DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
A DE OORLOG
- EERSTE BLAD
haagsche brieven.
Haarlem's historie.
Laat uw SCHOEISEL
GOED repareeren bij
P. W. TWEENUIJSt.i,
Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
WOENSDAG 17 MAART 1916
40ste Jaargang No 8098
abonnementsprijs»
Per 8 maanden voor Laarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gem.)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
Bureaux van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426»
PRIJS DER ADVERTENTIëNs
Van 6 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 ct.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regel. Buitenl. 20 ct.
Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct. contant).
DH NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN
agenda. is Maart.
Gebouw SL Bavo K. K. Volksbond
R. K. Bureau voor rechtskundig advies
it:zake arbeidersbelangen van 8—9 uur.
Esperanto.
Groote Kerk 2—3 uur Orgelbespe
ling door den heer Louie Robert. (Zie pro-
grjuuma stadsnieuws).
Bisschoppelijk Museum Janestraat
geopend eiken dag van 105 uur tegen
e aling VaQ 25 cents. Uitgezonderd Zater-
flngeT1 en R. k. feestdagen.
LVII.
t Is mij opgevallen, dat de Indische aan
gelegenheden, die in de laatste weken in
aHze volksvertegenwoordiging zijn behan
deld, zoo weinig de opmerkzaamheid hebben
getrokken in het land. Een keer te meer
blijkt daaruit, dat de belangstelling in „den
gordel van smaragd" nog altijd slechts even
redig is aan de grootte van het dividend,
;Jat Indische maatschappijen uitkeeren of aan
die der pensioenen, die bij het B. B. (binnen-
andsch bestuur) of andere diensten kun-
en worden behaald. Vandaar dan ook, dat in
lls Haagje, waar duizenden Indischgasten
ondloopen, de belangstelling althans iets
e ooter is dan elders en men hier onwille-
Urig nog al gelegenheid heeft, om eens
Cl Indische zaken te praten. In de „Witte"
vn e »Oranje"-societeifc de laatste op het
Hendrikplein bij het begin van do
lrU; buurten heeft men het allereerst
,®?bad over de Indische leening van
Verïrnn gulden. W,at niet behoeft te
kens, "d ten'"wrant deze leening, die er blij-
°ptim courantenberichten en het geuite
'tSüle van Minister Pleijte zoo goed in
"t, is werkelijk: con. feit van groote be
tekenis in onze koloniale politiek. Voor
bet eerst wordt hierdoor toch een zelfstan
dig krediet voor Indië geopend. Het is nog
maar een begin en 62V» millioen vormen fei-
on Jkt niefc meer dan een peulschilletje ten
r£vhf vau de Indische financiën, doch te-
d° -^ranschen„ce n'est que
Pf. qm coute." De meest enthou-
18 e-1jS Vaa Indië's financieele
zelfstandigheid luiden reeda een aëra
V_an voorspoed en welvar voor ons schoo-
uo Insulinde.
Ook echter, als men de zaken wat nuchter
der bekijkt en m de leening niets meer X
dan wat zij feitelijk ook is, n.l. oen consoli
datie van de Indische vlottende schuld,
^-beteekenis groot genoeg.
T;;;at dan ook de tijden veranderd!
d^°^anh«inTerde daaraan „De Vaderlan-
wint»en. Zaterdag j.L: „Als men den heer
r°epea p w.eer eens in het leven kon terug'
nier ïió fie ïaar in iaar uit in de Tweede Ka-
lotii,T n 1 v Ve.rkondigd, dat het liberaal ko-
verd w - d' llat de „batige sloten" deed
Voor 1 ljnen' °ns op den weg des verder""
dlyw. 2011 vragen, of hij waakte
mde, nu er eene Tweede Kamer is ge-
*0toen, die het laatste struikelblok op den
^eo naar Indië's financieele zelfstandigheid,
•"et algemeen goedvinden uit den weg ruim-
die daardoor feitelijk een einde maakte
aa'i Indië's toestand ais wingewest."
