Gewroken. feuilleton. De Oorlog. Brieven uit Duitschland. Sf&tan-Gftneraah ^2) wie heeft den wereld brand ONTSTOKEN? EEN DUITSCH ANTWOORD. De Nordd©utecha Allg. Zei tun g schrijft: X. NIEUWE HflflRLEfflSCHE COURANT ™BEg£JiAP VÓÓR „AVE!HNACHTEN." Berlijn, 17 December 1914. Weer trekken harsige geuren door de straten yan Berlijn, weer gaat men hier en daar door Janen van groote en kleine denneboomen, uit den- Hars, uit het Reuzengebergte, uit Saksen *iaar de hoofdstad vervoerd, zooals elk jaar, om tn millioenen Duitsche gezinnen het middelpunt van den „Heiligabend" te vormen. Weer worden op de bfeede trottoirs der drukste pleinen al die negotie-doenden geduld, die in bouwvallige hou ten kraampjes, z.gn. „Weihnachtsbuden" duizend kleinigheden venten, bont goedje van de kerst markt: hansworsten en peperkoek, booinversiei- selen in goud en zilver en sneeuw en ijskegels, Zeppelins en vliegmachines, kanonnen en sol daten, soldatenHoog in eere ziin zij, de levende en de looden soldaatjes, en in de waren- buizen knallen in de speelgoed-afdeeling de ge weren, rinkelen de sabels en knetteren kanon netjes, de kleine-jongens loopen in een soldaten- pakje rond en solueeren met heiligen ernst alles, «rat maar een nniform draagt. Ja, wéér trekken die stoeten van menschen loor winkels en warenhuizen, 's morgens, 's mid dags tot acht, negen uur toe, stuwend en drin gend en koopend.Doch nog nooit is zooveel gegeven geworden als het dit jaar geehiedt. Liebesgaben" aan de soldaten in den vorm van kerstkisten die al voor 'n paar weken naar het front gezonden werden, giften aan de nood lijdenden, waaronder, naast de werkeloozen, tvier aantal afneemt, de kunstenaars, die op bi- rondere wijze geholpen moeten worden, een groote plaats innemen. Géén aalmoezen, doch betaling van prestaties, is hier bet devies, en in allo wijken der stad zijn op particulier initiatief van dames, aan wie de bekende romanschrijfster Clara Viebig het goede voorbeeld gaf, brei- middagen ingericht, de dames geven een maan- delpksche bijdrage en koopen daarvoor, wanneer tij ten getale van zestig of honderd bijeen zit ten, het genot van goede muziek of declamatie Elke week éénmaal, doch er zijn reeds een twin tigtal van zulke brei-kransjes opgericht en zoo ran een groot aantal artisten op de voor hen \este wijze aan een bestaan geholpen worden Natuurlijk zijn hiertoe woningen noodig, die de noodige ruimte bezitten, doch daar een ineen- loopende ruime eet-huiskamer en salon in de hoogere sociale lagen eigenlijk oreral te vinden rijn. behoeven de vrouwen, die hieraan kunnen meedoen, niet tot de klasse der millioenaives te belmoren. Om de gedachte, alsof Berlijnsche dames in deze tijden op zulko wijze mondaine ;usten bevredigen, dadelijk te verdrijven, zij nog medegedeeld, dat het genot der muziek hierbij t éénge is: er wordt niets gepresenteerd en er wordt geen bizonder toilet gemaakt. Ook in opera en comedie, druk-bezocht als zij zijn, ziet men minder juweelen glinsteren, veel zwart en zwart-en-wit of grijs, een concessie aan bet tactgevoel van alle persoonlijke ijdelheid. De kinderen I Voor hen wordt Kerstmis ge vierd, voor de soldaten en voor hen. Een der aardigste uitdeelingen was die der Amerikaan- sehe kinderen aan de weezen van alle oorlog voerende landen, die in bijzijn der zoontjes van Jen kroonprins in liet Berlijnsche stadhuis ge houden werd. Een verzoenende gedachte: het bereiden van een kleine vreugde