DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De oorlog.
Sterke Schoo'laarzen
F. W. TWEEHUIJSEN,
TELEGRAMMEN.
Kindephuiiire8l29-3I>I39 Haarlem
MHA1DA0 21 SEPTEMBER 1914
39sta Jaargang Bo. 8591
abonnementsprijs*
Bupsaiax vsgt BeaSssafie auAclministpatia
latei-communaal 7©lofooanummsp 1419.
DE GERUCHTEN OVER
VREDES-GENEIGDHEID.
een amerikaansche
Brieven nil België»
BARTELJOÜISSTBAAT 27.
TELEFOON 1770.
Haarlemschs AHeda jes No, 1435.
SCOKTE BERICHTEN.
ffiffi HURLEMSCK MOT
ii
Per 8 maanden voor Haarlem -« ®ï"2
Voor do plaatsen, waar een agent gevestigd (kom der gem.) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.89
Afzonderllike nummers *0.83
PRIJS DER ADVERTENTïëNi
Van 1—8 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 eA
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ci per regel. Buitenl. 20 et
Dienstaanbiedingen 25 et (6 regels), driemaal voor 50 ct. contant).
U-F.NDA 22 September, gramma Stadsnieuwe.
r ahnn» St Havo - R. K. Volksbond! Bisschoppelijk Museum - Jansstraat
- van 714-9 nar Steuncomité. 79 - geopend eiken dag van 10-5 uur tegen
C roote Kerk 1—2 uur Orgelbespe-betaling van 25 cents. Uitgezonderd: Zater-
ling door den beer Louis Robert. Zie pro- dagen en R. K. feestdagen.
OVERZICHT.
Aan beide kanten zoowel bij de ver
bondenen als bü de Duitschers zijn blijk
baar de moeilijkheden groot er dan men beeft
gedadht!
Wij zeiden het verleden week reeds: de
partijen wegen mooi tegen elkaar op, en de
lu.og'e superioriteit die bet Duitsehe leger
getoond lveeft in snelle, geforceerde xnar-
•;dhen, is op bet oogenblik, nu de partijen
beiden een soort van geweldigen verdedi
gingsoorlog voeren, en geweldig steike
schansen en defensie-linies heibben gemaakt,
van geen nut.
Er is dan ook niets van te voorspellen,
aan wiens kant de balans zal overslaan,
als dat al gebeuren zal, want heit is ook zeer
goed mogelijk, dat deze geweldige reuzen-
slag ten slotte onbeslist blijft, doordat wat
de eene partij op eene plaats wint, wordt
teniet gedaan door verliezen op een andere
plaats.
Een mededeeling uit Berlijn van onzen S.-
correspondent, die Vrijdag al „binnen kor
ten tijd" een overwinning van de Duitschers
verwachtte, zegt dat het slechte weêr de be
slissing vertraagt.
Maarhet slechte weer zal wel niet al
les op zijn rekening hebben!
Intusschen zijn de berichten der beide par
tijen niet gemakkelijk te rijmen. Een Duitsdb
bericht zegt b.v. dat Verdun nu van twee
tnrciTen belegerd wordt, terwijl de Fransoho
berichten zeggen dat de Kroonprins met zijn
leger steeds verder terugtrekt!....
Hoe ook: 't is en blijft nog maar afwachten.
Droevig doet aan do tijding dat de Duit-
chers do kathedraal te Reims, dat wonder
heerlijk bouwwerk en prachtjuweel van
Frankrijk's kathedralen, in brand zouden
hebben geschoten
Een Duitseh telegram dat wij (hedenmor
gen ontvingen, zegt echter dat de Duitschers
de kathedraal zooveel mogelijk versehoonen.
Men zie onder „Telegrammen.
't Is te (hopen!
Wij moeten nog een woordje zeggen over
de geruchten van vredes-geneigdheid, die
hopen, en waarvan bier verderop ©en en
.•tilden- wordt medegedeeld'.
