DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De oorlog. Sterke Schoollaarzen Klnderhulavest 29*31-33, Haarlem P. W. TWEEHUIJSEN, no, ïslo- 5.-> H» WI3IJBJIG 25 SEPTEH3EB 8984 JSste Jaargang No. 8595 ABONNEMENTSPRIJS») Par I maanden voor Haarlem Voor da plaatsen, waar een agent la gevestigd (kom der gem,) 1-35 Voor da overige plaatsan in Nederland franco per post - I SO Afzonderlijke nummert 003 3ur©®tsa. van Étodaotie en Mminiairatio lrat®r©®mn*iiHSsal Te|®t®onnwitiMer 1428. PRIJS DER ADVERTENTIëNi Van 8 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 efc Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 et per regeL Buiten!. 20 ct Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct contant). AGENDA. 26 September. Gebouw Sint Bavo - 8 uur Hulpspaarbank Schoterkwartier. Hal gen Spaarbank. Steuncomité. Inschrijving Bakkerij. Spaarkas St. Nicolaas. Proveniershuis Groote Houtstraat Consultatiebureau voor drankzuchtigen van 7—8 uur voor vrouwen, van 8—9 uur voor mannen. OVERZICHT. 't ls eb en vloed op de Duitsck-Fransche linie in Franrkijk. Het eenige dat van belang geacht kan worden, is het bericht van de Fran- sche bezetting van Péronne, aan den uitersten rechtervleugel der Duitschers. We hebben over de actie aan dien kant niet veel berichten, doch een mededeeling van een „Times"-correspon- dent (zie hieronder) die vertelt dat een geheel nieuw Fransch leger is gevormd in de buurt van Amiens, dat op den Duitschen rechtervleu gel los zal rukken, ziet er voor de Duitschers niet zoo heel mooi uit! Daarnevens schijnt nu ook de reeds lang verwachte aanval op de Duit- seke verbindingslijnen te gaan beginnen: onder de „telegrammen" werd gisteren door ons al gemeld dat er Russische kozakken en Fransche jagers in Zee-Brugge en Ostende zijn aangeko men, en een telegram uit Antwerpen (niet van onzen Belgischen briefschrijver, doch van een medewerker die via Zeeuwsch-Vlaanderen ons van tijd tot tijd belangrijke berichten doet toe komen,) bevestigt dit bericht. Als dat juist is, zullen de Duitschers het in België hard te verduren krijgen en verwach ten wij óók een aanval in den rug der Duitsche linies, wellicht gecombineerd met een bestor ming van. het front. In het Oosten is zoo goed als geen nieuws, De Russen trekken langzaam vooruit iu Galicië uiet zullen stilliggen, hooren we niets. DE OPERATIES DER BONDGENOOTEN IN HET UITERSTE WESTEN VAN DEN STRIJD. Het blijkt, dat er iu het uiterste Westen van de lange strijdlinie in Frankrijk èon nieuw Fransch leger is gevormd dat bij Amiens tegen de rechter flank van de Diuit- s' hers opereert. Een Times-correspondent meldt dd. 21 dezer over de krijgsverrichtingen ia die buurt het volgende: Hevige gevechten zijn.op niet vele mijlen ten Zuidoosten van Amien3 gaande. Het is liet begin van den beslissenden slag, aan de Ai.sue. Van den uitslag hangt af, of het Fran sche gebied door de Duitschers bezet blijven of dat zij terug zullen trekken op de sterk verschanste stelling, die aan de Sambre voor hen in gereedheid is gebracht. Sedert de Duitsche troepen Amiens een weck geleden ontruimd hebben, is de stad ti belangrijk middelpunt van de Fransche iu ijgsverrichtingen geworden. Blijkbaar zal zij spoedig de spil worden van een groote omtrekkende beweging door den uibomten lin- kef vleugel van de bondgenóofcen. Het is een iu ot fabriekecentrum, met goede spoorwegen erheen. Maar aan alle kanten zijn bruggen opgeblazen en