietig? aan. <le oogen1 storting van een bedrag van vijf en twintig dut- Uctt vl" M lil l'BÜIl'C'-'-0 j "'e» vlei DC i -|i J'v J. oa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 2