binnenland. Gewroken» Letteren en Kunst. STADSNIEUWS. Staten-Generaal. FEUILLETON. Van onza Rechtbank. 48) NIEUWE HflflRLEflSCHE COURANT ™H°L&AD HOE DE BELGISCHE GRENSGEMEENTEN AAN ETEN KOMEN. De heer W. O. J. Passtoors, lid der „1 ro- viand-Commissie voor de Belgiech» meente»', verhaalt in „de Voltabamer volgen derwijs over het werk dier 'üd der Deze commisme bestaat als Re. woede Kamei, j r. Tweede Kamerlid geenngseommissaiis de Com. .ïïïl'm m» 'Ie BeleiK'ie P«» Belegen, welk terrein zich uitstrekt van Maastricht tot de uiterste grens ia Zeeland. Ho doel dezer Commissie is: Ten 1ste. Do Belgische gemeentebesturen m ^ongelegenheid te stellen, bij Neder] and who leveranciers artikelen to kannen koopen.^ zoo als: levensmiddelen, veevoeder, machineolie en verder alles wat noodig is en waarvan voldoen de voorraad is in ons land. Ten 2e. Het verkoopcontract van den leve rancier na te zien, om te hooge prijzen tegen te gaan en „tusschen pëésonen" voor don verkoop te weigeren en ten 8e te zorgen dat do doorvoer van het ge kochte over de grens kan plaats hebben. Er kan alleen gehandeld worden met Ge meentebesturen en erkend zedelijke lichamen als: Klooster», Seminaries, Pensionaten, Gast huizen, enz. Het gemeentebestuur van iedere plaats is verantwoordelijk dat de ingeslagen proviand op de meest voordeelige wijze onder de bevol king wordt verkocht, zoodat dit de prijzen der tvSTen vaststelt, waarbij zoo goed als iedere .Irinst is buitengesloten. De aankoopen worden geregeld naar liet aan tal inwoners, zijn alleen ten behoeve van dezen en geschieden gewoonlijk voor een maand. Zoodra artikelen worden aangevraagd, wordt het daarvoor ingevuld© formulier, via den pre sident, naar de Kegeering opgezonden, die te heslissen heeft, welke artikelen wèl en welke artikelen niet mogen worden verkocht. Dit hangt natuurlijk af van de aanwezige voorra den. Het lastigste van dezen arbeid zit hierin dat 'de Belgische gemeentebesturen niet voldoende hekend zijn met Hollandscho handelaren, maar Vooral ook in het herhaaldelijk streng afsluiten 'der grenzen, waardoor iedere relatie tusschen *ulk een Bestuur en de Commissie wordt ver broken en de arbeid daardoor enorme vertra ging ondervindt. In korten tijd is hot tweemaal gebeurd dat telkens een week achtereen van weerskanten niemand, noch mondeling, noch schriftelijk, te hereiken was. Onnoodig te zeggen welke verba lende moeilijkheden zulk een toestand schept. Terwijl aan de eene zyde der grens de bevol king letterlijk gebrek heeft aan alles en smacht naar hulp, liggen om zoo to zeggen aan de andere zijde de artikelen opgestapeld, die echter door het ontbreken van elk contact tusschen commis sie en bevolking niet kunnen verstrekt worden. Wat 'n toestand! Hebben sommigen der be- jniddoiden nog gelegenheid gehad bij het uit breken van den oorlog, proviand te kunnen in slaan, gaandeweg is de voorraad geslonken, '6. a, door het moeten voeden der Duitsche be zetting. De minder bemiddelden, die zich niet van Zoovraad hebben kunnen, voorzien, zijn verre- Weg in de slechtste conditie. Do liefdadighoidsvereenigingen spannen hun uiterste krachten in, maar zijn niet bij maohte den nood voldoende te kunneD lenigen. Zoo was kort geleden in de stad Turnhout, een fabrieksstad van 28000 inwoners, de ma- ohineolie zoo goed als opgebruikt, tengevolge waarvan de arbeidersbevolking, voor zoover die "nog aau den arbeid was, het werk had moeten (dndigen, ware liet niet dat juist op het cri- Ueko moment, hulp der Proviand-commissie twam opdagen. Uit den titel, welke de Commissie draagt, zou meu kunnen opmaken dat alléén de grens dorpen worden geproviandeerd; dit is echter niet het geval. Iedere gemeente, welke gebrek Keelt, kan fclch tot de Commissie wenden. Het