ofschoon die nu in allerijl o steld worden, tellen de spoorwegen op het oogenblik weinig mee. Het komt dus Op do gewone wegen aan. 17it Amiens loop-en zij straalvormig naar het Zuidoosten, Oosten en Noordoosten naar alle punten van den rechter vleugel van de linies van den vijand. Langs deze wegen wordt het Fransche leger te velde versterkt en ge- voed. Eiken dag hebben lange konvooien vrachtauto's met voorraden de stad verlaten. Donderdag 11. zijn groote Fransche verster kingen onder generaal d'Amade de stad uit het Westen binnengekomen. Zij zijn sedert lien tijd al weer opgerukt langs, een van de Oostelijke wegen. Welken weg zij namen, kan alleen gegist worden. Misschien in Noordooste lijke richting naar Atrecht of vlak naar het icsten in de richting, van Péronne en St. ^dentin. iJe Duitschers schijnen in die richting een I 'intrekkende beweging te verwachten, want I -v-ij hebben Diouai Zondagochtend opnieuw, be- I zot en het spoorwegstation te Somain aan den spoorweg van Diouai naar .Valenciennes ge- öomen. Zij nemen dus maatregelen om hun verbindingslijn naar Bergen te beschermen, •''- .r, naar de correspondent verneemt, liet -.kwartier van het Duitsche veldleger ge-' -d is. Kaïnerijk wordt sterk bezet ge- idCH. j da terdag en Zondag heersehfcc er groote da ire bedrijvigheid te Amiens en do' stad vol opgewonden burgers. Man v wac'ufcïe j' k oogenblik belangrijke krijg®verri/.;kt,n.wn. spanning was heel groot. Alle vreemdelm- <-;; n werden scherp opgenomen. legram uit Londen aan -de N. R. Ct. heeft deze man d'en toestand aldus bevonden,: Het schip heeft door den brand bet meest geleden. De zoldering is weg. Het dak zelf boven het gemetselde gewelf, dat zich onder het -gebinte en de looden bedekking bevond; sluit nog -de buitenlucht van het zwartge blakerde s-dhiip af. Het hoogaltaar staat er nog, fcoewel de stoelen en banken en alles wat zich in het schip en het koor bevond, zijn verdwenen. Het dwarsschip is, behalve de schade aan de zoldering, minder gehavend. De muren en de torens ibebben door de vlammen hun natuurlijke kleur verloren. Er schijnt echter geen enkele reden te zijn voor do vrees, dat de kathedraal niet hersteld kan worden. Vele van de ruim 50 beelden aan de noord zijde en den rijk versierden westelijken ge vel zijn hoofdeloos, blijkbaar door granaten, die in de onmiddellijke nabijheid zij® ge sprongen. Op de la-ge, breede treden, die naar den westelijken gevel opwaarts voeren, ziet men ,een hoop fragmenten en voor de gapende deuropeningen ligt een steenen Christus figuur, zeer beschadigd. Ongeveer de helft van het groote rozetvenster aan den weste lijken kant is vernield. UIT DE INDISCHE ZEE. De kranige Duitsche kruiser „Emdeii", die in de Golf van Bengalen geheel alleen ope reert, totdater wat Britsdhe Dread noughts komen om hen te vangen, beeft, voorbij Madras varende, eenige granaten, af gevuurd. Het bombardement duurde een kwart uur. De Engelsche forten hebben het Twee petroleumTeeervoir» werden in brand geschoten. De Emden doofde daarop zijn vu ren en verdween.... 't Is even avontuurlijk als tragisch, dat optreden van dit eenzame schip, zoover van hui®, dat nooit meer thuis zal kunnen terug- keeren! LUITENANT VON FöRSTER. Een- medewerker van de N. Limib. Koerier vertelt het volgende: „Nu ons het bericht bereikt, dat luitenant von Företer, bekend uit de Zabernkwestie van verleden jaar, op het veld van eer© ge vallen is bij Dixmuiden in België, mag een kleine episode uit zijn laatste levensdagen hier plaats vinden. 