KERKNIEUWS. Een strijd in volle Zee. Vr. vau jos S. te Hillegotu. Antw. Wij hebben uw vraag met de moeilijk heid gelezen en onder de oogen gezien. Beter aan hierop een uitvoerig antwoord te geven ach- ';cn wij het beste dat u zich met deze moeilijk heid wendt tot het R. K. Bureau voor rechtskun dig advies inzake arbeidersbelangen tc i laar- iem. Dit bureau houdt eiken Donderdagavond zitting van 8 tot 9 uur in het gebouw Sint Bavo, Smedestraat, te Haarlem. Niet alteen dat men u dan volledig zal inlichten, ihaar ook hebt u naar de vereischte rechtskundige hulp- direct hij de hand en bereid u te heipen. Onkosten zijn er niet aan verbonden, tenzij een kleine vergoe ding. Vr. 1. Is er aan het Academisch Ziekenhuis te l eiden een polikliniek? 2. Worden de patiën- en aaar behandeld door professoren? 3. Wan neer kan men daar terecht? Aniw. 1. Ja. 2. Ja, althans onder toezicht van prolessoren. 3. U kunt er eiken werkdag van 9 uur 's morgens af terecht. Voor speciale ziekteu zijn speciale uren vastgesteld, t-'ragen over loten. Aniw. Zij, die geen antwoord ontvingen op hun vragen omtrent uitlotingen van loten, zij medegedeeld dat huu loten nog niet zijn uitge loot voor zoover ons bekend. Aan hen, wier loten wel waren uitgeloot, hebben wij die bekend ge maakt per brief. De uitlotingen der Sint Bavo- leemng worden immer in ons blad bekend ge- maaKt. Dit ais antwoord op een gedane vraag. Vr. Wat kan ik doen om weder in het bezit te Komer. van een door mij verhuurd huis, waai- van de bewoner mondeling heeft kennis gegeven dat hij er uit zou trekken. Hij deed dit ook, doen gaf geen sleutel en liet het huis gesloten achter, gordijnen voor de ramen. Hij is nog ettelijke weken huur schuldig en heeft geen aures achtergelaten. Antw. U zult eerst moeten beginnen met te weten te komen waar uw huurder is. Dat weten wij ook niet. U kunt dan, na hem gevonden te heoben, den sleutel en de achterstallige huur door oe politie of door den deurwaarder laten opeischen. Kunt u den huurder niet vinden, dan geven wij u in overweging de deur te forceeren en aizoo binnen het huis te dringen. Vr. Ik moet vijf October onder de wapenen komen bij het paardenvolk. Ik heb echter bericht ontvangen, dat ik 5 October niet weg hoef. lot hoelang heb ik nu uitstel? Antw. Dat is onbekend. Het uitstel is onbe paald Vr. In 1913 was ik aangeslagen in de be- drijfs- en inkomstenbelasting voor f 1.10. Dit jaar is dit 4.40. Kunt u mij ook zeggen tegen welk inkomen ik ben aangeslagen? Ik heb vijf kinaeren beneden de zestien jaar. Antw. f 800. Vr. Ik ben op Zondagavond in mijn dienst gekomen en de dienstopzegging heeft ook op Zondagavond plaats gehad. Heb ik nu het recht om op Zondagavond te vertrekken, en zoo niet, hoe laat mag ik dan Zondags mijn dienst ver laten Antw. U had den dienst moeten opzeggen 's Zaterdagsavonds tegen de volgende weck Zaterdag. Dat hebt u niet gedaan. U hebt 't 's Zondags gedaan. Dat is te laat, dus moet ti nog tot den tweeden daarop volgenden Zater dag blijven. U moogt dan 's avonds na afloop van het werk vertrekken. Van vertrekken op Zondagavond komt in geen geval iets, tenzij met goedvinden van uw patroon. Antw. Wij zouden u niet aanraden thans iu Duitschland te gaan werken. Verzuim in ieder geval niet eerst uw licht op te steken bij den directeur der Arbeidsbeurs te Haarlem, die over uw speciale geval zal kunnen oordeelen, of bij de Emigratie-vereeniging in Haarlem. Een pas kunt u bij den Duitschen consul verkrijgen. Vr. Bestaat er een vast tarief van uitkeering voor vrouw en kinderen van personen, die onder de wapenen zijn. Indien de uitkeering te gering is, tot wien moet ik mij dan wenden om daarin verbetering te brengen? Antw. Door den Minister van Oorlog is liet maximum van het tarief van ondersteuning be paald op f 1.50 voor een landweerman en op f 1.voor een milicien. Hoeveel een landweer man