hijwïeï banden
U ewroken.
I STADSNIEUWS
&oe#oopsi adres
i> v. rf, fa él ff,
v ciia^c»»6i$ü aat 7-9 iiijde Anipg.
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Onze Oratis-Onplskken-yerzekering.
4ÜÜ GULDEN bij overlijden.
ISO GULDEN bij verlies van één oog.
8011 GULDEN bij veiiies van één duim.
FEUILLETON
loofri ;r!wchè salaris voorkwam, die aan het
p*-'' -n een op te richten Iysiimut voor Weten-
EEN MOOIE SPORTDKMONSTRATIE.
INGEZONDEN.
£)Jt ge daur zeker vanl
De dokter liet zich zijn hoed en handseho®*
nen brengen.
In het restaurant Méot wae het druk; daag
waren de gewone gasten bijeen. Nollan est
Sicard voerden een druk gesprak, waarin
Sicard gelegenheid vond den dokter meer en
meer gerust te btellen; dat gelukte. Toen zfl
opstonden, had Hubert «elf» uitge^prokeny
dat bij hoopte, dat hij met Rose trouwen zou»
<4
HIEUWE HflftRLE/ASChE COURANT
i'ALOEMEENE vereenigino voor
BLOEMBOLLENCULTUUR.
■jTjHfer leiding van den heer E, H. Krelage 13
in de bovenzaal van de Kroon de 130e
Jtoöeene vergadering der Algemeene Vereeni-
Voor Bloembollencultuur gehouden.
De openingsrede.
kiP® voorzitter opende de vergadering met het
preken van de navolgende rede:
tfujne heeren. De toestand van het bloembol
le is sinds December niet in die mate ver-
d, dat er aanleiding zou zijn, wederom uit
te spreken over de gevolgen van den
gstoestand. De toestand in ons vak immers
fc. om een geliefkoosde uitdrukking van som-
ii 'Se officiëele oorlogsberichten te gebruiken
niet duidelijk. Het zou derhalve voorbarig
ijl er diepgaande bespiegelingen aan vast te
°°pen.
Ik veroorloof mij daarom uwe aandacht in
"><tere richting af te leiden, en kies daartoe als
f'lgangspunt de voortreffelijke artikelen van den
Moerlands over Hyacinthen voor Kerstmis-
,f°€i, die onlangs in ons orgaan zijn verschenen.
ue schrijver heeft daarin met buitengemeene
^erpzinnigheid en bewonderenswaardige hel-
^rheid den wetenschappelijken kant van het
IjPrepareeren'' opgespooi d en uiteengezet. Het is
?let mijne bedoeling op die artikelen zelve in
gaan, maar wel meen ik de aandacht te mogen
^tigen op de algemeene belangstelling en
^ardeering, die ze in onze vakkringen hebben
tewekt.
Er is een tijd geweest, dat de belangstelling
Vc*>r dergelijke lectuur in onzen kring zeer matig
&s, dat men er meesmuilde over het door onze
rieeniging ingestelde wetenschappelijk onder
dek der hyacinthen- en andere plantenziekten,
'J<it men meende alles zelf te weten en zeker
jj^er dan de mannen der wetenschap, en dan
'°k bitter weinig gevoelde voor tuinbouwonder-
voor het opkomend geslacht,
i. Die tijden zijn gelukkig voorbij. Het vak heeft
:.eo zegen van het vakonderwijs uit eigen erva-
i!fig keren waardeeren, de vruchten geplukt van
wetenschappelijk onderzoek, zijn inzicht-ver
bind door kennisneming van de theoretische
'klaring van methoden, die men practisch reeds
ig toepaste zonder dikwijls te weten waarom.
Hoe meer zich onze gedachten in die richting
jtwikkelden, des te hoóger stellen wij gestadig
5ze eischen, des te heviger wordt de dorst naar
.Sijs, de drang om door, te dringen in het
^bekende. En zoo mag zeker wel worden onder
lid, dat ook door onze vakgenooten met onge-
i j"d wordt uitgezien naar het oogenblik, dat het
LUs'ituut voor Wetenschappelijk Tuinbouwon-
rzoek" zal worden geopend.
