DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Hiliiebrand en Beets.
Per auto door Belgis.
IJzersterke Schoollaarzen.
Telefoon 988.
STADSNIEUWS
P. W. TWEEHUIJSEN,
29-30-33» Haarlem
EERSTE BLAD.
nieowite Modetien
Barteljorissiraai, hoé Me Markt
Z&jEmm 7 NOVEMBER 1914
48»1
•gang No. 1822
ABONNEMENTSPRIJS!}
Per I maanden toot Haarlem s /l-j®
Voor öa plaatsen, waar eea agent Ie gevestigd (kom der gexuj 133
Voor de overige plaatsen in Nederland Iraneo per post 189
Afzonderlijke nummers -
Sareiiss wan fteteotia ®*i ftdminiatratis
iieifaroesistssiggssafl T®l©l®@safsunamer 1418e
PRIJS DER ADVERTENTIëN»
Van regels 60 cent (contant 50 eent). Iedere regel meer 10 eta
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct per regel Buitenl 20 ot.
Dienstaanbiedingen 25 ct (6 regels), driemaal voor 50 ct contant).
Dit nnmmer bestaat uit uijf bla
den lu. o. deOfficiëeleKerk-
lijst en Geil ustreerd Zon
dagsblad, in 8 bladzijden.
AGENDA. 8 November.
Sociëteit Vereeniging half drie
Concert vereepiging Haarl. Muziekkorps
Volksconcert.
AGENDA. 9 November.
St. Antoniuskerk N. Groenmarkt
- 's avonds half negen plechtige viering
van het Patroonsfeest. Feestrede door den
Zeereerw. Heer Pastoor P. A. F. Boijakkers.
Bisschoppelijk Museum Jausstraat
Ï9 geopend eiken dag van 10—5 uur tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zater-
ingen en R. K. feestdagen.
Onwillekeurig komt ons een soort van veront
schuldiging op de lippen, als we het wagen te
schrijven over iets, dat niet op oorlog en geweld,
kanonnendonder en bloedvergieten en volkeren-
iiaat betrekking heeft.
Maar het is dan toch wel een der gelukkigste
en mooiste gevolgen van de omstandigheid dat
ons Vaderland niet mede is betrokken in den
gruwelijken oorlogsbrand, dat '.ve ondanks het
wapengekletter nog ons oor kunnen te luisteren
leggen aan de stemmen van hen, die van gees
telijke schoonheid spreken.Dat we nog voor
iets anders belangstelling mogen hebben en hou
den dan voor 42 cM. kanonnen of strategische
heldenstukken.
En nu leven we hier in Haarlem als we
die inderdaad toch afschuwelijke oorlogslitera
tuur eens op zij zetten in deze dagen in
o-eiukkige omstandigheden.
Onze geest word verjongd en onze verbeelding
wordt vernieuwd, onze gezonde volkshumor
wordt versterkt en onze zin voor het schoone
verruimd door de herdenking van Hildebrand's
eeuwfeest, door de herinnering aan een land
genoot, die méér gedaan heeft voor de gezonde
geestesontwikkeling van ons volk dan al de oor-
logsbegrootingen sinds honderd jaar hebben
kunnen uitwerken.
Hildebrand
Mr. H. Ph. 't Hooft noemt in zijn boekje „De
Student Beets" (1) dat dezer dagen is versche
nen, Nicolaas Bee'ts-Hildebrand „een der grootste
humoristen van den Nederlandschen stam."
Is dat zóó?
Zekerde humor spreekt uit de „Camera"
bijna overal, en het lijkt er op, alsof Hildebrand
zijn opstellen en verhalen begon om wille van de
humoristische teexening, en de leerende, zede-
kundige, opvoedende moraal er als vanzeif, als
zijns ondanks oms, als natuurlijk'gevolg van
Beets' gezonden geest en godsdienstig gevoel,
in verzeilde.
Maar dit teekent dan te meer de hooge inner
lijke waarde van de „Camera Obscura", dat
meesterwerk van onzen meest gezonden volks
aard, dat in deze jubileumsdagen niet genoeg
kan worden gelezen.
