gewroken. DE OORLOG feuilleton BHIEVEH Uit uuitschland Stoomvaartlijnen. RECHTSZAKEN. h&t i"™ tod"„wxdM-0n* flV" Op de vraag van Wiegand naar de con ferentie der groote mogendheden voor het geschil tusechen Oostenrijk en Servië, ant-1 woordde Von Jagow: j „Wü zijn niet in het voorstel betref ton de de conferentie getreden, omdat wij van Oostenrijk niet konden vergen, dat het zijn zaak zou onderwerpen aan de scheidsrech terlijke nitspraak van andere mogendheden, wien het geval niet, aanging. Wü namen 1 daarentegen het initiatief tot een recht- ®2ndea z^n herinneringen ver- „5°, Brfctagn* de bewolkte hemel J^u<len wii „O- ®°mber «temmen, dan »>aar het ]n„,i r, het zonnige Zuiden gaan, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™«P,EJ?LflD Dli PINANC1EELE KRACHT EN ééNHEID V LN DUITSCHLAND. GEEN OVER DAAD MEER! Berlijn, 20 Maart 1915. -n de order waarin de keizer zijn vreugde 'n trots over het schitterend resultaat der tvi-ede oorlogsleening uitdrukt, noemt hij zich eerste dienaur der natie. Het is waarlijk in dczou tijd waarin omtrent de opvatting des keizers over zijn ambt zooveel min of meer dendensieus onjuiste meeningen, geuit worden niet overbodig nog eens uitdrukkelijk op deze ^oorüon te wijzen waarmede de meest consti- utioueele vorst zijn taak niet beter zou kunnen omschrijven. nt de zaak zelf betreft: het financieel suc- vreugde, het doet tevens het genot van alle din gen beter proeven. Hoe onnadenkend gingen wij met alles om, hoe hadden wij de diepe beteekenis van do oude bede vergeten„Geef ons heden ons dagelijksoh brood" Een sterk religieus element wekt inderdaad de nood van dezen zwaren tijd. Het ie of wij weder dichter tot den oorsprong der dingen naderden die wij thans zoo innig loeren waar- deeren. Gebrek? Och neen, niet eens ontbering! Het verhaal van de in de zakken der dooden en ge- onder Britecho vlag in Indië den honger dood gee tor ven *Uu. De honger is Engeland'» lievelingewapen, tot onderwerping en om een volk onderworpen te houden." i van genen gevonden veldpostbrieven waaruit gti'eekeche gedachtenwisseling tusechen Öos- blijkt hoe Duitschland lijdt onder den uithon- tonrijk en Rusland en bevorderden die." geringsoorlog doet in de buitenlandsche persToen ik, zeide Wiegand, van Grey's uit- weer eens de ronde. Aanleiding daartoe geeft lating over België gewag maakte, zeide do natuurlijk het bespreken der voedingskwestie Duit-sein^ minister: door de vrouwen en familieleden der soldaten,! „België is door Engeland in den oorlog ecfi van DuitspVio i"Ï~Tk tiif v„ff ia 1 die het niet nalaten kunnen hun kleine en on- gehaald, terwijl Duitschland het land daar- *«u -uuitschland staat buiten kijt. Nog is in met wenschte te betrekken, maar rijne bet concert der vijanden niet begonnen waar- i beduidendezorgen ooLm de loopgraven te onafhankelijklieid en integriteit wilde waar- 1,1 "niono verklaard wordt dat dit alles maar «ehjju i3 en de banken van leening dio opzet- j dk voor dit doel in het leven geroepen wer en door het beleenen van effecten grooten- ©els tot het resultaat bijdroegen, om ''ben j bunsucces te kunnen bereiken brengen. Nieuwe aanleiding tot ongunstige op-j i>org©n." vattingen zal het van morgen af tot half AprilQver de toebereidselen van Duitschland toe geldend verbod geven, thuis met gist of tot den oorlog merkt Von Jagow op: „Zeer bakpoeder te bakken. Deze tulbandbakkerij met geker, het Duitsehe volk heeft zidh er op Paaschen, eigenlijk bij elke feestelijke gele- voorbereid om zijn vaderland te verdedigen, genheid, in vele gezinnen zelfs eiken Zondag,1 en hebben de gebeurtenissen niet uitgewezen kliaonv.: j j is een algemeen verbreide gewoonte hier, die hoezeer dat noodig was? eorste argument reeds by de vrede8tijd al vaak genoeg verwonderd „Engeland's oogmerk om ons te verplette- doo g aangevoerd en toen genoegzaam v v heeft met het oog op de verdiensten van zoo ren> tbans doo.r openlijk erkend, was menig gezin waar het te gebeuren placht. 