Karpetten Gewroken. DE OORLOG P. J. JANSSEN Ingezonden Mededeeling S FEUILLETON Anegang h. Warmoesstr. Goedkoopst adres. VERSPREIDE berichten Klein gesnap over een greet middel? OVERZICHT. toestand in Memel is nog niet duide- schrijft het officieelo Duitsehe bericht. a' lijkt veel op galgenhumor! Want het is v°°i' iedereen zoo duidelijk als de dag, dat °®danks Von Hindenburg's groote overwin- ^ügen, ondanks de verplettering van het Russische leger en de terugwerping van M tweede 10e leger, de Russen bezig zijn eeu derden inval in Oost-Pruisen. Ze hebben blijkbaar uit hun onuitpnttelij- keii mensc hon voor raad weer een nieuw le tter uit den grond gestampt, en ze pro beer en ket nu van het noorden uit, en den uiterst- hoordelijkon hoek van Oost-Pruisen. Dat zal voor de Duitscbers, die steeds Von ïündenburg's overwinningen „beslissend" Benoemd hebben, een léelijke pil zijju Ook in Midden-Polen rukken de Itussen Weer voorwaarts, en de Duitscbers bezetten daar nu dezelfde stellingen als een maand Beleden. Intueschen wordt iu N.W. Polen he rig gestreden: Ossowiecz schijnt nu formeel belegerd te worden. In het Westen is er geen nieuws te melden. Maar zooveel te meer van de Dardanellen, waar de Turken met goed succes den gewel ven aanval der Erigelsch-Fransche Arma- i&eren! Nadat gisteren al gemeld is dat het Pran- H'he slagschip „Bouvet" was gezonken, mel den ze nu, dat twee grooto Engelsche slag- Hepen, de „Irresistible" en de „Ocean" even ts in den gTond zijn geboord! Dat zal een vreugde wezen in Konstan- ^Hopel! v De bemanning van de «Bouvet» blijkt met ^et pantserschip-zelf in den grond te zijn ®e6aan. Dr zijn geruchten in omloop dat de «Karls- *fhe», Duitsdhlaud's eenigste reservekruiser °P den Oceaan, vergaan is: men zie hier onder. Ten slotte zij nog gemeld, dat het meer en Öicer waarschijnlijk wordt dat Italië ten slotte toch woordbreuk zal plegen en tegen 8tin eigen bondgenooton aan het vechten zal B»an. DE DARDANELLES jn,po° fens,hftt Turksche agentschap Milli zijn ee tngclscgè pantserschepen van het type der J'^istible en Africa, die reeds waren bescha- Ka, vannacht door het vuur der Turksche atterijen tot zinken gebracht. Over het gevecht van gisteren in de Darda- *}eUen wordt nader gemeld: Een smaldeel van ,,es Engelsche en vier Fransche linieschepen ®eeft gisterochtend om half twaalf een aanval gedaan op drie verdedigingswerken in de zee- terwijl andere schepen van de vloot der Ij dgenooteu in de Golf van Saros opereerden. een hevig vuurgevecht trokken de vijande- '■Jke schepen om half drie 's middags terug. Een ötel van het eskader zette het vuur op grooten Bfetand n0g >3 middags vijf uur voort. net Fransche linieschip Bouvet liep 's mid- «ags half drie nabij den ingang op een mijn en zonk m arte mmuten. Een Engelsche torpedo- boot werd m den grond geschoten Het Engelsche linieschip Irresistible werd 'buiten gevecht gesteld, een ander linieschip «waar beschadigd. eu officiëel Engelsch bericht bevestigt dit: admiraliteit deelt mede, dat de Britsclie afschepen „irresistible" en „Ocean" en het ^ransche slagschip „Bouvet" in de Danlanellen j P mijnen zijn gestooten en gezonken. De Brit se -verliezen aan mensch en levens zijn niet 'k'^otde bemanning van het Fransche schip v<un vrijwel geheel om het leven." ^'olff seint verder: Op uitnoodiging van den minister van oorlog hebben de Amerikaansche gezant Morgenthal, de Oostenrijksch-Hongaarsche militaire gevol machtigde generaal-majoor Pomainkowsky, de Turksche minister van justitie Ibrahimbey, de senator maarschalk Foead pasja en de afgevaar digden Ali Baidar en Hidat de Dardanellen bezichtigd en alle verdedigingswerken van be- teekenis in oogenschouw genomen. Zij hebben geconstateerd dat alle forten en alle geschut volkomen ongedeerd zijn en dat de geest onder de officieren en soldaten