a au alle on schuldige slachtoffers, die het Kcrstfeest-in- len-oorlog zonder vader vieren moeten. Slijk op de straten, zooals altijd in deze dagen, zoolang het ons heugt. Allang kennen wij geen witte Kerstmis meer met krakende sneeuw en boomen, buigend onder de sneeuw, geen poëti sche Kerstmis zoo als de plaatjes !t voorstellen. Doeh gisteren deed het er niet toe of een regen neerdruildo en het haast niet licht was gewor den. Zoo om een uur of twee kwamen de extra bladen met goede tijding: een beslissende zege praal in het Oosten. Ik zat juist in een tram, in een afgelegen buurt, die niet zeer bezet was en de man met het extra-blad, die instapte, had plezier van zijn nieuws: ieder wilde het lezen het ging van hand tot hand met een zucht van verlichting en een traan van dankzegging, want dat alles, wat Rusland mobiel maken kon, thans tegen de Sileziscbe grens gedirigeerd was, wist men, en ook, dat het daar tot iets gewel digs komen moest. En nu luidden de kerkklok ken, overal verschenen vlaggen, bollend in deq wind, en de menschen zagen elkaar aanconduc teurs en „Gelieinirat," werkvrouw en dame, met dien blik van innig-samenvoelen dat het ge heels volk tot éen gezin samensmeedt. Kerstwensehen! Een eindelijke en ware ver broedering der volkeren, die gruwelen als wij ze thans beleven, onmogelijk maakt 1 Daartoe is vooral noodig een uit den weg ruimen van mis verstand, eer dit de onoverkomelijke klove wordt, die onherroepelijk scheidt. In verband hiermee zijn eenige uitlatingen in. „der Tag" van Dr. Reinke, een lid van het Prui sische Heerenhuis interessant, waarin deze nog eens Duitschlands houding tot eenige neutrale staten bespreekt. Na erop gewezen te hebben, dat Duitschland niet denkt aan een „pan-ger- manistisch" streven daar de zelfstandigheid van en goede buurschap mét aangrenzende Ger- maansche staten veel gewichtiger is voor Duitschland dan bet zitten van een oppositie uit deze landen in den Duitsclien Rijksdag, heet het speciaal wat Holland betreft„al heeft een deel der pers van dit land van politiek stand punt- weinig sympathie voor ons, zoo heeft het volk zich toch zeer vriendelijk gedragen jegens onze uit België, Frankrijk en Engeland verdre ven landgenooten en dit zullen wij nooit verge ten. Holland houdt vastbesloten en slechts on der belangrijke offers aan zijn neutraliteit vast. Wij hebben beloofd deze neutraliteit te respec teeren en niets kan er ons toe brengen ze aan te tasten, zelfs al is het resultaat van den oorlog nog zoo gunstig voor ons. Hollands onzijdigheid is echter niet slechts ons belang, doch ook Hol lands belang, niet alleen gedurende, doch ook na deu oorlog." Er wordt dan in dit verband nog op gewezen dat de Hollandsche handel later er de vruchten van zal plukken dat Engeland door Duitschland zooveel mogelijk geboyeotteerd zal worden. 1) Tenslotte nog dit. Duitsclie beethoofden heb ben hier en daar min of meer publieke uitla tingen gedaan, die in Hollandsche bladen opge nomen worden en geen ander gevolg konden hebben dan kwaad bloed zetten. Nergens is het Duitsche schietgebedje meer op zijn plaats: „Gott schütze micli vor meinen Freunden, mit meiuen Fcinden werde ich selber fertig!" Tegen dit soort van vrienden heeft de geziene Duitsche pers dezer dagen nog zich op afdoende wijze geweerd door ze openlijk af te schudden en allo gemeenschap met hun ideeën te looche nen. Doch, wanneer do grootste zondenbok een grijsaard van 