DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De oorlog.
Wiiiterpantoffels.
P. W. TWEEHUIJSEN,
Kinsftriiuisvesf 29«3l>3@y Kaaplsm
VRIJDAG 9 OGÏSIÜËÜ iil4i
4usS9 Jaargang Bo. 7797
iypeiux van Aedtetie an Administrate
intspoonimianaal t«flsf eonnuraiMer 1419.
HET BOMBARDEMENT
VAN ANTWERPEN.
VAN ONZE BRABANT-
SCHE GRENS.
BARTËLJORISSTRAAT
TELEFOON 1770.
27,
Haarlemsche Ailecter jes No, 1451.
SC03TE
ABONNEMENTSPRIJS»!
Per 8 maanden voor Haarlem Zl.85
Voor de plaatsen, waar een agent 1# gevestigd (kom der gemj
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijk© nummert»
PRIJS DER ADVERTENTIëNi
Van I—8 regels 60 cent (contant 50 eent). Iedere regel meer 10 af
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct per regel. Buiten]. 20 ct. i
Dienstaanbiedingen 25 ct (6 regels), driemaal voor 50 ct contant).
AGENDA. 9 October.
Gebouw Sint Bavo 8 uur
Hulpspaarbank Schoterkwartier. Half ne
gen Spaarbank. Steuncomité. Inschrijving
Bakkerij. Spaarkas St. Ni col aas. Opening
Bibliotheek:.
Proveniershuis Groote Houtstraat
Consultatiebureau voor drankzuchtigen
van 7—8 uur voor vrouwen, van 8—9 uur
voor mannen.
j verhaalt één groote puinhoop zijn: een:
OVERZICHT, granaat ontplofte op den grooten dom. die is
Zien de Engelschen want Antwerpen j
-Haat onder een Engelsch bevelhebber: de;
Belgen zijn afgetrokken en het Belgische le
ger bevindt zich tusschen Sint Niklaas en1
ebt op weg haar de zeekust, zien de
Engelschen waarlijk nog kans om den be
legeraar van Antwerpen eruit te houden, mis
schien zelfs terug te werpen?
Men zou het zeggen, ja, men m o e t dat
aannemen.
Want enkel en alleen om de glorie, of om
den vijand zooveel mogelijk verliezen te be
zorgen, laat men toch een wereldstad als
Antwerpen is, niet totaal .verwoesten i
Dat zou inderdaad misdadig zijn, en wan
neer de Engelsche bevelhebber vandaag of
morgen Antwerpen tóch moet overgeven, na
dat het misschien voor driekwart is verwoest
en stukgeschoten, dan zouden wij willen vra
gen of de Engelschen, die zonder éénige hulp
van aanbelang te brengen, nu heel België
ongeveer door de Duitschers hebben laten
verwoesten en platbranden, van het arme
Belgische volk niet Al te veel offers vragen....
offers, die men met welsprekende telegram
men aan koning Albert en moties van hulde
betuiging niet voldoende betaalt i
Wij moeten afwachten, wat dan wel de re
denen mogen geweest zijn, dat de Engel-
sdyheommandant liever het gruwelijkste oor
logswee over deze grocT-Nederlandsc-he veste
bracht, dan haar te ontruimen en te doen
sparen; wij herhalen hot.: de Engelschen
moeten daarbij een bedoeling hebben, an
ders kunnen wij 't ons niet begrijpen.
Er loopen reeds geruchten (zie de tele
grammen) dat de vesting is gevallen, doch we
houden die voor ongegrond. D© binnenste for-
tenlinie schijnt nog niet geheel tot zwijgen
gebracht: dan zijn er nog de oude wallen
(die nu wel nog eens extra zullen versterkt
zijn) vóór de Duitschcr in de stad is
De Duitsche ruiterij zwermt intusschen iir
Zuicl-Vlaanderen en Noord-Frankrijk tot
vlak bij 'de zee. Als Antwerpen valt,
zal op deze zijde de Duifeoher ongetwijfeld
met geweldige macht komen opzetten: het
verband tusschen de belegering van Antwer
pen en de operaties van den grooten Duibsohen
rechtervleugel wordt met den dag duidelijker.
