DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Oprui inung van Restanten OE OORLOG. Wac Haarlem voor de Vluchtelingen deed. BUITENLAND. TELEGRAMMEN Kinderhuisvesl 29-31-33, Haarlem EERSTE BLAD. P. W. TMfEEHUf JSEÜj WOENSDAG 20 JANUARI 1913 40ste Jaargang Na. 8650 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer I426a Dit nummer bestaat twee bladen. uit KORTE BERICHTEN. tegen S|K®tgsB*ijzen. Scheenenmagazijn Bartiljcris&traat 27 Haarlemsche Allerdarjes No. 1529 Be aardbeving in ABONNEMENTSPRIJS! per s m«mden voor L'aarlem 'f 1.35 Voor .4» plaateen, waar een agent is gevestigd (kom der gem,) - 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 180 Afzonderlijke nummers 0.03 PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 et. Binten Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regel. Buitenl. 20 ct. Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 et (A contant). AGENDA. 21 Januari. Bebouw St. Bavo R. K. Volksbond R. K. Bureau voor rechtskundig advies. Espera u to. G r o o t e Kerk 23 unr Orgelbespe ling door den beer Louis Robert. (Zie pro gramma stadsnieuws). lc a f Brinkmaan half acht ver gadering Tuinbouw en Plantkunde. Café B r i n km a n n aebt uur Ver gadering Bloembollencultuur Bisschoppelijk Museum Jansstraat "9 geopend eiken dag van 105 uur tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zater dagen en R. K. feestdagen. OVERZICHT. Z.Em. Kardinaal Mercier heeft aan de de kens van zijn bisdom een schrijven gericht (hieronder vinden onze lezers het overgeno men uit De Tijd, die het blijkbaar van of- fieieele zijde ontving) waarin Z.Em. protes teert tegen de belemmeringen, die de Duit- sche overheid hem in den weg legt. Door dit sdliTijven wordt een einde gee maakt aan de onderstellingen en berichten van allerlei aard, die de ronde hebben ge daan. De Kardinaal deelt mede. dat hij bij den algemeenen gouverneur te Brussel zich heeft moeten verantwoorden, dat hem werd belet naar Antwerpen te gaan om het plech tig Lof bij te wonen, en dat hem het vrije verkeer met de andere Bisschoppen van Bel- g-ë is verboden. De mededeeling van Wolfe Bureau, dat de Kardinaal „in de vrije vervulling zijner herderlijke taak in geen enkel opzicht werd belemmerd" is dus vlakweg onwaar, wat van ten officieel nieuwsbureau in een zóó geruchtmakende zaak als deze toch in derdaad niet te verwachten was. Wij hebben in dit opzicht eenige amende honorable te doen aan „De Tijd" die inderdaad (ook al is het eerste bericht, over de „gevangen- neming*' van den Kardinaal, onwaar geble ken) beter bleek ingelicht dan het offi- cieele persbureau. Ook al blijven wij de wijze waarop bedoeld blad deze zaak be handelt, niet de juiste achten zoo ooit, dan xs hier kieecbheid, voorzichtighed en zelf- oePerking geboden! toah meeiuen wij deze Verklaring te moeten afleggen. Van het oorlogsterrein is het nieuws al weer schnarsch. Alleen is er groot nieuws uit de lucht: de Zeppelin's hebben hun eersten aanval op Engeland gedaan, vol gens een Engekch bericht moest een der Zeppelin's den aanval met den ondergang bekoopen, doch dat is nog niet nader beves tigd. De berichten zijn trouwens nog vaag: we verwachten in den loop van den dag uit voeriger telegrammen, welke wij dan onder „Laatste Nieuws" zullen opnemen. De Franschen erkennen het verlies van een onderzeeër bij de Dardanellen. DE KARDINAAL SPREEKT. Z Em. kardinaal Mercier heeft eindelijk zélf gesproken. Hij heeft het volgende (in de Latijnsche taal gestelde) protest gericht aan de geestelijkheid van het aartsbisdom Mechelen, dat door De Tijd wordt medegedeeld: Mechelen, Zondag 10 Januari 1915. Zeereerw. Heeren en Geliefde Medewerkers. Waarschijnlijk hebt gij de mededeeling gele zen, welke de Duitsche Regeering van Brussel iu de dagbladen heeft gepubliceerd en waarin wordt verklaard, „dat de Kardinaal-Aartsbis schop van Mechelen in de vrije vervulling zijner herderlijke taak in geen enkel opzicht werd