spreekt van zelf, dat de gemeenten, Welke het dichtst grenzen aan de Hollandsebe gemeente, alwaar een Commissielid woont, zich hot dezen wenden, ook met het oog op den Keest korten afstand voor het vervoer. Zoo behooren „de Kempen", in de Provincie Antwerpen, tot mijn gebied. De Kempen zijn aan velen onzer lezer» en lezeressen voldoende bekend uit de .werken van den eelirijver Oon- xience. Dat gebied begint aan de spoorlijn Tilburg Turnhout. "Verder naar Herenthals Lier en dan zuidelijk van Antwerpen, Aerschot, Duffel enz. tot Meehelen. Zooals ik boven schreef, een der lastigste en meest tijdvooveude zaken is de scherpe be wa kening der grenzen. Zoo was het mij bij het begin van dezen roooien socialen werkkring totaal onmogelijk in aanraking to komen met Beigen over do grens, die dagen lang op onze komst zaten te wachten. Op een avond maakte ik het voornemen mij naar de grens te begeven. Aan de Duitsohe wacht gekomen, was juist order ontvangen, de leden der Proviand-Commissie de grens te laten passeeren. 't Was stikdonker en een weer om geen hond door te jagen. De Commandant, een hoffelijk man, gaf mij, om geen last te ondervinden der patrouilles, daar dezen nog niet op de hoogte waren dezer order, een geleide mee bestaande uit een soldaat met geladen geweer op den bok van 't rijtuig naast, den koetsier en een dito op de kap van 't rijtuig. Na een kwartier rijdens stootten we op een patrouille van drie jagers te paard, die zich achter bet rijtuig aansloten en zoo kwamen we bij den burgemeester te Meerle aan. De patrouille vervolgde haren weg en de heide geleiders zochten hun heil in 't cRfé, waar werd uitgespannen en welk lokaal, door gebrek aan olie, werd verlicht door een nachtlicht]©, plus de lantaarns van 't rijtuig. In 't heele dorp was geen licht te bekennen, bij den burgemeester zaten we bij een stearine kaars. Spoedig hadden we in den kortst mogelijken tijd zooveel mogelijk burgemeesters zien te be reiken tot het beleggen eener bijeenkomst, die op Zendag zou worden gehouden, ter bespreking der wijze van proviandeering het was toen Vrijdagavond. Na nog een en ander vluoh- tig te hebben afgesproken, werd mij opnieuw uitgeleide gedaan tot aan de grens. Zondagsmiddags een naburige Commissie lid had ik uitgenoodigd mee te gaan werd te Hoogetraeten vergaderd, in plaats van op het Raadhuis, hetwelk vol Duitschers zat, in het Patronaatsgebouw, alwaar we een 80-tal bur gemeesters bijeenvonden en alwaar de zaken werden besproken. Met toestemming van den DuitscKen Com mandant. werd den burgemeesters toegestaan, zich Dinsdags naar Ginneken te begeven, van waaruit wij naar de Beurs te Breda zijn geto gen, om met de leveranciers te onderhandelen. Daar werden belangrijke contracten voor den verkoop gesloten. Deze contraeten werden ver gezeld van verschillende formulieren en ver dere gedrukte stukken door de Belgen over de grens meegenomen ter nadere uitwerking, toen eensklaps de grenzen als 't ware hermetisch gesloten werdengeen man of muis kon er doorheen, tengevolge waarvan de gemeenten in hachelijken toestand kwamen ie veikeeren, doordat de zaak stop stond en zoolang de stuk ken niet in Nederland waren teruggekeerd, niets kon geschieden. Het was een penibele toestand die bijna 10 dagen duurde. Op een zekeren morgen om 5 uur deed een harde ruk aan de bel ons eensklaps ontwaken met de gednohte. dat ergens brand was uitge broken. Aan do deur bevond zich een Belg, van boven tot onder bemodderd. Deze had tegen middernacht de reis aanvaard, had de verschil lende posten en patrouilles weten te verschal ken, wist door sloten, beken, bos6chen en ijzer draadversperringen te komen, om op die wijze de lang verwachtte stukken ongeschonden over te brengen. Zooals men ziet, de