82 jaren is, mag men eigenlijk wel vergevensgezind zijn. 2) A. 1) Wij hebben bereids een overzicht van Dr. Feinke's artikel in ons blad opgenomen. Red. 2) Deze laatste zinsnede Blaat op eenige vrij dwaze beweringen van den Berlijnschen profes sor Oswald, o.m. opgenomen in bet radicale weekblad „Do nieuwe Amsterdammer." Red. De gravin, reeds gescholden van baai- dochter, die terstond naar l'Abbaye was te ruggevoerd, haol nu nog sledhts één begeerte: hem op haar beurt te zi engedurende den noodlottigen tocht, dien zij zouden moeten maken, hem in een blik al haar liefde uit te drukken en in zijn hart de eeuwige her innering te griffen aan dezen dag der ver schrikkingen. Fouquiör-Tinville zelf, die zijn geduchte macht ihad aangewend om deze veroordee- lingen door te drijven, daartoe aangezet door Robespierre, die Bretagne schrik wilde in boezemen om het nog des te heter te kun nen onderdrukken, kon niet nalaten zioh af te vragen, hoe de Parijseh© bevolking deze slachting zou opvatten. Reedis begon zij deze bloedige uitspattin gen moede te worden, die de verontwaardi ging gaande maakte zelfs van een groot deel der patriotten. De kar, waarmee de veroordeelden naar bet schavot werden vervoerd en die men de „lijkbaar der levenden" noemde, maakte zulk een somberen indruk, dat de vensters geslo- Door het Fransche Geel boek en trouwens door alle officieel® publicaties van de Triplo Entente gaat als roode draad de opvatting, dat Duitschland den. oorlog had kunnen ver hinderen, indien liet van zijn invloed op Oos'tenrij 1;-Hongarije had gebruik gemaakt om te verkrijgen dat dit zijn eischen tegen Servië verminderde. De mogendheden van de Triple Entente gaan daarbij uit van het eenzijdige standpunt, dat Rusland het reclit had zich als beschermer van Servië te ge dragen, terwijl aan den anderen kant aan Oostenrijk-Hongarije het recht wordt-ont zegd tegenover de jarenlange uittarting van den kleinen buurman stappen te doen die het ter handhaving van zijn veiligheid en van zijn positie als groote mogendheid noo dig aehtte. Duitschland zou volgens de meaning van Rusland en zijn vrienden Oostenrijk-Honga rije hebben moeten weerhouden, en zich heb ben moeten schikken naar de door Ri -dand verdedigde opvatting, dat de mogendheden er over te beslissen zouden hebben in hoe verre het Oostenrijk-Hongarije vergund zou zijn voldoening te eischen voor de provoca ties van Servië. Duitschland deed te Wen nen alfle stappen, die met de waardigheid vaü den bondgenoot waren overeen te bren gen, het weigerde echter de door Rusland en zijn vrienden verlangde pressie op Oos- tenrijk-Hougarije te oefenen. De Nordd. Allg. Ztg. wijst ei- dan op, dat in het Geelboek in de vraag van den gezant von Schoen dat die Fransche regeering te St. Petersburg tot gematigdheid zou raden, niets anders wordt gezien dan een plompe poging van Duitech land om tusschen Rus land en Frankrijk wantrouwen te zaaien;, ter wijl van Duitschland werd verlangd dat het zijn bondgenoot niet alleen goeden raad zou ten werden als zij moest Voorbijrijden en dat de bewoners der straten* waar zii iederen dag doorheen reed op haar weg van de Con- eicigerie naai- het plein der Revolutie de tegenwoordige place de la Goneorde, vóór de revolutie place Louis XV geheeten al een verzoekschrift tot de National© Conventie gericht hadden om te verkrijgen, dat het af schuwelijke voertuig een anderen weg zou nemen* Wie weet wat er gebeuren zóu bij