01,6 geen ®'ebe\m'khans wil Engeland ons En het is maar goed dat de overheid een zoo ml? op de keel zetten. Tot tweemaal toe ïiaoni»"- !d "J3 0 eru-ia een zoo keejt Engeland zonder succes tegen uw land in B«ed geld en daarmede is «aaaige overdaad m de tijden die wy thans oorio-, gevoerd. Denkt men soms in Amerika dat Engeland met ingenomenheid of bizon- r cljfers weerlegd werd, zal men thans een *ndev vinden, Ret deert DuitschlanU nietl De negen mil •iftrden r°eds ecn g'edeelte van het pas door den Rijke- heieven, dier slechts ergernis verwekt, eenvou- dag toegestaan budget gedekt. Komt er dus nog "''S onmogelijk maakt! A, een derde oorlogsleening, dan zal dit in geen geval voor Augustus zijn, want tot die 'maand twi j1o°hen de &fbetalingstermijnen voor de Het resultaat is geweldig, doch het behoeft geene verbazing te wekken. Men zal vragen: eerste maal 4 'A milliard, de tweede maal nog wel bjj de tegen hooger koers uitge geven leening het dubbele bedrag, en dit in een end dat belegerd wordt door zulk een over- acht en dat geheel afhankelijk is van eigen hulpbronnen 0 oplossing der kwestie ligt juist in dit laat- feit. Bij de eerste leening waren het in oofdzaak de bijdragen die men bij het uitbar- en van den oorlog vol angst van de banken ■p gehaald, die op deze wijze belegd werden, 1 waren toen eerst twee oorlogsmaanden ver hopen en do winsten der legerleveranciers, die ©en gansehe beirleger op zichzelf vormen, had- en nog niet den huidigen omvang kunnen aan doen. Na weer een half jaar waarin ineer nog DUITSCHLAND'S ANTWOORD sto ';0V0reD het aan oorlogsbenoodigdheden 1 e- ei*3 de kapitaal binnen de grenzen van het moest blijven, na verloop der eerste der genoegen een groote Amerikaansclie vloot zal zien ontstaan, waarvoor men thans in Amerika begint te werken? „Wil het Amerika ansebe volk in dit op zicht zich meer dan Duitsohland uit het bui- tenland laten bevelen? Ik geloof het niet, OP DE REDE VAN MINISTER maar wij zullen het antwoord der geschie- GREY. deiiie afwachten. Trots alle gepraat en allo Amerikaansche bladen drnkken in ant- logenstraffing toonen de geschiedenis en de woord op Grey's rede, die wij hier hebben feiten, dat Engeland in de wereld een on- weergegeven, nu een interview van Karl von beperkte politieke diktatuur verlangt, deu Wiegand met Von Jagow, den Duitsclien aanbouw van ieder linieechip als een bedrei- minieter van buitenlandsclile zaken, af. ging tegen zichzelf beschouwt en oorlog zal „Wij weten het nu uit Grey's eigen mond; voeren om zijn mededingers te verpletteren, zeide de minister, dat het Engeland's doel zoodra een volle met moderne methodes den is Duitschland ter neder te slaan en to ver- Engelscfhen handel op de wereldmarkt in nietigen. Het was de meest openhartige be- het nauw brengt." ken ton ie en de wereld kent nu het motief, «=?