Verkoopioflen Boeih izea eiij
Duhbefzijdig af1.30
Met wereldberoemd geworden Marschlied der EMGELSCHEN
voor het front in Frankrijk en België op
25- cM. plaat.
F. J. VAM LUIJKEN,
Anegang 8 - Haarlem - Intercommunaal Telephoon 2264.
Paul Krugerstraat 38 - Schoten.
Drukkerij-Chef.
RECLAME DAGEN!
Zes Groots Witte Zakdoeken
All MRS
Café Restaurant
„De Karseboom"
VRUCHTENMAMDEN
voor Smr-lilCÖLAflS
M. FONülLLE, Gr. Houtstraat 129.
%£cid4cHe Souronf
ALLERLEI
Vanaf heden verkrijgbaar bij
Fotografisch-Ateïier Fa, BAKKER,
Groote Houtstraat 99.
plaatsing van een tweede
Rechtszaken
Behouden.
MAR'KTNJEliWS.
HEB, J. BUSE
ST.-NICOLAAS-ETALAGE
Van 25 November tot 7 December
Cadeau
WIEtlWEÜPlJlC BB S3
fiteiacitireü, gemaakts goederen, IoIIêh
OnderyosdsreH, Dames 8!eus§i,
Ispijtëii en ijfskeus.
BEGIN DECEMBER
Vraagt proefexemplaar.
Vü&JtQT ZICHT ZEN DING
Aan eer» grsote Drukkerij kan geplaatst worden een bekwaam
en ervaren CHEF. grondige bekendheid met het fijnste
Hendels* en Iff uef rafietirukwerSs, met Prijsberekenen
en Papier kennis, alsmede eenige Administratieve ervaring ver-
eischte. Goed salaris en flinke vooruitzichten.
Brieven met zeer uitvoerige inlichtingen omtrent fegenwoordigen
•n vroegeren werkkring aan de N.V. Drukkerij DE SPAARNESTAD,
Kinder huisvest, Haarlem, onder letters O. C.
Smedestrnai 17 Telefoon 284.
weegep B&HTELJüKISSTR&aT I
berieht aan hare geachte Clienteeïe en Begunstigers van
Haarlem en Omstr&Len (lat de
gereed Is, die, zoeals vorige jaren, ruim is voorzien van CHOCOLADE
ARTIKELEN, ÜG0ZEA5 BORSTPLAAT, SSARSEPEIM en FIJ&E BOfaBONS.
Alsmede DR SïE's CHOCOLADE LErTESS.
Mij voor een bezoek van U aanbevolen houdende,
We'd. J. fUNEDESYHIIHT 17.
SPECIALITEIT IN HET OPMAKEN VAN VRUCHTENMANflEN.
leder die voor één gulden of meer keept
ontvangt
SROOTE HOUTSTRAAT 92. TELEF 1482
SPECIALITEIT in het maken van Portretten.
Reproducties en Vergroeiiagen
In elk gewensetit procédé i i
Goedkoopste en Grootst gesorteerde
lagazijnen van
w 31 ie mijn etalages.
Bet lief goedkoopste prijzen
■m
in groots verscheidenheid voorhanden bij
TELEFOON 1077.
TTBfüH
is voor Lorden en kinstreken het aaB|S»
ui&xeia üaghlad voer Advertenties»
lieemt. sprak in zijn inauguratierede een ern
stig woord, waarbij hij de nieuwe studenten
op oprecht vriendschappelijke wijze voorlieild
hoe een ieder in hoofdzaak te zorgen heeft,
dat hij z'n idealen niet zelf iu teleurstelling
verandert.
Prof. do Groot sprak de gebruikelijke rede
uit, in zijne welsprekende bewoardingen er
op wijzend boe alleen dan de, toekomst goed
kan zijn, wanneer de Clirisiusgedadhte met
trouw de wereld wordt ingedragen en de
Roomseliheid volop wordt uitgeleefd.
Als nieuwe praeees ontwikkelde de beer
Fr. Teulïngs bet program voor het komende
jaar, dat gelijk zal zijn aan wat door het
scheidende bestuur werd verricht. Bizondere
waardeèring bracht de beer Teulings aan den
beer H. van der Eerer lieemt, voor wat hij
voor „Thomas" wist te bereiken.
