Ingezonden Mededeeling
De waaricbewieg der eieren.
VRAGENBUS
SOCIALE BERICHTEN
Hoor 082e Jongeno ra ld rl$
INGEZONDEN.
Antw. Vervoeg u om inlielitingen bij de
Directie te Amsterdam.
Ternauwernood drongen berichten alt Pa-
Toen ik de kamer binnentrad, waar bij
düSI
minister van Financiën ook een woordje mee te
spreken. Een groot leger ia slechts te bereiken
tegen, zware financieele offers. Bij ons werd de
getalsterkte meer beheerscht door het aantal
guldens dan door het aantal mannen; er werden
van de 58.000 opgeroepen jongelieden 23.000 in
dienst gesteld. Worden ze allen geoefend, dan
is dat van onberekenbaar nut; ook al zet men
ze niet dadelijk in den strijd, het is altijd van
het allergrootste belang met het oog op de re
serve. dat elk Nederlander in vredestijd wordt
geoefend. Dat een soldaat lang ouder de wape
nen moet om tucht te leeren is een dwaalbe
grip.
Met de bewaping moet men bij zijn: men
mag de landskinderen niet blootstellen te wor
den beschoten op een afstand, waarop men zich
nog niet weren kan. De kwaliteit van onze ge
weren en kanonnen is goed. Toe te juichen is
het, dat do minister voorstelt de artillerie uit
te breiden. De cavalerie is goed, maar niet zeer
talrijk. Ze kan echter door wielrijdersafdëelin-
gen worden gesteund. Dan dient het leger te
worden, gevoed en van bruggen, telegraaf, tele
foon enz. te worden voorzien.
Het aantal verlof sof ficierea is den laatsten
tijd zeer sterk gestegen en overschrijdt dat der
beroepsluitenants.
Bij do mobilisaio begaven alle opgeroepenen
zich naar hun garnizoenen (slechts dc landweer
heeft geen garnizoen, daar geschiedde de mo
bilisatie op andere wijze.). Dat de spoorwegrege
lingen, vooraf getroffen, doeltreffend waren,
is gebleken. Een proef vooraf was onmogelijk,
doch de spoorwegen beschikten over voldoende
capaciteit.
Wat men overhoudt boven de organieke
sterkte wordt als reserve naar de depots gezon-
zonden.
Een leger kan leven ten koste van de streek
of levensmiddelen aanvoeren door den z.g. étap-
pendienst Het veldleger, dat voor het grootste
gedeelte zich in Noord-Brabant- bevindt, leeft
niet op de streek (die weinig opbrengt). Waar
het bekend was dat Rotterdam voor voorraden
en magazijnen, abattoir, bakkerijen enz. be
schikt, was het oog gevallen op Rotterdam. Het
bakken en slachten geschiedt te Rotterdam en
alies wordt dan per spoor aangevoerd. Tusschen
de verplegiugstreinen en de verder van de sta
tions verwijderde troepen zijn vrachtauto's en
verbouwde personen-auto's.
De liniën en stellingen zijn noodig omdat we
kans loopen door een overmaehtifeen vijand te
worden aangevallen. De versterkte stellingen
zijn natuurlijk vooraf gekozen.
Spr. wijst ten slotte op de groote kracht der
Hollandsche Waterlinie, ook al zijn de forten
niet van den laatsten tijd. De sterkte van zoo'n
linie ligt niet in de forten (zie België) doch in de
hindernissen, de onderwaterzettiDg. Ook België
heeft aan de onderwaterzetting té danken, dat
het nog niet geheel is bezet. Onze Hollandsche
waterlinie zal tot in het oneindige kunnen
stand houden.
De Noordzee beschermt ons land ten Westen.
Een verdedigde kunst is altijd zeer moeilijk te
bezetten. Bataljons infanterie en veldartillerie
zijn voor deze verdediging aangewezen. Hét
veldleger staat daarbuiten.
Een vijand uit het Oosten heeft eerst te doen
met ons veldleger, dan met de Hollandsche Wa
terlinie, dan met de provinciën Holland en ein
delijk met de stelling Amsterdameen vijand uit
het Westen: eerst met onze vloot, dan met onze
kust, dan met de provinciën Holland en einde
lijk met de stelling Amsterdam. Zoodra het
leger werd gemobiliseerd werden ook de liniën
en stellingen bezet.
Deze acht maanden zijn voor ons leger van
groot nut geweest en dat nut zal zich nog jaren
doen gevoelen. Terwijl de legers in oorlog ver
liezen lyden en met minderwaardige elementen
worden aangevuld, werd ons leger steeds ster
ker. Veel kon in acht maanden ongestoord wor
den tot stand gebracht., en ons leger is een
strijdmacht geworden van groote beteekenis,
dat is geen grootspraak doch een innig geloof
in de kracht van de Nederlandsehe verdediging.
