CiÏÏliF'iATTFN
Rijwielbanden
Gewroken
DE OORLGS
p. J. JMÜSSËÜ
FEUILLETON
BINNENLAND
400 GULDEN bij overlijden,
150 GULDEN bij verlies van een oog.
IOO GULDEN bij verlies van één duim.
IS. J. v. d. MEER,
^egang h. Warmoesstr.
Goedkoopst adres.
Onze Oratis-Öngeinkken-Verzeksrino.
Goedkoopst adres
Schagchelstraat 7-9 bij dg Anpig,
VERSPREIDE BERICHTEN
NIEUWE HAARLENSCHE COURANT
DK COMMANDANT VAN DE
IJ 29."
P* Daily News maakt melding van een
®e8Prek, dat luitenant Von Weddingen. de
Pimaudant van de veelbesproken Duitsche
^ikboot «tl 29» (die volgens Engelsch be-
lcbt zou ten gronde gegaan zyu) ge!1.ad heeft
r®* kapitein Malley van bet In den grond
«eooortie Engelsebo scbip «Andalrusian».
p 'hi Duitsche onderzeeër liep volgens den
YuSelseben kapitein ais een hazewind. Toen
Andafusian gestopt had, riep de comman
dant van de duikboot door een scheepsroe
per, in voortreffelijk Engelsch, dat de be
manning tien minuten tijd kreeg om in de
sloepen te gaan. Kapitein Malley, die gewond
*'as, werd aan "boord van de «U 29» gebracht
en daar met alle onderscheiding bejegend.
Onder het, genot van een glas port en een
sigaar had ik gelegenheid den commandant
teo beleefd mogelijk te vertellen wat ik
d&cht van de Duitsche politiek ten aanzien
Van koopvaardijschepen. „Het is onze plicht"
antwoorde de zeeofficier „maar ibet is
niet te doen om de levens van de bur
sters en zeelui; de schepen moeten we nemen,
aietjde ruenschen."
aldus
meende
«Terwyl wij zoo zaten te praten
gezagvoer van de Andalusian
4 dat het gezicht van den commandant mij
okenct voorkwam, van de foto's die ik ge-
on bad en ik vroeg hem of hij niet de com-
m^Ddant was van de duikboot, die drie Brit-
y kruisers in deu gi-oncl liad geboord.
„Ja, dezelfde", antwoordde hii ernstig. Ik was
men commandant van de «TT 9» en nu van
IJ 29.»
„We zaten zoowat een uurtje te praten en
gedurende dat gesprek vertelde de comman-
dant my, dat zijn boot er een van bet nieuw-
61? )e wa"> niet twee machinegeweren in
van een en dat de snelheid hoven
^ater iets meer dan 17 knoopeu bedroeg.
„Oudertusschen deelde kapitein Malley
^erder mede was de bemanning van de
I (lalusian, zooals ik later bemerkte, uit de
g °epen gegaan, die door de duikboot c>p
Gcptouw werden genomen, terwijl mijn
t'aujohappen op het dek van den onderzeeër
®l°nden samengedrongen. Ze kregen sigaren
j'üu de officieren. Twee man van de duik-
?°°t 6tonden er bij met de revolver in da
'nfl. Toen we later van de duikboot af gin-
8©n en we ons weer verwijderden, wuifde
,®n van de Duitsche zeeofficieren met de
ulld en riep: „Wees zoo goed onze groeten
"n mijuhoer Churchill te doen!»
Andere slachtoffers van de duikboot war-
ea ook voorkomend en beleefd behandeld.
De bemanning van de «U 29» telde min-
'0l|8 30 koppen.
DE NIEUWERE DUITSCHE
ONDERZEEëRS.
mm Ull'i,aire medewerker van de «Times»
Keelt m jit blad een beschouwing over de
liMUWei'e Duitsche onderzeeërs, waaraan wij
V vo'8eude ontleenen:
C'Q laatste dagen hebben de Duitschers
"Cl'zeeërs gebruikt, ui„ later gebouwd zijn
,an die, waarvan zij zich in do e„„Kte maan
den van den oorlog bedienden.
