Pauselijk decreet over voor den vrede. »p, VB as De Oorlog. M«MTS ZUS Wat anderen zeggen. Italië en Roemenië, Landbouw en Visscherij Leger en Vloot. Zooals wij reeds kortelings mededeelden beeft Z, jj paus uenedictus XV in een de- bevolen bijzondere gebeden yoor ^8 te zeggen op vastgestelde dag 1 °®rgeschreven vorm. den ho" in iscderlandscbe vertaling. Z. H. Benedictus XV, bedroefd bij het zien van den oorlogsstorm, die jonge levens ver pletterd, gezinnen en steden in de diepste smart neerwerpt en li oog-bloeiende volke ren volkomen in verwarring brengt; beden kende, dat de Heer die „castigando sanat et ignoscendo conservat", zich laat bewegen 'door de gebeden van vermorzelde en ver nederde harten, heeft, terwijl hij de geeste lijkheid en het volk uitnoodigt en opwekt tot het zich opleggen van eenige versterving tot boetedoening voor de zonden, die oor zaak zijn van de rechtvaardige geesels Gods, verordend, dat in geheel de Katholieke we reld nederige gebeden tot den Heer worden opgezonden om den zoozeer verlangden vre de van Zijne barmhartigheid te verkrijgen. Te Uien einde beveelt Z. H., Uat in iedere Inetropolitaan, kathedrale, Parochiale o ie- fÜerdG en in dé bisdommen buhen Europa op den 21en Maart, Passiezondag, de volgende plechtigheden op de"hierachter geplaatste wijze zullen wor den verricht: Des morgens, na de oonventueele of paro chiale mis, zal op plechtige -wijze- het Aller heiligste Sacrament worden uitgesteld en na- het bewierookt te hebben zal men zingen psalm 50 „Miserere mei, Deus gevolgd door deze ami eon: „Da paeem, Domine, in die- bus nostris, quia non est alius qui pugnet pro nobis nisi tu, Deus noster" met V. „Fiat pax in virtute tua", R. „Et abundantia in turribis tuis" en het gebed „pro face": „Deus a quo sancta desideria etc." Het Allerheiligste Sacrament zal goduren- de den geheelen dag ter openbare aanbid ding blijven uitgesteld; cn het is wensche- lijk, dat ook de kinderen er op evenredige wijze deel aan nemen. Des avonds, vóór het wegsluiten van het 'Allerh. Sacrament, zal men den H. Bozen- krans bidden en daarna het gebed dat hier bij gevoegd door Z. H. is opgesteld om den vrede te verkrijgen. Hierop zal volgen de gezongen Litanie van Alle Heiligen volgens den regel voorgeschreven voor de uitstelling van 't Veertigurengebed, volgens het Bitu- ale Bomanum volgens de uitgave van 1913. Onmiddellijk na de Litanie zal men zingen: „Paree, Domine, paree populo tuo; ne in ae- ternum irascaris nobis" met de verzen en de gewone gebeden gezegd na de processie: „in quacumque tribulatione" volgeps het Ri- tuale Bomanum, waaraan wordt toegevoegd het gebed „pro paco".: „Deus, a quo sancta desideria, etc." De plechtigheid zal een einde nemen met den zegen van het Allerheiligste Sacrament „more solito." ODdat de Heer Zijne genade overvloediger Kal uitstorten, wekt de Opperpriester de ge- loovigen op bij die gelegenheid tot het Sacra ment der Biecht te naderen en tot het ont vangen van de H. Communie, terwijl hij aan allen, die gebiecht en gecommuniceerd hebbende, de plechtigheden des morgens en des avonds bijwonen of eenigen tijd bidden in tegenwoordigheid van het uitgestelde Al lerheiligste Sacrament, een vollen, aflaat ver leent. .Van het Vaticaau, 10 Jan. 1915. PIETBO, Kardinaal GASPAKKI, Staatssecretaris. Het gebed zelf, dat moet worden, geboden, luidt als volgt: „Beangstigd door de verschrikkingen van den oorlog, die volkeren en naties met on dergang bedreigt, nemen