die de zeeëngte verde digen voortreffelijk is. DE «KARLSRUHE». Het Duitsehe oorlogsschip «KaïJsruhe», waarvan we zóólang niets hoorden, dat wij het al vergeten hadden, zou volgens berich ten uit Amerika reeds lang zijn vergaan. Reuter seinde uit Kopenhagen eenige me- dedeolingen hierover: „De Duitsehe kruiser Karlsruhe, zoo meldt een Deenseh blad, is einde 1914 of begin 1915 nabij de Amerikaansche kust gezonken. De bemanning zat op een avond aan tafel, toen plotseling een ontploffing plaats greep, welke het schip in twee stukken scheurde. Een ge deelte zonk dadelijk met een groot aantal leden van do bemanning. Hot andere stuk bleef nog een tijd drijven, zoodat 150 k 200 koppen van de bemanning door een "hulp- schip, dat den kruiser vergezelde, konden worden gered. Dit stoomschip slaagde erin met de overlevenden een Duitsehe haven te bereiken. Den geredden werd op poene van zware straf bevolen, geen woord to kikken over de ramp." De maritieme medewerker van de «Times» teekent bij dit bericht Ihet volgende aan: „Reeds weken lang zijn er verhalen in om loop geweest over de verdwijnig van de Karlsruhe tiit de West-Indische wateren, waar het schip zijn bedrijvigheid had ten toongesteld. Het bericht, 't welk de meeste bijzonderheden bevatte, was het volgende: Den 18den December was een landbouwer op het eiland Grenada (W.-I.) 's nachts wakker geschrikt door kanonvuur. Ecu hoog laist- gedeelte in de buurt van zijn hoeve beklim mend, ontwaarde hij het geflikker van ka nonschoten en iets dat op een ontplof Ting leek. Den volgenden dag waren verscheidene artikelen w.o. een reddingsboei, de achter steven van een boot, en andere drijvende voorwerpen met den naam „Karsruhe" er op aan wal gespoeld. Ook werd verteld, dat visschers een groot aantal lijkon van zeelie den in matrozenpak in het water had zien drijven." Daarmee zou dan inderdaad de laatste Duitsehe zwerfkruiser van de zee zijn ver dwenen. EEN ZONDERLING LEGER- BEVEL. De Duitsehe staf publiceert een Fransck legerbevel, door de Dnitschers gevonden bij een gedooden officier, dat zegt, dat de strijd bijna beslist is ten gunste der geallieerden, dat Duitschland op zijn laatste beenen loopt, en dat het militair, economisch, industrieel, materieel en moreel vernietigd is Een soortgelijke opvatting spreekt nit een boekje, waarin 45 redenen worden aangege ven, waarom de geallieerden moeten winnen. Wij weten, dat ook de Duitscher» te pas en te onpas verklaren dat zij hun tegen standers zeker zullen overwinnen, maar de Fransche generale staf maakt het toch wel wat al te gortig! Zelfs voor de soldaten te velde moet het te kras zijn, als ze hooren dat de Duitschers hun. troepen niet meer kunnen versterken, terwijl het een feit is, dat door de oproeping van telkens nieuwe lichtingen ongeoefenden landstorm en van jonge lichtingen, het Duit sehe leger voortdurend zich versterkt; voorts de bewering van de versleten kanonnen en vooral die kostelijke grap dat de Engelschen en. EranscTien meer onderzeeërs hebben ver nield dan de Duitscbers Engelsche of Frau- scüe koopvuardersl Het aantal vernielde Duitsehe duikbooten dat in don grond ge boord werd, beperkt zich namelijk voor zoover het met zekerheid vast staat tot vier (do U's 8, 12, 15 en 18), terwijl alleen, sedert den 9den „Maart er niet minder dan zestien koopvaarders de prooi geworden zijn der Duitsehe onderzeebooten! De Times is wijzer dau de Fransehen: het Engelsche blad zeide gisteren nog: dat de resultaten der recruteering geen reden ge ven tot tevredenheid, on dat zelfs, ondanks de pogingen van Sir Edward Carson en John Redmond, de recruteering in Ierland zeier slecht is En het blad wijst er op, dat alles wat tot dusver gebeurd is, slechts het voorspel is van een campagne, die in het voorjaar ern stig zal beginnen. Merkwaardig is dan wel de conclusie