be- lemmerd." Uit de feiten moge blijken, hoezeer dat bericht in strijd met de waarheid. Immers, op den avond van den laten Januari en den ganschen daaropvolgenden nacht zijn soldaten de pastorijen binnengevallen, hebben er onzen Herderlijken Brief aan de pastoors ontrukt of vergeefs getracht dit te doen en, minachtend ons bisschoppelijk gezag hebben zij" u verboden hem aan de geloovigen voor te lezen, terwijl zij u daarbij bedreigden met de zwaarste straffen, die u of uwe parochie zouden worden opgelegd. Ook onze waardigheid hebben zij niet Ver schoond. Op den 2den Januari, in den vroegen ochtend om 6 uur, ontving ik het bevel mij dienzelfden morgen voor den Algemeenen Gou verneur over mijn Brief aan priesters en ge loovigen te komen verantwoorden. Den volgen den dag werd mij verboden in de Kathedraal van Antwerpen het plechtig Lof te gaan bij wonen; dan eindelijk is het mij niet toegestaan mij vrij te bewegen, om de andere Bisschoppen van België te bezoeken. TTwe rechten, geliefde medewerkers, en de mijne werden aldus verkracht: als burger van België, als zielenherder en als lid van het Heilig College van Kardinalen protesteer ik daartegen plechtig. Wat anderen ook mochten voorspellen, de er varing heeft nu bewezen, dat uit dat Herder lijk Schrijven geen gevaar voor oproer is ont staan; integendeel is gebleken, dat het niet weinig heeft bijgedragen tot kalmeering der gemoederen en tot de openbare rust. Ik wensoh u geluk met uwen even krachtdadig als zachtmoedig volbrachten plicht. Blijft aan dien plicht getrouw, vastberaden en vreedzaam, indachtig de woorden, waarin ik u mijne be doeling volkomen heb uitgedrukt: „Weest te gelijk èn de beste bewaarders van de vaderland- sche trouw èn de hechtste steun der openbare orde." Overigens, „zjjt vurig van geest, dient den Heere. Verheugt u in de hoop. weest geduldig in lijden, volhardend in het gebed. Komt den geloovigen in hunnen nood te hulp." (Rom. XII: 12). Vergeet mij intusschen niet in uwe gebeden, zooals ook ik uwer blijf gedenken. Laten wij, vereenïgd door een nauwen band van broeder liefde, den bisschop, de priesters en het volk den Heer aanbevelen, „opdat zij inzien, wat zij moeten doen, en de kracht verkrijgen, om te volbrengen, wat zij hebben ingezien." (Uit het Misgebed. Zond. na Driekoningen.) U in X o. toegenegen D. J. Kard. MERCIER. De Zeereerw. heeren Dekens worden verzocht ons verslag uit te brengen over hetgeen in de parochiën van hunne dekenij is voorgevallen. DE Z.G. FRANO-TIREURS IN BELGlö. In een rapport verhaalt een Duitsche offi cier hoe hij, bij de voorhoede zijnde, ver- indien iu eenige plaats, dan is wel in onze gemeente Aet vluchtelingenvraagstuk goed aan bakt en goed geregeld; 't geen dan ook heeft c.eniaakt, dat Haarlem in menig opzicht aan andere gemeenten is ten voorbeeld gesteld En t mooie is juist, dat hier de zaak niet 'van bovenaf" is geregeld, dat hier spraak is van een zoo weinig mogelijke inmenging van overheidswege, maar dat hier 't particulier ini tiatief tot een rijke en heerlijke ontplooiing kwam Heel de burgerij steunde spontaan die man nen, die hier een „vluchtelingen-comité" hadden gevormd om die ongelukkigen die ver vau huis en haard bij ons een veilige toevlucht mochten zoeken, hulp en bijstand te verleenen. Reeds lang vóórdat de „exodus" uit het Belgen land begon, bleek van de groote offervaardigheid van Haar- lem's ingezetenen, die uit allen kring hunne fioaatiëcle bijdragen verleenden, of goederen avonden. En meer dan een die 't zelf niet te ore*! had, stond toch wat af. 't Was als het «penningske der weduwe", waaivan de Evan- Relièn verhalen. ~n „eJ*arc?. er meer ^an eens getuigen van, dat eeu eenvoudig vrouwtje, die haar naam niet be ffen' msnki'e. haar offer bij 't comité kwam bren- T i<La WH9 rcrst medelijden, medevoelen met Oo^l j/an ouderen: de ware charitas, waarop biS.