wij, c Jezus, onze toevlucht tot Uw allerliefderijkst Hart als onze uiterste redding; van U God van alle barmhartigheden, smeeken wij zuchtend, dat tie vreeselijke beproeving moge eindigen; van U, Vredekoning, smeeken wij met onze vurigste verlangens den vrede af, waarnaar wij zuchten. Moget Gij van Uw Goddelijk Hart uit de 'iefde ia de wereld doen uitstralen, opdat Mie tweedracht ophoude en onder de men- K'-hen slechts de vrede heerschte; terwijl Gij °P deze aarde rondwandeldet heeft lUw hart 'J'et het teederste medelijden geklopt voor menschelijke ongelukken, Ach! moge dan ('W Hart geroerd worden ook in dit uur, zoo r'hstig voor ons in haar afschuwelijkheid rampzaligheid en om de verschrikkelijke 'vWoesting. v;ht Gij medelijden hebben met zooveel V'11 ia angst om het lot barer zonen; i0delijden met zoovele huisgezinnen, be- oofd van hun hoofd; medelijden met het lampzalige Europa, door ondergang bedreigd 1 biort don regeerders en den volkeren ge dachten van zachtmoedigheid in, leg de twee drachten, die de volkoren verscheuren, bij, "naak dat de menschen elkaar den kus des ^'edes geven, Gij, Die hen door den losprijs Uw bloed tot broeders hebt gemaakt. J* evenals Gij eens den smcekroep van den postel Petrus: „red ons, Heer, want wij ingaan" hebt beantwoord door den aee* *torm te stillen, beantwoord zoo ook heden, M'zoend, onze vertrouwvolle gebeden door de geteisterde wereld de rust en den vre- jp terug te brengen. En Gij, o Allerhel- 5ste Maagd, help ons, bescherm ons, red ?*hs, zooals in andere tijden van vreeselijke Hfcroevingen. Amen." Want zooals dezer dagen het Dagbl. van N. Br. terecht opmerkte de vraag welke de houding dier beide mogendheden tegen Oos tenrijk zijn zal, is wel een minister waard. De Duitech-Oostenrijksche legers hebben tot heden den Russischen kolos prachtig tegenge houden, dat moet erkend. Maar men krijgt toch den indruk, dat zij alle moeite hebben om den overzwaren reus terug te duwen. Wat dan als Italië en Roemenië zich zullen scharen tegen Oostenrijk? Als Italië in het Westen, Roemenië in 't Zuid- Oosten zal aanvallen. Dan is 't met Oostenrijk gedaan. Nu zeggen ze in Italië wel het is de „Na zione" die het lanceert, dat Italië niet verder aan den oorlog zal deelnemen dan ter bereiking van zijn nationale verlangens. Het wil een brok van Oostenrijk. En dat zou het willen afdwingen door een oorlogsverklaring. Roemenië idem, idem. Maar Oostenrijk zal dan toch de legers van Italië en Roemenië tegemoet dienen te trekken en verslagen moeten zijn alvorens de nationale (roof)-begeerten van Italië en Roemenie zullen bt lntusschen" zou het land zich verzwakken te*Neen'en—^ats Italië en Roemenië het zwaar beproefde Oostenrijk aanvallen, dan is het met de Oostenrijksche weermacht gedaan. Maar de aanval diende voorkomen. En daarom juist moest Berchtold weg. Burian staat met een schoone lei. En hij heeft zijn halve leven in den Balkan doorgebracht, zoodat hij goed weet, hoe hij met Roemenië moet omspringen en wat hij dient te beginnen met de andere staten van Europas Zuid-Oost-hoek. In de buitenlandsche bladen komen nog altijd 'angebesehouwmgen voor over het aftreden van nen Oostenrijkschen premier Berchtold. Men weet, dat von Bulow voor eenige weken tot gezant van Duitschland te Rome benoemd Dat was ook een gebeurtenis van belang. Von Bulow is jarenlang rijkskanselier geweest en hij was een schitterende kracht. Prachtig redenaar. Geslepen staatsman. Geboren diplo