Sewroken.
feuilleton.
Brieven uit Parijs.
i Ciorlog.
1914
DE GROOTHERTOGIN VAN
LUXEMBURG,
NIEUWE HflflRLE/ASCHE COURANT VSSSLJBteSL
Men ziet hieruit, dat de correspondent van
de Matin zich wel beijvert om Holland in een
gunstiger daglicht te stellen dan men tot
tjatztts» 17 V,v 1014 dusver gedaan heeft. Inderdaad een prijzens-
waardige poging en die, zoo geen ander, dan
Te midden van al de oorlogsellende, was «j-Jt resultaat zal hebben, dat de
het kijkje in het Cirque de 1 ans Zondag- f]()]]an,}ers ju Frankrijk niet met scheelo
middag ecu ware idylle. .Daar werd door do 00„en worden aangezien,
goede zorgeif van verschillende comités \an, ^et U1| precies juist is, wat hii beweert
steun aan de Belgische refuge's een dejeuner er. ditmaal minder op aan. Ónder ons
aangeboden ter eei'O van den verjaardag van z yan dje a]geyieene anti-Duitscïh-ge-
Koning Albert. Meer dan duizend personen *indhJd vau 011s Nederlandsche volk geloof
hebben er aan deelgenomen en dank zy de ik T ook al >jeweert do Matin
toewijding en de-zorgen van de comités eu
van de verschillende particuliere personen,
hebben zij tenminste een oogenblik leed eu
ellende kunnen vergeten.
Het w-as wel een eeht-feeslelijke stemming
die er lieerechte, vooral toen er na afloop van
den maaltijd koffie en sigaren voor de man
nen werden rondgediend, en er voor de vrou
wen en kinderen allerlei lekkers kwam.
De plechtige viering van 's Konings ver
jaardag had in het kleine Belgische kerkje
in de ruo de la Charoune plaats, in tegen
woordigheid van den Belgischen gezant en
A. F. PETILLON.
DE BEHANDELING DER
DUITSCHE G E V ANGE-
wijze, waarop het offers brengt en de zware
noodwendigheden als nasleep van zoo bitteren
krijg weet te dragenHet wordt schier een blaam
voor den man en jongeling als hij aan dezen
wereldoorlog niet heeft medegedaanIs het geen
heroïek gebeuren, schier eenig in de wereldge
schiedenis der latere eeuwen, dat knapen, kinde
ren schier, als vrijwilligers dienst nemen, alle
moeite doen om de overheid te bewegen hen aan
te nemen, terwijl de ouders met volle toestem
ming de jongens laten gaan om het vaderland
te dienen? Denkt niet dat dit uitvaagsel is der
maatschappij, denkt niet dat deze vrijwilligers
samengesteld zijn als de vreemdelingen-legioenen
van koloniale legers. Neen, het geldt hier de
bloem der jongelingschap! Het betreft meest
knapen van de gymnasia, strijders, die zooals
een gymnasium-directeur schreef „sich aus
dem besten intellectuellen 'Kreisen reent Herten."