„Jg L g neerblikt! Maar ook de grootcre hier ^unc^aanien ™imsch°ots in. En 't mag oier wel eens gezegd, dat dit alles is dank te weten aan de uitnemende propaganda, die het c?mÜf ,.maakte voor zijn arbeid, vóórdat de vluchtelingen hier kwamen. Wij doen niet aan anderer verdiensten te kort wanneer wij hier noemen den naam van één der comité-leden, den heer J J. Cock, die vóórdat de groote trek uit België plaats had, als 't ware met een vooruitzienden blik, telkens en telkens weer in de pers in communiqués de aandacht vestigde op wat stond te gebeuren en een krach tig beroep deed op aller weldadigheidszins. Ten dezen opzichte zijn zijne verdiensten zeer zeker groot geweest. Een en ander maakte, dat Haar lem in tegenstelling met andere gemeenten klaar was, toen de vluchtelingen kwamen, dat men op j alles was voorbereid. En dat is ook een van de redenen waarom alles hier zoo uitnemend van stapel liep! I Haarlem maakte zich gereed voor wat komen zou, toen opeens aan den middag van den der den October de alarmeerende tijding kwam, dat eenige duizenden vluchtelingen waren te wachten en per telegram werd gevraagd hoeveel Haarlem er kon huisvesten, hetzij in gebouwen of bii par ticulieren. Dat gaf natuurlijk heel wat hoofd brekens. En we zaten dan ook een oogenblik wel een weinig met de handen in 't haar, zeide de heei de Cock ons een paar dagen later. Maar. wij besloten te doen wat we konden. In de bladen konden wij nog eene oproeping plaatsen en wij besloten aan de kerkbesturen' te verzoeken de oproeping om huisvesting voor de vluchtelingen van den kansel mede te deelen. Dat geschiedde op Zondag 4 October in alle godsdienstoefe ningen. En des Maandags meldden zich als een gevolg daarvan reeds velen aan, die bereid wittigd werd dat er op hen zou geschoten worden in d.e stad Charleroi. Er werd inderdaad geschoten van achter een barricade, meldt hij, en zelfs meende hij een mitrailleuse te hooren van de daken. Dadelijk dachten de manschappen te hoorep schieten uit alle huizeQ uit het verhaal blijkt hoe men eeu overspannen inbeelding "heeft wanneer men als vijand een vreemae stad doortrekken moet en *e gevolgen bleven niet uit: burgerg werden uit de hui zen gehaald «n neergeschoten, en huizen werden in brand gestoken, vertelt de officier. Ik ben, sedert die gebeurtenis te Charleroi geweest, en weet met zekerheid te zeggen dat haast al ae inwoners van de heerenhui zen in de 8traat welke platgebrand is, reeds Sevlucllt w,areu vóór de komst der Duttschers Maar lk heb mk vernomea dat een afdeeling Fransche soldaten zich in de stad had opgesteld ea da{; Cp een paar rijksgebouwen mitrailleuses had ge plaatst. Zoo gebeurde het denkelijk meermalen: de achterhoede van het Belgische of Fransche leger verschuilt zich in een stad of dorp, schiet op de uitsche voorhoede, verdwijnt als de voorhoede toch vooruit rukt, en de burgers worden dau verantwoordelijk ge steld voor het voorgevallene. Wie het Belgische volk kent, gelooft niet aan frnnc-tireurs. Althans niet aan gezamen lijk handelende franc-tireurs. Wei zal een of ander burger in zijn woede op Duitschers I geschoten hebben, maar dan valt bij elk i geval te onderzoeken, of die burger niet optrad om de eer vau zijn kind of zijn vrouw te verdedigen, te Wreken of een dergelijke reden. En dan moet men nog rekenschap houden met de onverantwoordelijken die er toch in elke stad en in elk dorp te vinden zij n. Aldus de berichtgever, die het bovenstaan de mededeelt. Wij meeneu, dat hij1 (althans wat betreft het platteland van België) het volkomen bij het rechte einde heeft. DE CENSUUR DER FRANSCHEN. Hoe zeer het muilbanden van de pers wat critiek op de regeering betreft, in Frank rijk kwaad bloed begint te zetten, blijkt wel uit eeu vrij scherp artikel iu den regee- ringsgezinden „Temps". Het blad meent, dat de belangen van de nationale defensie voldoende gewaarborgd zijn door de wet van 6 Augustus 1914, waar bij een regeling wordt getroffen tot onder drukking van onbescheiden persmededeelin- gen in oorlogstijd. Op