Wij zeggen met voordacht: vredes-gp-
n ei gd he id. Want cl At is het. De Duitsehe
opvatting is, dat deze oorlog aan Duitseh-
laud is opgedrongen door Engeland en Rus
land. Eu Duitsehland is dus steeds nog ge
neigd, vrede te sluiten als een eervolle vrede
mogelijk is. Maar dan moet Engeland vooral
zijn heftige antipathie tegen Duitsehland op
geven. In dezen zin leggen wij de uitlatingen
uit van den Duit.-dben gezant te Washing
ton. die echter (naar do Engelselie bladen
al uitdrukkelijk oonstatoeren) volstrekt geen
officieel karakter dragen.
Van vredes-o nd e rib a nd elin gen, door
Ruitseth-land gewild, is geen sprake natuur
lijk, en daar althans vóór den beslissend en
<s!ag der verbonden mogendheden, die onder
Eugelaud's leiding' Maan, ook niet op hun
beurt aan onderhandelingen zullen denken
kunnen wij de gelieele geschiedenis voorloo-
pig wel opbergen!
DE DUITSEHE OORLOG S-
LEENINGL
Men W'öet dat Duitsehland een oorlogslee-
ning van een milliard (duizend millioen f)
mark heeft uitgeschreven
Het buitenland (Amerika) wilde die leening
niet plaatsen wegens de neutraliteit: nu heeft
Duitsehland ze geplaatst in het binnenland.
En met overgroot succes.
Naar men ons uit Berlijn seint, bewijzen
de tot dusverre beschikbare gegevens reeds,
dat er voor 21/3 milliard mark is ingeschreven
en voor meer dan een milliard op schatkistbil
jetten, tezamen dus meer dan 31/2 milliard
mark! Deze cijfers zullen nog aanmerkelijk
hooger worden.
Het resultaat overtreft alle verwachtingen
m» is een doorslaand bewijs van de kapitaal
kracht, maar ook van 'de vaderlandslievende
keastidrift van het Duitsehe volk.
Do „Vossische Ztg." zegt dan ook met
'grijpelijken trots
Dit i8 na d,e overwinningen van de weer- j
,are manschap de geweldige •overwinning van
'"t economische Duitsehland. Het. is de over-
1,1,1 ing van dat Duitsehland, dat in den!
langdurigsten vredesstijd, dien eenig groot
volk in die geschiedenis ooit gekend heeft,
door onvermoeibaren, taaien en moedigen ar
beid een economische wereldmogendheid ge
worden is. Het volk heeft bij den eersten
oproep een bedrag ter beschikking gesteld
waarvan de hoogte getuigenis aflegt van zijn
onwrikbaar besluit, om dezen door bet nood
lot opgelegden oorlog zoolang te voeren, totdat
zijn doel geheel bereikt is.
Nader bericht men ons, dab er voor v ij 1
mi 1 liard is ingeschreven! Sterker kant
wat andere ook, toont dat aan het eensgezind
en sterk van wil het Duitsehe volk is in deze
dagen
Een Engelsch blad, de Pali Mall Gaz. deelt
volgens de N. R. Ct. uit een Amerikaansch blad,
de Evening World, een en ander mede.
Volgens dat Amerikaansche blad zou de
Duitsehe keizer op Wilson's vredesbemiddeling
het volgende hebben laten antwoorden:
Duitsehland zou gaarne bemiddelingsvoor
stellen in overweging nemen, maar dit wordt het
volkomen belet door de houding van Engeland.
Duitsehland zal den strijd niet staken, zoolang
van Engelsche zijde wordt beweerd, dat de oor
log moet worden voortgezet tot een beslissing
gevallen is.
Duitsehland kan zich enkel bezig houden met
de kwestie van bemiddeling en vrede, indien ook
de verbondenen bereid zijn een verzoenende en
welwillende houding aan te nemen.
Indien de oorlog zal worden voortgezet tot
een beslissing zal zijn gevallen zooals Enge
land dagelijks beweert zal Duitsehland blij
ven vechten. Mochten de verbonden ;n besloten
zijn, Duitsehland te verpletteren en het stukken
van zijn gebied te ontnemen, dan zal het tot den
laatsten man strijden.