Van'} zu't u herinneren, dat in de eerste helft
SuPni .vor'S jaar door de Staten-Generaal een
Uan,i»toire begrooting van het Departement van
Nijverheid
T^UW
Jïjvcrheid en JHandel is aangeno-
,VVl\iuop 0.' a een post van f 2000.— als
r1,''"houw°nderzoek zou komen Ie
rjan. De bedoeling was de benoeming met 1
J!i 1.914 te doen ingaan, maar tot dusver is
h dit bcsmit nog geen uitvoering gegeven.
K»;..eze vertraging zai vermoedelijk een voordeel
("Iken. Immers aan het hoofd van het Depar-
l'ï!ent van Landbouw staat thans een man,
,?°i'tgekomen uit de praktijk van den landbouw,
e'c volkomen beseft, wal de praktijk noodig heeft
u cen. °Pen °°r heeft voor de wenschen en wen-
<üe door den tuinbouw in zake het Instituut
worden gekoesterd Ei is dan ook reeds
te Commissie van voorlichting door den Direc-
Van aal vaa Landbouw voorbereid, waar-
ook tuinbouwers deel zullen uitmaken,
fy V°k voor ons vak i3 het niet onverschillig, op
h0(.'Gjze het Instituut wordt opgezet. Drie
o0 '"groepen van verschijnselen eischen op dit
«cfof op ons gebied nog voortgezet weten-
tin-t -^e Jk onc'erzoe'i 01 voortdurende voorlich-
a. de erfelijkheid en variabiliteit;
b. de techniek van het vervroegen
e: de bemesting.
zaklr 2u"en waarschijnlijk later weer andere
te veidr c en voorgrond treden om de genoemde
drie de o-m8."V maar voorloopig schijnen deze
de vraaiv Ugste- Nu doet zich ai aanstonds
Pen V00r' °1 200 u'tcen'°opende onderwer-
Wnlj an st«die, waarbij nog gevoegd moeten
'den die, welke betrekking hebben op de
andere takken van tuinbouw, door één persoon
.oldoende behartigd kunnen worden. Men kan
die vraag wel veilig ontkennend beantwoorden.
Er zullen dus aanstonds meerdere personen aan
het Instituut verbonden moeten worden, en dan1
rijst terstond een tweede vraag: Aan welk der
genoemde verschijnselen behoort de voorrang te
worden toegekend, m. a. w. in welke richting
moet men zoeken naar een directeur? Deze
vraag is, zoo lang er slechts van één instituut
sprake is, uiterst moeilijk te beantwoorden, om
dat daarbij rekening moet worden gehouden met
hetgeen voor de overgroote meerderheid der tuin
bouwers het meest van belang is. Hoe het ant
woord op deze vraag ook luiden zal, de toekomst
zal wel leeren, dat één instituut niet alle takken
van onzen tuinbouw voldoende dienen kan en
dat op den duur elk onderdeel zijn eigen Insti
tuut of althans een afzonderlijke afdeeling op
het algemeene instituut niet zal kunnen ontberen.
Een ander vraagpunt, dat bij de keuze van
eén directeur op den voorgrond komt, is dit:
moet hij bij voorkeur zijn een plantkundige, mer
eenig begrip van den practischen tuinbouw of
moet hij veeleer zijn een wetenschappelijk ge
vormd tuinbouwkundige? De Minister, die ver
leden jaar de suppletoir begrooting, waaronder
het Instituut begrepen was, aanhangig maakte,
gaf in zijn toelichting blijkbaar de voorkeur aan
een plantkundige; de tegenwoordige Minister
echter onderteekende als voorzitter van het Nè-
derlandsch Instituut van Landbouwkundigen
een adres van die vereeniging, waarin krachtig
werd aangedrongen op een tuinbouwkundige. En
daar deze Minister thans staat voor de uitvoe
ring van het beginsel-besluit der Staten-Ocne-
raal, kan zeker het advies van de straks genoem
de commissie van grooten invloed zijn op de
beslissing.