Deze inauguratie werd o.a. besloten door
■ooneckpel van do eerste jaars.
VERBOND VAN NED. KUNSTENAARS-
VEREENIG INGEN
Op eene vergadering van het Algemeen Be
stuur van dit Verbond werd het weascheiijk ge
acht te trachten renige centralisatie te krijgen
in de steunbeweging aan kunstenaars die door
den oorlogstoestand in hun bestaan ernstig ge
troffen worden, vooral met het oog op de moge
lijkheid, dat de oorlog nog geruimen tijd duurt.
Besloten werd een bespreking te doen plaats
"hebben van het dagelijkscb bestuur van het Ver
bond met de besturen der Steunfondsen en met
de besturen van dit vereenigingen, welke geen
fonds hebben.
'Medegedeeld werd dat tengevolge van den
crisis helaas de plannen tot het verkrijgen van
een „Kunstenaarshuis" voorloopig moesten wor
den opgegeven, zoodat in verband met den vast-
gestelden termijn van 1 Januari 1915 de des
betreffende garantie-verklaringen voor de leening
zijn ven/al!en.
Besloten is verder het 2e Kunstenaars-Congres
te doen plaats hebben in het najaar van 1915,
welk Congres er een zal zijn van studie en uit
wisseling van gedachten over de belangrijke
actueele kunstonderwerpen evenals het 1ste Con
gres dit was.
DE TAAK VAN DEN VERDEDIGER.
Niet zonder verbazing zal schrijft het Han
delsblad menigeen het verslag gelezen hebben
van hetgeen de „verdediger" van den boeienko-
ning, die dezer dagen voor den Haagschen
krijgsraad terecht stond, in 't midden heeft ge
bracht.
De advocaat „refereerde zich aan het oordeel
van den krijgsraad. Hoewel volgaarne bereid,
waar maar eenigszins mogelijk, voor een soldaat
clementie te pleiten, was dit pl. voor dezen be
klaagde ten eenenmale onmogelijk, en meende hij
integendeel dat een strenge straf hier alleszins
verdiend en van pas is."
Het mag wel worden vastgesteld, dat dit van
den raadsman, toegevoegd of gekozen, een vol
maakt onjuist standpunt is. De taak van den
verdediger is, den rechter te doen gevoelen al
hetgeen ten voordeele van den beklaagde kan
pleiten, en hem voor diens belangen te interes
seeren.
Gevoelt de advocaat zich buiten machte een
woord in dezen geest ie zeggen, en dit zal
toch uitzondering ziju, want heeft niet ieder ge
val, bij dieper nadenken, toch ook een minder
zwart kantje, hoe klein dan wel? dan kan hij
het zwijgen er toe doen Is zijn ergernis van dien
aard, dat hij moet spreken als deze raadsman
voor den krijgsraad deed, dan behoort bij zich
eerder terug te trekken. Met dit optreden is het
algemeen belang niet gediend; en er wave iets
voor te zeggen, dat een .voorzittei in zulk een
geval de behandeling schorste om den beklaagde
in de gelegenheid te* stellen alsnog te worden
verdedigd, wat hij nu niet is.
En nademaal het in 't belang van het prestige
der rechtspleging zelve is, dat de vonnissen
slechts worden geveld nadat het „hoor en weder
hoor" volledig is toegepast en liet belang van
den beklaagde zich heeft kunnen uitspreken, moet
tegen zulke atnbsuitoefening worden gewaar
schuwd niet speciaal om der wille van de boeien-
koningen, maar in het belang van de rechtspraak
zelve.
BELEEDïGING VAN HET HOOFD VAN
EEN BEVRJENDEN STAAT.
Voor de rechtbank te Utrecht hebben terecht
gestaan J V., 50 jaar en mr. D. J. van S.,
2S jaar, beiden uitgevers van een dagblad te
Amersfoort, beklaagd van beleediging van het
hoofd van een bevrienden Staat.
-Het betrof beleediging van den Duifschen
Keizer in een ingezonden stuk in „De Eemlan-
cler". De uitgevers hebben geweigerd den naam
te noemen van den inzender (Z.) maar des
avoueerden in het volgend nummer'van „De
Eemlander" het ingezonden stuk, dat aan
hunne aandacht was ontsnapt
Op verzoek van het C. M. werd de zaak met
gesloten deuren behandeld.