of milicien voor vergoeding krijgt wordt bepaald door den Minister van Oorlog, na daarin voorgelicht en geadviseerd te zijn dooi den burgemeester der gemeente, waarin de be doelde landweerman of militieplichtige woont. De burgemeester stelt daarna een onderzoek in naar de behoeften van het gezin. Kunt u zich niet vereenigen met het bedrag, dat is toegekend, dan kunt u zich om verbetering wenden tot den Minister van Oorlog. Maar aangezien de minis ter, alvorens een nieuw besluit uit te vaardigen, toch weer eerst het advies van den burgemeester vraagt, zoo zult u het beste doen met u aller eerst met uw klachten te wenden tot den burge meester der plaats uwer inwoning. Zijn uw klachten gegrond en meent de burgemeester dat uw wenschen moeten ingewilligd worden, dan zal hij u wel adviseeren een request te zenden tot den Minister van Oorlog of zelf voor de vervul ling der formaliteiten zorg dragen. Een bepaald vastgesteld op advies van den burgemeester. (Wij ontvingen vele vragen van ongeveer de zelfde strekking. Wij zullen die niet alle afzon derlijk beantwoorden, maar men gelieve het bo venstaande als antwoord daarop te beschouwen.) Vr. Mijn zoon is van de lichting 1914 en bestemd voor een bereden korps. Kunt u mij ook zeggen wanneer hij moet opkomen? Antw. Allerwaarschijnlijkst in cle maand Oc tober a.s., doch er is nog niets met zekerheid bekend. Vr. Mijn inwonende dienstbode heeft met Aug. haar kennisfooi ontvangen, en half Sep tember haar dienst opgezegd tegen 1 Nov. Is zij nu niet verplicht mij de kermisfooi lenig te geven? Zoo zij in gebreke blijft mag ik dan het bedrag' van haar loon afhouden? Antw. Het aannemen der kennisfooi houdt in dat de dienstbode met November niet weggaat. Gaat de dienstbode toch weg, dan moet de ker misfooi worden teruggegeven. Als zij in gebreke blijft, kunt u de kermisfooi van het loon afhou den. Vr. Kunt u tnij den koristen weg per fiets opgeven naar Venlo? Antw. Van Haarlem over Amsterdam, Dui- vendrecht, Breukelen, Utrecht, Zeist, Arnhem, Nijmegen, Mook, Gennep, Venlo. Vr. Kunt u mij den koristen weg per fiets op geven naar Reewijk? Antw. Haarlem, Hillegom, Leiden, Koude kerk, Hazerswoude, Boskoop, Reewijk. manschappen in mijn koffer een kistje si- „Komiek, daar omnoog was niets te Itooren merkbaar tin* th garen ontdekt en dit onder het missaaltje en nu hoor ik het weer heel duidelijk." fluisterde a*?LSaelheid ve™inaerae DE EERSTE H. MIS OP TERSCHELLING. De Maasbode verhaalt van eeu der aal moezeniers, die op telegrafisch verzoek van den stellingcommandant van Den Helder de gar plaatst; we waren gered Een voor een kwamen nu de R. K. mili tairen binnen, om knielend voor een stoel te biechten. Daarna begon ik de H. Mis, pri mitief in deze omgeving, maar ik geloof, na mijn eerste H. Mis nooit meer zoo aandoen lijk te hebben gecelebreerd; dan een militaire preek gehouden, waarna allen zeer onder den indruk de H. Communie ontvingen en nog eeni gen tijd bleven nabidden. Zonder uitzondering gav enallen hun vreug de te kennen en vroegen als in koor: wan neer komt u weerom? Ik beloofde den Bis schop erover te raadplegen. Thans komt er iedere veertien dagen een priester uit Harlingen dien mannen, zoo troost behoevend, den grootsten zieletroost brengen, en beeft God in Zijn H. Sacramen ten ook dat zoo vergeten eiland in letterlij ken zin gekozen tot rustbank Zijner Voeten. „Van de lijn Hoek van Holland—Harwich af de zee verkennen, den strijd met sterkere vijan delijke krachten vermijden!" Zoo ongeveer luidde de opdracht, die volgens een schets van F. Bernhard in die lVvchensch.au de beide Duit sche kruisers hadden gekregen, welke in de nabij heid van den oostelijken ingang van het Kanaal zich bevonden Gevonden hadden ze van de vijanden tot op heden „nit emol e Harnmelssterzche", zooals het eeuwig in Jjeweging zijnde mondwerk van den hoofd-matroos eu