DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. A DE OORLOG - EERSTE BLAD haagsche brieven. Haarlem's historie. Laat uw SCHOEISEL GOED repareeren bij P. W. TWEENUIJSt.i, Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem WOENSDAG 17 MAART 1916 40ste Jaargang No 8098 abonnementsprijs» Per 8 maanden voor Laarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gem.) Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426» PRIJS DER ADVERTENTIëNs Van 6 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 ct. Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regel. Buitenl. 20 ct. Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct. contant). DH NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN agenda. is Maart. Gebouw SL Bavo K. K. Volksbond R. K. Bureau voor rechtskundig advies it:zake arbeidersbelangen van 8—9 uur. Esperanto. Groote Kerk 2—3 uur Orgelbespe ling door den heer Louie Robert. (Zie pro- grjuuma stadsnieuws). Bisschoppelijk Museum Janestraat geopend eiken dag van 105 uur tegen e aling VaQ 25 cents. Uitgezonderd Zater- flngeT1 en R. k. feestdagen. LVII. t Is mij opgevallen, dat de Indische aan gelegenheden, die in de laatste weken in aHze volksvertegenwoordiging zijn behan deld, zoo weinig de opmerkzaamheid hebben getrokken in het land. Een keer te meer blijkt daaruit, dat de belangstelling in „den gordel van smaragd" nog altijd slechts even redig is aan de grootte van het dividend, ;Jat Indische maatschappijen uitkeeren of aan die der pensioenen, die bij het B. B. (binnen- andsch bestuur) of andere diensten kun- en worden behaald. Vandaar dan ook, dat in lls Haagje, waar duizenden Indischgasten ondloopen, de belangstelling althans iets e ooter is dan elders en men hier onwille- Urig nog al gelegenheid heeft, om eens Cl Indische zaken te praten. In de „Witte" vn e »Oranje"-societeifc de laatste op het Hendrikplein bij het begin van do lrU; buurten heeft men het allereerst ,®?bad over de Indische leening van Verïrnn gulden. W,at niet behoeft te kens, "d ten'"wrant deze leening, die er blij- °ptim courantenberichten en het geuite 'tSüle van Minister Pleijte zoo goed in "t, is werkelijk: con. feit van groote be tekenis in onze koloniale politiek. Voor bet eerst wordt hierdoor toch een zelfstan dig krediet voor Indië geopend. Het is nog maar een begin en 62V» millioen vormen fei- on Jkt niefc meer dan een peulschilletje ten r£vhf vau de Indische financiën, doch te- d° -^ranschen„ce n'est que Pf. qm coute." De meest enthou- 18 e-1jS Vaa Indië's financieele zelfstandigheid luiden reeda een aëra V_an voorspoed en welvar voor ons schoo- uo Insulinde. Ook echter, als men de zaken wat nuchter der bekijkt en m de leening niets meer X dan wat zij feitelijk ook is, n.l. oen consoli datie van de Indische vlottende schuld, ^-beteekenis groot genoeg. T;;;at dan ook de tijden veranderd! d^°^anh«inTerde daaraan „De Vaderlan- wint»en. Zaterdag j.L: „Als men den heer r°epea p w.eer eens in het leven kon terug' nier ïió fie ïaar in iaar uit in de Tweede Ka- lotii,T n 1 v Ve.rkondigd, dat het liberaal ko- verd w - d' llat de „batige sloten" deed Voor 1 ljnen' °ns op den weg des verder"" dlyw. 2011 vragen, of hij waakte mde, nu er eene Tweede Kamer is ge- *0toen, die het laatste struikelblok op den ^eo naar Indië's financieele zelfstandigheid, •"et algemeen goedvinden uit den weg ruim- die daardoor feitelijk een einde maakte aa'i Indië's toestand ais wingewest." .Under de Haagsche „oudgasten" zijn er usschen heel wat, die van die moderne, hische, koloniale politiek, die langzaam, kr.fr. gestadig meer successen te boeken in aiet vee* moeten hebben. Men hoort ben 1 dringen over "hot gedrijf" van man- Mj ni f Van Deventer en Pock, nu ook van v0o.; er Bleijte soms scherp oordeelen. Zoo v "''al nu weer ter zake van de opheffing a de Gouvernements-koffiecultuur. Tot lie den is het Gouvernement de eenige, die de bevoegdheid liad