grond van die wet is het verboden te publiceeren „in het algemeen elke mededee ling of elk artikel de militaire operaties of diplomatieke onderhandelingen betreffende, waardoor de vijand kan worden bevoordeeld en die een ongewenschten invloed kunnen oefenen op den geest van het leger en van de bevolking." Ziedaar een alleszins duldelijken tekst meent de „Temps". Hij sluit elke onbeschei den mededeeling uit, evenzeer als ieder com mentaar van militairen of diplomalieken aard waardoor de vijand kan worden bevoordeeld; maar h j laat de noodige ruimte voor een vrije uitoefening van critiek Wij'zen op misstanden is' toch niet den vijand bevoordeeicn; integendeel. Zoodoen de helpt men de bevoegde machten de or- ganisatie van s lands vordodiging zoo goed mogelijk te maken. De regeering intusschen schijnt niet in die opvatting te deelen. Blijkbaar vindt zij het wel gewenscht misstanden tegen te gaan, maar nog veei gewenschter om critiek te onderdrukken. Zoodat, wanneer de pers zich eens een keer heel voorzichtig een woord erin wordt gezet. vau critiek permitteert, dadelijk de schaar Maar het recht van voorafgaande censuur geeft de wet van 5 Augustus niet. Minister Viviani is hierop gewezen, maai de premier schermde onmiddellijk dreigend met de wet vau 1849 op deu staat van beleg. Die wet is niet afgeschaft, heeren, zeide hij. Dus kunnea wfj er ons van bedienen. En indien dat gebeurt, dan gaat niet de geïn crimineerde passage eraan, maar het blad zelf. Artikel 9 vau de wet van 1849 geeft inderdaad aan het militaire gezag het recht bekendmakingen en Vergaderingen te verbie den, waarvan het ordeverstoring meent te kunnen verwachten. En daarom meent de heer Viviani, dat de pers zich nu maar moet neerleggen bij de ruime toepassing van de wet van Augustus 1914, indien zij zich al thans niet wil blootstellen aan de afdoende maatregelen van de wet van 1849. Dus, merkt de „Temps" ten slotto sarcas tisch op, als men een voorafgaand visa wikt, als men met een groote schaar de kolommen der dagbladen bewerkt, dan geschiedt dat om de vrijheid van de pers, de vrijheid van denken en schrijven, te beschermen. iWel, men zou in het groot kunnen supprimeeren men doet het slechts in het klein. De pers moest dus vragen om de censuur te behouden, en dan niet een vermink te censuur, zooals thans bestaat, maar een volledige censuur, ecu met een hoofd, ja liefst met twee, drie, vier hoofden. Wie zou nog durven beweren, dat Frank rijk niet het vaderland is van de vrijheid? Een jaloersche dame. De dochter vau een eerzame Duitsche familie zond dezer dagen een pakje voor de soldaten aan het front met een paar zelf gebreide, warme sokken en wat sigaren en deed er een briefje bij, om den onbekenden ontvanger te vragen of hij niet eens wilde schrijven of de zending hem genoegen had gedaan. Deze vraag had een ongedacht gevolg, want het duurde niet lang of er kwam antwoord: Geachte juffrouw! Zooeven, kreeg ik uw briefje in handen, dat u aan mijn man te velde hebt gestuurd. Het ver heugt mij zeer, dat u aan de soldaten aan het front denkt, maar ik zou u todb willen verzoeken, zend uwe liefdegaven aan ongehuwde boeren en laat getrouw de mannen er buiten. De infanterist Franz M. is gehuwd en vader van twee kinderen. Tot n;og toe ben ik steeds bij machte geweest zelf rniin man te voor zien van hetgeen hij noodig heeft en hem in elk opzicht tevreden te stellen. Dus wee zoo goed en val mijn man niet meer lastig. Hij heeft genoeg aan ntjj.1 Mevr. M. Het energieke briefje wekte in den kring der eerzame Duitsche familie eerst verba zing, maar vervolgens uitbundige vroolijk- heid, want de afzendster van het pakje en den brief is een jonge dame van pas 11 jaar. Een „wolweek". De eerste dag der Rijkswol- week te Berlijn heeft niettegenstaande de hevige sneeuwjachten, een bevredigenden uit slag gehad. Honderden jeugdige helpers en help sters van het Roode Kruis, den Vaderlandschen Vrouwendienst, leerlingen