kOOPERS gewroken. .feuilleton Amsterdamsche Periscoop OE OORLOG P. J. JANSSEN ra. Anegang h. Warmoesstr. Goedkoopst adres. VERSPREIDE berichten ROm DE LITURGIE DONKER AMSTERDAM. j Maar toch zal men zich niet licht in .deze buurten wagen, anders dan om er een» door te loopen en de in ieder geval zeer eigen- j aardige omgeving gade te slaan. 1 Treft ge het dan, dan een der groote Am- sterdam&che orgels juist z'n heele repertoire op een sluis of bij den hoek van een der stra- ten afdraait, dan ziet ge de „jongens van ..Amsterdam, een groot dorp, meneer de viakte" nonchalant tegen hekken en hui zoo zeggen alle Amsterdammer®, die geen ZGD geleund, luisterend naar de muziek, Amsterdammers zijn, uit de „provincie", of want het zijn kenners op hunne manier Van „buiten" komen, en wel eens van een en kijkend naar de dansen, welke door kin- ?ndere groote plaats gehoord en gelezen deren en meiden op de maat der orgelmuziek "ebbenworden uitgevoerd. Zooale de niet-echte Amsterdammer spreekt j)e „jongens" volgen trouwens, als bet ver de stad, waar by wel eeus ,omt of waar weer dit toelaat, deze orgels door een goed hy inwoning gevonden heeft, zoo spreekt de deeJ der stad; het zijn de „orgelklanten", die frf j ti root-Mokumer over de met-Am- een goede tij dp a see er ing vinden in de uren, dat hun niets anders te doen staat. Boven in do c vnlen minachtend over el- |dien hoeren zij dan weer de .melodiëu, welke n n i -»r i 'zij leerden kennen in de operettes van het „U, Uroot-Mokum, net een groot dorp.Riembrandt-theater en elders. meneer? O, die komt van buiten!" Want jongen®" zijn habitné's van daat„er^am» -^.en Haag, Arnhem of welke theaters. Zij kennen alles wat nieuw en tyw. nnk tlift Ar mnur AAmcvraina wfvzjvn il uu a a ook, die er maar eenigszins wezen populair gaat op hét tooneel en doen op deze alles is „buiten omdat het nu een- wijze op hun manier en volgens hun aard oon *?een Amsterdam is. aan kunst en tooneelcritiek. De „eritiek" be- fiph,,. a®ngt alles af van meer of mindere staat bijv. bij inbrekersstukken somwijlen *oMe,ati.e- Eigen kleinheid of gebreken <je]fs in een levendigen uitroep, dat-de too- en.,DIei gezien en de eigenschappen van neelspeler bun vak goed imiteert of dit en er wo.rdeu 6teeds in hun kleinheid dat beter zóó moest doen. Deze luidj es levenl O» "groot uitgemeten. mêe wat er op het tooneel gebeurt en uiten is Amsterdam een groot-dorp of een gat dit onomwonden. PörTT W'e rZa^ ,d^ uitmaken! Amsterdam is Een ander en goedkooper bezoek wordt hian- bonden, Berlijn en Weenen niet, veelvuldig gebracht in de bioscopen. »ter,t 00 gefn van deze wereldsteden is Am- Zou het ook anders kunnen? De 'hedendaag- Se}lf> ™^i;;uv^eisenaard'g0 Amsterdam- gohe bioscoop geeft immers alles wat de Ma., Yi' en rav^lfadcn. hartstochten van deze „jongens van de vlak- *roo£r™i ^Sf1 er 00kiDrdf,re te" zeer nabij komt of zelfs overtreft Plaa. lm evengoed als elke Misschien zelfs leeren zij er nog wat om het "a t,f ,Z n eigen karakteristiek er pleegt op aan het edel bedrijf van „Donker-Amster. re houden. dam" - ju/®1 deze bizondere eigenschap, en van men,| sterdam is ze werkelijk een zeer bekoor- en belangwekkende zullen we het thans niet hebben. Veeleer zullen we Zij eZighonden met wat alle groote steden, lypf dan °°k °P de eigen bizondere wijze, d 1 elkander gemeen hebben: het apachen- J dat in alle groote steden huist en een d 8<\n wëk er op na houdt, evengoed als b.v. e bewoners van een villapark tot een bi- vroeg of laat ten goed® te laten ko- A. ONDERWATER. EEN BAJONET-AANVAL IN WEST-VLAANDEREN. sonder etadsd^l mogen worfen^^" Hen Dnitscb vrijwilliger geeft een levendig Eigenaard;» beschrijving van een bajonet-aanval in West- Ie „f:enaardig