Het legerbericht uit het hoofdkwartier heeft ge
meld, hoe die jonge krijgers, al zingende:
Deutschland, Deutschland über alles", aan de
Duitscher, die, dank zij de bemiddeling van een
Nederlandsch geestelijke, verlof gekregen heeft
TtTfiiin<v Aiwr "d/Tmdnadii "aar zijn vaderland terug te keeren om üaar ver-
t/vindóm». Do pl£hü*M.i zoo ïutlruk- TTv™" "tfSraSe* Duit®
NEN IN ENGELAND. U
In Berlijn bevindt zich op dit oogenblik eenYser den dood tegemoet liepen en de eerste ver
fabrikant uit
schil wel ijk gedrang was geweest, want voor
de overgreote menigte belangstellenden en over ineae
nieuwsgierigen was het kerkje natuurlijk Deze Dunschei, een gioo
veel en veel te klein. Straatsburg, Clemens Oppenheimer geheeten,
Men dweept hier met de Belgische konink- keerde begin Augustus aan boord van de Oceanic
ljjke familie. De verkoopers van prentbrief-l van c-en handelsreis uit Amerika naar Europa
leaarten en platen op straat kunnen geen fo-terug. Ill Plymouth werd iiij als Duitscher aan-
to's genoeg van liet koningspaar inslaan, ze gehouden en naar de gevangenis gebracht. Iliei
gaan grif weg, eu men is nooit over den bleef hij drie dagen, terwijl zijn behandeling
koning uitgepraat. j alles te wenschen overliet. Daarna werd hij vrij
Heel dikwijls komt het gesprek via België gelaten. Vervolgens woonde hij zonder lastig ge-
op Hollandscli grondgebied terecht, wat nu vallen te worden in Londen, totdat in het oegin
niet zoo heel wonderlijk is. Sedert eenige van September de jacht op de Duitscners begon,
weken is er een besliste kentering gekomen Toen werden de Duitscliers en ook de Oostenrijk-
in de gevoelens. Vóór dien lijd verschenen Hongaarsche onderdanen waar men hen aantrof,
zoo nu en dan tamelijk perfide berichtjes, aangehouden en eerst in de Olympia Hail gein-
vel soué-entendu's eu als Hollander morst je terneerd. Weer braken drie slechte dagen en
dan soms ook verschillende zuurzoete opmev-nachten aan, want de reusachtige ruimte was op
kingen slikken, zonder veel te kunnen ant- niets ingericht. Mannen van de hoogste ontwik-
woorden. Nu eens heette hei: dat er een schip keling en lieden uit de rijkste kringen moesten
met contrabande was in beslag genomen, dan samen wonen met elementen, waarmee zij alleen
weer zou Holland het Duitsche leger aan de lmn nationaliteit gemeen hadden,
grenzen van levensmiddelen voorzien, dan j Den tienden September begon dan het vervoer
weer heette hel dat oen ooggetuige verklaard naar het concentratiekamp. Ook hier was het zeer
had dat de Hollandeche soldaten schending slecht gesteld. Er stonden tenten, die voor twaalf
van het grondgebied tolereerden. nian bestemd waren Ook hier heerschte in sociaal
Som
schansing des vijands namen. En dan te beden
ken, dat deze dapperen zooals de bewuste
leeraar getuigde „nog voor een paar maanden
op de schoolbanken zaten."
Ik knip deze advertentie uit een Berlijnsch
blad: „Den 5en November viel voor Dixmuiden
in den strijd voor het vaderland mijn innig ge
liefde oudste zoon, onze dierbare broeder Hanns
Jürgen Scliultze, in den ouderdom van 16 jaar."
En dit alles betreft alleen vrijwilligers.
Duitschland heeft mannen genoeg. Wie Duitsche
steden bezocht in deze dagen, zal zich verwon
deren er nog zooveel soldaten en strijdbare man
nen aan te treffen Wij hebben hier dus te doen
niet met een bewijs van gebrek aar. strijdkrach
ten, wel met een afzonderlijke uiting van legen
darisch, uit de oudheid stammend heroïsme van
gansch een natie.
ALS EEN SPROOKJE!
Onder dezen titel schrijft de Tilbnrgsèhe
corr. van do Maasbode het volgende:
Er doeu. zooveel ongelooflijke verhaaltjes over
den oorlog, de rondte, dat meu de moeite sparen
kan, hun getal nog te vermeerderen. Het vol
gende' evenwel, dat wij uit den mond van den
burgemeester vau Eijgenbilsen vernamen, lijkt
wel waard te worden oververteld.
Op een avond verhaalde hij. trok een klein
fj troepje Duitscliers ons dorpje binnen. Zij had-
li den een wagen bij zich, waarop enkele kisten
ims waren de berichten zoo dwaas, dat opzicht de bontste verwarring. Het gevolg was, stonden. Voor mijn luiis hield do wagen stil en
liet gemakkelijk viel den onzin van ditpr in-1 dat de bewoners vreeselijk door ongedierte ge- de aanvoerdtw van den troep trad bij mij bi ti
llend aan (e toon en. Doch in negen van de piaagd werden, waartegen niets te doen was. In
tien gevallen liet men u daar dou tijd niet c)e tent kreeg men niets anders dan een deken,
toe, doch snoerde u den mond met den j Men moest op den grond slapen, die nog niet
dooddoener: I eeris overal met planken belegd was. Even treu-
De correspondent dio dit schrijft, u ter rjg zag het er met de voeding uit.