diezen massa-moord, bij het zien vallen van al die schoon e hoofden, waarin nooit de gedachte van misdaad was opgekomen? Wat verweet men hun? Dat zij zich niet vereeuigen konden met den nieuwen regeeringtsvorm. Paruis zelf kwam daar meer en meer te gen in verzet. De een© helft van.de bevolking .spande te gen de andere helft samen en meer dan ooit was de stad een ondoorgrondelijk raadsel. De openbare aanklager was dus allesbe halve gerust. Hij had een geduchte macht opgeroepen om de ontevredenen in bedwang te houden, opdat het bloedig drama tot het einde toe zou kunnen worden afgespeeld. Jean de Trémazan, als aan zijn plaats ge nageld, kon niet besluiten de zaal te verla ten, waar hij gescheiden was van zijn dier bare veroordeelden door muren, zoo dik, dat. geveni, maar zelf» pressie op hem zou oefenen! Tegenover de verwijzing in het Geelhoeik naar den zoogemaamden verzoeimngsgezin- deny vredelievend en geest dien de Russische regeering van het begin van de crisis zou hebben getoond, herinnert de Nordd, Allg. Ztg. er aan, dat Sasooof reeds bi; het eerste onderhond; met dé Fransche en Engelsdhe ambassadeur» opmerkte, dlat Rusland gier- noodzaakt zou zijn te mobiliseeren. Het blijkt uit het Engelsebe Blauwboek, nummer zee, dat tot d© Russisch© mobilisa tie reed» op 25 Juli was besloten em sedert diiem tijd in het geheele Russische rijk weid uitgevoerd. Het blad merkt voort© op, dat de berichten van dem Engelschen ambassadeur te Sint Petersburg bewijzen, dat deze met toenemen de bezorgdheid d© in Rusland begonmen mi litair© activiteit waarnam, en gaat dan voort dat de wijze waarop d© officieel© publicaties in. het Geelboek om dlit belangrijke punt heen draai en uiterst merkwaardig is: tot el- ken prijs moet het bewijs worden gebracht, «lat het Duitschland is geweest, dat met de militaire voorbereidingen! is begonnen. Als „bewijzen" echter kan het Geelboek slechts zeer mager materiaal bijbrengen». Naar aanleiding van de bewering dat Oos tenrijk-Hongarije en Rusland op het punt stonden het over een nota aan Servië eens te worden, toen Duitschland met zijn oor logsverklaring alle hoop op het behoud van dein vrede plotseling verijdelde, wijst die Nordd. Allg. Ztg. er op, dat Rusland op het oogenblik, toem het Duitschland gelukt was rechtslreeksche besprekingen tusschen Oos tenrijk-Hongarije en Rusland weer aan den gang te brengen, in den nacht van 30 op 31 Juli, ondanks de verklaring vaii dem Rus- sischen minister van oorlog, <kv. chef van dem generalen staf aan den Duitschen mi litairen attaché dat de troepen aan de Duit- sdbe grens niet zouden worden gemobili seerd de algemeene mobilisatie, dus "ook te gen Duitschland, beval! Hierdoor werd bet bemiddelingswenk van Duitschland geheel onmogelijk gemaakt. Het blijkt hieruit, concludeert de Nordd. Allg. Ztg. dart het aan de goochelkunsten van de Triplo Entente niet zal gelukken het feit, te niet te doen, dat Rusland dé schuld draagt den Europeesehen oorlog ontketend te hebben. De Nordd. Allg. Ztg. voert dan acht pun ten in het Franseb© Geelboek aan, dio too- nen, welke waaide aan- d© daarin gepubli ceerde documenten: j® te hechten. Dé belang rijkste zijn: In bet bericht van deu ambassadeur Jules CamboTi van 6 Mei 1913 wordt een uitlating weergegeven van den generaal Moltke, dat men alle gewetensbezwaren ter zijde zou zet ten en zou aanvallen, als de oorlog blijkbaar Koning der Belgen en generaal von Moltke. beeft nimmer zulk een uiting gedaan. Volgens het bericht van Cambou van 22 November zou in een; onderbond van den Keizer met den Koning van België en dton generaal Von Moltke, dies© laatste op dé noodzakelijkheid ©n! de omvorm ijdelijkhei d van een oorlog met Frankrijk hebben ge wezen en uit de uitlatingen van den Keizer zou blijken, dat deze zijn vroeger vredes!