maat. Man van den eersten rang. Hij had het hoogste ambt van het Duitsche Rijk gedurende vele jaren met groot talent bekleed en toen hij heenging was het om de lést van zijn leven naar eigen smaak te besteden. Hij is zeer rijk, deze von Bülow, bezit kasteelen in Duitschland en Italië, heeft zin voor kunst en literatuur....! Toch is deze man plots weer in het practische staatsmansleven teruggekeerd- Het gezantschap te Rome lag wel in zijn voorkeur. Maar men meent toch algemeen, dat hij bet leven naaf eigen smaak zou voortgeleefd heb ben indien hij zich niet in 's lands hoogste belang verplicht zou hebben geacht tot het aan vaarden van den zeer gewichtigen post te Rome. Von Bülow, met een ltaliaansche getrouwd, die lang in het zonnige Zuiden had gewoond, met tal van relaties en vrienden in Italië, was de eenige, die Italië zou kunnen bezweren. Wees ervan overtuigd, dat hij niet stil zit nu. Men beweert, dat hij het is, die het heengaan van Berchtold zou hebben bewerkt. Alles is mogelijk. Tusschen het gebulder der kanonnen door doet de politiek haar stil maar verdragend werk; ten slotte worden al die duizenden op de slagvelden van Europa geslacht ter wille der politieke oog merken van de verschillende Staten, en het zal misschien ook de politiek zijn, welke een beslis sing zal brengen. Drijft deze tot een ingrijpen van andere mo- gendheden „ten bate van nationale belangen of kan zij zulk ingrijpen voorkomen? Dat is op dit oogenblik de groote vraag. Men denke er zich intusschen even in: Italië, dat 40 jaar bondgenoot is geweest met Duitsch land en Oostenrijk, weigert niet enkel om die bondgenooten bij te springen het zegt daartoe niet verplicht te zijn maar grijpt, terwijl deze bezig zijn overmachtige vijanden af te weren, zijn bondgenooten in den mg aan! Het kon haast niet erger. ....Twee oude vrienden wandelen over den weg. Een roover springt op een hunner aan; de ander kijkt toe. Verroert geen vinger ter hulp. En terwijl de roover de'handen steekt in. de zakken van den aangevallene om diens beurs te zoeken, neemt de toeschouwer de kans waar om het horloge aan den worstelenden vijand af te nemen. Zoo zou Italië doen als het nu Oostenrijk aanviel Het is haast niet aan te nemen! zijn doeleinden noodzakelijk of voordeelig scheen, onverschillig of door zijn maatregelen de welge- Sonde rechten yau anderem ook van de neu rie staten, werden geschonden. Doch waar het en Engeldschen zelf aan den kraag gaat, beroe- den Engelschen zelf aan den kraag gaat, beroe ren, en die worden dan nog op ondoeltreffende wijze uitgelegd, want naar den zin van de ge- heele overeenkomst, die over de vraag van de beschieting van open steden in vroegere tijden is gesloten, gaat het bij het begrip van open steden zegt het W. T. niet zoozeer om een directe tegenstelling dier steden tegenover vestingen, doch worden daarmede plaatsen bedoeld, die buiten het operatiegebied vallen, en die geenerlei hulpmiddel voor de vijandelijke oorlogsvoering opleveren. Doch zoodra die plaatsen door den tegenstander ten dienste van den oorlog worden benut, en zoodoende in engeren of ruimeren zin een hulpmiddel voor den oorlogvoerende vormen, vallen ze niet meer onder het begrip „open stad" en kunnen ze derhalve evenals elk ander oorlogs- object worden aangegrepen, beschoten en ver nield! De strijd daartegen behoeft heelemaal niet van de landzijde uit gevoerd te worden, doch het kan evengoed van de zeezijde en uit de lucht gedaan worden. Voor