koffie te planten. Het be zat aldus een zeer streng koffiemonopolie, zooals het cultuurstelsel van Generaal v. d. Bosch er meerdere in het leven heeft geroe pen. Op dat cultuurstelsel en op het laatste restje daarvan is in en buiten de volksver tegenwoordiging in de Laatste decennia altijd braaf gescholden. Toch zou men verregaand onbillijk zijn, als men het oog sloot voor de groote voordeelen, welke het heeft opgele verd. De enorme winsten heeft men intus- schen altijd gaarne aanvaard. Hoe het zij, het stelsel was niet meer van onzen tijd en diens volgens ten doode opge schreven. Die dood, hoe langzaam en gelei delijk ook bewerkstelligd, is dan nu geko men. Met de z-.g. gedwongen culture zal het uit zijn. Men verwacht er veel van in het belang der inlanders. Hoe er met die belan gen gemoedelijk werd omgesprongen, heeft hot debat in de Tweede Kamer ter gelegen heid van het wetsontwerp tot afschaffing der Gouvernements-koffiecultuur weer eens doen zien. De heer De Meester moest toch droeve ge tuigenis afleggen, dat, al stond in het llegee- ringsreglement „dat bij de cultures als begin sel moet worden aangenomen, dat de beloo ning der betrokken inlanders met vermijding van schadelijke opdrijving, zoodanig zij, dat de gouvernementscultures hun, bij gelijken arbeid, ten minste gelijke voordeelen ople veren als de vrije teelt", en „dat zooveel doenlijk opgeheven worden de bezwaren, die, na. een ppzettetijk onderzoek, mochten be vonden worden, ten aanzien van die cultu res te bestaan", dit niets dan fraaie woor den waren, waarvan niets in terecht geko men, maar dat hij uit zijne ervaring als vice- president van 'den Baad van Indië wist, daf in de adviezen van hooggeplaatste ambtena ren zelfs, altijd op den voorgrond kwam het belang van de schatkist, en dat het be lang van de inlanders altijd in de tweede plaats kwam. En als wij den heer Van Deventer hoo* ren vertellen, dat door de inlandsche be volking altijd ongelooflijk veel arbeid aan die gouvernementscultuur is moeten worden besteed; dat het maar altijd planten, snoeien en schoonmaken was, en dat hij enkel maar plantloon kreeg, terwijl alle risico voor den aanplant door hem werd gedragen, dan is het niet moeilijk om te begrijpen, dat zijne aardigheid er eindelijk geheel afging. Als die aardigheid er nu maar niet zóóver af is, dat er van de koffiecultuur in Indië heelemaal niets meer terecht komt. „Als men de kerels niet dwingt" aldus een mijner Indische societeitsvrienden over de inlan ders „dan voeren ze heelemaal niets uit." In plaats van de gedwongen moet nu immers de v r ij e cultuur komen, aangemoe digd door goedkoop landbouwcrediet en coö peratieve productie-vereenigingen. Het lijlct alles zoo mooi en vooruitstrevend, zoo echt Westersch", maar mijn gebruinde raadsman SCxrUdt er zi-iu hoofd over. ke "leer over den derden maatregel, wel de Tweldi°Kgameerdaf en aangenoimen is door 111 Tnu.-JVi er> al- het wijzigen van art. 111 Indisch Regeeringsreglement ten behoe- \6 van het ïecht van vrije vereeniging en vergadering. Daar was hij heelemaal niet over te spreken. Mijn vertrouwen in zijn goeden kijk op Indische toestanden steeg intusschen, omdat zijne meening parallel-liep met die, welke ten opzichte van dit vraag stuk verkondigd is in de Tweede Kamer door mannen als Bogaardt (R.K.) en Dr. ycheurer (A.B.) twee Kamerleden, die Indië uit eigen ervaring kennen, als weinige hun ner collega's. Men kent uit de Kamerverslagen in dit blad de zaak waarom het gaat. Bij Kon. Boodjschap van 28 Dec. 1911 werd bij de Tweede Kamer ingediend een wetsont werp van den toenmaligen Minister van Ko loniën, den heer De .Waal Malefijt, om art. Ill van het Indisch Keg. Kcglement te wij zigen in den geest van art. 8 van onze Grond wet. Dit art. 9 luidt: „Het regt der ingezetenen tot vereeni- ging en vergadering wordt erkend. De wet regelt en beperkt de uitoefe ning van dat regt in het belang der open bare