Met te meer waardeering en blijdschap kondi
gen wij daarom de verschijning aan van een
nieuwe oplage der „Camera", een echte volks-
uitgave, die dit gezonde boek nu werkelijk brengt
onder het bereik van de groote menigte (2).
(1) De student Beets, door Mr, H. Ph. 't
de Erven F. Bohn te Haarlem. Zevert en twin
tigste druk 1914,
(2) „Camera Obscura" van Hildebrand. Bij
Hooft, met teekeningen van Louis Raemaekers,
uitgegeven ten bate van het Hildebrand-gedenk-
teeken. Haarlem, de Erven F. Bohn, 1914.
i.
Ondanks de vele verontrustende berichten, die
ons bij onze terugkomst de vorige week uit Mau-
beuge, in Amsterdam en Haarlem wachtten, be-
»loten we toch maar weer naar België terug te
keer en om te trachten hier en daar, weer een of
ander tafereel of overblijfselen van den oorlog
van 1914 te vereeuwigen.
Eigenaardig is het, met hoeveel beslistheid wij
in trein of tram, door sommige menschen "de
grofste leugens hooren vertellen, alsof wij niet
juist zelf 't tegendeel gezien hadden, maar wij
zijn langzamerhand zoo verstandig geworden,
om dit soort van menschen niet meer op hun
totaal^ verzonnen of verdraaide verhalen te wij
zen. Er is hier te lande nu eenmaal een cate
gorie van menschen, die alle verhalen van wan
daden en misslagen van Duitschers in België of
.Frankrijk, die zij te hooren krijgen, altijd voor
waar aannemen, maar dan tevens beslist van de
onwaarheid van die verhalen overtuigd zijn, wel
ke ten gunste vari het optreden der Duitschers
spreken, alles afgezien natuurlijk van het al of
niei-gerechtigde van de Duitsche bezetting van
België enz. waarover het mijn taak niet'is te
spreken. Ik ben dan ook maar blij, niet meer van
dergelijke verhalen afhankelijk te zijn, maar zélf
gezien te hebben, dat de Duitschers (zéér zeker!)
wandaden bedreven hebben, maar toch in het
h!gemeen genomen niets anders hebben gedaan,
dan.iedere overwinnaar in een overwonnen
«and doet.
Wat doen de Russen in Oost-Pruisen?
wat deden de Engelschen in Transvaal?
Zijn onze menschen in Atieh altiid zoo neties?
Op de scholen zoo hoorden we onlangs
klagen 'wordt de „Camera Obscura" niet of
bijna niet gelezen. Sommige leeraren, die in de
„nieuwere" letterkunde liefhebberen, vinden Hil
debrand te.ouderwetsc'u!
't Mag zijn dat hier of daar zulk een vreemd
exemplaar van een literator-paeaagoog bestaat.,
wij kunnen het echter haast niet gelooven!
Zoo ja, dan zou dat toonen, dat zelfs nü, vijf
en zeventig jaren bijna na het verschijnen van
de „Camera", de volle schoonheid van dit echt-
Hollandsche boek niet volledig wordt begrepen
en ook de opvoedkundige strekking ervan som
migen, wien de vorming der jeugd is opgedra
gen, zoowaar nog zou ontgaan
Maar dan: als Hildebrand niet op school
wordt gelezen, in de huisgezinnen is hij toch
En dan liefst niet in de boekenkastjes achter
glas met een goud sneetje, maar voor de hand
op het boekenrekje.
Laten we onze eigen gebreken en tekortkomin
gen leeren inzien zijn Kegge en de „charman
te", zijn Wagestert en Stastok geen onsterfelijke
Hollandsche figuren, omdat ze echt-Hollandsche
karakterfy/wz zijn, al doen en laten de huidige
vertegenwoordigers van die typen wat anders
dan zij
De volksuitgave van de „Camera Obscura" die
wij bij dezen aankondigen, en aan d.e Haarlem-
sche firma Erven F. Bolirn danken, moge er toe
bijdragen, dat er spoedig geen huisgezin meer
is, waar Hildebrand's boek niet in eere is en op
't boekenrekje staat.