Deze onderzeeërs toonen zoowel wat om-
,'IUS als snelheid betreft een verbetering
de vroegere types.
«ten hoeft echter niet aan te nemen, dat
eze onderzeeërs gebouwd zijn na het uitbre-
p" van den oorlog en' dit zou ook naüwe-
8 mogelijk zijn, zegt de militaire mede
werker.
r aarschijnlijker is, dat zij in aanbouw wa-
(jtoen de vijandelijkheden uitbraken, en
ze sindsdien zijn voltooid.
u-vooraJ in lengte en in snelheid toonen de
tn;;uWer« onderzeeërs verschil bii vroegere,
?r zij verschillen toch niet van onder.
J ers> welke men in 1914 reeds wilde bou-
d^ .en die in Brassey's vloot-jaarboek van
Jaar beschreven zijn.
o U 82 en U 36 bijv., onderzeeërs van het
diwe type, hebben een snelheid van 26
do?0^ ou zijn zeer groot. De U 82 werd
dent ':en Amerikaansch dagbladoorrespon-
ja die haar in November van het vorige
j r te Kiel bezichtigde, een „super dread-
"glit sub-marine" genoemd.
Rcbhïneidüa zom<jr van 1914 zijn er waar-
d°zi.in nieuwe Duitsche onder-
zeeërs bijgebouwd en de helft daarvan, kan
men aannemen, is van dezelfde grootte ale
de U 32 en U 86.
DE TELEFOON IN DEN
OORLOG,
'Aan een vekipostbrief van een artillerie-offi
cier in de Köln, Volksztg. wordt het volgende
ontleend over de werkzaamheid van de telefoon
troepen te velde: In den positie-oorlog, zooals hij
zich over het geheele front heeft ontwikkeld,
speelt de telefonist een bijzonder belangrijke rol.'
]5e bevelspost van een artillerie-commandant is
een centrale van een dozijn en nog meer draden,
die, gespannen door diep bosch, over kloven,
beken en bergen, in zijn aardbol uitmonden. Van
hier uit beheerscht hij zijn batterijen, leidt het
vuur, houdt overleg met de infanterie, met het
vliegerstation, bespreekt alle maatregelen met de
generaals, zonder een voet te verzetten. Het aan-
sluitingssysteem der verschillende geleidingen is
het geheim van den telefonist. Hij weet nauw
keurig welk station hij moet aanroepen om een
gewenschte aansluiting te verkrijgen. In het kort,
hij is de meester van de situatie
Zit de telefonist echter ip een besloten batterij
of in een natte loopgraaf, waarin de zware gra
naten inslaan, dan is hij ook een held. Hij ligt
daar geduldig, mond en oor afwisselend aan de
telefoon. De waarnemer, een artillerie-officier,
kijkt ingespannen door den kijker naar de vijan
delijke loopgraaf. Hij fluistert aan den telefonist
zijne waarnemingen toe, die ze verder geeft. De
officier heeft voor zich een mijnwerper ontdekt.
De telefoon geeft het verder. Deze moet bescho
ten worden. De telefonist geeft nauwkeurig vol
gens aanwijzing van den officier de plaats op de
kaart aan. Voorzichtig moet van gene zijde aan
geschoten worden, opdat bij de mogelijke
strooiing van de schoten en de nabijheid van het
doel niet de eigen loopgraven getroffen worden.
De telefonist geeft thans alle commando's en
waarnemingen door.
„Tien meter te kort, zijde goed."- „Acht meter
afbreken, vijf meter links". Aldus gaat het ver
der. Intusschen fluiten de infauterieschoten over
zijn hoofd. Kartetsen ontploffen met oorverscheu
rend geknal boven hem, van verre kondigt een
zware „brommer" zich aan en bom! valt hij
naast de telefoon in de loopgraaf. De telefoon-
kast is vernield en daarop ligt in zijn bloed de
telefonist, den mond nog geopend.