--■■—- dat Engeland in dezen oorlog gedreven INfiF7GNnFN heeft, zooals wij het reeds lang kenden". Op de vraag of de Duitsehe regeering op Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re de rede van Grey zou antwoorden, verklaar- de Von Jagow: dact,° nch met a*™Prakelflk, „Grey's rede bevat een hernieuwde oor- HET ROODE KRUIS. Amsterdam, 80 Maart, 1015. Geachte Redactie, an i^8'ng hebben, immers bun gelden blijven vloeien en dat alles, omdat Duitschland het ,.'s onwrikbaar op de spaarbank liggen al waagde naast Engeland steik en machtig S wü"8pGE - dan"vöör hêt°patriö- te worden; omdat Engeland zijn onvoorwaar- '*ehe van het afstand doen. die in dit geval^'jke heerschappn ter zee, zyn handeW ee8el,,i„ v li I-,,,, nopohe en zyn hegemonie in de wereld door Vaudit .!!n- J. oeu zich ontwikkelend volk in gevaar ge- heu h©dea groote resultaat. En dank komt denge- loe wion geen moeite te veel was in het logsverklaring. Zij beteekent de oorlog tot het uiterste; Engeland wil het zoo. Wij ne men dezen strijd aan en wanneer de men- cehenslachting zonder einde voortduurt, dan kan de wereld haar wijten aan dengenie, die vanhetmeuwo jaar waarin alle groote er de schuld aan draagt: Engeland, dat d<- Mogen wy u een weinig plaatsruimte verzoe- "uitV iapPÜeu op aandeelen hun dividenden zen oorlog organiseerde en ontketende. Grey's hen naar aanleiding van het ingezonden e u d' ,eerea> Was het niet meer dan natuurlijk dat woorden zullen een harde slag zijn voor die- van het Vrouwencomité van het Koode Kruis n kaPitaal terug-vloeide in den grooten stroom genen, die eenige hoop hadden en meenden voor Haarlem en Omstreken in uw blad van an Waar het kwam, vooral nu oeu xoo goede een yre('e tot stand te kunnen brengen. Grey 28 Maart. en zekere geldbelegging daarmede vei-bondeu kondigt immers aan, dat* Engeland niet eer- Het Vrouwen-Comité van Het Roode Kruis Was. jder zal ophouden, voordat Duitschland ge- 8teit de vraag hoe het komt dat de vrouwen Het zyn dan 0ok minder de groote kapita-v*n one, m4.tnnnt^n'ifrlit het met zooveel enthous5aslne voor Steun-Comitê's suit Wlen do keizerlijke dank voor het eindre- Duitsdbe volk niet licht ie ter neder te wer- en Belglsehe vluchtelingen werken, en zoo ijzig "ltaat toekomt. Het zijn de kleiDO spaarders pen. Duizenden menschenlevens zullen op- staan te«'enover het Roode Kruiswerk? In den minder gevoel voor het voordeelige eener geofferd worden. Veel bloed zal er nog eersten tijd der mobilisatie stonden de vrouwen e,eéein„ V-liiijlil:Tonian dot nllps. omdat Duitschlanri V-+ zeker niet ijzig tegenover het Roode Kruiswerk, integendeel, angstwekkend was bet aantal stoomcursussen, dat helpsters fabriceerde, en angstwekkend ook de stroom van vrouwen, die dieze cursussen volgrden. Uit het stuk moeten wij opmaken dat deze beweging nu geluwd is, en als dat werkelijk zoo is kunnen wij niets an ders zeggen dan: Goddank, dat die vrouwen tot erkenning zijn gekomen, dat zjj dit Werk aan de verpleegsters (gers) over moeten laten. In bet verslag van bet Haarlemsche Roode Kruis, onlangs in bet licht gegeven, lezen wy dat in het Militaire hospitaal waar de helpsters opgeleid worden, maar eén gediplomeerde ver pleegster is die belast is met de-zorg en verant woordelijkheid van drie zalen met ernstig zieke militairen. Wie over dit feit even nadenkt moet tot de conclusie komen, dat de militairen in dat hospitaal onmogelijk de verpleging kunnen krijgen, die zij behoeven; want behalve die eene verpleegster zijn er olleen helpsters werkzaam van 7 uur voormiddags tot fi uur namjddag8. De zieken zyn dus wel m de eerste plaats het slaohtoffer van deze absolute onwetendheid om trent den ernst en verantwoordelijkheid van het verpleegwerk. (Hoe een verPleegster-directriee mede dezen oproep heeft kunnen onderteekenen, is ons een raadsel). ZÜ toevertrouwd aan vrouwen, die nauwelijks bet a. b. c. van het ver plegen kennen. Men zegëe niet dat in een zie- bracht meende, „Dit alleen is de oorzaak van den oorlog Zelfg °n lu do toekomst, om het inteekenen eil alle versleten phrasen van Grey's rede bifi' V&tl de kleinste sommetjes mogelijk te zullen noch den oorlog vermogen te win- B zi.