Sewroken. feuilleton. Brieven uit Parijs. i Ciorlog. 1914 DE GROOTHERTOGIN VAN LUXEMBURG, NIEUWE HflflRLE/ASCHE COURANT VSSSLJBteSL Men ziet hieruit, dat de correspondent van de Matin zich wel beijvert om Holland in een gunstiger daglicht te stellen dan men tot tjatztts» 17 V,v 1014 dusver gedaan heeft. Inderdaad een prijzens- waardige poging en die, zoo geen ander, dan Te midden van al de oorlogsellende, was «j-Jt resultaat zal hebben, dat de het kijkje in het Cirque de 1 ans Zondag- f]()]]an,}ers ju Frankrijk niet met scheelo middag ecu ware idylle. .Daar werd door do 00„en worden aangezien, goede zorgeif van verschillende comités \an, ^et U1| precies juist is, wat hii beweert steun aan de Belgische refuge's een dejeuner er. ditmaal minder op aan. Ónder ons aangeboden ter eei'O van den verjaardag van z yan dje a]geyieene anti-Duitscïh-ge- Koning Albert. Meer dan duizend personen *indhJd vau 011s Nederlandsche volk geloof hebben er aan deelgenomen en dank zy de ik T ook al >jeweert do Matin toewijding en de-zorgen van de comités eu van de verschillende particuliere personen, hebben zij tenminste een oogenblik leed eu ellende kunnen vergeten. Het w-as wel een eeht-feeslelijke stemming die er lieerechte, vooral toen er na afloop van den maaltijd koffie en sigaren voor de man nen werden rondgediend, en er voor de vrou wen en kinderen allerlei lekkers kwam. De plechtige viering van 's Konings ver jaardag had in het kleine Belgische kerkje in de ruo de la Charoune plaats, in tegen woordigheid van den Belgischen gezant en A. F. PETILLON. DE BEHANDELING DER DUITSCHE G E V ANGE- wijze, waarop het offers brengt en de zware noodwendigheden als nasleep van zoo bitteren krijg weet te dragenHet wordt schier een blaam voor den man en jongeling als hij aan dezen wereldoorlog niet heeft medegedaanIs het geen heroïek gebeuren, schier eenig in de wereldge schiedenis der latere eeuwen, dat knapen, kinde ren schier, als vrijwilligers dienst nemen, alle moeite doen om de overheid te bewegen hen aan te nemen, terwijl de ouders met volle toestem ming de jongens laten gaan om het vaderland te dienen? Denkt niet dat dit uitvaagsel is der maatschappij, denkt niet dat deze vrijwilligers samengesteld zijn als de vreemdelingen-legioenen van koloniale legers. Neen, het geldt hier de bloem der jongelingschap! Het betreft meest knapen van de gymnasia, strijders, die zooals een gymnasium-directeur schreef „sich aus dem besten intellectuellen 'Kreisen reent Herten." Het legerbericht uit het hoofdkwartier heeft ge meld, hoe die jonge krijgers, al zingende: Deutschland, Deutschland über alles", aan de Duitscher, die, dank zij de bemiddeling van een Nederlandsch geestelijke, verlof gekregen heeft TtTfiiin<v Aiwr "d/Tmdnadii "aar zijn vaderland terug te keeren om üaar ver- t/vindóm». Do pl£hü*M.i zoo ïutlruk- TTv™" "tfSraSe* Duit® NEN IN ENGELAND. U In Berlijn bevindt zich op dit oogenblik eenYser den dood tegemoet liepen en de eerste ver fabrikant uit schil wel ijk gedrang was geweest, want voor de overgreote menigte belangstellenden en over ineae nieuwsgierigen was het kerkje natuurlijk Deze Dunschei, een gioo veel en veel te klein. Straatsburg, Clemens Oppenheimer geheeten, Men dweept hier met de Belgische konink- keerde begin Augustus aan boord van de Oceanic ljjke familie. De verkoopers van prentbrief-l van c-en handelsreis uit Amerika naar Europa leaarten en platen op straat kunnen geen fo-terug. Ill Plymouth werd iiij als