Mocht de wereld de hoop koesteren op ont
wapening, dan zou de vernietiging van Duitseh
land de slechtste manier zijn om dat te bereiken.
Een verpletterd Duitsehland zou een herhaling
te zien geven van de periode na de Napoleon
tische oorlogen: Duitsehland zou iederen man
en ieder kind in het rijk wapenen voor den dag
der wraak.
Duitsehland is bereid, den oorlog als onbe
slist geëindigd te verklaren. Een dergelijke op
lossing zou, beweert het, het meest bijdragen tot
een toekomstigen vrede in Europa en tot ont
wapening.
Een besliste overwinning voor een van beide
partijen zou niet tot stabiele toestanden leiden.
Er zijn echter drie voorwaarden, die aan een
overweging van vredesonderhandelingen moeten
voorafgaan
1. De aanbieding van goede diensten door
de Vereenigde Staten moet iets tastbaarders om
vatten, dan enkel „de goede diensten". Ofschoon
de vriendelijke belangstelling van de Ameri
kaansche regeering erkennende, merkt de Duit
sehe regeering op, dat het Amerikaansche voor
stel geen verzekering van de verbondenen bevat,
dat Engeland zijn eisch van een oorlog tot een
beslissing en een volkomen verplettering van
Duitsehland prijsgeeft. Zoolang Engeland in die
opvatting volhardt, moet Duitsehland doof blij
ven voor alle vriendschappelijke voorstellen van
derden.
2. Duitsehland moet in Europa niet worden
geschonden. Terwijl onderhandelingen over de
Duitsehe kolonies kunnen worden gevoerd, moet
het Duitsehe Rijk in Europa intact blijven.
3. Duitsehland moet in den vervolge door de
omliggende rijken met rust gelaten worden.
(Men zie omtrent de vermoedelijke waarde van
deze beweringen, wat wij in het „Overzicht" hier
boven hebben geschreven.)
DE DUITSCHERS OVER DE
ENGELSCHE TROONREDE.
Het officieuze Duitsehe blad, de. Nordd. Allg1.
Ztg. schrijft naai- aanleiding van de Engelsche
Troonrede
„Indien de Engelsche rvgeering alle moge
lijke moeite voor het behoud van den wereld
vrede gedaan had, zou li ij inderdaad behouden
gebleven zijn. De Duitsehe Keizer heeft die
moeite nog' tot op het laatste oogenblik bij
de vorsten van Rusland en Engeland gedaan.
Aan die pogingen is geen succes be,schonen
geweesi. x;,ans weten Wij uit onweerlegbare
getuigenissen, laatstelijk uit het op 30 Juli
door den Belgischen gezant te St. Petersburg
aan zijné regeering uitgebracht rapport, dat
Rusland er alleen op los is getrokken, omdat
het in het bezit was van de stellige ver
zekering van de Engelsche regeering, dat
Engeland aan den oorlog tegen Duitsehland'
zou deelnemen. De troonrede rept hier niet
van. Evenmin geeft zij een reden op, waar
om Grey het Duitsehe voorstel, dat Engeland
voor de onzijdigheid van Frankrijk borg zou
staan en zoodoende althans het Westen van
Europa don oorlog zou besparen, eenvoudig
heeft genegeerd. Zoodoende kan men ook de
verzekering van den Koning van Engeland,
dat hij „door een opzettelijke inbreuk op bij
traetrtak'gewaarborgde verplichtingen" tol den
oorlog gedwongen 'is, terzijde stellen. Niet
opzettelijk en uit genoegen ër in, maar met
leedwezen en ,uit onverbiddelijke noodzake
lijkheid ;t|o.t zelfbehoud, heeft Duitsehland zich
gedwongen gezien het Belgische gebied te
betreden, tioen de oorlog, dien Engeland had
kunnen verhinderen, onvermijdelijk was ge
worden. Hoe eindelijk de levensbelangen van
het Britsdie Rijk 'Engeland tot den oorlog
hebben gedwongen is ons volkomen onbe
grijpelijk. Steeds beweerde men, dat het En-
gelande grootste belang was, den vrede be
waard te zien, en da loop van den strijd
tot dusver is vermoedelijk met deze formule
niet in tegenspraak."