- etandpunt reeds in 1913 had1 verlaten. Volgens onze inlichtingen heeft géén on derhoud van de heide vorston en| generaal von Moltke plaats gehad, maai- alleen een onderhond onder vier oogen tusschen den Koning der eBlgen en generaal von Moltke. Daarbij beeft generaal von Moltke de hem door Cainbon in den mond gelégdé woorden nimmer gebruikt. In het Fransche Geelboek wordt op twee plaatsen beweert, dat Von Schoen d© Duit sche nota van 23 Juli (vergelijk Witboek, bijlage 1 B) te Parijs op 24 Juli overhan digde, terwijl de overhandiging der nota te Londén eerst den volgenden dag plaats had. Daarmee zou bewezen worden, dat Duitsch land van den aanvang af tegenover Frank rijk zou hebben willen dreigen. Het ErngeL- eche Blauwboek echter bevat betreffende^ de Duitsche nota, onder no. 9, de mededeeling meegedeeld door den, Dnitsehen ambassa deur op 24 Juli 1914. De bewering van Viviani in de instructie aan Paul Cambon van 1 Augustus (no. 127), dat Oostenrijk-Hongarije de eerste staat was die tot algemeen© mobilisatie overging; wordt door de Nordd. Allg. Ztg. wederlegt met het feit, dat Oostenrijk-Hongarije eerst op 81 Juli «Ie algemeene mobilisatie gelastte (Geelboek no. 115), terwijl Rusland reeds in den nacht, van 80 op 31 Juli de algemeen© mobilisatie en d© tegen Oostenrijk-Honga rije gerichte reeds op 29 Juli had afgekon digd. De onjuiste voorstelling wordt versterkt doordat het bericht, no. 115 betreffend© de Oostenrijksch-Hongaarscho mobilisatie met opzet voor h©t d© Russisch© mobilisatie mel dend© bericht, no. 118, in het Geelboek is opgenomen. De Fransehe ambassadeur Paléolagne be weert in een bericht van 20 Juli, no. 103, dat Sasonof den Duitschen ambassadeur VerW klaarde, dlat hij hem, teneinde de vredelie vende bedoelingen voor den Gsaar te toonen* namens Z. M. een nieuw voorstel wilde doen* In waarheid echter geschiedde het volgende: Toen Sasonof de verklaring van Oostenrijk- Hongarije, dat het de Servische territorial© integriteit niet zou aantasten, onvoldoende noemde, verzocht graaf Tourtales hem als draad «Ier onderhandelingen niet af te bre ken, teneinde een nauwkeurige formuleering van de minimum-eisehen van Rusland je gens Oostenrijk-Hongarije te kunnen verkrij gen. Gi-aaf Pourtalès gaf daarbij den raad door eenige concessies een compromis mo gelijk te -maken. Sasonof schreef daarop een formule neer, «lie in hoofdzaak alle Russi sche eischen bleef handhaven* Nadat Pour talès uitdrukkelijk er op bad gewezen* dat Ikij het aannemen van deze eischen door Oos- temrijik-Hongarije onmogelijk achtte* ver klaarde bij zich bereid de formule aan zijn regeering over te brengen* De bewering in bet Franselie Geelboek, dat hü beloofde de formule bij zijn regeering te bepleiten, is niet juist. Belangwekkend is daarbij bet uit liet Geel boek blijkende feit (vergelijk no. 113) dat de Engelsebe regeering door baar ambassadeur er op aandrong, dat Sasonof zijn formule nog weer veranderde en voor Oostenrijk- Hongarije nog onaannemelijker maakte. Dit 1'eit toont dat de Britschc regeering bedoel de een compromis onder