binnenland.
Gewroken»
Letteren en Kunst.
STADSNIEUWS.
Staten-Generaal.
FEUILLETON.
Van onza Rechtbank.
48)
NIEUWE HflflRLEflSCHE COURANT ™H°L&AD
HOE DE BELGISCHE GRENSGEMEENTEN
AAN ETEN KOMEN.
De heer W. O. J. Passtoors, lid der „1 ro-
viand-Commissie voor de Belgiech»
meente»', verhaalt in „de Voltabamer volgen
derwijs over het werk dier 'üd der
Deze commisme bestaat als Re.
woede Kamei, j r. Tweede Kamerlid
geenngseommissaiis de Com.
.ïïïl'm m» 'Ie BeleiK'ie P«» Belegen, welk
terrein zich uitstrekt van Maastricht tot de
uiterste grens ia Zeeland.
Ho doel dezer Commissie is:
Ten 1ste. Do Belgische gemeentebesturen m
^ongelegenheid te stellen, bij Neder] and who
leveranciers artikelen to kannen koopen.^ zoo
als: levensmiddelen, veevoeder, machineolie en
verder alles wat noodig is en waarvan voldoen
de voorraad is in ons land.
Ten 2e. Het verkoopcontract van den leve
rancier na te zien, om te hooge prijzen tegen te
gaan en „tusschen pëésonen" voor don verkoop
te weigeren
en ten 8e te zorgen dat do doorvoer van het ge
kochte over de grens kan plaats hebben.
Er kan alleen gehandeld worden met Ge
meentebesturen en erkend zedelijke lichamen
als: Klooster», Seminaries, Pensionaten, Gast
huizen, enz.
Het gemeentebestuur van iedere plaats is
verantwoordelijk dat de ingeslagen proviand
op de meest voordeelige wijze onder de bevol
king wordt verkocht, zoodat dit de prijzen der
tvSTen vaststelt, waarbij zoo goed als iedere
.Irinst is buitengesloten.
De aankoopen worden geregeld naar liet aan
tal inwoners, zijn alleen ten behoeve van dezen
en geschieden gewoonlijk voor een maand.
Zoodra artikelen worden aangevraagd, wordt
het daarvoor ingevuld© formulier, via den pre
sident, naar de Kegeering opgezonden, die te
heslissen heeft, welke artikelen wèl en welke
artikelen niet mogen worden verkocht. Dit
hangt natuurlijk af van de aanwezige voorra
den.
Het lastigste van dezen arbeid zit hierin dat
'de Belgische gemeentebesturen niet voldoende
hekend zijn met Hollandscho handelaren, maar
Vooral ook in het herhaaldelijk streng afsluiten
'der grenzen, waardoor iedere relatie tusschen
*ulk een Bestuur en de Commissie wordt ver
broken en de arbeid daardoor enorme vertra
ging ondervindt.
In korten tijd is hot tweemaal gebeurd dat
telkens een week achtereen van weerskanten
niemand, noch mondeling, noch schriftelijk, te
hereiken was. Onnoodig te zeggen welke verba
lende moeilijkheden zulk een toestand schept.
Terwijl aan de eene zyde der grens de bevol
king letterlijk gebrek heeft aan alles en smacht
naar hulp, liggen om zoo to zeggen aan de andere
zijde de artikelen opgestapeld, die echter door
het ontbreken van elk contact tusschen commis
sie en bevolking niet kunnen verstrekt worden.
Wat 'n toestand! Hebben sommigen der be-
jniddoiden nog gelegenheid gehad bij het uit
breken van den oorlog, proviand te kunnen in
slaan, gaandeweg is de voorraad geslonken,
'6. a, door het moeten voeden der Duitsche be
zetting.
De minder bemiddelden, die zich niet van
Zoovraad hebben kunnen, voorzien, zijn verre-
Weg in de slechtste conditie.
Do liefdadighoidsvereenigingen spannen hun
uiterste krachten in, maar zijn niet bij maohte
den nood voldoende te kunneD lenigen.
