DE
VIOOLSPELER.
Blijft uw Organisatie getrouw!
OR*lo$|.
(Uit het Maandschrift der K. S. A.)
Dat moet ia deze critieke tijden ons aller leus
zijn. Wij moeten den moed niet verliezen, nocii
het hoofd laten hangen, al zijn de tijden moei
lijk en zwaar.
Naar "het zich laat aanzien, zal ons land wel
van. de gruwelen van een daadwerkelijken oor
loc. verschoond blijven; wij hebben dus reden tot
tankbaarheid en ook alle recht om goeden moed
te houden.
Als deze crisistijd is afgeloopen, komt alles
weer terecht.
lntusschen heeft de oorlogstoestand nadee-
iigen invloed op heel het bedrijfs- en maat
schappelijk leven; niet het minst op het ver
enigingsleven. Tengevolge van de stuw welke
in .ons bedrijfsleven werd gelegd, zijn de levens
rappen in alle volkslagen spaarzamer gaan
vloeien. Een ieder denkt aan bezuinigen. Som
migen terecht, wijl hun inkomen óf geweldig
verminden óx zelfs geheel is opgehouden, an
deren ten onrechte, wijl voor hen, financieel,
bijna alles bij het oude bleef. Van dezen kan
men zeggen, ciat zij bezuinigen alleen van den
weeromstuit.
'Ioch vormt deze laatste groep een betrek
kelijke minderheid.
Bij een toestand als de wereld op heden door
maakt zijn de belangen van iederen stand en
maatschappelijke klasse ten nauwste betrokken.
Er zijn er weinigen welke de nadeelen er niet
van ondervinden.
Wat een prijs is reeds door ons volk betaald
zonder dat Yr een schot is gelost. Ons crediet
stortte in elkaar als een kaartenhuis.
Ons papieren geld scheen waardeloos.
Goud of zilver was niet te bekomen.
De banken werden gesloten.
De beurs eveneens.
De spaarbanken leeggehaald.
De fabrieken, handel en scheepvaart gestept.
Wissels werden niet betaald.
Zaken werden geruïneerd.
De prijzen der levensmiddelen stegen.
Het zwaard was nauwelijks uit de schede of
een paniek maakte zich meester van geheel de
geld-, industrie- en handelswereld.
Het systeem van crediet, op hetwelk wij zoo
lang hebben geleefd en gedreven, is plotseling
gebieken een systeem te zijn bestaanbaar alleen
bij vrede.
Handel en .industrie worden vermoord door
den oorlog.
En door den val van handel en industrie
worden alle overige levensuitingen in onze sa
menleving bedreigd of benadeeld.
Niet het minst ons katholiek vereenigings-
Jeven.
Dit vereenigingsleven maakt thans, even als
de gansche maatschappij, een hevige crisis door.
De leden onzer organisatie zijn bij duizenden
onder de wapenen geroepen.
Vele zaken staan daardoor zonder leiding.
Vele gezinnen zijn zonder kostwinner.
Het inkomen van allen zonder onderscheid is
belangrijk verminderd. Daar zijn er weinigen
die dezen crisistijd loven als een gunstig, als
een voordeelig tijdperk.
Dit alles doet zich natuurlijk gevoelen in de
organisaties.
De zorg voor het bestaan beneemt de men
schen alle lust en fut. Men heeft alleen oog voor
datgene wat in staat is oogenblikkelijk te helpen.
Bovendien zijn tal van bestuursleden onder de
wapens. Menige organisatie is als het ware
stuurloos en ontredderd. Zij die nog overgeble
ven zijn worden dikwijls opgeroepen om in aller
lei comité's hun medewerking te verleenen tot
bestrijding van den nood en de ellende.
De inkomens van duizenden gezinnen zijn ge
daald tot het minimum om te kunnen lev®.
Al wat dus even verschoven kan worden, wordt
verschoven en niet betaald. En velen zijn van
meening dat de contributie voor de organisatie
een uitgave is, die nu maar het eerst moet wor
den uitgesteld.
Anderen gaan nog verder. Zij zeggen het lid
maatschap geheel en al op en verlaten de ran
gen.