't Gebeurde in een Limburgsch grens- plaatsje, een veertien dagen na het uitbre ken van den oorlog. De Nederlandsche grens- wadht was trouw op haar post, terwijl juist een paar burgers aan de grens kwamen kij ken of er niets van de Duitsche troepen te zien was. Daar nadert op Duitseh grondgebied een troep infanteriesoldaten, aan wier hoofd zich een flink, krachtig officiertje bevindt. Zij maken aanstalten om de grens te gaan over schrijden. Op een afwijzend gebaar van den schildwacht, treedt de luitenant vooruit „Hat denn Engeland Holland den Krieg nicht erklart?" klonk de verbaasde vraag van den hoofdman. In dien tijd werd dit praatje over de Duitsche grens vaak ver spreid. Op Ihet ontkennend wederwoord ontplooide zich het ernstig militair-gestrenge gelaat van den Duitscher en werd hij vrien delijk en edbt gemoedelijk. Hij stelde zich aan de Nederlanders voor als luitenant von F&hstfer.i Een krachtige handdruk met d)e Nederlandsche soldaten bekrachtigde de vriendschappelijke verhouding tussdhen do Duitschers en Hollanders. „Die Hollander sind unsero Freunde", zoo zei hij bij her haling. Het deed hem blijkbaar genoegen, eens niet een Nederlandsdb soldaat kennis te kun nen maken. Van zijn leven had hij er nog geen gezien. Luid klonk weldra een „hoch" op Holland. Thans is hij reeds -gevallen. Een enkelen keer zal zijn naam nog genoemd worden, dan zal hij het lot deelen van zoovelen, die op het v-eld van eere snevenin vergetel heid". EEN DRAMATISCH VERHAAL. Een Dudfoh vlieger geeft het volgende bui tengewoon spannende verhaal over een vlieg tocht, o.a. boven Pairijs, die op het kantje af van noodlottig was. Wij ontleenen het volgende aan de Tel. Op den 6en September» was 'ik 's morgens tie IX opgestegen met dé opdracht, de vijande lijke stellingen bij S. en Ft te verkennen, en schetsen daarvan te maken. Eerste luite- r, DE KATHEDRAAL VAN REIMS, nant K. vloog mee als waarnemer, en mijn tb 'eii berichtgever van de Times meldt, j bravo tweedekker droeg ons spoedig op on tie kathedraal van Reims nu toch niet ^'©r-s tel baar verloren is, zooals de tran en eerst nebben beweert. Volgens een te- grafecidon graveer «800 meter over de vijandelijke stel lingen, die wij herhaaldelijk opnamen en foto- Zooals wij vterwacht hadden, werd er al spoedig druk op ons gepaft en een paar malen nam ik het mij reeds bekende trillende in het toestel waar-, een teeken, dat er een ko- giel door da draagvlakte was gegaan. Na een vlucht van drie uur, ko-nden we ons rapport) bij dien generaien staf te M. indienen, en kre gen daarvoor, warmen dank, een half kip petje en een piekfijne Havana. Toen ik des middags mot behulp van een paar chauffeurs mijn „kast" weer, vliegklaar maakte, deelde een Bei-ersch officier van "den generaien staf mij mede, dait hij gaarne den terugtocht der Engelschen op den grooten straatweg naar M. zou willen waarnemen. Zoo stieegi ik dan dea middags om 4 uur wedeir met majoor M. op en spoedig bleek ons, dat de Engelechen zi0h haastig op Parijs terugtrokken. Op Parij» l Mijn vliegigaat schreeuwde mij ie'tjs to-e. Ofschoon ik ritet verstond wat hij riep, door het geraas van den motor, geloofde ik hém toch te begrijpen, ik keek op den ben zinemeter en zag, da t ik nog voldoende brand stof had. Daarop hield ik zuiver zuidwaarts aan, en na ongeveer een half uur zagen wij diep, diep onder ons de