Zoo was kort geleden in de stad Turnhout,
een fabrieksstad van 28000 inwoners, de ma-
ohineolie zoo goed als opgebruikt, tengevolge
waarvan de arbeidersbevolking, voor zoover die
"nog aau den arbeid was, het werk had moeten
(dndigen, ware liet niet dat juist op het cri-
Ueko moment, hulp der Proviand-commissie
twam opdagen.
Uit den titel, welke de Commissie draagt,
zou meu kunnen opmaken dat alléén de grens
dorpen worden geproviandeerd; dit is echter
niet het geval.
Iedere gemeente, welke gebrek Keelt, kan
fclch tot de Commissie wenden.
Het spreekt van zelf, dat de gemeenten,
Welke het dichtst grenzen aan de Hollandsebe
gemeente, alwaar een Commissielid woont, zich
hot dezen wenden, ook met het oog op den
Keest korten afstand voor het vervoer.
Zoo behooren „de Kempen", in de Provincie
Antwerpen, tot mijn gebied. De Kempen zijn
aan velen onzer lezer» en lezeressen voldoende
bekend uit de .werken van den eelirijver Oon-
xience.
Dat gebied begint aan de spoorlijn Tilburg
Turnhout. "Verder naar Herenthals Lier en dan
zuidelijk van Antwerpen, Aerschot, Duffel enz.
tot Meehelen.
Zooals ik boven schreef, een der lastigste en
meest tijdvooveude zaken is de scherpe be wa
kening der grenzen.
Zoo was het mij bij het begin van dezen
roooien socialen werkkring totaal onmogelijk
in aanraking to komen met Beigen over do
grens, die dagen lang op onze komst zaten te
wachten.
Op een avond maakte ik het voornemen mij
naar de grens te begeven. Aan de Duitsohe
wacht gekomen, was juist order ontvangen, de
leden der Proviand-Commissie de grens te laten
passeeren.
't Was stikdonker en een weer om geen hond
door te jagen. De Commandant, een hoffelijk
man, gaf mij, om geen last te ondervinden der
patrouilles, daar dezen nog niet op de hoogte
waren dezer order, een geleide mee bestaande
uit een soldaat met geladen geweer op den bok
van 't rijtuig naast, den koetsier en een dito op
de kap van 't rijtuig.
Na een kwartier rijdens stootten we op een
patrouille van drie jagers te paard, die zich
achter bet rijtuig aansloten en zoo kwamen we
bij den burgemeester te Meerle aan.
De patrouille vervolgde haren weg en de
heide geleiders zochten hun heil in 't cRfé, waar
werd uitgespannen en welk lokaal, door gebrek
aan olie, werd verlicht door een nachtlicht]©,
plus de lantaarns van 't rijtuig.
In 't heele dorp was geen licht te bekennen,
bij den burgemeester zaten we bij een stearine
kaars.
Spoedig hadden we in den kortst mogelijken
tijd zooveel mogelijk burgemeesters zien te be
reiken tot het beleggen eener bijeenkomst, die
op Zendag zou worden gehouden, ter bespreking
der wijze van proviandeering het was toen
Vrijdagavond. Na nog een en ander vluoh-
tig te hebben afgesproken, werd mij opnieuw
uitgeleide gedaan tot aan de grens.
Zondagsmiddags een naburige Commissie
lid had ik uitgenoodigd mee te gaan werd
te Hoogetraeten vergaderd, in plaats van op het
Raadhuis, hetwelk vol Duitschers zat, in het
Patronaatsgebouw, alwaar we een 80-tal bur
gemeesters bijeenvonden en alwaar de zaken
werden besproken.
Met toestemming van den DuitscKen Com
mandant. werd den burgemeesters toegestaan,
zich Dinsdags naar Ginneken te begeven, van
waaruit wij naar de Beurs te Breda zijn geto
gen, om met de leveranciers te onderhandelen.