alle omstandiglhe- don onmogelijk te maken. Ter reehtvaardiging van de Franseb© mo bilisatie beweert Viviani, Geelboek no. 127, dat reeds lang voor de Russische mobilisa tie „den Yorigen Woensdag"* dé heer von Schoen (de Duitsche gezant te Parijs) de aanstaande afkondiging van den „Kriegs- ge i'ali raust ami" had aangekondigd. Deze maatregel was ook door Duitschland geno men en onder dezen dekmantel had Duitsch land onmiddellijk «Ie eigenlijke mobilisatie begonnen. Ook (bier houdt, het Geelboek zich niet streng aan «Ie feiten. Nadat. Duitschland door zijn gezant op 29 Juli bericht had ont vangen, dat 80,000 man van het Fransche vredeseffectief aan de Fransche oostgrens werden samengetrokken, kreeg de heer von Schoen opdracht de Fransche regeering te zeggen* dat Duitschland gedwongen, zou zijn veillglkieddsmaatregeleni te nemen en deu staat van „oorlogsgevaar" zon moeten afkon digen, indien; Frankrijk met oorlogsvoorbe reidingen doorging. Dit beteekende welis waar geen. mobilisatie en geen oproeping on der de wapens, maar verhoogd© in elk geval de spanning, hetgeen ons ongewenSeht leek, daar wij voortdurend op behoud van den vrede hoopten. D© Nordd. Allg. Ztg. eindigt: Dez© enkel© citaten zullen voldoend© zijn om den geest te karakteriseer en waarin het Fransche Geeliboek is samengesteld. Uit het materiaal «lat het bevat, blijkt, op welke zwakke voeten het door dé Fransche regeering beproefd© bewijs rust, dat DuitsOMand «lenl wereld brand heeft ontstoken. GEWISSELDE STUKKEN. STAATSBKGROOT1NG VOOR 1915. Marine, Aan de Memorie van Antwoord van den mi nister van Marine op het V. V. der Tweede Ka mer is het volgende ontleend Dat thans geen gelden worden aangevraagd voor vermeerdering van z.g. klein materieel be hoeft, zegt de Minister, geen aanleiding te geven tot bezorgdheid. In de huidige omstan digheden zou het nipt van goed beleid getui gen, indien materieel werd aangeschaft, dat in geen geval in dezen oorlog voor gebru,k ge reed zou kunnen zijn en dat alleen tot zijn recht zou kunnen komen als deel van een wel over wogen en vast goedgekeurd plan. Omtrent de vraag of niet do ervaring leert dat uitbreiding van onderzecbootcn boven die van torpedobooten de voorkeur verdient, merkt de Minister op, dat men zeer voorzichtig moet zijn met het maken von gevolgtrekkingen uit de gevallen, waarin met onderzeebooten in dezen oorlog successen zijn behaald, aangezien men daarvoor over meer volledige gegevens moet be schikken. Hoe het oordeel over de doelmatigheid en bruikbaarheid der onderzeebooten in den zee oorlog ook moge luiden, de diensten zoowel door de torpedobootjagers in Ned.-Indië, als door dó torpedobooten h. 1.1. Mj de handhaving der neu traliteit thans reeds bewezen, sluiten de moge lijkheid van eere samenstelling der vloot zonder deze vaartuigen uit, ook al kwamen zij als ver- delgingömiddelen in dezen kring tot heden no| weinig op den voorgrond. Het instellen van eene vlootcommissie kan onder de tegenwoordige omstandigheden var den Minister niet worden verwacht. Oorlog. Aan de Memorie van Antwoord van den Ml nister van Marine op het V. V. der Tweed Kamer is het volgende ontleend: Het strekt den Minister van Oorlog tot vol doening, dat zy'n werkzaamheden van de ver loopen maanden waardeering hebben gevonden Dank zij aller samenwerking is de mobilisati inderdaad verloopen op eene wijze die tot te vredenheid stemt. Niettemin dienen d« tegen woordige omstandigheden