DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Vetleeren Laarzen
öe Aartsbisschop en de Bisschoppen
van Nederland,
DE OORLOG.
P. W. TWEEHUIJSEN,
Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
'M&müëiQ 31 HUGUSrUS 1914
3S®f® Jaargang No. 8528
iureaux van ftadaotia en ArimSeiastraftie
Intercommunaal Telefoonnummer 8428.
BARTEL JQRlSSTRAAT 27.
TELEFOON 1770.
Haarlemsche AUedagjes Ho. 1420,
Pr
r' V'i- nifT^ 3
[ABONNEMENTSPRIJS»)
Per 8 TnannöeH voor Haarlem -
Voor de plaatsen, waar een agent ïe gevestigd (kom der gem.) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke n Timmer#
1.80
FIÏÏJS DER ADVERTENTIëNi
Van 1—6 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 ofc
Buiten Haarlem en do Agentschappen 15 et per regeL BuitenL 20 et.
Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct. contant).
aan de Hun toevertrouwde
Geestelijkheid en Geloovigen
Zaligheid in den Heer.
Te midden der verschrikkingen van den zoo
lang gevreesd en bloedigea oorlog, die op dit
oogenblik alle landen van Europa met wee ver
vult, wordt de Katholieke Kerk in rouw gedom
peld, nu het God heeft behaagd den Opperher
der. Z. H. Paus Pius X, tot zich te roepen. Door
de Katholieken van geheel de wereld zal de
dood van dezen groot en en beminden Paus met
diepe droefheid zijn vernomen. En te recht,
want zij hebben in hem een liefderijken en
bezorgden vader verloren, wien3 bemoedigende
woorden in dezen benarden tijd een troost voor
ben zouden zijn. In volkomen onderwerping aan
Gods ondoorgrondelijke raadsbesluiten buigen
wij eerbiedig het hoofd, terwijl bet vertrouwen
ons sterkt, dat wij in den gestorven Opperpries
ter een voorspreker hebben bij God, een bescher
mer der H. Kerk.
Allen rnoeteu erkennen dat de H, Vader was
een trouwe dienaar Gods, die geen ander stre
ven kende dan ijveren voor de eer van God en
torgen voor bet zielenheil der aan hem toever
trouwden.
Het is Ons niet mogelijk, B. G., u in enkele
woorden te schetsen wat deze beminde H. Vader
voor ons aller zielenheil beeft gedaan. Zelf
brandend van liefde voor God, zocht hij allen
voor Christus te winnen. Op Petrus' Stoel ver
beven was zijn eerste woord tot de wereld ge
richt, een oproep om alles in Cbristus te herstel
len. Dat woord teekent geheel zijn roemrijk
pontificaat. Rusteloos heeft hij geijverd om de
heerschappij van Christus over de zielen te be
vestigen. In al zijn herderlijke brieven klinkt
immer "een vermaan om ons nauwer, inniger
aan te sluiten bij Christus. Daarom drong hij
aan op do veelvuldige H. Communie en heeft
hij gewild, dat de kinderen reeds op jeugdigen
leeftijd Jesus in hun hart zoudeu ontvangen.
De drang zijner ziel was allen in liefde voor
God to ontvlammen, overtuigd als hij was, dat
in deze liefde alleen het waarachtig geluk is
te vinden.
Aan zijn rusteloos ijveren 13 dan ook te dan
ken de heerlijke opbloei van echt godsdienstig
leven in de Katholieke Kerk over geheel de
wereld en niet het minst n ons vaderland, Meer-
malen heeft do H. Vader verklaard, dat de Ka
tholieken van Nederland door hun groot geloo?
en vromen godsdienstzin een troost waren voor
zijn vaderhart.
Welnu, B. G., vergeten wij zijne lieerlijko les
sen niet en toonen wij, dat wip dankbaar zijn
voor de liefde en zorg, waarmede h(j voor ons
allen heeft gewaakt, door voor zijn zielsrust
te bidden. Mogen vooral de kinderen veel voor
den H. Vader bidden.