mijnenlegger Tiesler, het uit drukte. Tiesler, als ze jou doodschieten," had de lui- tenant-torpedist bij een gelegenheid eens gezegd, n es e ij-e v. txoigmg op zich nam der ïl. Tv. mdtt je je snavel met een extra-slagpa- troon uit elkaar laten springen, anders staat ze toch niet stil." De lucht was klaar en helder: de zelfs op zee de militairen op liet eiland Terschelling. Met admiraal X maakte de priester reis naar Terschelling; Geven wij hem zelf het woord: Wal bad de aankomst een bekijks. Bij het van boord gaan word ik vooral aangegaapt, ze hadden daar nog nooit een priester ge zien, toch werd ik niet ongemanierd behan deld of nagejouwd zooals wij geestelijken dat iu bevolkte streken wel gewoon zijn. drukkende daghitte was aanmerkelijk minder ge worden nu het tegen den avond liep. Heel in de verte waren duidelijk de witte Engelsche krijt rotsen zichtbaar. De zeevlakte was, behalve door een paar bruine Hollahdsche visscherspinken, geheel verlaten. Niet één enkel rookwolkje was aan den ge 1 udelboader*\'r!vmd l'n' jl(>.lld'\vaai' tla zichteinder van deze anders zoo drukbevaren zee hotelhouder weemd opzag eh misschien wel Mon haA bracht een spion m me vermoedde. Na eemg pralen en roepen naar een kamermeisje „Ficf bob ben", wist ik dat er op no. 5 boven nog een kamer beschikbaar was. Nu ging ik naar de kazerne, te weten een daarvoor dienstbaar gemaakte school, waar ik den commandant (écu len luitenant van. hel Indische leger) ©uturn; Ite. die alhdewel iden hoe anSer hoe onduidelijker weldra zag zelf niet katholiek, toch al zijn best had ge- Jme" van den aan 't hoofd varenden kruiser mets daan een R. K. priester voor'zijn manschap- anders dan een schaduwachtige massa, pen le doen overkomen. °P beide schepen werd „Torpedowacht" ge- Z.E.Gestr. ging nu mede ten gelegenheid zichtbaar. Men had getracht van de bemanning dier visscherspinken eenig bericht te krijgen over de Engelsche vloot, doch ook zij hadden niets gezien. Langzamerhand begon de schemering zich over de onmetelijke watervlakte te verspreiden het werd duister. De omtrekken der schepen wer- zoeketi om den volgenden morgen de H. Mis te kunnen lezen; ook de burgemeester was medegegaan om ons van advies' te dienen, maar tevergeefs, nergens was ruimte en ge legenheid te vinden- Dan maar iu mijn bu reau, zegt de welwillende comandant. die zich tigheid bij het onderhouden van de vuren, opdat i niet eenige gloeiende vonken door den schoor- j steen naar buiten kwamen en dan als een ver, zichtbare vuurstaal!, door de lucht gedragen werden. Hoe licht zoo iets mogelijk was, had men immers bij vroeger gehouden torpedo-manoeu vres kunnen waarnemen. leder luid gesproken woord was streng ver boden over de watervlakte toch, draagt de klank van woorden onberekenbaar ver. Bevelen werden van mond tot mond gefluisterd. Frits Tiesler, jan Abroineit en kunnen lezen, zoodat nog iets gezocht moet tarief voor een vrouw, of voor een vrouw eri zoo-I worden om dit te verhoogen; niets behoor- veel kinderen bestaat niet. De vergoeding wordt lijks is er voor te vinden, totdat een der Bij de S. K. (snelvuurkanonnen) lagen de manschappen gereed, om dadelijk het vuur te kunnen openen. De vuurmonden waren geladen; ernaast stonden de verpakte munitie en eenige losse projectielen. H Boven, in het gesloten zoeklicht, zongen en voor zijn aanbod evenwel cc nigsx iris'geneert, I duisterden de koolspitsen. Alle vensters en luiken omdat hij het tusschen de opgestapf-Me waren „lichtdicht" gesloten. Ni te 'n enkel licht- sehoolbanken en «le fourage ak tonnetjesstraaltje kon naar buiten dringen, botor, kuas enz. «een pussende omnvvhn- nekt. j lu de stookplaatsen arbeidden de lui met de on O. L. lieer, die niet terugschrok voor BetihMiem's stal, i.s zeker tevreden met het noodbmvau van den len luitenant. De commandant laat de manschappen aan treden cu doel