En wilt ge dan niet alleen over de „Camera",
maar ook over Hildebraisd-Beets zeiven wat
meer weten, dan leze men het interessante, we
tenswaardige boekje, dat Mr. 't Hooft heeft
samengesteld over Beets ais student, en dat wij
al kort hebben aangekondigd.
Louis Raemaekers, óók al onze stadgenoot,
heeft er de figuren uit de „Camera" in geteekend,
en nu is het eigenaardig, dat wij voor ons, die
de personen uit Hildebrand's schetsen als levend
ons voor den geest stelden, hier of daar die
figuren ons anders hadden gedacht, dan Rae
maekers ze geeft. Maar nietteminook zijn „por
tretten" zijn aannemelijk en al is „Keesje" van
Raemaekers of zijn „Kegge" niet zóó als ónze
verbeelding ze had geboetseerd.... verdienste
lijk werk zijn die platen, die Mr. 't Hooft's
boekje verluchten, toch zeer zeker.
Mogen ze, bij de „Camera", ertoe bijdragen
dat de gezonde humor, die door Mr. 't Hooft
zoo pittig wordt geschilderd in zijn inleiding,
blijve leven in ons volk ten bate van den gezon
den, op waarheid en deugd rustenden volksgeest
Haariemsehe AHedacijes No, 5473.
VOOR DE SPIJSKOKERIJ
VAN ST. VINGENTIÜS.
Wij hebben het in onze stadsberichten van
gisteren gezegd: wat de St. Vincentius-ver
eeniging, en bizonderlijk de Spijskokerij, voor
de ondersteuning der Belgische uitgewekenen
heeft gedaan is niet hoog genoeg aan te slaan
Weken lang heeft de spijskokerij van St.
Vincentius geheel belangeloos en op eigen
kosten duizenden uitgewekenen eiken dag-
maar weer gespijzigd: het personeel is dag
aan dag van morgens tot 's avonds zonder
ophouden bezig geweest, de commissiele-
den hebben onvermoeid gearbeid en waren
steeds bereid te helpen zoover het maar kon,
bergen aardappelen, kool, spek, erwten,
vleesch, zijn er in de reusachtige ketels ver
zonken: inderdaad, die reuzenkokerij voor de
Belgische uitgewekenen is een krachtpraesta-
tie geweest van geweld
Nu moet St. Vincentius ermee ophouden.
Vooreerst is heb voor de Belgen niet meer j ]eu,
zoo noodig: hun aantal vermindert, en althans j
de Antwerpenaren moeten in hun eigen be-'OVER 1IET BLOEMBOLLENSVNDICAAT,
lang en dat van hun land terugkeeren
Maar wat meer is: St. Vincentius mag zijn
eigen armen niet vergeten
Nadat hij naar beneden was gegaan, ont
dekte bij dat rook opsteeg uit de krullen van de
plaats waar hij zooeven had gewerkt, Onmid
dellijk maakte hij brandalarm.
Met behulp van een slang van den slangen-
wagen van 't hulpbureau van politie, was 't
begin van brand 'spoedig gebluscht. Er is wei
nig schade geleden. Vermoedelijk is 't begin
van brand ontstaan door dat vonken uit de
tabakspijp van L. V. in de krullen zijn geval-
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel a. i. heeft, naar reeds is gemeld, deze
De tijd nadert dat i$> spijskokerij voor de week aan de Tweede Ivamer een nota ingezon-
zlf
Haarlemscho amen-zelf moet werken, en
eigen gaat voor vreemd.
Nü kan Haarlem dan?ook aan St. Vincentius',
liefdewerk cenigszins vergelden de groote op
offeringen die de spijskokerij zich zoo vrij
willig heeft, opgelegd.
0,p l? November a.s. begint liet, werk van
de 'warme middagmalen voor onze Haariem
sehe behoef tl gen: wie nu nog niet door een
stel bons te nemen of een gift om liet lief
dewerk af te zonderen, de St. Vipcentius-
vereenigin'g hierin steunde/ bij doe dat als
nog. Dat is eereplicht voor wie maar kan!
