DAGBLAD, voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Sterke Schoollaarzen 3e Oorlog. P. W. TWEEHUIJSEN, ICiraderfiiiisTOat 29«31>«£§8y Haarlem VOEKSHÜQ 23 SEPTÉESaBES 1984 33sto Jaargang Ho. 3593 Sursaux vim Éedsofla m Administratis Sntepoomnsunaafl Tslefoonainmitfop 1413. ABONNEMENTSPRIJS»? Per 8 maanden voor Haarlem Ü1.3S Voor de plaatsen, waar een agent Ie gevestigd (torn der gemj 1.35 Voor de overige pl&atsea ia Nederland franco per poet 189 Afzonderlijke nnmmere 0.03 PRIJS DER ADVERTENTIëNi Van 1—0 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 efc Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct per regel. Bnitenl. 20 et Dienstaanbiedingen 25 ct (6 regels), driemaal voor 50 ct contant). onderzeeërs moeten onze twee schepen hebben aangevallen en drie andere loerden op de „Cressy". Deze kruiser, ziende wat er gaande was, vuurde nog enkele schoten af, doch nauwe lijks waren deze gelost of hij onderging hetzelfde AfjievnA 24 September. G eb ouwSintBavo R. K. Volksbond R. K. Bureau voor rechtskundig advies inzake arbeidersbelangen van 8—9 uur. Rederijkers. - ilót als de „Aboukir" en dé „Hogue".' Groote Kerk 2—3 uur Orgelbespe- In ppn anannp 1a„ 7PP speling door den heer Louie Robert Zie programma Stadsnieuws. Bisschoppelijk Museum Jansstraat 79 geopend eiken dag van 105 uur tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zater dagen en R. K. feestdagen. OVERZICHT. De strijd aan de Aisne duurt nog altijd voort. Een mededeeling uit Fransche bron zegt niet veel anders, dan alleen dat de Duit- schers in Lotharingen weer vooruitdringen. Uit Duitsche bron zou blijken (men zie hieronder) dat de Duitschers dan in het centrum, bij Reims, winnen. Afwachten is en blijft de boodschap. De Russen dringen in Galicië langzaam maar zeker vooruit: ze hebben nu de stad Jaroslow genomen, halfweg van de grens naar Przemyzl Het beleg van deze laatste belangrijke vesting is dus nog niet begonnen, zooals men van Rus sische zijde al had gemeld. Iu Bosnië waar de Servische bevolking gemeene zaak maakt met de invallers zou den volgens een telegram uit Rome de Serviërs en Montenegrijnen reeds Serajewo zijn binnen gerukt. Bevestiging hiervan is echter nog niet gekomen. Het feit van den dag is voor ons natuurlijk het kranige wapenfeit van de Duitsche onder zeeërs, die drie groote Engelsche kruisers op de Noordzee hebben getorpedeerd. Uitvoerige be richten daarover volgen hieronder. Of de onder zeeërs behouden van hun tocht terugkeeren kon den, is uog onbekend. Een Engelsch bericht zegt dat de „Cressy" twee onderzeeërs in den grond heeft geboord, doch de overlevenden van dit schip betwijfelen het. Wij zullen uit Duitsche berichten daarover wel meer hooren. :r; stoute daad der DUITSCHE ONDERZEEëRS. De Duitsche Marine, die een heel voor zichtige manier van strijdvoeren heeft, juist overeenkomend met (in vergelijking met de Engelscli Fransche geweldige overmacht) haar grootte en beteekenis, heeft wederom een kranig strijdstuk te boeken. Zoo Ms we gisterenavond al kortelings, en van morgen heel uitvoerig in onze bulletin's hebben kunnen mededeelen, zijn drie groote Engelsche kruisers, de Hogue", de „Aboukir" en de „Cressy", door Duitsche onderzeeërs ui de Noordzee, ten N*. W. van den Nieuwen Waterweg', in den grond geboord. Een van deze schepen, de „Hogue" werd juist dezer dagen in onze