arbeid dezer Commissie biedt tal van moeilijkheden aan, doch het doel van dien arbeid is in hooge mate prijzenswaar- dig. GEWISSELDE STUKKEN Oorlogsbcgrooting voor 1915. Mobilisatie. De Minister van Oorlog heeft aan de Tweede Kamer eene Nota toegezonden, ter beantwoor ding van do opmerkingen, welke meer in het bijzonder ten opzichte van de mobilisatie in Jhet Voorloopig Verslag nopen» de Oorlogsbe grooting werden opgenomen. Aan deze Nota wordt het volgende ontleend Optreden van de militaire autoriteiten. Het i» onjuist, dat personen zijn gedrongen geworden overhaast hunne woningen te verla ten, welke zonden moeten worden ontruimd. Wel rijn bewoner» vanwege de militaire auto riteit gewaarschuwd geworden, dat hunne wo ningen wellicht binnenkort ontruimd zouden moeten worden. Dat die bewoners gemeend hebben toen in al lerljl hunne woningen te moeten ontruimen ter- vijl de opruiming tot dusverre nog niet behoef de plaat» te hebben, kan geen aanleiding zijn der militair© autoriteit te verwijten dat zij „al te voorbarig tot alarmeerende maatre gelen 5» overgegaan." Veeleer zou tot eerüg verwijt aanleiding heb ben bestaan indien opruiming zonder tijdig voorafgaande waarschuwing bad moeten ge schieden. Het instellen van een verkeersregeling voor de verdedigingsstellingen was een noodzake lijke maatregel, gevorderd jn verband met den eieel) van geheimhouding van de tot het in staat van verdedigjng brengen verrichte werk zaamheden en door den toestand van een deel der wegen waarop stremming van het verkeer had kunnen voorkomen. Dat hieruit voor enkelen ongerief is voovtge- vloed, betreurt de Minister, maar hij betreurt I evenzeer, dat daarover klachten werden aange- j heven, waar dat ongerief voortvloeide uit eischen der landsverdediging en onder ernstige omstandigheden plaats vond, omstandigheden waarin men van ieder medewerking en opoffe ring van kleine persoonlijke belangen en ge makken zou mogen verwachten. De Geest in het leger. Over het geheel genomen mag worden ge zegd dat de geest in hot- leger goed i», al komen uit den aard der zaak in eene zoo uitgebreide organisatie wel gevallen voor van minder juiste houding of optreden. Wanneer dergelijke gevallen zich voordoen, wordt niet nagel al en daartegen met kracht op te treden. De leden die zneenen dat zulks door de offi cieren niet krachtig genoeg geschiedt of dat niet met den noodigen tact wordt gehandeld, zouden zegt de Minister goed doen in dit opzicht bepaalde feiten en personen te noe men, opdat een onderzoek kan worden inge steld. De oefeningen gaan geregeld voort. Onge twijfeld oudervinden ze den nadeeligen invloed van het seizoen. Garnizoenen eohter, waar oefeningen van be- teekenls niet worden gehouden, rijn den Mi nister niet bekend. Gebruik van vrijen Hjil. De troepen worden in hun vrijen tijd op doel matige wijze beziggehouden, ook door hulp van de oommissie die zioh de verzorging van dat be lang aantrekt. Zij geeft zeer talrijke cursussen van allerlei aard die een groot aantal deelne mer» tellen op tal van plaatsen. Tegen minder gepaste ontspanning wordt gewaakt. Juist, omdat de commissie-Bos de organisatie óver het geheele land in handen heeft, en mits dien beter op de hoogte is van de verschillende nooden en behoeften, acht de Minister het ge- wenscht dat de militaire tehuizen, welk steun noodig hebben, zich tot die oommissie wenden. Dienst op Zondagen. In den eersten tijd na de mobilisatie was het niet mogelijk den dienst op Zondag geheel achterwege te laten. Ook thans nog is dit het geval in de grensstreken. Voor het overig© worden, voor zooveel den Minister bekend is, des Zondags de gewone oefeningen niet gehouden. Het behoort *8» de betrokken militaire autoriteiten ter beoordeeling overgelaten te