inededrcling dat. do H. Mis den volgenden dag om halftien woi*lt opge dragen. Nu ga ik naar mijn hotelkamer, wachtend op het diner. Al wachtende hoor ik buiten mot tussehen- poozen een bel klinken, 't is de plaatselijke omroeper, die de mededeel ing doel dat er in do Geref. kerk door deuit Harlingort, met het oog op den oorlog eu voor liet be houd van den vrede in ons vaderland, een bidstond gebonden worden zal. Ook kier wordt dns door de burgerij tot God gebeden. Jammer dat ze niet weten Jhoe morgen (wellicht voor hot eerst) hnu God en Koning eenige oogen blikken zal neerdalen uit den hooge, onder de nederige gedaante van brood en wijn. Den volgenden morgen reeds vroeg ga Ik naar het bureau van den commandant. Een Indisch, sergeant, met eenige militairen wa ren al bezig wat orde te brengen, ruimte le maken en banken le plaatsen; allen waren zeer voorkomend en dienstwillig. Op dergelijke missiereizen niet voorbereid, heb ik in den koffer bij me een zwaren hoofd- altaarsteen; deze wordt geplaatst op een (hou ten tafel, nu eeu kleed er over en de kande laars met kaarsen er op eu het hulpaltaar is gereed. Ook de ampullen wórden op liet altaar geplaatst, want een Misdienaar is er niet.... Het. hulpaltaar Ï3 erg laag eu ik bemerk dat ik moeilijk uit mijn klein missaaltje zou duidelijk," fluisterde de eenjarige", die sinds Juni aan boord was. „Leg het hoofd hier maar eens vlak tegen den wand van den golfbreker aan. Klink het geluid dan nog niet sterker dan daareven?" Een ander echter meende, dat de klank integendeel zwakker was geworden. „Zouden we het niet aan Jensen zeggen?" sloeg de „éénjarige" voor. Gelijktijdig verhief hij zich en trad op den veelgevreesden, gestrengen opperbootsinan toe „Heer opperbootsman, daar is ergens iets te hooien. Het klinkt net, of een scheepsschroef zeer snel gaat." „Waar?" „Dat kan ik u niet juist aanduiden. Bij het geschut hebben we het allen duidelijk gehooid, als wij het hoofd legen den golvenbreker legden, doch zoodra wij het hoofd omhoog hieven werd het geluid zwakker." De onderofficier stond op en volgde den een-, jarige naar voren: ook hij legde zich neer en drukte het oor tegen de ijzeren wanden. „Hoort ge 't fluisterde Tiesler. „Dat klinkt toch net hetzelfde als het malen eener schroef in het water?" Jensen luisterde een poos met alle aandacht en zei dan: „Ja, eenjarige, ge hebt gelijk, maar wat het is weet ik niet; dat het van een torpedoboot afkomstig is, geloof ik echter niet, want dan moest het langzamerhand sterker of zwakker worden; het klinkt echter altijd even sterk. Ik wil eens zien, of achter ook iets te hooien is." Voorzichtig sloop de reusachtige baardige ge stalte naar achteren, langs de vier zacht brom mende en zoemende schoorsteen en, terwijl hij overal de bij de kanonnen liggende, en in de zwaluwnesten staande mannen op het gehoorde opmerkzaam maakte. Hij bereikte spoedig het achterschip. Niets te hooren! I lij ging naar den stuurmansmaat. Deze ging dadelijk met hem mede naar voren, luisterde en had dadelijk de oplossing gevonden. „Jelui zijn me kerels! Heb je nog nooit een electrische dynamo hooren loopen? Maar ge behoeft je zoo erg niet te schamen. De eerste maal dat ik het zelfde geruisch bij cle torpedomanoeuvres hoorde, lieb ik het ook heel trotsch gaan meldenen kreeg drie dagen provoost, omdat ik onnoodig het geheele schip in oproer had gebracht. Maar iu c'en werkelijken oorlog is het toch wat anders Beter wat te voorzichtig dan onoplettend." Langzamerhand verstreek de nacht. Op 't dek was 't met den fijnen motregen erg pnbehagelijk geworden benedendeks, iu de bijna luchtdicht afgesloten ruimten meendr men te zullen stik ken. Toen twee minuten vóór vieren luitenant Becker op cle commando-brug kwam om de wacht over te nemen, heerschte nog stikdonkere nacht „Nou, 'k geloof dat de Engelschen nu niet meer zullen komen," zei