Duitscher aan- to's genoeg van liet koningspaar inslaan, ze gehouden en naar de gevangenis gebracht. Iliei gaan grif weg, eu men is nooit over den bleef hij drie dagen, terwijl zijn behandeling koning uitgepraat. j alles te wenschen overliet. Daarna werd hij vrij Heel dikwijls komt het gesprek via België gelaten. Vervolgens woonde hij zonder lastig ge- op Hollandscli grondgebied terecht, wat nu vallen te worden in Londen, totdat in het oegin niet zoo heel wonderlijk is. Sedert eenige van September de jacht op de Duitscners begon, weken is er een besliste kentering gekomen Toen werden de Duitscliers en ook de Oostenrijk- in de gevoelens. Vóór dien lijd verschenen Hongaarsche onderdanen waar men hen aantrof, zoo nu en dan tamelijk perfide berichtjes, aangehouden en eerst in de Olympia Hail gein- vel soué-entendu's eu als Hollander morst je terneerd. Weer braken drie slechte dagen en dan soms ook verschillende zuurzoete opmev-nachten aan, want de reusachtige ruimte was op kingen slikken, zonder veel te kunnen ant- niets ingericht. Mannen van de hoogste ontwik- woorden. Nu eens heette hei: dat er een schip keling en lieden uit de rijkste kringen moesten met contrabande was in beslag genomen, dan samen wonen met elementen, waarmee zij alleen weer zou Holland het Duitsche leger aan de lmn nationaliteit gemeen hadden, grenzen van levensmiddelen voorzien, dan j Den tienden September begon dan het vervoer weer heette hel dat oen ooggetuige verklaard naar het concentratiekamp. Ook hier was het zeer had dat de Hollandeche soldaten schending slecht gesteld. Er stonden tenten, die voor twaalf van het grondgebied tolereerden. nian bestemd waren Ook hier heerschte in sociaal Som schansing des vijands namen. En dan te beden ken, dat deze dapperen zooals de bewuste leeraar getuigde „nog voor een paar maanden op de schoolbanken zaten." Ik knip deze advertentie uit een Berlijnsch blad: „Den 5en November viel voor Dixmuiden in den strijd voor het vaderland mijn innig ge liefde oudste zoon, onze dierbare broeder Hanns Jürgen Scliultze, in den ouderdom van 16 jaar." En dit alles betreft alleen vrijwilligers. Duitschland heeft mannen genoeg. Wie Duitsche steden bezocht in deze dagen, zal zich verwon deren er nog zooveel soldaten en strijdbare man nen aan te treffen Wij hebben hier dus te doen niet met een bewijs van gebrek aar. strijdkrach ten, wel met een afzonderlijke uiting van legen darisch, uit de oudheid stammend heroïsme van gansch een natie. ALS EEN SPROOKJE! Onder dezen titel schrijft de Tilbnrgsèhe corr. van do Maasbode het volgende: Er doeu. zooveel ongelooflijke verhaaltjes over den oorlog, de rondte, dat meu de moeite sparen kan, hun getal nog te vermeerderen. Het vol gende' evenwel, dat wij uit den mond van den burgemeester vau Eijgenbilsen vernamen, lijkt wel waard te worden oververteld. Op een avond verhaalde hij. trok een klein fj troepje Duitscliers ons dorpje binnen. Zij had- li den een wagen bij zich, waarop enkele kisten ims waren de berichten zoo dwaas, dat opzicht de bontste verwarring. Het gevolg was, stonden. Voor mijn luiis hield do wagen stil en liet gemakkelijk viel den onzin van ditpr in-1 dat de bewoners vreeselijk door ongedierte ge- de aanvoerdtw van den troep trad bij mij bi ti llend aan (e toon en. Doch in negen van de piaagd werden, waartegen niets te doen was. In tien gevallen liet men u daar dou tijd niet c)e tent kreeg men niets anders dan een deken, toe, doch snoerde u den mond