De eisch luidde 7 dagen gevangenisstraf te
gen V en 14 dagen gevangenisstraf tegen mr.
v. S.
FAILLISSEMENTEN.
Failliet, verklaard: 10 Nov. J. van Horiek,
rij wiel h andelan r, H i 11 egom.
Geëindigd door het in kracht van gewijsde
gaan der uitdeelingslijst, de faillissementen
van: W. van B-erkel, koffiejinishouder en
aannemer, Amsterdam. J. van der Berg,
bouwondernem er, Amsterd a m.
Paul Preii'eld zat met bet hoofd in de handen.
Hij was jong, rijk, een minnaar der kunst, en
tocli was hij niet gelukkig. En daarbij kwam
j thans, dat Cecilia Bergmaan, zijn verloofde, de
eenige dochter van een rijkgeworden koopman
in het plaatsje, plotseling ernstig ziek was ge-
worden, zóó zelfs, dat hij, noch niemand anders
dan dc huisgenooten en de geneesheer bij haar
I kon worden toegelaten. Hij was niet gelukkig.
Sinds meer dan een jaar had hij het geloof
i verloren. Hij was eenmaal in twijfel vervallen
en kon er zich nu niet meer uitredden. Hij was
vast overtuigd, dat, als het Christendom de
waarheid was, dan alleen het katholiek Chris
tendom, getuige de wonderen, waarmede het
nog altijd begunstigd wordt. Maar was bet de
waarheid? Hij wist bet niet, of liever, bij ge
loofde het niet. Hij «eido er echter aan nie-
'raan iets vau, en leefde.voort in 'de vurige hoop,
dat hij cemn'jiVl weer zou geloöv.enhei/.ij zijn
twijfel zou worden' opgelost, betzij bij do kracht
mocht vinden, om zijn verstand .te onderwer
pen. Dit laatste had hij liever, vooral toen bij
zag. dat zijn twijfel nooit bevredigd kon wor
den, maar vooralsnog kon hij er niet.toe beslui
ten. Hij wilde gelopven. maar hij kón niet, én
hij hield zieli daartoe gerechtigd. Met dat al
i gevoelde hij zich die)) ongelukkig. Nu was
Cecilia plotseling ziek geworden, en peer dan
de smart, die hij anders daarover gevoeld zou
hebben, pijnigde hem *de gedachte, dat deze
ziekte wel eens de straf voor ziju ongeloof kon
zijn. Hij kon die gedachte niet van zich al'zet-
i ten. niettegenstaande zijn pogingen, om het an
ders voor te stellen. Dan trachtte bij zich zelf
'gerust te stellen, door alles als een natuurlij
ken loop der dingen te beschouwen, waarop zijn
geloof of ongeloof geen invloed had. Dan weer
sprak hij in doffe berusting dat God, als Hij
bestond, dan maar met hem doen moest, wat
Hij wilde. Liever roemvol ten ondergaan, dan
gelèöven, om iets te verkrijgen. Een ander maal
was hij bereid to gelooven, als Cecilia genas.
In akelige wisseling kw amen hém deze gedach
ten voor den geest, en hij kon niet besluiten.
Hij gevoelde, dat ten onvoorwaardelijk geloof
noodig was, en tóch aarzelde hij.
Paul zat op zijn kamer en hield zich met
zijn sombere overpeinzingen bezig. Wat moest
hij doen? Afwachten? Dat durfde bij niet. En
jtochj de tijd ging voorbij; de ziekte werd boe
j langer hos ernstiger. Hij kon het in huis niet
meer uithouden en begaf zich maar weer op
weg naar het huis der Bergmanns. Hij vernam,
dat de toestand van het meisje in den afgeloo-
pon nacht nog verergerd was zoo was het
eiken morgen en als in den (wond geen ver
andering gekomen was, had de geneesheer ge
zegd, dan moest alle hoop worden opgegeven....
