DE VIOOLSPELER. Blijft uw Organisatie getrouw! OR*lo$|. (Uit het Maandschrift der K. S. A.) Dat moet ia deze critieke tijden ons aller leus zijn. Wij moeten den moed niet verliezen, nocii het hoofd laten hangen, al zijn de tijden moei lijk en zwaar. Naar "het zich laat aanzien, zal ons land wel van. de gruwelen van een daadwerkelijken oor loc. verschoond blijven; wij hebben dus reden tot tankbaarheid en ook alle recht om goeden moed te houden. Als deze crisistijd is afgeloopen, komt alles weer terecht. lntusschen heeft de oorlogstoestand nadee- iigen invloed op heel het bedrijfs- en maat schappelijk leven; niet het minst op het ver enigingsleven. Tengevolge van de stuw welke in .ons bedrijfsleven werd gelegd, zijn de levens rappen in alle volkslagen spaarzamer gaan vloeien. Een ieder denkt aan bezuinigen. Som migen terecht, wijl hun inkomen óf geweldig verminden óx zelfs geheel is opgehouden, an deren ten onrechte, wijl voor hen, financieel, bijna alles bij het oude bleef. Van dezen kan men zeggen, ciat zij bezuinigen alleen van den weeromstuit. 'Ioch vormt deze laatste groep een betrek kelijke minderheid. Bij een toestand als de wereld op heden door maakt zijn de belangen van iederen stand en maatschappelijke klasse ten nauwste betrokken. Er zijn er weinigen welke de nadeelen er niet van ondervinden. Wat een prijs is reeds door ons volk betaald zonder dat Yr een schot is gelost. Ons crediet stortte in elkaar als een kaartenhuis. Ons papieren geld scheen waardeloos. Goud of zilver was niet te bekomen. De banken werden gesloten. De beurs eveneens. De spaarbanken leeggehaald. De fabrieken, handel en scheepvaart gestept. Wissels werden niet betaald. Zaken werden geruïneerd. De prijzen der levensmiddelen stegen. Het zwaard was nauwelijks uit de schede of een paniek maakte zich meester van geheel de geld-, industrie- en handelswereld. Het systeem van crediet, op hetwelk wij zoo lang hebben geleefd en gedreven, is plotseling gebieken een systeem te zijn bestaanbaar alleen bij vrede. Handel en .industrie worden vermoord door den oorlog. En door den val van handel en industrie worden alle overige levensuitingen in onze sa menleving bedreigd of benadeeld. Niet het minst ons katholiek vereenigings- Jeven. Dit vereenigingsleven maakt thans, even als de gansche maatschappij, een hevige crisis door. De leden onzer organisatie zijn bij duizenden onder de wapenen geroepen. Vele zaken staan daardoor zonder leiding. Vele gezinnen zijn zonder kostwinner. Het inkomen van allen zonder onderscheid is belangrijk verminderd. Daar zijn er weinigen die dezen crisistijd loven als een gunstig, als een voordeelig tijdperk. Dit alles doet zich natuurlijk gevoelen in de organisaties. De zorg voor het bestaan beneemt de men schen alle lust en fut. Men heeft alleen oog voor datgene wat in staat is oogenblikkelijk te helpen. Bovendien zijn tal van bestuursleden onder de wapens. Menige organisatie is als het ware stuurloos en ontredderd. Zij die nog overgeble ven zijn worden dikwijls opgeroepen om in aller lei comité's hun medewerking te verleenen tot bestrijding van den nood en de ellende. De inkomens van duizenden gezinnen zijn ge daald tot het minimum om te kunnen lev®. Al wat dus even verschoven kan worden, wordt verschoven en niet betaald. En velen zijn van meening dat de contributie voor de organisatie een uitgave is, die nu maar het eerst moet wor den