de luitenant tot zijn wachtvoorganger, Deze echter antwoordde: „Af wachten en theedrinkenDie komen bepaald nog, ze verdienden immers slaag als ze bij ons gren- zenloos brutaal optreden, zoo kort voor hun huis deur, ons niet bemerkt hadden." Toch merkwaardig deze terughouding der John-bulls! Men was toch op het oogenblik be paald zeker in de Theemsmonding, dus in het geheel niet ver meer van de oorlogshavens Chattam en Sheerness. Bepaald merkwaardig. Zou daar soms geen list achter steken? Terwijl hij hier nog over nadacht, klonk van stuurboord de halfluide roep: „Ze komen!" En bijna gelijk- pedobooten aan stuurboord achteruit!" In alle hoeken en kanten van liet groote vaar tuig wend tiet nu levendig. De commandant, die iu liet kaartenhuis den nacht doorgebracht liad. men zag, hoe op de andere boot een springende granaat de geheele commandobrug wegnam, Wat kon het schelen dat een der Duitsche sche pen ook tegelijkertijd een paar kogelgaten kreeg. Dat de tegenpartij ook een paar torpedo's had algeschoten, had luitenant Brünner, de officier aan 't roer, duidelijk bemerkt. Getroffen hadden zij gelukkig niet. Maar, sakkerloot, wat was dat?.Dat moest toch van kolossaal zwaar geschut afkomstig zijn wat daar m het water die geweldige waterzuil omhoog geworpen had! Nog eens! En nog eens, lieihaalde zich dat schouwspel. Wat het eerste schot op 200 Meter van bakboord in het water teiccht gekomen, de beide andere kwamen onaan genaam naderbij. Blijkbaar ijzeren doodsboder. uit de Britsche kustbaiterijen. Wij draaiden af' in de instructie stond immers duidelijk: „Deii strijd met de overmacht vermijden!" Zeker, het was geen groote of kapitale zeeslag, maar wij konden met het behaalde succes toch tevreden zijn. „Prachtig, zooals onze mannetjes zich gehouden hebben," verzekerde een seconde later de commandeerende fregat-kapitein, aan zijn eerste officier, terwijl hij de ronde met hem deed om zich van de aangerichte schade en averij te overtuigen. „En ook met dc schietkunst van onzen tegen- stander schijnt het nu niet bepaald zoo briüant gesteld te zijn. Die hadden toch waarachtig aan een schijf zooals onze schud is, trefkans genoeg, dat zij er niet zoo miserabel langs en overheen behoefden te schieten."» „Wij hebben immers haast niet meer dan een paai klassen in de verf opgeloopen." „Hoeveel verliezen, dokter?" „Zoo, zoo, niet één enkele? Zooveel te beter!" „Het draadloos telegram is toch zeker aan het opper-commando gezonden, niet waar? Oi ons zusterschip ook iets van de Engelsche Hoog- zeevloot mag hebben bespeurd? En of het daarbij ook zooveel geluk heeft gehad ais wij? Zoo niet, wat zullen ze dan jaloersch zijn! En nu, kameraden, langs den koristen wen naar hnïet" Het andere Duitsche slagschip had echter ook „geluk gehad, bijna nog meer dan het eerste. Nadat net zich ter hoogte van Lowestof van zijn kameraad gescheiden had, was het een lan- Pf i, l f15 vervelende boei geweest. Bijna was het bijbelwoord op hen van toepassing geweest: „Den heelen nacht gevischt en niets gevangen." Een genoegen was het waarachtig niet, uit den treure naar den tegenstander te zoeken, die zich bijna voortdurend verdekt hield. Zoo was ze dan tot tegen den morgen met een tamelijke vaart noordwaarts opgestevend en daarbij ook nog in een zeer wispelturige, dan eens dikker, dan weet ijler wordende mistwolk geraakt. „Ziezoo, nog een half uur, dan moeten wij ongeveer voor Goole zijn," had eindelijk de Oude" gezegd, terwijl het langzamerhand helder der geworden was, Verder naar liet Noorden te gaan, heeft geen doel en is ons trouwens ook niet opgedragen." Op eenmaal echter had de stem geklonken van den matroos die in het „Kraaiennest" op den uitkijk stond. Op luiden toon brulde hij door ck-n scheepsroeper „Onderzeebooten, recht vooruit!" „Wat, onderzeebooten, waar dan?" „Daar, daar, vlak voor ons, met den kijker