Dat dit een zeer veroordeelingswaardige daad
is, gelijkstaand met desertie in oorlogstijd, is
duidelijk.
Wij kunnen deze desertie niet met den kogel
straffen. Onze legers, onze organisaties, zijn
geen instrumenten van dood en verwoesting Zij
zijn veeleer gesticht en hun taak is veel meer
liet leven te sparen en ie redden, de levensvoor
waarden te verbeteren van allen die tot hen toe
treden, zoo middenstanders, patroons als arbei
ders,
Het doel onzer organisatie is de vrede door
wegneming van maatschappelijke misstanden.
Door verheffing en veredeling van den mensch,
door het aankweeken van godsdienstzin en zede
lijkheid,, door het brengen van hooger ontwik
keling en beschaving, door het aankweeken van
herstellen.
En die taak is nog niet afgeloopen, zij is pas
begonnen.
Pas in hun eerste stadium van ontwikkeling
waren onze katholieke vereenigingen.
Na jaren van zoeken naar den besten weg,
na jaren van terrein-verkennen, na jaren van
worstelen en strijden tegen vooroordeel en ver
keerd begrepen eigenbelang, na jaren van strijd
ook tegen onkatholieke principes en liberaal-eco
nomische opvattingen, begon eindelijk de zon
door te breken.
Onze vakbeweging kwam onder de krachtige
leiding onzer Bisschoppen in de juiste banen,
onze middenstandsorganisatie begon zich heer
lijk te ontwikkelen onze patroonsorganisatie
kwam tot stand, onze patroons kwamen tot
beter inzicht op velerlei gebied, tot krachtige
samenwerking zelfs, met de vakbonden der ar
beiders in menig bedrijf, tot beider heil.
Het Centraal Bureau voor de K. S. A. dat in
al dien arbeid een werkzaam aandeel had, dat
zooveel gedaan heeft to+ verspreiding van juis
ter ideeën, was juist bezig, op last van Mgr.
Gallier, een organisatie in 't leven te roepen
van katholieke landbouwers.... en daar komt
de ooriog en daarmede de stilstand.
Die stilstand mag echter niet blijvend zijn,
nog minder ontaarden in achteruitgang.
Relireeren uit eenmaal ingenomen stellingen
beteefcent d ondergang.
Mei woord van den Franschen generalissi
mus Joffre, moeten wij tot het onze maken: tot
geen prijs mogen onze troepen hun eenmaal
ingenomen stellingen verlaten, veeleer moeten zij
zich laten döoden. Zwakheid kan niet worden
geduld.
Want achter die vooruitgeschoven, stellingen
concentreert zich de hoofdmacht tot den eindaan-
val en de glorieuse overwinning.
Zoo staat het ook met ons.
Wat heeft het ons allen, besturen en leden,
leiders en propagandisten, niet een moeite ge
kost onze troepen te krijgen op de punten waar
wij nu staan. Wat is er niet vergaderd en ge
propageerd, geschreven en gesproken, wat heb
ben onze propagandisten en geestelijken zich
met afgesloofd met huisbezoek èn op allerhande
wijze om de zwakke broeders te versterken en
ze eindelijk in de vuurlinie ie krijgen.
W at heeft elke kleine overwinning op den
vijand,, het economisch liberalisme, het socialis
me, godsdienstloosheid en zedehederf ons allen
een zweet en een moeite gekost!
Wat een offers hebben wij ons getroost voor
onze vakverenigingen, patronaten, drankbestrij-
dersvereenigingenwa t een moeite voor onze
middenstandsvereenigingen, credietbanken en
allerlei andere instellingen.
Wat een arbeid en wat een offers reeds ge
bracht voor de K. S. A. en voor het Centraal
Bureau.
Maar ook wat zegepralen reeds bevochten!
Elke duim gronds ontworsteld aan het econo
misch liberalisme beteekent een stap verder op
den weg naar den socialen vrede!
Elke duim gronds ontwrongen aan het socia
lisme beteekent het achferuifsiooten van de mach
ten der duisternis, den haat en de tyrannic.