de beoordeeling der vraag is het absoluut onverschillig of de. beschieting met kanonnen of langs den luchtweg door het afwerpen van bommen geschiedt. Aan een speciaal geval, dat juist-onder de tegenwoordige verhoudingen een bijzondere be- teekenis verkrijgt, moge dit in bizonderheden getoetst worden." En dan gaat het W. T. op de zaak zelf in: „Londen is op zichzelf geen vesting, doch bezit voor de Engelsche oorlogsvoering zoowel te water als te lande een buitengewoon groote militaire beteekenis, die onder bepaalde omstan digheden voor den uitslag van den oorlog van doorslaanden invloed kan zijn, en dat wel in hoofdzaak wegens de ophooping van nationalen rijkdom en gewichtige economische waarden op MAG LONDEN GEBOM BARDEERD WORDEN? Dat is een vraag, die na de jongste aanvallen uit de lucht wel uiterst actueel is De Engelschen hebben tot nog ioe hierop het stilzwijgen bewaard, maar de Duitschers ai Oos tenrijkers bespreken de kwestie al. wat vcel- beteekenend is "et za! voor onze lezers interessant zijn, in het kort eens te vernemen, waarom de bondge nooten in centraal Europa een „luchtbombarde ment met alleen geoorloofd, maar zelfs vanzelf sprekend achten. Het „Wiener Tageblatt" heeft een artikel hier- iZTV (volstrekt hiermede niet geacht wil lende worden, met alle argumenten daarvan in stemmen) ter belichting van deze hoogst- actueele kwestie kortelings hier weergeven. Het „Wiener Tageblatt" zegt allereerst, dat het al zeer eigenaardig aandoet, dat Engeland zich in 't algemeen op allerlei bepalingen van het volkenrecht tegen een luchtbombardement be roept, terwijl anders deze Staat, als het hem past, of ook maar doelmatig voorkomt, zich zon der meer over alle volkenrechtelijke bepalingen heenzet, waarbij het er met op aan komt, of deze betrekking hebben op de oorlogsvoering te lande of ter zee, en of de daarover gemaakte overeen komsten door de Engelsche regeering ondertee- Geen staat kend zijn of niet, „Geen staat zoo zegt het W. T. heeft met grootere scherpte het grond beginsel voorgestaan, dat macht boven recht o w u ce heeft zidi zoo alles vsrooilQOid. Wêt yogi' invloed op de oorlogvoering. EV. belemmering een zeer beperkte ruimte, alsook wegens de bij- eenbrenging van allerlei hulpmiddelen voor de oorlogsvoering op een centrale plek. Wanneer deze vernield worden, dan moet daardoor de slagvaardigheid van alle Engelsche strijdkrach ten in buitengewoon hooge mate worden ver traagd, iridien al niet absoluut onmogelijk ge maakt worden. Daarbij valt het oog onwillekeu rig op de koninklijlie werven en op de talrijke particuliere werven de reusachtige uitrustings- magaziinen en verder de talrijke in de Theems liggende oorlogs- en koopvaardijschepen. In de onmiddellijke nabijheid van Londen bevinden zich ook de groote arsenalen, waarin de geheele artilleristische en andere militaire uitrusting voor leger en vloot wordt vervaardigd en in voorraad gehouden. Ook bevinden er zich in de stad kazernes. Het is verder duidelijk, dat een vernieling van de bruggen over de Theems, in dien deze op groote schaal kan geschieden, een buitengewoon storenden invloed op het geheele verkeer moet uitoefenen. Hetzelfde geldt ook voor de vernieling van spoorwegstations en spoorlij nen. Het is bekend, dat de reserven voor de kust verdediging op enkele punten in het binnenland worden gereed gehouden en. met den spoorweg snel naar een door een vijandelijke landing be dreigd punt, ter afweer kan worden