DERDE BLAD
brieven uit uuitsgklano
DE OORLOG
Ingezonden Mededeeling
Zwakke of zieke Nieren
STADSNIEUWS
LEGER EN VLOOT
RECHTSZAKEN.
WOENSDAG 24 MAART 1916
VERSPREIDE BERICHTEN
MUZIEK
VRIJGESPROKEN.
De Alkmaarsdhe rechtbank, uitspraak doe
dc in de zaak van den heen W. de Lange, l
NIEUWE NAARLEmSCHE COURANT
HIJ GETEISTERDE OOST-PRUISEN.
DE OORLOGSKEUKEN.
Dat Duitsehland den strijd grootendeels
kuiten zijn eigen grenzen uitvecht is van
pnb ureken baar nut voor het Rijk vooral, in
fijn tegenwoordige geïsoleerde positie. Had
«et niet de feitelijke beschikking over zijn
eigen bodem, dan zou het noch gelegenheid
ïtoch de moreele kracht hebben, de maat-
(regelen te treffen die met het oog op den
eerst', eigenden oogst en de afwering van het
ÖBngelsche uithongcriugspian noodzakelijk
'zijn.
Voor den binnenlandscheu toestand was
het in elk opzicht van groot, neen van over
wegend belang dat Duitsehland met alle
middelen het verloop der zaken in deze
Jichting gedwongen heeft bij zijn giganti-
£chen strijd naar drie fronten. Intusschen,
de sympathie der wereld {er blijlt niet meer
veel Van over als men alle oorlogvoerende
staten bij elkaar telt) heeft juist daardoor
Such van Rusland afgewend 1 Ik heb vaak
ïiooren beweren dat dit niet 'het geval zou
^geweest ziju wanneer bijvoorbeeld do Duit-
sche Rijnstreek door den vijand .verwoest
ware. Doch Duitseliland keert, gedachtig aan
'<Te gebiedende noodzakelijkheid het. eigen
iand in dezen strijd tegen de overmacht in
'do gunstigste positie te brengen, het niet
op een proef laten aankomen, waar-het Üit
verhinderen ken.
Doch de Oostelijke grens is lang en onbe
schut. En zij ligt naar Rusland toe, ver van
de wereld die haar meegevoel aan de onmid
dellijke slachtoffers schenkt.
Oost-Pruisen is ver af, Galicië en Bocko-
wina nog verder. Zoo heeft men in do ove
rige wereld maai' weinig gehoord van de
gruwelen in Augustus en in November in
Pruisen door Russische horden bedreven.
Thans is Russische rijksweer, militair uit
schot dat in vredestijd slechts gebruikt
wordt voor bewaking der gevangenentrans-
jporten en hoogstens voor garnizoensdienst
in kleine plaatsen, in het uiterste Noorden
bij W'emel in het land gebroken, moordend,
zingend en plunderend.
De provincie Oost-Pruisen heeft reeds
tientallen jaren geleefd onder den druk van.
den verwachten inval. De vreedzame, lank
moedige bevolking kon niet tijdig vluchten
beide malen was het den autoriteiten
om militaire redenen (immers scharen van
mensehen met vee en bagage zouden de
Wegen overstroomd hebben), onmogelijk
daartoe op te wekken.
Sedert Augustus echter zijn minstens een
300.000 Oostpruisen als vluchtelingen in het
overige Duitseliland onderdak gebracht. Van
15.000 menscken die in de hoofdzake-
bedreigde streken ondanks den eersten
op hun vrijwillig gekozen post geble-
-n waren, zijn in November meer dan 4000
Jo H* yermoord, hetzij naai' het binnenland
Rw«iaud gesleept 1
Men verspilt hier echter niet zijn krach
ten aan begrijpelijke verontwaardiging over
al de daar bedreven gruweldaden, men
tracht ze weer goed te maken.
Met geld alleen kan dit niet geschieden.