met den j Men moest op den grond slapen, die nog niet dooddoener: I eeris overal met planken belegd was. Even treu- De correspondent dio dit schrijft, u ter rjg zag het er met de voeding uit. plaatse en weet er dus meer van dan ut j Langzamerhand werd de toestand beter. Meu Een bewijs dat de stemming, jegens de kreeg betere ligging en ook beier eten. Er werd Hollanders niet overmatig' vriendelijk was, is wel dat onze consul handen vol werk heeft gehad om verscheidene onzer landgenooten, die onder voorwendsel van verdacht te wor den Dnitsch spion te zijn. waren gearres teerd. weer op vrije voeten te brengen: een werkje, dat dagen en soms weken vordert. Zonder nu alle tendentieus# berichten die de ronde hebben gedaan, alle op hunne re kening to schuiven, zijn bet toch voorname lijk de Matin en de Echo de Paris geweest, die deze campagne voerden. Enkele dagen geleden nog had de Matin eenige hatelijkhe den te debiteeren aan het adres van de N. R. Ct. En ziedaar nu betzelfde blad, dat plot seling volte-faee maakt en in zijn nummer \an hedenmorgen een voor Holland zeer vleiend artikel publiceert, waaruit ik bet volgende aanhaal; de lezer kan zelf oordee- len in hoeverre de toestand juist geschetst wordt: Men kan nooit genoeg de bewonderens waardige toewijding, de tactvolle hartelijk heid roemen, dio liel Nederland sell o volk en het gouvernement ien opzichte van de Bel gische vluchtelingen getoond hebben. Men heeft hen medelijden betoond en zich gehaast hen te troosten. Soldaten droegen de kinde ren eu belastten zich mot de zware pakken, die ti)ej vluchtende, volk had kunnen mea- «eiuen. ••••Geen enkel Hollandscli blad verdedigt Duitschland of keurt zijne handelwijze goed. ïn de'pers heerscht een zorg voor het bewa ren van de neutraliteit, die zeer ver gaat;..,. Naar aanleiding van de reis van mr. Tröel- stra naar Duitschland eu hetgeen daarover in de Nederlandsche pers is gepubliceerd, lie f-luit Le Matin liet artikeltje als volgt: „Dit volk, begaafd met zeer veel gezond i uitstand, weet wat de beloften van Duitsch land beteekenen, het weerhoudt zich gebruik ook voor gezorgd, dat het ongedierte bestreden kon worden. Er ontwikkelde zich een gezellig leven, men kreeg boeken en kranten, kortom, toen onze zegsman den dertigsten October het kamp verliet en weer in Londen mocht verblijven, om dat twee Engelschen voor hem ingestaan hadden, was de toestand volkomen dragelijk. Men had het zelfs tot concert- eu tooneelavonden gebracht. Eens woonden de officieren van het bewakings- commando een dergelijke voorstelling- bij en een der officieren dankte in naam van zijn kameraden voor het genoten kunstgenot. Op een dag verscheen de minister-president Asquith in het concentratie-kamp Zijn bezoek was aangekondigd met de opmerking, dat de minister kwam om klachten te hooren en dat men iemand moest benoemen om het woord te voeren. Dit geschiedde en Asquith kreeg een lange reeks klachten te hooren. Hij luisterde kalm toe en zei toen: „Dit alles hebt gij uw keizer te danken." Waarop de Duitscher antwoordde, dat hij tijd en plaats niet geschikt vond voor een politiek ge sprek. De heer Oppenheiiner beklaagde zich over cle ruwe wijze, waarop de aanhoudingen hadden plaats gevonden, waarbij zieken niet werden ont zien. Hij kreeg ten slotte zijn volle vrijheid en verlof naar Duitschland terug te keeren door de hulp vau een Nederlandschen geestelijke, die zich tot taak had gesteld Engelschen en Duitscliers vrij te