krant nog genoemd: het was het eenige Engelsche oorlogsschip dai men van IJmuiden af had gezien. Een Jiaarlemsch ingezetene bracht ons gis- erenavond uit IJmuiden hierover reeds een uitvoerig bericht, dat hieronder is verwerkt. Wij geven nu uitvoerige mededeel in- gen over deze belangwekkende oorlogsdaad der Duds diers vlak bij onze kust. De schepen „Hogue", „Aboukir" en „Cressy" maken deel uit van de groote Engelsche flotilje, die in de Noordzee ter bewaking! rondvaart en die uile voorbijgaande schepen aanhoudt. Een der overlevenden verhaalt den zeeslag als volgt: „Wij, de drie kruisers „Aboukir", „Hogue" en „Cressy" voeren sinds enkele dagen in de Noordzee met de opdracht daar mogelijk vijan delijke schepen aan te vallen, den ingang van het Kanaai te bewaken en alle schepen aan te houden. Maandagmorgen voeren wij zeer dicht onder de Nederlandsche kust (zoo dicht zelfs dat zij vanuit Hoek van Holland werden gezien en de „Hogue" vlak voor IJmuiden het stoom schip „Hector" heeft aangehouden om te zien of het geen verboden waar aan boord had, zooals gisteren nog in de N. Haarl. Ct. werd medege deeld. Red. Hoezeer wij ook op onze hoede waren, wij ontdekten niets. Van vijandelijke schepenwas er geen spoor te vinden en toen gisteren het weer wat beter werd, was er bij ons aan boord een genoeglijke stemming. Hoe geneel anders werd dat hedenmorgen Toen moest er eindelijk eens gevochten wor den, vielen wij hem in de rede. - Vechten? Van vechten was geen sprake. Wij werden verrast en kunnen zelf nog niet ver klaren hoe het zoo spoedig afgeloopen was. 't Was 6 uur in den morgen en de dag nog nauwelijks aan de lucht. Wij voeren op ongeveer 20 mijlen ten Westen van het vuurschip Maas, de „Aboukir" en de „Hogue" vrij dicht bij el kaar, de „Cressy" op grooteren afstand Plotseling: een schok en de „Aboukir" vlooo- m de lucht. In korten tijd was het schip naar den kelder. De „Hogue", die op de plaats des onlieils afstevende, onderging hetzelfde lot en toen eerst begreep ik dat wij de buit waren ge worden van Duitsche onderzeeërs Viif n, In een korte spanne tljds lag de zee met lijken bezaaidvan de 2500 man, die op de drie krui sers waren, moeten velen in hun slaap zijn ge dood. Talrijke leden der bemanning werden ook géwond en het was een hartverscheurend tooneel te zien hoe deze ongelukkigen met den dood worstelden. U hebt zoo juist den matroos gezien met zijn gebroken beenen? Hij heeft zich 6 uur lang, ondanks zijn hevige pijnen, boven water weten te houden. Ik zelf heb met dien kleinen jongen daar van 15 jaar even zoo lang in het water rondge zwommen. De jongen is geloof ik mijn redder geweest, want soms voelde ik mij de kracht en den moed ontzinken. Men moet ook als 't ware over een bovenmenschelijke kracht beschikken, meneer. Zoo rond te drijven te midden van ver minkte lijken, van schreiende gewonden, die nog al het mogelijke doen om hun leven te redden, die pogen om zich aan u vast te klampen, is verschrikkelijk en ontmoedigendIk geloof dan ook, dat ik het zou opgegeven hebben, als de ]ongen mij niet had toegeroepen: hou vol Jack! Dat heeft mij waarschijnlijk gered. Eindelijk - na zes uur lang te hebben rondgedreven kwam beradenheid verbergt, die in uren van het ge- hulp opdagen. Wij werden met 114 man aan vaar eerst in het volle licht k nen opgepikt uit een aantal booten]; Ih-et wa ren