Wij bepalen daarom als volgt:
le. In alle kerken van het Aartsbisdom en de
Bisdommen zal binnen een week na afkondi
ging van dit schrijven voor de zielerust van
Z. H. Paus Pi us X een plechtige uitvaart ge
houden worden, waarbij de geloovigen worden
verzocht tot de H.H. Sacramenten te naderen.
2e. Totdat de vei ring van den nieuwen
Paus bekend is, zullen de priesters in de H.
Wis het gebed „pro eligendo summö Pontifice"
ildden.
8e. Na iedere vastgestelde H. Mis zullen door
den priester met de geloovigen gebeden worden
vijfmaal het „Onze Vader" en „Wees Gegroet",
om Gods bijstand af te smeeken over het Oen,
ölaaf.
Eu zal dit Ons schrijven op de gebruikelijke
in alle kerken van het Aartsbisdom en de
bisdommen worden voorgelezen op den 13en
bondag na Pinksteren.
tH. VAN DE WETERING.
Aartsbisschop van Utrecht.
tW. VAN DE VEN,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
t A. J. GALLIER,
Bisschop van Haarlem.
L. J. A. H. SCHRIJNEN,
Bisschop van Roermond.
A. P, HOPMANS,
ben. Bisschop van Breda.
AGENDA. 1 September.
Gebouw Sint Bavo R. K. Volksbond
Bestuur Timmerlieden. Bestuur Schil
der®. Steuncomité van 79 uur.
Groote Kerk 1—2 uur Orgelbespe
ling door den heer Louis Robert. Zie pro
gramma Stadsnieuws.
Statenzaal Prinsenhof IV* uur Ge
meenteraadsvergadering.
Bisschoppelijk Museum Jansstraat
19 Geopend eiken dag van 105 uur, tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda
gen en R. K. feestdagen.
In alle gemeenten Raadszitting.
OVERZICHT.
Er komen ovearwinningsheridh'ten uit Oost-
Pruisen en Polen, van Duitsohe en Oosten-
rijksehe zijde. Daartegenover staan overwin-
ningsberichten van Russischen kant» terwijl
ieir ook nog een Russisch communiqué ls
verschenen, dat zich beklaagt erover, dat de
Duitsche berichten zoo liegen'....
Nu: we geloo ven dat het Bismarck is ged
weest die eens gezegd heeft dat er in offi-
aieete berichten noodt die waaiihleidi wlordt
gezegd, maar dat men In oorlogstijd eigen
lijk: geen enkel bericht gelooven moet.
Wij zrallen voorloopig de Duitsche, Oosten-
rij ksche en Russische berichten over over
winningen aan beide kanten maar oven aan
houden, tot er nader bevestiging komt Dit
blijkt in tussen en voldingend, dat de Russi
sche opmarsch „naar Berlijn" door de Duit-
tscbers duchtig wordjt betwist. En opmer
king verdient ook, dat de Russische over-
winni ngsber i dh ten drie dagen vroeger geda
teerd zijn. dan de Duitsohe.
Ui't België komen berichten, 'dat treinen vol
soldaten van Brussel uit naar Duitschland
loopen* Men gelooft dat Duitschland een le
gerkorps uit Frankrijk weghaalt en naar
Oost-Pruisen overbrengt. Het kèn, hoewel
het niet geloofwaardig is.
Over den gruwel van Leuven, die ons neg
altijd diep roert, zij a er berichten van oog
getuigen gekomen, die ten volte de vreese-
lijke gebeurtenissen bevestigen.
'tZal misschien nooit uitkomen, of er wer
kelijk op de Duitschers is geschoten dan wel
of dit een voorwendsel is. Wij zijn geneigd
'net eerste aan te nemen, en (men zie den
belangwekkenden brief nit Antwerpen hier
onder) dat is ook het oordeel van degenen
die d'en toestand kennen.