krijgen. Oppenheimer had dezen geestelijke verteld, dat hij machtige betrekkingen in Berlijn l'.ad en dat hij het op zich wilde nemen om dezen de gewenschte opheldering te geven over den toe stand te Londen. Met behulp van admiraal Fisher, die met den geestelijke bevriend is, ge lukte het hem toen toestemming te krijgen tot zijn reis. DUITSCH HEROÏSME. Uit Aken wordt aan „De Tijd" eene correspon dentie gezonden, waarin wij lezen hoe schier te maken van zijne weermacht, doch hei, kan iedere Duitsche familie offers biedt. In de cou- niet zonder vrees de mogelijkheid van eene ranten leest men telkens aankondigingen van het overwinning van zijn Oostelijken buurman overlijden van man, zoon en broer tegelijk. Een onder do oogen zien, want. d© Duitsche ban- moeder kondigde o. a. den dood van haar zeven- «Id houdt het oog geslagen op Rotterdam, de den zoon aan, De correspondent noemt het Duit- prachtige liavenkoopstad, méér nog dan Ant- sche volk een heldenvolk, niet alleen door zijn werpen." j krijgsverrichtingen te velde, maar ook door de nen. „Buiten staan een viertal kisten, zeide li ij, kunt ge die bergen?" Ik antwoordde achter in den tuin wel een bergplaats te hebben, waar ze konden geplaatst, worden. De kisten werden er heen gebracht en de luitenant voegde mij toe: ..Gij zijl: er voor verantwoordelijk." De man schappen vertrokken en de officier koos bij mij zijn kwartier. Enkele dagen'maakten de Duit- schers het zich by ons zoo gemakkelijk moge-. lijk. Zij hinderden niemand, doch hielden wel van een glaasje. Ik liet hen begaan on zorgde, dat de burgers geen aanleiding gaven tot twis ten. Opeens echter kwam er een eind aan het lieve leventje der Duif,schors. Zij werden over haast, opgeroepen en moesten oogenblikkelijk vertrokken. In der ijl werd alles opgeladen en de wagen kwam wederom voor mijn huis. In goede orde trokken zij af zonder dat ons dorpje iets te lijdon had gehad. Goed zes dagen luter klopt men mij in 't mid- deu van den nacht op. Als ik da deur open, treden een zestal Duitsche soldaten binnen, die mij bruusk vragen, of ik de burgemeester ben. Op mijn bevestigend antwoord, treden er twee vooruit als wildon zij mij arrosteeren, terwijl een derde, blijkbaar de aanvoerder, mij toeduwt: „Waar zijn de kisten gebleven, die bier werden neergezet?" Ik dacht- niet anders, of bij het weggaan van den troep waren ook do kisten meegenomen en antwoordde daarom, dat zij vervoerd waren on dat ik verder van niets wist. „Zoo is het altijd," bruldo mijn ondervrager, ik zeg u, wanneer do kisten niet binnen oen kwartier voor den dag komen, laat ik je een kogel door den kop schie ten." Ik maakte mij zenuwachtig en meende stellig, dat de kisten waren meegenomen. Gelukkig kwam mijn dochtertje, dio liet rumoer had ge hoord naar beneden en fluisterde mij in 't oor: „Pa, do kisten staan nog in 't schuurtje, ik heb ze gezien, geef ze gauw Ik voelde me verlicht, wan He had er uiet in 't minste acht meer op geslagen en na het. ver trek der Duitscliers zelfs aan geen kisten moor gedacht. Wij gingen naar den stal en waarachtig ze waren gevonden. De Duitscliers zagen wel, dat ik te goedertrouw v«as en aanvaardden mijn verontschuldigingen, dat, ik 't. werkelijk niet i4) - Om te maken, dat ik hier veilig blijf en .nog verder tot heil der Natie werkzaam kan zijn, is het noodig, dat niemand weet van or tin tusschenkomst in dezen en dat mijn naam er zelfs niet by genoemd wordt. Verzoek den burger minister u zoo spoedig mogelijk