-i ei' door er 7-©R de administratie van op nen, noch de oorzaak en den aanstichter van bO# e,., to nemen! Eenige advokaten begonnen dezen krijg kunnen verhullen. Wii zijn hem beewe'Cei\aantal onderwijzers hebben het voor- dankbaar, dat hy in het openhaar Enge- b!! gevolgd. Terwijl by de banken het minste la°d 8 beweegreden en doel openhartig heeft °p Sé'tart"eur8ard-T8j10? Mark T 7^ WSïi iemand, die de geschiedenis 20 \r„r mteekenbureaux als mini- van Engelnnd kent> ook maRr één oogen. g©n mrr 1 a"ngenomen. En binnen twee blik, dat het voor onzelfzuchtige oogmerken Berin»or.L °P dez® wyze alléén aan enkele vecht? Engeland met zijn naastenliefde en derdch'iiU.f.i voor eea bedrag van hon- menschlievendheid, dat zich tot voorvechter mipn mgeteekend 1 f7-"B^i-etKena LOO toont zich de macht van de lijdenden opwerpt, terwijl het dui- lUf c,v, l - - v'un het kleine! zenden vrouwen en kindeken verhongeren W issmeel waardoor de-waren, liet om de Britsche heensehappij over de t°t grooten bloei zyn gekomen: Groote ^rüe Boeren uit te breiden, datzelfde Enge- kleine winst, waardoor de reusachtige ^nd zou nu Duitschland wel in een groot '- JY(O AAMOftllTne. viobortvn Tr.l 1 1 v<bd '©nste ontstond die van de Berlünsche coneentr8R«kamP will?D veranderen en, "henhuizen n,iP;M„ J wanneer het daartoe bij machte was, hon- *Dliel amlpr .n nndptn pl waarmede geen derddviizenden Dnitsche vrouwen en kinde- ^edyvereu kan L ur°Pee3Cbe hoofdstellen ren dei1 hongerdood veroordeelen, alles Niets I" om Duitschland op zijn weg neer te slaan 1 OconoT, 'i 'OS-to-sckatten is niet slechts een „Voor het schrikbeeld van den honger ver tan ï11 beginsel, doch ook een fundament bleekt Engeland niet. Het heeft te dikwijls mvenswjjsheid. Het verhoogt de levens- den kreet van vele duizenden gehoord, die kenhuis de zieken ook grootendeels aan de zorg van leerling-verpleegsters worden overgelaten, hier bestaat een groot verschil omdat in het ziekenhui» men leerlingen 1ste, 2de en 3de jaar beeft terwyl de helpsters hoogstens sinds enkele maanden opgeleid zyn. Maar ook de jongo vrouwen zyn het slacht offer van het drijven van het R. K. om persé helpsters te willen opleiden. De ernstige, nauw gezette onder haar moeten spoedig beseffen hoe onverantwoordelijk zij handelen door dit werk op zich te nemen, dat zij feitelijk zelfstandig moeten uitvoeren terwijl zij er niets van afwe ten. Het instituut helpster» kan alleen van waar de zijn, wanneer de helpster» zjcb willen bepa len tot het verrichten van huishoudelijk werk en van enkele handgrepen ten behoev© der zie ken als bedden opmaken, verschillende voorwer pen voor ziekenverpleging schoonmaken, v»,. band maken enz.zy moeten zich ernstig rëken- schap geven, dat verplegen niet tot haar com petentie behoort, dat zij alleen hulp zijn van de verpleegsters. Gij, Haarlemsche vrouwen, tot wie de oproep gericht is, weerstaat nog verder de verlokkende woorden van het R. K. Comité en weigert een verantwoording op u te nemen waarvoor gij niet berekend zyt, dan moet in het Haarlemsch hospitaal gediplomeerd verplegend personeel komen; den zieken bewijst gij daarmee den bes ten dienst. Het Hoofdbestuur van NOSOKOMOS. Wy hebben dit stuk, ter dadelijke beantwoor ding, doen toekomen aan het Hoofdbestuur van het Vrouwen-Comité van het Roode Kruis al hier, dat ons het volgende stuk als zoodanig toezendt: Geachte Heer Redacteur. Dat Nosokomos niet welwillend staat tegen over de helpsters van het Roode Kruis is een algemeen bekende zaak en komt weer duidelijk aan het licht in het hierboven ingezonden stuk. Wat er de diepere oorzaak van is willen wij niet