Voor het eerst vinden wij 'in heb Fransche
communiqué van gisteren (het Duitsche is
ons tot op het oogenblik dat wij dit schrij
ven nog onbekend) toegegeven vqri Franschen
kant, dat men in het centrum der groote
stelling achteruit is geworpen: „wij hebben
het grootste deel van de stellingen, waaruit
wij moesten wijken, hernomen", schrijft ge
neraal Joffre.
Van het oosten geen belangrijk nieuws: de
gevechten bij Soewalki, die aangekondigd wa
ven. zijn begonnen.
In den nacht van Woensdag op Donderdag,
prompt 12 uur, is generaal von Beseier, die de
stad Antwerpen belegert, met het bombardement
Li t. 4 en der stad-zelve, begonnen,
ilij had te voien de overgave gevraagd deze
was geweigerd.
Sedert diert tijd heeft bijna onafgebroken het
kanon gebulderd: en wat er precies is gebeurd,
hoever de Duitsche belegeraar is, of de
f.ngelschen (die nu de stad verdedigen in plaats
van de Belgen, wat wel zonderling lijkt) erin
slagen zullen den aanvaller terug te werpen
wij weten het niet.
De verhalen der vluchtelingen zijn natuurlijk
verward en teveel subjectief, en de berichtgevers
der kranten blijven allen kilometers ver uit dé
buurt van de belegerde stad!.
Van denzelfden berichtgever die ons gisteren
de eerste tijdingen van het bombardement bracht,
ontvingen wij de volgende belangwekkende be
lichten
IiOOZEN'DAAL, 8 October. (Van een part
corr.) Dp ellende en de ontzetting die wij hier
meemaken, spot met alle beschrijving! De,
wildste geruchten doen de ronde. Zoo dat
heel Antwerpen in brand staat. Ik heb uit
vet'S«ard« eu gelouterde inlicli-
Beechèni u vasde, overtuiging gekregen, dat
ingevallen, doch stichtte geen brand. Op,
verschillende plaatsen van dc stad is brand
uitgebroken door de Duitsche granaten. De
bevelhebber der belegeraars laat telkens vra
gen door parlementairs, of de stad, teneinde
voor verwoesting gespaard te blijven, zich
niet wil overgeven, doch de Engelsche be
velhebber, die er nu het commando voert,
weigert beslist, zoodat een bestorming van
de schansen is te vreezen. De stad Antwer
pen is zoo goed als geheel verlaten: allee»
zijn er Fransche en Engelsche en eenige Bel
gische troepen nog.
En later werd ons door denzelfden bericht
gever het navolgende gemeld:
ROOZENBAAL, 8 October. (Van een part.
corr.) Het gerucht gaat hier hardnekkig, dat
Antwerpen reeds in Duitsche handen is. Be
vestiging is echter nergens te krijgen. Zeker1
is dat de Duitschers reeds vier forten van*
de binnenste fortenrjj hebben vernield.
Wij laten natuurlijk de juisthuid dezer berich
ten geheel in het midden: er is op het moment,
vooral nu van Duitsche bron geen enkel officieel
bericht inkomt, geen controle op te maken.
Aan een bericht van een correspondent der
Maasbode, die te Putte aan de bij Antwerpen
dichtshnabije grens toeft, ontleenen wij nog het
volgende:
„Tegen half 5 (in den avond) is alles nog stil.
Wij zijn weer naar onzen uitkijktoren gegaan.
Links, in het Westen, gloeit de lucht van de
avondzon. Op dé Schelde, die in het zonnelicht
baadt, varen vele schepen de rivier af. Rechts
van ons, in het Zuiden, waar Antwerpen ligt,
in den schemer als in rouw gedompeld, zien wij
groote rookwolken opstijgen. Rechts van den
Lieve Vrouwe-toren laait een groote brand. Ver
der rechts zien wij 5 rookkolommen opstijgen van
de petroleumtanks, die in brand staan.