naar Plancoët te zenden, van het lioodige geld voorzien. Zoodra gii daar aan gekomen ziit, kom ik hij u en zal u in staat stellen om den hoofdman der samenzwering rnet zijn voornaamste handlangers aan te honden. Daardoor zou een opstand, die zeer moeilijk en slechts ten koste van veel bloed te bedwingen zon zijn, voor het uitbreken don kop ingedrukt worden. Ik moet daarbij op den achtergrond blijven, terwijl de eer van deze massa-aanhouding^ Jvaarvan ik n het wélslagen waarborg-, ge- heel voor u zal zijn en ik mij zal tevreden «tellen mei de voldoening, het vaderland een "lenst te hebben bewezen. Haast n, een vertraging, hoe dan ook, zou Hs de gunstige gelegenheid kunnen doen Verliezen. Gegroet en broederschap. Hubert NOEL AN," wist. Ter plaatse werden de kisten open gesla gen en wat ik toen zag, klinkt haast, ongeloof lijk. 't Was een en al goudgeld, wat de kisten in hielden. Ik had de verantwoordelijkheid gehad over een som van misschien wel vier millioen, zonder het te weten. Een volgenden keer, zeide de burgemeester lachend, zal ik er beter op weten te passen. HET KATHOLICISME OP HET SLAGVELD. Een jong soldaat, lid van een Katholiqk patro naat tc Parijs, schrijft aan zijne ouders het vol gend verhaal over een treffende episode uit den krijg. „Gisteren ben ik met vijf mannen op wacht- post gezonden in een boseh. Ik verrastte er i een patrouille ulilanen, bestaande uit een offi cier en twee soldaten. Bij het schijnsel eeusr electrische lamp onderzochten zij een kaart. Voordat ik er bevel toe gegeven had, begon de charge en met do bajonet doorstoken, liggen de drie Duitscliers op den grond. De el eet rische lamp is in liét gras gevallen eu bleef het schouwspel verlichten. De twee soldaten waren I dood, doch de officier, een luitenant der jagers, leefde, nog: en toon ik hem naderde, zag ik een schouwspel, dat mij altijd in het geheugen blij ven zal. Hij was zeer schoon eu met liet gelaat, j wit als marmer, lag hij op den rug uitgestrekt uit drie plaatsen zijner doorboorde borst stroomde bloed, dat lieht-gryzo uniform donkerrood kleurde eu om hem hceu een groote j plas vormde. Hij stamelde enkele, woorden die ik niet. begreep, doch waarvan ik de betcekows langzamerhand vaststellen kon. Met zijne laatste krachten tracluto hij 'te zeg gen: „Polak catholic." Zoo wilde hij uitdruk ken, dat hij een Katholieke Pool was; en tege lijkertijd trachtte hij ecu rozenkrans en reu af-j beelding der II. Maagd en hot Kmd Jesus uit den zak te halen. Bij den aanblik van dezen ster vende, bij zijne woorden en bij liet zien der voor werpen. die hij in de hand hield, verdween in mij alle woede en haat. Nadat ik mijne mannen op hun post. had ge plaatst, kwam ik bij hem terug en hem bij do handen vattende, deed ik hem begrijpen, dat ik zelf Katholiek en het- mijn grootste verlangen was, zijn» laatste oogenblikkou te verzachten. Hij scheen mij te begrijpen 6n hield met ecu hand zijn rozenkrans in do hoogte. Ik begreep zijn verlangen en ik bad met hom een tientje, waarop liy met zwakke stom in het Duitsch ant woordde, daarna bracht hij zijn rozenkrans aan de lippen en kuste het. kruis verscheidene malen; daarna gaf hij mij den rozenkrans, dien ik eveneens kuste, wat hom gelukkig scheen te maken. Ik moest, weer naar mijne manschappen terugkeeren, daarna gaf ik hem zijn rozenkrans en de afbeelding der li. Maagd in do banden en ik verliet hem, niet zonder diep ontroerd ie zijn door den blik van dankbaarheid uit zijne