Paul vluchtte heen. Het was hem te moede,
alsof het verstand hem begeven zou, en toch
voelde hij. dat hij thans al zijn krachten noodig
had. Hij dwaalde rond, zonder doel, en zonder
vermoeienis tc bespeuren, en kwam ten laatste
weer bij hot huis der Bergmanns terug. Daar
hoven op haar kamer lag zij, die hem het dier
baarst op aarde was, doodziek terneer, en ter
wijl de geneesheer alle krachten inspande om
de zieke te behouden, terwijl de huisgenooten
hun geld en hun zorgen met de pogingen der
wetenschap vereenigden, daar deed hij niets.
Hij had een gevoel, of ziju terugkeer tot het.
geloof haar voor hem zou kunnen behouden, en
toch bleef hij besluiteloos. Hij, die zvide, dat-
hij haar meer liefhad dan alle anderen, deed
niets voor haar! Het was intuaschen middag
geworden. Hij stond voor dc deur van haar wo
ning' en schelde weer aan. De heer Bergmann
verscheen zelf en berichtte hem met ernstig
gelaat.
„De priester is bij liaar geweest."
Paul bad moeite, om zich staande te houden.
Zóó ernstig was het, dus al!
„Stuur mij een klein briefje vanavond." sta
melde liij, „ik geloof, dat ik niet de kracht zou
hebben, om het te komen vragen."
Toen ging hij heen. Een snel besluit was in
hem gerijpt. Hij kon het zóó niet meer uithou-
den en richtte zij# schreden naar de pastorie.
Aan honger of vermoeienis dacht hij niet. Hij
had slechts één zorg. zich van zijn drukkenden
angst te bevrijden en hulp en troost tc zoeken.
Hij moest den pastoor spreken. De pastoor kon
beiu helpen. Hie wist alles van-hom. De pas
tier was thuis en- ontving hem dadelijk. Nu
stortte*Paul 'ijn geheele hart voor Iiom wit, bij
zeido hem alles, zijn twijfel, hoe hij al dien tijd
zonder God geleefd had, en hoe nu de.w roeging
zich van hem had moester gemaakt, en hij ein
digde zijn bekentenis met de dringende bede:
„Zég .mü, Vader, wat moet ik doen
.Afijn zoon"'zei de priester ernstig, „gij moet
gelooven."
„Laat zij gezond worden, dan zal ik geloo
ven," riep Paul harsiochtelijk uit.
„Neen,"' antwoordde dc priester beslist, „zoo
moogt gij niet* spreken. Hoe kunt gij van God
iets vragen, als gij nog weigert, in Hem te ge
looven? Gij kunt niet gelooven? Wilt gij dan
even wijs zijn' als Hij? Is het niet mogelijk, dat
Hij weet, wat gij niet weet, en begrijpt, wat gij
niet begrijpt? Hij heeft ons zooveel geleerd,
als noodig is voor onze zaligheid, maar ons de
oplossing van veel onthouden. Daarom heelt.
Hij de waarheid zijner woorden bevestigd, om
dat, Hij kende de zwakheid van het men schel ijk
verstand. Nu wil Hij proeven, wat sterker
is. ons verstand of onze wil, omdat Hij do ver
dienste van liet geloof ons wil laten. Is het ver
dienste, to gelooven, wat gij gezien hebt? Gij
hebt u vrij gemaakt, maar gij betaalt die vrij
heid met een geheel leven van onzekerheid, en
bovendien zijt gij schuldig. Geloof in God en
gij zult gerust zijn, want bet geloof heeft de
belooning in zich. Thans heeft God 11 door
angst, en wroeging getroffen, om u tot, inkeer
to brengen. Hij heeft u lief en wil u gelukkig
maken. Maar hij vraagt, uw vertrouwen. Welaan
breng Hem het offer, dal Hij van u vraagt,
niet met de bedoeling, dat Hij liet meisje daar
voor geneze, maar uit zuiver liefde. Verzoen u
met Hem, beloof Hem, dat gij Hem nu trouw
zult blijven, vraag hem de kvacht, om die be
lofte to houden; zeg .Hem alles wat u op het
hart ligt, en laat dan alles aan Hem over."