Elke ziel onttrokken aan het gevaar voor gods-
dienst- en zedeloosheid beteekent eene eeretrofee
aan het vaandel, waarvan wij de volle schitte
ring pas zullen zien in het eeuwige land van
liefde en licht.
1914
KATHOLIEKE GEESTE-
LIJKEN ALS GEVANGENEN
IN DUITSCHLAND.
De Katholieke veldkapelaan, die sinds 9 Sep-
die kennis, die sociale kennis, gezien in hethaaste vlucht het middageten staan en de man- 1 geacht heeft anders te spreken dan hij dacht en
licht der katholieke beginselen, welke alleen in j telg in de gang hangen. j zijn tong niet met een leugen wilde bezoedelen
staat zijn duurzaam de maatschappij te ver-1 Missohien zijn er nog twintig inwoners in 'n het heilige uur waarop hij Duitschland's hou-
beteren en den socialen vrede te vestigen en tej de' &tad; mig8chien ook nog- maar tien. Men dia« voor de geheele wereld wilde rechtvaardi- MlIlüllw veuBaDeiaan uie sinas y oen-
wc+oii™ gen, zoo moeten wij toch met dezelfde zakelijke Hf ,et ei QKdPeiaanme sinas y oep
g i - s jopenhartigheid tot een tegenspraak overgaan. te ef 1°^? legerbestuur met de zielzorg
menschen, dne vrouwen en twee mannen. Zij ^eer zeker! Wij hebben het gebod van het vol-1 V001'..de knlgsgevangenen te Munster belast is,
maakten in het grauwe licht van den somberen ]<en recht de integriteit van vreemd gebied niet ®riirijft ons volgende
dag den indruk van spoken, van dooden die te schenden en gegeven beloften te houden, niet1 „Zooeven. las ik uw bericht „Verhaal van een,|
uit hun graven waren opgestaan.'Opgevolgd. Maar desniettemin hebben wij geen uil Belgie gevluemen pater (ochtendblad 30
Een soldaat van de wacht deelde mede, dat volkenrechtelijk onrecht begaan, j September), dat, naar mij yoouomt, een vaischen
er nog slechts veertien burgers in de stad waren Immers wij waren, zooais de zaken er voor i jnuruk weergeeft. Bij mijne aankomst in hel
gebleven. Beed, de lang nitgeetvekt. veoi-.tad stonden, mei een tot den opmarseh door Belgie
Muyeen uitgeetorven. Alle M*.. tïtoSfc KallSe geesSgkeï
stonden wijd open. Achter een venster staarde f kling v„n vijanden opgesloten, die a zoeken De ZeerEerw Heer dl' Nagum vond
«oir m i j begceng waren, ons den levensdraad af te :f zuckch aa. z.kilww. m_. rxagaut, \uuu,
een witte gen die door de geopende deuren in sa>? en dus 'wettig daartoe niet verplidlt. 1" J1" eerst met, daar hij met als priester
een kamer was gcloopen, ons door de verweer-1 de voor |et zelfbehoud houdt alle Tfkend en als zoodanig niet je herkennen was.
de ruiten aan. In den gang van een ander huis rechtsverbod op. Dat is een algemeen principe, i Voor de aderen werden onmiddellijk de noodige
liing een nieisjeslioed niet een wijnrooden y*ooi" fllle takken der samenleving geldt, zoo- j stflppen gednnn oni do, bij net reusnchtig Etöflicil
sluier; de winkels alle geopend en nergens een wgj voor het privaat als voor het internationale j ê'evanKeiien £l w'aren ei toen ter tijde 1000 K
mensch te zien. Tegenover de kathedraal staat recht. Geen mensch behoeft zich te laten verhon- j ™aaJ.meei daa uvf art 8P^ inêTesi0Pen
een herberg: „ln 't Gulden Vlies1'. Op de ta-1 geren, als hij door een greep in den bakkers- hlmlT de orde aailjleSefen'|;'
feitjes staan nog de glazen met restjes wijn winkel zich redden kan, niemand behoeft het te p A, Duifsche^SeriStiTuide telaas\rorpe F
dulden dat hef brandend huis van den buur- Dat mt Duitscne legerbestuui de helaas vooige-m.