.Under de Haagsche „oudgasten" zijn er
usschen heel wat, die van die moderne,
hische, koloniale politiek, die langzaam,
kr.fr. gestadig meer successen te boeken
in aiet vee* moeten hebben. Men hoort
ben 1 dringen over "hot gedrijf" van man-
Mj ni f Van Deventer en Pock, nu ook van
v0o.; er Bleijte soms scherp oordeelen. Zoo
v "''al nu weer ter zake van de opheffing
a de Gouvernements-koffiecultuur. Tot lie
den is het Gouvernement de eenige, die de
bevoegdheid liad koffie te planten. Het be
zat aldus een zeer streng koffiemonopolie,
zooals het cultuurstelsel van Generaal v. d.
Bosch er meerdere in het leven heeft geroe
pen. Op dat cultuurstelsel en op het laatste
restje daarvan is in en buiten de volksver
tegenwoordiging in de Laatste decennia altijd
braaf gescholden. Toch zou men verregaand
onbillijk zijn, als men het oog sloot voor de
groote voordeelen, welke het heeft opgele
verd. De enorme winsten heeft men intus-
schen altijd gaarne aanvaard.
Hoe het zij, het stelsel was niet meer van
onzen tijd en diens volgens ten doode opge
schreven. Die dood, hoe langzaam en gelei
delijk ook bewerkstelligd, is dan nu geko
men. Met de z-.g. gedwongen culture zal
het uit zijn. Men verwacht er veel van in het
belang der inlanders. Hoe er met die belan
gen gemoedelijk werd omgesprongen, heeft
hot debat in de Tweede Kamer ter gelegen
heid van het wetsontwerp tot afschaffing
der Gouvernements-koffiecultuur weer eens
doen zien.
De heer De Meester moest toch droeve ge
tuigenis afleggen, dat, al stond in het llegee-
ringsreglement „dat bij de cultures als begin
sel moet worden aangenomen, dat de beloo
ning der betrokken inlanders met vermijding
van schadelijke opdrijving, zoodanig zij, dat
de gouvernementscultures hun, bij gelijken
arbeid, ten minste gelijke voordeelen ople
veren als de vrije teelt", en „dat zooveel
doenlijk opgeheven worden de bezwaren, die,
na. een ppzettetijk onderzoek, mochten be
vonden worden, ten aanzien van die cultu
res te bestaan", dit niets dan fraaie woor
den waren, waarvan niets in terecht geko
men, maar dat hij uit zijne ervaring als vice-
president van 'den Baad van Indië wist, daf
in de adviezen van hooggeplaatste ambtena
ren zelfs, altijd op den voorgrond kwam
het belang van de schatkist, en dat het be
lang van de inlanders altijd in de tweede
plaats kwam.
En als wij den heer Van Deventer hoo*
ren vertellen, dat door de inlandsche be
volking altijd ongelooflijk veel arbeid aan
die gouvernementscultuur is moeten worden
besteed; dat het maar altijd planten, snoeien
en schoonmaken was, en dat hij enkel maar
plantloon kreeg, terwijl alle risico voor den
aanplant door hem werd gedragen, dan is
het niet moeilijk om te begrijpen, dat zijne
aardigheid er eindelijk geheel afging.
Als die aardigheid er nu maar niet zóóver
af is, dat er van de koffiecultuur in Indië
heelemaal niets meer terecht komt. „Als men
de kerels niet dwingt" aldus een mijner
Indische societeitsvrienden over de inlan
ders „dan voeren ze heelemaal niets uit."
In plaats van de gedwongen moet nu
immers de v r ij e cultuur komen, aangemoe
digd door goedkoop landbouwcrediet en coö
peratieve productie-vereenigingen. Het lijlct
alles zoo mooi en vooruitstrevend, zoo echt
Westersch", maar mijn gebruinde raadsman
SCxrUdt er zi-iu hoofd over.
ke "leer over den derden maatregel, wel
de Tweldi°Kgameerdaf en aangenoimen is door
111 Tnu.-JVi er> al- het wijzigen van art.
111 Indisch Regeeringsreglement ten behoe-
\6 van het ïecht van vrije vereeniging en
vergadering. Daar was hij heelemaal niet
over te spreken. Mijn vertrouwen in zijn
goeden kijk op Indische toestanden steeg
intusschen, omdat zijne meening parallel-liep
met die, welke ten opzichte van dit vraag
stuk verkondigd is in de Tweede Kamer
door mannen als Bogaardt (R.K.) en Dr.
ycheurer (A.B.) twee Kamerleden, die Indië
uit eigen ervaring kennen, als weinige hun
ner collega's.