plaatse en weet er dus meer van dan ut j Langzamerhand werd de toestand beter. Meu
Een bewijs dat de stemming, jegens de kreeg betere ligging en ook beier eten. Er werd
Hollanders niet overmatig' vriendelijk was,
is wel dat onze consul handen vol werk heeft
gehad om verscheidene onzer landgenooten,
die onder voorwendsel van verdacht te wor
den Dnitsch spion te zijn. waren gearres
teerd. weer op vrije voeten te brengen: een
werkje, dat dagen en soms weken vordert.
Zonder nu alle tendentieus# berichten die
de ronde hebben gedaan, alle op hunne re
kening to schuiven, zijn bet toch voorname
lijk de Matin en de Echo de Paris geweest,
die deze campagne voerden. Enkele dagen
geleden nog had de Matin eenige hatelijkhe
den te debiteeren aan het adres van de N.
R. Ct. En ziedaar nu betzelfde blad, dat plot
seling volte-faee maakt en in zijn nummer
\an hedenmorgen een voor Holland zeer
vleiend artikel publiceert, waaruit ik bet
volgende aanhaal; de lezer kan zelf oordee-
len in hoeverre de toestand juist geschetst
wordt:
Men kan nooit genoeg de bewonderens
waardige toewijding, de tactvolle hartelijk
heid roemen, dio liel Nederland sell o volk en
het gouvernement ien opzichte van de Bel
gische vluchtelingen getoond hebben. Men
heeft hen medelijden betoond en zich gehaast
hen te troosten. Soldaten droegen de kinde
ren eu belastten zich mot de zware pakken,
die ti)ej vluchtende, volk had kunnen mea-
«eiuen.
••••Geen enkel Hollandscli blad verdedigt
Duitschland of keurt zijne handelwijze goed.
ïn de'pers heerscht een zorg voor het bewa
ren van de neutraliteit, die zeer ver gaat;..,.
Naar aanleiding van de reis van mr. Tröel-
stra naar Duitschland eu hetgeen daarover
in de Nederlandsche pers is gepubliceerd, lie
f-luit Le Matin liet artikeltje als volgt:
„Dit volk, begaafd met zeer veel gezond
i uitstand, weet wat de beloften van Duitsch
land beteekenen, het weerhoudt zich gebruik
ook voor gezorgd, dat het ongedierte bestreden
kon worden. Er ontwikkelde zich een gezellig
leven, men kreeg boeken en kranten, kortom, toen
onze zegsman den dertigsten October het kamp
verliet en weer in Londen mocht verblijven, om
dat twee Engelschen voor hem ingestaan hadden,
was de toestand volkomen dragelijk. Men had
het zelfs tot concert- eu tooneelavonden gebracht.
Eens woonden de officieren van het bewakings-
commando een dergelijke voorstelling- bij en een
der officieren dankte in naam van zijn kameraden
voor het genoten kunstgenot.
Op een dag verscheen de minister-president
Asquith in het concentratie-kamp Zijn bezoek
was aangekondigd met de opmerking, dat de
minister kwam om klachten te hooren en dat men
iemand moest benoemen om het woord te voeren.
Dit geschiedde en Asquith kreeg een lange reeks
klachten te hooren. Hij luisterde kalm toe en zei
toen: „Dit alles hebt gij uw keizer te danken."
Waarop de Duitscher antwoordde, dat hij tijd en
plaats niet geschikt vond voor een politiek ge
sprek.
De heer Oppenheiiner beklaagde zich over cle
ruwe wijze, waarop de aanhoudingen hadden
plaats gevonden, waarbij zieken niet werden ont
zien. Hij kreeg ten slotte zijn volle vrijheid en
verlof naar Duitschland terug te keeren door de
hulp vau een Nederlandschen geestelijke, die zich
tot taak had gesteld Engelschen en Duitscliers
vrij te krijgen. Oppenheimer had dezen geestelijke
verteld, dat hij machtige betrekkingen in Berlijn
l'.ad en dat hij het op zich wilde nemen om dezen
de gewenschte opheldering te geven over den toe
stand te Londen. Met behulp van admiraal
Fisher, die met den geestelijke bevriend is, ge
lukte het hem toen toestemming te krijgen tot
zijn reis.