voor Donker-Amsterdam, dat en Een au" het Y hunne tenten hebben jVlaa?der!n' stads^eTT ougeslagen in de meest oude i -Plotseling zagen wij in de yerte in JTlldea Buro-u n van Jordaan en Oudezijds galop een divisie-adjudant aankomen. Uit be- Viill- i,l' Niet, dat de echte nieuwere toekende, dat liet uit was met d« rust. Allen Vtl uurten geen toffe jongens zonden her- verdrongen zich om den kapitein, om ten minste iQ Zo zitten overal en misschien ook wel iet» op te vangen. Reeds uit da verte zwaaide fcOii wijken, waar niemand ze vermoeden de adjudant met een papier: Bevel tot den aan- Het type der gentlemen-inbreker» zal vaj< \yaar ia de kapitein? Deze teekende, zij geïy-k e ®°ort kan men gerust zoo ruim mo- vergeleken de horloges en weg was de adjudant gvv® jD' d j "gegoe 6 wu en ex (<1>" weer naar de volgende afdeeling. Bagage in One,. v°nden worden. 8 öx8 versta ••Honker-Amsterdam" wordt echter orde. «0weer ln de hand, in groepen aantreden. ioeve ct gilde der grootere en kleinere j Nu begon het. In groepen, met vijftien pas tus- des ftvoni"1 professie, die overal en vooral aohenruimte, uitzwermen. De voorste groep slaan en "^en^w^M eika"^' "Cm Tten w° a^ter °!,ze d<fk;n^,' oan huis- 'Inien. naam uit te zien. De kogel» kwamen leelijk e dll D°n^er*-Aln®^rdaly dicht bij. Eerst ging het nog in den pas, ge- g de Zeedykbnurt en de huurt rond het Oude weer onder den arm> tea n f" 11,71 m»Vn?n^tn,i nri'Ongeveer hondlerd meter, tot onze eerste en sloppen en vormen als t ware eén vereeniging, waarvan de leden noch- oopgraaf. Een kleine pauze tot alle. bij el- «tkt niet altiJ'd één geheel uitmaken. Dit is kaar was- Spoedig U het een bont menplmoes. of zeker: wanneer een of andere diefstal Kameraden van verschillende compagniën door ga's j aak gepleegd is, dan weten de colje- elkaar. De bevelen zyn nauwelijks te verstaan. deQ w" daders in den regel juist aan te dui- Mijn afdeeling maakt een sprong vooruit. Wij op v de «treek heeft uitgehaald. Mannen^ gaan over in den. looppas. Na vijftig meter, ,v&kki,nU)- en niet het^minst, zijn als t ware waarbjj het kletteren van het menagegerei en cl!1 daa 'ook^wel11 dFe"meermalen^dê Joher het klapperen van spa<k en bajonet te«en d" haat",rt het niet zelden, dat zÜ uit nijd -of en het gevloek van een, die struikelt, klinkt sW„, en een of ander voor een uitgehaalden het bevel: liggenI Daar lagen we. Midden tus- In een poet» pogen te bakken. lj(](|; "en regel echter zijn deze -jongens so- ^r' da. aar men deze jongens bil klaarlichten kan vinden en gadeslaan! niet bunrten-zelf en in de café's. Maar rigbeid dur^nr, dv-ar vanwege de nienwsgie- ziin er in Amstertw!ndr^nren- Wel is waar gen meer waar overdag6^ e\opr>en en st^ zou dreigen, zooals hier en d' "levensgevaar '«•rd ot.... opgesneden W6rdjr "el soben de mooiste bieten. Een paar man trokken er eenige uit en staken ze in den zak. Bij den broodzak kon men niet komen zonder .een te groot doel te bieden. Wh krijgen juist tijd om een beetje op adem te komen en toen ging het weer vooruit, tot in de voorste loopgraaf, die uitstekend» diekking bood. Hier hadden wh reeds de eerste dooden. Snel riepen we den an deren toe: „Pas op, bier liggen doode kame raden!" Ondanks den kogelregen weken zij dan uit, 'om den Blaap van de gevallenen niet te storen. Wij hadden nog niets van den vijand gezien. Nu zagen we in het licht van de ondergaande zon in bet dorp en in het boschje voor ons ge daanten ztok bewegen. Een kameraad zegt me: „Hoe zwaar moet het vallen in deze zon te sterven." Doch voor droomen is er nu geen tijd. Voorwaart» t I» gToote sprongen bereiken wij de eerste en spoedig ook de tweede vijondelijke loopgraaf. Hier konden wij eerst zien wat ons nog wachtte. Voor