ver nagaan. Zeker is een der hoofdredenen de angst voor beunhazerij van den kant der helpsters. Het Roode Kruis ziet dit gevaar wel degelijk onder de oogen. Een van de eerste eischen aan de helpsters gestold is, dat zy er goed van doordrongen moeten zyn niets anders te kunnen en te willen zijn, dan een handige, nuttige hulp voor de verpleegster. Verder moeten zij verkla ren nooit een particuliere verpleging te zullen aanvaarden of geld of eenig geschenk aan te nemen voor hulp door haar verleend. Wat de beoordeeling aangaat over bet werk door de helpsters verricht in de Mil. Zieken- inrichting daar kunnen wij op antwoorden dat de Militaire Geneeskundige Dienst alléén ver antwoordelijk is voor die verpleging van de zieke militairen in de Mil. Ziekeninrichting. Wij kunnen er niet genoeg den nadruk op leggen dat bet Hoofdbestuur van Nosokomos niet in het minst bevoëgd is over den toestand in de Mil. Ziekeninrichting te oordeelen, omdat het met dien toestand ten eenenmale onbekend is. Het Vrouwen-Comité zal gaarne meewerken voor het Hoofdbestuur van Nosokomos eon beter inzicht van zaken te geven dienaangaande. Trouwens een aanbod van bet Hoofdbestuur van "Nosokomos om belangeloos hulp van ge schoolde verpleegsters te verleenen voor den duur van de mobilisatie zal van de zijde van den Mil. Geneèsk. Dienst (naar de meerling1 van het Vrouweucomité) gaarne in overweging- worden genomen, daar er in de Mil. Ziekenin richting te Haarlem nog zalen te over zijn waar geen vrouwelijke verpleging bestaat. Jnist dat de Directrice van het Diaconessen- huis onzen oproep mee heeft ondërteèkend, nadat zij het werk der helpsters met eigen oogen heeft beoordeeld moest voor het Hoofd bestuur van Nosokomos een bewijs zijn, dat het minstens genomen zeer voorbarig is in zijn oor deelvelling. Natuurlijk valt bier nog veel te verbeteren, zooals in de geheele Mil, Ziekenverpleging. Maar dat de eerste stap tot vrouwelijke ver pleging in de Mil. Ziekeninrichting is geno men moest Nosokomos eerder toejuichen dan wel afbreken. Alles groeit: langzaam in ons land, zoo ook dit. Dat de heele helpster-beweging van het Roode Kruis nog in betere banen moet wor den geleid, niemand zal dit volmondiger erken nen dan wij, die de moeielijkheden ervan dage lijks ondervinden. Maar wanneer men zich een- 1 maal klaar en duidelijk voor oogen atelt, dat J wanneer wy in oorlog zouden geraken, wy aan geschoolde hulp te kort schieten (en wie onbe vooroordeeld nadenkt moet dit toegeven) dan moet een uitweg worden gezocht. Zelfs voor het verrichten van huishoudelijk werk en al de handgrepen die Nosokomos aan geeft moet men zijn plaats weten, moeten d-e Roode Kruis-Comité's weten op wie zy in ge val van nood kunnen rekenen, moet ook dez% hulp georganiseerd worden, zoodat men niet den eersten tijd voor een chaos staat, wat ten koste zou gaan van veel kostbare levens. Waar men in de groote, omliggende landen tot een oplossing van het vraagstuk is geraakt, waarom kan dit dan niet in ons land? Maar dan moeten ook alle Nederlandscha vrouwen en ook de mannen willen samenwer ken en moet niet het belang van enkele per sonen, maar het groote algemeene belang vast het oog worden gehouden. "ij zouden dus Nosokomos willen toeroepen: werkt met ons mee en niet tegen ons. Het Vrouwen-Comité van het Koode Kruis voor Haarlem ez «CJTSring. Dood, veroorzaakt door nalatighcirt. Gisteren 'stond voor de Rotterdamsche recht» bank terecht W. J. M., Ie machinist van het s.s. „Marken," beschuldigd den dood veroor zaakt te hebben van den stoker C. P. Meydam, op 24 September 1914. Toen het schip tusschen Port-Said en Falmouth op zee was, hadden door