Wat de plaats van vestiging betreft, het Insti
tuut zou verbonden worden aan de Rijks Hoo-
gere Land-, Tuin- en Boschbouwschool te Wage-
ningen.
Het aanhangige wetsontwerp van Minister
Talma tot verheffing dezer instelling tot Land-
bouwhoogeschool is nog niet door de Staten-
Generaal behandeld; wordt liet door den tegen-
woordigen Minister gehandhaafd, dan zal het
Tuinbouw-Instituut zeker te Wageningen moeten
komen. Het kan echter ook anders loopen, en
dan is van de plaats van vestiging voorloopig
niets te zeggen.
Was men in de keus der plaats van vestiging
geheel vrij, dan ware het zeker verkieslijk, indien
hei Instituut opgericht kon worden in eenig
centrum van tuinbouw, opdat men in geregelde j
aanraking kon blijven met de praktijk en omdat
de praktijk gemakkelijk van de resultaten der
proefnemingen kennis zou kunnen nemen. Het
ideaal zou zijn voor eiken tak van tuinbouw,
die daaraan behoefte heeft, één Instituut geves
tigd in het voornaamste centrum, waar die tak
van tuinbouw wordt beoefend. Die instituten
zouden echter niet bepaald verbonden behoeven
tc zijn aan de thans in alle centra bestaande
winterscholen en zeer zeker zouden de directiën
van die scholen en die instituten niet in één
persoon vereenigd moeten zijn. Onderwijs en
onderzoek zijn twee «arisch verschillende zaken,
waarvoor de geschiktheid dikwijls in één per
soon gelukkig vereenigd is, maar beter komen
beide studierichtingen gescheiden tot haar recht.
Onwillekeurig heb ik voor uwe gedachten een
toekomstbeeld ontvouwd, waarvan de verwezen
lijking nog wel eenigen tijd op zich zal doen
wachtenVoorloopig aanvaarden wij dankbaar
het Instituut voor Wetenschappelijk luinbouw-
onderzoek, dat onzen geheelen tuinbouw dienen
zal en dat naar wij hopen, op zoodanige wijze
zal tot stand komen, dat ook cie bloembollenteelt
daarvan de vruchten zat plukken.
Wel is er het zij dankbaar erkend dooi
de oprichting van de Rijkstuinbouwwinterschool
te Lisse veel voor de ontwikkeling van onze toe
komstige ^akgenooten gedaan en worden ook
van het daaraan te verbinden proefstation goede
verwachtingen gekoesterd, maar op den duur
zal dat niet voldoende zijn, en reeds thans be
staat voor sommigen en waarlijk niet de
minsten de behoefte aan een breeder ontwik
keling dan eene middelbare winterschool bieden
kan.
Hoe hechter de grondslag voor de ontwik
keling van het opkomend geslacht zij, des te
beter zal het de moeilijke tijden, die ons vak in
verband met de tijdsomstandigheden wachten,
kunnen doorstaan en te boven komen Indien na
en tengevolge van den oorlog atom een nationa
listisch streven veld winnen mocht, waardoor
ieder land zich op elk gebied zooveel mogelijk
in economisch opzicht onafhankelijk zou willen
maken van zijn buren, zal dit m Nederland
een ramp zijn, die alleen getemperd zal kunnen
worden door een zoo krachtig mogelijke econo
mische voorbereiding en wetenschappelijke toe
rusting tot dien nieuwen strijd om het bestaan,
die ons in dat geval zal wachten. Tot die nood
zakelijke voorbereiding zullen de uitkomsten van
bet te stichten Wetenschappelijk Tuinbouw-In
stituut veel kunnen bijdragen en daarom ver
dient, meer nog dan in gewone tijden, de wijze,
waarop het wordt ingericht, onze volle belang
stelling.
En nu onwillekeurig onze gedachten toch weer
bij de tijdsomstandigheden en den oorlog zijn
aangeland, zij het mij ten slotte vergund een
beroep te doen op de medewerking van allen,
die daartoe in staat zijn, voor de verwezenlijking
van een denkbeeld, dat ongetwijfeld uw aller
warme instemming heeft.