„Links van den Lieve Vrouwe-toren stijgt
eveneens een rookzuil op. Het geheele stations
kwartier van Antwerpen staat in brand.
„Uit Berchem zien wij ook vlammen opstijgen.
Berchem is geheel verwoest, zelfs de kerk is niet
gespaard. In de verte, waar alles in dichten
nevel gehuld is, begint het kanongedonder op
nieuw, doch slechts zwakjes. Alleen in de buurt
van Wyneghem duurt het gevecht nog voort. Ook
de infanterie is thans in actie. Het is wellicht
het bewijs, dat de Duitschers de stad naderen.
Dof klinken nog enkele schoten.
„Zes uur.Het is donker. Dicht bij den
Lieve Vrouwetoren zien wij een brand uitbreken.
Het schijnt ons toe vlak bij den St. Jacobstoren
te zijn. Dan zien wij plotseling een geweldigen
brand oplaaien. Het zijn waarschijnlijk de en
trepots en petroleumtanks.
.„De lucht boven Antwerpen is één vuurgloed,
en wij, die op zoo'n afstand van de stad staan,
kunnen onze kranten bij het licht der verre vlam
men lezen. Antwerpen lijkt ons geheel in brand
te staan"
De belegeraar van Antwerpen is generaal von
Beseier, een uiterst bekwaam krijgskundige, die
reeds 64 jaar oud is. Hij werd, naar de Tijd
meldt, in 1850 geboren, bracht zijn jeugd te
Berlijn door en trad op 18 jarigen leeftijd in
het leger. Hij maakte twee jaren later den veld
tocht van 1870 mede en ontving toen het ijzeren
kruis. Hij nam deel aan het beleg van Metz en
Parijs.
Na den oorlog werd hij leeraar aan de mili
taire academie en later zag hij zich in den gene-
ralen staf opgenomen. Hij is ook in 1893 afdee-
lingschef geworden in het ministerie van Oorlog.
In September 1904 werd hij benoemd tot cjief
van het ingenieurs- en pionierskorps en tot ge-
neraal-inspecteur der vestingen. Vooral op het
gebied van vestingbouw is hij een deskundige, en
vandaar waarschijnlijk, dat hem het beleg van
Antwerpen is toevertrouwd.
In 1907 werd hij tot generaal benoemd en in
1909 was hij opperscheidsrechter bij de groote
manoeuvres. In 1912 werd hij op non-aetiviteit
gesteld. Maar, evenals von Hindenburg, bood
hij bij het uitbreken van den krijgs zijne diensten
weer aan bet vaderland aan.
Daar is een greus voor het beschrijven van
ellende en wee als dit....
Men kan geen woorden meer vinden: 't wordt
herhalen en nog eens herhalen van wat al ge
zegd is
Op onze Zuidgrens is het ontzettend! Daar
b;j Roosendaal, bij Essclien, bij Putte, bij Wuest-
wezel en Wernhout, overal waar de groote
wegen gaan van Antwerpen naar Holland, daar
is hel één ontzaglijke ellende, een beeld van
ontzetting, als geen pen kan. beschrijven.
Bij tiend ui zen'den nog altijd maar komen de effen bij moeder thuis
vltieliteling'en. vaak van all.es beroofd, aan uit
de slad die een li ei is geworden.
De toestand in lloosendaal, schrijft een be
richtgever van „Hot Vnd.", spot. mét alle be
schrijving. Het is de ellende ten top. Nog steeds
1 krengen treinen en allé denkbare voertuigen
arme vluchtelingen aan, De wegen zijn er mee
bezaaid. Het aantal is niet te tellen.
Te Roosendaal zijn reeds de kerken met
vluchtelingen gevuld.
Schitterend is het Hollandsche hulpbetoon.