uitgesteld. Anderen gaan nog verder. Zij zeggen het lid maatschap geheel en al op en verlaten de ran gen. Dat dit een zeer veroordeelingswaardige daad is, gelijkstaand met desertie in oorlogstijd, is duidelijk. Wij kunnen deze desertie niet met den kogel straffen. Onze legers, onze organisaties, zijn geen instrumenten van dood en verwoesting Zij zijn veeleer gesticht en hun taak is veel meer liet leven te sparen en ie redden, de levensvoor waarden te verbeteren van allen die tot hen toe treden, zoo middenstanders, patroons als arbei ders, Het doel onzer organisatie is de vrede door wegneming van maatschappelijke misstanden. Door verheffing en veredeling van den mensch, door het aankweeken van godsdienstzin en zede lijkheid,, door het brengen van hooger ontwik keling en beschaving, door het aankweeken van herstellen. En die taak is nog niet afgeloopen, zij is pas begonnen. Pas in hun eerste stadium van ontwikkeling waren onze katholieke vereenigingen. Na jaren van zoeken naar den besten weg, na jaren van terrein-verkennen, na jaren van worstelen en strijden tegen vooroordeel en ver keerd begrepen eigenbelang, na jaren van strijd ook tegen onkatholieke principes en liberaal-eco nomische opvattingen, begon eindelijk de zon door te breken. Onze vakbeweging kwam onder de krachtige leiding onzer Bisschoppen in de juiste banen, onze middenstandsorganisatie begon zich heer lijk te ontwikkelen onze patroonsorganisatie kwam tot stand, onze patroons kwamen tot beter inzicht op velerlei gebied, tot krachtige samenwerking zelfs, met de vakbonden der ar beiders in menig bedrijf, tot beider heil. Het Centraal Bureau voor de K. S. A. dat in al dien arbeid een werkzaam aandeel had, dat zooveel gedaan heeft to+ verspreiding van juis ter ideeën, was juist bezig, op last van Mgr. Gallier, een organisatie in 't leven te roepen van katholieke landbouwers.... en daar komt de ooriog en daarmede de stilstand. Die stilstand mag echter niet blijvend zijn, nog minder ontaarden in achteruitgang. Relireeren uit eenmaal ingenomen stellingen beteefcent d ondergang. Mei woord van den Franschen generalissi mus Joffre, moeten wij tot het onze maken: tot geen prijs mogen onze troepen hun eenmaal ingenomen stellingen verlaten, veeleer moeten zij zich laten döoden. Zwakheid kan niet worden geduld. Want achter die vooruitgeschoven, stellingen concentreert zich de hoofdmacht tot den eindaan- val en de glorieuse overwinning. Zoo staat het ook met ons. Wat heeft het ons allen, besturen en leden, leiders en propagandisten, niet een moeite ge kost onze troepen te krijgen op de punten waar wij nu staan. Wat is er niet vergaderd en ge propageerd, geschreven en gesproken, wat heb ben onze propagandisten en geestelijken zich met afgesloofd met huisbezoek èn op allerhande wijze om de zwakke broeders te versterken en ze eindelijk in de vuurlinie ie krijgen. W at heeft elke kleine overwinning op den vijand,, het economisch liberalisme, het socialis me, godsdienstloosheid en zedehederf ons allen een zweet en een moeite gekost! Wat een offers hebben wij ons getroost voor onze vakverenigingen, patronaten, drankbestrij- dersvereenigingenwa t een moeite voor onze middenstandsvereenigingen, credietbanken en allerlei andere instellingen. Wat een arbeid en wat een offers reeds ge bracht voor de K. S. A. en voor het Centraal Bureau. Maar ook wat zegepralen reeds bevochten! Elke duim gronds ontworsteld aan het econo misch liberalisme beteekent een stap verder op den weg naar den socialen vrede! Elke duim gronds ontwrongen aan het socia lisme beteekent het achferuifsiooten van de mach ten der duisternis, den haat en de tyrannic. Elke ziel onttrokken aan het gevaar voor gods- dienst- en zedeloosheid beteekent eene eeretrofee aan het vaandel, waarvan wij de volle schitte ring pas zullen zien in het eeuwige land van liefde en licht. 