Voor zulk een standvastigheid moet men bij
zondere eigenschappen bezitten. De infanerist
iti de loopgraaf schiet en verdedigt zich. De tele
fonist echter ligt weerloos in den regen der scho
ten, om door den electrischen stroom de verbin
ding tusschen waarnemer en batterij te verze
keren.
Dikwijls roept hij ie vergeefs in het toestel -
geen antwoord. Hij ziet zijn telefoon na, de
aardgeleiding, de veibindingsstop - alles in
orde. Zeker is weder de draad doorgeschoten. De
infanterie behoeft echter hulp, de verbinding moet
hersteld worden. Over de loopgraaf zingen de
kogels. Toch er op uit. I Den draad nageloopen!
Rondom zoemt het in alle toonaarden, doch de
dappere bekommert zich daarom niet. Gespannen
volgt zijn oog nog steeds den metalen draad,
steeds verder. Daar een diepe trechter van een
franaat, midden daarin de draad afgeschoten!
nel de beide uiteinden aan elkander gelapt en
terug onder den kogelregen naar de loopgraaf!
Of thans antwoord komt? Gelukkig antwoordt
men ,ma jie(. aildere einde en het onderbroken
SChieten gaat verder.
Nie altijd wordt óe fout zoo gemakkelijk ont
dekt.- De geleidiiigspatrouiUe gaat den draad
dikwijls kilometers ver na en er SeWrt veel vin
dingrijkheid toe om de breukplaatsen aan
boomen of afleidingsplaatsen te vinden. Doch de
telefonist weet hoe gewichtig zijn ambt is, dat
hij om zoo te zeggen het middenpunt van de ge
meenschap van "het logge legerkorps vormt en
daarom vervult hij zijn verantwoordelijk beroep
in alle omstandigheden getrouw tot in den dood.
De periscoop.
De periscoop is in dezen, oorlog een in
strument van buitengewone beteekeni» ge
worden. De Londeneehe correspondent van
de Giornale d'Italia schrijft ervan:
Vóór den oorlog waren er lieden met aca
demische titels, die niet- eens wisten wat
periscoop beteekende, daar de Duitscbers
zich wel hebben gewacht om het nut van dat
instrument al te wereldkundig te maken.
Thans is dit wat anders geworden en doet
de periscoop op allerlei manieren opgang.
Zoo i8 er geen winkel in Londen, of men
heeft er zoowel periscopen als scheermessen
m voorraad Volgens do advertenties heeft
zelfs een periscoop ongeveer hetzelfde nut
ala een tandenboxstel. Men heeft ze in alle
prijzen, vaste en draagbare, rechte en krom
me, gTOote en kleine. Er zijn voor gebruik in
de stad en op het plafteland. Ook ik ben
eens een winkel in Bondstreet binnenge-
gaan om mij het gebruik van een periscoop
te iatea uitleggen. Ik was een weinig verle
gen over mijne onwetendheid. Toen ik om
een periscoop vroeg, antwoordde men mij:
„Mil mijnheer een periscoop voor gebruik
in de loopgraven, op zee of voor zijn huis
hebben?"
Toen ik van mijne verbazing bekomen was,
drukte lk den wensch nit om al de «oorten
te mogen zien en twee minuten later zwom
lk in een oceaan vay periscopen.
„Ziet u", zoo zeide men mij, „nog zes maan-
den, mits de oorlog nog zoo lang duurt,
en er zal in het leger een periscoop zijn
voor iedere twee soldaten, en dezen zullen
dan niet meer verplicht zijn hun hoofd bui
ten de loopgraven te steken, waarbij men
gevaar loopt een kogel te krijgen. Zien, zon
der gezien te worden, ziedaar, wat noodig
is"....