"Wel zal er geld, veel geld noodig zijn om
het verwoeste weer op te bouwen, de
Van alles beroofde gezinnen in staat to stel
len opnieuw een bescheiden bestaan te be
ginnen. De millioenen daarvoor zal de staat
geven. Doch er zjjn meer persoonlijke
voorzorgsmaatregelen noodig, zorgen di© on
danks den besten wil niet van staatsbu-
reaux uit kunnen gaan. Er zijn invalieden
te verzorgen, oorlogsweduwen en weezen
van een tehuis te voorzien. Er is hulp te
verieenen tot in het kleinste toe 1
In dit opzicht heeft zich nu weer een
hulpvaardigheid of wel hulp-
-weld ur 0ea«=riijkheid getoond die tot de
4rrint Is,® Verschijnselen hoort dio het
B'OOte Duitseliland m oorlogstijd ons te zien
#eeft. Steden in Oostpruisen zijn verwoest!
Welnu, andere Duitsche steden zullen hel-
j pen ze weder op te bouwen. En bm dadelijk
van de abstracte gedachte dat concrete iets
to maken dat alleen aanwervende kracht
bezit, wordt er een peetschap gesticht, dat
eenige tot Groot-Berlijn belioorende gemeen
ten al aanvaard hebben over, de lijdende
zusteren daarginds I
Een vereeniging, pete van die verre stad,
Waar elk zijn penningske toe kan bijdragen
door er lid van te worden, waardoor, elk
voeling kan krijgen met een te helpen ge
zin of ménsclx in die plaats.
Wij hebben thans alle dagelijksche be
grippen van vroeger met het woord oorlog
ervóór leeren kennen, wat wonder dat cr
nu ook een oorlogskeuken bestaat? Niet in
den gewonen zin, want de keuken van eike
huisvrouw die haar vaderland liefheeft js
thans tot een oorlogskeuken geworden, waar
in geen greintje vet vermorst en de schillen
ider aardappelen en de afval der groenten
Zorgvuldig bijeengegaard wordt om als .vee
voeder te dienen.
Ook niet in overdrachtelijken zin alleen,
Want ook hierbij wordt tegenwoordig het
hoofddoel gezocht in het voeren van een
goede, dat is vooral aan do oorlogseischen
beantwoordende soort van koken.
Doch de „oorlogskeuken" is een groote
tentoonstelling der vereenigde Berlijnsche
huisvrouwen waar een vischkeuken, een ge-
bakkeukeu on een keuken voor practische
Spijzen ingericht zijn om vrouwen en... sol
o-aten te onderwijzen in het toebereiden van
Allerlei eenvoudige gerechten. Het is een
tentoonstelling waar op de thans te gebrui
ken levensmiddelen gewezen wordt, waar
menu's opgesteld worden voor het kleinste
budget en waai* honderden soldaten dagelijks
middagmalen te midden van een menigte be-
Aeekers, om zich daarna te vermaken met
>j>jarten. en lezen, het aanhooren Van mu-
l^k en het zien van tooneelvoorstellingen.
de opbrengst van deze leerzame en ui-
l^'uaie practische tentoonstelling dient al-
voor het onderhouden der eethuizen
feèmf hHngagoeden die de huis vrouwen ver-
«gin.n- sedert het begin van de», oorlog in
verschillende wijken opgericht heeft.
A'.
DE DUITSCHERS EN DE BEL-
GISCHE GEESTELIJKHEID.
Een correspondent van «De Tiid» publi
ceert een officieel Duitsch document, dat
zegt hij een bijzonder licht werpt op de
tegenwoordige houding der Duitsche regee
ring ten aanzien der beschuldigingen tegen
de Belgische geestelijkheid. Het stuk is door
het Pruisische ministerie van oorlog geridbt
aan den rijkskanselier Von Bethmaun Holl-
weg, die het aan de Duitsche gezanten in
het buitenland zond.
Wij ontleenen aan dit stuk (zonder voor
de eehtheid ervan te willen instaan) het vol
gende:
„Alle tot dusver van Belgische züue uitge
sproken beweringen over vermeende gewel
denarijen der Duitsche troepen ziin duidelijk
als verzinsels te onderkennen, want zij zwij
gen over het eenvoudige, door honderden on
der eede gehoorde getuigen vastgestelde en
ook door geen Belg ernstig iu twijfel gelrok
ken feit, dat in (het begin van den oorlog de
burgerbevolking met toestemming der over
heid zich in de meest uitgebreide kringen
tot verraderlijke overvallen liet verleiden.
