DERDE BLAD brieven uit uuitsgklano DE OORLOG Ingezonden Mededeeling Zwakke of zieke Nieren STADSNIEUWS LEGER EN VLOOT RECHTSZAKEN. WOENSDAG 24 MAART 1916 VERSPREIDE BERICHTEN MUZIEK VRIJGESPROKEN. De Alkmaarsdhe rechtbank, uitspraak doe dc in de zaak van den heen W. de Lange, l NIEUWE NAARLEmSCHE COURANT HIJ GETEISTERDE OOST-PRUISEN. DE OORLOGSKEUKEN. Dat Duitsehland den strijd grootendeels kuiten zijn eigen grenzen uitvecht is van pnb ureken baar nut voor het Rijk vooral, in fijn tegenwoordige geïsoleerde positie. Had «et niet de feitelijke beschikking over zijn eigen bodem, dan zou het noch gelegenheid ïtoch de moreele kracht hebben, de maat- (regelen te treffen die met het oog op den eerst', eigenden oogst en de afwering van het ÖBngelsche uithongcriugspian noodzakelijk 'zijn. Voor den binnenlandscheu toestand was het in elk opzicht van groot, neen van over wegend belang dat Duitsehland met alle middelen het verloop der zaken in deze Jichting gedwongen heeft bij zijn giganti- £chen strijd naar drie fronten. Intusschen, de sympathie der wereld {er blijlt niet meer veel Van over als men alle oorlogvoerende staten bij elkaar telt) heeft juist daardoor Such van Rusland afgewend 1 Ik heb vaak ïiooren beweren dat dit niet 'het geval zou ^geweest ziju wanneer bijvoorbeeld do Duit- sche Rijnstreek door den vijand .verwoest ware. Doch Duitseliland keert, gedachtig aan '<Te gebiedende noodzakelijkheid het. eigen iand in dezen strijd tegen de overmacht in 'do gunstigste positie te brengen, het niet op een proef laten aankomen, waar-het Üit verhinderen ken. Doch de Oostelijke grens is lang en onbe schut. En zij ligt naar Rusland toe, ver van de wereld die haar meegevoel aan de onmid dellijke slachtoffers schenkt. Oost-Pruisen is ver af, Galicië en Bocko- wina nog verder. Zoo heeft men in do ove rige wereld maai' weinig gehoord van de gruwelen in Augustus en in November in Pruisen door Russische horden bedreven. Thans is Russische rijksweer, militair uit schot dat in vredestijd slechts gebruikt wordt voor bewaking der gevangenentrans- jporten en hoogstens voor garnizoensdienst in kleine plaatsen, in het uiterste Noorden bij W'emel in het land gebroken, moordend, zingend en plunderend. De provincie Oost-Pruisen heeft reeds tientallen jaren geleefd onder den druk van. den verwachten inval. De vreedzame, lank moedige bevolking kon niet tijdig vluchten beide malen was het den autoriteiten om militaire redenen (immers scharen van mensehen met vee en bagage zouden de Wegen overstroomd hebben), onmogelijk daartoe op te wekken. Sedert Augustus echter zijn minstens een 300.000 Oostpruisen als vluchtelingen in het overige Duitseliland onderdak gebracht. Van 15.000 menscken die in de hoofdzake- bedreigde streken ondanks den eersten op hun vrijwillig gekozen post geble- -n waren, zijn in November meer dan 4000 Jo H* yermoord, hetzij naai' het binnenland Rw«iaud gesleept 1 Men verspilt hier echter niet zijn krach ten aan begrijpelijke verontwaardiging over al de daar bedreven gruweldaden, men tracht ze weer goed te maken. Met geld alleen kan dit niet geschieden. "Wel zal er geld, veel geld noodig zijn om het verwoeste weer op te bouwen, de Van alles beroofde gezinnen in staat to stel len opnieuw een bescheiden bestaan te be ginnen. De millioenen daarvoor zal de staat geven. Doch er zjjn meer persoonlijke voorzorgsmaatregelen noodig, zorgen di© on danks den besten