Paul was overwonnen. Een. ontstuimig ver
langen maakte zich van hem meester, om zich
te verzoenen met den God, dien hij zoo lang
verlaten had. Hij gevoelde een oneindige vreug
de, een onuitsprekelijke verlichting. Toen hij
een uur later thuiskwam, gevoelde hij zich een
ander mensch. De wroeging was uit zijn hart
weggenomen, en daarvoor in de plaats was ge
komen rouwmoedigheid en vertrouwen. Indien
God zijn verloofde de gezondheid zou terug
keven, dan zou hem dat tot nog grooter dank-
baarhid stemmen; moclit liet Hem niet behagen,
dan zou dat zijn boete zijn. Met deze overpein
zingen bracht hij de weinige uren, die nog
moesten verloopen, voor het avond werd, door.
Maar hoe later het werd, hoe onrustiger en
zenuwachtiger hij werd. Wat zou dc afloop
zijn? Hij durfde er niet aan denken. Eindelij
daar werd er gebeld. Hij voelde instinctmati]
dat het voor hem was, dat het beslissende
richt gebracht weid En het was zoo.
luidde. „Cecilia behouden. Kom spoedig." El
juichtoon welde op uit Paul's boezem. C d wj
barmhartig geweest, en bad zijn berouw aam
nomen. Hij spoedde zich lieenu.
Cecilia ging nu langzaam vooruit. Woi.il
mocht zij weer eenige uren des daags opzittq
Paul en haar ouders waren beidene eee
'Paul ea liaar ouders zaten dan meestal bij bad
Dp een Hiorg'en w aren beiden alleen. Toen 'J
Paul liaar, hoe gew ichtig de dag van liaar hd
stel voor hem geweest was. Het meisje luiste™
naar hem, terwijl zij hem met haar school
oogen beschouwde, cn toon hij geëindigd ha
zeidc zjj nadenkend
„Ik weet niet, of het in verband staat n|
wat ge mij gezegd liebt. maar op dien dag
voelde ik mij zwakker dan tevoren. Het kv.'ï
mij voor, dat ik wegzonk in een onmeHdijl
diepte en ik dacht, dat dit de dood was. Plotj
ling was het mij. alsof mij') val gestuit wen
Ik bleef zweven boven den afgrond en toch kl
ik nérgens een steunpunt bemerken. EndelJ
maakte een diepe slaap zich van mji meester,
toen ik ontwaakte, was de afgrond verdwen-
Paul liad aandachtig geluisterd. Toen vr<
hij plotseling:
Cecilia." herinnert gi.i u nog het uur. was;
op uw val ophield?"
..Ik weet, het iet juist meer," antwoordde
mcise. „maar de zon scheen juist in mijn
hier, die altijd do middagzon heeft, en ilc li4
inner mij, dat ik liaar van de plaats, waar
lag, nog niet zien kon. Het moet dus vroeg]
den middag zijn geweest."
Cecilia, op dat uur keerde ik tol f
terug.*' (Ctr.
TE VERKOOPEN.
Donderdag 29 November.
BEVERWIJK. Hotel ter Burg Nota
M. Donker 12 uur Burgerwoonhuis
schuur enz.
PURMEREND, 24 Nov. Aangevoerd
partijen kleine Fabrieksbaas f 41 per
K G. 72 partijen Boerenkaas f 40 per
K.G. 774 K.G. boter f 1.45—1.65 per K.<|
676 vette Runderen 1' 7588. Handel «ti
9 stieren, 31 paarden; 47 vette kalven
f 0.951.15 per K.G. Handel vlug; 188 rik
tere kalveren f 1326 per stuk, matig: 51
vette varkens f 0.61—0.65 per 'K.G., viu|
9 magere varkens f 1025 per stuk, mali
113' biggen i' 4—9 per stuk, matig; 2128
schapen f 27—48 per stuk, ma.fig; 210 G
zen f 4.50—4.25 per stuk; 22 Zwanen fI
per stuk; Kippeneieren f 1011 per 10j
50 zak Appelen f 2—2.50 per zak; 125
peren 1' 1.503 per zak; 1 partij GoudseI
f 38.
TIPPERARY!
UEd. Dw.,
Het Atelier is voor poseeren geopend van 9 uur v. m, tot 9 nur
's avondsZondags van 10 tot 4 uur.
Beleefd wordt verzocht om voor portretten, die tegen het St.-Nic.-
feesi; moeten gereed zijn, zoo spoedig mogelijk te komen poseeren, ten
eirde van een in alle opzichten goede afwerking, verzekerd te zijn. 1