grijze, onmetelijke huizenzoa van de Fransche hoofdstad. Met een vaart van honderd kilometer por uur stoven wij er op toe, en spoedig zweefden wij boven de metropool. Baar iag tje blanke SaCré Coéur, daar het Gare du Nord, daar de Notre Dame, daar de oude „Boul' Mich", waar ik ais student zoo vaak was langs gekuierd, en waarboven ik nu als overwinnaar (de brief is op 10 September, dus vóór den terugtocht der Duitschers, geschreven, Red.) henenvloog. Weerloos lag daar het hart van den vijand, het trotsche, lichtende „Babel dor Seine", cfn- dier mij. In groot© kringen oirkelde ik boven de hul zen. In de straten een opgewonden menschen- mOnigjte. Bijna een uur hadden wij1 zoo rond gevlogen en waren van tijd tot tijd beschoten géworden, toen van Juvisy met de grootste snelheid een Fransohe ééndekker naderde. Daar hij veel vlugger was daa mijn dubbel dekker, moest ik rechtsomkeert maken on trachten te ontkomen, terwijl do majoor mijn karabijn nakeek en naar zijn repéteerpistool greep. De eencfekkër kwam nader en nader; ik trachtte aa 2ü0a_;.;öiai;. ta komen, om de beschermende wolken te bereiken, maar mijn achtervolger steeg sneller dan wij. En plot seling zie ik op slechts 500 meter, afstand vtaor ons nog een tweeden één dekker, die mij den weg Wil afsnijden. Nu ls(omt het op snel handelen aan. Onmid dellijk heeft mijn vliegmakker den toestand overzien. Ik schiet op den vlieger, vóór ons tioe; de majoor legt de karabijn aan. Hij schiet driemaal. Daar suist de vijandelijk© machine, die nu naast ons en neuwelijk» 50 meter van ons verwijderd is, eerst een eind schuin opwaarts en ploft dan als een steeu naar beneden. Onze andere vervolger is in- tusschen bijna vlak boven ons gekomen en beschiet ons met repcteerpistolen. Vlak naast mijn gasregoLator slaat een kogel in het li chaam van mijn vogel. Dun omringt ons een beschermende, ondoordringbare wolk, die ons aan 't gezicht van den vijand onttrekt. Steeds verder klinkt zijn motorgedaver. Toen wij weder uit de nevelzee opdoken, liep het naar zevenen. Om ons te oriënteeren, daal den wij, maar plots'ding' doken voor, naast en achter ons, grijze rookslierten op; springende granaatkartetsen. Ik bevond mij dus nog steeds boven vijandelijke stellingen en bleek te zijn blootgesteld aan het vuur van eeu af deeling Fransche artillerie. Steeds sneller werd er gevuurd l Ik bemerkte, dat de ma chine treffer op treffer kreeg, maar bleef koelbloedig koer© houden. Plotseling Za,ait vlak voor mij een wit-gele vlam op, de machine steigert als eeu ge wond paard, en ik zie den majoor ineenkrim pen. Er druipt bloed vau zijn schouder. De bovenste spandraden van een der draagvlak ken zijn geknapt. De motor raast ©n knettert nog wel, maar de schroef ia verdwenen. Een springende granaat, had onze schroef weggemaaid, ©en der vier draagvlakken vol gaten geslagen en den schouder van den ma joor verbrijzeld. Bijna rechtstandig schiet mijn toestel tep aarde. Maar met inspanning van alle krachten gelukt het mij, in glijvlucht over te gaan, en ik werp den tweedekker in de foppen van een woud onder mij. Krakend splinteren takken en boomkruinen. Dan smak ik 'tegen een zijwand en weet verder van niet» me-er. Ais ik weer tot bewustzijn kom, bevind ik mij naast majoor G. op het zachte mos uitge strekt, temidden van een groep Duitsche land weermannen. Duitsche voorposten hadden mijn val waargenomen en waren het boseh binnengedrongen, om mij te redden. Majoor