Wanneer straks de bloenibollenvclden in vol
len luister zullen prijken, dan za! daarvan stel
lig minder genoten worden dan gewoonlijk. Geen
bezoekers uit den vreemde zullen over onze streek
uitzwermen, slechts enkele buitenlandsche vak
mannen zullen er de beslommeringen en gevaren
der reis voor over hebben. Maar op andere wijze
zouden juist thans onze bloemen een nog veel
nuttiger en dankbaarder rol kunnen vervullen
dan gewoonlijk. Het aantrekkelijke denkbeeld is
gerezen om onze bloemen op uitgebreide schaal
ter beschikking te stellen voor de hospitalen van
de oorlogvoerende mogendheden. Het in April
te 's-Gravenhage bijeenkomende Internationaal
Congres van Vrouwen zal vermoedelijk deze
zaak ter hand nemen, en toen mij, als uw voor
zitter, inlichtingen gevraagd, werden omtrent de
levering der noodige bloemen, heb ik gemeend
uit naam van het geheele vak te mogen verkla
ren, dat het ons een voorrecht zou zijn voor dit
doel zooveel bloemen als mogelijkerwijze verzon
den zouden kunnen worden, gezamenlijk koste
loos beschikbaar te stellen. Een voorrecht, omdat
wij daardoor ook onzerzijds een steentje, hoe ge
ring ook, bijdragen tot verlichting van het lijden
van millioenen gewonde, en gebrekkige slacht
offers van den oorlog. Is een schooner gedachte
denkbaar dan het vooruitzicht van dezen ver
zachtenden invloed, door middel van onze bloe
men, gelijktijdig teweeggebracht aan de boorden
van Seine en Spree, Thames en" Yser? Inder
daad, nooit wachtte ons vak edeler roeping,
schooner taak.
(Voor den verderen loop der vergadering zie
men het Eerste Blad.)
Athletiek cu Voetbal. HaarlemH. F. C. iu
de Hoofdstad. Z. K. H. Prius Hendrik in ons
Stadion op bezoek.
i Amsterdam, 28 Maart.
Laat ik niet beschouwingen gaan houden over
het mooie lenteweer, dat de sportdemonstratie,
vandaag in Amsterdam vanwege de Centrale
Sportcommissie in de stelling Amsterdam ge
houden, begunstigd heeft; niet gaan uitrekenen
hoeveel mcnschen er aanwezig waren, en hoeveel
er nog hadden kunnen zijn; niet schrijven oyer
hoe het om en in het Stadium was, en vooral
niet over de militaire muziek, die bij dit prinselijk
bezoek niet prinselijk was
Niet over dat alles.
Maar laat ik nu meteen beginnen met het
doel van de demonstratie en dat van dit verslag;
de athletische wedstrijden van vanmiddag en de
voetbalmatch.
De alhleiiek
was eigenlijk bijzaak. Om 2 uur begon er een
goede 100 M.-race, gevolgd door een interes
sante 400 M. kamp en daarna nog een vrij
koele estafette-wedloop; in de rust een middel
matige speerwerp-vertooning.
't Duurde niet lang, en de regeling bij deze
wedstrijden was heel goed; alles ging vlug ach
tereen.
De uitslag was:
Hardoopen 400 M. met voorgift, 10 deelne
mers: le J. Snikkers, 10 meter, in 54 3/5 sec:
2c G. W. Hofman, vau meet, in 55 3/5 sec.;
3e Schwier, 15 M.
800 Meter, met voorgift, 7 deelnemers:
.Verschoor, 15 meter, in 2 min. 10 3/5 sec.; 2e
G. Zwart, van meet; 3e van Riel, van meet.
Estafetteloop over 400 Meter, 2 ploegen van
4 loopers: le R. S. V. V., Rotterdam, in 57 sec.;
2e A. C. C.
In de pauze van den voetbalwedstrijd werd
het speerwerpen gehouden.
le A. Hamers, Amsterdam, 36.o0 M.; 2e J.