overlevenden, offioieron en matrozen» van de drie Engelsch© kruisers Hogue, Abou kir en Cressy, welk© door Duitsche onder zeeërs tot zinken waren gebracht '«Morgens ongeveer 6 uur waren de Ho gue en de Aboukir getorpilleerd en om 8 uur zag de bemanning van de Flora de Cressy overhellen en in de diepte verdwijnen. De matrozen zijn ondergebracht in twee hospitalen en eenige hotels, waar ze van klee deren werden voorzien! De kapitein van de Flora rapporteert nog, dat het stoomschip Titan, dat vermoedelijk te Hoek van Holland zal aankomen, ook een aantal gewonden aan hoord Ibeeft. Da drie Engelsch© kruisers voeren bij hel der weder, toen plotseling de Aboukir zonk. Het schip verdween spoedig in de diepte. Op de „Hogue" dacht men, dat op de „Aboukir" een ontploffing plkate had en wilde men te hulp komen, maar weldra werd ook de Hogue door onderzeeërs aangeval' len en spoedig tot zinken gebracht. Het verhaal yan den kapitein van die „Flora". Kapitein Voorham van de „Flora" is een van die kranige zeelieden, die den naam van den Hollandschen zeeman hoog weet te houden en onder zijn grooten eenvoud een moed en vast- zegd dan gedaan. Want er stond een hooge zee en mijn schip slingerde zwaar. En dan waren de schipbreukelingen alles behalve fikscli. Ik hoorde later, dat vóór de „Cressy" twee andere kruisers, de „Hogue" en de „Aboukir", iu den grond waren geboord. En die arme kerels had den al een heelen tijd rondgedobberd met niets BÜiSTELJSJÜlSüTfïHAT 27. aan hun lijf. De meesten heb ik zoo naakt aan boord gekregen. Ze hadden geen tijd meer gehad j ook maar het geringste kleedingstuk aan te trek- ken. U begrijpt dus, dat ze door en door ver stijfd waren. Met alle mogelijke hulpmiddelen moesten wij hen aan boord hijschen. Sommigen werden door middel van takels aan boord ge bracht, anderen door de luiken. Mijn mannen TELEFOON 1770. er boord genomen van de „Titan" (later heeft een komen. Alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld Engelsche torpedojager er weer 89 van de gold, zoo verhaalde hij aan een correspondent „Titan" overgenomen. Red.) Wij waren doode- j van de Telegraaf van de redding der 287 Engel- Haarlemsche Alleiiagjes No. 1437. DE LANDWEERMANNEN. Het is nu zoo om en nabij twee maanden hadden drhanden"vM~Wie *van' de'Ëngelschén haast, dat de militie en de landweer is opgeroe- weer eenigszins op dreef was, hielp ook mee aan pen om onze onzijdigheid te verzekeren het binnenhalen van zijn kameraden. Voortreffelijk is de geest der soldaten totnogtoe Toen1 ik zoo een uur met redden bezig was, steeds geweest, en ook de ouderen onder hen, zag ik de „Triton" naderbij komen. Die hoezeer ze ook groote offers vaak hebaen moeten heb ik toen met een vlaggesein doen weten,brengen, hebben dat zonder morren gedaan. DE KATHEDRAAL VAN REIMS, het wonderschoone bouwwerk, dat zeven eeuwen heeft getrotseerd, en nu naar de berichten melden door de Duitschers is beschoten en naar men zegt geheel of gedeeltelijk vernield. lijk vermoeid, en uitgeput, en verstijfd de meesten onzer hadden geen kleeren aan het lCrtaZ~ V3Q k°u- «nuuo £•"-'« vuuiuaui gisier- L»e Bemanning van de „Titan" bezorgde ons j nacht om 3 uur van Rotterdam vertrokken met schen, een redding, bewerkstelligd door de 18 opvarenden van de „Flora". Ik was aldus kapitein Voorham gister- echter dadelijk alles wat wij noodig hadden en hielp ons