G. bleek zwaan aan den schouder gewond te zijn en werd' naai' het naburige lazaret ver veeld. Ik had mijn been gekwetst, maar kon mij met een noodverband om, met alle moge lijke en onmogelijke transportmiddelen weer naar mijn troep begeven. UIT EEN DUITSCHE SOLDATENBRIEF. Herhaaldelijk is al gebleken, hoe groot aan Duitsche zijde vooral het verlies aan offi cieren moet zijn. Een treffenden kijk liieicp geeft het volgende gedeelte 'Uit een veldpost- brief (van een gewonden sportredacteur) uit de Lokul-Anzeiger vertaald in de N. R. Ot.: „Hoe dikwijls heb ik in mezelf niet ge lachen om onzen jongtaten luitenant, om zijn naïeve toespraken tegen de mannen, om de luchthartigheid, die hem zelfs in de moei lijkste omstandigheden niet verliet. Zijn twin tig jaren kenden geen moeilijkheden. En dan vroeg ik mij wel eens af: zou hij zijn re servisten, allen zeven, acht, tot tien jaar ouder dan hij, in het vuur kunnen krijgen?.... Ik lag in den slag aan de Marne den bloedigsten die tot dusver gestreden is gewond tusschen een hoop kameraden, wier oogen voor goed gesloten waren. Daar begon het lawaai weer. De Fr arische n, veilig in loopgraven, lieten geweren en machinegewe ren knetteren en ook het kanon buiderde op nieuw. Tegen dit vuur in ging mijn troep een zekeren dood tegemoet. Waarempel: voor aan ging daar mijn piepjonge luitenant. Zeifs nu nog scheen hij vroolijk. Lachend, alsof hij schik in het geval had, stormde de Benja min vooruit, met een vaart van belang, op den vijand los! Zijn mannen natuurlijk ach ter hem aan, doch tegen zijn jonge beenen konden zij niet op. En zoo rende hij op den vijand aan, tot de kogels hem troffen Onze tweede jonge officier was lang zoo populair niet. Hij kon zoo krenken met zijn woorden, en dat verdraagt het eergevoel van den soldaat slecht. Tbch zijn wij allemaal van hem gaan houden. Eens, toen wij midden in een verschrikkelijk vuur stonden van artil lerie en machinegeweren, sprak zijn mond geen bitsheden; integendeel, hij glimlachte en moedigde ons aan. Een paar uur later lag hij bleek aan den boschrand bij de Ma'rne; uit drie wonden liep zijn bloed in het mulle zand..... De detrde officier, een reserve-officier, was weer een geheel ander type. Ik geloof, dat hij gaan tien woorden per dag sprak. Wij stonden bij Voulpaix en werden door den vij and ;hevig onder vuur genomen, zonder dat wij maar te weten konden komen, waar deze zich verschanst had. Toen ging de dappere zwijger er alleen op uit. Met verbrijzelde beenen vonden wij hem; tevreden was hij over het succes van zijn tocht; immers hij had dea vijand ontdekt en kon ons diens schuil plaatsen aanwijzen. Onze oudste luitenant was ook een reserve- officier; hij kende don dienst op een prik en zag weinig door de vingers. Maar iedereen prees zijn handigheid; op alles wist hij raad. .Voordat .wij uitrukten, was hij. een paar man nen behulpzaam bij liet maken van hun tes tament. Als hij het zijne ook maar gemaakt heeft! Op dien versehrikkelijken 6den Sep tember was het ook met hem gedaan; ik zag hem liggen met ik weet niet hoeveel wonden. Onze kapitein, een man met een hart van goud, drager van een beroemden naam, was de vriend van alle 270 mannen, die da compag nie telde. Wij hebben gedurende den geheelen veldtocht niet één keer ons brood behoeven te missen en geregeld iederen dag warm etien gehad. Wat aan zijn onvermoeid zorgen te danken was. En toen wij den vuurdoop ondergingen wij