wil niet van staatsbu- reaux uit kunnen gaan. Er zijn invalieden te verzorgen, oorlogsweduwen en weezen van een tehuis te voorzien. Er is hulp te verieenen tot in het kleinste toe 1 In dit opzicht heeft zich nu weer een hulpvaardigheid of wel hulp- -weld ur 0ea«=riijkheid getoond die tot de 4rrint Is,® Verschijnselen hoort dio het B'OOte Duitseliland m oorlogstijd ons te zien #eeft. Steden in Oostpruisen zijn verwoest! Welnu, andere Duitsche steden zullen hel- j pen ze weder op te bouwen. En bm dadelijk van de abstracte gedachte dat concrete iets to maken dat alleen aanwervende kracht bezit, wordt er een peetschap gesticht, dat eenige tot Groot-Berlijn belioorende gemeen ten al aanvaard hebben over, de lijdende zusteren daarginds I Een vereeniging, pete van die verre stad, Waar elk zijn penningske toe kan bijdragen door er lid van te worden, waardoor, elk voeling kan krijgen met een te helpen ge zin of ménsclx in die plaats. Wij hebben thans alle dagelijksche be grippen van vroeger met het woord oorlog ervóór leeren kennen, wat wonder dat cr nu ook een oorlogskeuken bestaat? Niet in den gewonen zin, want de keuken van eike huisvrouw die haar vaderland liefheeft js thans tot een oorlogskeuken geworden, waar in geen greintje vet vermorst en de schillen ider aardappelen en de afval der groenten Zorgvuldig bijeengegaard wordt om als .vee voeder te dienen. Ook niet in overdrachtelijken zin alleen, Want ook hierbij wordt tegenwoordig het hoofddoel gezocht in het voeren van een goede, dat is vooral aan do oorlogseischen beantwoordende soort van koken. Doch de „oorlogskeuken" is een groote tentoonstelling der vereenigde Berlijnsche huisvrouwen waar een vischkeuken, een ge- bakkeukeu on een keuken voor practische Spijzen ingericht zijn om vrouwen en... sol o-aten te onderwijzen in het toebereiden van Allerlei eenvoudige gerechten. Het is een tentoonstelling waar op de thans te gebrui ken levensmiddelen gewezen wordt, waar menu's opgesteld worden voor het kleinste budget en waai* honderden soldaten dagelijks middagmalen te midden van een menigte be- Aeekers, om zich daarna te vermaken met >j>jarten. en lezen, het aanhooren Van mu- l^k en het zien van tooneelvoorstellingen. de opbrengst van deze leerzame en ui- l^'uaie practische tentoonstelling dient al- voor het onderhouden der eethuizen feèmf hHngagoeden die de huis vrouwen ver- «gin.n- sedert het begin van de», oorlog in verschillende wijken opgericht heeft. A'. DE DUITSCHERS EN DE BEL- GISCHE GEESTELIJKHEID. Een correspondent van «De Tiid» publi ceert een officieel Duitsch document, dat zegt hij een bijzonder licht werpt op de tegenwoordige houding der Duitsche regee ring ten aanzien der beschuldigingen tegen de Belgische geestelijkheid. Het stuk is door het Pruisische ministerie van oorlog geridbt aan den rijkskanselier Von Bethmaun Holl- weg, die het aan de Duitsche gezanten in het buitenland zond. Wij ontleenen aan dit stuk (zonder voor de eehtheid ervan te willen instaan) het vol gende: „Alle tot dusver van Belgische züue uitge sproken beweringen over vermeende gewel denarijen der Duitsche troepen ziin duidelijk als verzinsels te onderkennen, want zij zwij gen over het eenvoudige, door honderden on der eede gehoorde getuigen vastgestelde en ook door geen Belg ernstig iu twijfel gelrok ken feit, dat in (het begin van den oorlog de burgerbevolking met toestemming der over heid zich in de meest