er in; daar rondom heen stoelen, waarvan de dulden, dat het brandend huis van den buur- k vergrijpen van afzonderlijke soldaten "err
menschen zoo juist schenen te zijn opgestaan. 1 ga* zijn «g«i hu» m,bffd dao£ burgers alleicherpst verooïïelenlïSgï1
Links daarnaast een groot kleedmgmagazijn P en liot daar tusschen de akker van een zal- voor zoover dat noS mogelijk is, spreekt
met het opschrift: „Lakens en alle kleeding- j d {)jj den oogst van dien derde vanzelf. De behandeling, welke de beide geeste-
Stoffen.» De deuren wijd geopend; de kleeren desno^ds vertrappen en dan kan hij dit doen ^en onderbonden hebben, wordt geenszins ver-1
op rieten poppen in huiveringwekkende een- j 20nder zich aan den inbreuk op het recht schul-
zaamheid. Daarnaast weer een ..sehoenmaga- dig tc maken. Laat mij u nog een ander voor
zijn." Dezelfde aanblik; iedere winkel, ieder beeld noemen, dat weliswaar ongewoon is, maar
huis van den kelder tot het dak zonder een juist op de ongewone situatie past: Ik bevind
levende ziel. Op de Dyle, die midden door de me man tegen man tegenover mijn doodsvijand Hf - - h
stroomt,d^ven Wsc «huilen. ,1, door, en ctol Wj ztoh «wiM.k weer m de btodet Menf iS, mate
ontschuldigd, maar is eenigszins begrijpelijk!
door de vreeselijke geruchten die in Duitschland!
over gruweldaden van Belgische geestelijken
verspreid en helaas! ook geloofd werden.
Het Duitsche legerbestuur stelde alles in het S.!
pinnende e„„„t l. ,JLt «n S"£zSc!"S! jDfiStozc^nS'hcb S f
édn giroote pumkoop vormt Do leegte en de veibie(ten? c«u oogénblik zal ik mij bezinnen! i S^JSSS^JSSt" ?h H' S?cra"
stilte m de middeleeuwsche straten is zóó ver- En vooraj dan niet als ik. mijn vijand aanstalten 1 h- hfb.lk °\el'a! ecn I
schrikkelijk, cat het hart iemand in de keel zje maken om zelf van dat wapen zich te be- i rr .- P ec'u!Se Hoogdienst gehouaen m.
klopt en een herinnering uit de jeugd van het dienen. En als hij daartoe door den eigenaar' m!u ,u Y.-r.i ÏL
sprookje van de gedoemde stad, opeens tot out-aangemoedigd wordt, wie zal het mij dan kwa-i j „Dl.." f ff J i' 71-'n.°° 'i-
zettende werkelijkheid wordti lijk kunnen nemen, als ik dan meteen met hem
„Wat nooit nog iemand zag. is hier werkelijk-afreken en tegen hem optrek? Zoo is het met
heid geworden. In een groote stad zijn de men- het nationale recht eil zoo is het ook met het
sehen als door een vernietigenden too verslag internationale recht De bevoegdheid, algemeene
in 't niet verzonken. Zij hebben huis en hof ^boden te overtreden, als dit tot redding uit
een oogenblikkelijk gevaar voor een staat noodig
verlaten en ens hun geil en kostbaar- behoort tot de vaste grondslagen van het vol
heden meegenomen. 0p hun vreeselijken tocht ]{enrecht. En juist tegenover Engeland is deze
der verschrikking. i)0 eenige teekenen van jn de rechtswetenschap algemeen erkende waar
leven die achterbleven waren de vogels hier en heid het allergemakkelijkst te verdedigen. Want
daar in de kooi en de dieren in den stal. De Engeland heeft juist het meest beroemde geval
beesten zwerven nn niemand hen meer komt voor aanwending op het recht van zelfbehoud