■De namen der commissieleden vindt'men in
een advertentie in dit blad: mogen wij daar
heen verwijzen?
PERSONALIA.
Te Amsterdam slaagden voor liet, examen
vrije- en ordeoefeningen de dames: A. O. Prins,
M. Swart en J. G. Sluyp, allen van hier
BROEDER MAXtlANTTS. f
In liet'gesticht ,St. .Toaunes dé Deo," alhier,
is. in den ouderdom van 42 jaren overleden de
eeuw*. brooder Marianus (in do wereld O. B. de
Wit.)
O, J. .1. CLIFFORD, t
Men schijft ons:
Gisteren had de teraadrebestlling plaats van
wijlen den heer C'hr. J. 3. Clifford, in leven
werkzaam bij de firma Joh. Enschedé en afd.
chemigrafie.
De lijkbaar was bedekt met kransen, o.a. een
van zijn clief en collega's en een lauwerkrans
van afd. Haarlem van de R. Iv. L. F. C. B.
waarvan de overledene sccr. was.
Do stoet trok eerst langs de firma Joh.
Enschedé om zioh van daar. naar do laatste
rustplaats der overledene to begeven.
Op 't kerkhof waren vertegenwoordigd de
den betreffende den cconomischen toestand van
ons land. Daarin wordt onder meer gewag ge
maakt van het bloembollenvak waarover men,
na eene beknopte kenschetsing van den toe-
j stand leest
- „Pogingen om door het oprichten van een
syndicaat de aanplantxngen voor de volgen
de jaren te regelen en belanghebbenden fi
nancieel te helpen zijn mislukt, grootendeels
door onderling wantrouwen en door onge
neigdheid hij de verschillende belanghebben
den zich tot op zekere hoogte voor het ge
meenschappelijk belang solidair aansprake-
- lijk te stellen."
Onze leden zullen vermoedelijk niet zonder
bevreemding uit deze ministcriëele mededeeling
vernemen schrijft naar aanleiding daarvan
de heer E. K. in het Weekblad voor Bloembol
lencultuur dat de mislukking allians
voorshands van het syndicaat „grootendeels"
aan „onderling wantrouwen" moet worden toe
geschreven. Misschien beschikt Zijne Excellen
tie over meerdere en hetere gegevens dan wij
zeiven ter beoordeel ing van do beweegredenen,
die de houding onzer vakgencotcu ten aanzien
van do syndicaatsplannen hebben bepaald, en
is op grond daarvan inderdaad de door den
Minister gegeven e voorstelling juist to achten.
Maar zelfs al ware dit het geval wat dezer
zijds betwijfeld wordt dan nog,--schijnt deze
vermelding in dit officieele stuk niet zeer ge
lukkig, om niet te zeggen: overbodig.
Overbodig, omdat toch waarlijk de tweede
door den Minister opgegeven reden der mis
lukking afdoende genoeg is. Volkomen juist
wordt in de nota vastgelegd, dat „ongeneigd-
heid hij de belanghebbenden zich tot op zekere
j hoogte solidair aansprakelijk te stellen" be-
Stond, maar die aansprakelijkheid gold wedcr-
tt i riz, p tv t n n r> i °m niet, zooals de nota hot doet voorkomen
afd. Haarlem van de It. K. L. F. C. B. en vele j
s-,„ion ï- ii i „het gemeenschappelijk belang maar veeleer
collega s en vrienden, dio den overledene de J' f.
laatste eer wilde bewijzen.
Toen 't stoffelijk overschot des overledene
aan den schoot der aarde was toevertrouwd, kon
men bij velen een traan zien rollen, want allen
waren diep ontroerd over 't groote verlies, wat.
zij aan den overledene hadden. Zeker diep treu
rig is het verlies van den nog zoo jeugdig-en
overledene, want mot hem is heengegaan een
zorgzame echtgenoot en vader, een man* die
door zijn collega's werd bemind en tevens een
ijverig werker voor de R. K, vakorganisatie,
veel heeft do afd. Haarlem in hem verloren.
Moge de Goede God hem bcloonen: hij ruste
in vrede.