W. Boutmy, den Haag, 35.30 M.; 3e fb. Ha
mers, Amsterdam.
i De pauze werd ook nog door eenige officiëele
plechtigheden verlengd. In de eerste plaats reikte
generaal-majoor Ophorst, eere-voorzitter der
Centrale Sportcommissie, aan de winnaars der
verschillende athletiek-wedstrijden de prijzen uit,
terwijl hij aan H F- C on Haarlem een medaille
aanbood, hieraan de mededceling toevoegende,
dat medailles voor de 2<. spelers zouden volgen.
De generaal dankte daarbij iedereen, die tot het
welslagen der wedstrijden had bijgedragen.
Baron van Tuyll van Serooskêrken reikte aan
den heer D. J. de Vries het „vaardigheidsdiplo
ma" uit, het eerste dat uitgereikt wordt.
De voetbalwedstrijd
tusschen Haarlem en H. F. C. werd met span
ning tegemoet gezien. Heel wat roodblauw-aan-
hangers en blainv-wit-supporters waren aanwe
zig om van den strijd tusschen de beide Haar-
lemsche vereenigingen getuige te zijn.
H. F. C. komt met één invaller. Haarlem heeft
twee nieuwe spelers in het team, die, zooals
tijdens den wedstrijd bleek, wel twee nieuwe
krachten zijn. Schudi, doelman, en Wassen links
binnen, beiden uit D. F. C., die in den vervolge
voor Haarlem zullen spelen.
De volgende elftallen stonden tegenover
elkaar, om onder leiding van den heer Berg-
rneyer om de zege te kampen
Haarlem:
Schudi.
Semé, Bouman.
Maas Tekelenburg, J. Smit.
llealy, Houtkoper, Schravendijk, Wassen, Crayé.
H. F. C:
T. én H. Franken, D. Bouvy, Laan,
v. Breda Kolff.
G. Sypesteyn, N. Bouvy, Schnitger.
Oei, B. Venveij
O. Sypesteyn.
De eerste drie minuten speelde Maas buiten-
rechts, doch men vond dit blijkbaar niet goed
gaan. Toen moest Healy langs de lijn, doch aat
ging nog minder, en toch liet men 't zoo; in
naam tenminste. Want in werkelijkheid zakte de
Engelschman (wel begrijpelijk) geregeld naai
de middenlinie terug, en zoo was de rechterwmg
het grootste deel van den wedstrijd op halve
kracht. Ik geloof dan ook, dat ik de oorzaak van
de nederlaag daar moet zoeken. Links toch ging
alles naar wensch't was verwonderlijk te zien,
hoe Wassen en Crayé samenspeelden, en Schra
vendijk deed meestal goed mee. Houtkooper deed
ook zijn best, maar voelde het gemis aan een
geregelden vleugelspeler. Er moet wel een be-
paalde reden voor geweest zijn, dat Tekelenburg
niet met Healy verwisselde. Healy hoort immers
op de hatfplaats, en Haarlem weet dat te goed,
dan dat ze den Engelschman op een vleugel
plaatsen zou die hem geheel vreemd is, inplaats
van op de spilplaats, als er niet een zekere reden
voor was. Een heel eind na de rust ging Arnold
Maas weer rechtsbuiten, en toen ging het
heusch niet kwaad.
Maar laten we bij het begin beginnen. Als
de foodbroeken hebben afgetrapt, weet H. F. C.
aldra eerst eenigen tijd het spel in handen te
nemen en Haarlem's nieuwe doelverdediger,
Schudi, wordt al dadelijk op de proef gesteld.
De H. F. C.-aanval!en zijn echler het eerste
kwartier te weinig af, om succes te hebben;
Jacques spant zich bijzonder in, doch zijn voor
zetten worden door Serné en Bouman onder
schept; de Haarlcffijbacfcs weerstaan de aanval
len krachtig.
Heel veel tijd neemt de Haarlem-voorhoede
niet om in te spelen, en weldra zwerft het leder
ook voor het doel van Sypesteyn. Dan gaat het
spel op en neer van de eene naar de andere, en
van de andere naar de eene helft.
De snelle, pittige uitvallen van Crayé vallen
015 en ook diens §,oed combineeren met Wassen.
De meeste schoten gaan tot nog toe echter over.