Toen de koopman begrepen had, dat de
Engelsche loopgraven voor mii buiten reke
ning bleven, toonde hij mij, met veel minder
ijver, de huis-periscopen, de moderne plaats
vervanger-s van onze „spionnen" uit den goe
den, ouden tijd. De periscoop, welke veroor
looft zoowel van uit, de sousterreinen als van
uit de.nokken der huizen te zien, zal direct
zeggen of de» bezoeker, die aanschelt, ons
welkom is of niet.
Aldus heeft de periscoop zijn weg gevon
den van de onderzeeboot naar de loopgraven
en van de loopgraven naar de huizen.
Dit instrument, waarmede men zien kan
zonder gezien te worden, biedt een uitge
strektheid van mogelijkheden.
Een stout stukje.
De Serviërs hadden de Save op sommige pun
ten zoozeer door mijnen onveilig gemaakt, dat
het voor de Oostenrijkers noodzakelijk was ze op
te zoeken en onschadelijk te maken. Voor dezen
zeer gevaarlijken arbeid (want van den vijan
delijken oever zou door geweervuur natuurlijk
elke soortgelijke onderneming bemoeilijkt
worden) zoo verbaalt de „Köln. Vztg." inelddte
zich een huzaar Jozef Nemetli genaamd, aan.
Ofschoon hü wist, dat de andere oever scherp
door Serviërs bewaakt werd, begaf by zich op
zekeren avond op weg en zwom, toen de sche
mering ingevallen was, de op die plaats onge
veer 600 M. breeds Save over, om de mijnen
los te maken en ze dan stroomafwaarts te la
ten drijven. Hii kwam heel gelukkig tot bij het
punt, waar de mijnenkabel verankerd lag en
wilde juist het anker lichten, toen bij door de
Serviërs ontdekt werd. Een hevig vuur, dat op
bom geopend werd, maakte elke verdere po
ging nutteloos; en hij kon blij zijn dat bij er
heelhuids vandaan kwam.
Hij gaf echter zijn plan niet op. Den volgen
den nacht zwom hij, vergezeld van den infan
terist Kaprouczai weer over de Save. Beiden
kwamen weer tot aan de ankerplaats, doch nu
was de oever sterk bezet, en er werd goed wacht
gehouden-
Spoedig kletsten de kogels als hagolsteeneu,
om hen heen en dwongen hen tot den terugkeer.
Nog Het Nemetli zich niet afschrikken, en
voor de derde maal waagde hij de koene onder
neming, nu weer geheel alloen. Wederom zwom
hij naar den anderen oever, en weer kwam hij
tot aan het anker, doch toen hij het trachtte te
lichten, word hij weer ontdekt en zoodanig be
schoten, dat hij onder moest duiken om te kun
nen terugzwemmen.
Wat de heldhaftigheid van den huzaar niet
had kunnen bewerken, deed de Oostenrijkscbe
artillerie twe® dagen later, die het schip, dat
de mijnverankering' vasthield, tot zinken bracht.
Huzaar Nemet.h werd natuurlijk gedecoreerd.
Belgisch# hulde aan Nederland.
Het Belgische Informatie-bureau ver
neemt uit Brussel, dar. binnenkort de ge
meenteraden van de, groote gemeenten van
België in openbare zitting^ huide zullen bren
gen aan Nederland, v0#r de hulp, die het
Nederlandsche volk en de Nederlandscke re
geering aan de Belgische bevolking heeft ge
boden.
In den gemeenteraad van iBrussel zal de
dienstdoend© burgemees^er een rede houden,
waarin hij al de feit"11 zal aanhalen, waar
door Nederland op de blijvende dankbaar
heid van het Belgisch" volk mag rekenen.