1914 KATHOLIEKE GEESTE- LIJKEN ALS GEVANGENEN IN DUITSCHLAND. De Katholieke veldkapelaan, die sinds 9 Sep- die kennis, die sociale kennis, gezien in hethaaste vlucht het middageten staan en de man- 1 geacht heeft anders te spreken dan hij dacht en licht der katholieke beginselen, welke alleen in j telg in de gang hangen. j zijn tong niet met een leugen wilde bezoedelen staat zijn duurzaam de maatschappij te ver-1 Missohien zijn er nog twintig inwoners in 'n het heilige uur waarop hij Duitschland's hou- beteren en den socialen vrede te vestigen en tej de' &tad; mig8chien ook nog- maar tien. Men dia« voor de geheele wereld wilde rechtvaardi- MlIlüllw veuBaDeiaan uie sinas y oen- wc+oii™ gen, zoo moeten wij toch met dezelfde zakelijke Hf ,et ei QKdPeiaanme sinas y oep g i - s jopenhartigheid tot een tegenspraak overgaan. te ef 1°^? legerbestuur met de zielzorg menschen, dne vrouwen en twee mannen. Zij ^eer zeker! Wij hebben het gebod van het vol-1 V001'..de knlgsgevangenen te Munster belast is, maakten in het grauwe licht van den somberen ]<en recht de integriteit van vreemd gebied niet ®riirijft ons volgende dag den indruk van spoken, van dooden die te schenden en gegeven beloften te houden, niet1 „Zooeven. las ik uw bericht „Verhaal van een,| uit hun graven waren opgestaan.'Opgevolgd. Maar desniettemin hebben wij geen uil Belgie gevluemen pater (ochtendblad 30 Een soldaat van de wacht deelde mede, dat volkenrechtelijk onrecht begaan, j September), dat, naar mij yoouomt, een vaischen er nog slechts veertien burgers in de stad waren Immers wij waren, zooais de zaken er voor i jnuruk weergeeft. Bij mijne aankomst in hel gebleven. Beed, de lang nitgeetvekt. veoi-.tad stonden, mei een tot den opmarseh door Belgie Muyeen uitgeetorven. Alle M*.. tïtoSfc KallSe geesSgkeï stonden wijd open. Achter een venster staarde f kling v„n vijanden opgesloten, die a zoeken De ZeerEerw Heer dl' Nagum vond «oir m i j begceng waren, ons den levensdraad af te :f zuckch aa. z.kilww. m_. rxagaut, \uuu, een witte gen die door de geopende deuren in sa>? en dus 'wettig daartoe niet verplidlt. 1" J1" eerst met, daar hij met als priester een kamer was gcloopen, ons door de verweer-1 de voor |et zelfbehoud houdt alle Tfkend en als zoodanig niet je herkennen was. de ruiten aan. In den gang van een ander huis rechtsverbod op. Dat is een algemeen principe, i Voor de aderen werden onmiddellijk de noodige liing een nieisjeslioed niet een wijnrooden y*ooi" fllle takken der samenleving geldt, zoo- j stflppen gednnn oni do, bij net reusnchtig Etöflicil sluier; de winkels alle geopend en nergens een wgj voor het privaat als voor het internationale j ê'evanKeiien £l w'aren ei toen ter tijde 1000 K mensch te zien. Tegenover de kathedraal staat recht. Geen mensch behoeft zich te laten verhon- j ™aaJ.meei daa uvf art 8P^ inêTesi0Pen een herberg: „ln 't Gulden Vlies1'. Op de ta-1 geren, als hij door een greep in den bakkers- hlmlT de orde aailjleSefen'|;' feitjes staan nog de glazen met restjes wijn winkel zich redden kan, niemand behoeft het te p A, Duifsche^SeriStiTuide telaas\rorpe F dulden dat hef brandend huis van den buur- Dat mt Duitscne legerbestuui de helaas vooige-m. er in; daar rondom heen stoelen, waarvan de dulden, dat het brandend huis van den buur- k vergrijpen van afzonderlijke soldaten "err menschen zoo juist schenen te zijn opgestaan. 