worden, of de belangen van den dienst onder de tegenwoordige buitengewone omstandighe den het toelaten de^ bureelen des Zondags ge heel of gedeeltelijk te sluiten. Gymnastiek oefeningen op Zondag te bevelen is bij enkele korpsen voorgekomen, doch reeds sedert lang is deze order ingetrokken. Dat militairen, die naar de kerk wensehen te gaan, daarin worden bemoeilijkt, is niet aan te nemen. De meening, dat officieren noch lager kader zioh niet schijnen te bekommeren om het verbod van vloeken en ruwe uitdrukking, is niet juist. Dat geheime nota s zouden zijn uitgevaar digd om het zingen van antl-militari»tieche- en Bedenk weteend© liederen tegen te gaan, is den Minister niet bekendmocht het zijn voor gekomen, dan zou het in elk geval terecht zijn geschied, aangezien de (genoemde onbetame lijke handelingen niet kunnen worden toege laten. DE KUNST BIJ DE DUITSOHE SOLDATEN AAN HET FRONT. Aan een brief van Pater Rob. Neumann, aalmoezenier bij het Duitsche leger in Weet- Vlaanderen, die wij vinden in De Tijd, ont- leenen wij het volgende: Den avond van den 28en December j.l., woonde ik een eigenaardig Kerstspel bij. Nooit heb ik iet» meer treffende ten tooneele gezien. ■In een eenzaam gehucht in A., West-Vlaau- deren, lag een Beiersche versterkingskoloune in kwartier. Kerstmis naderde en een hunner dichtte een Kerstspel. Alle soldaten uit de na burige gemeenten, die eenige uren verlof kon den krijgen, kwamen de uitvoering bijwonen. Bij de kruisingen van den weg stonden posten, die met fakkels den aulowagens en voetgangers den weg wezen. Pekfakkels verlichten den tuin, bij de schuur, waar het kijkspel werd opgevoerd. Uit krach tige keien klonk de „"Wacht am Rhein" den komenden tegen. Op hoog opgestapelde bundels slroo zaten de gasten, het was een gala-voorstelling voor de élite. Het voorste gedeelte van het eigenlijke too- neel stelde een stuk grond in West-Ylaanderen voor: drie Duitsche véldgrauwen lagen rondom een denneboompje, een Rijnlander, een West- faler en een Beier. En terwijl zij het boompje versieren droomden zij, gelijk uit hun woorden bleek, van huis ©n spraken over Kerstfeesten van vergane jaren. De donkere achtergrond werd later plotse ling verlioht. In schitterend gewaad stond een Engel des Hceren voor de drie Duitsche sol daten. Als de herder in den heiligen nacht knielden ze neder, en een onzichtbaar koor van mannenstemmen vertolkte de gevoelens van dezen oorlogs-kerstnaokt. Uit den geweldigen nood van den tegen woord) gen tijd zal een nieuwe gelukkige vrede voor de Duitsche lan den worden geboren, zoo luidde het. En dan: „Het volk, dat groot is in bracht en gebed, zal God door harden nood ter overwinning voeren!"' Op een wenk van den Cherubijn was een gor dijn weggeschoven en 'men zag den stal van Bethlehem stralend in licht. Daar stond het arme kribbetje en In stroo lag een Belgisch kind. Er naast knielde aanbiddend - een Bcl- Sische moeder; ervoor de drie mannen als her- ers. Dürer of Uhde, wie schilderde zulk een. verrukkelijk tooneel? En weer klonk als uit de verte het soldatenkoor uit den schemerenden achtergrond„Stille nacht, heilige nacht." Bij de twee strofe verschenen in plastische klee- dij de drie koningen en offerden hun gaven: goud. wierook en myrrhe. Wij, die toekeken en luisterden, durfden liaast niet te ademen om het toon ©eitje niet te storen. En langs veler wnngen vloeiden tra nen. De vice-waohtmeoster Westenb'erger heeft het mooie kijkspel vervaardigd. ONS GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD van deze week beval de volgendp PLATEN: Belgische soldaten.; noap- hel front. Van de Engelschen in Noord-Frank rijk ^(2). De „Courbet," Generaal Liman von Sanders met zijn staf. Kerstfeest voor ge wonden. Parade in Antwerpen! De