Te Gent zal schepen Anseele het initiatief
van deze hulde nemen-
Engelsche lectuur,
In de Morning P!0St geeft iemand, die
wordt aangeduid als ®en „aanzienlijke on-
zijdige persoonlijkheid indrukken van een
bezoek aan Duitschland, die Reuter belang-
rijk genoeg acht om 7p uitvoerig over te
'seinen. Ze laten zich m weinige woorden
I samenvattenHeersch'o er enkele maanden
geleden in kringen van leidende persoon-
Lij kheden in Duitschland al pessimisme over
den afloop van den oorlog, dit gevoelen is
sedert dien in steeds wijdere kringen der
Duitsche samenleving doorgedrongen. De
Duitsche bevolking koestert een toenemend
ontzag voor Joffre en French; Hindenburg
is niet meer de nationale held; men haakt
naar. een afzonderlijken vrede fnet Frank
rijk; de Oostenrijksche bondgenoot is niet
meer populair; de onzijdigen, en vooral de
Amerikanen, worden gewantrouwd; er ont
staat twijfel aan dé beteekenis van de duik
boot enz. enz. Van dezen aard zijn de
indrukken van de niet met name genoemde
aanzienlijk® onzijdige persoonlijkheid.
t. -AJ
UIT DE STAATSCOURANT.
Bjj Kon. besl. is benoemd tot adjunct com
mies bij hei Departement van Justitie, met in
gang van 1 April, jhr. mr. O. W. Foith, te
's Gravenhage.
is benoemd tot vice-preoident der arr. recht
bank te Rotterdam, mr. dr. M. Polak, thans
rechter in gemeld college.
is aan Th. Verheggen, op verzoek, met in
gang van 1 April eervol ontslag verleend als
burgemeester der gemeente Buggenum.
is aan G. Vermeulen Wzn., op verzoek, met
ingang van 1 April eervol ontslag verleend als
burgemeester der gemeente Capelle.
Met ingang van 1 April is. lo. aan A. J.
de Jong, op verzoek, eervol ontslag verleend als
adjunct-inspecteur voor het toezicht op de nale
ving van de Drankwet, onder dankbetuiging
voor do bewezen diensten;
2o. benoemd tot adjunct-inspecteur voor het
toezicht op de naleving van de Drankwet, L. J.
Teepe, stationschef der Nederlandsche Centraal
Spoorwegmaatschappij te Soesterberg.
Met ingang van 1 April zijn. by het Cen
traal Bureau voor do Statistiek benoemd tot
adjunct-commies, 0. J. Schmits en J.van Dijk,
thans klerk, en mejuffrouw mr. D. R. E. Beli-
fante.
Met ingang van 1 April is benoemd bjj het
Kabinet der Koningin tot eerste-klerk, N. A.
Uitterdijk, thans tweede-klerk,
DE SCHEEPVAART OP BELGIë.
Uit Eindhoven wordt gemeld, dat do
scheepvaart op de Zuid-Willemsvaart door
België vrijwel stil ligt; nabij sluis 16 aan de
Ho 11 a n d seh-B e 1 g is oh e grens ligt een enorme
handelsvloot; honderden schepen wachten er
geduldig tot de Duitschers toestemming ge
ven om de schepen door te latent Geen enkel
schip mag uit België, hetzij met of zonder
ladings.
LEVENSMIDDELEN TEGEN VERMIN
DERDE PRIJZEN.
De raad der gemeente Hengelo (O.) besloot
in zijn Maandagavond gehouden vergade
ring, een krediet te verleenen voor het be
schikbaar stellen van levensmiddelen tegen
verminderde prijzen, ten behoeve van per
sonen, die door hot plaatselijk steuncomité
of door een armbestuur worden gesteund,
of van personen, die daarveor naar tot oor
deel van B. en W. in aanmerking dienen te
komen. De prijzen mogen niet kooger wor
den gesteld dan die, welke in Augustus j.l.
voor normale prijzen goeden.
DANKBAARHEID AAN KAPPEYNE?
De heer Roodhuyzen heeft in een geniaal
OOgcnbUk, zooals hij alleen onder onze po
litici kent zoo zeg-t de «JSotterdammer»
voor de rechteohe partijen een nieuwen plicht
der dankbaarheid ontdekt.