uitgebreide kringen tot verraderlijke overvallen liet verleiden. Het zevende rapport der Belgische onder zoekingscommissie moet thans zelfs toege ven, dat de rtgeeriDg- in den aanvang procla maties over den volkskrijg overal liet aan plakken, in welke proclamaties het weinig beschaafde deel van het volk een oproeping moest zien tot den algemeeuen volkskrijg. „Daardoor op een dwaalspoor geleid, ge loofde het volk gerechtigd te zijn, uit huizen, boomeii en andere schuilplaatsen met, wape nen, die onder de kleeren en in de woningen verborgen bleven, plotseling in de dorpen, vooral 's naehls, de niets vermoedende troe pen aan te vallen, welke door dezelfde be volking kort te voren schijnbaar vriendelijk waren ontvangen. Sledhts tegen dezen onge- oorlool'den volkskrijg richtte zich de Duitsche verdediging; deze eenvoudige stand van za ken wordt voortdurend van Belgische zijde verdraaid, en hetgeen slechts eene door de eigene regeering uitgelokte onderdrukking van den franetireurskrijg was, wordt als een gruwel van het Duitsche leger voorgesteld. „Gelogen is iedere bewering aangaande een marteling, schending of onwaardige behan- deling door de Duitschers. Dit betreft in 't bijzonder de verhouding der Duitsche solda ten jegens de wereldgeestelijken en kloos terlingen. De Duitsche regeering is er van overtuigd, dat juist de Belgische geestelijk heid als leidster het volk tot bezinning poog de te brengen en van de overvallen trachtte af te houden. Herhaaldelijk kebhen daarom do Duitsche bevelhebbers zich met de gees telijkheid in verbinding pogen te stellen, het geen hun gelukte, teneinde door haar de be volking te waarschuwen, zooals o.a. ook te Leuven gesdhied is! Niet immer slaagde dit oogmerk; zoo klaagde 15 Augustus 1914 de pastoor van Hollange aan den generaal-ma- 3 oor Kühne, dat hij tot zijn spijt vele mis dadige elementen zijner gemeente niet er van afbrengen kon, uit de boomen de Duitschers te beschieten. Met bet oog op de houding der Belgische regeering, ie het ook te verblaren, dat het geen de Duitsche regeering diep betreurt hier en daar enkele geestelijken hun positie vergaten en zich aan de zijde der franctimirs schaarden, ja, zelfs de wapens opnamen en ook spionnendiensten deden. Het is aan geen twijfel ondeiihevig, of deze gevallen zijn uit- zonderingen; waar zij echter voorvielen, kon de Duitsche legermacht natuurlijk bij de on derdrukking van het franctireurswezen geen onderscheid maken tusschen den geestelijke of leek, die de wapens draagt. Tot haar spijt moest zij ook afzonderlijk van deze geestelij ken rekenschap eischen, zooals in Spontin, Battice, Aerscbot, Hockay en eenige andere plaatsen. ''Opgemerkt moet ook worden, dat herhaal delijk burgers en soldaten het geestelijk ge waad als dekmantel misbruikten voor de uit oefening der verraderlijke aanvallen. „Nooit ^heeft een Duitsdbe bevelhebber of soldaat zich moedwillig aan kerkelijk goed.' ofwel aan een geestelijk persoon vergrepen. Wat de van Belgische zijd© verbreide lijst van ozogenaamde vermoorde priesters en kloosterlingen betreft, zoo eischt de door de Duitsche regeering bevolen controle nog ge- ruimen tijd. Wat men met name van de Bel gische voorstellingen over de vervolging en vermoording van priesters kan gelooven, leert het geval van den vice-rector der Leu- vensche Universiteit, dr. Coenraets; over diens verschrikkelijk uiteinde kon de Bel gische onderzoëkingscommissie