Doch geschoten of niet zonder dat wij'
nog vragen of deze gruwelijke strafi die
vernieling van een centrum van beschaving
en kunst, gewettigd moet iheeten. toch
moet gezegd worden en mag in ons „onzij
dig" Nederland zelfs niet worden verzwegen!
zulke ontzettende dingen moeten althans in
den vervolge niet meer voorkomen!
Duitschland, dat zich zoo graag een cul-
tuurstaat noemt, en dit ook is, is aan zijn
eigen eer en waardigheid verplicht maatre
gelen te nemen om zulk een dwaas en schan
delijk „oorlogsrecht", dat gruwelen als deze
schijnt voor te schrijven, zoo spoedig moge
lijk door der beschaving waardige voorschrif
ten te vervangen!
En voorts: de haat tegen den Duiljsoher
zal door gewelddadigheden en ontzettende
daden als de verwoesting van Leuven er een
is, in België gedurende eeuwen lang niet
zijn goed te maken, terwijl hé'l de wereld
door deze daad van geweld en barhaarschheid
een stemming verwekt die Duitschland (zacht
gezegd) niet gunstig is. Spreekt ook dit ar
gument niet tot de Duitsche leger-aanvoer-
dersl....
DE GRUWELDAAD
VAN LEUVEN.
Er zijn tal van verhalen van ooggetuigen, die
den gruwel van Leuven hebben bijgewoond.
Wij geven er hieronder nog twee: een van een
Nederlander, die de verwoesting meemaakte, en
een van een Duitscher, uit de „Köln. Zeitung"
van gisteren genomen
Zeggen we hier echter eerst, dat naar de opinie
van bezadigde menschen het feit van een overval
moet worden aangenomen.
Een feit is het óók dat militairen de
hand moeten hebben gehad in den aanval der
Leuvcnsche burgerij, twee Belgische machine
geweren zijn door de Duitschers te Leuven in
beslag genomen. En in den brief van een Duit
scher Hieronder kornt óók een en ander voor, dat
op eeti complot wijst lutusschen: de burgerij
als zoodanig is ongetwijfeld onschuldig aan deze
daad van een aantal dwazen, en zeker zijn de
katholieke priesters onschuldig, die door de
Duitschers worden beschuldigd het cpmplot te
hebben voorbereid, en die overal maar werden
gefusilleerd en vallen als de eerste slachtoffers.
Wij ontvingen Zaterdagavoad laat her volgen
de bericht uit Antwerpen:
ANTWERPEN, 29 Aug. (via Putte). P a r-
ticnliere correspondentie. De
Belgische bevolking, die door den oorlog reeds
zoo geweldig ls getroffen dat men zon zeggen
dat niets haar bespaard is gebleven, staat nu
letterlijk verpletterd! Leuven is door de Duit
schers totaal verwoest. Uit verhalen van over
levenden kan ik u mededeelen, dat er niets meer
over is van deze onze heerlijke katholieke Uni
versiteitsstad, Do kerken zijn in puin geschoten,
het heerlijke Stadhuis is bijna geheel vernield,
hoewel do Duitsche bevelhebber last had gege
ven het te sparen. Doch hoe zou or in dien
helschon vuurpoel die Leuven was, iets te spa
ren zijn? ïk kan nog niet te weten komen wat
het lot is geweest van zoovele Hollandsche
priesters, professoren en andoren, die te Leu
ven woonden. Wie zich heeft kunnen redden, is
in de richting van Thienen of Aerschot ge
gaan. Hier wordt door de Bolgen algemeen ver
teld dat de aanleiding tot den gruweljjkcn
moord en de vernieling is geweest het schieten
van Duitsche soldaten op elkander. Een Leuve
naar, die in het begin van den brand ontsnapte,
zeide mij evenwel, dat op het Stationsplein de
overval der Duitschers is begonnen, terwijl deze
voor de café's en hotels daar zaten. Waarschijn
lijk zijn het studenten geweest, die in dollen
overmoed en jeugdigen haat de Duitschers heb
ben willen dooden, toen een gerucht liep dat
heel het Duitsche leger dat om Antwerpen lag,
terug was geslagen en vluchtte. Als dat zoo is,
dan hebben do in ieder geval onschuldige be
woners van Leuven deze onverstandige daad
duur moeten betalen! De haat der Duitschers
richtte zich vooral tot do priesters, welke zij ais
de aanstichters van den overval beschouwden.