Daar werden belangrijke contracten voor den
verkoop gesloten. Deze contraeten werden ver
gezeld van verschillende formulieren en ver
dere gedrukte stukken door de Belgen over de
grens meegenomen ter nadere uitwerking, toen
eensklaps de grenzen als 't ware hermetisch
gesloten werdengeen man of muis kon er
doorheen, tengevolge waarvan de gemeenten in
hachelijken toestand kwamen ie veikeeren,
doordat de zaak stop stond en zoolang de stuk
ken niet in Nederland waren teruggekeerd,
niets kon geschieden. Het was een penibele
toestand die bijna 10 dagen duurde.
Op een zekeren morgen om 5 uur deed een
harde ruk aan de bel ons eensklaps ontwaken
met de gednohte. dat ergens brand was uitge
broken. Aan do deur bevond zich een Belg, van
boven tot onder bemodderd. Deze had tegen
middernacht de reis aanvaard, had de verschil
lende posten en patrouilles weten te verschal
ken, wist door sloten, beken, bos6chen en ijzer
draadversperringen te komen, om op die wijze
de lang verwachtte stukken ongeschonden over
te brengen.
Zooals men ziet, de arbeid dezer Commissie
biedt tal van moeilijkheden aan, doch het doel
van dien arbeid is in hooge mate prijzenswaar-
dig.
GEWISSELDE STUKKEN
Oorlogsbcgrooting voor 1915.
Mobilisatie.
De Minister van Oorlog heeft aan de Tweede
Kamer eene Nota toegezonden, ter beantwoor
ding van do opmerkingen, welke meer in het
bijzonder ten opzichte van de mobilisatie in
Jhet Voorloopig Verslag nopen» de Oorlogsbe
grooting werden opgenomen.
Aan deze Nota wordt het volgende ontleend
Optreden van de militaire
autoriteiten.
Het i» onjuist, dat personen zijn gedrongen
geworden overhaast hunne woningen te verla
ten, welke zonden moeten worden ontruimd.
Wel rijn bewoner» vanwege de militaire auto
riteit gewaarschuwd geworden, dat hunne wo
ningen wellicht binnenkort ontruimd zouden
moeten worden.
Dat die bewoners gemeend hebben toen in al
lerljl hunne woningen te moeten ontruimen ter-
vijl de opruiming tot dusverre nog niet behoef
de plaat» te hebben, kan geen aanleiding zijn
der militair© autoriteit te verwijten dat zij
„al te voorbarig tot alarmeerende maatre
gelen 5» overgegaan."
Veeleer zou tot eerüg verwijt aanleiding heb
ben bestaan indien opruiming zonder tijdig
voorafgaande waarschuwing bad moeten ge
schieden.
Het instellen van een verkeersregeling voor
de verdedigingsstellingen was een noodzake
lijke maatregel, gevorderd jn verband met den
eieel) van geheimhouding van de tot het in
staat van verdedigjng brengen verrichte werk
zaamheden en door den toestand van een deel
der wegen waarop stremming van het verkeer
had kunnen voorkomen.
Dat hieruit voor enkelen ongerief is voovtge-
vloed, betreurt de Minister, maar hij betreurt
I evenzeer, dat daarover klachten werden aange-
j heven, waar dat ongerief voortvloeide uit
eischen der landsverdediging en onder ernstige
omstandigheden plaats vond, omstandigheden
waarin men van ieder medewerking en opoffe
ring van kleine persoonlijke belangen en ge
makken zou mogen verwachten.
De Geest in het leger.
Over het geheel genomen mag worden ge
zegd dat de geest in hot- leger goed i», al komen
uit den aard der zaak in eene zoo uitgebreide
organisatie wel gevallen voor van minder
juiste houding of optreden. Wanneer dergelijke
gevallen zich voordoen, wordt niet nagel al en
daartegen met kracht op te treden.
De leden die zneenen dat zulks door de offi
cieren niet krachtig genoeg geschiedt of dat
niet met den noodigen tact wordt gehandeld,
zouden zegt de Minister goed doen in
dit opzicht bepaalde feiten en personen te noe
men, opdat een onderzoek kan worden inge
steld.