niet uitge praat raken: hij zou in Leuven ten overstaan van honderden toeschouwers (waaronder vrouwen en kindereu, die men dwong in dé handen te klappen) gruwzaam om het leven zijn gebracht. Zoo staat het in het protocol der commissie te lezen, waarmede zij overal reclame maakte. De waarheid is, dat dr. C-oenvaets in goeden welstand nog heden bij professor Poels in Heerlen (Holland) leeft. Men kan zich dienvolgens een voorstelling maken van de waarheid der nieuwe lijsten. Waar is alleen, wat ieder geestelijke billij ken zal, dat de Duitsche troepen dóór, waar zij op tegenstand stieten, geen onderscheid onder franctireurs konden maken cn ook den- gene moesten straffen, die zelf de waardig heid van zijn geestelijk ambt had becoeuold". DE ZEPPELIN-VREES TE PARIJS. De Zeppelin-vrees in Parijs wordt chro nisch, nu de groote ludbtkruisors der Duit schers telkens terugkomen, ondanks alle voorzorgsmaatregelen! De corr. van de N, R. Ct. geeft 23 Maart mededeelingen der twee de bedreiging door Zeppelins, die niet is uit gevoerd. (Gebleken is dat do Zeppelins niet naar Parijs gingen, maar naar Calais, waar zij heel wat hebben vernield). „De dienst, he iast met het dooven van do lichten en de luchtverdediging, heeft goed gewerkt, zegt de correspondent. Echter bleven er in Parijs al maar gerucht-^; in omloop, waardoor bet voor het publiek niet mogelijk was zich een goed denkbeeld te vormen van wat er eigen lijk gebeurde. „Naar hedenmorgen door do Figaro en de Edho de Paris wordt erkend, schenen zelfs de ambtelijke „geruchten" d.w.z. da trom petsignalen van de brandweerlieden met elkaar in tegenspraak, en werd daardoor het weinigje koel overleg dat er, nog was, op de vlucht gedreven. „Er zijn twee opvolgende alarmseinen ge geven, het eoreto om negen uur dat er ge vaar dreigde en om hall* elf dat het gevaar geweken was, het tweede om kwart over elf met om drie uur 's nachts het sein. dat hot gevaar voorbij war. Maar al deze aankondi gingen door geluidseinen lijken zooveel op elkaar, dat het m.i, erg goed zoo wezen, iets te bedenken om aan de verschillende seinen ook een verschillend karakter te geven, door b.v. tweeërlei soort instrumenten te bezigen: het eene voor do aankondiging van gevaar, bet andere voor de geruststelling. „lii de straten was het van half tien tot middernacht pikkeduister, hetgeen het ver keer ten zterete bemoeilijkte. De weinige voorbijgangers kregen van de politiè-agenten dan raad, naar huis te gaan. Het regende en er 'uingou woikeo, terwijl af en toe krachtige zoeklidbten werkten. Ik heb noch kanonscho ten, noch bet gesnor van motoren geihoord." in een schuur. Hij was de eerste die hem hulp bood, hem verbond, te drinken gaf en hij zelf leed onder de pijnen van dien armen kerel. Gesproken had hij over zijn haat; maar ie dat dan haat! Kunnen haat en medelijden zoo dicht bij elkander wonen?" Het haspitaalschip der marine. In de «Tagiiche Rundschau» beschrijft een officier van gezondheid bij de marine een hospitaaiscliip voor den zeedienst. Het niterlijk van het groote passagiers schip is onveranderd gebleven. Slechts is het spierwit geverfd met een anderhalveu meter breede groene strook, die langs hot sdhip loopt. Op dezelfde wijze zijn de beide bijbooten geverfd eu. de reddingsbooten, die voor ongeveer 800 man plaats hebben. Bo- vendion ziin èr reddingvlotten, boeien, zwem vesten enz. aan boord, genoeg om meer dan duizend man op te