waar toe de Times komt, dat om „het Duitsehe militairisme" te gaan bestrijden, in Enge land de verplichting van militairen dienst zal moeten worden ingevoerd! Zoo ziet men, hoe de eene put, de andere meebrengt! SCHERPE CRITIEK. Nu het offieieele rapport van admiraal Beatty omtrent het zeegevecht van 24 Jan. ie verschenen, komt bij verschillende Engel sche bladen misnoegen te voorschijn over de wijze waarop het gevoerd is en niet 't minst ook over de wijze, waarop de admiraliteit haar medcdeelingen omtrent het gebeurde heeft gepubliceerd. Geheel „recht door zee" is die admiraliteit hierbij niet gevaren. En ook thans blijven nog ver-schillende punten in het duister. Opgehelderd^ is bijv. nog niet om welke reden de Britsche kruisers de vervolging van de Duitsehe hebben opgegeven en terug zijn gekeerd nadat de „Blftcher" tot zinken was gebracht wat hun voornaamste taak eigenlijk geenszins was. Het was inderdaad een groot succes, aldus de Westminster Gazette, dat men de Blücher had kunnen doen zinken, maar dat schip hooi de eigenlijk niet bij het Duitsehe dread- no ught-esk ader thuis. Om dat dreadnought- eskader was het te doen en dat heeft men laten ontsnappen. Men was op 70 mijlen af- stands van Helgoland en men had nog een paar uren kunnen doorvechten, alvorens de mijnenvelden bereikt waren. Al had de ver nietiging van het Duitsehe eskader den Brit ten een paar schepen gekost, dan zon de prijs nog goedkoop zijn geweest. Is dit wel ernstig beproefd i" Het rapport van admiraal Beatty werpt geen licht op dit punt. Wel staat or in het rapport dat, toen de admiraal zijn vlag van de buiten gevedkt gestelde Lion naai' een ander schip overbracht, hij aan het eskader seinde, dat de Indomitable met de Blücher moest afrekenen en de andere schepen moes ten voortgaan met den aanval op de achter hoede der Dnitschers. Zijn rapport meldt echter niet, waarom aan dit bevel, wat het laatste gedeelte ervan betreft, geen gevolg is 1 gegeven. Toen admiraal Beatty op het an dere schip was overgegaan en zich blijkbaar bij de vervolging wilde gaan aansluiten, kwam (bij zijn schepen alweer tegen, die haar hadden gestaakt. Tusschen de regels van de verschillende depêches door schijnt men te moeten lezen, dat het de actie is geweest van de Duitsehe duikbooten, die de Britten tot den terugtocht heeft genoopt. De deskun- dige van de Westminster Gazette wijst er op, dat in de eerste mcdedeoling van de ad miraliteit werd gezegd, dat het gevecht had moeten worden afgebroken omdat een punt was bereikt waar de aanwezigheid van Duit sehe mijnen en Duitsdbe onderzeeërs een ver- dere vervolging onmogelijk maakte. Het Duitsehe offieieele communiqué sprak van het afbreken van het gevecht op 70 mijlen af- stands van Helgoland, di. ver buiten de grens van het mijnenveld. En nu is het merk waardig, dat in een volgende, uitvoeriger Britsche depêche nog wel gesproken wordt van het gevaar door de Duitsehe duikbooten veroorzaakt, maar niet meer van het mijnen gevaarWat, zou men zeggen, een zwij gende erkenning schijnt in te houden van de juistheid van de Duitsdbe lezing. De deskun dige der Gazette neemt die, gelijk men zag, in zijn beschouwing dan ook als de juiste aan. v In het laatste rapport, 2 Februari dagtee- kende, wordt in het geheel niet meer over mijnen en duikbooten gesproken De behandeling van burgen-krijgsgevangenen. j De „Kölnisclie Zeitung" bespreekt een brief van een Oosten rijker, die niet zijn zieke vrouw in een concertratiekmnp in Bretagne liad ver toefd on daaruit b>tRr werd vrijgelaten. Hij schrijft o.a.