DE ZEGEN VAN DEN OORLOG.
Het was een troost, een zeldzame vreugde
foor dien zielzorger schrijft een Duitseh
pastoor, en de .Tijd heeft het stuk vertaald
toen in den nacht van den 31 en Juli,
de eerste in het nachtelijk uur, opgeroepen
jongens ons handen vol werk gaven. Onder
het zingen Van: „Die Wacht am Rhein" kwa
men zij naar de pastorie, om afscheid te ne
men, maar ook, om den vrede te herstellen
met God en zich met het Brood des Levens
te sterken. Mannen en jongelingen, die in
dit oogenblik dadelijk tot God opzien en voor
hun ziel zorgen, achten liet aardische leven
weinig meer; zij houden hun heiligen eed van
trouw aan hot vaandel en kunnen ook nooit
r (azende beesten worden op het slagveld, zij
bewlaren hun zelftucht.
Den volgenden morgen trok de sterkste
troep uit met muziek. Hoe hebben hun oogen
geschitterd, toen hun zielzorger op de hoogte
van den berg' hun nog eenmaal den blik deed
terugwenden naar het kerkje, waarin zij zoo
veel genaden ontvingen, naar het lieve dorp,
waarin zij zooveel dierbaars moesten achter
laten; hoe hebben zij jubelend ingestemd met
het hoera op keizer en rijk en daarna still-
daiikend hun pastoor de hand .gedrukte Lief
vaderland, gij kunt gerust zijn, heb ik ge
dacht; iedere man is een held.
Ook degenen, die achterbleven in ons stadje
zijn mobiel. Een collecte i'1 de kleine pa
rochie van arme mijnwerkers bracht 6'JO mark
op; een vereeniging schonk uit haar slecht ge
vulde kas 100 mark; de mees'fe inwoners ga-
ven de vergpoduxg?, welke- .zij bekomen vuor,
<le luatisVo inkwawtioring voor den oorlog. Eon
vracht linnen ging naar een nabijliggend
klooster, waarin gewonden worden onderge
bracht; eieren en aardappelen worden met
vreugde mede opgebracht. De meisjes ko
men das Zondags samen, om te strijken.
Het meest roerende is de godsdienstig© her
leving in de parochiën. De II. Mis 's mor
gens is zeer, druk bezocht!; vete parochianen
ontvangen dagelijks de H. pommuuie. Des
avonds giaat men in groote scharen naar de
kerk, waair, de rozenkrans wordt gebeden.
Wanneer de duisternis reeds tot rusten 1100-
dig't, komen nog heele processies samen bij
liet kruis aan den landweg. Zij versieren
liet met bloemen ©n kaarsen. In het stof
liggende roept de Vrome biddende menigte
uit bange, offervaardige harten tot den Vader
daarboven, dat hij de vaders en zonen en
broeders daarbuiten beschutte. Een harde krij
ger uit Westfalen zei mij „Rij zulke toonee-
len heb ik eerst geweend." Het is de H.
«Geest, die over, het boetende en rouwende
volk vaardig wordt-
OOGGETUIGE OVER
DUITSCHLAND'S OP
TREDEN IN BELGIë.
Een redacteur van »c'e Maasbode" heeft een
onderhoud gehad niet een voornaam Ameri
kaan, den heer Victor Bogaert, uit Lexington
(Kentucky), die 0. m. het volgende verhaalde
over hetgeen hij gezien had op zijn reis door
België
Hij vertelde, hoe hij met eigen oogen gezien
had, dat een soldaat de lafheid had om een
moeder met een klein kind te zamen als het
ware aan een sabel te rijgen, en hoe andere
vrouwen genoodzaakt werden, dat onmenschelijk
schouwspel aan te zien.