Het zevende rapport der Belgische onder
zoekingscommissie moet thans zelfs toege
ven, dat de rtgeeriDg- in den aanvang procla
maties over den volkskrijg overal liet aan
plakken, in welke proclamaties het weinig
beschaafde deel van het volk een oproeping
moest zien tot den algemeeuen volkskrijg.
„Daardoor op een dwaalspoor geleid, ge
loofde het volk gerechtigd te zijn, uit huizen,
boomeii en andere schuilplaatsen met, wape
nen, die onder de kleeren en in de woningen
verborgen bleven, plotseling in de dorpen,
vooral 's naehls, de niets vermoedende troe
pen aan te vallen, welke door dezelfde be
volking kort te voren schijnbaar vriendelijk
waren ontvangen. Sledhts tegen dezen onge-
oorlool'den volkskrijg richtte zich de Duitsche
verdediging; deze eenvoudige stand van za
ken wordt voortdurend van Belgische zijde
verdraaid, en hetgeen slechts eene door de
eigene regeering uitgelokte onderdrukking
van den franetireurskrijg was, wordt als een
gruwel van het Duitsche leger voorgesteld.
„Gelogen is iedere bewering aangaande een
marteling, schending of onwaardige behan-
deling door de Duitschers. Dit betreft in 't
bijzonder de verhouding der Duitsche solda
ten jegens de wereldgeestelijken en kloos
terlingen. De Duitsche regeering is er van
overtuigd, dat juist de Belgische geestelijk
heid als leidster het volk tot bezinning poog
de te brengen en van de overvallen trachtte
af te houden. Herhaaldelijk kebhen daarom
do Duitsche bevelhebbers zich met de gees
telijkheid in verbinding pogen te stellen, het
geen hun gelukte, teneinde door haar de be
volking te waarschuwen, zooals o.a. ook te
Leuven gesdhied is! Niet immer slaagde dit
oogmerk; zoo klaagde 15 Augustus 1914 de
pastoor van Hollange aan den generaal-ma-
3 oor Kühne, dat hij tot zijn spijt vele mis
dadige elementen zijner gemeente niet er van
afbrengen kon, uit de boomen de Duitschers
te beschieten.
Met bet oog op de houding der Belgische
regeering, ie het ook te verblaren, dat het
geen de Duitsche regeering diep betreurt
hier en daar enkele geestelijken hun positie
vergaten en zich aan de zijde der franctimirs
schaarden, ja, zelfs de wapens opnamen en
ook spionnendiensten deden. Het is aan geen
twijfel ondeiihevig, of deze gevallen zijn uit-
zonderingen; waar zij echter voorvielen, kon
de Duitsche legermacht natuurlijk bij de on
derdrukking van het franctireurswezen geen
onderscheid maken tusschen den geestelijke
of leek, die de wapens draagt. Tot haar spijt
moest zij ook afzonderlijk van deze geestelij
ken rekenschap eischen, zooals in Spontin,
Battice, Aerscbot, Hockay en eenige andere
plaatsen.
''Opgemerkt moet ook worden, dat herhaal
delijk burgers en soldaten het geestelijk ge
waad als dekmantel misbruikten voor de uit
oefening der verraderlijke aanvallen.
„Nooit ^heeft een Duitsdbe bevelhebber of
soldaat zich moedwillig aan kerkelijk goed.'
ofwel aan een geestelijk persoon vergrepen.
Wat de van Belgische zijd© verbreide lijst
van ozogenaamde vermoorde priesters en
kloosterlingen betreft, zoo eischt de door de
Duitsche regeering bevolen controle nog ge-
ruimen tijd. Wat men met name van de Bel
gische voorstellingen over de vervolging en
vermoording van priesters kan gelooven,
leert het geval van den vice-rector der Leu-
vensche Universiteit, dr. Coenraets; over
diens verschrikkelijk uiteinde kon de Bel
gische onderzoëkingscommissie niet uitge
praat raken: hij zou in Leuven ten overstaan
van honderden toeschouwers (waaronder
vrouwen en kindereu, die men dwong in dé
handen te klappen) gruwzaam om het leven
zijn gebracht. Zoo staat het in het protocol
der commissie te lezen, waarmede zij overal
reclame maakte. De waarheid is, dat dr.