BRAND.
het bijzondere belang dergenen; die van het
met Regeeringshnlp beschikbaar te stellen cre-
diet wenschten gebruik te maken.
Van niemand in ons vak, die.zelf zicdi finaa-
tieel redden kan, mag redelijkerwijze gevergd
worden, dat hij zich in dezen moeilijken tijd,
<!die zelfs den kapitaalkraehtigsten kweekcr of
exporteur op zeer zware offers te staan komt,
nog bovendien borgstelt voor zijne mede-vakge-
nooten, wier draagkracht liem onbekend is,
cn op wier transactiën bij niet den minsten
invloed kan oefenen.
Door aan dezen eisch der solidaire aanspra
kelijkheid te blijven vasthouden heeft do Minis
ter zelf alle kans op de tot standkoming van
eene eredietverschaffing onder garantie van
Gisterenavond had de timmerman L. V. tot i het Rijk en andere openbare machten afgesne-
kwartier voor elven in zijn werkplaats den. Wij kunnen toegeven, dat de Minister een
ongeveer
Olieslagerslaan gewerkt. Nauwelijks was hij
boven in zijne woning' of bij bespeurde beneden
brand 1 ucht.
bepaalde gedragslijn volgende bij het verleenen
van Kegeeringssteun in deze crisis, in verband
daarmede niet anders handelen kon, en hebben
Laat, wie zoo afgeeft op het Duitsche beheer
in België, eens naar Antwerpen gaan en laat
hij daar alle café's en huizen eens bezoeken,
vóór 1 'Augustus 1914 door Duitschers bewoond,
dan wil ik zóó iemand nader spreken
Daar wordt heel veel gesproken over onze neu
traliteit, welnu laten we dan ook waarlijk on
zijdigblijven, en zoowel dè fouten van den een
als van den ander afkeuren!
Daar onze auto in Maastricht was achterge
bleven, waren we natuurlijk verplicht daarheen
met den trein te gaan: er loopt er n.b. maar één
per dag, en nu zijn we nog niet eens in oorlogs
tijd! Op alle stations militairen en nog eens
militairen, en een ding viel me op, of onze jon
gens nu met verlof gingen, of van hun genoten
verlof terugkeerden, allen waren even vroolijk,
absoluut geen mopperaars.
Te Eindhoven op het perron zag ik verschei
dene bekende gezichten, de mannetjes van het
10de!...
Allen waren vol lof over behandeling, voeding
en, ligging en verklaarden openhartig, dat het
daar aan de grenzen nog zoo kwaad niet was,
al verlangden ook zij natuurlijk sterk naar den
vrede. Maar wie dan ook niet?
Maastricht is nog altijd vol vluchtelingen, al
vertrekken dan ook hier dagelijks een massa
menschen weer naar hunne in België achterge
laten woningen.
Trouw liggen op de groote Maasbrug de bar
ricades, opgeworpen van spoorrails en kisten,
nog steeds te wachten, zelf niet goed wetend,
geloof ik, welke gewichtige diensten zij dan toch
wel aan ons dierbaar vaderland moeten bewij
zen. De politieagent die staande op de middel
ste barricade, met zijn rechterarm maar steeds
wenken geeft aan zijn bei de. collega's aan de uit-
i einden der brug, lijkt mij een prachtmodel, als
j er een nieuw standbeeld moet gemaakt van Lau-
rens Coster op de Groote Markt
j Juist op het punt te vertrekken, kwam een
I automobiel met een gezelschap Haarlemmers
aan, die over Antwerpen, Brussel en Leuven
naar Luik waren gereisd, natuurlijk weer niet
zonder den noocligen last! Nogmaals, het is
nog geeii tijd voor toeristen!.
Wat ons vreemd opviel, was dat men te
Mouland de beide dames die in onze auto zaten,
en die door ons op hun verzoek naar Luik wer
den meegenomen, fouilleerde, of zij soms brie
ven of wapens medenamen.
Laat ik niet vergeten te vertellen, dat dit
fouilleeren door een vriendelijke Franschc juf
frouw geschiedde.