Militairen en burgers zijn onvermoeid. Het
leger stelde 50.000 brooden beschikbaar. Sol
daten verdeelen brood en drank. Daar van her
berging geen sprake meer is, slaat men bij het
station te Roosendaal een groote tent op.
De aanblik der vluchtelingen is hartver
scheurend. Zij hebben alles verloren. Ze gingen
op weg doch weten niet waarheen ze zullen
gaan. Particulieren halen met hun voertuigen
nog zooveel mogelijk uit Nispen. Ook zijn
daarvoor rijtuigen gerequireerd.
De militairen munten uit door hulpverstrek
king in alle omzichten.
Zoo is de lof overal.
Maar het is ook zoo vreeselijk, dit alles!
Daar kwamen zoo schrijft weer een be
richtgever van „De Msb." uit de grensplaats
Putte daar kwamen een twintigtal zusterkes
uit Wijneghem. De armen, ze hadden gisteren
avond nog goede tijding gekregen en waren in
heur woonstede gebleven. In den slaap werden
zij door een verschrikkelijk artillerie-gevecht
Opgeschrikt. Granaten vlogen in heur klooster
en zij hadden ternauwernood tijd gehad om
eenige kleeren op een stootwagen te laden.
Zelf stonden de zusterkes in het gareel en
"trokken den wagen, waarop zij nog eenige kin
deren van vluchtelingen geladen hadden, naar
het Nederlandsch grondgebied.
Daar, in Belgisch Putte gekomen, spanden
zich eenige mannen voor den wagen en glim
lachend, liaar mede-lotgenooten nog troostend,
trok de zusterschare weg in de richting van
Bergen-op-Zoom. Arme moeders, die zeven uur
lang geloopen hadden, volgden. Eén spraken
wij er even aan.
Ik heb niets anders over dan dit meneer...
en zjj wees mij op dé drie kleintjes, die haar
volgden.
En uw man?
Mijne man, meneer? Ik heb hem gister
avond nog bij Oeleghem gezien. Hij vocht daar
mee sinds twee dagen, en ik zag hem gister
avond voorbij ons brengen. Hij was gewond.
Ik wilde hem bij mij houden.doch zijn
zachte stem zei me nog: Ga vluchten Marie,
want wij zijn teruggeslagen.
Dan reden zij hem. verder.
Ik ben alles bijeen gaan pakken. Mijn drie
kinderkes heb ik aangekleed en sjust was ik
daarmee bezig of ik hoorde een geweld van
belang. Onze militairen, linietroepen en peerde-
volk, kanonnen en heel de andere rest vlogen
voorbij. Ik kwam bij mijn deur.
„Vlucht, vrouw,"' riepen zij me toe, „vlucht!"
Nauwelijks waren zij weg, 0f dö granaten
der Dutsers vlogen m onze huizen. Oeleghem
vloog in lichte laaie en wij zijn gaan loopen,
alleen met onze kinderkes....
En weer een ander verhaal, uit de N. R. Ct.
De berichtgever uit te Roosendaal, en hij ver
telt:
Een broeder kwam er aan, van het gesticht
te Tessenderloo in de Kempen, waar drie-hon
derd kinderen werden verpleegd. Hij kwam om
onderkomst voor die heele bevolking te zoeken,
want zei hij ze hadden een gewonden
Duitschen officier verpleegd, die gestorven
was. En toen waren de Duitschers gekomen en
die hadden gezegd, hun officier was vermoord,
en zij hadden 't gesticht in den brand gestoken.
De arme stumpers. Zij waren wel eerst wegge
voerd mogen worden, maar waar moesten ze er
in dien jammerlijken volkstrek mee heen?