C-oenvaets in goeden welstand nog heden bij
professor Poels in Heerlen (Holland) leeft.
Men kan zich dienvolgens een voorstelling
maken van de waarheid der nieuwe lijsten.
Waar is alleen, wat ieder geestelijke billij
ken zal, dat de Duitsche troepen dóór, waar
zij op tegenstand stieten, geen onderscheid
onder franctireurs konden maken cn ook den-
gene moesten straffen, die zelf de waardig
heid van zijn geestelijk ambt had becoeuold".
DE ZEPPELIN-VREES TE
PARIJS.
De Zeppelin-vrees in Parijs wordt chro
nisch, nu de groote ludbtkruisors der Duit
schers telkens terugkomen, ondanks alle
voorzorgsmaatregelen! De corr. van de N, R.
Ct. geeft 23 Maart mededeelingen der twee
de bedreiging door Zeppelins, die niet is uit
gevoerd. (Gebleken is dat do Zeppelins niet
naar Parijs gingen, maar naar Calais, waar
zij heel wat hebben vernield). „De dienst, he
iast met het dooven van do lichten en de
luchtverdediging, heeft goed gewerkt, zegt
de correspondent. Echter bleven er in Parijs
al maar gerucht-^; in omloop, waardoor bet
voor het publiek niet mogelijk was zich een
goed denkbeeld te vormen van wat er eigen
lijk gebeurde.
„Naar hedenmorgen door do Figaro en de
Edho de Paris wordt erkend, schenen zelfs
de ambtelijke „geruchten" d.w.z. da trom
petsignalen van de brandweerlieden met
elkaar in tegenspraak, en werd daardoor het
weinigje koel overleg dat er, nog was, op de
vlucht gedreven.
„Er zijn twee opvolgende alarmseinen ge
geven, het eoreto om negen uur dat er ge
vaar dreigde en om hall* elf dat het gevaar
geweken was, het tweede om kwart over elf
met om drie uur 's nachts het sein. dat hot
gevaar voorbij war. Maar al deze aankondi
gingen door geluidseinen lijken zooveel op
elkaar, dat het m.i, erg goed zoo wezen, iets
te bedenken om aan de verschillende seinen
ook een verschillend karakter te geven, door
b.v. tweeërlei soort instrumenten te bezigen:
het eene voor do aankondiging van gevaar,
bet andere voor de geruststelling.
„lii de straten was het van half tien tot
middernacht pikkeduister, hetgeen het ver
keer ten zterete bemoeilijkte. De weinige
voorbijgangers kregen van de politiè-agenten
dan raad, naar huis te gaan. Het regende en
er 'uingou woikeo, terwijl af en toe krachtige
zoeklidbten werkten. Ik heb noch kanonscho
ten, noch bet gesnor van motoren geihoord."
in een schuur. Hij was de eerste die hem hulp
bood, hem verbond, te drinken gaf en hij zelf
leed onder de pijnen van dien armen kerel.
Gesproken had hij over zijn haat; maar ie
dat dan haat!
Kunnen haat en medelijden zoo dicht bij
elkander wonen?"
Het haspitaalschip der marine.
In de «Tagiiche Rundschau» beschrijft een
officier van gezondheid bij de marine een
hospitaaiscliip voor den zeedienst.
Het niterlijk van het groote passagiers
schip is onveranderd gebleven. Slechts is
het spierwit geverfd met een anderhalveu
meter breede groene strook, die langs hot
sdhip loopt. Op dezelfde wijze zijn de beide
bijbooten geverfd eu. de reddingsbooten, die
voor ongeveer 800 man plaats hebben. Bo-
vendion ziin èr reddingvlotten, boeien, zwem
vesten enz. aan boord, genoeg om meer dan
duizend man op te vieschen.
In vredestijd hebben deze eerste klasse
schepen van groote Duitsche reederijou
plaats voor ongeveer 2000 passagiers, gedeel
telijk zijn zij zelfs als luxe-booten ingericht
Nu bevatten zij ongeveer 300 hospitaalbed
den, zoodat iedere patiënt, wat ruimte en
lucht betreft, buitengewoon goed bedacht is.
Er zijn ook geen bedden boven elkaar, maar
slechts naast elkaar. Voor ernstige patiën
ten -zijn er kooien, die bij elke beweging van
het schip in dezelfde richting blijven hangen.