Onze lezers raden in tienen niet, aan wien
zy en wij zieh voortaan dankbaar zullen heb
ben te gevoelen.
Dé heer Eoodliuyzen zal het bun zeggen.
Aan.... Kappeyne, den man der scherpe
resolutie. Hem, wiens naam met zwarter
kool dan één staat geteekend in de gechie-
denis van onzen schoolstrijd, hem zullen we
voortaan ons innig verknocht moeten voe
len door koorden van dankbaarheid.
Maar waarom clan tocht
Ziehier:
en ook het bijzonder onderwijs
mag hem dankbaar zijn, want met een
minder krachtige figuur in 1878 zou de
quaestie tusschen de Wereldbeschouwin
gen op onderwijsgebied nooit zou duide
lijk zijn geponeerd, en zou de actie van
het bijzonder onderwijs voor zijn eigen
wenschen noch dien omvang, noch die
intensiteit hebben verkregen.
Mackay zou heel wat langer op zich
hebben laten wachten, als er geen 10
jaren vroeger een Kappeyne was geweest
en in de wet-Mackay lag de erkenning,
vap den Staat, dat hij belang beeft bij
Alle betalende abonné's op dit blad, die ïn
het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn vol
gens de bepalingen op de polissen -vermeld,
tegen ongelukkeu verzekerd voor
101.1 S3 GULDEN bij levenslange onge-
scliiktheid tot werken.
300 OULDEN bij verlies van een
hand of voet.
CA GULDEN bij verlies van één wijs-
90 vinger.
15 GULDEN bij verlies van één
anderen vinger.
De uUkceriug dezer bedragen wordt gega
randeerd door de Maatschappij „HOLLAND.
SCHE ALGEMEENE VERZEKERINGS
BANK" te Schiedam.
goed bijzonder onderwijs en daardoor
werd dus de algéhecle financieel© gelijk
stelling slechts een quaestie van tijd.
Over deze „felix culpa", deze gelukkige
schuld" van den heer Kappeyne schrijft nu
de «Rotterdammer»:
Is het niet kostelijk! Wij moeten dank
baar zijn, dat Kappeyne de kwestie „zoo
duidelijk geponeerd" beeft, dat is, dat
hij on6 ronduit gezegd heeft, ons zonder
vorm van proces den nek te zullen om
draaien en dat wij toen, door de liberale
overmacht gedwongen, tot den huidigeu
dag toe, ontzaggelijke sommen hebben
kannen opbrengen, om onze kinderen be
hoorlijk -opgevoed te kunnen krijgen naar
Gods4 Woord.
O, zeer zeker, God heeft, wat Kappeyne
ten kwade gedacht heeft, ten goede ge
wend voor ons in vele opzichten,
i Maar moeten wij daarvoor Kappeyne
nu dankbaar zijn?
Kom, heer Roodhuyzen!
EXPLOITATIE VAN BRAAKLIGGENDE
i GRONDEN.
Na eene lange discussie heeft de Gemeen
teraad van Bussum zich vereenigd met het
door ons vermelde voorstel van B. en W.
om daar braakliggende gronden door parti
culieren te doen bebouwen en een blanco-
crediet te openen voor de aanschaffing van
knus tmesis tof fen.
DE WONINGWET.
Op verzoek van tien Minister van Bin-
nenïancLsche Zaken hebben de Ged. Staten
in do onderscheidene provinciën, de voor
lichting gevraagd van verschillende gemeen
tebesturen over de wijziging der Woningwet,
j Ia het Vöorloopig Verslag betreffende het
wetsontwerp tot nadere wijziging der Wo
ningwet is er namelijk op gewezen, dat spe
ciaal te Amsterdam vele verbeteringen in
de woningtoestanden zijn verkregen door
onderhandsche aanzeggingen of aansebrij-
I vingen aan den eigenaar, waaraan vroeget
l of later veelal na besprekingen dikwijl» ni
'overeengekomen, uitstel gevolg werd gege:
ven.