Zij zullen hun plaatsen vinden. „Ge zult alle
maal uw onderdak krijgen, uw leger, en uw
verzorging. Want hier is 't nog vrede
hoor je de soldaten troostend tot de verbijsterde
mensehen zeggen. En goedig over de oudjes
heengebogen, en op iederen arm een wicht,
de makkers zwaar torschend hun poovere bul
len, helpen ze hen steeds maar weer voort, de
jonge kerels, niets minder hartelijk dan of 't
hun eigen moeders, hun eigen onnoozele wur
men waren. „En geen centen aannemen, jon
gens." spreekt met toch een week timbre in
zijn barre bu zat ens tem een cavalerie-luitenant
hen toe. „Want, al kan 't haast niet dubbel, ze
zijn nog armer dan wij."
En die echt gemoedelijk Brabantsche gast
vrijheid dan? Roosendaal, ongelogen, is zoo vol
als een tonnetje haring. Maai daar zijn er van
nacht verscheiden geweest, onder allerlei stan
den, die zelf maar op een stoel wat zijn blijven
dutten, omdat ze de afgetobde kinderen, de
verwezen oude mensehen zoo onder den arm
van 't station mee hebben genomen, en warmp
jes in hun eigen bedden gelegd. De beambten
van 't spoor, de douanen, van hoog tot laag,
oevelen hebben er niet gezegd: „Ik zal je wel
s brengen. Wij hebben
toch nachtdienst, dus da.n ,kan je even goed
ouder mijn dekens kruipen." En die families
dan. groot of klein behuisd, waar ze nu met
hun twintigen, hun dertigen aan 't middagmaal
HET BLOEMBOLLENS YNBICAAT.
De kans, dat er nog iots van 't Bloembol- j
zitten, en 't beste is immers niet goed genoeg
voor de wildvreemde gasten. Waar plaats is
voor drie, eten voor drie, daar is er ook nog
voor zes. Hoe vaak heb ik 't in allerlei vaiia-
ties al hooren zeggen. En als 't in Nederland
dan opraakt? vragen er bezorgd. Wel, hoorde ik
't antwoord, dan zal Engeland voor ons nu toch
wel wat meer in de schepen door laten gaan.
Nu houdt alle redeneeren op. Nu spreekt al
leen de ontroering en 't hartgrondig mede
lijden
EEN VERDWENEN ONDER-
ZEEëlï.
Zoowel Engelsche als Duitsche bladen
staan vol met berichten over een duistere
en zonderlinge geschiedenis: een op de werf j lensyndicaat zal komen is thans al heel ge-
Fiat San Giorgio te Spezzia gebouwde onder-1 ring geworden...,
zeesche boot- is plotseling- verdwenen onder Zooals men weet, had na heel wat o.u-
commando van een zekeren reserve-luitenant j dérhandelingen minister Treub als voorwaarde
Belloni en bemand met vijftien koppen. Vast voor de Begeeringshulp gesteld, dat een ter
schijnt te staan dat da boot gebouwd werd j zijner beoordeeling voldoend aantal kapitaal
voor een vreemde regeering, maar de ba- krachtige kweekers, borg zouden blijven voor
richten zijn (het er niet over eens of dat de de rentebetaling en aflossing der te leenen géi-
Roemeenschc, de Russische of de Duitsche den.
regeering was. In elk geval eisch te de neu-m. -a, w. dat diegenen die zelf van *t syn-
traliteit van Italië dat de boot, die vóór den dica&t geen gebruik behoefden te maken borg
oorlog besteld was, niet geleverd zou wor- j zouden zijn voor finantieel-zwakkeren, dis
den toen deze uitbrak en de directie van de woi }iu]p Van 't syndicaat zouden moeten
werf dacht er dan ook niet over om de boot ontvangen.
af te leveren. Maar nu is ze opeens doorÈcn eisch die, naar 't zich liet aanzien
den reserve-luitenant met den krijgehaftigen nje(; zou kunnen worden vervuld, waar im-
naam in zee gebracht! mere kapitaal-krachtigen geen belang'bij de-
De heer Belloni is n.l. een goed vriend za,ak hebben en van hen in deze eritiek©
van Frankrijk en hij wil die mogendheid te- tijden, nu oen ieder al heel blij is als hij
gen Oostenrijk helpen! zelf 't hoofd boven water kan houden, niet
r De Engel sdhe couranten vinden dat heel kan worden gevergd, dat zij voor anderen
nobel van Belloni! i borg zullen worden.