voederen in de huizen rond; de zangvogeltjes geleverd. Het was in het iaar 1807 na den
in de kooien zijn verhongerd van hun stokjes vredf van Tilsit. Toen verlangde het, in ooilog
gevallen i zijnde met Frankrijk, van het neutrale en vreed-
vrzj.u' j zame Denemarken, dat het zijn vloot zou geven
Midden in de stad troont de.kathedraal van bewar{ Het' deed ditj imd,at het vreesde,
Hombonts, een gotisch bouwwerk van i da{ anders Frankrijk deze vloot zou overweldi-
reusaehtige afmeting. De 100 meter hooge j gerL en tegen Engeland gaan gebruiken. Dene-
t.oren vormt aan de westzijde de afsluiting; i marken weigerde, net als België thans tegen-
lieel in Je hoogte vier wijzerplaten van 14 meter over ons aan dit verlangen te voldoen, waar
in doorsnede. Ze zijn verbogen en kapot ge- op Engeland Kopenhagen bombardeerde en de
schoten. In de muren van de kerk gapen zeven j Deensche vloot met geweld wegnam. En het zijn bisschop van Brixén, Mgr. Égger, een toc-
groote gaten die daar door granaten ingeslagen Engelsche en Amerikaansche diplomaten aan spraak,
zijn; het dak en de toren zijn als bezaaid met wie de kiass,ekc formuleering der daaxvoor
sporen v.n karletovnnr. He, ln..ndi8e ver- liSZt
toont een gruwelijke verwoesting. De prachtige JS eeacht toelaatDaai
gekleurde^vensters, die het dogma van de On-1 De gebeurtenis, die daartoe aanleiding gaf,
UIT HET KATHOLIEKE
TYROL.
In Tyrol heeft een godsdienstige plechtigheid
plaats gehad, echt in overeenstemming met den
ouden geloofsijver en heldengeest der dappere
Tyrolers.
De hoogwaardige bisschoppen en de keizer
lijke stadhouder hadden nl. besloten thans in
t
den oorlogstijd het verbond te hernieuwen, dat
in het jaar 1796, toen eveneens de oorlog Tyrol
in verdrukking bracht, met het Goddelijk Hart
van Jezus gesloten werd. In de maand Septem
ber werden in het geheele land, vooral echter
te Innsbrück, dit verbond plechtig hernieuwd en
beloofd, na een gelukkigen vrede een jubelfeest
te vieren.
Naar wij nu in de „Petrus-Blatter" lezen,
hield te Innsbrück, bij deze plechtigheid de vorst-
Z. D. H. wees er op, dat ondanks de behaalde
zegepralen, nog veel duistere wolken het vader
land bedreigden en wekt op, toevlucht te zoeken
bij God, Die het lot der volkeren leidt, want
Hij is 't, Die de zege schenkt.
Mgr. besloot met de vermaning, dan ook
MECHELEN, DE DOODE
STAD.
„.Hét wildste rumoer vao den krijg, de aan
grijpendste tragedies van den dood, het schrij
nendste leed, de grootste kommer van den oor- schatten
log- zjjn niet zoo erg en niet zoo ter neer druk
kend als de sombere, loodzware, grauwe stilte
die er heerscht in het oude Mechelen, zoo
schrijft een oorlogscorrespondent van het Berk
Tageblatt, die Mechelen bezocht lieeft en zijn
indrukken beschrijft.
„Het leven in de stad is uitgestorven. De
stad is dood. De 60.000 inwoners zijn gevlucht.
De donkere huizen staan open. De straten zijn
leeg. De leegte is zóó aangrijpend, dat men bij
het gaan door de verlaten stad onwillekeurig
zijn schreden verhaast.
„Af en toe vertoonen zich soldaten op straat.