kunt u den commandotoren duidelijk zien; een, twee, drie, vier stuks! De onzen kunnen het on mogelijk zijn! Hoera, Engelschen!" Van den afstanchneter was het getal 45 ge meld, dat beteekeude, ciat cle afstand der booten nog 45 Hectometer of 4500 Meter bedroeg. Minstens vier minuten hadden de onderzeeërs of lagen rondom hun „kantonnen i gjeine kruiser, en met hun beiden evenveel be houden ze weer niet komen e vroeg de manning als een kruiser hadden. Zij kwamen Frankfurter. De hemel zelf had in cle twee laatste uren alles gedaan om de duisternis nog dieper en ondoordringbaarder te maken, alle sterren gedoofd, en zich in een clikkè wolkenlaag ge pakt. „Ik weet niet, best mogelijk vinden ze ons in 't geheel niet." „Ja maar, 't is voor ons wat anders dat wij die kleine torpedo's zien, clan zij onze groote schepen „Ja, daarom hebben wij dan ook den geheelen dag gezocht, en zij kunnen het nu iu cjen nacht doen." „Wees eens stil! Is dat met net een geluid, alsof er stil en behoedzaam een schroei in het water slaat?" „Houd toch je muil eens, Tiesler!" Allen hieven hun hoofden op, legden ze tegen cle golfbrekers en luisterden ingespannen, terwijl zij beproefden de als 't ware tastbare duisternis met hun oogen te doorboren. „Koppen naar beneden!' fluisterde de ge- schut-richtende maat. - Het lieele gezelschap dook weer met het hoofd achter de reeling. .-.rods Isabella geroofd eu op Hereford-house Nu alles legen mij is, zal hertogin Mo to vondeling gelegd werd en dus zijn die lusiuo mij wel niet alleen willen laten, klonk brieven ^Bog mooi op tijd in miju bezit ge-het zegevierend, alleen zij koestert zulke go- Eobert voelens, dat ze me zelfs oji de beklaagden- vau een bijzondere verkenningsvaart terug. Wonderlijk, hoe weinig het hun toch om dén strijd te doen was! Als instinctief draaiden ze af, om de Duitschers te outloopen. Op den kruiser was in 't zelfde oogenblik de machtige commandostem van „den oude" te hoo ren „Op de torpedobootenvuur Oogenblikkelijk was de ééne zijde van het schip in een vlammenspuwende!! rookgordel gehuld. Het donderde, bliksemde en kraakte van geweld. De machtige donder van het geschut overstemde alle andere geluiden en rolde over de donkere wateren. Daghelder belicht, bleven de Engelsche torpedobooten zichtbaar. Men kon duidelijk zien, dat de bedieningsmanschappen naar het geschut sprongen; in allerijl lichtten en ook hun vuur op den kruiser openden. En dan begonnen de kogels ook bij den Duitscher hier en daar ia te slaan zonder echter veel schade aan te richten. Doch aan de overzijde!Een dreunende ont ploffing die men zelfs door het krijgstumult dui delijk kon hooren een reusachtige stoomwolk die omhoog steeg. Hoera, de eene boot was vleu gellam geschoten, ketel-lek! Duidelijk was het was in twee sprongen op de commandobrug. De noodig om onder te duiken, kanonnen waren bezet; de loopen der kolossaleI „Opgepast! Bakboord-geschut en stuurboord stukken draaiden naar stuurboord, naar rechts,geschutOp de ondërzeebootenDrie-en-der en tegelijkertijd wierpen de zoeklichten van bo-jtig Hectometer! Langzaam afzonderlijk vuur ven af, machtige verblindende stralen, tastend en met vizierverwisseling! No. A 1 begint!" vorschend op cle donkere watervlakte. In 't zelfde1 Boemtnkraakte het schot De terug- sterd l oogenblik wareh zij ontdekt, en duidelijk zag looprem laat met sissend geluid haar saamge- - - "?e c|e anderej meu nu in 't scherpe electrische licht, twee van perste lucht vliegen. Eenige seconden later hoort wakkere „pikbroeken nog meer beetten, die daar tjje geheel nieuwe, groote torpedobooten dermen de afgeschoten granaat springen. Groote bij het stuuiboord-bak-gesclmt oenooiden, zaten s-kiasse, die niet veel minder waren dan een waterzuilen verheffen zich. Maar wat is dat? rran i.