brekende oogen. Toen ik des morgens dezelfde plant» weer voorbijkwam, bij liet terugkeeron naar de loop graven. was hij gestorven en lag nog in dezelf de houding. EEN VLIEGTOESTEL GE VANGEN. Aan een veldpostbrief ontleent het ..Berl. Tngeblatt" het volgende: Wij hebben een goede vangst gedaan. Onze compagnie lag in het open veld. Voorioopig bleek het echter niet noodig, dat wij moesten vechten en daarom bivakkeerden wij, hoewel het bitter koud was ea hier on daar reeds een ijs- laagjo de sloten bedekte, aan den rand van een boscli. Ik rookte mijn pijpje. Plotseling klonk uit de varto liet. bekende brommen eu snorren van een motor. Aan den cigeuaardigen vierkan ten vorm van do vleugels, alsook aan deu ineen gedrongen bouw der machina zagen wij, dat zij in geen geval oen onzer „vogels" was. Wij lie pen snel naar het boscli, om het. den Franse li en onmogelijk te maken, ons te zien en te verken nen. Terwijl wij nu naar de vliegmachine keken, zagen wij plotseling, dat de eendekker ceu scherpe wending maakto. Op hetzelfdd oogenblik hield de motor op te brommen en in een mooie zweefvlucht, daaldo de vlieger. Wij hielden ons verborgen in het struikgewas, om den Franschman zoo mogelijk gevangen to ne men, als hij op de vlakke weide vóór het boscli zou landen. Eenige seöouden later kwam de vliegmachine inderdaad op den grond, op 50 M. afstand van ons. Twee vliegers, dik ingepakt, klommen er uit en wilden, na eenige minuten op hun kaarten gekeken te hebben, naar het dorp loopen, dat niet ver af lag. Op hetzelfde oogenblik stormden wy uit het bosch te voorschijn. Het tweetal was zoo verrast, dat zij geen poging deden, om te vluchten, doch zich gevangen lieten nemen. Het bleek dat de beide Fransohen, die overi gens in hun machine zes goedgevulde bommen meegebracht, hadden, onderweg in den mist waren geraakt. Ten slotte wisten zy niet meer waar zy waren. Daarom maakten zij op de weide een tusaehenlanding. De kaarten en aanlcckeningeu waren blijk baar belangrijk, want onze kapitein zond deze, met een bericht, dadelijk weg. Wij bewaakten het vliegtoestel, dat wij zon der vechten veroverd hadden en nog den wil den dag word het door automobielen van onze vlieger-afdeeling st'gehaald WAT ZAL MET BELG li' GEBEUREN? De tijd is nog niet gekomen, om deze vraag te stellen, maar verschillende bladen houden er zich reeds o. i. vrij voorbarig mee bezig. Niettemin vertelt ook de Limb. Iv. die deze opmerking plaatst er een en ander van: De meeste Franschen zijn natuurlijk over tuigd. dat de bondgenooteii zullen winnen. Die zoo denken, spraken er reeds van a. het Ka merlid Denys Ooehin) om koning Albert schade loos te stellen voor hot ondergane iced door hem tevens koning' van Jerusalem en Palestina te maken, dat. intusschen nog niet op do Tur ken is veroverd. Andoren, die zoo'u rotsvast vertrouwen iu België's toekomst uiet hebben, willen hem tot koning van Frankrijk maken, als de republi- keinsche regeeringavonn er voor den mouarcha- len zal geweken zijn, waarop intusschen ook nog niet veel kans schijnt te bestaan. In Duitschland denkt men natuurlijk, dat de twoekeizersbond 't winnen zal, en liet Rijksdag- lief Erzberger houdt in do „Aachener Rund schau" al een lieelo beschouwing over België's toekomstig lot. Duitschland kan aan rijm w< -t- grens geen sehijn-neut.ralen Staat dulden, zegt hij, en: wij moeten ons tegenover Engeland de vrije vaart door het Kanaal verzekeren. Niet voor niets zal ons lege r zooveel offers in