„We hebben bier drie zeer lmrde maanden doorleefd, en geleden van kou en vochtigheid, daar de mannen in schuren, waar wind en weer vrij ®pri hadden, op stroo moes ten liggen. Er waren zooveel ratten en mui zen, dat ze ons 's nacbtover het gezicht liepen. De vrouwen waren van haar mannen geschei den en in een ander gebouw onder dak ge bracht, waar het ook zeer vochtig was. Emilie kreeg tengevolge daarvan een chronische bron chitis en ik was genoodzaakt haar wekenlang in hot ziekenhuis te X. te laten verplegen, wat ons groote offers heeft gekost. Ze is ook nu nog niet hersteld. In ons concentratiekamp mochten de mannen en vrouwen elkaar twee uur per dag spreken, maar altijd onder bewa king van soldaten, dio overigens tamelijk vrien delijk voor onS waren. Maar er was een vol komen gemis aan iedere hygiënische inrich ting; men werd als 't ware opgegeten door al lerlei ongedierte, kortom men leefde daar zoo half als een wilde. Terwijl E. in het ziekenhuis werd verpleegd, deed ik stappen bij den prefect, om hem verlof te vragen met haar in de stad te wonen en haar daar te laten behandelen. Mijn verzoek werd door den directeur van het con centratiekamp, een zeer braaf man, onder steund, en wij kregen het verlof, dank zij de omstandigheid, dat wij geboortig zijn uit Bohe- men. Wanneer E. na bet verlaten van het zie kenhuis naar het concentratiekamp had moeten terugkeeren, zou het waarschijnlijk haar dood geweest zijn." Zooals van andere zijde werd medegedeeld hebben ook uit Duitschland teruggekeerde Fransche en Engelsche burgergevangenen zich meer dan eens bitter beklaagd over de behande ling in Duitsehe concentratiekampen, waar 't er nu, met name wat de voeding betreft, wel niet boter op worden zal. Do socialisten in Duitsohland. De Rijksdagzitting in Berlijn van Donder dagmiddag heeft zich gekenmerkt door oen zeer opmerkenswaardige rede van den socia- listischen leider Scheidemann, die met veel klem de saamhoorighcid van alle Duitschers in dezen oorlog proclameerde en duidelijk te kennen gaf dat do socialisten wat- den oorlog betreft, in alle opzichten één zijn met den Keizer en heel het land! „Wanneer de honderdduizenden vijandelij ke' gevangenen naar hun vaderland terug keeren, zoo zeide \Scheidemann zul len zij liun landgenooien kunnen vertellen, dat Duitschland geen bai'barenland is. Zij zullen dan het zaad kunnen strooien, dat Duitschland rijken oogst zal brengen. Het is te betreuren, dat 'Duitschlands voorstel is geweigerd om de burgergevangenen uit te wisselen. De volharding en dapperheid van onze soldaten wekken de bewondering van de we reld. (Levendige toejuiching). Wij zijn hun ontzaglijk veel verplicht. (Instemming van alle kanten). Wij, volksvertegenwoordigers, zijn ons bewust van den eereplicht, afdoen de te zorgen voor üe gezinnen der solda ten en voor do invaliden. Noodzakelijker dan iets anders schijnt mij het vaste geloof in de onoverwinlijkheid van Duitschland. Vooral onze economische en ze delijke rusting moet sterk zijn. De over tuiging ons te kunnen uithongeren zal on- getwijfold worden weerlegd door de feiten (toejuiching). Degene, die de maatregelen voor de levensmiddelenvoorziening tegen werkt of de levensmiddelen kunstmatig duur der maakt, doet hetzelfde als spionnccrde hij voor den vijand Of vernielde hij in den rug van ons de brugen. (Stemmen: Zeer juist!) Wij sociaal-democraten helpen naar beste krachten mede en willen ook verder helpen. V'oor het volksgeweten is geweld slechts gerechtvaardigd, wanneer het dient ter be scherming van de vrijheid. Een volk, dat geen vrijheid heeft te verdedigen, lieeft niets te verdedigen. Daarom moest de kanselier de taal spreken van een vrij volk en zeg gen, dat de zaak van de vrijheid, van Eu ropa toevertrouwd is aan het Duitsehe zwaard. Wij wenschen met eerbiediging van de mi litaire belangen herstel van pers- en ver- eénigingsvrijheid. Ons volk zal voor- en op waarts streven. Wij zijn vol vertrouwen en kracht, en verdedigen thans het vaderland, opdat dit worde een vaderland van gelijke rechten en plichten, van vrijheid en wel vaart!" Levendige bijval bij de soc.