Men kent uit de Kamerverslagen in dit
blad de zaak waarom het gaat.
Bij Kon. Boodjschap van 28 Dec. 1911 werd
bij de Tweede Kamer ingediend een wetsont
werp van den toenmaligen Minister van Ko
loniën, den heer De .Waal Malefijt, om art.
Ill van het Indisch Keg. Kcglement te wij
zigen in den geest van art. 8 van onze Grond
wet. Dit art. 9 luidt:
„Het regt der ingezetenen tot vereeni-
ging en vergadering wordt erkend.
De wet regelt en beperkt de uitoefe
ning van dat regt in het belang der open
bare orde.
In overeenstemming daarmede zal art. 111
111 I. K- II- aa voortaan luiden:
„Het recht der ingezetenen tot veree
niging en vergadering wordt erkend.
De uitoeieumg van dat recht wordt in
het belang der openbare orde bij algemee-
no verordening geregeld en beperkt."
Ook op dezen maatregel is van toepassing,
wat ik boven schreef. Hij was niet tegen
te houden, loen bij de wet van 23 Juli 1903
betreffende de decentralisatie van het be
stuur, de politieke mondigheid der Indische
maatschappij, althans ten aanzien van ge
westelijke en locale aangelegenheden, in be
ginsel werd erkend, werd tevens op het al
gemeen verbod van artikel 111 eene uitzon
dering gemaakt vo<or vereenigingen en ver
gaderingen, uitsluitend strekkende tot het
aanbevelen van personen voor het lidmaat
schap der locale raden.
De eene stap lokt den anderen uit. Zoo
ook hier. In die is nu 0p weg naar zijn poli
tieke mondigheid. De linkerzijde onder aan
voering van den heer Mr. Troelstra begroet
te het wetsontwerp niet gejuich. De boven-
heeren Bogaardt en Scheurer,
schudden mm of meer bedenkelijk hun ge
bruinde hoofden. En meergeciteerde
vriend vroeg kortweg, of do heeren hier in
Den Haag gek geworden zijn. Zij allen had
den het rad van den vooruitgang niet wil
len tegengehouden zien; zij zijn wijs genoeg
om te begrijpen, dat zulks toch niet gaat;
maar hunne overtuiging iS) dat als de Indi
sche hervormingen niet gaan langs lijnen
vau uiterste geleidelijkheid, zij veel opspron
gen in liet uuister gelijken, die op allerlei
lei misère kunnen uitloopen.
„Intusschen de heeren kunnen hier we]
mooie dingen op papier zetten" -aldus
voor het- laatst mijn zegsman maar daar
om zijn ze in Indië nog niet werkelijkheid
geworden."
„Ge zijt een aartsconservatief," yoegde ik
hem lachend toe.
„Ik zeg met uwen Bogaardt," lachte hij
terug, „dat ik daar eeu eer in stel."
.Wat mij persoonlijk aang-aat, ik geloof,
dat zoolang wij Idenburg of een man als
deze aan liet hoofd der Indische Regeering
houden, het met de sombere voorspellingen
nog wel los zal loopen.
's Graven li age, 15 Maart 1915.
OVERZICHT.
De berichten van het oorlogsveld zijn
schaarsch. Er is uit de lange rapporten niet
veel op te maken.
Wij bobben ons gisteren vergist, toen we
zeiden dat de .Dresden het laatste Duitsche
oorlogsschip was dat nog op den Oceaan rond
zwalkte. De „Karlsruhe, een kleine snelle
kruiser, vaart eveneens nog rond en ver
schalkt in het verre Westen Engelsohe sche-
pen.