De directie der Fiat-fabriek zegt, dat zu j)© commissie deed evenwel moeite om ka-
zelf geheel geen verantwoordelijkheid draagt pitaal-krachtige kweekers bijeen te krijgen
voor het gebeurde en dat de onderzeeër on- j geneigd waren aan den eisch van den
gewapend is. E11 Belloni heeft naar't schijnt j ^ulster te voldoen. Een termijn werd ge-
een brief aan de firma achtergelaten, vaar- waar binnen men zich kon opgeven,
in ibp schrijft dat de bemanning niet wist j Maar.... niemand der kapitaal-krachtigen meld-
wat hij doen ging, en voorts vraagt om hetde z;ch aan en ,]e termijn van inschrijving
oordeel over zijn daad op te schorten totdat |j3 thans verstreken.
hij in een haven zal zijn binnengeloopen van j -yyej oieeli aan de commissie, dat velen
"waaruit hij berichten zal zenden tot verkla-aaQ finantieelen steun beho ffte hebben. Du
ring van zijn gedrag. 'commissie zal met den minister nog wel do
De Italiaansche bladen zeggen, dat al» Bel-onderhandelingen voortzetten, doch, gezien
1-oni gepakt wordt, hij streng' gestraft za't]o houding, die de minister tot nu toe aannam,
worden, want het strafwetboek stelt opwordt vermoed, dat hij wel geen verdere con- I
schending der neutraliteit een strat van ten1 cessies aal willen doen.
minste 16 jaar gevangenis. De Italiaansche j gn denkelijk zal er daarom wel niets van I
vloot 'heeft last gekregen, om scherp uit Synciioaat komen. Evenwel zal, mochten'
kijken of zij Belloni's vaartuig niet ontwa
ren kan. 1 op niets uitdraaien, de commissie nog zien of
Een Engelsch bericht meldt, dat de bootjdan andere W6, u to vinden
aangekomen zon z,.,n m Ajaccio op Corsica.filiantieul-zwakkeren - dat volstrekt niet
en dat daar de bemanning verdenking op- k vakgenooten behoeven te
vatte ten aanzien van Belloni s plannen, zoo-j J
dat zij ziclk aanmeldden Mi de Fransche^middels zal nu niets meer kunnen ko-
oveiheid van Ajaccio. cz ego 1 men, althans voor 't komende jaar niet meer,
loopig beslag te eggen op c ei i 1I vian een regeling der productie en een wa-i
En naar de Neue Ib'e.oPre^semt Mlaan^ overproductie-, dat mede met 't
verneemt, zijn de ingenieur Koechi, tweede
bevelhebber, en Yasallo, dJectroteohnicuk jsyndicaat werd beoogd,
utvcuieuwi, immers do bollen zitten nu reeds in de
de ontvoerde duikboot, te Spezzia, waar
zij waren teruggekeerd, gevangen genomen
't Is een rare historie!
grond. Dar-ging zooveel tijd heen met da
j onderhandelingen, dat hiermede niet meer kon
worden gewacht. Dat men ze plantte is nic-
FKN FNCEISCH OOR-mand kwalijk te nemen, waar men eenmaal de
n„„T nvifii ili-ctoi r'|. gronden ei v ooi had.
DEEL OV LK i Men had ook willen trachten te komen tot
MOEDIGEN KRLloEK vaststelling van een binnenlandschen inkoops-
„EMDEN." prjjs der 'bollen. Doch dienaangaande was geen
In de „Dailv Telegraph" schrijft Archibaldsamenwerking te verkrijgen.