De oefeningen gaan geregeld voort. Onge
twijfeld oudervinden ze den nadeeligen invloed
van het seizoen.
Garnizoenen eohter, waar oefeningen van be-
teekenls niet worden gehouden, rijn den Mi
nister niet bekend.
Gebruik van vrijen Hjil.
De troepen worden in hun vrijen tijd op doel
matige wijze beziggehouden, ook door hulp van
de oommissie die zioh de verzorging van dat be
lang aantrekt. Zij geeft zeer talrijke cursussen
van allerlei aard die een groot aantal deelne
mer» tellen op tal van plaatsen.
Tegen minder gepaste ontspanning wordt
gewaakt.
Juist, omdat de commissie-Bos de organisatie
óver het geheele land in handen heeft, en mits
dien beter op de hoogte is van de verschillende
nooden en behoeften, acht de Minister het ge-
wenscht dat de militaire tehuizen, welk steun
noodig hebben, zich tot die oommissie wenden.
Dienst op Zondagen.
In den eersten tijd na de mobilisatie was het
niet mogelijk den dienst op Zondag geheel
achterwege te laten. Ook thans nog is dit het
geval in de grensstreken.
Voor het overig© worden, voor zooveel den
Minister bekend is, des Zondags de gewone
oefeningen niet gehouden.
Het behoort *8» de betrokken militaire
autoriteiten ter beoordeeling overgelaten te
worden, of de belangen van den dienst onder
de tegenwoordige buitengewone omstandighe
den het toelaten de^ bureelen des Zondags ge
heel of gedeeltelijk te sluiten. Gymnastiek
oefeningen op Zondag te bevelen is bij enkele
korpsen voorgekomen, doch reeds sedert lang
is deze order ingetrokken.
Dat militairen, die naar de kerk wensehen
te gaan, daarin worden bemoeilijkt, is niet aan
te nemen.
De meening, dat officieren noch lager kader
zioh niet schijnen te bekommeren om het verbod
van vloeken en ruwe uitdrukking, is niet juist.
Dat geheime nota s zouden zijn uitgevaar
digd om het zingen van antl-militari»tieche-
en Bedenk weteend© liederen tegen te gaan, is
den Minister niet bekendmocht het zijn voor
gekomen, dan zou het in elk geval terecht zijn
geschied, aangezien de (genoemde onbetame
lijke handelingen niet kunnen worden toege
laten.
DE KUNST BIJ DE DUITSOHE SOLDATEN
AAN HET FRONT.
Aan een brief van Pater Rob. Neumann,
aalmoezenier bij het Duitsche leger in Weet-
Vlaanderen, die wij vinden in De Tijd, ont-
leenen wij het volgende:
Den avond van den 28en December j.l.,
woonde ik een eigenaardig Kerstspel bij. Nooit
heb ik iet» meer treffende ten tooneele gezien.
■In een eenzaam gehucht in A., West-Vlaau-
deren, lag een Beiersche versterkingskoloune
in kwartier. Kerstmis naderde en een hunner
dichtte een Kerstspel. Alle soldaten uit de na
burige gemeenten, die eenige uren verlof kon
den krijgen, kwamen de uitvoering bijwonen.
Bij de kruisingen van den weg stonden posten,
die met fakkels den aulowagens en voetgangers
den weg wezen.
Pekfakkels verlichten den tuin, bij de schuur,
waar het kijkspel werd opgevoerd. Uit krach
tige keien klonk de „"Wacht am Rhein" den
komenden tegen.
Op hoog opgestapelde bundels slroo zaten de
gasten, het was een gala-voorstelling voor de
élite.
Het voorste gedeelte van het eigenlijke too-
neel stelde een stuk grond in West-Ylaanderen
voor: drie Duitsche véldgrauwen lagen rondom
een denneboompje, een Rijnlander, een West-
faler en een Beier. En terwijl zij het boompje
versieren droomden zij, gelijk uit hun woorden
bleek, van huis ©n spraken over Kerstfeesten
van vergane jaren.