orde. In overeenstemming daarmede zal art. 111 111 I. K- II- aa voortaan luiden: „Het recht der ingezetenen tot veree niging en vergadering wordt erkend. De uitoeieumg van dat recht wordt in het belang der openbare orde bij algemee- no verordening geregeld en beperkt." Ook op dezen maatregel is van toepassing, wat ik boven schreef. Hij was niet tegen te houden, loen bij de wet van 23 Juli 1903 betreffende de decentralisatie van het be stuur, de politieke mondigheid der Indische maatschappij, althans ten aanzien van ge westelijke en locale aangelegenheden, in be ginsel werd erkend, werd tevens op het al gemeen verbod van artikel 111 eene uitzon dering gemaakt vo<or vereenigingen en ver gaderingen, uitsluitend strekkende tot het aanbevelen van personen voor het lidmaat schap der locale raden. De eene stap lokt den anderen uit. Zoo ook hier. In die is nu 0p weg naar zijn poli tieke mondigheid. De linkerzijde onder aan voering van den heer Mr. Troelstra begroet te het wetsontwerp niet gejuich. De boven- heeren Bogaardt en Scheurer, schudden mm of meer bedenkelijk hun ge bruinde hoofden. En meergeciteerde vriend vroeg kortweg, of do heeren hier in Den Haag gek geworden zijn. Zij allen had den het rad van den vooruitgang niet wil len tegengehouden zien; zij zijn wijs genoeg om te begrijpen, dat zulks toch niet gaat; maar hunne overtuiging iS) dat als de Indi sche hervormingen niet gaan langs lijnen vau uiterste geleidelijkheid, zij veel opspron gen in liet uuister gelijken, die op allerlei lei misère kunnen uitloopen. „Intusschen de heeren kunnen hier we] mooie dingen op papier zetten" -aldus voor het- laatst mijn zegsman maar daar om zijn ze in Indië nog niet werkelijkheid geworden." „Ge zijt een aartsconservatief," yoegde ik hem lachend toe. „Ik zeg met uwen Bogaardt," lachte hij terug, „dat ik daar eeu eer in stel." .Wat mij persoonlijk aang-aat, ik geloof, dat zoolang wij Idenburg of een man als deze aan liet hoofd der Indische Regeering houden, het met de sombere voorspellingen nog wel los zal loopen. 's Graven li age, 15 Maart 1915. OVERZICHT. De berichten van het oorlogsveld zijn schaarsch. Er is uit de lange rapporten niet veel op te maken. Wij bobben ons gisteren vergist, toen we zeiden dat de .Dresden het laatste Duitsche oorlogsschip was dat nog op den Oceaan rond zwalkte. De „Karlsruhe, een kleine snelle kruiser, vaart eveneens nog rond en ver schalkt in het verre Westen Engelsohe sche- pen. De jadbt op de «Dresden» heeft na den slag bij de Falklandseilanden nog méér dan zqs weken geduurd. Te Bunta Arenas had het Engelscli eskader, dat do «Dresden» opjoeg, zijn basis. Buiten de oorlogsberichten i8 nog Van be lang de werkstaking 1B tle bavens van Noor wegens: de zeelui vragen allen oorlogstoes lagen of weigeren wegens het mijnengevaar uit te gaan. Op de Noordzee schijnt een zeegevecht te zijn geleverd: de scbiPPers brengen berichten van kanongedonder en v°orbjjvaren van oor logsschepen. een zeeslag? Daar schijnt gisteren ter zee iets gaande geweest te zijn. Men Pe,ri^ te ons gisteren avond uit IJmuiden, dat daar ruim een uur lang, van ongeveer 3 nur tot 4 uur, zwaar kanongebulder gehoord is uit de richting W.N.W. Ook de kustwachten rapporteerden volgens de Tel., duidelijk het kanongebulder te heb ben gehoord. De mist belemmerde het uit zicht op zee. De rapporten van binnengekomen stoom trawlers wijzen óók op een treffen ter zee nabij do Nederlandscihe kust. Zoo werd door een trawler gerapporteerd, dat tusschen 2 en 3 uur nabij Kamperduin twee oorlogsschepen zijn waargenomen, een met drie sehoorsteenen en een met twee echoorsteenen en een onderzeeër, koersende in noord-oostelijke richting. Een andere trawler rapporteert twee tor pedobooten gezien te hebben, die in vliegende vaart in noordoostelijke richting stoomden. Alle binnengekomen trawlers hebben zwaar gesehut geboord. De trawler «'s Gravenhage» kwam bij het vuurschip Haaks