DUITSCH HEROÏSME.
Uit Aken wordt aan „De Tijd" eene correspon
dentie gezonden, waarin wij lezen hoe schier
te maken van zijne weermacht, doch hei, kan iedere Duitsche familie offers biedt. In de cou-
niet zonder vrees de mogelijkheid van eene ranten leest men telkens aankondigingen van het
overwinning van zijn Oostelijken buurman overlijden van man, zoon en broer tegelijk. Een
onder do oogen zien, want. d© Duitsche ban- moeder kondigde o. a. den dood van haar zeven-
«Id houdt het oog geslagen op Rotterdam, de den zoon aan, De correspondent noemt het Duit-
prachtige liavenkoopstad, méér nog dan Ant- sche volk een heldenvolk, niet alleen door zijn
werpen." j krijgsverrichtingen te velde, maar ook door de
nen. „Buiten staan een viertal kisten, zeide li ij,
kunt ge die bergen?" Ik antwoordde achter in
den tuin wel een bergplaats te hebben, waar ze
konden geplaatst, worden. De kisten werden er
heen gebracht en de luitenant voegde mij toe:
..Gij zijl: er voor verantwoordelijk." De man
schappen vertrokken en de officier koos bij mij
zijn kwartier. Enkele dagen'maakten de Duit-
schers het zich by ons zoo gemakkelijk moge-.
lijk. Zij hinderden niemand, doch hielden wel
van een glaasje. Ik liet hen begaan on zorgde,
dat de burgers geen aanleiding gaven tot twis
ten. Opeens echter kwam er een eind aan het
lieve leventje der Duif,schors. Zij werden over
haast, opgeroepen en moesten oogenblikkelijk
vertrokken. In der ijl werd alles opgeladen en
de wagen kwam wederom voor mijn huis. In
goede orde trokken zij af zonder dat ons dorpje
iets te lijdon had gehad.
Goed zes dagen luter klopt men mij in 't mid-
deu van den nacht op. Als ik da deur open,
treden een zestal Duitsche soldaten binnen, die
mij bruusk vragen, of ik de burgemeester ben.
Op mijn bevestigend antwoord, treden er twee
vooruit als wildon zij mij arrosteeren, terwijl
een derde, blijkbaar de aanvoerder, mij toeduwt:
„Waar zijn de kisten gebleven, die bier werden
neergezet?"
Ik dacht- niet anders, of bij het weggaan van
den troep waren ook do kisten meegenomen en
antwoordde daarom, dat zij vervoerd waren on
dat ik verder van niets wist. „Zoo is het altijd,"
bruldo mijn ondervrager, ik zeg u, wanneer
do kisten niet binnen oen kwartier voor den dag
komen, laat ik je een kogel door den kop schie
ten."
Ik maakte mij zenuwachtig en meende stellig,
dat de kisten waren meegenomen. Gelukkig
kwam mijn dochtertje, dio liet rumoer had ge
hoord naar beneden en fluisterde mij in 't oor:
„Pa, do kisten staan nog in 't schuurtje, ik heb
ze gezien, geef ze gauw
Ik voelde me verlicht, wan He had er uiet in
't minste acht meer op geslagen en na het. ver
trek der Duitscliers zelfs aan geen kisten moor
gedacht.
Wij gingen naar den stal en waarachtig ze
waren gevonden. De Duitscliers zagen wel, dat
ik te goedertrouw v«as en aanvaardden mijn
verontschuldigingen, dat, ik 't. werkelijk niet
i4) -
Om te maken, dat ik hier veilig blijf en
.nog verder tot heil der Natie werkzaam kan
zijn, is het noodig, dat niemand weet van
or tin tusschenkomst in dezen en dat mijn
naam er zelfs niet by genoemd wordt.