vieschen. In vredestijd hebben deze eerste klasse schepen van groote Duitsche reederijou plaats voor ongeveer 2000 passagiers, gedeel telijk zijn zij zelfs als luxe-booten ingericht Nu bevatten zij ongeveer 300 hospitaalbed den, zoodat iedere patiënt, wat ruimte en lucht betreft, buitengewoon goed bedacht is. Er zijn ook geen bedden boven elkaar, maar slechts naast elkaar. Voor ernstige patiën ten -zijn er kooien, die bij elke beweging van het schip in dezelfde richting blijven hangen. In het ihospitaalsckip „Chemnitz", dat spe ciaal beschreven wordt, zijn acht groote, op het hoofddek gelegene, uitstekend geventi leerde ziekenzalen. De vensters liggen hoog boven water en zon en zeelucht kunnen on gehinderd naar buiten komen. Voor ernstige patiënten ziju nog bijzondere vertrekken. Er is een geïsoleerde afdeeling voor besmette lijke ziekten. Voor onrustige patiënten heeft men neg aparte hutten met getemperd licht. Voor de niet-ernstige patiënten is eene ruime eetzaal als verblijf ingericht. Alle af- deelingen hebben geriefelijk gelegen bad-in- richtingen voor zoet- on zeewater. Het ver blijf der bemannng en wat daartoe belboort, II geheel van de ziekenafdeeling gescheiden. Op het hoofddek liggen ook de Köntgenka- mcr, de operatie- en verbaudkamer, die zoo wel met bovenlicht als met kunstlicht en met alle toestellen ens instrumenten van de mo derne kliniek zijn ingericht. Naast de apo theek is ook een laboratorium voor alle mo gelijke onderzoekingen. Over het overbrengen van de gewonden op het EC-hip wordt verleid: Het onmiddel lijke transport van een groot oorlogsschip op een hospitaalschip is uiterst bezwaarlijk, bij ihoogen zeegang zelfs onmogelijk. Er zijn daarom kleinere hulp-hospitaalsehepen, die eveu zoo ingericht zijn als de groote en de zieken overbrengen. Het overbrengen ge schiedt zooveel mogelijk achter en voor te gelijk. Door groote luiken wordt een gedeelte van de patiënten direct naar de ziekenzalen gebracht eu de anderen van uit de hoofdsta tions verdeeld. De zwaar gewonden worden in hangmatten gewikkeld, in breede transport-hangmatten gelegd en dan met een kraan aan boord ge haald. Al naar gelang van de omstandighe den blijven do patiënten nan boord of wor den zij aan een gvcot landliospitaal afgele verd. Een rank antwoord. Zekere Eduard Engel heeft in bet Berli. ner Tageblatt volgens de N. R, Ct. 't Rijks daglid Haas verweten, dat deze blijk heeft gegeven de Fr.mschen niet genoeg te haten. Haas antwoordt o.m.j „Ik lag alk vrijwilliger in de loopgraaf in Vlaanderen, en tegenover mij lagen de Fran- eehen. Op hetzelfde o ogenblik zat de heer Eugel in Berlijn bij de warme kachel achter een grooten inktkoker en trachtte mij van- daaruit te onderhouden over de mate van woede, die men tegen de Franschen in zich moet dragen". Haas verzekert dan dat naar zijn vaste overtuiging het Duitscihe volk geen haat koestert tegen de Franschen, noch ook tegen het Fransche volk. Hij wijst er dan op, dat de Duitsche soldaat in het bezette gebied in Frankrijk overal goed overweg kan met de Fransche bevolking. Voor de Fran sche rechters en journalisten koestert Haas geen bewondering, maar voor wat die mis deden kan men evenmin als voor do uitspat tingen van opgehitst gepeupel de Franschen in 't algemeen verantwoordelijk stellen. „Haat de Duitsche soldaat den gewonden of gevangen Fransdbman, of zelfs den Fran schen. soldaat- die gevechtsklcar tegenover