uit de hoogste klas sen der groote Berlijnsche inrichtingen van onderwijs, leden der jongelingsweerbaarheid en padvindersvereenigingen hadden zich ter be schikking gesteld om naar de verzamelplaatsen der verschillende districten de pakjes wol te brengen. In Berlijn zijn 448 van die verzamel- depots ingericht, onder anderen in scholen, bureaux, leegstaande winkels en zelfs in parti culiere woningen. Men kan nog niet nagaan hoeveel wol den eersten dag is bijeengebracht, doch men schat dat er tussehen de 100 en DE INBRAKEN VAN DEN LAATSTEN TIJD. Wie de courantenberichten der laatste da gen heeft gevolgd, zal zich liobben verwon derd over het groot getal inbraken, dat in den jongs ten tijd in Haarlem is gepleegd. Weliswaar zijn de meeste dezer inbreken niet zeer „voorde el ig" geweest voor de mis dadigers, maar het ie toch niet te ontken nen dat deze reeks wandaden een gevoel van onveiligheid en ongerustheid wekt. Vooral in de buitenwijken der stad is dat merkbaar bij velen. Naar ons uit goede bron wordt medege deeld, zijn deze misdaden het werk van een bende, die ook al vroeger op deze wiize „werkte?' en herbaalde malen is betrapt. De politie 'houdt nu een wakend oog, doch wij wenschen op één zaak te wiïzen. die naar het oordeel van velen voor de misdadigers het werk wat ól te gemakkelijk maakt. In de buitenwijken wordt n.l. geklaagd, dat d« politie daar zoo weinig en bovendien alleen op vaste tijden surveilleert, zoodat. wanneer de „ronde" is gedaan, voor eenige uren het veld voor de misdadigere absoluut vrij is. Wij brengen de klacht, die al meer is ge uit, over zooals die on6 is gemeld. Misschien dat de autoriteiten (zonder dat bet gepubli ceerd wordt) er aanleiding in vinden, bier- in te voorzien! 120,000 pakken zijn ontvangen. Tegen Egypte. Naar de correspondent van ds Stampa te Cairo verneemt zal de Turkschs veldtocht tegen Egypte vermoedelijk eind* Februari beginnen. Bfl Warschau. De St. Petersburgsche bladen 1 melden dat de Duitsche stellingen ondanks het slechte weder tot dicht onder het bereik van het vestinggescliut van Warschau zijn genaderd De aardbeving in Italië. Volgens de jongste berekeningen zou het aantal der door de aard beving gedoode personen bedragen: te Ave*- zano 10.000, te Peseina 5000 te Oelano 4000, te Sora verschillende duizen en in ieder der 50 aan bet meer van Fucinc gelegen en verwoest» plaatsen verschillende bonderden. Het aantal slachtoffers van de aardbeving wordt op 30.000 gesteld. waren vluchtelingen te huisvesten, terwijl ande ren geldelijk steun toezegden. De heer Stinis iu zijn winkel was toen 't Bureau vau 't Uitvoe rend Comité gevestigd had 't overdruk om allen te woord te staan. Maar de heeren A. v. d. Velde èn C. van Niel stonden hem flink terzijde. Van alle kanten kwamen de menschen toestroo- men, die gaarne een of meer vluchtelingen wilden herbergen, 't zij kinderen, 't zij volwassenen, maar kinderen toch nog 't_ meest Inmiddels had 't comité moeite gedaan om eenige gebouwen te zijner beschikking te krijgen om daar de vluchtelingen voorloopig onder dak jte brengen, om hen daarna vandaar zooveel mogelijk bij particulieren, die bereid waren hen op te nemen, in te deelen. En aanstonds zetten zich eenige dames als sub-commissie voor de huisvesting aan den arbeid. De heer Stinis was de ziel van heel de beweging en is dat sindsdien 'ook gebleven, altijd onvermoeid en altijd werk zaam, een voorbeeld van wat groote kracht en organiseerend talent onder den middenstand is wanneer 't maar de gelegenheid heeft otn tot j ontplooiing te komen En zoo wachtte men af wat komen zou. Op Dinsdagavond 7 October kwam de eerste trein inet vluchtelingen aan De ontvangst was aller- i gulst en aanstonds werden de vluchtelingen naar hun plaats van bestemming geleid. Of in de gebouwen óf bij particulieren werden ze onder dak gebracht. Men had maatregelen genomen, dat alle vluchtelingen in een hun passende omge ving kwamen, dat zooveel