Verzoek den burger minister u zoo spoedig
mogelijk naar Plancoët te zenden, van het
lioodige geld voorzien. Zoodra gii daar aan
gekomen ziit, kom ik hij u en zal u in staat
stellen om den hoofdman der samenzwering
rnet zijn voornaamste handlangers aan te
honden. Daardoor zou een opstand, die zeer
moeilijk en slechts ten koste van veel bloed
te bedwingen zon zijn, voor het uitbreken
don kop ingedrukt worden.
Ik moet daarbij op den achtergrond blijven,
terwijl de eer van deze massa-aanhouding^
Jvaarvan ik n het wélslagen waarborg-, ge-
heel voor u zal zijn en ik mij zal tevreden
«tellen mei de voldoening, het vaderland een
"lenst te hebben bewezen.
Haast n, een vertraging, hoe dan ook, zou
Hs de gunstige gelegenheid kunnen doen
Verliezen.
Gegroet en broederschap.
Hubert NOEL AN,"
wist. Ter plaatse werden de kisten open gesla
gen en wat ik toen zag, klinkt haast, ongeloof
lijk. 't Was een en al goudgeld, wat de kisten in
hielden. Ik had de verantwoordelijkheid gehad
over een som van misschien wel vier millioen,
zonder het te weten. Een volgenden keer, zeide
de burgemeester lachend, zal ik er beter op
weten te passen.
HET KATHOLICISME OP
HET SLAGVELD.
Een jong soldaat, lid van een Katholiqk patro
naat tc Parijs, schrijft aan zijne ouders het vol
gend verhaal over een treffende episode uit den
krijg.
„Gisteren ben ik met vijf mannen op wacht-
post gezonden in een boseh. Ik verrastte er i
een patrouille ulilanen, bestaande uit een offi
cier en twee soldaten. Bij het schijnsel eeusr
electrische lamp onderzochten zij een kaart.
Voordat ik er bevel toe gegeven had, begon de
charge en met do bajonet doorstoken, liggen de
drie Duitscliers op den grond. De el eet rische
lamp is in liét gras gevallen eu bleef het
schouwspel verlichten. De twee soldaten waren I
dood, doch de officier, een luitenant der jagers,
leefde, nog: en toon ik hem naderde, zag ik een
schouwspel, dat mij altijd in het geheugen blij
ven zal. Hij was zeer schoon eu met liet gelaat, j
wit als marmer, lag hij op den rug uitgestrekt
uit drie plaatsen zijner doorboorde borst
stroomde bloed, dat lieht-gryzo uniform
donkerrood kleurde eu om hem hceu een groote j
plas vormde. Hij stamelde enkele, woorden die
ik niet. begreep, doch waarvan ik de betcekows
langzamerhand vaststellen kon.
Met zijne laatste krachten tracluto hij 'te zeg
gen: „Polak catholic." Zoo wilde hij uitdruk
ken, dat hij een Katholieke Pool was; en tege
lijkertijd trachtte hij ecu rozenkrans en reu af-j
beelding der II. Maagd en hot Kmd Jesus uit
den zak te halen. Bij den aanblik van dezen ster
vende, bij zijne woorden en bij liet zien der voor
werpen. die hij in de hand hield, verdween in
mij alle woede en haat.
Nadat ik mijne mannen op hun post. had ge
plaatst, kwam ik bij hem terug en hem bij do
handen vattende, deed ik hem begrijpen, dat ik
zelf Katholiek en het- mijn grootste verlangen
was, zijn» laatste oogenblikkou te verzachten.
Hij scheen mij te begrijpen 6n hield met ecu
hand zijn rozenkrans in do hoogte. Ik begreep
zijn verlangen en ik bad met hom een tientje,
waarop liy met zwakke stom in het Duitsch ant
woordde, daarna bracht hij zijn rozenkrans aan
de lippen en kuste het. kruis verscheidene
malen; daarna gaf hij mij den rozenkrans, dien
ik eveneens kuste, wat hom gelukkig scheen te
maken. Ik moest, weer naar mijne manschappen
terugkeeren, daarna gaf ik hem zijn rozenkrans
en de afbeelding der li. Maagd in do banden
en ik verliet hem, niet zonder diep ontroerd ie
zijn door den blik van dankbaarheid uit zijne
brekende oogen.