De jadbt op de «Dresden» heeft na den slag
bij de Falklandseilanden nog méér dan zqs
weken geduurd. Te Bunta Arenas had het
Engelscli eskader, dat do «Dresden» opjoeg,
zijn basis.
Buiten de oorlogsberichten i8 nog Van be
lang de werkstaking 1B tle bavens van Noor
wegens: de zeelui vragen allen oorlogstoes
lagen of weigeren wegens het mijnengevaar
uit te gaan.
Op de Noordzee schijnt een zeegevecht te
zijn geleverd: de scbiPPers brengen berichten
van kanongedonder en v°orbjjvaren van oor
logsschepen.
een zeeslag?
Daar schijnt gisteren ter zee iets gaande
geweest te zijn. Men Pe,ri^ te ons gisteren
avond uit IJmuiden, dat daar ruim een uur
lang, van ongeveer 3 nur tot 4 uur, zwaar
kanongebulder gehoord is uit de richting
W.N.W.
Ook de kustwachten rapporteerden volgens
de Tel., duidelijk het kanongebulder te heb
ben gehoord. De mist belemmerde het uit
zicht op zee.
De rapporten van binnengekomen stoom
trawlers wijzen óók op een treffen ter zee
nabij do Nederlandscihe kust.
Zoo werd door een trawler gerapporteerd,
dat tusschen 2 en 3 uur nabij Kamperduin
twee oorlogsschepen zijn waargenomen, een
met drie sehoorsteenen en een met twee
echoorsteenen en een onderzeeër, koersende
in noord-oostelijke richting.
Een andere trawler rapporteert twee tor
pedobooten gezien te hebben, die in vliegende
vaart in noordoostelijke richting stoomden.
Alle binnengekomen trawlers hebben zwaar
gesehut geboord.
De trawler «'s Gravenhage» kwam bij het
vuurschip Haaks een Engelsche kruiser te
gen met 'een torpedoboot, die Noordwaarts
stoomden.
DE KRIJGSVERRICHTINGEN
IN POLEN.
Het gisteren gemelde offioieele Duitsche
bericht over den terugtocht van het 10de
Russische leger toont, dat de toestand int
het Oosten toch wel enigszins anders is,
dan de officieele Russische berichten deden
vermoeden.
Terwijl de Russische berichten den indruk
maakten, dat de aanval der Duitschors door
de Russische versterking geheel was afgesla
gen en de legers van Below zich tot de
verdediging moesten bepalen; blijkt uit dit
Duitsche bericht, dat het snel gevormde
nieuwe 10de Russische leger door de Duit-
schers, die verleden week Dinsdag tot het
offensief overgingen, werd overvleugeld en
tot den terugtocht werd genoodzaakt, met
achterlating van vele honderden gevangenen
en een grooten voorraad geschut en leger-
behoeften in handen der Duitschers. Door
dezen snellen terugtocht stelde het 10de leger
de flank bloot van het tweede leger, voor
welks bescherming het moest zorgdragen. De
gevechten, die daarvan het gevolg waren,
leidden tot een ernstige nederlaag van het
tweede korps, dat den vijand in westelijkee
richting vermoedde en zich in die richting
voor het gevecht ontwikkelde en zeer plot
seling uit het noorden werd aangevallen.
Woensdag reeds waren de Russen, om een
nieuwe omsingeling te voorkomen, op den
terugtocht over de geheel© linie. En door
deze manoeuvre alleen kon het Russische leger
opnieuw aan een groote nederlaag ontgaan.
Bij de vervolging werden nog 5000 gevan
genen gemaakt en vielen opnieuw kanonnen
en mitrailleurs den Duitschers in handen.
Ilefc gevolg daarvan is, dat de Duitsche troe
pen, volgens een Russisch bericht, hunne artil
lerie dichter bij de vesting Osowietsj konden
brengen en ook op andere punten konden
vooruitgaan. Zij naderden zelfs bij. Soniondz
de rivier D© Bobr, doch werden hier door
het Russische vuur tegengehouden.