een Engelsche kruiser te gen met 'een torpedoboot, die Noordwaarts stoomden. DE KRIJGSVERRICHTINGEN IN POLEN. Het gisteren gemelde offioieele Duitsche bericht over den terugtocht van het 10de Russische leger toont, dat de toestand int het Oosten toch wel enigszins anders is, dan de officieele Russische berichten deden vermoeden. Terwijl de Russische berichten den indruk maakten, dat de aanval der Duitschors door de Russische versterking geheel was afgesla gen en de legers van Below zich tot de verdediging moesten bepalen; blijkt uit dit Duitsche bericht, dat het snel gevormde nieuwe 10de Russische leger door de Duit- schers, die verleden week Dinsdag tot het offensief overgingen, werd overvleugeld en tot den terugtocht werd genoodzaakt, met achterlating van vele honderden gevangenen en een grooten voorraad geschut en leger- behoeften in handen der Duitschers. Door dezen snellen terugtocht stelde het 10de leger de flank bloot van het tweede leger, voor welks bescherming het moest zorgdragen. De gevechten, die daarvan het gevolg waren, leidden tot een ernstige nederlaag van het tweede korps, dat den vijand in westelijkee richting vermoedde en zich in die richting voor het gevecht ontwikkelde en zeer plot seling uit het noorden werd aangevallen. Woensdag reeds waren de Russen, om een nieuwe omsingeling te voorkomen, op den terugtocht over de geheel© linie. En door deze manoeuvre alleen kon het Russische leger opnieuw aan een groote nederlaag ontgaan. Bij de vervolging werden nog 5000 gevan genen gemaakt en vielen opnieuw kanonnen en mitrailleurs den Duitschers in handen. Ilefc gevolg daarvan is, dat de Duitsche troe pen, volgens een Russisch bericht, hunne artil lerie dichter bij de vesting Osowietsj konden brengen en ook op andere punten konden vooruitgaan. Zij naderden zelfs bij. Soniondz de rivier D© Bobr, doch werden hier door het Russische vuur tegengehouden. DE „DRESDEN". Na den slag bij' de Falklands-eilanden op 8 December wist een schip van het eskader van admiraal Von Spee te' ontsnappen. Het was de kleine kruiser „Dresden", die van de gelegenheid, dat de Engelsche kruisers de „Nurnberg" en „Leipzig" achtervolgden, gebruik maakte om te ontkomen. .Van de vijf Duitsche oorlogsschepen ".werd dus één niet vernield en nog onlangs lazen wij in een beschouwing van den maritiemen medewerker van de „Times", dat de over winning bij de Falklands-eilanden niet vol maakt was, omdat de „Dresden" ontsnapt1 was en men dus weer verschillende oorlogs schepen voor dezen kruiser moest bestemmen. Eenige dagen na den slag deed de „Dresden" Punta-Arenas aan en sedert vernam men niets meer van den kruiser, die dadelijk door de Engelschen achterna gezet werd, want ook de „Glasgow" en „Bristol" liepen te 'Punta- Arenas binnen en stoomden dadelijk verder. Intusschen heeft de Dresden, dank zij haar snelheid van 2424i/a knoop, steeds aan de vervolgers kunnen ontkomen, totdat zij, zoo als een Reufcer-telegram gisteren dan BARTELJUKISSTRAAT 27 TELEFOON 1770. Haarlemsche Alleaaycs No. 1574. EEN VOLKSPARK? Onze collega, de Opr. H. O. oppert in verband met de bestemming van het buiten verblijf-van de Poll aan den Zijl weg, het denkbeeld om dit mooie stuk grond nu eens niet voor bouwterrein te gaan raseeren, maar er een „Volkspark" van te maken. Wij zouden, zij het in eenigszins ande ren vorm, dit denkbeeld gaarne willen steu nen. Voor een eigenlijk „park" is de buiten plaats te klein, en de vergelijking, die onze collega maakt met „Groenendaal" in Heem stede, loopt een beetje mank. Maar juist omdat de oppervlakte niet zoo reusachtig groot is, kan dit stuk grond goede diensten bewijzen in de drukbevolkte en dichtbebouwde wijk ten Westen van den Singel, wanneer een flinke brug het parkje zou verbinden met de arbeiderswijken ten zuiden van de Brouwersvaart. Een speelterrein voor kinderen is bier te vens goed op zijn plaats, en ook daarvoor biedt het park