Zooeven verneem ik nog, doch als een ge-
rncht, dat ook de beroemde abdij der Benedio-
tijnen op den Keizersberg vernield is, terwijl
de kerk van Sinte Geertrui, waarvoor hot stand
beeld van pater Damiaan staat, met vele onge-
lukkigon die daarin een schnilplaats hadden
gezocht, in* vlammen is opgegaan. Honderden
zijn levend verbrand: het ls ijseljjlc! Mijn God
heb medelij met ons Vlaandercnland!
Volgens een telegram uit Maastricht aan de
N. B. Ot. zegt men van Duitsche zijde, dat de
aanslag te Leuven zorgvuldig was voorbereid en
werd ondersteund door Engelsche militairen in
burgerkleeding, waarvan de uniformen zijn ge
vonden. Van Duitsche officieren vernam deze
correspondent, dat geestelijken de bewoners
hadden wijsgemaakt dat de Franschen en En-
gelsohen overwinningen hadden behaald en de
Duitschers terugtrokken. Daarop begon de
slachting, waarbij een compagnie landweer en
een bagagetrein werden gedecimeerd. De mili
taire bevelhebber gciastt© daarop de stad te
ontruimen en in brand te steken. Slechts de
kathedraal en het Stadhuis zouden verschoond
blijven. (Uit het telegram van onzen particu
lieren berichtgever uit Antwerpen, hierboven
opgenomen, ziet men dat dit óók niet het geval
is geweest. Red. N. H a a r 1. O t.)
VERHALEN VAN
OOGGETUIGEN.
Een Nederlander, gehuwd met een Belgische
vrouw, en sigarenfabrikant. fe Leuven wonende
sedert jaren in de Justus Lipsius-straat (er slaat
verkeerdelijk in de N- Ct.: Juste de Lith-
straat) is gisterenavond te Breda aangekomen en
vertelde aan een verslaggever der Nieuwe Rott.
Ct. het volgende:
Wij, mijn vrouw cn 'k. stonden met de Duit
schers, die dé stad waren binnengetrokken, in
goede verstandhouding- Voornamelijk was de
reden hiervan, dat wij Hollanders waren, want
wij hoorden dikwijls van plunderingen elders;
voornamelijk de verlaten huizen, waarvan de
bewoners gevlucht waren, moesten het ontgelden
Daar werd alles vernield, hoewel in de stad bil
jetten aangeplakt waren, waarin den Duitschen
soldaten door hunne autoriteiten verboden werd,
zich te misdragen of te plunderen.
Zooals in andere Belgische steden, hadden de
Duitschers ook te Leuven den burgemeester, 2
schepenen, enkele geestelijken en een aantal aan
zienlijke burgers als gijzelaars la verzekerde be
waring gesteld
Reeds bij de nadering der Duitschers waren de
burgerwachten ontwapend en hun wapenen naar
Brussel opgezonden.
Toen de Duitschers binnengetrokken waren,
moésten alle wapens, die de burgerij bezat, on
middellijk ingeleverd worden, Dat is onmiddel
lijk en zonder eenig voorbehoud geschied. De
burgers waren veel te angstig, om ook maar de
geringste gedachte te koesteren zich te verdedi
gen of te verzetten. Tot zelfs kindergeweren en
pistolen werden ingeleverd, kostbare verzamelin
gen jachtwapens, pij'* en speertrofeën, die alle
gevechtswaarde misten en slechts al3 versiering
dienst deden, brachten de angstige burgers naar
het stadhuis, waar alles door de Duitschers
onbruikbaar gemaakt werd. 7,oo zag een fabri
kant zijn wapenverzameling van 18,000 francs
waarde vernietigd.
Van de kansels maanden de geestelijken voort
durend tot kalmte aan. Dan zou den burgers
geen leed geschieden.