DE „DRESDEN".
Na den slag bij' de Falklands-eilanden op
8 December wist een schip van het eskader
van admiraal Von Spee te' ontsnappen. Het
was de kleine kruiser „Dresden", die van
de gelegenheid, dat de Engelsche kruisers
de „Nurnberg" en „Leipzig" achtervolgden,
gebruik maakte om te ontkomen.
.Van de vijf Duitsche oorlogsschepen ".werd
dus één niet vernield en nog onlangs lazen
wij in een beschouwing van den maritiemen
medewerker van de „Times", dat de over
winning bij de Falklands-eilanden niet vol
maakt was, omdat de „Dresden" ontsnapt1
was en men dus weer verschillende oorlogs
schepen voor dezen kruiser moest bestemmen.
Eenige dagen na den slag deed de „Dresden"
Punta-Arenas aan en sedert vernam men niets
meer van den kruiser, die dadelijk door de
Engelschen achterna gezet werd, want ook
de „Glasgow" en „Bristol" liepen te 'Punta-
Arenas binnen en stoomden dadelijk verder.
Intusschen heeft de Dresden, dank zij haar
snelheid van 2424i/a knoop, steeds aan de
vervolgers kunnen ontkomen, totdat zij, zoo
als een Reufcer-telegram gisteren dan
BARTELJUKISSTRAAT 27
TELEFOON 1770.
Haarlemsche Alleaaycs No. 1574.
EEN VOLKSPARK?
Onze collega, de Opr. H. O. oppert in
verband met de bestemming van het buiten
verblijf-van de Poll aan den Zijl weg, het
denkbeeld om dit mooie stuk grond nu eens
niet voor bouwterrein te gaan raseeren,
maar er een „Volkspark" van te maken.
Wij zouden, zij het in eenigszins ande
ren vorm, dit denkbeeld gaarne willen steu
nen.
Voor een eigenlijk „park" is de buiten
plaats te klein, en de vergelijking, die onze
collega maakt met „Groenendaal" in Heem
stede, loopt een beetje mank.
Maar juist omdat de oppervlakte niet zoo
reusachtig groot is, kan dit stuk grond goede
diensten bewijzen in de drukbevolkte en
dichtbebouwde wijk ten Westen van den
Singel, wanneer een flinke brug het parkje
zou verbinden met de arbeiderswijken ten
zuiden van de Brouwersvaart.
Een speelterrein voor kinderen is bier te
vens goed op zijn plaats, en ook daarvoor
biedt het park gelegenheid, terwijl het huis
voor bureaux of anderszins voor de gemeen
te altijd waarde behoudt.
Nog oens: het denkbeeld van onzen col
lega lijkt ons zeer gelukkig en het zou
inderdaad een aanwinst zijn, als ons gemeen
tebestuur in dezen geest een besluit kon
nemen
meldde, in de wateren van Juan Fernandez
vernield werd. Volgens sommige berichten
moeten de Duitsche oorlogsschepen reeds vroe
ger deze eilanden als basis gebruikt hebben.
De kleine Duitsche kruiser vocht tegen 'n
geweldige overmacht en het is niet te verwon
deren, dat de vlag spoedig gestreken wercL
De „Dresden" kon n.L slechte 12 kanonnen
van 10 cM. stellen tegenover de 16 kanoim ■u
vaii lo oM. en 10 van 10 cM. van de Kent"
en de „Glasgow". Ook behoorde tot het En«
gcische eskader nog de liulpkruiscr „Otranto"
De „Dresden" is even groot als de „Einden"
en dateert uit de jaren 1907—1908 Do water
verplaatsing is 3650 ton. Be snelheid bedraagt
24241/2 kuoop. Do bewapening wordt ge
vormd door 12 10,5 cM. kanonnen en 4—5,2
cM. kanonnen. De bemanning telt 360 koppen.