1 ga* zijn «g«i hu» m,bffd dao£ burgers alleicherpst verooïïelenlïSgï1 Links daarnaast een groot kleedmgmagazijn P en liot daar tusschen de akker van een zal- voor zoover dat noS mogelijk is, spreekt met het opschrift: „Lakens en alle kleeding- j d {)jj den oogst van dien derde vanzelf. De behandeling, welke de beide geeste- Stoffen.» De deuren wijd geopend; de kleeren desno^ds vertrappen en dan kan hij dit doen ^en onderbonden hebben, wordt geenszins ver-1 op rieten poppen in huiveringwekkende een- j 20nder zich aan den inbreuk op het recht schul- zaamheid. Daarnaast weer een ..sehoenmaga- dig tc maken. Laat mij u nog een ander voor zijn." Dezelfde aanblik; iedere winkel, ieder beeld noemen, dat weliswaar ongewoon is, maar huis van den kelder tot het dak zonder een juist op de ongewone situatie past: Ik bevind levende ziel. Op de Dyle, die midden door de me man tegen man tegenover mijn doodsvijand Hf - - h stroomt,d^ven Wsc «huilen. ,1, door, en ctol Wj ztoh «wiM.k weer m de btodet Menf iS, mate ontschuldigd, maar is eenigszins begrijpelijk! door de vreeselijke geruchten die in Duitschland! over gruweldaden van Belgische geestelijken verspreid en helaas! ook geloofd werden. Het Duitsche legerbestuur stelde alles in het S.! pinnende e„„„t l. ,JLt «n S"£zSc!"S! jDfiStozc^nS'hcb S f édn giroote pumkoop vormt Do leegte en de veibie(ten? c«u oogénblik zal ik mij bezinnen! i S^JSSS^JSSt" ?h H' S?cra" stilte m de middeleeuwsche straten is zóó ver- En vooraj dan niet als ik. mijn vijand aanstalten 1 h- hfb.lk °\el'a! ecn I schrikkelijk, cat het hart iemand in de keel zje maken om zelf van dat wapen zich te be- i rr .- P ec'u!Se Hoogdienst gehouaen m. klopt en een herinnering uit de jeugd van het dienen. En als hij daartoe door den eigenaar' m!u ,u Y.-r.i ÏL sprookje van de gedoemde stad, opeens tot out-aangemoedigd wordt, wie zal het mij dan kwa-i j „Dl.." f ff J i' 71-'n.°° 'i- zettende werkelijkheid wordti lijk kunnen nemen, als ik dan meteen met hem „Wat nooit nog iemand zag. is hier werkelijk-afreken en tegen hem optrek? Zoo is het met heid geworden. In een groote stad zijn de men- het nationale recht eil zoo is het ook met het sehen als door een vernietigenden too verslag internationale recht De bevoegdheid, algemeene in 't niet verzonken. Zij hebben huis en hof ^boden te overtreden, als dit tot redding uit een oogenblikkelijk gevaar voor een staat noodig verlaten en ens hun geil en kostbaar- behoort tot de vaste grondslagen van het vol heden meegenomen. 