-democraten volgde op deze woorden, die zeker met be trekking tot de houding der Internationale zeer merkwaardig zijn te noemen 1 Eni. Kardinaal von Haitmaiui aan de kinderen van zijn Diocees. Z. Em. de Kardinaal-Aartsbisschop van Keulen heeft een roerenden brief gericht aan de kinderen van zijn Diocees. De IKeul- seke kerkvorst beëindigt dit schrijven met de vermaning, dat ook de kinderen zullep waken en bidden: „Mijne lieve kinderen van .Wanneer men in een moeielijke omstan digheid verkeert en zelf niet weet wat u? doen om er uit te komen, vraagt men raad aan zijne vrienden. Het gebeurt zoo wel dat men een vriend togen komt die zegt: „Ik heb in hetzelfde geval' verkeerd. Daarvoor) heb ik dit gedaan en dat is mij zeer goed' bevallen." Indien gij ziek, verzwakt, terneergedrukt zijt, verkeert gij in een moeielijke omstan digheid, uwe zaken lijden er onder, uw rust en uw leven worden er door verstoord, Bovendien weet gij niet hoe een eind aan uwe pijnen te maken. Zie hier een bevriende persoon die u zal zeggen: „Ik heb in hetzelfde geval ver keerd. Daarvoor heb ik dit gedaan en dat is mij zeer goed bevallen." Mevr. Giesbers, geb. itooseaboom, oud 23 jaren, wonende Steendal te Gennep, schrijft ons: „Sedert eenigen tijd was mijne ge zondheid in het geheel niet goed. Ik was bloedarm en in een toestand van uiterste vermoeienis. lederen dag had ik mij te be klagen over zware schele hoofdpijnen, over benauwdheid, over moeielijke ademhaling in zulk een graad dat het mij moeielijk viel een trap op te klimmen. Ik was bleek, zon der eetlust en een klein werk was voldoende mij krachteloos te maken. Ondanks een uit gezochte voeding, ondanks voorgeschreven middelen, ging mijn toestand niet vooruit. Vriendinnen die van mijn slechte gezond heid afwisten, hebben mij Üe Pink Pillen aangeraden, die zij zelveu met succes geno- hadden. Ik heb de Pink Pillen gebruikt en in weinig tijd heeft dat goede middel mij de verloren gezondheid doen weervinden. Ik sta u dus toe dit te publiceeren in het be lang van hen die lijden." De Pink Pillen zijn goed voor allen Üie lijden aan armoede van het bloed of zwakte der zenuwen. het aartsbisdom Keulen 1 Uwe vaders en broeders staan daarbuiten in het vijandelijke land in de loopgraven en op de slagvelden en waken en bidden en strijden en storten hun bloed en sterven, als 't moet, voor het vaderland. De volwassenen thuis arbeiden en zorgen en helpen en geven alles, wan neer 't noodig is. IWilt gij, kinderen, dan achterblijven? Zeker niet! Ik zie uwe oogen glanzen en hoor uwe harten kloppen van blijde bereidwilligheid. Goed danl Brengt, wat gij hebt: uw gebed en uwe offers! .Wanneer dan de klokken God geva 't zeer spoedig! vroolijk en plechtig lui den bij de volledige zegepraal en den blijven- den vrede, dan klinken zij voor q nog eens zoo vroolijk, omdat ook gij uw deel bijgedra gen hebt tot de zegepraal en den vrede als brave, Katholieke, Duitsehe kinderen. Ja nog meerl dan zal uw trouw bidden en offeren, als een verborgen eereteeken voor het oog van God en uw [Bewaarengel schitteren in uwe ziel. En de oefening in het brengen van offers en het bidden zal u begeleiden en sterk maken en braaf houden uw leven fang en deze ernstige, zware oorlog zal voos u een zegen worden, die nooit ophoudt..." Goede en kwade Kozakken. „Kozakken en kozakken zijn twee", zegt de Frankf. Ztg.; er zijn goede en kwade onder en niet voor niets beteekent hetzelfde woord in het Tataarsch een lichtbewapend ruiter en in het Tnrksch een roofziek landlooper. De roep, die er van de betrekkelijk fatsoen lijke soort nog uitging, heeft in bedenkelijke mate geledeu tengevolge van de kwade erva- ringon die vriend en vijand hebben opgedaan waar het de andere soort betrof. Zóó is het te vorklaren, dat in brieven van het oorlogs terrein