hem ligt? Ik heb te velde hü niemand een gevoel van haat waargenomen; maar mis schien weet de heer Enge! te Berlijn het be ter." Haas vertelt nog het volgende voorval: „Toen wij voor 't eerst in het gevecht kwa men, stonden wij tegenover de Engelsehen. Wij zijn allen verwoed tegen Engeland, en één was er die mij sprak over zijn haat. Den volgenden dag de Engelsclie kogels had den al menigeu goeden kameraad ontroofd vond hij oen zwaargewonden Engelsehman Door haar te verwaarloozen begunstigen wij de voortwoekering van ziekten. Het verwaarloozen van verzwakking of ziekte der nieren kan de ernstigste gevolgen met zich sleepen. Men kan een betrekkelijk uitstekende ge zondheid schijnen te genieten cn toch een nieraandoening hebben, welke, in het begin van weinig hinder, veroorzaakt werd door een kleinigheid (een gevatte koude, ver moeienis, buitensporigheden van allerlei aard). De uitvloeisels van deze aandoening treden bij turaohenpoozen op, verdwijnen tij - delyk en doen zich daarna krachtiger ge- voeian. Rugpijn, hoofdpijn, waterzuchtige zwellin gen ander de oogen en In de enkels, water- stoornisaeu, rheumatisclxe pijnen kunnen de verschijnselen zijn, die aanduiden, dat de nieren aangedaan zijn en somtijds reeds veel erger dan vermoed wordt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen herstellen do goede werking der nieren. Eij doen de bovenstaande verschijnselen (de voorioopers van gevaarlijke ziekten als waterzucht, nier steen, uierontsteking, uremie) verdwijnen. Te Haarlem verkrijgb. bij de heeren K. v. Eden, Spaarne 38, en J. J. Göppinger, Gr.J Houtetr. 147a Toezending geschiedt tran- *9 na ontvangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10.voor zes doozen. Eiaoht de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doo», die niet voorzien ia van nevenstaand handelsmerk. EODI DEGGELER. Verstandelijkheid kan in de kunst een zeer belangrijke deugd zijn, wanneer ze be- teekent persoonlijk-intelligente verzorging van een door sentiment bewogen voordracht. Zoo kenmerkt zich de zangkunst van Susan Metcalfe, van Bona Durigo e.a. maar wan neer de verstandelijkheid op den voorgrond komt als de voornaamste, ja, de eenigste „artistieke" karaktertrek, dan is dit hoog stens een armelijke vergoeding voor 't gemis van natuurlijke schoonheid. Het is een tra gisch streven van sommige modernen om alle ontroering uit de kunst te weren.... de heillooze uitingen van decadenten, die van den nood een deugd maken. Ik zeg niet, dat er geen eigen aard in deze uitingen is, maar* ze missen de oer-natuurlijke levenskracht. Rodi Deggelev zingt beredeneerd, zéér be- edbaafd, virtuoselijffi-knap, maar levenloos, absoluut levensloos. Als men meent dat de muziek en de muzikale voordracht in de toe- komst pile hartstocht zal kunnen missen, dan dwaalt men zekerlijk ten opzichte van een natuurwet. De muziek eu de weergave ervan is uiting van onze mensehelijbheid, zooals ze zich voelt onbevangen van tijdelijkheid en materie, onze geestelijk-veelzijdige mensche- i lijkheid. Daarom kunn w© ook zeggen, dat niet alle muziek absolute gevoelskunst is, j dat soms het sentiment eobjjnt te wijken Ivoor een diepere rust, een zeer bijzondere harmonie van geest en gevoel, waaruit de sferen-muziek ontstaat; maar altijd is het de innerlijke menschelijkheid, die zich weer geeft. Arme blinden, die onze mooie natuur zooveel onrecht doen en hun zonlicht zoeken in de