mogelijk katholieken bij katholieken en protestanten bij protestanten onder dak kwamen. Gelijk vanzelf spreekt viel aan een en ander heel v/at te beredderen en .vele dames en hoeren stonden dan ook het comité ter FRANSCH BERICHT. PARUS, 19 Jan. In België woeden lievig» sneeuwstormen. In de buurt van Arraa ia onafgebrokea artillerievuur hoorbaar. Onze zware artillerie bracht in verscheidene ge vallen vijandelijke batterijen tot zwgen. De posities bij La Boiselle, welke wij in den nacht van 17 dezer ontruimden tenge volge van brand, welke daar uitgebroken was, werden den volgenden morgen heroverd Ten Noord-Westen van Pont h Mousson, zijde. Er viel een algemeene bereidwilligheid te ontwaren! In de dagen, die nu volgden, kwamen de vluchtelingen bij honderden" aan. De comité- leden hielden vaak tot middernacht op het station de wacht en ze hadden hun handen vol om alles te regelen. Naar.alles liep dan ook uitne mend, dank zij de medewerking van zoovelen. Allen zullen zich nog wel herinneren die lange droeve stoet van vluchtelingen, die daar langs onze straten trok, naar 't gebouw der Handels school om daar te worden ingeschreven en ge neeskundig onderzocht en vandaar, nadat aan allen eerst warm eten was verstrekt, naar het gebouw der Rijkskweekschool of naar de oude R. K. Kerk te Schoten of naar elders te worden geleid. Wat viel daar veel te regelen! Tal van „vrij willigers" hielpen daar het comité voor ae inschrijvingeen staf doctoren voor 't genees kundig onderzoek en een van dames onder lei ding van mevrouw Op 't Eijnde Stolp voor de verzorging der zuigelingen. Veel leed hadden de vluchtelingen geleden bij hun overhaaste vlucht, veel ontbering was hun deel geweest. Maar hoe verhelderde hun blik en hoe werd hun hart met dankbaarheid vervuld, toen ze zagen hoe allen zich beijverden om hun wèl te doen. Hun dank verzoette den arbeid van 't comité en zijn helpers en helpsters Inmiddels waren de vluchtelingen er niet mede geholpen indien ze maar in 't een of ander gebouw weiden onder dak gebracht. Indien 't kon zou 't zoo heerlijk zijn, wanneer velen van hen bij particulieren konden worden gehuisvest of dat eenige families te zaïnen in een huis konden vertoeven, tenville van het gezinsleven. En ook daarin is men geslaagd. Nadat d« Jansstraat-vereeniging een schitterend voorbeeld had gegeven door 't initiatief te nemen om een ol meer huizen in te richten voor vluchtelingen en dan die voor rekening der Vereeniging te nemen, werd dat in vele buurten nagevolgd. Om 't vluchtelingen-comité bij te staan werden de navolgende straatcomité's gevormd: Jans straat en Jansweg, Zijlweg, Gierstraat, Ursula- straat, Brouwersstraat, Kleverpark, Groote Hout straat, Ripperdastraat en Ripperdapark, Kruis- weg, Parklaan en Kenaupark, Burgwal, Esschil- derstraat, Rozenpriëel, Kruisstraat, Lange La kenstraat, Brouwerskade, Keizerstraat, Sophia- straat, Bakenessergracht, Clercqsteeg, Houtplein, Leidschestraat, Schachgelstraat, Oude Groen markt, Spaarae, Spaarnwouderstraat, Nassau- laan. Op deze manier werd de arbeid van 't vluchte lingencomité, dat zich, toen deze zoo omvangrijk werd, in een aantal subcommissies had verdeeld, heel wat lichter gemaakt en werd bereikt 't geen het comité zoo gaarne zag. Al spoedig nadat hier zoo vele vluchtelingen waren aangekomen meer dan men misschien had verwacht werd in Hotel Royal 't Bureau van het coinit! gevormd en van daar uit alles geleid en gere geld. En er viel heel wat te regelen, inzonderheid nadat was gebleken, dat de meeste vluchtelingen hier wel geruimen tijd zouden verblijven. Toen begon de moeielijkste arbeid Behalve voor de huisvesting, moest ook voor de voeding en voor kleeding o. m. worden ge zorgd. Wat aangaat de voeding verleende Vin- centius en de spijskokerij uitnemende hulp. Ver leende bijv. Vincentiu3 eerst een warm maal voor 1000 vluchtelingen, later deed zij dat voor 1700

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 1