Toen ik des morgens dezelfde plant» weer
voorbijkwam, bij liet terugkeeron naar de loop
graven. was hij gestorven en lag nog in dezelf
de houding.
EEN VLIEGTOESTEL GE
VANGEN.
Aan een veldpostbrief ontleent het ..Berl.
Tngeblatt" het volgende:
Wij hebben een goede vangst gedaan. Onze
compagnie lag in het open veld. Voorioopig
bleek het echter niet noodig, dat wij moesten
vechten en daarom bivakkeerden wij, hoewel het
bitter koud was ea hier on daar reeds een ijs-
laagjo de sloten bedekte, aan den rand van een
boscli. Ik rookte mijn pijpje. Plotseling klonk
uit de varto liet. bekende brommen eu snorren
van een motor. Aan den cigeuaardigen vierkan
ten vorm van do vleugels, alsook aan deu ineen
gedrongen bouw der machina zagen wij, dat zij
in geen geval oen onzer „vogels" was. Wij lie
pen snel naar het boscli, om het. den Franse li en
onmogelijk te maken, ons te zien en te verken
nen. Terwijl wij nu naar de vliegmachine
keken, zagen wij plotseling, dat de eendekker
ceu scherpe wending maakto. Op hetzelfdd
oogenblik hield de motor op te brommen en in
een mooie zweefvlucht, daaldo de vlieger. Wij
hielden ons verborgen in het struikgewas, om
den Franschman zoo mogelijk gevangen to ne
men, als hij op de vlakke weide vóór het boscli
zou landen.
Eenige seöouden later kwam de vliegmachine
inderdaad op den grond, op 50 M. afstand van
ons.
Twee vliegers, dik ingepakt, klommen er uit
en wilden, na eenige minuten op hun kaarten
gekeken te hebben, naar het dorp loopen, dat
niet ver af lag. Op hetzelfde oogenblik stormden
wy uit het bosch te voorschijn. Het tweetal was
zoo verrast, dat zij geen poging deden, om te
vluchten, doch zich gevangen lieten nemen.
Het bleek dat de beide Fransohen, die overi
gens in hun machine zes goedgevulde bommen
meegebracht, hadden, onderweg in den mist
waren geraakt. Ten slotte wisten zy niet meer
waar zy waren. Daarom maakten zij op de weide
een tusaehenlanding.
De kaarten en aanlcckeningeu waren blijk
baar belangrijk, want onze kapitein zond deze,
met een bericht, dadelijk weg.
Wij bewaakten het vliegtoestel, dat wij zon
der vechten veroverd hadden en nog den wil
den dag word het door automobielen van onze
vlieger-afdeeling st'gehaald
WAT ZAL MET BELG li'
GEBEUREN?
De tijd is nog niet gekomen, om deze vraag
te stellen, maar verschillende bladen houden er
zich reeds o. i. vrij voorbarig mee bezig.
Niettemin vertelt ook de Limb. Iv. die deze
opmerking plaatst er een en ander van:
De meeste Franschen zijn natuurlijk over
tuigd. dat de bondgenooteii zullen winnen. Die
zoo denken, spraken er reeds van a. het Ka
merlid Denys Ooehin) om koning Albert schade
loos te stellen voor hot ondergane iced door hem
tevens koning' van Jerusalem en Palestina te
maken, dat. intusschen nog niet op do Tur
ken is veroverd.
Andoren, die zoo'u rotsvast vertrouwen iu
België's toekomst uiet hebben, willen hem tot
koning van Frankrijk maken, als de republi-
keinsche regeeringavonn er voor den mouarcha-
len zal geweken zijn, waarop intusschen ook
nog niet veel kans schijnt te bestaan.