„,-nnnnen ii - .1 i Dg commandant verirouwt zijn oogen nietnog maals ziet hij door den kijker! Rondom ééii der onderzeebooten kookt en borrelt het water! „Ke rel, vuurleider, weet je wat je gedaan hebt? Met het eerste schot glad den commando-toren weggeschoten! Mijn compliment!" Langzaam loopt de onderzeeër vol water. Geen drie minuten later gaat met een eleganten sprong de E 7, een der nieuwe en beste Engel sche U-booten, met den voorsteven omlaag, da diepte in. Zijn lotgenooten schieten uit elkander, eenige oogenblikken later zijn de drie anderen allen ondergedoken. Waarschijnlijk zullen zij zich on der water bij elkaar voegen. De kruiser heeft een kolossale vaart gekregen. Hij heeft nu van de onderzeeërs betrekkelijk wei nig te vreezen met die vaart. Zoo snel kunnen zijn vijanden hem onder water niet volgen. Om weer aan cle oppervlakte te komen daarmede gaat minstens 6 minuten gepaard. In dien tijd heeft hij te veel voorsprong Bovendien begrijpen zij, dat hij zoowel achter zich als terzijde het vaarwater scherp zal otv serveeren. Zoo eindigde dit treffen raakt Dexter is dood. maae-gu.B Mount-Sc ver u zult uw loon naai' gerechtig-j bank zal gezelschap houden K-icl niet ontloopen. Geloof maai' niet, dat j Wat moet dat beteekenei ik bang beru—voor publiciteit van die lage j tog streng, bet terugvinden van Isabella beeft enen? vroeg de lier-, alles, alles! Wat beidon zeiden is de waaitheid. ik heb hem n*t eigen band neer geschoten en op mijn voorhoofd brandt bet Kaïnstoeken.... Gebroken zat die hertog in zijn stoel en daad reeds stof genoeg opgejaagd. Wat ik vree* de, helaas door deze brieven bewaarheid de straf zal de rechter je wel toemeten. Sir Robert stond op en maakte eeu correcte buiging voor zijn vertoornden neef. zich op zijn oom wvrpen om Ihem terneer De hertog van Hasting» veroorlove. mij te smijten. .kor,t ï™0™1 !;e müner verdediging, sprak Maar Isabella sprong tusschen tien beiden, hu -oe,. Dr. Dexter heeft Isabella toch bij Om Godswil, Charley, riep zij nit. laat 'i!e* ,fr lieden ondergebracht, en b« noch u niet door drift vervoeren, bij liegt niet, j een oogenblik was het doodstil jn zaaj. j En Melusme stond1 weer op en bleef naast Dat beteekent dat. lady Melnsine liaarIsabella staan, schijnbaar zonder innerlijke eersten echtgenoot, sir Ralph Hereford, door ontroering, de banden gevouwen. Toen sprak eigen hand gedood beeft! zijOnophoudelijk on onuitwischbaar brandt Schurk, je liegt! riep de hertog verorit- 'het Kaïnsteeken op mijn voorhoofd en de waardigd uit en met gebalde vuist wilde bij bloedende gestalte van sir Ralph, met. die .k hebben beur een haar op 't hoofd gekrenkt. Jat zal toch wel als een verzaeibtencle om- .sfaiHigheid worden aangemerkt Jawel, zeer goed zorgde dr. Dextear voor de vondelinge, zelfs uitstekend, zoolang mijn moedor nog in loven was, maar zij zou zon ik heb het zelf gezien, ik was den morgen van de jacht, in het. bosdh en zag met eigen oogen (boe zij hem neerschoot! I>e hertog viel als een beschonken® in zijn stoel terug en de dames schreiden van ont zetting. der uen trouwen Chester in het gekkenhuis Melusine, Melusine, riep de hertog met erec.d genome® zyn. Je brutal® uitvluchten' j gebroken stem uit. Melusinezeg, dat an veronteoouildigingen maken het; geval nog I Indelen liegen, zeg, dat ge onschuldig zijt» en erger. Robert Mount-Severn, en je zult je,Uk wil je weer liefhebben, ik wil je.... •oo waar als ik Charles Hastings beet, voor boeven daad ie verantwoorden Ihebhen. Met fonkelende oogen koerde Moimt-Severa «oh om en maakte een gebaar in de richting «n lady Melusine, dat duidelijk 'a maue olfUi verried. Nu was Melusine's gemoed overvol. Beide hauden sloeg zij voor ihel gelaat eu met krampachtig gesteun viel zij naast het ta feltje op de knieën ne.er. 