Volgens den verteller is, enkde dagen na den
intocht der Duitschers, de inkwartiering afge
kocht voor 100,000 francs per dag. Voor dien
tijd hadden velen van 40 tot 50 man in huls,
nadien legerden de troepen in de open lucht of
in ooenbafe gebouwen. In de rilkverslertf* tfOlW-
zaal van het prachtige stadhuis stonden cavale-
riepaarden, schilderijen waren doorstoken en de
stoelen in de zalen bevuild.
Waar in dén beginne alles, wat de Duitschers
meenamen, óf betaald met geld, óf door bons
gequiteerd werd, veranderde dit later ook. Sol
daten kwamen soms oni wisselgeld, streken hejt
hun voorgetelde geld op en gaven een met pot
lood bekrabbeld stukje papier ervoor in ruil.
Zondagavond 23 dezer tegen middernacht, werd
mijn zegsman, met nog andere notabelen, plot
seling uit zijn bed geklopt. „Binnen een uur tijd
moeten wij 250 matrassen, 200 pond koffie, 250
brooden en 500 eieren op de markt bijeen heb
ben," bevalen de Duitschers. Op de Markt stond
de burgemeester, en half gekleed en In nachtge
waad sleepten de gewekten in allerijl alles bijeen,
wat zij konden machtig worden aan voorraden,
om toch maar te verhoeden, dat den burgemees
ter leed geschiedde.
Na afloop keek de bevelvoerende officier het
bijeengebrachte nauwelijks aan en zeide, dat het
bevel op een misverstand berustte. Men kon alles,
behalve de matrassen, weer meenemen. Doch de
burgemeester moest den geheelen nacht op de
Markt blijven, geheel alleen. Zijn verzoek, een
vriend bij hem te laten blijven, werd afgeslagen.
De huzen in de voornaamste straten, en op de
boulevards, die naar de Mechelsche en Brus-
selsche poorten leidden, moesten op bevel van de
Duitschers van onder tot boven verlicht worden,
terwijl de deuren open moesten blijven.
Dit was ook het geval in de Vital de Coster-
straat, waar in het hotel Métropole de Duitsche
staf gevestigd was. Tegenover dit hotel, waar
zich in een huis volgens sommigen een machine
geweer zou hebben bevonden, stonden slechts
huizen, bewoond door gezeten burgers, vrien
den van den zegsman. Ook die huizen waren
voortdurend verlicht geweest.
Maandag 24 Augustus ging rustig voorbij,
doch Dinsdag 25 Aug. trokken vele troepen uit
dé stad weg. Wij hadden juist enkele soldaten
in huis gekregen; hun werd tegen 6 uur het
eten opgedischt, toen plotseling in de straten
alarm werd geblazen. De soldaten snelden de
deur uit, en bleven weg. Wij zeiden tegen elkaar,
dat het jammer was, dat de jongens nu hun
maal moesten verzuimen, toen opeens schoten
weerklonken. Spoedig wakkerde het geraas aan
tot een helsch rumoer, jammerkreten en geweer
vuur en een vervaarlijk geschreeuw.
Wij waagden het niet, te voorschijn te komen
en verborgen ons in den kelder.
Zoo brachten wij bange uren door, Een flauwe
vlammenschijn drong tot ons door, oorverdoo-
vend bleef het geraas en het schieten, elk oogen
blik vreesden wij, dat ons huls boven ons zou
ineenstorten.
Bij het aanbreken van den dag kroop ik op
mijn buik naar buiten en zag alles om ons heen
in vuur en vlam, terwijl soldaten met een ma
chinegeweer vlak bij mij op de verder afstaande
huizen schoten.
Toen het geraas bij ons in de nabijheid tegen
9 uur wat begon te verminderen, besloten wij fe
trachten, naar het station te gaan. Wij konden
natuurlijk niets medenemen; ik stak wat gelds
waarde bij mij, mijn vrouw droeg een valiesje met
de papieren en zoo waagden wij ons op straat,
De aanblik was verschrikkelijk. Alles om ons
heen brandde, ons huis was van twee zijden tege
lijk aangetast. Op de straten lagen lijken, half
verkoold en doorschoten.