op de liefderijkste wijze. Of er nog meerderen gered waren, vroegen wij? Ik geloof van wel, antwoordde de Engelsch- mp"o Behalve de „Titan" zijn nog een ander l aeriandscli schip en een paar Engelsche tor pedo s te hulp gekomen. Van de 2500 koppen zullen er wel 700 gered zijn. De Nederlandsche schepen, die aan de red ding hebben deelgenomen, zijn de „Titan" (die bestemming Leith. Even vóór 6 uui had ik den Waterweg verlaten en waren wij in volle zee ge komen. Om 8 uur, toen ik ongeveer 18 zeemijlen buiten het Maas-vuurschip was gekomen, zag ik op een afstand van 8 zeemijlen een oorlogsschip, dat later bleek de Engelsche kruiser „Cressy" te zijn geweest. Duidelijk kon ik de vier stoom pijpen van het vaartuig waarnemen. Het zal ongeveer half negen geweest zijn, toen ik plot seling zag, dat de „Cressy" voorover helde. En nauwelijks had ik dit door mijn kijker gezien, of ineens brak de „Cressy" middendoor en zon- inl Ioek van Holland binnen is gevallen) en de ken de twee stukken in de diepte Het ging in Ewiml g,SterenaVOnd fe duiden aan-minder tijd, dan ik liet u hier vertel. Van da" oogenblik af had ik slechts één idee: te redden, Een ™n«„nmio„i w rT -, wat er te redden viel. Ik stoomde in de richting ons eisferenav mJ 11 n(V IJ,miuten meldde van de plek, waar de „Cressy" gezonken was r>n TPlm-v' n Ipn 1 aar kwamen al de eerste sloepen op de t w' ,p wes' Rotterdam naar j.„Flora" aandrijven. Hot ging nu langzaam voor- Leath, is hier heden (Dinsdag) avond half I uit, dan weer stoppend, dan weer uitwijkend zes binneng'Hoopeu niet 287 Engrekeiiieu aan j daar ik bang was, de sloepen te overvaren. T. n eu ééa ««wonde. j Terwijl ik op de brug bleef, waren mijn man- Buitsche onderzeeërs" Vijf"Duitsdie N \V v-m ,,'v- op °"?ev€er .20 zeemijlen nen bezig om te trachten, de schipbreukelingen JT UUItscne' A v<m den N.cuuve.i Waterweg, deze man- laan boord ie krijgen Dat was makkelijker ge- dat zij hulp moest brengen, Hoeveel sloepen er wel ronddreven, zou ik niet kunnen zeggen. Ik iheb bijna niets gezien. Alleen weet ik, dat er altijd maar nieuwe sloepen aandreven. Nauwelijks had den wij er een ontladen, of er dreef weer een tweede op ons af. En dan gingen wij weer langzaam vooruit op zoek naar nieuwe sloepen. Wanneer we weer een nieuwe sloep hadden ontladen, namen mijn mannen er de prop uit» om ze te laten zinken. De sloepen konden we niet aan boord nemen, want toet werd met al die mensehen al mooi vol. En daarbij waren de mees ten hulpeloos. Toch zijn het kranige lui, die Engelsch en. Mijn mannen vertelden mij, dat sommige sloepen zonder riemen ronddreven. Maar dan kwamen de sloepen, die wèl van riemen voor- zien waren, hnn kameraden te hulp en na men zij de hulpelooze sloep nog op sleep touw. Overbemand waren de sloepen niet, al hadden zij met de (boog© deining voldoende vracht aan de mannen, die zich er in gered (hadden. In sommige reddingbooten hadden ze uren lang niets anders gedaan dan lioo- zeii Want voortdurend kregen ze water binnen. Onder de geredden bevond zich een stoker, wien de heide beenen verbrijzeld waren. Het was aandoenlijk te zien, met welk een zorg ztfn kameroden Jiem beschermden. Toen ik op 28 man na ales wat levend was gered had, zag ik plotseling torpedo's en lichte kruisers in mijn nabijheid. Een der Engelsdhe matrozen seinde toen aan boord van de Flora, door het herwegen