verzonden. Vernielt jnen die spoorlijnen, wat met het meeste effect geschiedt door een vernieling van de moei lijk te herstellen kunstwerken, dan bemoeilijkt men de aanwending van deze mobiele strijd krachten en vergemakkelijkt daardoor de troepen- lancung. Nu is het van een militair standpunt absoluut juist gezien zoo concludeert het W. T. dat men dergelijke plaatsen tracht te ver nielen, omdat men door die vernieling tegelijker tijd verschillende doeleinden kan bereiken. Zulks zou bij een beschieting van Londen in buiten-1 gewone mate het geval zijn, omdat daar juist al die bovengenoemde hulpmiddelen zich in een compacte ruimte vereenigd bevinden. Men mag dus terecht groote verwachtingen koesteren van het werpen van bommen boven Londen. Daar komt nog bij, dat men daardoor ook een groote moreele uitwerking kan bereiken. Al deze over wegingen toonen ten duidelijkste aan, dat spe ciaal Londen als een belangrijk ooriogsobject kan worden beschouwd, tegen hetwelk dan ook t de hulpmiddelen van den oorlog mogen wor den m toepassing gebracht en daaronder mag °P c'e eeiste plaats een beschieting door luchtschepen genoemd worden Wij geven deze beschouwing d titre de docu ment. Dat belooft nog wat voor-Engeland! de CHEF Van den duit- SCHEN STAF aan HET MOORD. A ,ml Generaal v. Falkenhaynj de chef van den gröoten generalen staf van het Duitsche veldle ger, heeft, naar Central News uit New-York seint, in het Duitsclie hoofdkwartier een gesprek gehad met een vertegenwoordiger van de Ameri- kaansche „Associated Press", In den loop van dit gesprek zeide generaal v. Falkenhayn„De oorlog kan wat Duitschland betreft onbepaald lang duren. Ik kan niet inzien wat ons zou kunnen bewegen den strijd te staken. Als wij ten onder gaan zal het zijn met eere, vechtende tot de laatste loopgraaf en den laat- sten man." Het was onjuist, zeide de generaal verder, om de krijgsverrichtingen der Duitschers in Vlaan deren te verklaren als een poging om Calais te bereiken. Integendeel, die faze van den veldtocht was het gevolg van een poging van de Franschen en Engelschen om 7jch een weg in Noordelijke richting te banen, den rechtervleugel der Duit schers te omvatten, Antwerpen te ontzetten en de Duitschers te nopen uit België terug te trekken. Hun plan was mislukt. Generaal Joffre's offensief was in December bevolende Duitschers hadden echter niet alleen hun linie gehouden, maar zelfs terrein gewonnen. Aangaande de Engelsche troepen en Lord Kitchener's leger zeide generaal von Falken hayn: „De Engelschen vechten goed en ik heb allen eerbied voor hen Maar een leger zonder de noodige officieren is nauwelijks eai leger. Wij zijn sterk genoeg om hen te verslaan en hen met bebloede koppen terug te slaan. „Wij zijn volkomen voorbereid op een poging om in België te landen, en hoe eerder die onder nomen wordt, hoe beter." De blokkade van de Engelschen zoo verze kerde de generaal nog had zoo goed als geen van de koperverschepingen was een zware slag voor Amerika, maar voor het overige iets dat Duitschland volkomen onverschillig liet. EEN ZWITSERSCH OORDEEL. In eene uiteenzetting over den stand van den oorlog houdt het Zwitsersche blad de „Bund" het voor duidelijk, dat het Russische legerbestuur momenteel zich tot een defensief beperkt, dat hem opgedrongen is door de verbondenen. Daar mee zet het zelf een streep onder zijn groot offensief. Ook Fransche bronnen spreken op het oogenblik slechts van een gelukkig defensief der Russen binnen de