België hebben gebracht. Met ceu onafhankelijk België,* zelfs, al verzekert Duitschland zich er het mili taire doortochts- en.... bezettingsrecht op (excuses du peil!) is Erzberger niet tevreden. Dat zou alleen na korten tijd tot een nieuwen oorlog voeren, zegt hij. Nc-eu, België's lot moet zoodanig bepaald worden, dat Engeland voor taan geen gewillig werktuig op het Vasteland meer heeft. Meer nog: België moet als verde- digings- en aanvalswapen tegen Engeland ge keerd worden. Hoe dat moet gebeuren, zegt Erzberger niet. Alleen zinspeelt hii op ..een toe stand, waarbij do Belgen zich goed bevonden, beter zelfs dan onder den druk van Engeland." Alles saamgenomen, ziel men, dat het boven- staande volkomen de reeds meermalen geuite opvatting bevestigt., dat do Entente België* positie Wil versterken. DuiUehland daarentegen ze blijvend wil verzwakken. België's toekomst, hangt enkel van de wispel turige krijgsgans af. Zooals gemeld hooft Keizer Wilhelm de Roode-Kruiv-medaille le klaseo verleend aan de katholieke Groothertogin Van Luxemburg, Ma ria Adelheid, van wie wij ook in Nederland zulke sympathieke herinneringen hebben be waard, en de Oroothertogin-Moeder Maria Anna. Groothertogin Maria Adelheid richtte- in haar eigen paleis een lazaret in, om daar in alle stil te met. haar moeder en de prinsessen Charlotte, Hilda en Antonia als engelen van liefde te kun nen heersehen. Reeds in den vroegen morgen van eiken dag verschijnt de groothertogin in de kleeding eencr Roods Kruis-zuster op de' l woede verdieping vau het, paleis-lazaret,. Daar begeeft zij zich dan on verwijld aan liet werk. Zij verricht bij voorkeur de meest, afst'ootelijke en voel zelfoverwinning vereisehende liefdediensten en, zoo het kan, by de soldaten van den laagstcn rang. Als heldere, warme zonnestraal glijdl/ zij van ziekbed tot ziekbed, van zaal naar zaal, iiier reinigend, daar medicijnen reikend, nu eens wonden verbin dend, dan een ontmoedigden lijder troostend. Dichtbezette ziekenkamers vormen juist 's mor gens een veld voor offervaardige en werkdadige liefde. Voor «ion een schikt zij het. hoofdkussul, eên ander wischt zij hot .koortszweet van het voorhoofd. Ook daalt zij af in de keuken or.; voor spijs en drank te zorgen. Te zamen met haar moeder, en de prinses sen, gravin Montgeles en eenige dames der sl id, Hi,i adresseerde zijn brief: Aan den burger SICAR.D. Overste van den inlichtingendienst, aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, Parijs. Na den brief gesloten en met zwart lak verzegeld; te hebben» keek de dokter op zijn horloge. Het was één urn-. De postwagen zou aanstonds voorbijkomen. Voorzichtig op zijn teenezi, om niemand to wokken, sloop hii de trap af en bereikte de straat door een kleine deur. die in de keukon was gemaakt en anders alleen d-oor het dienst personeel werd gebruikt. Lang behoefde hij niet te wachten. Het hoefgetrappel, het rinkelen van bellen en het ratelen van wielen over die slechte be strating van Lamballe kondigden al van verre de nadering van het logge vervoermid del aan. Hubert kende den postkoerier. Hij wenkte hem, waarop de wagen stil hield, gaf hem een geldstuk van twee frs. hetgeen een vorstelijke gift was in dezen tijd van schaarsehte van geld en den brief, ter wijl hij zeide: Staatsdienst, er is Ifeast hij. Goede reis. Slaap wel. stond mot de regeering, met zekeren eerbied aan. De door vijf paarden getrokken postwagen rolde weer voort. Door niemand opgemerkt, keerde Hubert