Wij zagen nog, dat op de hoeken der stralen
met krijt geschreven stond, dat de mannen naar
het stadhuis moesten komen om te helpen bij het
blusschem, doch ik wilde trachten met behulp van
mijn papieren weg te komen. De vrouwen en
kinderen moesten in de huizen blijven, stond op
andere plaatsen geschreven.
Wij kwamen aan het station, dat vol was met
vluchtelingen, en ik wilde mij juist aan een offi
cier als Hollander kenbaar maken, toen mijne
vrouw en ik hardhandig gescheiden werden.
Mijn protest baatte niet en tot overmaat van
HET R. K. STEUN-OOMITÊ.
[Wij hebben indertijd medegedeeld, dat do
katholieke eteun-organisatie, die als on
derdeel van 'fl Algemeen Haarlemsche Steun-
Oomitó zelfstandig werkt, gevestigd is in den
R. K. Volksbond, Smedestraat.
Deze katholieke, bijna volkomen zelfstan
dige, nu In bizonderheden good-georganiseerda
„centrale" is échter nog veel ,te onbekend.
En dat komt meenen wij, omdat in onze krin
gen de aandacht te voel .Wordt afgeleid en
verdeeld.
Nu zal hedenavond het katholieke sub
comité in „Sint Bavo" ©en vergadering be
leggen, waarin men van plan is de zaak
uiteen to zetten, uit te leggen hoe er ge
steund wordt, hoe er gecontroleerd moet wor
den, wie aanspraak hebben op ondersteuning
en wie niet, tor5om de geheele organisatie
der Roomsche steun-verloening zal hier ter
sprake komen.
De heer Klein, voorzitter van dit sub-co
mité, convoceert nu per ingezonden stuk in
dit nummer voor'hedenavond half negen: het
afdeelingebsstluur van den Bond, do besturen
der onderafdeelingeh, vakvereenigingen, de
controleurs en zij die als controleur willen
en kunnen optreden, tot deze vergadering.
Wij voegen er onzorzijds een warm woord
van opwekking bij, opdat niemand van de
genen die hier zijn opgeroepen, ontbreke bij'
déze vergadering.
En daarenboven zouden wij wenschen dat
ook andera belangstellende katholieken, die
het werk van ons R. IC. Stoun-comité willen
voorthelpen niet alleen, doch ook zij die het
'willen leeron kennen, op do vergadering van
hedenavond willen tegenwoordig zijn. Wij zijn
er zeker van, dat zóódoonde do belangstel
ling zal ontwaken en groeien, en dab men
ook zal waardoercn hetgeen mi reeds met
zooveel vrucht en toewijding, door onze ka
tholieke steuncomité-leden en hunne hel pers
(zij het ook zonder ophef naar huiten, en zon
der dat zelfs hun namen wordon genoemd 1)
is gedaan!
ramp had mijn vrouw de papieren. Bewijzen kon
ik dus niets.
Zoo werden aan het station alle mannen van
de vrouwen gescheiden, wij werden naar een goe
derenloods gedreven en terwijl wij daar onbekend
met hetgeen met ons zou gebeuren, bijeenstonden,
zagen wij de Stationsstraat ineenstorten, bene
vens vele huizen op de aangrenzende boulevards.
Onmiddellijk daarna droven Duitsohe solda
ten een groote menigte mannen en jongens, ik
schat wel een driehonderd, naar den hoek van de
Boulevard van Tienen en de Maria Theresia-
straat, tegenover het koffiehuis Vermalen.
Daar schoten Duitsche soldaten zoo lang op
hen, dat niet ééu meer loefde. Het was ontzet
tend en wij wendden ons af, om het vreeselijke
schouwspel niet meer te zien.
Toon werden onze handen met onze zakdoeken
op den rug gebondeu, Duitsche troepen namen
ons tuaschen hen in en zoo moesten wij loopon.