doode uiterlijkheid van virtuositeit. Als het beste wat ik hoorde, zou ik ,Jm Sturm" van Wilhelm Berger willen noemen. In dit mooie lied had de voordracht van Rodi Deggelcr tenminste een schadnw van dramatiek, al was bot een zeer zwakke. In „Ka for lied" van denzelfden componist gaf zij ook wel iets fijnzinnigs en in sommige dei* oud-Engelsche en oud-Fransche liederen klonk bijwijlen iets melancholisch, maar wat beteekent zoo weinig ornamentieke schoon heid, als we voortdurend de groote onnoem bare schoonheid missen, die komt nit do fantasie; het gevoel; die een huivering der Liefde isl De muziek ié geen kunstnijvor- lieid... wij moe tee terug naar do natuur; de allerdiepste schoonheid van 't leven moet bloeien iu de kunst en we minachten elke deeadente-gerhstingeerde rangschikking van klanken. Wij mogen evenwel en gaarne appreciatie gevoelen voor de zéér knappe zangtechniek van Rodi Deggelcr. Zij zong, behalve de genoemde liederen, ook hóél mooie muziek van M. Schillings en Enrico Bossi, een aria van Handel, Reghiei'a van Durante en Hollandsche liederen van Cath. van Rennes en -C. Andriessen Jr. Dc Haagsche pianist Hans Goemans bege leidde de zangeres op uitnemend-muzikale, artistieke wijze. H. F. A. (Wegens plaatsgebrek giste.ren niet ge plaatst. Red.) VAN ONZE GROENTENMARKT. Gisteren zijn alhier door Gehr. Witkamp prachtige kroppen 6alade aan de groenten- markt gebracht; de eersten zijn opgekocht door W. G. Cramer, wonende Parkstraat, en W. Vermeer, President Steinstraat, Solioten. HINDERWET. Ingekomen is een verzoekschrift met bij lagen van de firma J. J. Bejjnes, om ver gunning tot uitbreiding van hare inrichting op het terrein no. 14 aan het Stationsplein, door het bijplaatsen van 7 electromotoven, gedeeltelijk ter vervanging van de bestaan de dynamo van pl.m. 50 P.K. en de stoom machine van pl.m. 150 P.K. tot het aandrij ven van de bestaande werktuigen en doo1* bei bijplaatsen va" een luebthamer. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: A. Callo. Anegan; 21, een R.-K. kerkboekje; J. Keesman, Leid scihesetraat 67, een tascbje met inhoud; G London, Oranjeplein 9, Heemstede, een rc zenkrans; C. Blazer, Tuinstraat 9D, een kik derbontje; A. Officier, Zuid-Polderstraat 21 een zweep; H. Ramp, Smedestraat 12, ee dameshandschoen; L. Wezenbeek, Spaart wonderstraat 92a, een herderehond: I. Boe nema, Gierstraat 42, een kinderschoeutje; I Eiffert, Gr. Houtstraat 84, airedale terrier Bureau van Politie, Smedestraat, een kindei schoentje; C. Huizinga, 2e Vooruitgangst: 36, een pakje met linnengoed; A. Hofmai Leideohe Zijstraat 6, een kettinkje en ee collier. ONBESTELBARE STUKKEN terugontvangen gedurende de een-te helf der maand Maart: Brieven binnenland: H. Aandree, Utrecht; B. K„ Alkmuar; W de Bie, Amsterdam; W. Bos, Haarlem; 1 Brauwer Szn„ P. C. Broekhuysen, Blot mendaal; Mr. A. Buijskes, Haarlem; Bijvoe Amsterdam; Cannegieter, Rotterdam; Cre< mens, Leidscliedain; Flipse, Arnhem; Groei Haarlem; H. Hoobus, Nederweert; L. Hul: bosch, Leger te velde; Bn. Hulskamp, An sterdam; D. Keuselaar, idem; Koelman, t Zaandam; D. J. Ringolr, Amsterdam; R viere Germane, Rotterdam; S., Haarhui firma Sandwijk, dan Haag; Ph. van Schai) Idem; van der Sluys, Poortershaven; Sprui en Co., Tilburg; Steiger, Rotterdam; i Traaij, VailiautHoek, Middelburg; t H. Veenendaal, 2e divisie; Corn. Viseer, i Haarlem; R. Visser, Breek; Weriiik, I; lion