„Ik heb geroepen, zoo vervolgde de Amerikaan
diepbewogen: „Haben Sie keine Frauen, haben
Sie keine Kinder? Hat eine Mutter Ihnen nicht
das Leben gegeben?
Niets mocht echter baten en als ik niet spoe
dig gezwegen had, had ik het lot dier onge
lukkige schepsels moeten deelen.
„Ik heb met eigen oogen gezien, zoo ging de
heer Bogaert met verontwaardiging voort, hoe
in Leuven twee paters Jezuïeten gevangen ge
nomen werden. En terwijl men den eenen af
martelde en ten slotte vermoordde, sloeg men
den anderen de handen voor het gelaat weg 0111
hem te dwingen dit vreeselijk schouwspel gade
te slaan.
„Ik heb gezien hoe een man, die, van alles
beroofd zijn huis, zijn vee, zijn levensmid-
delenvoorraad om een kleine schadeloosstel
ling vroeg om tenminste voorloopig eenig voed
sel te kunnen koopen voor zijn vrouw en kinde
ren, barsch werd afgewezen.
„E11 toen hij schreiend nogmaals aandrong,
hebben de onmenschen hem in het bijzijn van
zijn vrouw en kinderen op een stoel gebonden,
hooi daaronder aangebracht en hem levend ver
brand."
Op den weg van Leuven naar Tervueren was
deze Amerikaan dooi Duitsehe soldaten aange
grepen, die hem toeschreeuwden: „Haben Sie
kein Geld wir müssen Geld haben!" Verzet
was hier onmogelijk. „Ik gaf dus aanstonds mijn
portemonnaie en mijn bankpapier uit mijn porte-
feu.ilie over. Mijn andere papieren van waarde:
effecten, mijn chèqueboek enz mocht ik behou-
den, wijl zij daarmede toch niets doen konden,
evenmin als ik zelf op dit oogenblik.
En zoo liet men mij, van mijn geld beroofd
ofschoon ik niets met den oorlog had uit te
staan in vrijheid, nadat ik eerst nog een uur
j lang onder bewaking van twee officieren had ge-
staan. Daarna werd ik bij een aantal krijgsge
vangenen in een schuur opgesloten, waar wij,
zoo zeide men ons, in veiligheid waren. Doch
spoedig had men door een opening hooi er in
gestoken, om daarna den boel in brand te
steken.
En als ik het niet spoedig gemerkt had en
door een gat, waar de varkens doorkruipen, was
weggevlucht, had ik nu hier niet gestaan.
,,'t Is vreeselijk," riep hij uit, „wat door de
Duitschers in België is bedreven!"
De man besloot: „Ik geef u het recht mijn
verhaal in „De Maasbode" op te nemen en mijn
naam er bij te vermelden. Dit wil ik er nog aan
toevoegen: Ik heb verleden jaar ook den oorlog
in Mexico meegemaakt, doch ik kan u verzeke
ren, dat hetgeen daar door half onbeschaafde
menschen is bedreven, niets is, vergeleken bij
hetgeen door de Duitschers in België is ge
daan."
ANTWERPEN, ID Sept. 1914.
(Van onzen eigen eer respondent).
Wat ik gevraagd heb, is mij toegestaan.
Ik heb de gelegenheid gekregen mijn vleu
gels wat vrij uit te slaan. Vanaf Maandag
ochtend g-a ik dag in, dag uit op het oor
logspad.
Vooraf wil ik echter iets verklaren.
Ik beloof bij voorbaat, alhoewel de lezers
mij: genoegzaam kennen, enkel t© zullen
schrijven wat ik zélf gezien of gehoord heb.
Ik ben niet, wat men oppervlakkig noemt,
ant.i-Duitsëb of anti-Belgisch, noch minder
Duitseh of Belgisch gezind: ik hen voorstan
der en partijganger van liet recht en der
rech tvaa rdigh eid.
Laat dus niemand zeggen: de Belgische
correspondent is partijdig. Ik hen dit, abso
luut niet, maar hij mij is recht; recht! en
daarmedei afg-eloopen.