De donkere achtergrond werd later plotse
ling verlioht. In schitterend gewaad stond een
Engel des Hceren voor de drie Duitsche sol
daten. Als de herder in den heiligen nacht
knielden ze neder, en een onzichtbaar koor van
mannenstemmen vertolkte de gevoelens van
dezen oorlogs-kerstnaokt. Uit den geweldigen
nood van den tegen woord) gen tijd zal een
nieuwe gelukkige vrede voor de Duitsche lan
den worden geboren, zoo luidde het. En dan:
„Het volk, dat groot is in bracht en gebed, zal
God door harden nood ter overwinning voeren!"'
Op een wenk van den Cherubijn was een gor
dijn weggeschoven en 'men zag den stal van
Bethlehem stralend in licht. Daar stond het
arme kribbetje en In stroo lag een Belgisch
kind. Er naast knielde aanbiddend - een Bcl-
Sische moeder; ervoor de drie mannen als her-
ers. Dürer of Uhde, wie schilderde zulk een.
verrukkelijk tooneel? En weer klonk als uit de
verte het soldatenkoor uit den schemerenden
achtergrond„Stille nacht, heilige nacht." Bij
de twee strofe verschenen in plastische klee-
dij de drie koningen en offerden hun gaven:
goud. wierook en myrrhe.
Wij, die toekeken en luisterden, durfden
liaast niet te ademen om het toon ©eitje niet
te storen. En langs veler wnngen vloeiden tra
nen. De vice-waohtmeoster Westenb'erger heeft
het mooie kijkspel vervaardigd.
ONS GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
van deze week beval de volgendp
PLATEN: Belgische soldaten.; noap- hel
front. Van de Engelschen in Noord-Frank
rijk ^(2). De „Courbet," Generaal Liman von
Sanders met zijn staf. Kerstfeest voor ge
wonden. Parade in Antwerpen! De storm in
het Haagselie Bosch, De vuurtoren van
Scarborough. Een kerk als Loep Baak De
spoorbrug Antwerpen—-BrueseL De nieuwe
pastorie te Ronlofarendsveen. Z. Em. Kurd.
Merci er. Mgr. J. Aden1. De opening dien
Handelsschool te Haarlem. Gouden bruiloft
te Vegfhel. Oh. Kriene. J. Ph. Ringdring.
J. H. W. Klaaie. Zuster There© ia. Stelle.
TEKST: Do kanonnen der oorlogvoeren
den. Ontrouw gestraft (vervolg). In den
etrotpn des levens (slot). Een gevaarvolle
redding. Voor onze jongens en meisjes.
(Zitting van gisteren).
Veel op zijn kerfstok.
Na de pauze werd de inbraak in het sta
tion Reelofarcudwveen behandeld. In deze
zaak werd 't eerst als getuige gehoord de
stationschef. Deze zeide dat rijn© vrouw des
nachts een slag had gehoerd en hem daarop
had wakker gemaakt. Getuige had toen een
raam opgeschoven en 't was licht© maan
naar buiten, gekeken, maar niets vel1,
dacbte gezien.
Dee ochtends kwam een zijner klerken
bém waarschuwen, dat de deur openstond
en/ daarna bleek, dat het geldkistje was ver,
dweiien. Aan 't slot waren geen: sporen van
braak bespeurd. Later had getuige van den
veldwachter du Pan 't kistje ongeopend te
rug ontvangen en er was niets uit verdwe-
men.
Verder werd gehooid de landbouwer Ver-
kuyl. Deze had op een avoud in September
hij meende op 8 September, maar kon dat
niet zeker verklaren toen bekl. eu een
Belg hem om nadiitverblijf hadden ge
vraagd, hun dat. verleend en hun gezegd,
dat ze wel een paar dagen bij hem kondeu
werken.. Alzoo was geschied!
Bekl. en de Belg hadden in de 6cbuur ge
slapen, getuige was des avonds om 9 a 9H
uur naar bed gegaan en. toen hii om een uur
of vijf bekl. en den Belg kwamen wekken',
waren beiden nog in de schuur. Of mis-
sehien in dien tusschen tijd een van beiden
de. schuur had verlaten, ken getuige niet
zeggen.