Nog steeds liggen daar Mouland en Visé als
vreeselijke voorbeelden van de verwoesting van
een modernen oorlog! En ziet men in andere ver
woeste plaatsen zoo langzamerhand de bevolking
terugkomen om tenminste het weinige nog in
bezit te nemen, wat er van hunne vorige eigen
dommen is overgebleven, in Visé en Mouland
is daarvan geen sprake: alles ligt daar nog
steeds verlaten.
Te Luik aangekomen, besloten we daar te
overnachten, met het oog hierop, dat het den
volgenden dag „.Allerzielen" was, en wij vema-
men, dat de Duitsche soldaten bezig waren kran
sen te vlechten voor de graven van hun geval
len makkers.
Een heerlijk herfstzonnetje bescheen het som
bere kerkhof, waarop ruwe houten kruisjes, dit
maal alle zwart geschilderd, de kleine heuveltjes
sierden, waaronder de arme slachtoffers van de
zen moorddadigen strijd, hun laatste rust ge
vonden hadden, aap de» eenenjcant Belgen, aap
den anderen kant Duitschers, alle graven met
bloemen getooid en hier en daar was het graf-
kruis omwonden met een rood-geel-zwart lint
van België of een blauw-wit lint van Beieren. De
bevolking had kaarsen aangebracht en de wal
mende vlammetjes, rondom die graven trachtten
tevergeefs aan het sombere tooneel van dat kerk-
hof een weinig meer leven te geven. En toen de
Duitsche soldaten kwamen met kransen zoowel
voor gevallen makkers als vijanden, staken de
frissche groene bladeren van die kransen scherp
af tegen de gele natte herfstbladeren, die daar
van de treurwilgen waren afgevallen.
Somber was 't geheel. En de ruwe mannen in
hun verschoten uniformen, stonden daar te pein
zen en dachten aan hun vaderland, aan hun
huis, en aan hen die zij hadden achtergelaten.
Wie weet, zou hun eigen graf ook in den
vreemde gedolven worden
En dan hingen zij hun geweer weer om den
schouder en gingen heen....
Slechts langzaam verliet ons de huivering,
daar opgedaan op dat kerkhof, toen wij met
prachtig weer over den weg Luik—Leuven
snorden.
Met grooten ijver wordt door de Duitschers
in Leuven alles gedaan om de stad weer in
beteren toestand te brengen. Alle puin en rom
mel wordt opgeruimd. Het Stationsplein, eeni-
gen tijd geleden een verzamelplaats van graven
en rommel, is nu weer herschapen in een aardig
parkje, waar te midden van bloemen een groot
zwart kruis staat. Het prachtige Stadhuis, zich
trotsch verheffend te midden van al die puin-
hoopen en beelden van ontzetting, is van den
steiger ontdaan, die gebruikt wordt om wat er
nog van de St. Pieterskerk staat, te stutten.
We hadden vanuit Maastricht wat koud
vleesch en verdere benoodigdheden voor een
BARTELJQStlSSTRAAT 27
TELEFOON 1770.
ons dan ook in dit orgaan onthouden van elk
wóórd van critiek.
Dit mag ons echter niet weerhouden om op t<
komen tegen eene o.L niet bewezen en niet t<
bewijzen voorstelling van de redenen der mis
lukking van de eredietverschaffing, waarlj
aan de belanghebbenden „onderling wantrpu
wen" wordt verweten. Zij zijn zich volkome!
bewust, dat eene regeling zoowel van het ere
dief. als van de beperking der productie alle
dan kans van slagen hoeft, indien de krachtig;
ste waarborgen tegen ontduiken annwezij
zijn, en dat: daarom een eventueel -yiuhcaa
zich zal hebben te beperken tot die maatregè
lcn. welker uitvoering behoorlijk controleer
baar is. Bij een zoo groot aantal belanghobhen
den als bet, hier geldt, moet natuurlijk go
waakt worden, dat niet zij, die trouw de hur
opgelegde verplichtingen nakomen, het slacht
offer worden van degenen, wier geweten wn'
ruimer opvatting van plichtsbesef toelaat.