Ik zal dien l'ezers, zooals ik steeds gewend
was, naar beste weten inlichten, over wat
ik zal zien en hooren, m,a.w. ik zal op den
ouden weg voortgaan.
Het onderhond dat Kardinaal Mercier aan
Italiaansdhe dagbladcorrespondenten zou toe
gestaan hebben en dat door de Belgische
pei-s openhaar gemaakt werd en ook door mij
bekend gemaakt werd, was als interview uit
den duim gezogen, doeüi ik had da bron ver
nield, dus niet voor de waarheid ingestaan.
Mij treft dus geen schuld, ik had liet onder
voorb eh 0 ud do orgezo raden
De lezers wil ik nog nader inlichten.
Indien ik in mijn reis-artikelen zal moe
ten schrijven over hier gepleegde banalitei
ten, dan. neem ik de verantwoordelijkheid
op mijn. Onze geachte hoofdredactie heeft
daarom, voor den inhoud, dus geen moreele
verantwoording, alhoewel ook zij zeer goed
weet dat ik niets zal schrijven dan de waar
heid.
"Wat ik schrijf zal ik bewijzen door het
noemen van namen, wat wil men nog meer?
De mensdbien mogen toch wed weten hoe het
Belgische volk verschopt en vertrapt en in
zijn heiligste gevoelens geraakt wordt? Ik
zeg: heiligste gevoelens!
Want laat men toch niet vergeten: het volk
is bier inderdaad nog goed katholiek»
In deze dagen zie en hoor ik, zooals ik
reeds vroeger schreef, voor de zooveelste
maal, lióe innig diep het volk aan onzen
godsdienst verkleefd is.
Zio in de kerken.
Daar zitten alle rangen en standen in groo
te getallen hijeen; daar kunnen zij gemeen
schappelijk emeeken 0111 afwering der oor-
logsrampen. Ge moet daarvoor op de dorpen
komen, om eenigen indruk te krijgen.
En dan: de Belgen zijn vereerders der He
mel-Koningin. Men moet de roerende beden
van vrouwen en kinderen gehoord hebben
om dat te begrijpen. Kom des avonds maar
eens in de: kerken, ik hen overtuigd dat ge,
na. eeuige dagen, mijne gedachten zult dee
len. Dat ge dan niet meer zult zeggen: België
staat als onzedelijk bekend.
Over de groote steden, evenmin als over
i die in andere landen, wil ik niet spreken,
en toch zijn er daar duizenden en honderd-
duizenden die diepgodeienstig voelen; en op
de dorpen is dit algemeen.
Ge zoudt de leger-aalmoezeniers moeten
hooren. Ik schreef er reeds over. Maar het
is treffend als men hen hoort vertellen hoe-
vele soldaten er, vóórdat zij den oorlog in
trekken, komen vragen om toch nog weer
een te kunnen commnniceeren.
En dan de Maria-genade-oorden. Ouder
lingen, vrouwen en kinderen maken voet
reizen, uren lang, om de Onbevlekte Maagd
te gaan vereeren.
Zij worden in deze dagen in hunne heilig
ste gevoelens aangetast.
Arm volk
Ig ga dus op liet oorlogspad, elerlijk, on
partijdig, maar met een hart vol pijn over
de rampen, die ik van dit katholieke volk
zal moeten zien. Want ik weet bij voorbaat:
Katholiek Belgenland is wreed en onmen
schelijk geteisterd.
Tot morgen.
Ch. A. B.
ONS GASBEDRIJF.
In liet gemeenteverslag over 1913 heeft ons,
onder andere dingen, ook bizonder getroffen
de gunstig© toestand van ons stedelijk gas
bedrijf.
De directeur stelt dien gunstigen toestand,
die wijst op een voortdurende uitbreiding
van Ihi&t gasgebruik onder alle standen, voor
namelijk op rekening van het besluit der
gemeente, om het bekende gebouw in de
Kruisstraat voor het gasbedrijf af te staan.