0p hun vreeselijken tocht ]{enrecht. En juist tegenover Engeland is deze der verschrikking. i)0 eenige teekenen van jn de rechtswetenschap algemeen erkende waar leven die achterbleven waren de vogels hier en heid het allergemakkelijkst te verdedigen. Want daar in de kooi en de dieren in den stal. De Engeland heeft juist het meest beroemde geval beesten zwerven nn niemand hen meer komt voor aanwending op het recht van zelfbehoud voederen in de huizen rond; de zangvogeltjes geleverd. Het was in het iaar 1807 na den in de kooien zijn verhongerd van hun stokjes vredf van Tilsit. Toen verlangde het, in ooilog gevallen i zijnde met Frankrijk, van het neutrale en vreed- vrzj.u' j zame Denemarken, dat het zijn vloot zou geven Midden in de stad troont de.kathedraal van bewar{ Het' deed ditj imd,at het vreesde, Hombonts, een gotisch bouwwerk van i da{ anders Frankrijk deze vloot zou overweldi- reusaehtige afmeting. De 100 meter hooge j gerL en tegen Engeland gaan gebruiken. Dene- t.oren vormt aan de westzijde de afsluiting; i marken weigerde, net als België thans tegen- lieel in Je hoogte vier wijzerplaten van 14 meter over ons aan dit verlangen te voldoen, waar in doorsnede. Ze zijn verbogen en kapot ge- op Engeland Kopenhagen bombardeerde en de schoten. In de muren van de kerk gapen zeven j Deensche vloot met geweld wegnam. En het zijn bisschop van Brixén, Mgr. Égger, een toc- groote gaten die daar door granaten ingeslagen Engelsche en Amerikaansche diplomaten aan spraak, zijn; het dak en de toren zijn als bezaaid met wie de kiass,ekc formuleering der daaxvoor sporen v.n karletovnnr. He, ln..ndi8e ver- liSZt toont een gruwelijke verwoesting. De prachtige JS eeacht toelaatDaai gekleurde^vensters, die het dogma van de On-1 De gebeurtenis, die daartoe aanleiding gaf, UIT HET KATHOLIEKE TYROL. In Tyrol heeft een godsdienstige plechtigheid plaats gehad, echt in overeenstemming met den ouden geloofsijver en heldengeest der dappere Tyrolers. De hoogwaardige bisschoppen en de keizer lijke stadhouder hadden nl. besloten thans in t den oorlogstijd het verbond te hernieuwen, dat in het jaar 1796, toen eveneens de oorlog Tyrol in verdrukking bracht, met het Goddelijk Hart van Jezus gesloten werd. In de maand Septem ber werden in het geheele land, vooral echter te Innsbrück, dit verbond plechtig hernieuwd en beloofd, na een gelukkigen vrede een jubelfeest te vieren. Naar wij nu in de „Petrus-Blatter" lezen, hield te Innsbrück, bij deze plechtigheid de vorst- Z. D. H. wees er op, dat ondanks de behaalde zegepralen, nog veel duistere wolken het vader land bedreigden en wekt op, toevlucht te zoeken bij God, Die het lot der volkeren leidt, want Hij is 't, Die de zege schenkt. Mgr. besloot met de vermaning, dan ook MECHELEN, DE DOODE STAD. „.Hét wildste rumoer vao den krijg, de aan grijpendste tragedies van den dood, het schrij nendste leed, de grootste kommer van den oor- schatten log- zjjn niet zoo erg en niet zoo ter neer druk kend als de sombere, loodzware, grauwe stilte die er heerscht in het oude Mechelen, zoo schrijft een oorlogscorrespondent van het Berk Tageblatt, die Mechelen bezocht lieeft en zijn indrukken beschrijft. „Het leven in de stad is uitgestorven. De stad is dood. De 60.000 inwoners zijn gevlucht. De donkere huizen staan open. De straten zijn leeg. De leegte is zóó aangrijpend, dat men bij het gaan door de verlaten stad onwillekeurig zijn schreden verhaast. „Af en toe vertoonen zich soldaten op straat. bevlekte Ontvangenis m schitterende kleuren j dateert van het jaar 1837. Gedurende een op-, OJ afbeelden, liggen aan scherven op den vloer; stand in Canada tegen de Engelsche regeering, j trouw te blijven aan het geloof der vaderen, rjjk gebeeldhouwde altaren en kostbare schil- j had namelijk een groep insurgenten het in de vooral aan het geloof aan de Godheid van Chris- derijen zijn gespaard gebleven. De plek vóór