In het ihospitaalsckip „Chemnitz", dat spe
ciaal beschreven wordt, zijn acht groote, op
het hoofddek gelegene, uitstekend geventi
leerde ziekenzalen. De vensters liggen hoog
boven water en zon en zeelucht kunnen on
gehinderd naar buiten komen. Voor ernstige
patiënten ziju nog bijzondere vertrekken. Er
is een geïsoleerde afdeeling voor besmette
lijke ziekten. Voor onrustige patiënten heeft
men neg aparte hutten met getemperd licht.
Voor de niet-ernstige patiënten is eene
ruime eetzaal als verblijf ingericht. Alle af-
deelingen hebben geriefelijk gelegen bad-in-
richtingen voor zoet- on zeewater. Het ver
blijf der bemannng en wat daartoe belboort,
II geheel van de ziekenafdeeling gescheiden.
Op het hoofddek liggen ook de Köntgenka-
mcr, de operatie- en verbaudkamer, die zoo
wel met bovenlicht als met kunstlicht en met
alle toestellen ens instrumenten van de mo
derne kliniek zijn ingericht. Naast de apo
theek is ook een laboratorium voor alle mo
gelijke onderzoekingen.
Over het overbrengen van de gewonden
op het EC-hip wordt verleid: Het onmiddel
lijke transport van een groot oorlogsschip
op een hospitaalschip is uiterst bezwaarlijk,
bij ihoogen zeegang zelfs onmogelijk. Er zijn
daarom kleinere hulp-hospitaalsehepen, die
eveu zoo ingericht zijn als de groote en de
zieken overbrengen. Het overbrengen ge
schiedt zooveel mogelijk achter en voor te
gelijk. Door groote luiken wordt een gedeelte
van de patiënten direct naar de ziekenzalen
gebracht eu de anderen van uit de hoofdsta
tions verdeeld.
De zwaar gewonden worden in hangmatten
gewikkeld, in breede transport-hangmatten
gelegd en dan met een kraan aan boord ge
haald. Al naar gelang van de omstandighe
den blijven do patiënten nan boord of wor
den zij aan een gvcot landliospitaal afgele
verd.
Een rank antwoord.
Zekere Eduard Engel heeft in bet Berli.
ner Tageblatt volgens de N. R, Ct. 't Rijks
daglid Haas verweten, dat deze blijk heeft
gegeven de Fr.mschen niet genoeg te haten.
Haas antwoordt o.m.j
„Ik lag alk vrijwilliger in de loopgraaf in
Vlaanderen, en tegenover mij lagen de Fran-
eehen. Op hetzelfde o ogenblik zat de heer
Eugel in Berlijn bij de warme kachel achter
een grooten inktkoker en trachtte mij van-
daaruit te onderhouden over de mate van
woede, die men tegen de Franschen in zich
moet dragen". Haas verzekert dan dat naar
zijn vaste overtuiging het Duitscihe volk
geen haat koestert tegen de Franschen, noch
ook tegen het Fransche volk. Hij wijst er dan
op, dat de Duitsche soldaat in het bezette
gebied in Frankrijk overal goed overweg kan
met de Fransche bevolking. Voor de Fran
sche rechters en journalisten koestert Haas
geen bewondering, maar voor wat die mis
deden kan men evenmin als voor do uitspat
tingen van opgehitst gepeupel de Franschen
in 't algemeen verantwoordelijk stellen.
„Haat de Duitsche soldaat den gewonden of
gevangen Fransdbman, of zelfs den Fran
schen. soldaat- die gevechtsklcar tegenover
hem ligt? Ik heb te velde hü niemand een
gevoel van haat waargenomen; maar mis
schien weet de heer Enge! te Berlijn het be
ter."
Haas vertelt nog het volgende voorval:
„Toen wij voor 't eerst in het gevecht kwa
men, stonden wij tegenover de Engelsehen.
Wij zijn allen verwoed tegen Engeland, en
één was er die mij sprak over zijn haat. Den
volgenden dag de Engelsclie kogels had
den al menigeu goeden kameraad ontroofd
vond hij oen zwaargewonden Engelsehman
Door haar te verwaarloozen begunstigen
wij de voortwoekering van ziekten. Het
verwaarloozen van verzwakking of ziekte
der nieren kan de ernstigste gevolgen met
zich sleepen.