gelegenheid, terwijl het huis voor bureaux of anderszins voor de gemeen te altijd waarde behoudt. Nog oens: het denkbeeld van onzen col lega lijkt ons zeer gelukkig en het zou inderdaad een aanwinst zijn, als ons gemeen tebestuur in dezen geest een besluit kon nemen meldde, in de wateren van Juan Fernandez vernield werd. Volgens sommige berichten moeten de Duitsche oorlogsschepen reeds vroe ger deze eilanden als basis gebruikt hebben. De kleine Duitsche kruiser vocht tegen 'n geweldige overmacht en het is niet te verwon deren, dat de vlag spoedig gestreken wercL De „Dresden" kon n.L slechte 12 kanonnen van 10 cM. stellen tegenover de 16 kanoim ■u vaii lo oM. en 10 van 10 cM. van de Kent" en de „Glasgow". Ook behoorde tot het En« gcische eskader nog de liulpkruiscr „Otranto" De „Dresden" is even groot als de „Einden" en dateert uit de jaren 1907—1908 Do water verplaatsing is 3650 ton. Be snelheid bedraagt 24241/2 kuoop. Do bewapening wordt ge vormd door 12 10,5 cM. kanonnen en 4—5,2 cM. kanonnen. De bemanning telt 360 koppen. Van de Duitsche oorlogsschepen, welke n et in de Duitsche wateren waren, toén de oorlog uitbrak, is nu nog slechts do „Karlsruhe" overde rest is vernield. Ook varen er. nog enkele hulpkruisers rond. VERSPREIDE BERICHTEN Ontevredenheid in Engeland. Reuter seint, dat lord Kitchener lord South- wark gemachtigd heeft mede te deelen, dat Engeland sinds het begin van den oorlog de productie van munitie 300 maal heeft ver groot, desniettegenstaande hoopt hij dat groote uitbreiding van werkkrachten hem in staat zal stellen de voorraden op enorme wijze te vergrooten. De Maasbode-redacteur te Londen seint hierover: De oproep van lord Kitchener, zijn woorden, rechtstreeks tot de fabrikanten en werklieden gericht, en de uitlatingen over de ernstige ongerustheid betreffende de voor roden oorlogsmateriaal hebben de bevolking beter de nooden van het land doen begrij pen, dan welke verklaring sedert het begin van den oorlog ook. De «Evening News» heeft de groot-iudus- trieelen en de leiders der werklieden hun meening over de verklaring van den mink- II. HAARLEM ALS STAD. fWe heer van Holland die in het kwartier van Wetles z'jn „Stins" of „Steen" had gevestigd, grqt aJ'een reeds door de stichting van dit stru ik huis de plattelandsbevolking naar deze bj^?° ging het overal in Vlaanderenland en Cotui/H en daar is biina geen stad in deze •a 2jj1Jen k de Middeleeuwen, zooals prof. Blok Vr doorwrochte studie over de „Geschiedenis Nancteche stad" opmerkt, die niet op ju ijs ontstond! t'; by.ar 20°als ik zeide: de kramers en koopliê, 7 gers en handelaars die zich bij het grafe- j{> Cs kwamen vestigen, lieten het kwartier Wft nes in den letterlijken zin des woords Vfcl -ihnks" liggen. Bakenes was in die hon- ineer iaren ainHo Ha wa?"w 'aren Mads de stichting van têj.'i ^een een dorp apart geworden, ti»„' c'e sociale indeeling reeds heb ver- hienri &eheel vrii 01 aiet in aanslui- Hel .A'euJ; n,aar toch nog onder de beseher- 'aar|p, yan het grafelijk hof, kwam het n ,ot stand, dat in den Joon der eeuwen langzamerhand het kwartier van Bakenes in zich heeft opgenomen. Tusschen de hooge zeewering, de duinen, en het kronkelende Sparen, liep al van ouds de heirweg door Kennemerland naar Rijnland. En het spreekt vanzelf, dat langs dien weg vooral de burgers en koopluiden zich neder kwamen zettende meest geëigende plaats daar voor was, waar het Spaarae in wijden boog zich het verst naar het Westen kromt, waar „de Beek" uit het Westen strooinende, in het Spaarne uitmondde en dus te land en te water een natuurlijk kruispunt van verbindingswegen was gelegen: daar was een hooge, droge plek, „'t Zandt" geheeten, dadr vormde zich dan ook het middenpunt van de stad, dië naast het Gravenkasteel ontstond ,,'t Zandt" is geworden liet marktplein van Haarlem, dat nog in een kroniek van 1300 onge veer met den eerstgenoemden naam staat aangegeven. Dat de burgers de