ons ongeveer zeven 4 acht honderd meter open veld met slechts gebrek kige dekking achter eenige hoopen mest» Daar achter in het licht van de avondzon een park met dicht kreupelhout, waaruit hier en daar de huizen van bet dorp te voorschijn ko men. De heele rand van het hosch spuwde vuur. Van alle boomep en daken ontving ons n krank zinnig vuur van de machinegeweren, üaaibij kwam nog het oorverdoevend geraas van de granaatkartetsen. Het was of d® was 'osg®- laten. Daar moesten wij nu in. 1 wee sprongen hadden wij weer voorwaarts gedaan. De com mando's werden luid yan man tot man gebruld. Alles lag thans achter de mesthoopen. aak acht tot tien man achter zoo'n hoopje, dat niet meer dan drie kwart meter breed en hoog was. Men moest zijn hoofd in den grond steken en snel met de handen wat aarde daar voor bij elkaar scharrelen. Lang duurden deze tusschen- poozen in het voorwaart» stormen niet. Twee of drie minuten op zijn hoogst scheen het tel kens te zijn. Men verliest echter het vermogen om onder deze omstandigheden den tijd te be palen. Het kwam ons voor, of het evenveel uren waren. Terwijl we nog liggen komt het commando: „De bajonet op het geweer!" En reeds blazen ook alle trompetten. Dan onmiddellijk daarop schetterend het oude Pruisisch0 aanvalssignaal. Allee springt op. Dof dreunen van alle kanten, de trommels. Daartuaschen door klinkt het voordurend door alle horens geblazen voon- waarts-signaal. De vijand haalt uit zijn gewe ren, wat er uit te halen is- Het is of de machi negeweren brullen. En daar tusschendoor bar sten de granaatkartetsen van de met snelvuur werkende artillerie. Doch er komt geen wanke ling in den stormloop. Rechts en links zoover het oog reikt, voorwaarts stormende infanterie. De zon schittert op alle wapens. Met een don derend hoera rennen wij voorwaart». Nog tweemaaal werpen wij ons neer. De voor ste linie vuurt. Aan een beek met wilgen er langs wordt snelvuur geopend op den vijand in de boomen. Bat zijn slechts korte ©ogenblik ken. Alles dringt naar voren naar den vijand. Wij willen de kerels den dood van onze kame raden met de bajonet betalen. Het hoera wil nog maar moeilijk uit de heerscbe keel. Het wordt een gebrul, waarin men vergeefs een menschelijk geluid zou trachten te herkennon. Mijn huurlieden hebben wijd opengesperde, met bloed doorloopen oogen. De gezichten zijn van woede vertrokken. Ieder voelt slechts drang naar voren. Rechts en links vallen kameraden. Men heeft Biecht» ©en blik voor hen over: „Ook jij, arme kerel" en alles rent verder. Nu is er geen tijd. „Wacht maar, wij zullen het jullie betaald zetten." Eindelijk zijn wij aan liet dorp. Een hoog© muur met twee rijen schietgaten staat voor ons. Gelukkig- heeft ouze artillerie er bressen in geschoten. Wij springen er door heen. Daar achter is echter niemand. Geweren, ransel» en oude uitrustingsstukken, dat is alles. Fr arische mariniers, zwarten en Belgen loopen daar gind» in de bosscben weg. Slechts eenige dapperen zijn achter gebleven. Met ben is bet snel uit. Hun dood is nntteloo», want die aanval ia toch niet meer te keeren. Reed» zijn de eerste door het boschje en de tuinderij daarachter m de eerste huizen van het dorp. Van ter zyde door de snel ingeslagen muren komen zij binnen. Doch ook daar is niemand. De verdedigers zijn weg. Op straat kunnen wij niet. Machinegewe ren striemen daar met kogels, alsof sproeiwa gen» aan het werk zijn. Wachten dus. Nu eerst zien met b°® weinigen wü nog zijn. Wij hebben hulp noodig, want te vele kame raden liggen er buiten op bet veld. De tijd gaat voorbij, maar er k":nt 8©en versterking. We moeten dua terug. Terug in den schemerenden avond. De brandende hoeven van ons eigen front dienen