bevlekte Ontvangenis m schitterende kleuren j dateert van het jaar 1837. Gedurende een op-, OJ
afbeelden, liggen aan scherven op den vloer; stand in Canada tegen de Engelsche regeering, j trouw te blijven aan het geloof der vaderen,
rjjk gebeeldhouwde altaren en kostbare schil- j had namelijk een groep insurgenten het in de vooral aan het geloof aan de Godheid van Chris-
derijen zijn gespaard gebleven. De plek vóór j Niagaravalien gelegen Navy-eiland bezet en dit j tus. De Godheid van Christus is de grondslag
liet hoogaltaar echter werd door een granaat- j tot een operatie-basis tegen Engeland ingericht, j van het Christendom en juist die Godheid wordt
scherf getroffen en de gesneden houten heili opstandelingen maakten daarbij ook gebruik thans zoo dikwijls geloochend en in twijfel ge-
genbeelden zijn van hun voetstukken afgeruktvaa de stoomboot Carolina" I jrakke"- Trouw en sterk willen wij staan in ver
liet marmer van de bisschopsgraven is ver-Te?'«1 au dl seheeptje op 29 December 1837rouwen op het H. Hart des Verlossers, Die ons
tv- aan den Amerikaanschen oever voor amier lag land lyrol reeds zoo dikwijls en zoo opmer-
1,! esc ïouwmg van den en wej jn dc haven van Sell losser (Staat New- kelijk geholpen heeft. Vooral willen wij vasthou-
(Maos ziet men ech er, .dat. de schade over t York), werd het daar door een Engelsch detachc- den aan den hondstrouw jegens onzen Bonds-
geheel niet groot is en dat de grootste kunst
gespaard zijn. Alleen de kleurige
pracht dor kathedraalvensters in vernield.
Eenige ruiten en stukken geschilderd glas zijn
nog ln hun volle schoonheid te herkennen, en
boven het middenvenster op het oosten straRlt
krachtig en duidelijk nog in het fel-kleurig
glas het plechtige woord: „Soli Deo Gloria, in
Aeternum.".
heeft duitschland
HET VOLKENRECHT
GESCHONDEN?
Men schrijft ons van Duitsche zijde:
Professor Dr. Kraus van de Leipziger Univer
siteit heeft den 12en October in een voordracht
Op de Groote Markt, op de Wolmarkt, op de j in de Aula der Dresdener Technischer Hoo^e-
Place d'Egmont, aan het station zjjn soldaten
m vrjj talrijke troepen aanwezig, maar de in
woners ontbreken.
••Zij zijn gevlucht, toen Mechelen door de
niet te voorziene toevalligheden van den oorlog
in het middelpunt kwam van het geschutvuur
van de beide tegenstanders. Zij lieten hun hui
zen voor wat ze warenze lieten in hun over-
FEUILLETON.
school op de vraag: „Heeft Duitschland door
binnenvallen zijner troepen in Luxemburg en
België het volkenrecht geschonden?" het vol
gende antwoord gegeven:
„Onze Rijkskanselier heeft die vraag beaamd
en het Duitsche binnenrukken als onrecht ver
klaard Zoo manmoedig deze verklaring ook is
en zoo trotsch als wij er op mogen zijn, dat de
hoogste beambte van ons Rijk het beneden zich
ment aangevallen, veroverd, in brand gestoken heer door het houden Zijner geboden en Zijner
en brandend naar de Niagaravalien afgedreven, feestdagen, die helaas thans zoo dikwijls onthei-
Bij. de diplomatieke uiteenzettingen welke zich Hgd worden.
aan ciit geval aansloten, verklaarde nu de Amë-j Dat is de Bond. die gesloten werd en die wij
rikaansche staatssecretaris tegenover dc Engel- willen vernieuwen!