I De Minister wenscht thans te vernemen, of
deze niet in de wet steunende behandeling
van zaken, waarvan steeds aan de Gezond
heidscommissie kennis werd gegeven, ook in
andere gemeenten wordt gevolgd en of het
j in het algemeen bezwaar zal ontmoeten een
I dergelijke behandeling van zaken in de wet
I vast te leggen.
I Verder is er in het voorloopig verslag op
aangedrongen het verzamelen van statisti-
isclié gegevens, bijv. het periodiek en gere
geld tellen van leegstaande woningen met
[huurprijs-opgave en het inrichten van een'
woningbeurs voor bepaalde gemeenten ver
plichtend te stellen. De Minister zal gaarne
vernemen hoever deze binnen de grens van
liet practkeh uitvoerbare en nuttige zou kun
nen worden overgegaan, büv. ten aanzien
van gemeenten met meer dan 10,000 inwoners.
wsp'wumcm»'" -
Itp JUUK
10.
'O,
fö7'e Enteren wa# ©en brief, die al
Hij aandacht van Pierre Lasaon trok.
a» \*n ,lon volgenden inhoud:
„Uurger eomniistearis'
>u J^maiige markioo d'Argougs. en zijn
dj® bÜ ,hT tnWfKUJl' sezwo-
ni '""n w Vfln d* hervormingen, die noo-
om aan tirannie van tot lt0-
Zij zijn be-
Burger Maingard
centralen commissaris in liet district
Saint-Malo.
HU liet aan duidelijkheid niets te wenschen
over en Pierre Lasson mompelde:
Altijd hij!
Daarop zeide hij tegen den markies:
l'k denk, dat by in u een vijand te meer
zal hebben.
Jean d'Argouges dacht op dit oogenblik
aan geen wraak.
Hij was buiten zich zelf van vreugde, want
hij had zijn Jeanne Legner teruggevonden en
wist, dat zy hem nog altijd bexhinde.
Wat kon hij meer verlangen
Wanneer nu nog Ibet uur van zijn vrijheid
e.la\ten «inde te maken.
HMetoeraten, die voor niet» spoedig sloeg, zoëdat hij "zich weer overal
«T don Bdel k1** volk weer ont!er ■,uk *°a kunnen vertoonen, dan zou zijn geluk
^awoortjgj en nationale ver- volmaakt zijn.
afschaffen. Bovendien kwam bij Pierre Lasson als wei-
de vet 11 ci ■jRan samenzweerders log geschikt voor om vrees in te boezemen,
*°ord: *y zij,, vau den ®taat, in één zelfs met aan zijn vijanden.
®°otra.r*volat.^«ke schurken en gevaarlijke j De uitdrukking van zijn gelaat was te vre-
.0ldat zij onder d k®05 gevaarlijker, delievcnd, ds blik zijner oogen le zachtzin-
lk deei u dit* !ire!1 Teel aanh&ng heb- nig, dat hij een wreker zou kunnen zijn en
^ptoimhouding, zooau °D(?®r ze?el vaa gedachten aan verwoeden strijd opwekken,
noodig is, wil ik beloofd hebt en i Pierre drong er daarom ook maar niet
^^fiüwtelük kunno* Vepdèr voor den 'verder op aan,
fcroet «m broedersébtm maken* Ik heb mij met uw belangen bezig ge-
I IlAw/
rief
broederschap ïnaken.
FT Ti tri? txt. L, tboudon, hernam bij. Zooeven was ik bij Bar-
■a. NOLLAN'".ra« en sprak hom over u. Ik heb hem uw
was geadresseerd n«n:
geschiedenis verteld. Uw dossier is wel ver
dwenen, maar gij en uw vader staan nog al
tijd op de lijst van de uitgewekenen. Aehter
den naam van uw vader zal nu geschreven
worden „overleden". pe dood maakt elk in
grijpen van de justiti®. zelfg van de wreed
ste, onmogelijk. Achter uw naam moet een
andere bemerking koiueii en wel deze: „Was
nooit uitgeweken, hoert Parijs niet verlaten,
doch er verborgen toleefd. De bewijzen
daarvan zijn voorbanden." Daarvoor moeten
wij evenwel hulp hebben. Mejuffrouw Lange
heeft een grooten invloed op Barras en ver
scheidene andere regeeringsper&oncn 0T1 dien
zal zij aanwenden, zii ueeft het mii beloofd,
maar op één voorwaarc!e-
Welke?