droge, zanderige, hoog gelegen punten liever bewoonden dan het moe rassige Bakenes langs 't Sparen, bewijst ook die andere plaats vlak bij „'t Zandt", die eveneens een der oudste plekken is van de stad: de „Crocht", die reeds in den naam de aanduiding geeft: „Crocht" immers betegkent in de oud-Holland- sche taal een hooge zandgrond, een soort „plateau" midden tusschen moerassig land. Zoo ontstond dus op de meest natuurlijke wijs en plaats het vlek, dat later de stad Haarlem zou worden. Wanneer precies het aantal burgers van dit vlek zóó groot is geworden, dat men al van een dorp kan spreken, is natuurlijk niet te zeggen. Met en naast 's Graven hof groeide het aantal kooplieden, die eerst tijdelijk, later voor vast, zich hier vestigden, sn reeds in de elfde eeuw was het aantal dier bijeenwonende burgers vrij talrijk. Doch de vestiging had nog volstrekt niets van een „stad"het was een groote menigte zeer uiteen liggende grootere en kleinere huizen (van hout natuurlijk meerendeels) met akkers, weiden, hofsteden er tusschen, die maar héél langzaam den vorm van een stad met straten en wegen en pleinen, aannam. Dat laatste kwam eerst, toen de handwerks lieden zich bijeenschaarden, toen het handwerk niet meer het maken-op-bestelling-alleen ging betreffen, maar zich in het groot ontwikkelde tot een industrie. Daarover echter later meer, Hoe gemoedelijk het toeging in "de eerste tijden van Haarlem, daarvan geeft het beroemde Hand vest van 1245, waarbij aan de vestiging Haarlem het stadsrecht, d. i. den stedelijken rechtsvorm wordt verleend, alleraardigste staaltjes. Het oogsten en zaaien op de landerijen in en buiten de stad wordt daarin b.v. in bizonderheden gere geld, een bewijs ook, hoe er van een geregelde bebouwing van het stedelijk gebied in dien tijd nog geen sprake was. Trouwens, als men de kaart van 1437 ziet van Haarlem, blijkt het dat er overal open terrein ligt, en de bekende kaart van Thomas Thomaszoon uit 1578 zelfs, waarop Haarlem als volledige stao met wallen en grach ten voorkomt en het stadsbeeld van tegenwoordig duidelijk is te onderkennen, geeft nog vele open plekken. In de dertiende eeuw was de bevolking van Haarlem nog niet hooger dan een duizendtal, maar na dien tijd groeit de stad op buiten gewone wijze. De Vlaamsche wevers en linnen wevers vestigden zich hier in grooten getale: omstreeks 1400 had Haarlem reeds meer dan 5000 inwoners, en de „Informacie" van 1514 stelt het aantal „communicanten" op 10,000, wat dus beteekent een bevolking van. over de 20,000. De groei van Haarlem tot stad is derhalve zéér beduidend te noemen, en deze groei hield veiband met de uitbreiding van hare vrije rech ten: het oudste privilegie is het reeds genoemde handvest van 1245, waarmee graaf Willem II aan Haarlem het stadsrecht gaf; daarna werden telkens uitgebreider rechten door de landsvorsten aan de bloeiende stad toegestaan: in 1426 ver grootte hertog Philips van Bourgondië het rechtsgebied van Haarlem met 180 roeden rond om het bestaande gebied, in 1473 voegde Maximiliaan van Oostenrijk hier weer een kwart-mijl aan toe, terwijl het „groot privilege" van Maria van Bourgondië ir- 1477 de stads- vrijheid volkomen had gemaakt. Zoo was Haarlem langzamerhand „gegroeid' tot stad, gegroeid niet alleen in bevolking, in' omvang, maar ook in beteekenis en rijkdom. In. de ,Bede" van 1387 is de som die van Haarlem wordt gevraagd, op Dordrecht na de grootste van alle steden van Holland, wat er op wijst dat Haarlem 't eerst komt in welvaart na de belang rijke en rijke koop- en tolstad aan de Merwede. En wanneer in 1426 gravin Jacoba een schat ting vraagt ten onderhoud van 500 gewapende mannen, staat Haarlem met het hoogste schild»- geld bovenaan op de lij3t der Hollaudsche stedenj Hoe kwam die welvaart hier, en uit welk» bronnen? Dat is dunkt me een geschikt onderwerp voor een volgend opstel. :i F S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 1