Nollan in llnet huis van zijn vader terug. Op hetzelfde uur schrikte de graaf de Tró- mazan op uit een onrustigen slaap en sprong uit het bed. De vier honden, dio op de binnenplaats losliepen, blaften luid. Een augstige stem riep eenige woorden, die hij niet verstond. Hij opende het venster en zag op tien pas afstand» vau zijn huis twee paarden staan. Op één daarvan zat een man. die zich met merkbare moeite in het zadel hield, terwijl een andere man op den grond stond en de beide paarden bij den teugel hield De graaf riep: Wie daar? De man die stond, antwoordde: De baron de Guern en zijn knecht. Kunt gij ons voor van nacht een schuilplaats ge ven? Ik kom. .De graaf 'de Trémazan schoot in alle haast. eenige kleederen aan en snelde naar heneden. Gagnard en Bonnet, die door het blaffen der honden eveneens gewekt waren, kwamen j- --- Ds postkoerier was een vurig revolutionair, i gelijk met deu graaf op het voorplein en Hii zag den dokter, die in brief wisseling op dia bevel brachten sy de paarden naar. den stal, terwijl de lieer des huize» zonder eenige aarzeling den baron, die door zijn kneoht werd ondersteund, het kasteel deed binnentreden. Het was de dood, dien hii zyn buis in voerde. IV. DE VLUCHTELING. De baron Yvee de Guern, wiens kasteel met hy'behoorend aanzienlijk landgoed gele gen was op de grens van Bretagno en Nor- mandië in do nabijheid der zee. tusschen Can- cale en Saint-Malo, was bevelhebber van het geen de koninklijke prinsen plechtig hun „lager in Bretagne" noemden. Dit leger bestond werkelijk en was samen» gesteld uit edelen en hoeren, die zich met den nieuwen stand van zaken niet konden veree rd gen en blindelings gehecht waven aan den ouden regeeringsvorm. Het was bestemd om het leger in de Veu- dée te steunen, dat toen reeds in openlijken strijd was tegen de Nationale Conventie en moest zich vereenigen met de troepen uit den vreemde, die, naar de prinsen hadden be loofd, Frankrijk zonden binnenvallen, of schoon de prinsen, toen zy zelf in veiligheid waren, zich zeer weinig meer om hun getrou wen in Frankrijk bekommerden. Het „leger in Bretagne" bad eerst als aan voerder gehad den markies de la Rouiërie, maar deze was door de aanhangers der Con ventie gevangen genomen en te Ren nes out hoofd, waarna hij werd opgevolgd door deu baron Yves de Guern. Deze werkte onverdroten aan do organi satie vau het leger en zag met verlangen uit naar het oogenblik, waarop hii den strijd //m kunnen aanbinden tegen de troepen der T\>tr ien tie, die ook bestonden uit- gelegenheids- soldaten onder bevelhebbers, die zichzelf daartoe hadden opgeworpen. Het echte leger, gecommandeerd door eeiite officieren, was aan de grenzen en streed mot de troepen van B runs wijk en van de vreem de vorsten, die zich tegen de republiek had den verbonden. Daarom scheen het. oogenblik gunstig voor een opstaud tegen de regeering, welke be stond uit momsehen', die elkaar wantrouwden en bestreden. In den boezem der Nationale Conventie heerschte verdeeldheid, de leden beschuldig den elkaar, wierpen de bitterste verwijten over en weer en menig lid der Conventie waa reeds door zijn medeleden uitgestooten en naar het schavot gezonden als verdachte ver rader van het vaderland, handlanger vah de aristocraten. Nadat Marat onder het mes van Charlotte' Cot'day was gevallen, hadden Robespierre n Danton tezamen de hoogste macht in hau- deni nog waren zij eensgezind, n -ov olJs

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5