In Duitschland denkt men natuurlijk, dat de
twoekeizersbond 't winnen zal, en liet Rijksdag-
lief Erzberger houdt in do „Aachener Rund
schau" al een lieelo beschouwing over België's
toekomstig lot. Duitschland kan aan rijm w< -t-
grens geen sehijn-neut.ralen Staat dulden, zegt
hij, en: wij moeten ons tegenover Engeland de
vrije vaart door het Kanaal verzekeren. Niet
voor niets zal ons lege r zooveel offers in België
hebben gebracht. Met ceu onafhankelijk België,*
zelfs, al verzekert Duitschland zich er het mili
taire doortochts- en.... bezettingsrecht op
(excuses du peil!) is Erzberger niet tevreden.
Dat zou alleen na korten tijd tot een nieuwen
oorlog voeren, zegt hij. Nc-eu, België's lot moet
zoodanig bepaald worden, dat Engeland voor
taan geen gewillig werktuig op het Vasteland
meer heeft. Meer nog: België moet als verde-
digings- en aanvalswapen tegen Engeland ge
keerd worden. Hoe dat moet gebeuren, zegt
Erzberger niet. Alleen zinspeelt hii op ..een toe
stand, waarbij do Belgen zich goed bevonden,
beter zelfs dan onder den druk van Engeland."
Alles saamgenomen, ziel men, dat het boven-
staande volkomen de reeds meermalen geuite
opvatting bevestigt., dat do Entente België*
positie Wil versterken. DuiUehland daarentegen
ze blijvend wil verzwakken.
België's toekomst, hangt enkel van de wispel
turige krijgsgans af.
Zooals gemeld hooft Keizer Wilhelm de
Roode-Kruiv-medaille le klaseo verleend aan de
katholieke Groothertogin Van Luxemburg, Ma
ria Adelheid, van wie wij ook in Nederland
zulke sympathieke herinneringen hebben be
waard, en de Oroothertogin-Moeder Maria
Anna.
Groothertogin Maria Adelheid richtte- in haar
eigen paleis een lazaret in, om daar in alle stil
te met. haar moeder en de prinsessen Charlotte,
Hilda en Antonia als engelen van liefde te kun
nen heersehen.
Reeds in den vroegen morgen van eiken dag
verschijnt de groothertogin in de kleeding eencr
Roods Kruis-zuster op de' l woede verdieping vau
het, paleis-lazaret,. Daar begeeft zij zich dan on
verwijld aan liet werk. Zij verricht bij voorkeur
de meest, afst'ootelijke en voel zelfoverwinning
vereisehende liefdediensten en, zoo het kan, by
de soldaten van den laagstcn rang. Als heldere,
warme zonnestraal glijdl/ zij van ziekbed tot
ziekbed, van zaal naar zaal, iiier reinigend, daar
medicijnen reikend, nu eens wonden verbin
dend, dan een ontmoedigden lijder troostend.
Dichtbezette ziekenkamers vormen juist 's mor
gens een veld voor offervaardige en werkdadige
liefde. Voor «ion een schikt zij het. hoofdkussul,
eên ander wischt zij hot .koortszweet van het
voorhoofd. Ook daalt zij af in de keuken or.;
voor spijs en drank te zorgen.
Te zamen met haar moeder, en de prinses
sen, gravin Montgeles en eenige dames der sl id,
Hi,i adresseerde zijn brief:
Aan den burger SICAR.D.
Overste van den inlichtingendienst, aan het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken,
Parijs.
Na den brief gesloten en met zwart lak
verzegeld; te hebben» keek de dokter op zijn
horloge.
Het was één urn-.
De postwagen zou aanstonds voorbijkomen.
Voorzichtig op zijn teenezi, om niemand to
wokken, sloop hii de trap af en bereikte de
straat door een kleine deur. die in de keukon
was gemaakt en anders alleen d-oor het dienst
personeel werd gebruikt.
Lang behoefde hij niet te wachten.
Het hoefgetrappel, het rinkelen van bellen
en het ratelen van wielen over die slechte be
strating van Lamballe kondigden al van
verre de nadering van het logge vervoermid
del aan.
Hubert kende den postkoerier.
Hij wenkte hem, waarop de wagen stil
hield, gaf hem een geldstuk van twee frs.
hetgeen een vorstelijke gift was in dezen tijd
van schaarsehte van geld en den brief, ter
wijl hij zeide:
Staatsdienst, er is Ifeast hij.
Goede reis.