Van de Duitsche oorlogsschepen, welke n et
in de Duitsche wateren waren, toén de oorlog
uitbrak, is nu nog slechts do „Karlsruhe"
overde rest is vernield. Ook varen er. nog
enkele hulpkruisers rond.
VERSPREIDE BERICHTEN
Ontevredenheid in Engeland.
Reuter seint, dat lord Kitchener lord South-
wark gemachtigd heeft mede te deelen, dat
Engeland sinds het begin van den oorlog de
productie van munitie 300 maal heeft ver
groot, desniettegenstaande hoopt hij dat
groote uitbreiding van werkkrachten hem in
staat zal stellen de voorraden op enorme
wijze te vergrooten.
De Maasbode-redacteur te Londen seint
hierover: De oproep van lord Kitchener, zijn
woorden, rechtstreeks tot de fabrikanten en
werklieden gericht, en de uitlatingen over
de ernstige ongerustheid betreffende de voor
roden oorlogsmateriaal hebben de bevolking
beter de nooden van het land doen begrij
pen, dan welke verklaring sedert het begin
van den oorlog ook.
De «Evening News» heeft de groot-iudus-
trieelen en de leiders der werklieden hun
meening over de verklaring van den mink-
II.
HAARLEM ALS STAD.
fWe heer van Holland die in het kwartier van
Wetles z'jn „Stins" of „Steen" had gevestigd,
grqt aJ'een reeds door de stichting van dit
stru ik huis de plattelandsbevolking naar deze
bj^?° ging het overal in Vlaanderenland en
Cotui/H en daar is biina geen stad in deze
•a 2jj1Jen k de Middeleeuwen, zooals prof. Blok
Vr doorwrochte studie over de „Geschiedenis
Nancteche stad" opmerkt, die niet op
ju ijs ontstond!
t'; by.ar 20°als ik zeide: de kramers en koopliê,
7 gers en handelaars die zich bij het grafe-
j{> Cs kwamen vestigen, lieten het kwartier
Wft nes in den letterlijken zin des woords
Vfcl -ihnks" liggen. Bakenes was in die hon-
ineer iaren ainHo Ha
wa?"w 'aren Mads de stichting van
têj.'i ^een een dorp apart geworden,
ti»„' c'e sociale indeeling reeds heb ver-
hienri &eheel vrii 01 aiet in aanslui-
Hel .A'euJ; n,aar toch nog onder de beseher-
'aar|p, yan het grafelijk hof, kwam het
n ,ot stand, dat in den Joon der
eeuwen langzamerhand het kwartier van Bakenes
in zich heeft opgenomen.
Tusschen de hooge zeewering, de duinen, en
het kronkelende Sparen, liep al van ouds de
heirweg door Kennemerland naar Rijnland.
En het spreekt vanzelf, dat langs dien weg
vooral de burgers en koopluiden zich neder
kwamen zettende meest geëigende plaats daar
voor was, waar het Spaarae in wijden boog zich
het verst naar het Westen kromt, waar „de Beek"
uit het Westen strooinende, in het Spaarne
uitmondde en dus te land en te water een
natuurlijk kruispunt van verbindingswegen was
gelegen: daar was een hooge, droge plek,
„'t Zandt" geheeten, dadr vormde zich dan
ook het middenpunt van de stad, dië naast het
Gravenkasteel ontstond
,,'t Zandt" is geworden liet marktplein van
Haarlem, dat nog in een kroniek van 1300 onge
veer met den eerstgenoemden naam staat
aangegeven.
Dat de burgers de droge, zanderige, hoog
gelegen punten liever bewoonden dan het moe
rassige Bakenes langs 't Sparen, bewijst ook die
andere plaats vlak bij „'t Zandt", die eveneens een
der oudste plekken is van de stad: de „Crocht",
die reeds in den naam de aanduiding geeft:
„Crocht" immers betegkent in de oud-Holland-
sche taal een hooge zandgrond, een soort
„plateau" midden tusschen moerassig land.
Zoo ontstond dus op de meest natuurlijke wijs
en plaats het vlek, dat later de stad Haarlem
zou worden.