j Niagaravalien gelegen Navy-eiland bezet en dit j tus. De Godheid van Christus is de grondslag liet hoogaltaar echter werd door een granaat- j tot een operatie-basis tegen Engeland ingericht, j van het Christendom en juist die Godheid wordt scherf getroffen en de gesneden houten heili opstandelingen maakten daarbij ook gebruik thans zoo dikwijls geloochend en in twijfel ge- genbeelden zijn van hun voetstukken afgeruktvaa de stoomboot Carolina" I jrakke"- Trouw en sterk willen wij staan in ver liet marmer van de bisschopsgraven is ver-Te?'«1 au dl seheeptje op 29 December 1837rouwen op het H. Hart des Verlossers, Die ons tv- aan den Amerikaanschen oever voor amier lag land lyrol reeds zoo dikwijls en zoo opmer- 1,! esc ïouwmg van den en wej jn dc haven van Sell losser (Staat New- kelijk geholpen heeft. Vooral willen wij vasthou- (Maos ziet men ech er, .dat. de schade over t York), werd het daar door een Engelsch detachc- den aan den hondstrouw jegens onzen Bonds- geheel niet groot is en dat de grootste kunst gespaard zijn. Alleen de kleurige pracht dor kathedraalvensters in vernield. Eenige ruiten en stukken geschilderd glas zijn nog ln hun volle schoonheid te herkennen, en boven het middenvenster op het oosten straRlt krachtig en duidelijk nog in het fel-kleurig glas het plechtige woord: „Soli Deo Gloria, in Aeternum.". heeft duitschland HET VOLKENRECHT GESCHONDEN? Men schrijft ons van Duitsche zijde: Professor Dr. Kraus van de Leipziger Univer siteit heeft den 12en October in een voordracht Op de Groote Markt, op de Wolmarkt, op de j in de Aula der Dresdener Technischer Hoo^e- Place d'Egmont, aan het station zjjn soldaten m vrjj talrijke troepen aanwezig, maar de in woners ontbreken. ••Zij zijn gevlucht, toen Mechelen door de niet te voorziene toevalligheden van den oorlog in het middelpunt kwam van het geschutvuur van de beide tegenstanders. Zij lieten hun hui zen voor wat ze warenze lieten in hun over- FEUILLETON. school op de vraag: „Heeft Duitschland door binnenvallen zijner troepen in Luxemburg en België het volkenrecht geschonden?" het vol gende antwoord gegeven: „Onze Rijkskanselier heeft die vraag beaamd en het Duitsche binnenrukken als onrecht ver klaard Zoo manmoedig deze verklaring ook is en zoo trotsch als wij er op mogen zijn, dat de hoogste beambte van ons Rijk het beneden zich ment aangevallen, veroverd, in brand gestoken heer door het houden Zijner geboden en Zijner en brandend naar de Niagaravalien afgedreven, feestdagen, die helaas thans zoo dikwijls onthei- Bij. de diplomatieke uiteenzettingen welke zich Hgd worden. aan ciit geval aansloten, verklaarde nu de Amë-j Dat is de Bond. die gesloten werd en die wij rikaansche staatssecretaris tegenover dc Engel- willen vernieuwen! sche regeering het volgende: De stadhouder, Z. Exc. baron Kathrein las „Het ligt op den weg der Engelsche regee- hierop met luider stemme de belofte voor, die ring eene noodzakelijkheid van zelfbehoud te ais volgt luidde: bewijzen, die oogenblikkelijk en overweldigend „Ik, stadhouder van het vorstelijk graafschap moest zijn, en die geen keus liet omtrent deTyrol, vernieuw hier in aanwezigheid der afge- middelen en geen oogénblik tot langer naden-vaardigdc-n- des lands, van den geestelijken en ken." wereldlijken stand, in naam van het land Tyrol, En de vertegenwoordiger der Engelsche regee-°iU 'ton zegen des hemels in den tegenwoordi- ring, lord