Op ecu vraag van den president of getuig.,
geloofde, dat lnkl de inbraak bad gepleegd
antwoordde getuige ontkennend. Hi| vork
diende geld en waarom zou bij liet dan doen}
redeneerde getuige.
Volgende, getuige was de veldwachter Du
Pau, Deze bad in den nacht, dat de inbraak
was gepleegd, bekl. ontmoet, nog in 't bezit
van liet geldkistje zijnde. Toen dn Pau bad
gevraagd wat bekl. bij zich droeg, ontstond
een worsteling, waarbij het geldkistje op
den grond viel.
Dn Pau bukte zich daarop om bet kistje
op te rapen eu van die gelegenheid maakte
bekl. gebruik om hem een slag met een ha
mer op 't hoofd te geven, waarop du Pau
ceuige oogeu,blikken bewusteloos werd. Be©
klaagde had zich daarop uit de voeten ge<
maakt; du Pau was hem later naehterna
geloopen, maar hem ua ©enigen tijd kwijt
geraakt, zoodat hij hem niet. kou aanhouden!.
Getuige had gernimen tijd hinder van den
slag met den. hamer omlervouden en is nu
nog onder behandeling- van prof. Nolen ta
Leiden. Hij was toevallig nog onder weg,
omdat hij ergens was geroepen, waar ruiten
waren ingeworpen en nu had hii gemeend
dat bekl. daar misschien wel aan debet kou
de zijn. Vandaar dat hij aan hem een ei<
ander (bad gevraagd. Het geldkistje bad bij
kunnen medenamen.
Bekl. ontkende eu zeide dat du Pau zich
bepaald vergiste.
Daarna diende de zaak van den inbraak
bij den landbouwer Mes. Deze zeide. dat een
paar personen hem hadden gewekt en toe-
gei oipen: „sta op, ze stelen den beden boel
weg." Hij was echter niet aanstonds opga-
staan; een oogenblik later vroeg zijn vrouw
liem eens te gaan zien, boe laat bei was.
En toen bleek hem, dat de wekkerklok
was verdwenen. Later werd deze iu een
sloot teruggevonden. Gok een geldtromraeJ
vermiste getuige.
Een volgende getuige, M. de Jong, ven
verklaarde, dat bekl. in gezelschap van twee
andere personen, liiem onderweg huid aan
gesproken en om geld bad gevraagd, bet
geen hij hem had geweigerd. Bekl. was daar
na in de richting van de woning van Mee{
gegaan en get. had ecu raam Jiooren op
schuiven'.
Daarop hadden get. en zijn kameraden. Mrs
gewaarschuw^. Beid. was echter inmiddels'
reeds verdwenen.
In gelijken zin was het getuigenis van E,
H. Roose. Deze had bovendien bekl. uit dd
woning van den landbouwer zien komen met
'een glinsterend voorwerp in de hand. On
danks deze verklaringen biekl bek], vol dat
bij den diefstal niet had gepleegd.
Echter bleek, dat held. bij zijn arrestatie
aan den veldwachter van Rooyeu bad ge
zegd: „je hebt een goeden vangst gedaan."-
Ook de Belg was aangehouden, maar late*
weder vrij gelaten, 't Was een zekere Ver-
straele. Waarbeen deze was gegaan, was niet
I bekend.
Het O. M. dat nu aan 't- woord kwam,
vroeg een verdaging der zaak tot beden oven
8 dagen, ten einde nog een nader onderzoek
naar de inbraak te Roelofarendsveen te kun
nen instellen en pogingen te doen om zoo
mogelijk nog den Belg te kunnen lioorem
De rechtbank begaf zich nu in raadkamer.