vvilieuis, Bergeik; Wouters, Bolsward. Briefkaarten binnenland: Jo'bv. d. Akker, Amsterdam; H. van dt Beek, idem; J. J. Beeker, A. Berthoid, 1 Eindhoven; P. van Bieue, Goorle: E. Burk. valt, Amsterdam: W. Droomers, Drougelei J. Dijk-, Haarlem; R. van Grieken W. H. Heeres, Scheveningen; N. de Jong, f; Me Alie K óre ter, Amsterdam; v. d. Kraats, 1 Alkmaar; F. Kuiper. Amsterdam; T. Ku per, Haai lem; Mej. B. vau Leeuwen, Rótte dam; van der Linde, Haarlem; F. Bach, Amsterdam; Mej M. van Maris, Haarlem B. Nel. H. Pellinkhof, O. van Piere, 1 Eindhoven; van Schooteu Arend Sern Amsterdam; J. I. Termminck, idem; J. 3 y?n. eD', Stratum; Mej. M. Veerman, pai Mej. Zand, Amsterdam. Brieven buitenland: O. Verwe Carlier, Liège; Consul Pays Ba Brussel; De Deyne, idem, St. Gilles; W. E bracht, Hamburg; Mej. L. Errera„ Uecl Freiherrn von Bissung, Brussel; Holl. Ar |bulanee, idem; E. Leemans, Antwerpen; Ja van Loonen, Essen Ruhr; F. C. Licas, Bu ji'alo N.-Y.; Oppenkamp, Makasser: A. Ruyter, Antwerpen; Anna van Sande, Bo gerhout; J. C. Schmidt, Londen; Mich, c [Smetb, par Duinkerken; Smolders, B er Oh er Leonard Tietz, Anvers; Jules Vince, Bruxc les. Briefkaarten buitenland: Miss A. Frölieb, Londen; fam. de Groi Madioen, Java; Miss Mildred Senner, Su folk; F. E. G. Jona, West-Hartlepooi; Augn van Laeken, Hingene bij Triers; Laman Vigo; H. Müllmann, Mulilhausen; Miss Deh OrvaJL, Detroit, U.S.A.; Miss Delia Orval, it fam. de Ruyter, Antwerpen; Franz Scha lenberg, Wester; J. C. Schouten, Mors; F. Wit, Duisburg; frl. Eke Walff, Frankfu a/Ma in. Nota. Aan de afzenders wordt aanbev len hun adres op de stukken te vermelde opdat deze bij onbestelbaarheid aan lit kunnen worden teruggegeven. HANDHAVING DER KRIJGSTUCHT. Door het legerbestuur is cr op aangedro: gen om de krijgstucht bij vele afdeelinge hooger op te voeren en strenger te ham haven. Er zijn nog Bteeds klachten ovc het niet of onvoldoende brengen van eerbi wijzen; vooral liet groeten door mindere voor korporaals en onderoffklieren. Het wordt noodzakelijk geacht om dieko poraals en onderofficieren, die niet vordere dat hun het eerbewijs stipt wordt gebracli er op te wijzen dat zij te kort schieten 1 hun plicht. Allei_ commandanten en officieren eullc zorg moeten dragen dat al hun ondergeschil ten den militairen groet stipt en tijdig w> ten te brengen. VERBOD TOT HET GEBRUIK VAN STE1 KEN DRANK. Naar het Centr. meldt, heeft de oppe bevelhebber als zijn uitdrukkclijken wenst te kennen gegeven, dat het gebruik vs sterken drank aan alle militairen verbodt wordt gedurende den dagclijkschen diens tijd, onder welken diensttijd ook begrept dient te worden de tusschen de verschillo lende diensten genoten wordende rusttijde DE VORMING VAN EEN RESERVE. Naar wij vernemen zal tegen 15 April wa neer de miliciens der lichting 1914, die tha nog in de depots zijn, naar het veldlege.' ovc gaan, een gelijk deel der oudste militielichtii worden samengevoegd tot reserve- of logf bataljons. DEPOT MITRAILLEURS. De opleiding van reserve-officieren, kader manschappen bij do mitrailleurs zal plaate ht ben bij het depot der brigade Grenadiers Jagers. klaagd van het onttrekken van eenige gc deren aan de gefailleerde Kurhaua-nuu schappij te Egmond aan Zee, heeft dezen vi gesproken van het hem ten laste gelegd* 1 eiseh was 8 maanden met aftrek van 9 man -'en, die hü in voorloopige hechtenis h doorgebracht,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9