al» wegwijzer. Het liep ons niet mee vandaag. Maar we komen terug. Wij kwa men ook terug. Echter eerst eenigen tijd later. Het dorp echter of juister gezegd, .datgene, wat onze artillcri® aan rookende puinhoopen ervan had overgelaten, kwam in ons bezit Een gddncht schip. Bij het foroeeren van de Dardanellen door de Engelsch—Fransche vloot en het bom bardeeren van de xofien door de slagschepen was het een verrassing, dat de „Queen Eliza beth", het sterkst ®la§?chip dat met olie wordt gestookt en oo c.m. kanonnen heeft, daraaan deelnam. De „Queen Elizabeth" zegt het Hbl., is een type, dat in allerlei opzicht verschilt met de bestaande „dreadnoughts" wat be treft de bewapening, de snelheid en de kracht tot voortbeweging. Zij is het eerste schip van de slagvloot, dat met 38 c.M. kanonnen (de andere hadden 34 c.M. kaliber) bewapend i3, en dat een snelheid heeft van 27 knoop. Do anderen liepen 21 knoop. De machines worden gestookt alleen met olie, iirplaats van met. olie en steenkolen, of steen kool alleen. Nadat de kiel voor het schip gelegd wa3, zeide Churchill in het Lagerhuis, dat de „Queen Elizabeth" niet een schip was, dat zoo snel liep, als de snelste slagkruisers, doch dat het over een voldoende snelheid beschikte, om elk ander slagschip in te ha len. De kosten van het schip zijn iets minder, dan die van den nieuwsten slagkruiser „Ti ger", doch natuurlijk meer dan van elk vorig slagschip. In dit type wilde men een buitengewone snelheid bereiken, zonder dat dit op de be wapening of de bescherming van invloed was, of, dat de waterverplaatsing vermeer derd moest worden, altlus zegt de maritieme medewerker van de „Times". Om dit te ver krijgen heeft men het aantal torens van de andere slagschepen van het dreadnoughtty- pe (vijf toren) met één verminderd, en daar door ruimte gekregen voor meer ketels. De sterkte der bewapening bleef behouden, door dat men het kaliber der kanonnen van 34 tot 38 c.M. verhoogde. Inplaats van tien 34 c.M.-kanonnen, had men op de „Queen Eli zabeth" acht van 38 c.M. opgesteld. Het 38 c.M. kanon, zoo zeide eens de eerste lord der admiraliteit, .is het beste ka non, dat wij hebben. Het heeft alle voordee- lcn van het 34 c.M.-kanon, en nog wel in groote mate. Terwijl een 34 c.M.-kanon een projectiel werpt van 635 kilogram, wordt uit een 38 c.M. kanon een projectiel ingescho ten, dat bijna een ton weegt, en deze enor me massa metaal vliegt 11 of 12 mijl ver Ha „Queen Elizabeth" is een van de vijf schepen; de andere zijn de „Warspite", „Va liant", „Barham" en „Malaya', die binnen enkele weken gereed zullen zijn. Do „Queen Elizabeth" is op Trafalgarday ia 1912 te Portsmouth op- stapel gezet en in October 1913 te water gelaten. De proef tochten zijn uitstekend geslaagd. Niet alleen wat bewapening betreft, maar ook wat de snelheid aangaat, is zij het machtigste schip der wereld. De afmetingen zijn aldus: .Waterverplaat- sing 27.500 ton, lengte 600 voet, breeedte 90 voet, diepgang 28 voet, paardenkracht 60.000, machines Parsons-turbines, pantser gordel 321/j c.M., toren-pantser 25 c.M., 8— 38 c.M., bewapening 12—15 c.M., torpedo- lanceerbulzen vier van 53 c.M., snelheid 27 knoop. Uit een lijstje, dat de „Times" nog geelt van de andere slagschepen, die do Darda- nellen-forten gebombardeerd heben, blijkt nog, <lat het gewicht aan metaal van een volle laag van de zware artillerie der,,Queen Elizabeth", ruim twee keer zoo zwaar is, als die van den slagkruiser „Inflexible" en meer dan vier keer zoo zwaar als van do slagschepen „Irresistible"; „Cornwallis" e.a. Hoe de Engelsclien worden voorgelicht) 1 Wij hebben ai meermalen gesproken over de merkwaardige oorlogsbeschouwingen, die de .Engelsche bladen hun lezers plegen voor te