Men kan een betrekkelijk uitstekende ge
zondheid schijnen te genieten cn toch een
nieraandoening hebben, welke, in het begin
van weinig hinder, veroorzaakt werd door
een kleinigheid (een gevatte koude, ver
moeienis, buitensporigheden van allerlei
aard). De uitvloeisels van deze aandoening
treden bij turaohenpoozen op, verdwijnen tij -
delyk en doen zich daarna krachtiger ge-
voeian.
Rugpijn, hoofdpijn, waterzuchtige zwellin
gen ander de oogen en In de enkels, water-
stoornisaeu, rheumatisclxe pijnen kunnen de
verschijnselen zijn, die aanduiden, dat de
nieren aangedaan zijn en somtijds reeds veel
erger dan vermoed wordt.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen herstellen
do goede werking der nieren. Eij doen de
bovenstaande verschijnselen (de voorioopers
van gevaarlijke ziekten als waterzucht, nier
steen, uierontsteking, uremie) verdwijnen.
Te Haarlem verkrijgb. bij de heeren K.
v. Eden, Spaarne 38, en J. J. Göppinger, Gr.J
Houtetr. 147a Toezending geschiedt tran-
*9 na ontvangst van
postwissel a 1.75 voor
één, of 10.voor zes
doozen. Eiaoht de echte
Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke doo»,
die niet voorzien ia van
nevenstaand handelsmerk.
EODI DEGGELER.
Verstandelijkheid kan in de kunst een
zeer belangrijke deugd zijn, wanneer ze be-
teekent persoonlijk-intelligente verzorging
van een door sentiment bewogen voordracht.
Zoo kenmerkt zich de zangkunst van Susan
Metcalfe, van Bona Durigo e.a. maar wan
neer de verstandelijkheid op den voorgrond
komt als de voornaamste, ja, de eenigste
„artistieke" karaktertrek, dan is dit hoog
stens een armelijke vergoeding voor 't gemis
van natuurlijke schoonheid. Het is een tra
gisch streven van sommige modernen om
alle ontroering uit de kunst te weren.... de
heillooze uitingen van decadenten, die van
den nood een deugd maken. Ik zeg niet, dat
er geen eigen aard in deze uitingen is, maar*
ze missen de oer-natuurlijke levenskracht.
Rodi Deggelev zingt beredeneerd, zéér be-
edbaafd, virtuoselijffi-knap, maar levenloos,
absoluut levensloos. Als men meent dat de
muziek en de muzikale voordracht in de toe-
komst pile hartstocht zal kunnen missen, dan
dwaalt men zekerlijk ten opzichte van een
natuurwet. De muziek eu de weergave ervan
is uiting van onze mensehelijbheid, zooals ze
zich voelt onbevangen van tijdelijkheid en
materie, onze geestelijk-veelzijdige mensche-
i lijkheid. Daarom kunn w© ook zeggen, dat
niet alle muziek absolute gevoelskunst is,
j dat soms het sentiment eobjjnt te wijken
Ivoor een diepere rust, een zeer bijzondere
harmonie van geest en gevoel, waaruit de
sferen-muziek ontstaat; maar altijd is het
de innerlijke menschelijkheid, die zich weer
geeft. Arme blinden, die onze mooie natuur
zooveel onrecht doen en hun zonlicht zoeken
in de doode uiterlijkheid van virtuositeit.
Als het beste wat ik hoorde, zou ik ,Jm
Sturm" van Wilhelm Berger willen noemen.
In dit mooie lied had de voordracht van
Rodi Deggelcr tenminste een schadnw van
dramatiek, al was bot een zeer zwakke. In
„Ka for lied" van denzelfden componist gaf
zij ook wel iets fijnzinnigs en in sommige
dei* oud-Engelsche en oud-Fransche liederen
klonk bijwijlen iets melancholisch, maar wat
beteekent zoo weinig ornamentieke schoon
heid, als we voortdurend de groote onnoem
bare schoonheid missen, die komt nit do
fantasie; het gevoel; die een huivering der
Liefde isl De muziek ié geen kunstnijvor-
lieid... wij moe tee terug naar do natuur;
de allerdiepste schoonheid van 't leven moet
bloeien iu de kunst en we minachten elke
deeadente-gerhstingeerde rangschikking van
klanken. Wij mogen evenwel en gaarne
appreciatie gevoelen voor de zéér knappe
zangtechniek van Rodi Deggelcr. Zij zong,
behalve de genoemde liederen, ook hóél
mooie muziek van M. Schillings en Enrico
Bossi, een aria van Handel, Reghiei'a van
Durante en Hollandsche liederen van Cath.
van Rennes en -C. Andriessen Jr.