storm in het Haagselie Bosch, De vuurtoren van Scarborough. Een kerk als Loep Baak De spoorbrug Antwerpen—-BrueseL De nieuwe pastorie te Ronlofarendsveen. Z. Em. Kurd. Merci er. Mgr. J. Aden1. De opening dien Handelsschool te Haarlem. Gouden bruiloft te Vegfhel. Oh. Kriene. J. Ph. Ringdring. J. H. W. Klaaie. Zuster There© ia. Stelle. TEKST: Do kanonnen der oorlogvoeren den. Ontrouw gestraft (vervolg). In den etrotpn des levens (slot). Een gevaarvolle redding. Voor onze jongens en meisjes. (Zitting van gisteren). Veel op zijn kerfstok. Na de pauze werd de inbraak in het sta tion Reelofarcudwveen behandeld. In deze zaak werd 't eerst als getuige gehoord de stationschef. Deze zeide dat rijn© vrouw des nachts een slag had gehoerd en hem daarop had wakker gemaakt. Getuige had toen een raam opgeschoven en 't was licht© maan naar buiten, gekeken, maar niets vel1, dacbte gezien. Dee ochtends kwam een zijner klerken bém waarschuwen, dat de deur openstond en/ daarna bleek, dat het geldkistje was ver, dweiien. Aan 't slot waren geen: sporen van braak bespeurd. Later had getuige van den veldwachter du Pan 't kistje ongeopend te rug ontvangen en er was niets uit verdwe- men. Verder werd gehooid de landbouwer Ver- kuyl. Deze had op een avoud in September hij meende op 8 September, maar kon dat niet zeker verklaren toen bekl. eu een Belg hem om nadiitverblijf hadden ge vraagd, hun dat. verleend en hun gezegd, dat ze wel een paar dagen bij hem kondeu werken.. Alzoo was geschied! Bekl. en de Belg hadden in de 6cbuur ge slapen, getuige was des avonds om 9 a 9H uur naar bed gegaan en. toen hii om een uur of vijf bekl. en den Belg kwamen wekken', waren beiden nog in de schuur. Of mis- sehien in dien tusschen tijd een van beiden de. schuur had verlaten, ken getuige niet zeggen. Op ecu vraag van den president of getuig., geloofde, dat lnkl de inbraak bad gepleegd antwoordde getuige ontkennend. Hi| vork diende geld en waarom zou bij liet dan doen} redeneerde getuige. Volgende, getuige was de veldwachter Du Pau, Deze bad in den nacht, dat de inbraak was gepleegd, bekl. ontmoet, nog in 't bezit van liet geldkistje zijnde. Toen dn Pau bad gevraagd wat bekl. bij zich droeg, ontstond een worsteling, waarbij het geldkistje op den grond viel. Dn Pau bukte zich daarop om bet kistje op te rapen eu van die gelegenheid maakte bekl. gebruik om hem een slag met een ha mer op 't hoofd te geven, waarop du Pau ceuige oogeu,blikken bewusteloos werd. Be© klaagde had zich daarop uit de voeten ge< maakt; du Pau was hem later naehterna geloopen, maar hem ua ©enigen tijd kwijt geraakt, zoodat hij hem niet. kou aanhouden!. Getuige had gernimen tijd hinder van den slag met den. hamer omlervouden en is nu nog onder behandeling- van prof. Nolen ta Leiden. Hij was toevallig nog onder weg, omdat hij ergens was geroepen, waar ruiten waren ingeworpen en nu had hii gemeend dat bekl. daar misschien wel aan debet kou de zijn. Vandaar dat hij aan hem een ei< ander (bad gevraagd. Het geldkistje bad bij kunnen medenamen. Bekl. ontkende eu zeide dat du Pau zich bepaald vergiste. Daarna diende de zaak van den inbraak bij den landbouwer Mes. Deze zeide. dat een paar personen hem hadden gewekt en toe- gei oipen: „sta op, ze stelen den beden boel weg." Hij was echter niet aanstonds opga- staan; een oogenblik later vroeg zijn vrouw liem eens te gaan zien, boe laat bei was. En toen bleek hem, dat de wekkerklok was verdwenen. Later werd deze iu een sloot teruggevonden. Gok een geldtromraeJ vermiste getuige. Een volgende getuige, M. de Jong, ven verklaarde, dat bekl. in gezelschap van twee andere personen, liiem onderweg huid aan gesproken en om geld bad gevraagd, bet geen hij hem had geweigerd. Bekl. was daar na in de richting van de woning van Mee{ gegaan en get. had ecu raam Jiooren op schuiven'. Daarop hadden get. en zijn kameraden. Mrs gewaarschuw^. Beid. was echter inmiddels' reeds verdwenen. In gelijken zin was het getuigenis van E, H. Roose. Deze had bovendien bekl. uit dd woning van den landbouwer zien komen met 'een glinsterend voorwerp in de hand. On danks deze verklaringen biekl bek], vol dat bij den diefstal niet had gepleegd. Echter bleek, dat held. bij zijn arrestatie aan den veldwachter van Rooyeu bad ge zegd: „je hebt een goeden vangst gedaan."