gebruikt om krach tig voort te werken aan do verbetering van onz defensie. Gelegenheid tot oefening bestaat than als nooit anders; ervaring wordt opgedaan al nimmer te voren. Dat dit aan de troepen merk baar is, kan niet verwonderen; de gezondheids toestand is zelfs buitengewoon gunstig. Dc handhaving van de voorstellen tot uitbre» ding van dc bereden artillerie en voor moderi geschut voor de vesting-artillerie acht de Af in is ter ook nu nog volkomen gerechtvaardigd. H meent dat het voor eene kleine natie, onder he licht «Ier tegenwoordige gebeurtenissen, onver antwoordelijk zou zijn, indien zij verzuimde al! middelen, die in haar bereik liggen, aan te wen den om zich economisch en militair sterk t.e ma ken. Mocht te eeniger tijd het wereldaspect ve anderen en bij de groote natiën het beeld vai het „gewapende volk" onder het neerleggen de wapens, van gedaante verwisselen, dan. maa ook dan eerst is voor ons de tijd aangebroken o~ aan die metamorphose deel te nemen. Hieri voor te gaan, zou voor een kleine natie me recht het spelen van hoog spel genoemd moge worden. Be toetreding, tot de vrijwillige lamlstormai deelingen heeft inderdaad slechts op besehei den schaal plaats gehad. 'De toegetredenen b hoorden tot alle groepen der maatschappij e voor een niet onbelangrijk deel ook tot de me ontwikkelden en gegoeden. Hoewel het oogenblik thans niet geschik schijnt om over de wijze waarop het begins van algemeenen dienstplicht zal worden b liehaamd, reeds tot eene gedachtenwisselin; over te gaan, wil de Minister wel de medede ling doen, dat het in zijn voornemen ligt te spoedigste de ter zake noodige voorstellen doen. De vrijwillige weerbaarheid in het algemee wordt intusschen door de Regeering aangemc digd. Niet kan worden ingestemd met het der beeld om hen die in de landstormafdeelinge dienst nemen, reeds dadelijk aan militaire vei plichtingen te onderwerpen en bij dc korpse van het leger in te deel en. Ontegenzeggelijk zou het zeer gewen scht zijl hier te lande geschut te knmien vervaardiget Een bezwaar is echter dat de materialen vo de samenstelling toch uit het buitenland zoude moeten worden betrokken, terwijl voorts de ii stal la tie van eene geschut,fabriek zee* kostbaa zou zijn. Posterjjen en Tclegrafh Verschenen is do Memorie van Antoord het Voorloopig verslag der Tweede Kamer b treffende de regeling van de inkomsten en ui gaven van de posterijen, telegrafie en telefon voor 1915 enz. "Wij stippen daaruit aan: Vroegere sluiting van de loketten der gro< tere postkantoren op Zon- en feestdagen wore overwogen; geheele sluiting voor de zaken, d Rijkspostspaarbank verdient daarbij geen aai beveling, omdat allicht inleggers, die op werl dagen moeilijk naar het spaarbankbureel kui nen gaan, dit gaarne des Zondags zullen doei hetgeen, als het kantoor toch open is, weini moeite zal veroorzaken. Tot invoering van een hooger tarief voor Zondag te bestellen brieven zou wetswijzigir noodig zijn; bovendien laten de bepalingen vb het internationaal postverkeer niet toe, die maatregel op brieven van buitenlandschen oo sprong toe te passen, waardoor een ongelijkhe zou ontstaan. VestingbegTootiug 1915. In een Nota naar aanleiding van het afde lingsvorslag der Tweede Kamer zegt de Mi van Oorlog, dat het ook naar zjjn meening tha nog niet het oogenblik ia voor een gedachte wisseling omtrent de vraag, welke bedrag* alsnog aan de Stelling van Amsterdam zulh moeten worden