menigmaal de schrijver zijn verba zing nit, dat hij landstreken bad aangetrof fen, welke, niettegenstaande troepen kozak ken er door getrokken waren, niet geheel en al waren verwoest. Een Amerikaan, die als oorlogsoor respon dent bij het Russische leger vertoeft, en met alles wat Russisch is, ten zeerste is ingeno men, beschrijft in de Times de beide soorten kozakken. De Europeesche kozak gelukt over 't algemeen wat zijn aard en zijn wijze van doen betreft, op den gewonen soldaat uit den boerenstand. Ze zijn een beetje lni, laten zich een beetje gaan, maar zijn goedaardig en ij-.T" Onze pa*tQor verpleegt de zieken, maar jr-'i moet zich schuil houden, de arme man, ij^üdat hij zich niet door de nieuwe regcering -Jj laten beëedigen, 8n als men een onbe- ïy^igdou priester vindt, wordt hij ter dood ï^racht. Hjj ia al tweemaal hier geweest en *1 vandaag terngkomen, als Mi kan. w^oen ging zij weer op hnai g wonen toon °°rt: M(jn zoon is houthakker en. boschwach- UH en de bosecben, waarin wij zijn, behoo- «un een Duitscher, die nooit hier komt. 1 naastbij gelegen dorp ia Pierrefitte. k!" nnaft °°k in de buurtt neen, dat is minstens 10 mijlen hier Mifan' V6r ksn ik nog nooit geweest. B l(w ^>€en deed mij vreeselijk pijn. In Nit van den dag kwam de pastoor biet, x** te lande noemt, eon uiebou- Piet gPPn boeren-heelmeester, die natuurlijk s^digi.^deorü heeft, maar die een groote j ,'d heeft in het verbinden van won- "ten. '"'handeling van gebroken lcdo- mstoor, die tameliik ervaren was iii de kruidkunde, zorgde van zijn kant voor de geneesmiddelen en met hun beiden wisten zij een vrij goeden geneeskundigen dienst uit te oefenen, daar heb ik de bewijzen van ge had. De beenbreuk, die ik had, was vrij ern stig en de wond in mijn borst nog erger. De „rebouteux" en de pastoor hebben mij behan deld op een wijze, die ik slechts loven kan. Aan hen heb ik het te danken, dnt ik over eenigen tijd weer even gemakkelijk zal kun nen loopen als voorheen, wanneer de beul mij ten minste niet het hoofd afhakt. Na do gebeurtenissen van 9 en 10 Ther- niidor is het gevaar daarvoor veel vermin derd, merkte do barones op. Wat zal ik u nog meer vertellen! Maandenlang heb ik in de kolenbranders hut geleefd, waar ik geen andere- bezoeken ontving dau die van den houthakker, zijn moeder en zijn vrouw, een bravo boerin, wier moed en rechtschapenheid mij een waren eerbied afdwongen. Hun huisje lag ongeveer een uur gaans vau mijn lint verwijderd. Mijn gastheer, die tevens mijn levensredder is, heet Claude Remy. Soms, als hij naar Barle Due was geweest cm hout to verkoopen, bracht hij oen'of ander dagblad voor mij mee, dat ik met afkeer las, want de berichten, die er in voorkwamen, strekten sleehls om mijn angst en mijn verdriet te doen toenemen. Ik durfde aan niemand schrijven. Een brief kon in verkeerde handen vallen en dat zou nood lottige gevolgen hebben gehad voor de men- scheu, die mij hadden opgenomen. De eer ver bood mij hen aan eemg gevaar bloot te stel len De pastoor en de „rebouteux" kwamen mij zeer dikwijls bezoeken en ik was met die bezoeken altijd zeer gelukkig. Ik begon zeli-s mijn omgeving daar lief te krijgen en wan neer ik niet terug verlangd had naar mijn vrienden hier, dan zon ik mij wellicht ge wend hebben aan het stille, vreedzame leven te midden van die bosschen. Barones, er zijn nog brave mensdhen m de wereld en ik wil gelooven, dat de anderen slechts afgedwaald z«n. Dank zij ilien men- schen uit Argonne, keert mijn gezondheid langzamerhand terug. Op het oogenblik, dat ik getroffen werd, had ik een beurs en gor del bij mij, die ruim van goudstukken waren voorzien, waardoor ik in staat was die brave menschen voor bun moeite te beloonen en hun de kosten te vergoeden, welke zij voor mij gemaakt hadden. Getrouw aan de over eenkomst, die hij met mijn vader had