Wanneer precies het aantal burgers van dit
vlek zóó groot is geworden, dat men al van een
dorp kan spreken, is natuurlijk niet te zeggen.
Met en naast 's Graven hof groeide het aantal
kooplieden, die eerst tijdelijk, later voor vast,
zich hier vestigden, sn reeds in de elfde eeuw
was het aantal dier bijeenwonende burgers vrij
talrijk. Doch de vestiging had nog volstrekt niets
van een „stad"het was een groote menigte zeer
uiteen liggende grootere en kleinere huizen (van
hout natuurlijk meerendeels) met akkers, weiden,
hofsteden er tusschen, die maar héél langzaam
den vorm van een stad met straten en wegen
en pleinen, aannam.
Dat laatste kwam eerst, toen de handwerks
lieden zich bijeenschaarden, toen het handwerk
niet meer het maken-op-bestelling-alleen ging
betreffen, maar zich in het groot ontwikkelde
tot een industrie.
Daarover echter later meer,
Hoe gemoedelijk het toeging in "de eerste tijden
van Haarlem, daarvan geeft het beroemde Hand
vest van 1245, waarbij aan de vestiging Haarlem
het stadsrecht, d. i. den stedelijken rechtsvorm
wordt verleend, alleraardigste staaltjes. Het
oogsten en zaaien op de landerijen in en buiten
de stad wordt daarin b.v. in bizonderheden gere
geld, een bewijs ook, hoe er van een geregelde
bebouwing van het stedelijk gebied in dien tijd
nog geen sprake was. Trouwens, als men de kaart
van 1437 ziet van Haarlem, blijkt het dat er
overal open terrein ligt, en de bekende kaart
van Thomas Thomaszoon uit 1578 zelfs, waarop
Haarlem als volledige stao met wallen en grach
ten voorkomt en het stadsbeeld van tegenwoordig
duidelijk is te onderkennen, geeft nog vele open
plekken.
In de dertiende eeuw was de bevolking van
Haarlem nog niet hooger dan een duizendtal,
maar na dien tijd groeit de stad op buiten
gewone wijze. De Vlaamsche wevers en linnen
wevers vestigden zich hier in grooten getale:
omstreeks 1400 had Haarlem reeds meer dan
5000 inwoners, en de „Informacie" van 1514
stelt het aantal „communicanten" op 10,000,
wat dus beteekent een bevolking van. over
de 20,000.
De groei van Haarlem tot stad is derhalve
zéér beduidend te noemen, en deze groei hield
veiband met de uitbreiding van hare vrije rech
ten: het oudste privilegie is het reeds genoemde
handvest van 1245, waarmee graaf Willem II
aan Haarlem het stadsrecht gaf; daarna werden
telkens uitgebreider rechten door de landsvorsten
aan de bloeiende stad toegestaan: in 1426 ver
grootte hertog Philips van Bourgondië het
rechtsgebied van Haarlem met 180 roeden rond
om het bestaande gebied, in 1473 voegde
Maximiliaan van Oostenrijk hier weer een
kwart-mijl aan toe, terwijl het „groot privilege"
van Maria van Bourgondië ir- 1477 de stads-
vrijheid volkomen had gemaakt.
Zoo was Haarlem langzamerhand „gegroeid'
tot stad, gegroeid niet alleen in bevolking, in'
omvang, maar ook in beteekenis en rijkdom. In.
de ,Bede" van 1387 is de som die van Haarlem
wordt gevraagd, op Dordrecht na de grootste
van alle steden van Holland, wat er op wijst dat
Haarlem 't eerst komt in welvaart na de belang
rijke en rijke koop- en tolstad aan de Merwede.
En wanneer in 1426 gravin Jacoba een schat
ting vraagt ten onderhoud van 500 gewapende
mannen, staat Haarlem met het hoogste schild»-
geld bovenaan op de lij3t der Hollaudsche
stedenj
Hoe kwam die welvaart hier, en uit welk»
bronnen?
Dat is dunkt me een geschikt onderwerp
voor een volgend opstel.
:i
F S.