't- Is te laat, sprak zij op treurigén toou, doodelijke wonde in d.e horst, (heeft me ver volgd in waken en droomen, heeft in me gewekt hel. bitterst berouw! Hü stond tus schen ons beiden als de geestelijke ons in den edbt verbond: en ik mij.ue mot bloed bevlekte hand in uwe reine legde. Waarom ik dat. deed? Om je te kunnen toebehooren, want, ik beminde je, maar ook je rang en rijkdom lokten mij en stortten me iu den afgrond der zonde, 't Was een vreeseliik oogenblik van krankzinnigheid1, waarin ik het deed, achter mij lag armoede en bitter heid, vóór mij rijkdom, liefde en hooge rang ik legde aan, en met vaste hand, zonder te beven, sdhoot ik hem door de borst! Met een vreesdij ken schreeuw stortte hij terne der, de arme, oude man, en' op hetzelfde oogenblik had ik reeds het bitterst berouw., te laat! II; moest alarm maken: een verzin sel bedenken en voor den rechter een main. alle» heb ik verloren, liefde, geloof en hoop eed doen. Zoo had de eene tflWhte daad d» andere tot gevolg en zij stapelden zich meer en meer op. 't Was dc oude geschiedenis van „Auld Robin Gray"Macbeth van Schot land vermoordde koning Duncan om een ko ningskroon en zijn achterkleinkind, doodde haar gemaal om een hertogskroon. Obarley, ik ben schuldig, schuldig, driewerf schul dig, en ontzettend is het leed, dat ik u en den zoon van den doode heb berokkend verstoot me, ik heb niet anders verdiend. Sir Ralph zeide mij stervend: Ellendige vrouw, dat de straf niet over je kornet En ik hen gestraft en ellendig tot ju .bet diepst mijner ziel. Charley, als Ihet mogelijk is, (help me dan dat Kaïnsteeken van mijn voorhoofd verwijderen, help me mijne handen rein te wassohen van het bloed, dat er aan, kleeft. doch indien je dit niet mogelijk is, verstoot me dan en laat me nimmer je gelaat meer aanschouwen, maar vervloek mij niet! Zij zweeg en hoog haar mooi hoofd, diiep, diep neer op haar horst en stil werd bet, doodstil als iu de rechtszaal vóór het vonnis wordt uitgesproken. Eindelijk liet de hertog de handen van zijn door smart verwrongen gelaat vallen en het leek of hij wel twintig jaar onder geworden was. Breng deze vrouw weg, zet (hij met schorre stem, ik wil haar niet meer zien, nooitt Zij is dood voor mij!...- Hij wendde zich af om haar niet meer le zien. Kalm, langzaam als eeu nachtwande- laareter verliet «ij zwijgend het vertrek en deed de deur zóó geruischI003 achter zich dicht, alsof -rij bang was door het dichtslaan van ihet slot hem aan haar te herinneren» Op haar kamer gekomen, sloot zij ziek op. en zonk voor Ihaar bed op de knieën neer. Zoo lag ze uren lang tot diep in den nacht. Zij stond op. Overwonnen! mompelde zij zacht. Toen ontdeed zij zich van (kaar kostbaaf kleed en trok ervoor in de plaats een aa" van eenvoudige wollen stof', vulde een hand4 koffer met ©enig lijfgoed en deed in haatf h'eurs eenig geld. Vervol gons opende zij d« groote cassette van Ihiaar juweelen en ver geleek de aanwezige sieraden nauwkeurig met de inventarislijst. Tenslotte trad zij voor den spiegel en kamde haar lang goudblond haar tot het in een bundel naar henedei" hing, greep een schaaren binnen eenig" seconden lag haar schoonste sieraad, buM mooiste tooi afgesneden voor Ibaar op dp tafel. Weemoedig glimlachend streek ze me* haar mooigevormde handen over de lang" heerlijke vlechten, hond ze vervolgens ine* een zwart lint samen en hing er een brifcO* aan. waarop met bevende hand geschreven werd: „De eerste schrede tot boete." Het lange, goudgele haar legde zij bij d4 briljanten in de cassette on den sleutel de#* ze in eon enveloppe, die zij aan Charl©»| adresseerde en op de tafel achterliet (Wordt vervolgd).» Vr. Ik wil in Duitschlarvd gaan werken. Be- Staat daar thans gevaar bij, of kan ik last heb ben om een Duitsche pas te krijgen? Tl; vind het Mor binnen beter rbtn bulten,Retammerdo v.oTxv*»\uifsVie\n en voorziet*! tijcViK c\e luide stem van eeu anderen man: „Tor- „Machinist, geef acht! Volle kracht vooruit 1" j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6