Slaap wel.
stond mot de regeering, met zekeren eerbied
aan.
De door vijf paarden getrokken postwagen
rolde weer voort.
Door niemand opgemerkt, keerde Hubert
Nollan in llnet huis van zijn vader terug.
Op hetzelfde uur schrikte de graaf de Tró-
mazan op uit een onrustigen slaap en sprong
uit het bed.
De vier honden, dio op de binnenplaats
losliepen, blaften luid.
Een augstige stem riep eenige woorden, die
hij niet verstond.
Hij opende het venster en zag op tien pas
afstand» vau zijn huis twee paarden staan.
Op één daarvan zat een man. die zich met
merkbare moeite in het zadel hield, terwijl
een andere man op den grond stond en de
beide paarden bij den teugel hield
De graaf riep: Wie daar?
De man die stond, antwoordde:
De baron de Guern en zijn knecht. Kunt
gij ons voor van nacht een schuilplaats ge
ven?
Ik kom.
.De graaf 'de Trémazan schoot in alle haast.
eenige kleederen aan en snelde naar heneden.
Gagnard en Bonnet, die door het blaffen
der honden eveneens gewekt waren, kwamen
j- ---
Ds postkoerier was een vurig revolutionair, i gelijk met deu graaf op het voorplein en
Hii zag den dokter, die in brief wisseling op dia bevel brachten sy de paarden naar.
den stal, terwijl de lieer des huize» zonder
eenige aarzeling den baron, die door zijn
kneoht werd ondersteund, het kasteel deed
binnentreden.
Het was de dood, dien hii zyn buis in
voerde.
IV.
DE VLUCHTELING.
De baron Yvee de Guern, wiens kasteel
met hy'behoorend aanzienlijk landgoed gele
gen was op de grens van Bretagno en Nor-
mandië in do nabijheid der zee. tusschen Can-
cale en Saint-Malo, was bevelhebber van het
geen de koninklijke prinsen plechtig hun
„lager in Bretagne" noemden.
Dit leger bestond werkelijk en was samen»
gesteld uit edelen en hoeren, die zich met den
nieuwen stand van zaken niet konden veree
rd gen en blindelings gehecht waven aan den
ouden regeeringsvorm.
Het was bestemd om het leger in de Veu-
dée te steunen, dat toen reeds in openlijken
strijd was tegen de Nationale Conventie en
moest zich vereenigen met de troepen uit den
vreemde, die, naar de prinsen hadden be
loofd, Frankrijk zonden binnenvallen, of
schoon de prinsen, toen zy zelf in veiligheid
waren, zich zeer weinig meer om hun getrou
wen in Frankrijk bekommerden.
Het „leger in Bretagne" bad eerst als aan
voerder gehad den markies de la Rouiërie,
maar deze was door de aanhangers der Con
ventie gevangen genomen en te Ren nes out
hoofd, waarna hij werd opgevolgd door deu
baron Yves de Guern.
Deze werkte onverdroten aan do organi
satie vau het leger en zag met verlangen uit
naar het oogenblik, waarop hii den strijd //m
kunnen aanbinden tegen de troepen der T\>tr
ien tie, die ook bestonden uit- gelegenheids-
soldaten onder bevelhebbers, die zichzelf
daartoe hadden opgeworpen.
Het echte leger, gecommandeerd door eeiite
officieren, was aan de grenzen en streed mot
de troepen van B runs wijk en van de vreem
de vorsten, die zich tegen de republiek had
den verbonden.
Daarom scheen het. oogenblik gunstig voor
een opstaud tegen de regeering, welke be
stond uit momsehen', die elkaar wantrouwden
en bestreden.
In den boezem der Nationale Conventie
heerschte verdeeldheid, de leden beschuldig
den elkaar, wierpen de bitterste verwijten
over en weer en menig lid der Conventie waa
reeds door zijn medeleden uitgestooten en
naar het schavot gezonden als verdachte ver
rader van het vaderland, handlanger vah de
aristocraten.
Nadat Marat onder het mes van Charlotte'
Cot'day was gevallen, hadden Robespierre n
Danton tezamen de hoogste macht in hau-
deni nog waren zij eensgezind, n -ov olJs