lagen weerloos in een boseh, waar wij niet uit mochten liep onze brave kapitein zoo gemoedelijk met zijn neus- warmertije, alsof er niets aan de hand was. Met opzet stelde hij zioh aan gevaar bloot, om ons kalmte en rust te geven. Ook voor hem is de slag aan de Marne het einde ge weest. Met een verbrijzeld been en een ga pende borstwond lag hij daar, zonder aan zich zelf te denken; de zwaargewonde trachtte nog een naast' hem gevallen hoornblazer te ver bindenDen volgenden dag heibben wij hem begraven. Wij zijn soldaten en op het slag veld wordt niet gehuild. Maar toen wij onzen kapitein in een in allerijl gegraven kuil neer legden, toen stonden wij er toch als snik kende kinderen bij"...., „GééN GRUWELEN"! De Parijsche correspondent van „De Tijd" heeft een gewond Fransch onderofficier gespro ken, die vol lof was over de zwarte troepen die aan Fransche zijde meevechten, en van geen terugwijken willen weten. „Het zijn zeide hij echte duivels in het gevecht. Ik, die een Pruisischen helm mee breng, lijk een lam bij hem vergeleken. Weet u, wat zij' als buit meebrengen?Er zijn er, die vijf a acht afgehouwen koppen meenemen. Als u die had zien vechten! Aan hun wapens hebben ze niet genoeg En terwijl ik uit den trein stap, voegt de sergeant me fluisterend toe: Ze bijten den vijanden een stuk wang of een neus af." Eu opdat er me geen twijfel overblijft, voegt de sergeant me nog toe, wuivend met den ver overden helm: „Ik heb het gezien! Gezien!" Dezelfde sergeant had den journalist tevoren verklaard dat er in den strijd in Frankrijk géén gruwelen werden bedreven Brieven uit Perijs. PARIJ1S, 15 Sept. 1914. Eindelijk, eindelijk is er dan toch klaar heid gekomen in de lieridhten over de be wegingen van. hejt leger diet- geallieerden!. Wij weten nu, dat het voortdurend terug trekken, het laten naderen van de Duitsche legermacht tot onder de poorten van Parijs bijna een schitterende tactiele is geweest, die de Duitsche berekeningen leelijk in de war heeft gestuurd. 't Werd tijd overigens, dat er eens licht opging over wat er eigenlijk gebeurde. Waut uit strategisdbi oogpunt mag het nog zoo wensdbteiRjk en noodig zijn alles wat het leger SARTELjyïilSSTftAAT TELEFOON 1770. 27. Haariemsche Aiiedagjes No. 1439. VOOR HET STEUNCOMITé. Ter stijving van de kas van bet Kon. Na tionaal Steuncomité doet men ons een ides aan de hand, dat wij gaarne aan de betrok; ken kringen in overweging geven, temeei waar onze courant in die kringen veel ge lezen wordt. Men stelt ous voor dat ook de soldaten hui, penningske zullen offeren aan de algemeen* steunbeweging in den lande. In zóóverre een eigenaardig idee, dat de steun zeker niet in de allerlaatste plaats bestemd is voor steun van nagelaten betrekkingen der mili tairen. Zij dus zouden niet in aanmerking moeten komen om hun offer in de algemeene kas te brengen. Maar toch is men er verzekerd van dat vele soldaten wel een kleinigheid zullen over hebben voor het goede doel, en zich gaarne daarvoor per week éénmaal een brokje ge not willen ontzeggen. Hier geldt dan, mocht dit het geval zijn, dat veel Heintjes één groote maken. Van onze duizende soldaten, al was Ihet maar één stuivertje per week te ontvangen, zou dui zenden guldens in de kas brengen. Bij de flinke legerorganisatie kan de in zameling der gelden ook geen groot bezwaar zijn, mits zich bij eik onderdeel militair zich met bet ophalen der gelden belast. Wij geven het idee, zooals wij het