Schudi krijgt van Dolf Bouvy en Laan eenige
gevaarlijke schoten te verwerken, waarbij de oud-
D. F. C.'er zich een zeer soliede en zekere doel
verdediger toont, waarmee Haarlem „rullig" zijn
kan 1
De geregeld terugkeerende rennen van Breda
en Jacques Francken geven de Haarlem-verde
diging genoeg te doenals Bouman mist, profi
teert Dolf Bouvy van de gelegenheid, om hard
te scoren. (1-0.)
Haarlem is niet ontmoedigd, doch het verband
tusschen middenlinie en voorhoede is, ook al
door de hierboven omschreven omstandigheid,
niet als gewenscht. Haarlem is wel enkele keeren
gevaarlijk, doch over het geheel is H. F. C iets
in de meerderheid, vooral doordat de linies
elkaar onderling belet verstaan.
Als Schnitger een mooie kans voor Wassen,
door hands binnen de lijnen, wegneemt, is het
penalty voor Haarlem; niettegenstaande Sype
steyn „op z'n Göbelsch" in zijn doel heen'en
weer springt, scoort Tekelenburg met een kalm
maar zeker schot in den hoek.
Nu komt er wat meer vuur in de Haarlemsche
voorhoede; de aanvallen op het blauw-witte doel
worden talrijker en meer gevaarlijk.
Een out-bal gooit Maas handig naar den on
gedekt staanden Schravendijk, die snel opbrengt,
overgeeft aan Wassen, welke meteen intrapt.
Haarlem lei»it met 21.
Ondanks loffelijke schietpogingen van Laan
komt er vóór de rust geen verandering meer in
den stand.
Het spel na de rust is vrijwel gelijk aan dat
van daarvoor; H. F. C. zouden we een tikje
meerderheid moeten toekennen.
't Kan dan ook nie4 lang duren of Dolf Bouvy
passeert Schudi met een hard schot, nadat de
Haarlem-doelman een aantal schoten zeer goed
volgens het systeem-van Hemert heeft gehouden.
Alle betalende abonné's op dit blad, die in
het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn vo!-
jgens de bepalingen op de polissen vermeld,
tegen ongelukken verzekerd voor
fÜÖÖ GULDEN bij levenslange enge-
schiktheid tot werken.
Qrm GULDEN bij verlies van cen
hand of voet
&SÜ GULDEN bij verlies van één wijs-
vinger.
fel» üULDEN bij verlies van één
ónderen vinger.
Dc n'tkeerlng dezer bedragen wordt gega
randeerd door de Maalseliappü «HOLLAND-
SCHE ALU EM EENE VERZEKERINGS
BANK* tc Schiedam.
Een poosje later na snelle rushes van Crayé,
die geen succes brengen is het weer Dolf
Bouvy, die doelpunt, ditmaal uit een corner.
Het spel gaat dan weer een tijdje gelijk op;
in de middenlinie van Haarlem doet Tekelenburg
goed werk; bij li. F C. doet Nico Bouvy he1
kalm en goed.
Uit een onverwachten aanval scoort Jan Laan,
tot groote vreugde van dc H. F. C.-aanhangers,
het vierde punt, doch direct na den aftrap krijgt
de Haarlem-aanval een bevlieging; Maas brengt
vlug op, de H. F. C.-verdediging wordt over
rompeld, en Wassen brengt den stand op 43.
De bal gaat nog enkele malen van Sypesteyn
naar Schudi vice-versa, waarna het einde daar is
en H. F. C., volkomen verdiend, met 4—3 van
Haarlem gewonnen heeft.
De scheidsrechter deed nogal eens vreemde
dingen vooral met den buitenspel-regel zat hij
vaak in de war en het derde punt van H. F. C.
heeft hij indirect op zijn rekening.
Prins Hendrik als gast.
Het Stadion met zijn goed gevulde tribunes
bood wederom een levendigen aanblik. Met vlag
gen en wimpels waren de tribunes versierd.
Tegen twee uur was het geheel goed bezet.