zetten. Maar het ultra van wat op dit gebied gebeurt is wel de manier waarop de „krijgs kundige" medewerker van de „Daily Ex press", de nederlaag der Russen in de Masu- rische meren van te draaien toteen ver pletterende nederlaag der Buitschers I Geen „echte", maar wat bij noemt „een taktischo nederlaag." Deze gladde vogel merkt op dat het een verkeerd denkbeeld is dat de overwinning voor -Rusland of zijne bondgenooten alleen zal komen indien zij regelrecht op Berlijn aangaloppeeren. Hij toont het groote ge wicht- aan van een ordelijken etrategischen terugtocht welke ten doel heeft gunstiger posities in te nemen, on geeft te kennen dat de strategie van Grootvorst Nicolaas een zeer geniaal stuk werk is, „het werk van de bea te strategische hersenen welke de. wereld ooit gezien heeft." Natuurlijk is er voor deze opvatting ze'ër veel te zeggen! Wanneer de grootvorst nog eenige zulke verpletterende strategische ne derlagen aan de Duitschers toebrengt, dan zal hij tenslotte de zeer gunstige posities van het Oeralgebergte innemenI De tacticus van de „Express" zet dan uit« een dat de omtrekkende beweging der Duit- CCLI. BEGRAFENIS DER KINDEREN. Een afzonderlijke wijze van begraven schrijft het Romeinsch Ritueel voor ten op zichte' van de kinderen, die nog niet tot de jaren des verstands gekomen zijn (6e, 7e jaar) en daarom nog niet zondigen konden, maar in de onschuld des Doopsel3 gestor ven zijn. Zij rusten op liet kerkhof niet te midden van de volwassenen, maar op een uit sluitend voor hen bestemden plaats. Klokgelui heeft bij hun ter aarde-bestelling gewoonlijk niet plaats; gebeurt het toch, dan geschiede het niet op droevige, doch feestelijke wijze. Nadat het lijk ten teeken van zijn maagde lijkheid getooid is met een kroontje van bloemen of welriekende kruiden, haalt in Roomsche streken do priester bekleed met suporpli en witten stool het van het sterf huis af. Voorop gaat een misdienaar met het Kruis zonder stok. Hierdoor wil de kerk zin spelen op den korten levensduur van een gestorven kind, of volgens anderen welke uitleg beter is geeft zij hiermede te ken nen, dat het alleen door Christus' genade zonder eenige verdiensten van zijn kant, iu 'den hemel is. De priester besproeit het kistje met wij- 1 water en heft de Antiphoon aan„De naam !dea Heeren zij gezegend van nu af tot in eeuwigheid'" gevolgd door Psalm 112. Nu wordt het lijkje in processie gedragen naar ide kerk, waar het gedoopt werd, onder het bidden van den 118en Psalm: „Zalig zij, die onberispelijk zijn op hun (levens)weg, die wandelen volgens de Wet des Heeren1 enz. Is 'de weg lang, dan bidt hij nog de Psalm i 148, 149 en 150, alle lofzangen, waarin voor- al de gedacht», dat het de ziel van het 'onschuldig kind onmiddelijk tot het hemelsch Sion toegelaten is, op den voorgrond treedt. Daar het kind de verdienste der H. Mis niet noodig heeft, blijft deze achterwege. Even wel kunnen de ouders bij deze gelegenheid een Vofciefmis der Engelen of een Mis voor overleden familie laten opdragen. Genaderd tot aan de kerk, heft de pries ter de Antiphoon aan: „Deze zal zegen ont vangen van den Heer en goedertierenheid van God, zijn Heil, want dit is het geslacht van die den Heer zoeken'" gevolgd door den 23en - Psalm. Het lijkje in het midden der kerk geplaatst zijnde vervolgt hij:: „Heer," ontferm U onzer1" enz. Onze Vader. Met wijwater driemaal het kistje besproeiend, bidt hij in stilte door tot:: „En leidt ons niet in do bekoring. Maar verlos ons van den kwade. Om mijne onschuld hebt Gij mij opgenomen, en mij voor eeuwig gesteld voor Uw aanschijn, De Heer zij met u. En met uwen geest. Laten wij bidden. Almachtige en allerzachtmoedige God, die aan alle kin deren, door do wateren