zelf ont vingen. Toch vragen wij te vragen wie der militairen in dezen van initiatief zullen blijk geven?.... aangaat, strikt geheim gehouden wordt, op den langen duur wordt die onwetendheid on dragelijk en maakt zenuwachtig. Dat we in Parijs zelf van zenuwachtigheid, men kan gerust zeggen géén last hebben ge had; komt misschien voornamelijk door het feit dat de meest impressionabele elementen, toen ze boorden dat het gouvernement ziijn zetel overbracht naar Bordeaux, ook maar gauw gemaakt hebben dat ze wegkwamen. Ze zijn- »P een rustig plekje hun vacantie, die ze gemist hadden, gaan inhalen, en de achterblijvenden konden deze semeurs de panique, zcoals ze in de bladen genoemd werden, best missen. Inderdaad, 'tis niet heel opwekkend voort durend de variaties op en uitwerkingen van het thema: „er is verraad gepleegd" te hoo ren, en ik tart den kardnekkigsten optimist bij tijd en ontijd een antwoord te vinden op de vraag: Maar als bet Fransdbe leger in tact is, zooais de commitniqué's melden, waar is het dan en wat doet het? Enfin, nu, na afloop van den zevendaag- schen slag, weten we welke heldendaden onze piou-pious verricht hebben en welk een groote tacticus de generalissimus is. En na deze eerste groote vuurproef is het vertrou wen versterkt en als Joffre de Zwijger, zoo als hij genoemd wordt, nogmaals een alge heel© overgave aan zijn inzicht en beleid van de natie vraagt, zal dat ongetwijfeld gemak kelijker vallen. Intusschen kan ihet niet genoeg gezegd worden: de bevolking heeft een schitterende zelfbefoeersching getoond en toont die nog. 'tls merkwaardig hoe weinig luidruchtig de berichten ontvangen worden, die toch zoo onomwonden duidelijk van belangrijke over winningen spreken. En dat terwijl het Fran sche volk toch zoo expansief is! Er is in nerlijke vreugde, blijde opgewektheid en.... men durft weer te lachen. De vroolijklii'id zit in de lucht, en uit zich in allerlei kb'i- niglheden, zoo gauw er maar een eenigszins belangrijke memsckenmassa bij elkaar is. Dat gebeurt uog al eens bij de Gare de TEst, waar zich een groot gedeelte van het boule- vardleven tijdelijk concentreert. Gisteren was het er buitengewoon druk ca woelig. Want het gerucht liep dat eeu aantal Duitsche gevangenen, waaronder een gene raal met zijn geheelen état-major tegen zes uur zou aankomen om, dwars door Parijs, naar een ander station gebracht te worden, Om vier uur reeds was er geen doorkomen meer aan. Taxi-auto's, rijtuigen, vrachtkar ren, alles werd bestormd door nieuwsgieri gen, die zich bij voorbaat een goed plaatsje wilden verzekeren. Eén wagen, bestemd voor vee ver voer, bad in een oogenblik tijd een dertigtal passagiers. De voerman liet ze be gaan, keek eens om, tikte zijn paarden even met de zweep, en daar ging öiet Jieele stel letje in vollen draf den boulevard af, onder luid gelach vau omstanders en van de pasi sagiers tegen wil en dank. Ten slotte wer den de wachtenden leelijk teleurgesteld: op het laatste oogenblik- hadden de autoriteiten! besloten de gevangenen niet door Parijs te vervoeren, doch ze per trein, buitenom van het eene lijneiinet op Ihet andere te doen overbrengen. Wat dit een uiting van da aangeboren Fransche ridderlijkheid die den overwonnen vijand, hoe gehaat ook. onnoo- genii Am- uur- nrri-Ti--i-»-TriiiJl it 4 HAARLEMSCHE COURANT maar van de Oostenrijksche opera ties, die toen vuur beAntwoorJ).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 1