Verschillende Amsterdamsche raadsleden, diver
se burgerlijke autoriteiten, benevens verschil
lende hoofd- en subalterne officieren, waaronder
generaal-majoor Ophorst, commandant van de
Stelling Amsterdam, vice-adtniraal Tydeman en
anderen vulden de verschillende loges.
Even na twee uur kwam Z. K. H. Prins
Hendrik een bezoek aan het Stadion brengen en
onmiddellijk zette de muziek het Wilhelmus in.
Z. K. H. nam daarop met zijn adjudant in
de Koningsloge plaats, terwijl ook de Stelling
commandant en de vice-admiraal Tydeman zich
hier nederzetten. Even later nam baron van
Tuyll van Serooskerken naast Z. K. H plaats.
Een kwartier vóór halftime vertrok de Prins
weer.
Voor de inhoud dezer rubriek stelt de Re
dactie zich uiet aansprakelijk.
WAAROM TOCH?
De Vereeniging tot Vereenvoudiging van onze
j. en rijf taal heeft als propagandamiddel voor
haar streven doen uitgeven prentbriefkaarten en
sluitzegels in kleurendruk, geteekend door Louis
Ramaekers.
Volkomen haar recht, en wij zouden haar van
harte kunnen gunnen, dat ze met deze reclame-
middelen groot succes had, ware het niet dat
de teekening zoo smakeloos en wat de houding
betreft, op het kantje af zedeloos was, dat wij
ons gedwongen gevoelen onzen geloofsgenooten
dringend te verzoeken deze kaarten en zegels
niet tc koopen, in ieder geval ze uit de handen
der jeugd verwijderd te houden.
Wij vragen: waarom toch?
Is er clan geen reclame mogelijk zonder naakt
heden?
Moet de jeugd, waarvoor de zegels toch op da
eerste plaats bestemd zijn, dan maar voortdu
rend naaktheden onder de oogen krijgen?
Het bijschrift bij het plaatje luidt: „Help ons,
de jeugd van dezen kwelduivel bevrijden."
Wij zouden willen verzoeken: „Help ons de
jeugd te vrijwaren voor de vele gevaren, waar
mede de kwelduivel der zedeloosheid haar be
dreigt."
J. BEMELMANS,
Secretaris van „Voor Eer en Deugcl".
kta 'fn'ieu' Hij heeft ^-en bijna meuw huis
nabij het Theatre Feydeau, voor een
tl on eun ei.
2oó zeker als ik hier voor u zit.
h(. jin hoe heet de jongeman, dien ik bij
heb gezien 1
Jean 'tocher.
.V.aar vandaan?
p*- deu omtrek van Keimes.
waar is hij nu?
.''0,; ''''aggektxrd nuar zijn land, waar hij
oj-f! 1L «"at trouwen. Zijn papieren zijn
t h'fce! kh heeft zijn certificaat van bur-
ijfèle'' eil..aan ziJ" indentiteit valt niet te
.took'^'j bezit een kleine boerderij.
k°"nn wae niet gemakkelijk te
'/ken 'f!woog zeiiuwnehlig zijn vingers ten
VardaL' twijfel.
Rei üa'de de schouders op.
v,.i vreemd, zeide hij, zoo'n gespan-
V ^aa«e( 'lg' ttls SÜ hebt.
onj. heb ik hem gehoor»' met mijn
Zij hebben u bedrogen. Een stem brult
in de menigte „Leve Dantou!" Die stem kmi
zeer gemakkelijk op een andere gelijken.
ik heb het gezien.
Wat? Het gezicht van dien doode? Ziit
gij daar zoo zeker van?
Neen.
Wcinu dan? En waar hebt ge hem ge-
zien?
Op etraat.
Ja, in de onniitlneibjke nabijheid van
uw huis, hetgeen zooveel wil zeggen als: die
j. ugtman, een voortvluchtige, zou opzette
lijk nier gekomen zijn om zich door u te la
ten herkennen, u te trotseeren en den wolf
in den muil te looien.
ioen ik mijn aangifte bij Saint-Juat
gedaan had, hebben diens agenten hem ook
gezien.
V» aar?
in net paims Egalité.