van zijua armen, dat hij aan boord was van een be vriend vaartuig. De Engelsche stoomschepen voeren toen verder. In de nabijheid zag ik ook nog Engelsche visschersvaartuigen, die naar alle waarschijnlijkheid ook nog opva renden der oorlogst)odeurs redden. Ook denk ik wel, dat de torpedo's aan de redding deel namen, zoodat niet te zeggen is, hoeveel per sonen in dezen slag het leven verloren. Wij zagen vele lijken drijven, mannen, die eenvoudig om het bloote lidhaam een red dinggordel droegen. Onder de geredden bevinden zich twee En gelsche dokters, die de geredden zooveel doenlijk hielpen. Een der mannen stierf hij mij aan boord» hoewel men wel een uur lang de kunstmatige ademhaling op hem toege past had. Alles wat we aan kleeren en dekens aan boord hadden, werd onder de gereddén uit gedeeld. En de kok kwam handen te kort, om en honger van mijn 287 gasten te stillen. Mijn tweede officier heeft nog eenige on derzeeërs in de huurt van mijn vaartuig ge zien. Gelukkig lieten ze mij met rust. Om half twaalf zag ik geen sloepen meer. Tot zoolang waren wij met de redding bezig geweest. Ik besloot toen de dichtstbijzijnde haven binnen te loopen. En zoo kwam het, dat ik om 5 uur te IJmuiden aankwam. .Verhaal van de „Titan", Een van de officieren van de „Titan" heeft van het gebeurde het volgende medegedeeld aan de N. R. Ct. De Titan was Zondagmorgen met slecht weer v.;n Leith vertrokken en zette koers naar Rotterdam. tormorgen te 7 uur 50 ontdekte kapi tri.. Berkhout, bij hooge zee, aan den hort zon drie Engelsche oorlogsbodems. Eu reeds na een kwartier zag hij de Hogue, Aboukir en Cressy één voor één zinken, De Titan spoedde zicli naar de plaats van liet onheil en kwam daar te 9 uur 20 aan. Het schip bevond zich weldra te midden van vele drenkelingen, sloepen en wrakhout van de gezonken kruisers De gezagvoerder gaf onmiddellijk bevel, de twee reddingsbooten uit te zetten, Deze keerden twee keer terug, vol met drenke lingen, die op de Titan werden opgenomen. De bemanning stelde dadelijk alles in het werk, om de geredden zooveel mogelijk op hun gemak te brengen. Terwijl de twee reddingsbooten bezig wa ren, de schipbreukelingen aan boord te bren gen, kwamen er ook nog een aantal naar de Titan gezwommen, die met haken en touwen binnen werden gehaald. Ook was een van de sloepen ven de gezonken oorlogsschepen be zig, drenkelingen op te nemen. Zoodoende kreeg de Titan 114 schipbreu- Toch is vooral het in dienst zijn van de land weer voor vele huisgezinnen een schrikkelijk ver lies. Daarom zal het velen genoegen doen te ver nemen, dat (naar wij uit goede bron en van verscheidene zijden hebben vernomen) er kans bestaat, dat onze landweer, zij het dan ook voor loopig en met de boodschap dat ze eiken dag gereed moet zijn voor weder-opkomst, eerlang huistoe zal gezonden worden. De kans is er. Of het door zal gaan, zal natuurlijk van dt omstandigheden afhangen. En daarom valt er niets zeker te zeggen. Maar wij weten ook dat de militaire autoriteiten, die den last voor vele huishoudens heel goed beseffen, zeker geen dag langer de oudere landweerplichtigen zullen houden dan noodig is. Laten we hopen, dat spoedig de toestand zóó wordt, dat het naar huis-zenden der landweer mannen zonder gevaar gebeuren kan geefschbeide booten keerden terug, zonder nog één schipbreukeling ontdekt te hebben. Het was toen kwart