- Ook de Belg was aangehouden, maar late* weder vrij gelaten, 't Was een zekere Ver- straele. Waarbeen deze was gegaan, was niet I bekend. Het O. M. dat nu aan 't- woord kwam, vroeg een verdaging der zaak tot beden oven 8 dagen, ten einde nog een nader onderzoek naar de inbraak te Roelofarendsveen te kun nen instellen en pogingen te doen om zoo mogelijk nog den Belg te kunnen lioorem De rechtbank begaf zich nu in raadkamer. Na heropening der zitting werd het. ver zoek van 't O. M. toegestaan. De zaak zal worden behandeld op Maandag 23 Januari des voormiddags 11 uur. ik u hartstochtelijk heb bemind, wanneer ik heb gezworen, dat geen ander dan gij mijn vrouw zult worden; wanneer ik u m;ju ge_ (heele hart geschonken heb, dan is dat, om dat ik u keu, omdat ik uw .edel karakter heb leeren waardeeren. Om dezelfde reden hebt ge mij uitverkoren. Zeg niet neen, gij hebt u aan mij_ verbonden. Het bewijs daarvan Ie, Niets kan ons hereenigen, mijn vriend.'dat op dit oogenblik, terwijl gij jpjj zegt, Een verbintenis tusschen ons zou bijna mou-ldat onze beloften verbroken ziin, onze hoop sterachtig zijn. Eenmaal misschien zult ge vernietigd, onze harten vaneenigerukt door mijn vrecfccJijk geheim kennen. Ik zal het. u ik weet niet welk noodlot, ik u voel heven niet openbaren, maarwieweet, misschien'in mijn armen. Gij rijt koud als een doode «al het toeval of' de Voorzienigheid u alle»'en uw oogen vullen zich met tranen, Alles doen vernemen en dan zult ge erkennen, dattoont mij aan, dat gij eon offer brengt, dat Ik onmogelijk andere bad kunnen handelen,uw karakter te boven gaat. Wio heeft u be dot ik afstand heb moeten doen van ©en! ge-jvolen te zwijgen? Aan welke macht gehoor- Juik, dat ik eenmaal als 't schoonste doel van zaarnt gij? Wien wilt gii redden? Spreek, mijn leven heb beschouwd, Wij mogen el-1 ik wil alle® weten. Wat uw besluit ook rijn ikaar niet weerzien. Laat mij over aan mijnzai. Ik beloof u, dat ik mii er voor zial bui ©mart en mijn rouw. Ga uws weegs, Jean, Inaar bedenk, dat uw gewezen vriendin niet kal ophouden u alle geluk toe te wensehen |6n dat uw geluk nog haar eenige troost *al itöijn. Zij zonk op een stoel neer en haar ©tem Sing over in een snik. Met een plotselinge beweging, die zij niet h®d kunnen voorkomen, had Jean de Tré- mazan zich aan haar voeten geworpen en *«n beide armen om haar heengeslagen. ,7~ Luister, zeide bij tot baar. ik weet dat oprecht, dapper en trouw rijt. Wanneer1 'gen, maar, wanneer ge mij veroordeelt, zeg xny dan voor het minst waarom. Zeg mij welk noodlot ons scheidt, welke misslag of welk toeval ons dwingt van elkander af te zien. gpreek, ik bid n er om! Zij bewaard© het stilzwijgen. Hij herbaalde met emeekend© stem, ter wijl zijn oogen trachtten te zien in die va» het ongelukkig© meisje, welke hem ontwe ken): In naam van onze vervlogen liefde, in naam van de vriendschap onzer kinderjaren. Thérèee, weiger mij dat niet! Zij schudde het- hoofd en har© lippen sta melden: Ik kan niet. Al zijn pogingen waren vruchteloos. Geen! bede, geen liefkoozing kon er baar too bewegen. Toen stond hij op: Welnu dan, het zij zoo, sprak hij. Ik heb alles verloren1 "vader, moeder, vermo gen. Gij bleeft mi.i althans nog