Deze overweging kan echter niet geste ut
peld worden tot „onderlinge wantrouwen," et
de mislukking van het syndicaatsplan mocht it
de ministcriëele nota niet hierop worden afgc
wenteld.
WONDER GOED AFGRLOOPEN.
Gistermorgen omstreeks 1! uur had in ilc
metaalwaren fabriek aan den Spaarndanimer
weg een ernstig ongeluk plaats dat wonder
gelukkig is afgeloopen. De 20-jarige fa-
briekarbeidster ,T. hield zich. in de nikkel
zaal met eenig werk bezig. In de onmiddcl
lijke nabijheid van de brandende kachel
stond op een bank een bus met benzine.
Mej. J. had het ongeluk tegen de bank
te otooten waardoor deze kantelde en de
bus benzine tegen de kadjpl terechtkwam.
Dadelijk ontplofte dit vocht, dat alle kanten
heen vloeide en vatte vlam, zoodat iu min
der dan geen tijd hot zaaltje een vuurzee
was. Een eveneens daar werkzame jonger
wist een veilig heenkomen te zoeken door
een open glasruit. Anders was dit echtci
met mej. J. die zich elke uitgang zag alge
sneden, terwijl hei, vuur haar meeds be
dreigde. Op haar jammerlijk en angstig gil
len kwamen spoedig eeltige aldaar werken
de timmerlieden, die daar bezig zijn aan de
verbouwing der fabriek, toesnellen. Het ge
lukte dezen het van den schrik half bewus
telooss meisje door een klein raampje te
redden. Daarna wist men het vuur door zand
dadelijk meester te worden. In het lokaal
hebben ramen en deuren veel van het vuur
te lijden gehad. Wonder mag het heeten en
wat zeker aan do timmerlieden 1e danken
is, dat het meisje er nagenoeg zonder brand
wonden is afgekomen.
HINDERWET.
B. en W. hebben vergunning verleend aar
J. Nijssen tot oprichting van eene inricht im
voor het wasschen en drogen van kleederc
in perceel Scheepmakersdijk 23; en aan W
A. Kuijken Jr. tot oprichting van een in
richting' voor het machinaal vervaardigd
van druk walsen, in een te maken bijbouv
het perceel Zijlweg no. 28.
lunch medegenomen en zoo zaten we dan ooi
tusschen Leuven en Tervueren heel smakelijk aai
den kant van den weg te pic-niccen, terwijl eei
groote stroom van menschen maar steeds lang:
ons heen trok, zwaar beladen met pakjes ei
tasschen (natuurlijk droegen alle dames hoeden
doozen), die te Leuven en elders htm woon
plaatsen, of liever dat wat eens hun woonplaat!
was, weer gingen opzoeken.
Te Brussel ontmoetten we een heer, Hollander
die met den trein van Luik naar Brussel wa
gekomen. Tot Leuven ging alles goed, verhaald
hij, maar daar moest hij wachten, tot een goede
rentrein verder naar Brussel ging. De officier-
commandant van den trein, vond goed dat on
Hollander meeging naar Brussel, doch op ééi
voorwaarde, nl. dat hij moest plaats nemen ii
de middelste wagen, en dan in 't „remmers
huisje", wanneer de locomotief twee maal fiool
moest hij de rem aandraaien en éénmaal, los
draaien! En zoo zag men daar het ongehoord
staaltje, dat een stijf-deftige Hollander, met eer
pelsjas en kaasbolletje, plus nog een wandel
stok, en de onmisbare sigaar in z'n mond1, diensl
deed als remmer op een Duitschen goederentrei
tusschen Leuven en Brussel....-
In Brussel gaat alles z'n oude gangetje, -
halve natuurlijk de „gezellige avonden",.,
daar alle zaken nog steeds om negen uur moet
sluiten.
Wat betreft den hongersnood in Brussel, 'dl
loopt nog steeds zoo'n vaart niet, alleen he
brood is niet meer zoo makkelijk te krijgen, e
dit is natuurlijk juist voor de armere bevolkin
het grootste bezwaar.
(Slot volgt.}
mwE Hwaia» cowuirr