een defect en onvoldoend gerepareerde vlam- j pijpen zich gassen in de machinekamer ver spreid, waardoor Meydam was gestikt. Be klaagde was niet verschenen De eisch was 2 maanden. Voorts werd beklaagde voor 2 jat uit zijn ambt als machinist ontzet. De aanslag in een gevangenis. Do rechtbank te Leeuwarden heeft van .G., 27-jarig gevangene in de strafgevangenis aldaar die 12 Februtri j.L den bewaarder H. J. Brinkhof met een schoenmakersmes een levens gevaarlijke verwonding heeft toegebracht wegens poging tot doodslag overeenkomstig den eisch veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. Diefstal. De Haagsche krijgsraad heeft P. S., milli- cien der vesting-artillerie, afkomstig uit Alk maar, wegens diefstal van 5.50 in een koffie- j huis te Den Helder, waar hy als bezoeker ver toefde, veroordeeld tot 8 maanden gevangenis straf met aftrek preventief. Desertie. De Haagsche krijgsraad heeft .T. de J., mili cien der infanterie, afkomstig uit Haarlem, wegens 2e desertie met vrijwillige terugkomst, 'veroordeeld tot 2 maanden militaire detentie 1 met aftrek preventief. Niet kameraadschappelijk De Krijgsraad te 's-Gravenliage heeft uit spraak gedaan in do zaak tegen Adolf Sch., Einjahriger van het 90o Infanterie Regiment van het Duitsehe leger, afkomstig uit Rostock, thans geïnterneerd to Bergen, die terecht stond wegens diefstal van een beursje met geld, teu nadeele van een mede geïnterneerd onderoffi cier. De Krijgsraad veroordeelde hem, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, tot 10 boete of 2 dagen hechtenis, wegens ver. duistering. Faillissementen. Failliet verklaard: H. Maneschijn, sigaren maker, Bilderdijkstraat 18 Amsterdam. 26 Maart A. J. van der Schalk, winkelierster in vleeschwaren, Rotterdam, Zwartjanstraat 64a. 30 Maart L. Boon, timmerman en aannemer, 't Loo. Geëindigd door het verbindend worden der uitdeelingslyst het faill. J. Klerks, rijwielher steller, Rotterdam. Stoomvaart-Mij. Nederland. BOEROE (thuisreis) is 31 Maart Finisterre gepasseerd. VONDEL (uitreis) vertrok 31 Maart van Suez. v Kon. Ned. Stoomboot-My. ADONIS arriveerde 1 April van Malta te Amsterdam. AGAMEMNON, van Piraeus naar Amster dam, arriveerde 29 Maart te Falmouth. iaLwJ?2§? Rechts één droom, Wik"*»1"*.1 mhn leveu t© wijden aan r; O te dienen, U met allee te om- it 11 iot de mee6t benijdenswaardige i l' werelü zal maken. agt> te Jen leven daar, waar bet u he in zt)H L^lis, waar gij met volle teugen üeze stationen genieten, wat het leven voorkeur 1^'* i» Bretagne, wanneer gij ï°01" u zooveel 65 aan plaateen, waaraan Jjj?°hte te bevelen1), wige lente' Gü zult l^k gehoorzunmT ©ebben om on voor waarde- ?"&en bemin en noS k zweer m dat ik u eminnun. een ander zal kunnen j'berwiil T Hubert Nollan." t^edde Rotif' ezeQ hrief las, be- *Ün gelaat Trémazan do uitdrukking ct ''onkbeèld alleen, dat Nollan het waagde de oogen op te slaan tot baar, die Pierre als een heilige vereerde, bracht het bloed van Pierre Lasson aan het koken. Hij had zijn gemoedsaandoening evenwel «poedig weer onderdrukt en, toen hij haar den brief teruggaf, zeide hij eenvoudig: Goed zoo. Wij zullen hem antwoorden. Hij viel geheel in de rol van den broeder, geleidde haar naar haar schrijftafel en zei: Go weet, wat Jean wenscht? Ja. Schrijf dan een antwoord op dezen hrief, zooals bet u in den geest komt. Zy nam een vel papier, van een rouwrand voorzien, dacht even na en schreef toen het antwoord. Daarin schreef ze, dat ze vertrekken ging naar Bretagne, voor eenigen tijd, en gaf zij den raad, te wachten. Na den brief te hebben voltooid, gaf zij hem aan Pierre en terwyl deze las. keek zij hem met haar