Dc Haagsche pianist Hans Goemans bege
leidde de zangeres op uitnemend-muzikale,
artistieke wijze.
H. F. A.
(Wegens plaatsgebrek giste.ren niet ge
plaatst. Red.)
VAN ONZE GROENTENMARKT.
Gisteren zijn alhier door Gehr. Witkamp
prachtige kroppen 6alade aan de groenten-
markt gebracht; de eersten zijn opgekocht
door W. G. Cramer, wonende Parkstraat, en
W. Vermeer, President Steinstraat, Solioten.
HINDERWET.
Ingekomen is een verzoekschrift met bij
lagen van de firma J. J. Bejjnes, om ver
gunning tot uitbreiding van hare inrichting
op het terrein no. 14 aan het Stationsplein,
door het bijplaatsen van 7 electromotoven,
gedeeltelijk ter vervanging van de bestaan
de dynamo van pl.m. 50 P.K. en de stoom
machine van pl.m. 150 P.K. tot het aandrij
ven van de bestaande werktuigen en doo1*
bei bijplaatsen va" een luebthamer.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: A. Callo. Anegan;
21, een R.-K. kerkboekje; J. Keesman, Leid
scihesetraat 67, een tascbje met inhoud; G
London, Oranjeplein 9, Heemstede, een rc
zenkrans; C. Blazer, Tuinstraat 9D, een kik
derbontje; A. Officier, Zuid-Polderstraat 21
een zweep; H. Ramp, Smedestraat 12, ee
dameshandschoen; L. Wezenbeek, Spaart
wonderstraat 92a, een herderehond: I. Boe
nema, Gierstraat 42, een kinderschoeutje; I
Eiffert, Gr. Houtstraat 84, airedale terrier
Bureau van Politie, Smedestraat, een kindei
schoentje; C. Huizinga, 2e Vooruitgangst:
36, een pakje met linnengoed; A. Hofmai
Leideohe Zijstraat 6, een kettinkje en ee
collier.
ONBESTELBARE STUKKEN
terugontvangen gedurende de een-te helf
der maand Maart:
Brieven binnenland:
H. Aandree, Utrecht; B. K„ Alkmuar; W
de Bie, Amsterdam; W. Bos, Haarlem; 1
Brauwer Szn„ P. C. Broekhuysen, Blot
mendaal; Mr. A. Buijskes, Haarlem; Bijvoe
Amsterdam; Cannegieter, Rotterdam; Cre<
mens, Leidscliedain; Flipse, Arnhem; Groei
Haarlem; H. Hoobus, Nederweert; L. Hul:
bosch, Leger te velde; Bn. Hulskamp, An
sterdam; D. Keuselaar, idem; Koelman, t
Zaandam; D. J. Ringolr, Amsterdam; R
viere Germane, Rotterdam; S., Haarhui
firma Sandwijk, dan Haag; Ph. van Schai)
Idem; van der Sluys, Poortershaven; Sprui
en Co., Tilburg; Steiger, Rotterdam; i
Traaij, VailiautHoek, Middelburg; t
H. Veenendaal, 2e divisie; Corn. Viseer, i
Haarlem; R. Visser, Breek; Weriiik, I; lion
vvilieuis, Bergeik; Wouters, Bolsward.