kromming van de Weichsel. Het is zeer goed mogelijk, dat de Russen van hunne jongste excentrieke operaties op den rech teroever van de Weichsel nog een strategisch herstel hoopten. In het Westen zijn de Fransche offensieven nog niet gansch ten einde, ofschoon zij over het algemeen als mislukt beschouwd kunnen worden. Het gaat nu nog slechts om een tweede phase, die steunend op de ervaringen van de eerste, ver holen verder gevoerd wordt ter voorbereiding van grootere operaties, die in nog zorgvuldig verborgen plannen liggen. De in de berichten van den Duitschen gene ralen staf gegeven verliescijfers acht de „Bund" juist. Het blad zegt verder: Het élan, waarmede de Franschen steeds opnieuw stormloopen, is bewon derenswaardig, doch d<. strategische doelmatig heid van dit offensief moet meer en meer betwij feld worden. Het offensief past misschien in zekere politieke combinaties, is echter niet in overeenstemming met de volstrekte noodzakelijk heid menschen te sparen. Het is niet gezegd, dat van liet mislukken van het Fransch offensief tot het beginnen van het Duitsche slechts een stap zijn zal, ofschoon de tegenstoot bij Soissons daartoe zou kunnen bren gen. Eén ding staat echter vast: De zaken loo- pen naar de crisis. KORTE BERECHTEN. Op een miin geloopen. Het Zweedsehe stoomschip Drott uat Gefle is in de Botto- nische Golf voor de Finsche haven, llaumo op een mijn geloopen en gezonken. Van de bemanning- zijn er 5 omgekomen, o.w. de ka pitein. De anderen werden gered; 2 daarvan zijn gewond. De krijgsgevangenen in Rusland. Uit Kief meldt Reuter, dat sedert het begiu van den oorlog daar zijn aangevoerd: 54 kanonnen, 120 machinegeweren, 950 caissons, 132,000 ge- weren, 9 vliegtuigen, 19 generaals, 5300 offi- oieren en 194,681 soldaten. De aardbeving- in Italië. Naar de Tijd; meldt, zijn te Avezzano van de 6 paters Re demptoristen die er juist missie predikten; drie onder het puin bedolven. De drie ove rige konden, ofschoon gewond, terugkeeren. Een vliegerduel. Uit Krakain wordt her richt dat een Oostenrijksche vlieger, die her haaldelijk vliegtocht en naar Praemysl on dernomen iheeftj bij de vervolging door een! Russischen vlieger met deze in botsing is gekomen; tengevolge waarvan beide vlieger» in de diepte stortten en verpletterd werden BESTEKSBEPALINGEN. In de Volksbanier schrijft de heer A. J. Prin- senberg van Bloemendaal het volgende: Den len Januari zijn in werking getreden een tweetal „bindende" besluiten van den Ne- derlandschen Aannemersbond, t. w.: dat de leden van dezen Bond niet mogen inschrijven naar werken, waarbij de volgende bepalingen niet In het bestek zijn opgenomen: le. Alle geschillen zullen worden beslecht door arbitrage. 2e. Werkstaking en uitsluiting zullen wor den beschouwd ais overmacht en recht geven op verlenging van den opleveringstermijn. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op werken voor den Staat, provincies, gemeenten, spoorwegmaatschappijen e. d. De eerste bepaling kunnen we, met erkenning van haar billijkheid, stilzwijgend voorbijgaan, op de tweede achten wij het wenschelijk de aan dacht te vestigen. Wat toch is het geval? Wanneer deze bepa ling in een bestek wordt opgenomen, versterkt de aanbesteder hierdoor de machtspositie van den aannemer tegenover de werklieden, en doet liem, bij alle conflicten, welke geheel onafhankelijk van hem ontstaan, reeds bij voorbaat de partij van den aannemer kiezen. (De schade, welke de aanbesteder zelf