Ashburton, nam in zijn antwoord i gpn grooten oorlogsnood af te smeeken, in der- deze zinswending van Webster uitdrukkelijk moed en vertrouwen het door onze voorvaderen aan. hij nam ze zelfs woordelijk over. i nle' '1(T Goddelijk Hart van Jezus-gesloten ver- Zij kan dus als een soort authentieke bepaling bon(Y opdat Het ons land en onze verheven van het begrip van het recht tot zelfbehoud gel-Monarch bescherme; en leg namens het lan i den. En klinkt het nu niet, alsof deze voor bijna "C gelofte af: een eeuw geschreven definitie op het tegenwoor-1 '1C* feest van het H. Hart van Jezus gelijk dige toepasselijk is? j tot nu toe ieder jaar plechtig te vieren; Van wetenschappelijk volkenrechtelijk stand-kct Katholiek geloof steeds trouw te blijven punt gezien, is het aan geen twijfel onderhevig, en de °P ,de rots Petrus gegrondveste Kerk dat Duitschland met zijn opmarseh door België onverbrekelijk toe te behooren; en Luxemburg zonder schuld en vrij uitgaat'ie* Goddelijk Hart van Jezus ln alle nooden voor liet forum van het volkenrecht i en kommernissen als onzen Beschermer aan te roepen 6) -- Verhelen wij ons toch niet. antwoordde teel en zijne bezettingen. Maar de beer de Ma illy heeft gezegd, dat op de troepen niet valt te rekenen. Aan welke mannen k het commando toevertrouwd? Wel graaf d'Herville commandeert de edellieden, Maillardoz de Zwitsers en Man dat de Nationale Garde. Mannen van beproefde trouw maar wie waarborgt ons, dat het u zal gelukken «ij, dat bet koningschap in Frankrijk niet jmv gezag te doen eerbiedigen? veili.Sih/du,w*iö' D:V kan u op den! - Wij willen hopen, dat liet zoover niet ii.t! op de Oiiamp de Mars f zal komen, zeide hij aarzelend, dat de Natio- mef, ontgaan zijn. n6 ko.jdng keek naar den gTond, De spieren langs zijn mond bewogen zich Krampachtig, doch nauwelijks merkbaar; overigens vertrok hij geen spier. De koningin 'bad oen ruw, maar waar woord gesproken. Op dien feestdag was Pétion, maire van Parijs, de held van het feest-ge- weest, dezelfde Petion, die den koning eenige weken geleden, naar aanleiding van den op stand van het gepeupel nit de TuiHerieën, nale Garde in bekoring worde gebracht haar eed te breken. Ik verwacht hulp van huiten. buiten. Van huiten! riep de koningin verrast en twijfelend. Pétion zelf zal ze mij brengen en den algemecnen storm bezworen! Pétion? Lodewijk keek verlegen, doch zeide daarna met groote zekerheid; Men heeft beweerd, dat het grootste aan- had laten zetten. Denzelfden Pétion, die nog tal raddraaiers te Parfe die eén"alvermö- Z 'olk t^geinkhL tJ^n11561 St°nd' !TJ g61lden invloed op liet 8'ePeunel uitoefenen, -L toegejuicht, terwijl men van den .voor omkooping vatbaar is. Welnu men sraf - 1 eenomen. 'mij den 4dgPéSDanS"dC S «cv. F0016 °P de Zijde van orde en redh t te liirheW ,s aan biai1 eigen vei- brengen. een slechte roost ^ntoinet,te. het zou1 En gij hebt zulk een poging gedaan, Skene»- hnve hulP te_ re" «re? vroeg Marie Antoinette. Onze steun hYrust ön dit sterke V»I iV „Tp IJ Si«' hoopt een korte audiëntie bi ntvooiudo de koning als bedeesd.te hebben, antwoordde de kamerdienaar. In den nood moet elk middel goed zijn en niet de gever maar de ontvanger wordt er door gebrandmerkt. De edele trekken der koningin waren blee- ker geworden, een hittere ontgoocheling kon men er op lezen. Met een half verachtend, half toornig gebaar bracht zij haar zakdoek aan de lippen en