Na heropening der zitting werd het. ver
zoek van 't O. M. toegestaan. De zaak zal
worden behandeld op Maandag 23 Januari
des voormiddags 11 uur.
ik u hartstochtelijk heb bemind, wanneer ik
heb gezworen, dat geen ander dan gij mijn
vrouw zult worden; wanneer ik u m;ju ge_
(heele hart geschonken heb, dan is dat, om
dat ik u keu, omdat ik uw .edel karakter heb
leeren waardeeren. Om dezelfde reden hebt
ge mij uitverkoren. Zeg niet neen, gij hebt
u aan mij_ verbonden. Het bewijs daarvan Ie,
Niets kan ons hereenigen, mijn vriend.'dat op dit oogenblik, terwijl gij jpjj zegt,
Een verbintenis tusschen ons zou bijna mou-ldat onze beloften verbroken ziin, onze hoop
sterachtig zijn. Eenmaal misschien zult ge vernietigd, onze harten vaneenigerukt door
mijn vrecfccJijk geheim kennen. Ik zal het. u ik weet niet welk noodlot, ik u voel heven
niet openbaren, maarwieweet, misschien'in mijn armen. Gij rijt koud als een doode
«al het toeval of' de Voorzienigheid u alle»'en uw oogen vullen zich met tranen, Alles
doen vernemen en dan zult ge erkennen, dattoont mij aan, dat gij eon offer brengt, dat
Ik onmogelijk andere bad kunnen handelen,uw karakter te boven gaat. Wio heeft u be
dot ik afstand heb moeten doen van ©en! ge-jvolen te zwijgen? Aan welke macht gehoor-
Juik, dat ik eenmaal als 't schoonste doel van zaarnt gij? Wien wilt gii redden? Spreek,
mijn leven heb beschouwd, Wij mogen el-1 ik wil alle® weten. Wat uw besluit ook rijn
ikaar niet weerzien. Laat mij over aan mijnzai. Ik beloof u, dat ik mii er voor zial bui
©mart en mijn rouw. Ga uws weegs, Jean,
Inaar bedenk, dat uw gewezen vriendin niet
kal ophouden u alle geluk toe te wensehen
|6n dat uw geluk nog haar eenige troost *al
itöijn.
Zij zonk op een stoel neer en haar ©tem
Sing over in een snik.
Met een plotselinge beweging, die zij niet
h®d kunnen voorkomen, had Jean de Tré-
mazan zich aan haar voeten geworpen en
*«n beide armen om haar heengeslagen.
,7~ Luister, zeide bij tot baar. ik weet dat
oprecht, dapper en trouw rijt. Wanneer1
'gen, maar, wanneer ge mij veroordeelt, zeg
xny dan voor het minst waarom. Zeg mij
welk noodlot ons scheidt, welke misslag of
welk toeval ons dwingt van elkander af te
zien. gpreek, ik bid n er om!
Zij bewaard© het stilzwijgen.
Hij herbaalde met emeekend© stem, ter
wijl zijn oogen trachtten te zien in die va»
het ongelukkig© meisje, welke hem ontwe
ken): In naam van onze vervlogen liefde, in
naam van de vriendschap onzer kinderjaren.
Thérèee, weiger mij dat niet!
Zij schudde het- hoofd en har© lippen sta
melden: Ik kan niet.
Al zijn pogingen waren vruchteloos.
Geen! bede, geen liefkoozing kon er baar
too bewegen. Toen stond hij op:
Welnu dan, het zij zoo, sprak hij. Ik
heb alles verloren1 "vader, moeder, vermo
gen. Gij bleeft mi.i althans nog over, op u
vertrouwde ik, gii hieldt mijn moed nog
staande.