door deze bepaling kan lijden, kan hier buiten beschouwing blijven). Wannecr toch een aannemer een conflict heeft met zijne werklieden, zal hij, met de wetenschap dat dit conflict hem recht geeft op teraiijnsverlengiug, geen haast hebben eenigszins spoedig aan het verschil een einde te maken en dit geeft hem al dus een voorsprong tegaiover de werklieden. Waarom, zal men vragen, is het den aannemers niet voldoende, wanneer ook de vraag of een werkstaking of uitsluiting recht geeft op ter mijnsverlenging, aan arbitrage wordt onderwor pen? De aannemers willen „zekerheid" hebben. Van aannemerszijde beschouwd is dit standpunt te begrijpen, maar deze „zekerheid" is stellig tegen het belang der werknemers. De Pruisische regeering heeft op 'n verzoek om opneming eener zelfde bepaling in hare bestekken, het juiste ant woord gegeven, zeggende dat zij meende dat zulks zou wezai een ingrijpen in den belangen strijd tusschen werkgevers en werknemers ten gunste van eerstgenoemden. Waar wij het zeker achten, dat de N. A. B. alles in het werk zal stellen, om deze bepalingen door te voeren, achtten wij het gewenscht, waar er bij ons weten nog niet in de vakbladen over werd geschreven, het bovenstaande te bespreken, opdat ook de werkliedenorganisaties de zaak, wanneer dit nog niet geschied is, onder de oogen zullen zien. wij een divisie-oefening. Het weer dat we had den was echt guur. Nu en dan hadden we regen en hagelbuien, die ons in het gelaat striemden, Maar wat mij en zeker ook de anderen goeddeed, was, dat onze geëerbiedigde Koningin zoo ge heel en al met haar soldaten meeleeft. Immer# bij Voorschoten stond zij in de modder, in regen en wind het voorbijtrekken der troepen aan t© zien, gedurende ongeveer 4 uren. Dit deed mij en, naar ik hoop, alle soldaten ontzettend goed en geeft blijk, hoe onze Vorstin in deze tijden met haar soldaten meeleeft. Ik hoop niet, dat hot gebeurt, maar mocht het zijD, dat ons Vaderland nog eens in gevaar kwam, dan zou den wjj allen eendraehtig, zonder rang of stand, ons leven veil hebben voor Koningin en Vader land! INLIJVING LICHTING 1915. Op 16 en 17 Februari a.s. zullen worden inge lijfd de dienstplichtigen der lichting van 1015: lo. die toegewezen zijn aan het tweede ba taljon van elk der regimenten grenadiers, jagers en infanterie, met uitzondering van hen die in het bezit zijn van het bewijs, bedoeld in art. 70, eerste lid, der Militiewet; 2o. die toegewezen zijn aan het wapen der infanterie en van wie' op grond van het dool ben genoten onderwijs, kan worden verwacht, dat zij de geschiktheid bezitten om in opleiding te worden genomen voor den rang van officier; 3o. die toegewezen zijn aan het eerste batal jon van elk der onder lo. genoemde regimenten en in het bezit zijn van het daarin bedoeld be wijs. De inlijving van de dienstplichtigen die, toe gewezen aan het tweede bataljon van elk det regimenten grenadiers, jagers en infanterie, in het bezit zijn van het onder lo. bedoeld be wijs, zal, behoudens nadere bevelen, geschie den op 10 en 17 April a.s. Alleen om zeer gewichtige redenen waarr onder in dit geval ook studiebslangen kunnen worden gerekend kan aan deze in te lijven dienstplichtigen uitstel van eerste-oefening worden verleend, indien zij daartoe alsnog ten spoedigste zelf hun verlangen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den Minister van Oorlog te kennen geven, met overlegging van een deug delijk bewijsstuk omtrent het, werkelijk bestaan