des Doopsels herbo ren, zoodra zij van de wereld scheiden, zon der eenigo verdienste van hun kant, terstond het eeuwig leven verleent, zooals Wij ge- j looven, dat Gij dit ook heden aan de ziel van ;deze(n) kleine hebt gedaan, verleen ons smeeken wij, Hoor, d&t wij door do voor* spraak van de Heilige Maria, altijd Maagd, en van alle Heiligen U hier met gezuiver de zielen mogen dienen en in het Paradij# met de heilige kleinen voor eeuwig veree- nigd mogen worden. Door Christus onzen Heer Amen." schers op niets uitloopt zoolang zij niet op, bun centrum kunnen steunen; dit centrum ia verzwakt en kan worden -doorgebroken. Grootvorst Nicolaas wist op 'voortreffelijke wijze te ontsnappen aan het gevaar van te worden ingesloten. Vervolgens gaat de Express-strateeg met analogie te werk. De positie van Napoleon bij Austerlitz was ongeveer dezelfde. De verbondenen van toen trachtten den rechter» flank van het Fransche leger te omsingelen4 en waren zeker van de overwinning, doch Napoleon trok den 'rechterflank 'terug en wachtte af of de voornaamste si&g tegen dft deel zijner troepen zou gericht worden. En toen dit inderdaad gebeurde, viel Napoleon met zijn hoofdmacht plotseling den vijand aan met het gevolg dat men kent. Het is evenwel niet onwaarschijnlijk dat ook Generaal von Hindenburg eenige kennis heeft vau de krijgsgeschiedenis der vorige eeuw en met een en ander, rekening heeft gehouden! Het ontsnappen aan eenvy andelij ke po ging tot omsingeling is even belangrijk als een groote overwinning," zegt de iBritsche luitenant-kolonel, die dit schrijft, 'tenslotte^ verdroten, lederen dag werd. zij sterker en zij was gevaarlijker voor hem dan die, welke bij zoo gewelddadig had onderdrukt voor de vrijheid! yi TERNAUWERNOOD ONTKOMEN. Sicard wae toch een eigenaardig mensehl Hij had Nollan door diens levensgeschiede nis aan Lydie Manon te vertellen, een slag toegebracht, dooh achtte het tbaiis niet on dienstig den dokter een bewijs der scherp zinnigheid van de politie te geven, door Hu- bert Nollan het adres over te doen brengen vap Rose de Trémazan. Bij Laurotte had Si card dit vernomen en nog veel meer. Ook hoe Nollan Rose bad vervolgd. Daarna was hij weer naar Lydie Manon gegaan,- om die verder in te lichten omtrent den dokter! Pierre Lasson was juist even later bij Ly die gekomen en had van haar nu, niet zon der ontroering, gehoord hoe Nollan Rose achtervolgd had eu was niet weinig ge schrokken bij de gedachte aan de gevaren, die de Bretonsche had doorstaan. Deze ontdekking had een zonderling© uit werking op hem gehad. Zij maakte een ander man van hem. - nuu To-t dusverre had hij onbezorgd geleefd, te 0l'«anisoenI, zij werkte on- imdiden van do meest afwisselende omstandig- Da \'!°r V' burg©r vertegenwoordiger. om pbare Dam den brief werk- "hei-p aa?' zoader z'ch verder te befeom- D(/\, °-u\ 11 boodschapper, die verdween. Vtlf wa« van cen onbekende, die on- al«eht n 6 "Jean la Mort". Hü bevatte Sjjn 'y enkele regels, die aan Robespierre Rii voorspelden. N* 'ons maoht nog niet tot wankelen f g<mradht, die de meester was en be- van het eene einde tot het andere, t>b ak '-rQ0u ^'óoger noemde «het vroolijke sC Frankrijk», haalde de schouders v, erekende dat zyQ aanhangers nog Fj^'yker waren dan zyn tegenstanders, 0, ge!)