Inderdaad zal dit wel zoo zijn.
Doch daar moet dan noodzakelijk bij ver
meld worden (wat de directeur natuurlek
niet kon doen) dat de bloei van ons gasbe
drijf in nóg grooter mate zijn vooruitgang
dankt aan de gezonde wijze van exploitee-
ren, waardoor ons gasbedrijf niet is wat
elders vaak gebeurt een echt „ambtenaars-
instituut", maar een gemeentel ij ke dienst, die
zich aanpast aan en voeling houdt mèt de
praktijk en" de particuliere wenschen.
Dat blijkt uit alles.
Wij hopen, dat men in deze richting mag
voortgaan.
Menige andere stedelijke dienst (bouwbe
drijf of belastingen b.v.!)- zou er eveneens
voordeel van hebben, wanneer er wat min
der „op ambtenaars-manier", en wat méér
op practische wijze met de burgerij werd om
gesprongen
NóG MEER OORLOGVOERENDEN?
Te Londen wordt als zeker medegedeeld, dat
volgens bericht en uit Washington Roemenië
en Bulgarije spoedig aan de zijde van Rusland
aan den oorlog deelnemen zouden. Griekenland
I zal dan ook mêe gaan strijden, en Turkije moet
dan vanzelf de partij van Duitsehland kiezen....
Ook Italië's oorlogsverklaring aan Oostenrijk
is volgens sommige berichten nog maar een
j kwestie van een paar dagen.
i Zouden wij heel alléén overblijven in „onzij-
digheid"?.
Het onuitputtelijke Rusland. Uit St. Peters-
burg wordt aan de Engelsche bladen gemeld,
dat een nieuw Russisch leger van 900,000 sol
daten, da voorhoede van een strijdmacht van 2
millioen, in Midden-Polen tegen de Oosten-
rijksch-Duitsche troepen oprukt, en dat nog
een ander leger van 2 millioen uit afgelegen
districten van Rusland in October tot optreden
gereed zal zijn.
De Turksclie vloot. Een bericht, dat uit Kon-
stantinopel heet te komen, zegt dat de Goeben
en de Breslau nog Duitsehe bemanning heb
ben: er zou nu op elk schip van de Turkseba
vloot een Duitseh offieier zijn.
Volgens ITavas, is de Duitshe admiraal
Souclion, van de Goeben, benoemd tot opperbe
velhebber van de Turksclie vloot.
DE GROOTE 8LAG AAN DE A1SNE.
DE BESCHIETING VAN REIMS.
BERLIJN, 20 Sept. (Eigen S-corr.) De En-
gelsclien en Eranschen hebben in de laatst»
week tevergeefs gehoopt de goed bevestigde
Duitsehe stelling tusscben de Mans en de Oise
te bestormen. Duitsehland levert nu den slag
in stellingen die liet zelf heeft gekozen. Frank
rijk, dat groote versterkingen beeft aangevoerd
uit de stelling van Parijs en de legers ten zui
den van Parijs, trachtte den Duitschen-rochter
vleugel op te rollen en zoo tegen hot midden*
corps der Duitsehe armee terug te werpen.
Doch deze poging is volledig mislukt, met ge
weldige verliezen aan Fransche zijde.
De Duitsehe troepen hebben op verschillende
punten beduidende voordeelen behaald. In heli
centrum van den strijd ligt Reims, in het front
van de Fransche stellingen, die van daaruit
tegen de Duitsehe stellingen een geweldig ar*
tillerievuur hebben geopend. De Duitseher|j
zijn zoodoende gedwongen geweest, de staj:
Reims sterk te beschieten; echter heeft hal
Duitsehe legerbestuur nlle maatregelen geit
troffen, dat de Kathedraal van Reims zpff
mogelijk zal gespaard blijven. De Duitsehe lin<
kervleugel is door de Fransohen onophoudelijk
bestormd, doch ook daar hebben de goed be
vestigde stellingen op den Donon aan allo aan-;
vallen schitterend weerstand geboden.