Briefkaarten binnenland:
Jo'bv. d. Akker, Amsterdam; H. van dt
Beek, idem; J. J. Beeker, A. Berthoid, 1
Eindhoven; P. van Bieue, Goorle: E. Burk.
valt, Amsterdam: W. Droomers, Drougelei
J. Dijk-, Haarlem; R. van Grieken W.
H. Heeres, Scheveningen; N. de Jong, f; Me
Alie K óre ter, Amsterdam; v. d. Kraats, 1
Alkmaar; F. Kuiper. Amsterdam; T. Ku
per, Haai lem; Mej. B. vau Leeuwen, Rótte
dam; van der Linde, Haarlem; F. Bach,
Amsterdam; Mej M. van Maris, Haarlem
B. Nel. H. Pellinkhof, O. van Piere, 1
Eindhoven; van Schooteu Arend Sern
Amsterdam; J. I. Termminck, idem; J. 3
y?n. eD', Stratum; Mej. M. Veerman, pai
Mej. Zand, Amsterdam.
Brieven buitenland:
O. Verwe Carlier, Liège; Consul Pays Ba
Brussel; De Deyne, idem, St. Gilles; W. E
bracht, Hamburg; Mej. L. Errera„ Uecl
Freiherrn von Bissung, Brussel; Holl. Ar
|bulanee, idem; E. Leemans, Antwerpen; Ja
van Loonen, Essen Ruhr; F. C. Licas, Bu
ji'alo N.-Y.; Oppenkamp, Makasser: A.
Ruyter, Antwerpen; Anna van Sande, Bo
gerhout; J. C. Schmidt, Londen; Mich, c
[Smetb, par Duinkerken; Smolders, B er Oh er
Leonard Tietz, Anvers; Jules Vince, Bruxc
les.
Briefkaarten buitenland:
Miss A. Frölieb, Londen; fam. de Groi
Madioen, Java; Miss Mildred Senner, Su
folk; F. E. G. Jona, West-Hartlepooi; Augn
van Laeken, Hingene bij Triers; Laman
Vigo; H. Müllmann, Mulilhausen; Miss Deh
OrvaJL, Detroit, U.S.A.; Miss Delia Orval, it
fam. de Ruyter, Antwerpen; Franz Scha
lenberg, Wester; J. C. Schouten, Mors; F.
Wit, Duisburg; frl. Eke Walff, Frankfu
a/Ma in.
Nota. Aan de afzenders wordt aanbev
len hun adres op de stukken te vermelde
opdat deze bij onbestelbaarheid aan lit
kunnen worden teruggegeven.
HANDHAVING DER KRIJGSTUCHT.
Door het legerbestuur is cr op aangedro:
gen om de krijgstucht bij vele afdeelinge
hooger op te voeren en strenger te ham
haven. Er zijn nog Bteeds klachten ovc
het niet of onvoldoende brengen van eerbi
wijzen; vooral liet groeten door mindere
voor korporaals en onderoffklieren.
Het wordt noodzakelijk geacht om dieko
poraals en onderofficieren, die niet vordere
dat hun het eerbewijs stipt wordt gebracli
er op te wijzen dat zij te kort schieten 1
hun plicht.
Allei_ commandanten en officieren eullc
zorg moeten dragen dat al hun ondergeschil
ten den militairen groet stipt en tijdig w>
ten te brengen.
VERBOD TOT HET GEBRUIK VAN STE1
KEN DRANK.
Naar het Centr. meldt, heeft de oppe
bevelhebber als zijn uitdrukkclijken wenst
te kennen gegeven, dat het gebruik vs
sterken drank aan alle militairen verbodt
wordt gedurende den dagclijkschen diens
tijd, onder welken diensttijd ook begrept
dient te worden de tusschen de verschillo
lende diensten genoten wordende rusttijde
DE VORMING VAN EEN RESERVE.
Naar wij vernemen zal tegen 15 April wa
neer de miliciens der lichting 1914, die tha
nog in de depots zijn, naar het veldlege.' ovc
gaan, een gelijk deel der oudste militielichtii
worden samengevoegd tot reserve- of logf
bataljons.
DEPOT MITRAILLEURS.
De opleiding van reserve-officieren, kader
manschappen bij do mitrailleurs zal plaate ht
ben bij het depot der brigade Grenadiers
Jagers.
klaagd van het onttrekken van eenige gc
deren aan de gefailleerde Kurhaua-nuu
schappij te Egmond aan Zee, heeft dezen vi
gesproken van het hem ten laste gelegd* 1
eiseh was 8 maanden met aftrek van 9 man
-'en, die hü in voorloopige hechtenis h
doorgebracht,