èp) Heuriot en zijn nationale garden, eiok1 2Ï.H ger> de openbare macht stonden brok kr„lv;elei1 611 dan bad hii nog voor dezp/i'H *ve,„? v?n *ün woord, zijn onafge- ïpoU- 6 v.''nningen en hii eindigde met 11 l8r-0oM!!i''(len t6 '6Preken, die^Danton tT.. had gezegd: n jb bedroog' zullen niet durven. üt duister De samenzwering ward heden, uit nieuW8SPerigheid om zoo te zeggen. Het verhaal vaa da* Lydie hem oververteld bad, h»u aem doen ontwaken. Rose de TréInazaI1, zuster van zijn boe zemvriend, het wezeu, dat hij zeker het meest ter wereld bemiuu0» was voor hem meer dan een zuster. Nooit .w^® de gedachte iu hem opgekomen, dat ZU slachtoffer van zulk een lagen valstrik zou kunnen worden. Op zijn beurt, evenals zijn metgezel ver ontwaardigd was gewoest door zooveel an dere misdaden, had by een woede in zich voe len opkomen, die hu tot dusverre nooit had gekend. Tegelijkertijd had hij ook -in rijn eigen hart gelezen. Toen hij besloten had zjjn huis Vaudreuil te verlaten tegen den wentsch van zijn va der, zich te begeven in avnturen, waartoe hij zoo weinig geschikt was, toen was het, be halve uit aanhaukelykheid, uit trouwe, op rechte vriendschap,-<ue hem aan Jean de Tré mazan verbond, ook nog om diens zuster Rose, het lieve, schoone meisje, dat nu te Parijs was, in de gevangenis* blootgesteld aan allerlei gevaren en dat hem op geheim zinnige wijze aantrok. Hij ging zich rekenschap geven van de smart, die hij ondervond, van zijn veront waardiging, van de gedachten die in zijn hoofd woelden, wanneer hij dacht aan den. misdadiger, dien hij had! willen grijpen, neerschieten, zooals hij den kruidenier Lé- doux had neergeschoten, maar nu zonder ge nade: Dat was liefde. Zij had zich plotseling aan hem geopenbaard en hem overwonnen. Hij moest het erkennen. Hij benünde Rose. In Pierre's oogen wae het nu niet langer Jean de Trémazan, dien de ellendige dokter had beleedigd door Rose te beleedigen, maar ook hij zelf gevoelde zich diep gehoond. Het was twaalf uur toen hij ziju vriend ging opzoeken» De plaats van bijeenkomst was bij Véry in een vrij groote zaal, die de markies de Gha- lay had gekozen om Eaar ligging, omdat zij voorzien was van een geheime deur, om zioh te onttrekken aan de vervolging van agen ten, die hem of een zijner gasten zouden wil len aanhouden. Deze zaal wae achter in het ïwui* gelegen en de geheime deur kwam uit op een trap, waarlang» men den tuin kon bereiken, die een uitgang had in het aangrenzende huis, van waar men. dan weer de straat bereiken kon. Men zou kunnen moenen, dat de bouw kundige van den hertog van Chartres, toen hij het Palais Royal bouwde, een voorgevoel had gehad van de rumoerige tijden, die Pa rijs tegemoet ging Ohalay was er nog niet toen Pierre Lae- son binnentrad, Hij was de eerste» De tafel stond gedekt met tien couverts. Wie werden verwacht! De deur giug open. Het was Jean de Trémazan, die binnentrad, Zoo, zijt gij daar! riep 'hij uit, toen hij zijn vriend zag. Van waar komt gij! Ik heb wat rondgedwaald in Parijs om mij op de hoogte te stellen van hetgeen ef voorvalt. Ik heb Delaunay ontmoet, ge woef wel!..., De secretarie yan onze sectie, de vas» woede Jaoobijnf Maar die aan onze zijde is. mm Van gansoher harte. Wat zeide hij? Dat allee goed gaat «a dat hij tevredeg over u i«- Waarom? Omdat gij in den laatetea tijd de rede» naars zoo dapper toejuicht. Saint-Just, Chan* mette en de anderen. Hij beweert, d&t er geea zes weken meer. behoeven te vetrloopen, ot men zal n voor vast in de club opnemen! Intusschen, de wind draait, men vreest Jacobijnen niet meer, men lacht om hen, Pierre was ernstig geworden, Hij heeft mij ook gezegd, dat ik zaam moest zijn en op mijn hoede, ging voort Het schijnt, dat men n zoekt Hij he uw naam gelezen, die zoo juist gesohr was op een lijst van vogelvrije ci-devant Jean de Trémazan- Wanneer wij uitgaam moeten wij altijd goed gewapend zijn, onz NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 8, Tint tvrui der gentlemen-inbreker* zal -irrs. j. i9 r\/l./\ m. - r Kunnen vandaan kwamen, begx>n de zaak er al onaange- 1 fcïïu «Jet» uurveiu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9