heet er in. Welk een smaad, mompelde; zij in zich zelf. Hij onderhandelt met dieven en moor denaars, in plaats van zich aan het hoofd zijner soldaten te stellen. Wie weet welken keer het gesprek van het koninklijk paar zou genomen hebben, in dien de hofdames niet tegenwoordig waren geweest en indien niet juist een deur ware geopend geworden. Weber, de Duitsche kamerdienaar der ko ningin, verscheen en wilde terstond weer heengaan toen hij den koning zag. De koning bemerkte hem echter en vroeg: Wat is er? Weber hoog diep en zeide: De heer Leonard verzoekt bij Uwe Ma jesteit te worden toegelaten; hij zegt dat hij Uwe Majesteit wil spreken over öherubini. die ziehi thans in de TuiUerieën bevindt. Cberubini? vroeg de koning. Wat wil de geniale componist thans hier zoeken? Sire, hij hoopt een korte audiëntie bij u Hij wil mij dus spreken! zeide Lodewijk. De maestro heeft een slechten tijd gekozen, want ik ben waarlijk niet gestemd om au diëntie te geven; ik wil heden niemand zien, behalve dengene, dien ik dringend moet ont vangen maar het genie heeft iets voor. Zeg den Leer de Lepteuil, dat li ij den maestro naar mijn kabinet voere. Weber hoog en vertrok. De koning wendde zich weer tot zijne ge malin, die als in gedachten daar stond, nog altijd op haar zakdoek bijtend, en oogen- seliijnlijk zonder de woorden te hebben ge hoord, welke Lodewijk met den kamerdienaar had gewisseld. Madame, zeide de koning, ik zal n het resultaat mijner bemoeiingen laten nnededee- len, zoodra ik Pétion heb gesproken. Ik hoop dat gij niet zult afkeuren, wat ik noodig oor deel in de gegeven omstandigheden te doen. Hij wachtte eenige oogeniblikken op een antwoord, doch daar Marie Antoinette niets zeide, boog hij en ging weer heen. Madame de Campan haastte zich voor den koning de deur te openen. Lodewijk ging door een klein salon naar zijn kabinet. Daar zonk hij, als vermoeid, in een fauteuil neer, welke naast een rijk versierden lesse naar stond. daarvan. Daarna sloot hij, alsof haj niets van de slechte wereld wilde zien, die hem aan zi.in ellende deed herinneren, de oogen. Maar hij moest ze spoedig weer openen, j want de heer de Lepteuil, een der kamerdie- naars der konings, diende den kapelmeester Cberubini aan. De toonkunstenaar trad het kabinet dee ko nings binnen, hoog diep en bleef aan d« dtur staan. De koning riep met zwakke stem Lepteuil terug en beval hem opnieuw een bode naar den maire Pétion te zenden. De kamerdienaar ging en Lodewijk wenkte den componist te naderen. Kom dichter hij, waarde maestro, ik heb mij te veel ingespannen en kan daarom niet luid spreken! Cherubini gehoorzaamde. Eerbiedig wacht te hij om zijn zaak te mogen mcdedeelen. Ik begrijp wat u tot mij voert, begon de koning. Wat kan ik er voor doen? Gü «let voor u een man, die ondor «ware «orgen ge- bukt gaat de zorg voor de naaste toekomst van Frankrijk! Sire, met diepe smart gevoelt ddt ieder. uwer onderdanen, antwoordde Öherubini b«- l wogen; ik zou bet ook niet gewaagd hebban Uwe Majesteit nu met een verzoek kiatig ta j vallen, doch het geldt hier een daad van Dc matte blik des konings dwaalde- lang.- barmhartigheid, welke mij een plicht ia die j het plafond en staarde naar de scfhilderingvan Uwe Majesteit af te smeeken. Met Goda NIEUWE HNMLEMSCHE COURANT VSBBSJS4& I"*! H GA r}'R ffmnnt oqti r>L'» crlmnl nn rfto ure O re TIhHaM, 11 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5