besteed. Do groote beteekenis van de Nieuwe Hollan sehe Waterlinie voor onze landsverdedïgin al had men hem daar o nagebracht, hun doodskreten niet ©e118 tot hein doorgedron gen zouden zijn. De Bretonsche moest hem mee naar bui ten trekken, bijna met geweld, terwijl zij tot hem zei«le: Gij zult u nog in het verderf ©torten* Ik ben maar een. onwetend meisje, maar ik begrijp toch wel, dat, een maöhtig belang u hier terughoudt. Er is niet eens zooveel toe noodig om verdacht te worden. Hij volgde haar gedwee tot aan den oever van de Seine, nabij de pont, Royal. Als een lichaam zonder ziel was hij nog meer terneergedrukt dian wanneer hij zelf ve roordeeld was. Een onweerstaanbare maeht trok hlem aan naar «1e plaats, die hij zooeven (bad ver laten en, na aan zijn toevallig© vriendin te hebben gevraagd welken weg de sombere stoet straks nemen zou, keerde hii daarheen terug. Voor de binnenplaats van de Conciergorie, door het hek heen, zag hii de toebereidselen maken tei bei verlrek. De paü'QUillc begaven zich naar hun pos ten, dc gendarmen standen voor de gevan genis in het gelid, de priesters die trouw gezworen hadden aan het nieuwe openbare gezag, kwamen om den veroordeelden den laateten bijstand van den godsdienst te brengen. Zoo werd dé terechtstelling voorbereid. Buiten hoopte zich de menigte op om de veroordeelden nogmaals te zien. om hun verwensefoingen en scheldwoorden toe te voe- geu en hen na te jouwen op hun laatstee weg. Daar stonden reeds «le karren, ellendige voertuigen, die vroeger gediend hadden om mest of hooi te rijden en die nu reeds zoo veel aristocraten en andere ongelukkigem in d» bebloede hamlent van Sanson, den af- schnwelijken beul, die soms nog de lijken van zijn slachtoffers beleed)gde* hadden ge voerd. De menigte, die hier stond, had slechts smaad voor alle veroordeelden; zij had T ge had voor d© Girondijnen, zij zou het ook heb ben later voor Danton, den kolossus, Hebort, deu eerioozen schrijver van bet pamflet „Le Pèrc Duchesne,'* een wenst «ij tigen huiche laar; voot Camille Deemoulins. voor Fou- quier-Tinville en voor den onomkoopbaren zelf, die allen op hun beurt dezen gang zou den moeten doen. Wee deu overwonnenen! Om tien uur na een wandeling die hem eerigszins zijn kalmte bad doen terug krij gen* drukte Jean de Trémazan de hand van zijn nieuwe vriendin, bedankte haar met een koortsaehtigen blik en, terwijl, hij haar ver liet, zeide hij: Ik dank u, gij ziit een goed en dapper meisje, tot weerziens. En hij mengde zioh onder de menigte f DE EED OP HET GRAF. In e ennieuw buis aan de rue Sainl-H noré, dicht bij de rue Royale, waar hij e* eerste verdieping bewoonde, die van von op de straat eni van achteren op een praé tigen tuin uitzag, wachtte dokter Hube Nollan den uitslag van het groote proo tegen de rBeagners af. Hij lag op een sofa, gestoffeerd met zij- uit de nijvere stad Lyon, die door twee machtigden der Conventie, den oud-toone< speler Oollot d'Herbois en den oud-geest lijk© Pouch(Ntansi benoemd tot p>o-c© suis, gedeeltelijk verwoest en uitgemoo was. Zij vonden dat de guillotine te langzas werkte en hadden hun slachtoffers hij tic tallen tegelijk laten fusileeren. Een andere pro-eonsul, die van A mi ei had een orkest hij het schavot laten opzett» Dat was vroolijker. Hij deed de verdachten hij muziek oj hoofden. Wat gruwelen betreft, deed de provin voor Par i is niet onder. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5