voor 12 en juist wilde de Titan haar reis naar Rotterdam vervol gen, toen eenige Engelsche torpedobooten ter cd ding kwamen opdagen. Ze kwamen ech- te laat. Onder de geredde schipbreukelingen be vond zicli ook de gezagvoerder van een van de gezonken kruisers, die, nagenoeg geheel ongekleed, door een der reddingsbooten werd opgepikt. Ook een reddingsboei van de Cres sy werd opgevischt en aan boord van de Titan gebracht. Te 12 uur 4U werd de Titan aangehouden door de Engelsche torpedoboot Lucifer, die den gezagvoerder van de Titan verzocht, de geredde schipbreukelingen te mogen overne men. Aan dit verzoek werd natuurlijk vol daan. Er gingen toen 89 van de 114 geredden aan boord van do Lucifer. D© 5 dooden en 1 gewonde bleven op de Titan, alsmede 19 schipbreukelingen, waarvan er een aantal licht gekwetst waren, en weer anderen door het lang in het water liggen zoo versuft wa ren, dat ze niet in staat waren, op de Lucifer over te gaau. Te ongeveer half zeven kwam de Titan te Hoek van Holland aan on nadat do 5 doodon en 20 overlevenden aan wal waren gebracht, werd naar Rotterdam opgestoomd, waar het stoomschip, dat een lading kolen aan boord had, te circa half negen aankwam. kelingcn aan boord, waarvan er reeds 5 ble ken overleden te zijn. Nog eens gingen de twee reddingsbooten cr op uit, doch deze derde reis was tever- In 't Roode Kruis-hospitaal to IJ m u i d e n. Men meldt nog van gist erena vond laat aan de Tel. het volgende uit IJmuiden: De oude visehafslag, waarop sinds weken de witte vlag met 't Roode Kruis geplant staat, bleef heel den avond het middenpunt, waarop zich de belangstelling der IJmuide- naara concentreerde. In groepen stonden ze voor 't gebouw, bespraken ijverig liet groot gebeuren van den dag on prezen in alle toonaarden de dapperen van de „Flora", die de goede reputatie der Nederlandsche zee lieden op zulk een schitterende wijze hand- haalden. Hoe uitbundig de loftuitingen ook mochten zijn, hoe belangwekkend dc verha len, die men elkander had te doen, op fluis terenden toon werden alle gesprekken ge voerd. Zonder dat iemand ze gewaarschuwd' had begrepen de IJmuidenaars, dat wie daar binnen achter de glazen deuren vertoefden, in de allereerste plaats behoefte hadden aan' rust en kalmte... En kalm en rustig was het in de loods, waar op den begancn grond en boven oj> de galerij een vier-en-twintigtal ijzeren ledi kanten geplaatst stonden. Ze waren alle thans bezet. Den beiden ernstig gewonden, door de „Flora" aangebracht, had men een' onderkomen verschaft in het kleine Witte' Kruisgebouw, de lichtgekwetsten echter kwamen in de ambulance. Sommigen hunner kregden een scherm om het bed; verrewe de meesten echter voelden zich niet zó zwak, niet zóó vermoed, of ze wenschten ook hun deel te hebben van de algemeene belangstelling, welke den Engelschen op zoo' ondubbelzinnige wijze te beurt viel. Naast en' om do bedden hadden zich tal van andere' geredden gegroepeerd, ze rustten uit van de' doorgestane emoties, schreven brieven en kaarten naar huis, om hun gelukkige red ding te melden, of voerden in hun dikwijl)? eigenaardig Engelsch zeemans-taaitje zoo goed en kwaad het ging gesprekken met üa( dames, die den rooden kruisband om den! arm droegen en voortdurend bczi'; weren heji mi «ment cnnmr F. V} 1,1 J 1 f ff vctuigut uuo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 1