sche regeering het volgende: De stadhouder, Z. Exc. baron Kathrein las
„Het ligt op den weg der Engelsche regee- hierop met luider stemme de belofte voor, die
ring eene noodzakelijkheid van zelfbehoud te ais volgt luidde:
bewijzen, die oogenblikkelijk en overweldigend „Ik, stadhouder van het vorstelijk graafschap
moest zijn, en die geen keus liet omtrent deTyrol, vernieuw hier in aanwezigheid der afge-
middelen en geen oogénblik tot langer naden-vaardigdc-n- des lands, van den geestelijken en
ken." wereldlijken stand, in naam van het land Tyrol,
En de vertegenwoordiger der Engelsche regee-°iU 'ton zegen des hemels in den tegenwoordi-
ring, lord Ashburton, nam in zijn antwoord i gpn grooten oorlogsnood af te smeeken, in der-
deze zinswending van Webster uitdrukkelijk moed en vertrouwen het door onze voorvaderen
aan. hij nam ze zelfs woordelijk over. i nle' '1(T Goddelijk Hart van Jezus-gesloten ver-
Zij kan dus als een soort authentieke bepaling bon(Y opdat Het ons land en onze verheven
van het begrip van het recht tot zelfbehoud gel-Monarch bescherme; en leg namens het lan i
den. En klinkt het nu niet, alsof deze voor bijna "C gelofte af:
een eeuw geschreven definitie op het tegenwoor-1 '1C* feest van het H. Hart van Jezus gelijk
dige toepasselijk is? j tot nu toe ieder jaar plechtig te vieren;
Van wetenschappelijk volkenrechtelijk stand-kct Katholiek geloof steeds trouw te blijven
punt gezien, is het aan geen twijfel onderhevig, en de °P ,de rots Petrus gegrondveste Kerk
dat Duitschland met zijn opmarseh door België onverbrekelijk toe te behooren;
en Luxemburg zonder schuld en vrij uitgaat'ie* Goddelijk Hart van Jezus ln alle nooden
voor liet forum van het volkenrecht i en kommernissen als onzen Beschermer aan te
roepen
6)
-- Verhelen wij ons toch niet. antwoordde
teel en zijne bezettingen. Maar de beer de
Ma illy heeft gezegd, dat op de troepen niet
valt te rekenen. Aan welke mannen k het
commando toevertrouwd?
Wel graaf d'Herville commandeert
de edellieden, Maillardoz de Zwitsers en Man
dat de Nationale Garde.
Mannen van beproefde trouw maar
wie waarborgt ons, dat het u zal gelukken
«ij, dat bet koningschap in Frankrijk niet jmv gezag te doen eerbiedigen?
veili.Sih/du,w*iö' D:V kan u op den! - Wij willen hopen, dat liet zoover niet
ii.t! op de Oiiamp de Mars f zal komen, zeide hij aarzelend, dat de Natio-
mef, ontgaan zijn.
n6 ko.jdng keek naar den gTond,
De spieren langs zijn mond bewogen zich
Krampachtig, doch nauwelijks merkbaar;
overigens vertrok hij geen spier.
De koningin 'bad oen ruw, maar waar woord
gesproken. Op dien feestdag was Pétion,
maire van Parijs, de held van het feest-ge-
weest, dezelfde Petion, die den koning eenige
weken geleden, naar aanleiding van den op
stand van het gepeupel nit de TuiHerieën,
nale Garde in bekoring worde gebracht haar
eed te breken. Ik verwacht hulp van huiten.
buiten.
Van huiten! riep de koningin verrast en
twijfelend.
Pétion zelf zal ze mij brengen en den
algemecnen storm bezworen!
Pétion?
Lodewijk keek verlegen, doch zeide daarna
met groote zekerheid;
Men heeft beweerd, dat het grootste aan-
had laten zetten. Denzelfden Pétion, die nog tal raddraaiers te Parfe die eén"alvermö-
Z 'olk t^geinkhL tJ^n11561 St°nd' !TJ g61lden invloed op liet 8'ePeunel uitoefenen,
-L toegejuicht, terwijl men van den .voor omkooping vatbaar is. Welnu men sraf
- 1 eenomen. 'mij den 4dgPéSDanS"dC S
«cv. F0016 °P de Zijde van orde en redh t te
liirheW ,s aan biai1 eigen vei- brengen.
een slechte roost ^ntoinet,te. het zou1 En gij hebt zulk een poging gedaan,
Skene»- hnve hulP te_ re" «re? vroeg Marie Antoinette.
Onze steun hYrust ön dit sterke V»I iV „Tp IJ Si«' hoopt een korte audiëntie bi
ntvooiudo de koning als bedeesd.te hebben, antwoordde de kamerdienaar.
In den nood moet elk middel goed zijn en
niet de gever maar de ontvanger wordt er
door gebrandmerkt.
De edele trekken der koningin waren blee-
ker geworden, een hittere ontgoocheling
kon men er op lezen.
Met een half verachtend, half toornig gebaar
bracht zij haar zakdoek aan de lippen en
heet er in.