Wij waren 70 in getal, bijna alle notabelen van
de stad. Onze vrouwen en kinderen hebben wij
niet meer gezien.
De burgemeester, twee schepenen, de rector
magnificus vau de universiteit, de dekeit en al
het politiepersoneel waren gefusilleerd, zei
men. Wij gingen door de Justus Lipsiusstraat,
langs do Diesterboulevard, over de Vaart, en
daarna de heuvelen op. Toen wij de Mopt César
hadden beklommen, zag Ik da stad in de laagte
branden, de St. Pieter in vlammen, terwijl de
stad nog steeds gebombardeerd werd. Wij trok
ken do heuvels over, langs het dorpje Herent,
waar zich enkele gevangenen bij ons voegden.
Herent was geheel verbrand. Ook de huizen
langs de wegen waren verwoest, de velden wa-
Vertrapt «a lag#a iol doqd ree.
Wat wij op dien tocht hebben uitgestaan, is
onbeschrijfelijk. De soldaten maakten blijkbaar
een verkenningstocht in den omtrek, waarbij
wij als levende schilden gebruikt werden. Zoo
1 moesten wij, tegen 2 uur in den middag, plot
seling allen knielen, terwijl de soldaten achter
ons gingen staan, de geweren in den aanslag.
Zij vreesden klaarblijkelijk een aanval, doch er
kwam, gelukkig voor ons, niets.
Na een half uur trokken wij weer verder,
steeds gebonden. Wij durfden niet te spreken,
onophoudelijk mishandelden de soldaten ons.
Mij stootte een soldaat zijn zware geweerkolf
met alle macht op den voet, zoodat ik haast
niet verder kon. Doch wij moesten. Wij ver
smachtten van dorst, doch de Duitschers wier
pen voor onze oogen liet water uit. de veldfles*
schen weg.
Des avonds te 7 uur kwamen wij te Camper-'
hout, op den weg naar Mecheleo. Daar lagen
vele halfverbrande lijken van mannen, vrouwen
en kinderen. Wij werden in de kerk gedreven
en vielen uitgeput op den grond neer. Eten
noch drinken kregen wij. Wjj waren halfdood
van angst en vermoeienis.
Na een wijle werden een aantal mannen bi|
ons gedreven, gevolgd door zes geestelijken. Het
bleken burgers van Campenhout en hun pa
stoors, benevens de geestelijken uit omliggende,
eveneens verwoeste dorpen.
Toen begon een ontzettende nacht. Tegen 10
uren werden plotseling de ramen verlicht door.
de vlammen van de huizen, die in brand gesto-'
ken werden. Een afgrijselijk gejammer en ge-'
schreeuw klonk en voortdurend dreunden ge-'
weerschoten.
Onderwijl kropen de geestcliiken op hunne
knieën rond, hoorden de biecht en gaven on#
absolutie.
Om 5 uur 's morgens haalde men de geeste
lijken weg en even later werden zjj op 't kerk
plein gefusilleerd, met 8 Belgische soldaten,
0 wielrijders en 2 jagers.
Toen kwam men ons zeggen, dat wij losgela*
ten werden en naar Leuven konden teruggaan'.
Doch nabij Leuven werden we weer gevangen
genomen, gebonden, naar Oamperhout terug*
gebracht en weer losgelaten. Toen vonden wty
een majoor, dio ons toestond, do riohting van!
Meohelen uit te gaan, doch niet langs den groe
ten weg. Wij moesten benedendijks langs hef
water loopen, met de handen omhoog. Een paar
uitgeputte mannen vielen daarbij nog in 't
water, doch werden gered. Een kreeg een bloed
spuwing en moest achterblijven. Zijn zoon bleef
bij hem.
In Mechelen konden wij, voor 't eerst in 30
uren, wat eten en op krachten komen. Toen
vluchtte Ik naar Holland.
Alle# wat ik heb, ben ik kwijt. En waar mijtf
yrouw i«, weet ik niet. Mijn broeder zal gaan'