Pierre Lasson had <>P zijn gewonen Vrien
delijken toon gesproken en tegelijkertijd
richtten zijn oogen zidh met een smeekende
uitdrukking op de barones de Prevent en
Rose de Trémazan, wier goedkeuring hij
scheen te verzoeken.
Alvorens do vraag van Jean d'Argouges
te beantwoorden, wierp hij e.en blik door den
salon.
Alle deuren waren zorgvuldig gesloten.
Niemand kon hen zien of beluisteren.
Tóen hernam hij:
De broeder van Rose en ik hebben een
plan en om dat alle kans van slagen te ge
ven, ie het noodig, dat de barones en baar
gezelschapsjuffrouw of beschermelinge, hoe
ge haar noemen wilt, een.ige weken in Bre-
tagne gaan doorbrengen. Daarvoor zouden ze
het best haar intrek kunnen nemen op het
kasteel Argouges, het eenige, dat in een om
trek van eenige mijlen nog bewoonbaar is.
Het is tot uw dienst.
Met uw verlof, maar het behoort u niet
meer toe, tenminste niet voor het oog der
menschen en van de overheid. Ik denk aan
allee en wil u niet in ongelegenheid brengen,
maar u redden, zoo ik kan. Wij hebben dus
een huurcontract noodig, dat ons de beschik
king over liet kasteel Ar gouges geeft en
ons machtigt het als huurder» te bekomen.
Wilt gij zulk een contract aan de barones
geven?
Gaarne.
Pierre Lasson wendde zich daarop tot de
oude dame en vroeg:
Wilt ge het, barones! Rose verzoekt er
u om.
Hij wierp een blik op Rose de Trémazan
om. haar van de noodzakelijkheid dezer reis
te overtuigen.
Zij schikte zich geheel naar den wil van
don vriend ibaars broeders.
Jean bad baai-, toen bii afscheid van haar
nam, bij zijn laateten kus gezegd:
Pierre zal bij u mijn plaats innemen.
Luister naar bom, zooals gü naar mij zoudt
Mieteren.
Zij mompelde, terwijl zü de handen vouwde:
Ocli ja, mevrouw, laten wij voor eenigen
tijd daarheen gaan om te vergeten.
De voortreffelijke vrouw had niet veel tijd
tot, bedenken noodig.
Wellicht had zij bet eigenlijke doel vaa
deze reis al begrepen.
Zooveel was voor haar al zeker, dat Rose
slechts diende tot een werktuig in de handen
van hen, die al haar handelingen bestuurden,
Hebt gü het gehoord, mijn vriend? vroeg
zy den markies.
Zeker.
En ge stemt toe!
Met vreugde. Hoe zou ik u iets kunnen
weigeren! Wanneer wilt ge vertrekken?
Zoodra ge getrouwd zyb antwoordde df
barones.
Denzelfden morgen was er een lang g»
sprek gevoerd tusscbon de barones de Pré.-
vent en Jean d'Argouges over diens lief
de tot Jeanne Legner en over do wenseLe-
lijkheid om dat verbond te bezegelen, omdat
hy slechts één begeerte bad: te trouwen met
haar, die hy zijn hart had geschonken.
Het huwelijk kon gesloten worden door,
den priester in de geheime kapel aan de rui
du Bac.
Later, zoodra zy konden, zouden zij hun
huwelijk door de wet laten bekrachtigen1.
Thans hernam Jean d'Argouges:
Gy weet wel. dat dit voor mii het top*