Heftig ging hij voort:
Ik had indterdnad dien steun wel noo
dig. Dezer dagen was ik te Parijs, waar ik
een schouwspel heb bijgewoond zoo vreeee-
Hjk, zoo afgrijselijk, dat mij 't bloed in de
aderen etolt als ik er nog aan denk. Ik heb
een benide Jacobijnen gezien, die mijn va
der en! mi.in moeder ter dood veroordeelde
en die miju arme zuster, uw vriendin, de
onschuld zelf, naar de gevangenis zond. Ik
heb op een ellendige kar die ongelukkigen.
van wi© ik slecht» met ©en blik afscheid kon
nemen, naar 't ©ohavot zien voeren. Met hen
zag ik jong© vrouwen ter slachtplaats sloe
pen, dl© geen andere misdaad gepleegd had
den dan haar geloof behouden te hebben en
de hoop dat dit nog eenmaal overwinnen zou;
vrienkleni, wier lot ik had willen doelen, zoo-
als i'k hun overtuiging deelde, ik heb hun
hoofden één voor één zien vallen onder bet
afzichtelijke pies, dat reeds zooveel van het
edelste Fransche bloedi heeft doen vloefen
en heb een verdierlijkte menigte rien dan
sen om dezen: massamoord.
Ik heb gezien luister goed uw broe
der, Hubert Noil an, die de slachtoffers voor
bij zijn vensters zag voeren, waaraan hij
zich vertoonde in gezelschap van een schoo
ns (ooneelspeelster en van den handlanger
der Nationale Conventie, die hier geweest
is om ons huis te plunderen en om miju va
der en mijn moeder als misdadigers weg te
voeren, omdat zij de wet der gastvrijheid
hadden toegepast,'hotgcen tot dusverre steeds
al6 een deugd beschouwd wus.
Wat ik hij dit alles gevoeld heb. kunt gij
wel raden en ik weet zeker, dat gij het mee-
gevoeld hebt. Noch hetgeen ik aanschouwd
heb in de rue Saint-Houoró en wat mij ais
een openbaring was, noolr de vroeselij'k© ver
moedens, die in mij zijn opgekomen! hebben
mij van u kunnen' losrukken. Gii blijft mijn
eenige liefde en; mijn eenige hoop, maar
wanneer uw besluit onwrikbaar blijft en gij
ln uw stilzwijgen volhardt, wanneer ik na
zooveel smart en ellende ook nog mij» eeni-
gen: steun verliezen moet, dan....
Jean, gij rijt een man. Ook Ik heb de
kracht dit Teven voort te slepen.
Neen, vrees niet dat ik mij zal dooden.
Het zou laf zijn, nu de strijd een aanvang
neemi en mijn broeders mij noodig hebben.
Ik zal den dood tegemoet gaan, hem tartem
hem trotseeren! met den wenech, dat hij mij
zal treffen en dan luister nogmaals goedi
naar mij wanneer de dood mii spaart,
wanneer hii mii niet wil. dan zal ik kleeft)ts
leven voor de wraak, om.de lafaards en ve.i>
raders tc tuchtigen, die ons hebben overge.
leverd. Ik zal ben opsporen en vervolgen',
waar zij ook zijn, al was het aan den voet
van een troon, al was het te midden van een
bende wurgers .of op het gestoelte dier mee-
doogenlooze rechters, die slechte één straf
kennen: den dood. Ik was goed! Ik zal op
mijn beurt wreed worden. Ik was openhar
tig en rechtschapen. Ik zal listig en huichel
achtig worden, als het noodig is, gelijk onze
verborgen: eu bekende vijanden, zoon is SL-
card, dien ik gezien heb bii dokter Nollan,
die ons ongeluk veroorzaakt hebben.
Kalmer ging hij voort:
Tot dusver weet ik nog niets, ik heb
eleohts vermoedens, maar er zal licht ko
men en dan wee den eclmldigeni, ik zal hen
straffen, al zou ik daarbij ook zelf moeten
ondergaan. Vaarwel Thérèse! Wie had ge.
dacht dat wij nog zóó van elkander zoudeij
gaan?
Langzaam ging hij naar de deur.
Zij trachtte niet Èem tegen te houden.
Toen hij de deur bereikt had. keerde hij
zich om.
Hun oogen, die tot dusverre elkander
vruchteloos gezocht hadden, ontmoetten nu
elkaar. Zij wisselden een blik. waarin al hun
wanhoop, al hun zielelijden lag uitgedrukt.
Thérèse Nollan vouwde de handen en riep:
Jea.nl
Hij keerde tot haar terug.