van de reden dor aanvrage. De dienstplichtigen zullen echter rekening moeten houden met de mogelijkheid, dat het uitstel wordt ingetrok- ken, zoodra de omstandigheden daartoe aanlei-- ding mochten geven. GEBREKKIGE KAZERNEERING. Aan de Avondpost schrijft men, dat, naar aanleiding van klachten, door militairen ge uit over het verblijf in de maréohaussóefciv zerne op „Het Loo," en een door een der bewoi neis dier kazerne aan H. M. gezonden verzoek schrift, de commandant der divisie te Apeldoorn een onderzoek heeft ingesteld, met dit gevolg, dat de thans aldaar gelegerde troepen de ka zerne zullen verlaten en elders zullen worden ondergebracht. bestrijding van mond- EN KLAUW, ZEER. DE KONINGIN EN HET LEGER. Een milicien schrijft uit Den Haag aan „De Soldatenkrant" Het is mij een behoefte het onderstaande mede t© deel en; Op den 16en Januari hadden Wijding"™* mTTnTaatr6ïelen tot over op de verkering dÏÏT& Tr' van del oil. JVlij, van Landbouw iokTenS discussie is gevoerd. «enige De heer Yeeze dietricte-veearte te Arnhem gal' een uiteenzetting van de noodzakelijk heid om doer afmaking van door mond- en klauwzeer aangetast vee deze ziekte te be. strijden. Door afmaking wordt, betoogde hij, ue bron der besmetting vernietigd en aan dit systeem moet de voorkeur worden ge geven boven bet doorzieken. Bij het door zieken zullen vele dieren emotetofdragere blyven, die gevaar opleveren voor gezond vee. Bovendien heeft het mond- en klauw zeer naziekten met chronisch verloop. Dooi onmiddellijke aangifte en daarna toepassing van het afmaak-systeem wordt de ziekte het meest afdoende wijze bestreden. Nadat eenigen hadden verklaard met het afmakings,systeem niet accoord te gaan, deed dl*. Ter Sande, vertegenwoordiger der Re geering, opmerken, dat de Regeering voor- loopig het afmaken van aangetast vee zal voortzetten tot het einde van Januari. Dan heeft opnieuw een vergadering plaats met vertegenwoordigers van landbouwmaatechap- pijen zooale er ook verleden jaar een is ge houden, en dan zal weer beslist worden hoe verder gehandeld zal worden. De Regeering tracht de uit Duitschland overgekomen ziek te zooveel mogelijk te beperken en tot na toe gaat dit beter door het systeem van afmaken dan door isoleer en. Er zijn gevallen bekend, dat door ieolee- ren ook uitbreiding van de ziekte is ont staan. Er moet gezorgd worden dat zoo wei nig mogelijk smetstofwordt geproduceerd Het ie door het systeem van afmaken overal gelukt de ziekte te localieeeren en dit ie niet met andere bestrijdingswijzen ihet geval. Ten einde het aantal gevallen van mond- en! klauwzeer aan onze oostelijke grenzen te be perken, is de hulp van de veehouder» onont beerlijk. De veehouders moeten het isoleeren toe* passen op hun eigen veestapels. Zij dienen te bedenken dat de smetstof ook door per* sonen, veevoeder en voorwerpen kan wor den overgebracht. Tot goede voorzorgsmaat regelen behooren het vermijden van aan* koop van vee; het niet toelaten van vreem* den in de stallen en mocht dit noodig zijn, niet andere dan na ontsmetting van klom pen, handen en het aantrekken van een kiel van de boerderij. Voorts geen vreemde stallen bezoeken, ook niet dooT het dienstpersoneel dan na deze voorzorgsmaatregelen, het ontsmetten van vee voederzakken, het verhitten van zuivel producten tot 80 gr. C. Bii het uitbreken van de ziekte dienen d« voorschriften van uen NIEUWE HflflRLEftSCHE COURANT ™gKSJStf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5