over, op u vertrouwde ik, gii hieldt mijn moed nog staande. Heftig ging hij voort: Ik had indterdnad dien steun wel noo dig. Dezer dagen was ik te Parijs, waar ik een schouwspel heb bijgewoond zoo vreeee- Hjk, zoo afgrijselijk, dat mij 't bloed in de aderen etolt als ik er nog aan denk. Ik heb een benide Jacobijnen gezien, die mijn va der en! mi.in moeder ter dood veroordeelde en die miju arme zuster, uw vriendin, de onschuld zelf, naar de gevangenis zond. Ik heb op een ellendige kar die ongelukkigen. van wi© ik slecht» met ©en blik afscheid kon nemen, naar 't ©ohavot zien voeren. Met hen zag ik jong© vrouwen ter slachtplaats sloe pen, dl© geen andere misdaad gepleegd had den dan haar geloof behouden te hebben en de hoop dat dit nog eenmaal overwinnen zou; vrienkleni, wier lot ik had willen doelen, zoo- als i'k hun overtuiging deelde, ik heb hun hoofden één voor één zien vallen onder bet afzichtelijke pies, dat reeds zooveel van het edelste Fransche bloedi heeft doen vloefen en heb een verdierlijkte menigte rien dan sen om dezen: massamoord. Ik heb gezien luister goed uw broe der, Hubert Noil an, die de slachtoffers voor bij zijn vensters zag voeren, waaraan hij zich vertoonde in gezelschap van een schoo ns (ooneelspeelster en van den handlanger der Nationale Conventie, die hier geweest is om ons huis te plunderen en om miju va der en mijn moeder als misdadigers weg te voeren, omdat zij de wet der gastvrijheid hadden toegepast,'hotgcen tot dusverre steeds al6 een deugd beschouwd wus. Wat ik hij dit alles gevoeld heb. kunt gij wel raden en ik weet zeker, dat gij het mee- gevoeld hebt. Noch hetgeen ik aanschouwd heb in de rue Saint-Houoró en wat mij ais een openbaring was, noolr de vroeselij'k© ver moedens, die in mij zijn opgekomen! hebben mij van u kunnen' losrukken. Gii blijft mijn eenige liefde en; mijn eenige hoop, maar wanneer uw besluit onwrikbaar blijft en gij ln uw stilzwijgen volhardt, wanneer ik na zooveel smart en ellende ook nog mij» eeni- gen: steun verliezen moet, dan.... Jean, gij rijt een man. Ook Ik heb de kracht dit Teven voort te slepen. Neen, vrees niet dat ik mij zal dooden. Het zou laf zijn, nu de strijd een aanvang neemi en mijn broeders mij noodig hebben. Ik zal den dood tegemoet gaan, hem tartem hem trotseeren! met den wenech, dat hij mij zal treffen en dan luister nogmaals goedi naar mij wanneer de dood mii spaart, wanneer hii mii niet wil. dan zal ik kleeft)ts leven voor de wraak, om.de lafaards en ve.i> raders tc tuchtigen, die ons hebben overge. leverd. Ik zal ben opsporen en vervolgen', waar zij ook zijn, al was het aan den voet van een troon, al was het te midden van een bende wurgers .of op het gestoelte dier mee- doogenlooze rechters, die slechte één straf kennen: den dood. Ik was goed! Ik zal op mijn beurt wreed worden. Ik was openhar tig en rechtschapen. Ik zal listig en huichel achtig worden, als het noodig is, gelijk onze verborgen: eu bekende vijanden, zoon is SL- card, dien ik gezien heb bii dokter Nollan, die ons ongeluk veroorzaakt hebben. Kalmer ging hij voort: Tot dusver weet ik nog niets, ik heb eleohts vermoedens, maar er zal licht ko men en dan wee den eclmldigeni, ik zal hen straffen, al zou ik daarbij ook zelf moeten ondergaan. Vaarwel Thérèse! Wie had ge. dacht dat wij nog zóó van elkander zoudeij gaan? Langzaam ging hij naar de deur. Zij trachtte niet Èem tegen te houden. Toen hij de deur bereikt had. keerde hij zich om. Hun oogen, die tot dusverre elkander vruchteloos gezocht hadden, ontmoetten nu elkaar. Zij wisselden een blik. waarin al hun wanhoop, al hun zielelijden lag uitgedrukt. Thérèse Nollan vouwde de handen en riep: Jea.nl Hij keerde tot haar terug.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5