schoone, zwarte oogen aan. Toen hij had uitgelezen, vroeg zij: Ie bet zoo goed? J a. Moet ik den brief verzenden? Nog niet, eerst wanneer gij tot bet ver trek gereed zijt. Gaat gij met ons mee? Neen, ik zal u over eenigen tijd volgen. Men mag niet weten, dat ik bij u ben en moet veronderstellen, dot gjj met de barones alleen op Argouges züt- Daar zult gij ver- nerneu wat gij te doen hebt. Wij zullen u leiden. Goed. De markies keerde ],i het vertrek terug met een brief in de band. Deze brief was geadresseerd aan Jeanne Legner. Hij vroeg: Wilt gij dezen brie* Voor mij bezorgen? Terstond. Meet gij wat bij behelst? Ja. Ga, go zult nog e«ü gelukkige maken, zeide de barones. Toen Pierre Larson in de rue de Suresnes kwam, vond hij daar Jeanne Legner alleen. Zijn gelaat stond zecr °Pgewekt. Daar, waar hy geineend had tegenstand te zuilen ontmoeten, bij de barones en Rose de Trémaza.n, vond hij nu ©en volmaakte medewerking, die het Welslagen van zijn plannen zoo goed als verzekerde. Jeanne Legner vroeg hem: Wat is gebeurd? Eeyige dagen geleden waart gij somber en droefgeestig en nu zoo vroolijk. Hij gaf haar den brief van den markies en zeide; Hier is een schrijven .van een goed vriend van u,.waar ik nu juist vandaan kom. Hij verzocht mij u dien brief te geven. Zij scheurde Ibet convert open en las: „Mijn beminde Jeanne! Zooals gij- weet, zijn aan mijn verblijf hier ter stede eénige gevaren verbonden. Ik hoop wel, dat ik er aan ontkomen zal, maar wan neer ik mij mocht vergissen, dan wil ik niet sterven zonder dat gij myn vrouw geworden zijt voor de Kerk, alvorens gij dat voor de wet kunt zyn. Hier in de nabijheid is eene kleine verhor- gen kapel, waar een eerwaarde priester in het geheim, met gevaar voor zijn leven, zyn heiligen dienst verricht. Onze vrienden moeten Parijs voor eenigen tijd verlaten. Wilt ge dat wij voor hen en voor den priester, die ons zal zegenen, den eed zullep hernieuwen, den eed van eeuwige liefde en trouw, dien wij elkaar eens gedaan hebben Het is een offer, dat ik van u vraag. Wat ben ik thans, mijn lieve Jeanne? Een vogelvrij verklaarde, een uitgewekene, een kreupele, aan wien gij uw jeugdig leven zult schenken. Antwoord mij. Het leveu 'beeft mij bittere teleurstellingen opgeleverd. Thans verlang ik naar rust, naar eenzaamheid, naar vrijheid om het leven ver van de wereld, omgeven door eenige trouwe en oprechte vrienden en met slechts één le vensdoel: nw geluk. Dat zal myoa eenige zorg zijn. Wanneer het lot ons gunstig is, dan,-kun nen er nog gelukkige dagen aanbreken, want eenmaal zal de zon wel weer door de on weerswolken heen bofen, die den hemel bo ven ons arm vaderland verduisteren. Dan zal ik er trotech op zijn u aan mijn arm te geleiden en tegen allen te zeggen: Ik zou haar gekozen hebben onder duizeni- den, want zy is de schoonste, de liefste en de trouwste der vrouwen. Ziedaar wat ik u vraag, mijn Jeanne. Wilt ge het mij toestaan? Ja, niet waar? Meld Ibet spoedig aan Uw liefhebbenden JEAN d'ARGOUGES". Annette Lange trad binnen. Zij vond haar vriendin want ofschoon Jeanne als linnen meid bij haar in dienst was, was zii al sedert lang meer een vriendin dan een dienstbode der goedhartige tooneelspeeleter met be traande oogen op een tabouret zitten. Beurtelings keek de tooneelspeelster de beide jongelieden aan en trachtte de oor zaak van deze ontroering te doorgronden» Als antwoord reikte Jeanne haar den lrief over. Zij las dezen snel door en riep: Gelukkige! En weent gij daarom? Van vreugde! zeide Pierre Lasson. Annette Langé keek hem met een vrien delijk lachje aan en zeide: i; Wordt verjolea.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5