Waarom hebben zij hem dan niet ge
grepen?
llu had nog deu tijd om te ontkomen.
Sicard schudde het hoofd.
Dwaling, zeide bij. Ik weet ollck van
dc zaak af. Wanneer hij ontkomen VY y UiAÜ
zouden zij hem wel gepakt, hebben, want het
restaurant Very was aan alle kanten omsin
geld. Alen heeft uw man niet gepakt, omdat
men nu eenmaal geen spoken, geen schim
men pakken kan. Wanneer gij «iets te vree-
zen hebt, dan dien ongelukkige, slaap dan
gerust, dat wilde ik u komen zeggen.
Gij hebt zijn dossier gezien en het de
creet waarbij hij vogelvrij verklaard wordt?
Neen.
Hoe komt dat?
Ik heb er over naar Rennee geschreven.
En wat heeft men u geantwoord?
Dat die stukken opgezonden waren
naar Parijs.
Op wiens bevel?
Van Fouquier-Tinville.
En te Parijs?
Luister, ik zal u den toestand getrouw
uiteenzetten, eens en voor altijd.
Welnu?
Ik heb op de griffie den burger La Bus-
sière gesproken, een voorbeeldig ambtenaar
en een man van boogc ontwikkeling. Hij is1
belast met de bewaring der dossier*.
En heeft hij u dat van Jean de Trema-
zan niet laten zien?
Neen.
Waarom niet?
Hij 'beeft liet zelf nooit in zijn bezit ge
had.
Wat heeft men er dan mee gedaan?
Daar is niet achter te komen.
Maar...,
Op hoog bevel van Fonquier-ilnville
beeft men kort na den 9en Thermidor, een
aantal dossiers moeten .vernietigen, sommige-
omdat er invloeden in het werk gesteld wa-
reu en gratiö was verl66n«d, andere» omdat
dc verdachten reeds dood waren.
Eu het dossier van den graal.
Zal bij diegenen zijn geweest, die men
vernietigd heeft.
Dokter Nollan beet zich op de lippen.
Dus, zeide bij, wanneer hij weer eens
te voorschijn kwam, zou men niets tegen
hem kunnen doen.
Niets inderdaad, o£ men zou hem op
nieuw in staat van beschuldiging moeten
stellen. Maar hij zal niet terugkomen.
Waarom niet?
Sicard riep eenigszine driftig uit;
Moet ik u dat nog eens herhalen? Om
dat hij dood is, zoo dood als een pier.
Hij stond op.
Ziedaar, mijn waarde dokter, besloot bü,
allee wat ik beb kunnen vinden. Ik durf be
weren dat niemand, al was hij de duivel in
eigen persoon, u er meer van had kunnen
Sl€6d66l6Qi
Dokter Nollan bleef somber, zenuwachtig,
merkbaar ongerust.
Sicard haalde zün horloge uit, zijn zak, een
kostbaar stuk van eerbiedwaardige dikte,
zooals men ze toen ter tijd vervaardigde en
die nu alleen nog waarde hebben als curio
siteit.
Twaalf uur, mijn waarde, zeide hij.
Bii Hoe» zijn medeplichtige op den «chon-
dcr en voegde erbij:
Thans, nu gij een groot grondbezitter
zÜ.t geworden, nn knnt ge mij wel een ont
bijt bij Méot aanbieden. Verdrijf toch die
fidele vrees en zeg met mij: Leve do vreugd
en de wijn! Jean de Trémarau ligt vijftig
voet onder water en do krabben zullen zijn
gebeente al hebben afgeknaagd. Zoo deukt
in Bretagne iedereen er over. Gij zult hem
nooit weerzien en zelfs al kwam hij temg,
wat dan nog? Gil ziit er toch een, die zijn man.
wel staat. Die ongelukkige! Wat zou hij, zon
der geld of goed, kunnen doen tegen e<>n
vijand zooals gij, die bovendien schatrijk i#
en met geld kan men «Hes koopen, kan mem
wel cen leger op do been brengen. O, als ik
in nw plaats wae> zou ik het leven volop
genieten en ik zon rustig slapen. Willen wil
gaan?
Goed.