TT j i ta a I idee daarvan is reeds eerder door er n
Hurd over den kruiser Einde»l Tk-ci' Kivla-ge geopperd, doch zij ondervond
„Het schip vond m den Indischen Oceaan .(oen algemeene instemming van
een ideaal terrein voor zijn werkzaamheden, d0 7jj,c|e 'tfer kweekers van bollen,
omdat er een groot aantal schepen passeert en pjr was iter aanzien hiervan geen samenw.T-
omdat de „Emden" vele schuilhoeken kan ge- king te krijgen, toenmaals niet en ook nu nog J
bruiken om zich voor de Engelsche kruisers te niet.
De gevolgen hiervan kunnen voor heel 'I
bloembollenbedrijf groot zijn. Hopen we ech
ter, dat 't nog wol los zal loopen en dat
mocht er geen syndicaat komen, op andere
wijze finantieel-zwakkeren hulp zal kunnen j
worden verleend
verbergen. Buitendien heeft de „Emden" het
voordeel van zijn vlugheid. Hij kan steeds als
er gevaar is vluchten. De actie van den kruiser
vervult ons (de Engelschen) met, bewondering.
Wij mogen den kapitein von Müller met zijn
ondernemingsgeest gelukwenschenhij treedt
ook niet. slechts met menschelijkheid, maar
zelfs met tegemoetkomendheid jegens do En
gelsche manschappen op.
Deze marine-officier kan de De Wet van de
zee genoemd worden. Zijn actie is geheel bij
zonder. In geen zee-oorlog van den ouden of
den nieuwen tijd werd door een vijandig schip
de tactiek van den beroemden leider van den
gueriila-oorlog op het land, van den buit 1e
leven en de gevangenen in vrijheid te stellen,
zoo toegepast. Juist het succes van den kruiser
maakt het moeilijk, hem te vangen. Het zal
niet baten, verdachte kolenschepen te vervol
gen; de „Emden" krijgt zijn kolen gratis. Het
schip neemt er natuurlijk zooveel als het mee
kan nemen."
DE OORLOG VAN
KONIJNENHOLEN.
Aan een correspondentie in de „Times", ge
dateerd van 4 October uit Spernay is het, vol
gende ontleend:
De slag aan de Aisne is nu de vierde week
ingetreden en indien er niet de een of andere
flank-beweging wordt uitgevoerd, schijnt er
geen reden te bestaan, waarom deze titanische
tragedie niet nog langer zou duren. De Fran- J deskundige spreekt dc ^meening uit, dat d>
schen spreken van een ..guerre d'apaches," een
steling tegen een onzichtbaren vijand,
bij de hoogten vlak ten Noorden van de Aisne.
Uit de door mij verkregen inlichtingen blijkt
dat de loopgraven der verbondenen nu de vort
gelijking met die der Duitschers kunnen door
staan en dat heel het land hier een uitgestrekt
mitliair konijnenhol geworden is. Beide par
tijen zijn vastbesloten geen duimbreed grond
prijs te geven, doch terwijl de Duitscheri
voortdurend tegén-aanvallen ondernemen, is d«
algemeene indruk, dat de verbondenen geen be
sliste pogingen doen, om in deze Btreek vooruil
te komen.
De communique's spreken met eentonige
ofschoon moedgevende regelmatigheid van hel
afweren met zwaar verlies der Duitsche tegen
aanvallen, doch zij maken geen melding var
eenig voorwaarts dringen van beteekenis. Df
conclusie is dus, dat de verbondenen voor het
oogenblik tevreden zijn met, het afslaan en dal
zij niet- pogen, de vijandelijke loopgraven te bo-
machtigen.
Mooi vooruitzicht! Een Russiech militair
oorlog met Duitsdliland gerekt zal worden
daar de wintel-veldtocht, niet zoo krachtij
x gevoerd zal kunnen worden. In het voor jan
nooit gezien wordt, totdat h« onverwacht vit- de oor1og dan wcpr n,pt v6rr)i(,nwp ft4d(
zijn schuilplaats springt. uitbreken. In elk geval gelooft deze de.-kmi
it ae#>rfc natimrlyk betrekking op den strijd digo dat de oorlog in liet late voori i n- o