Welk een smaad, mompelde; zij in zich
zelf. Hij onderhandelt met dieven en moor
denaars, in plaats van zich aan het hoofd
zijner soldaten te stellen.
Wie weet welken keer het gesprek van
het koninklijk paar zou genomen hebben, in
dien de hofdames niet tegenwoordig waren
geweest en indien niet juist een deur ware
geopend geworden.
Weber, de Duitsche kamerdienaar der ko
ningin, verscheen en wilde terstond weer
heengaan toen hij den koning zag.
De koning bemerkte hem echter en vroeg:
Wat is er?
Weber hoog diep en zeide:
De heer Leonard verzoekt bij Uwe Ma
jesteit te worden toegelaten; hij zegt dat hij
Uwe Majesteit wil spreken over öherubini.
die ziehi thans in de TuiUerieën bevindt.
Cberubini? vroeg de koning. Wat wil de
geniale componist thans hier zoeken?
Sire, hij hoopt een korte audiëntie bij u
Hij wil mij dus spreken! zeide Lodewijk.
De maestro heeft een slechten tijd gekozen,
want ik ben waarlijk niet gestemd om au
diëntie te geven; ik wil heden niemand zien,
behalve dengene, dien ik dringend moet ont
vangen maar het genie heeft iets voor.
Zeg den Leer de Lepteuil, dat li ij den maestro
naar mijn kabinet voere.
Weber hoog en vertrok.
De koning wendde zich weer tot zijne ge
malin, die als in gedachten daar stond, nog
altijd op haar zakdoek bijtend, en oogen-
seliijnlijk zonder de woorden te hebben ge
hoord, welke Lodewijk met den kamerdienaar
had gewisseld.
Madame, zeide de koning, ik zal n het
resultaat mijner bemoeiingen laten nnededee-
len, zoodra ik Pétion heb gesproken. Ik hoop
dat gij niet zult afkeuren, wat ik noodig oor
deel in de gegeven omstandigheden te doen.
Hij wachtte eenige oogeniblikken op een
antwoord, doch daar Marie Antoinette niets
zeide, boog hij en ging weer heen.
Madame de Campan haastte zich voor den
koning de deur te openen.
Lodewijk ging door een klein salon naar
zijn kabinet.
Daar zonk hij, als vermoeid, in een fauteuil
neer, welke naast een rijk versierden lesse
naar stond.
daarvan. Daarna sloot hij, alsof haj niets van
de slechte wereld wilde zien, die hem aan
zi.in ellende deed herinneren, de oogen.
Maar hij moest ze spoedig weer openen, j
want de heer de Lepteuil, een der kamerdie-
naars der konings, diende den kapelmeester
Cberubini aan.
De toonkunstenaar trad het kabinet dee ko
nings binnen, hoog diep en bleef aan d« dtur
staan.
De koning riep met zwakke stem Lepteuil
terug en beval hem opnieuw een bode naar
den maire Pétion te zenden.
De kamerdienaar ging en Lodewijk wenkte
den componist te naderen.
Kom dichter hij, waarde maestro, ik heb
mij te veel ingespannen en kan daarom niet
luid spreken!
Cherubini gehoorzaamde. Eerbiedig wacht
te hij om zijn zaak te mogen mcdedeelen.
Ik begrijp wat u tot mij voert, begon
de koning. Wat kan ik er voor doen? Gü «let
voor u een man, die ondor «ware «orgen ge-
bukt gaat de zorg voor de naaste toekomst
van Frankrijk!
Sire, met diepe smart gevoelt ddt ieder.
uwer onderdanen, antwoordde Öherubini b«- l
wogen; ik zou bet ook niet gewaagd hebban
Uwe Majesteit nu met een verzoek kiatig ta j
vallen, doch het geldt hier een daad van
Dc matte blik des konings dwaalde- lang.- barmhartigheid, welke mij een plicht ia die j
het plafond en staarde naar de scfhilderingvan Uwe Majesteit af te smeeken. Met Goda
NIEUWE HNMLEMSCHE COURANT VSBBSJS4&
I"*! H GA r}'R ffmnnt oqti r>L'» crlmnl nn rfto ure O re TIhHaM, 11 -