ge maakt, had Devaux, onze zaakgelastigde te Parijs, een som gelds, die voor al onze be hoeften toereikend was, opgezondon aan een bank te Frankfort en dank zij zijn voorzich tigheid en zijn goeden raad, heeft mijn on gelukkige vader nog een deel van zijn ver- mogen kunnen redden en aen mij nagelaten. Wie is die Devaux'? De beheerder der goederen van ecu. an tal familiën. Hij woont in de rue de TUm- vers en hij heeft verscheidenen van onze vrienden zeer belangrijke diensten bewezen. Vreest gij niet.... O, barones, hij is nog een man van den ouden stempel, eerlijk en vertrouwbaar. Als gij hem ziet, zult gij hem uw vertrouwen schenken, wat hij ten volle waard is. Had ik bij n geen gastvrijheid kunnen vinden, dan zou ik mij tot hem gewend hébben» Neen, mijn vriend, gij blijft bier. Er heersehte geraimen tijd stilte. De oude vrouw was ernstig geworden en zij zat in gepeins verdiept. Haar gedachten dwaalden terug naar den tijd van tien jaren geleden. Zij zag de familie d'Argouges rijk en gelukkig, algemeen bemind, goed voor haar omgeving, baar pachter» en haar be dienden. In de omgeving van Creil, waar zij woonde, waren de Prevents haar buren. De beide familiën waren nauw verbonden aan elkaar; haar zoon, René de Frevent, was de boezemvriend van Jean d'Argouges, die eenige jaren jonger was- Daar deden de eerste verschijnselen zieh voor van de revolutie, die den troon had om vergeworpen. Telkens nam men verschijnselen waar, die den naderenden storm aankondigden. De markies d'Argouges woonde te Parijs en was daar getuige van de die hem reeds van angst vervulden. Het volk in de voorsteden, dat honger loedt trok naar Versailles, waar het hof zich in weelde baadde en schreeuwde daar om brood» De gramschap, niet alleen tegen den ko ning en het hof, maar tegen den gebeehm adel,-nam hand over hand toe en de markies d'Argouges, die al meermalen in de straten bedreigingen tegen zieh had hooren uitent was naar zijn landgoed in Bretagne terugge» keerd, om daar rust en vrede te zoeken. Maar ook in Bretagne was het volk ontevreden) en voelde hjj zich ook daar, te midden van zijn trouwe pachters en bedienden, niet vei. lig meer, zoodat hij, met zijn zoon. naar den) vreemde was getrokken. De reis was voor hem spoedig gevolgd doos een nóg grootere, door de reis, die allen een'-, maal moeten maken en waarvan niemand! wederkeert. Wanhopig, verbitterd gelijk zooveel ande. ren, had zijn zoon zich daarop aangesloten! bij hen, die naar Frankrijk wilden terngkeo» ren, met de wapens in de hand ala vijnnde^ het eigen vaderland binnenvallend, em or dei gevangen koninklijke familie uit den eiupld, te bevrijden of haar te wreken. Ook de barones had veel geleden. Was het nn geëindigd!. Jean d'Argouges zeide: Zoo ben ik dan teM mggekeerd, maar wat zal er thans van mij1 worden, nu ik mijn schuilplaats heb verlaten!, NIEUWE MAARLEMSCNE COURANT pI,f£LlL,?D DB GEBEURTENISSEN AAN Er ifl, meent do aangehaalde marine-des kundige, en fout bogaau: op het juiste oogenblik is niet bet juiste besluit genomen. Men moge niet hard willen zijn in zijn oor deel, begrijpend hoe ontzaglijk moeilijk het is, zulk een beslissing te nemen. Maar het was jammer. „Jammer, dat wat misschien slechts een voorbijgaande oordeeldwaling ge weest is, een allerschitterendste victorie 'heeft omgezet in een episode, die. al moge men haar al niet kannen verbergen, toch liefst maar moest worden vergeten an epi sode which, if it cannot be concealed had best be forgotten). Zif zijn verkrijgbaar a 11.75 per deaa en {9 per zet doo- zen bi| het Hoofd-depdt der Pink-Pillen. Dacoatakade 15 hul», Amsterdam. Voor Haarlem en omstreken bi) de lirma'a J. QSppinger, Gr. Houtstraat 147a, W. A.Schou ten' drogist teLisse. Cu verder bij verschillende Apothe kers en Drogisten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9