De Nederlandsehe leeuw is geen circusleeuw,
doch een vrije woestijnleeuw .gereed om zijn
klauwen té slaan in de huid van den belager.
Bjj de marine zijn de zee-miliciens geoefend
en alle schepen in dienst.
Veel werd in de maatschappij ontwricht en
veel schade geleden in zaken en gezinsleven.
Levendig moet echter het besef zijn, dat die of
fers noodig waren en blijmoedig moeten ze wor
den gebracht. Voor verwoeste steden en bloed
vergieten bleven we in elk geval gespaard, en
we konden ons wijden aan werken van barm
hartigheid, waarvan de toekomst met lof zal
gewagen.
Eén van zin,' goed geoefend en uitgerust,
staat het leger daar.
Moge het blijven tot handhaving der onzij
digheid. Doch wordt het oorlog dan liever on
der de leus van Oranje te sneven tot den laatsten
man dan ons te krommen onder het juk van een
overweldiger!
DE KAASPRIJZEN.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft bepaald, dat de maximumprij
zen voor den verkoop van kaas, die voor de
maand Maart zijn vastgesteld, ook voor de
eerste helft van de maand April van toepas
sing zullen zijn.
EEN WAARSCHUWEND WOORD.
De «Soldaten-Courant» bevat „een waar
schuwend woord aan de kameraden", waarin
tot de militairen o.a. het volgende wordt
gezegd:
Kameraden! Heel Nederland is trotsch op
de wijze, waarop na een schitterend en goed
verloop van onze mobilisatie, leger en vloot
reeds 8 maanden lang hun plicht doen, hun
moeilijke en zoo ingespannen taak volbren
gen. Het moet u met rechtmatigen trots
vervullen, dat ons volk op zijn weermacht
ten volle tot in het uiterste vertrouwt en
daarvan gaarne bewijzen aflegt.
Past daarom met verdubbelde zorg op voor
gebeurtenissen, als de Utrechteehe straat-
relletjes, die zoo lichtelijk ontaarden kunnen
in gebeurtenissen, waarvan voor n en uwe
gezinnen de gevolgen niet zijn te overzien.
Laat u onder géén omstandigheid door een
troep straatscbuirners misbruiken voor rel
letjes, waarop die lieden 6teeds belust zijn.
Waakt met alle fierheid, die immers in
iederen soldaat is, tegen pogingen van een
binnenlandschen vijand, om uw soldatenrok
te bezoedelen met daden, waarover gij u la
ter zoudt te schamen hebben.
Gij, kameraden, hebt het in uw band om
te zorgen, dat op dezen tijd, waarin het om
de hoogste belangen van bet land gaat, later
met pleizier en voldoening kan worden te
ruggezien. Zelftucht en zelfdiscipline staan
het hoogst. Zij, evenals uw verantwoordelijk
heidsgevoel tegenover het land, moeten be
letten, dat gij u, in welke stemming dan ook
laat gebruiken voor straatkabaai, dat ge
woonlijk de inleiding tot ernstige ongere
geldheden vormt
Gij zijt daarvoor te goed en wii weten, dat
gij het vertrouwen uwer superieuren noch
het vertrouwen van het land zult beschamen.
Blijft dan steeds verre van hen, die u op
d-en' weg van wanorde willen brengen, ter
wij] het kleed, dat gij draagt, het teeken van
de grootst mogelijke orde isl
MINISTERS NAAR SPEENHOF.
De «Rotterdammer» spot als volgt:
„Sommige bladen vermeldden, met eenige
verwondering, dat bij het jubileum vau den
liedjes-zanger Speenhof ook enkele onzer
Ministers onder de feestgangers waren.
Dio verbazing is misplaatst.
Om het Ministerie-Heemskerk te doen
vallen werd alles, letterlijk alles mobiel ge
maakt.
In den bonten wir-war van bestrijders
ontwaai-den wij ook groote geesten als Tho-
niasvaar en Pieternel, ook Speenhof.
Hii dichtte en zong tegen de clericale bent,
dat het een lust was.
Speeuhoi' won.
Et bestonden alzoo oude banden.
Dat enkele der Miuisterieele dignitarissen
die banden niet verloochenden, maar nog
levendig gevoelden, mag dezen niet euvel
worden geduid, maar strekt hun veeleer tot
>9
eere
Alleen komt op die manier het „bevredi-
gings"-karakter, dat het ministerie zou be
zielen, wel wat in verdrukking..
Onmiddellijk: na het lezen van dit bericht
heb ik mij tot de te Turijn gevestigde Ver-
eeniging voor Dierenbescherming gewend
om inlichtingen en verder dezelfde vragen
gesteld aan een bekend Italiaansch ornitho
loog.
Mooht het blijken dat de vogels ditmaal nog
hun bestemming bereikten, dan rijst de
vraag: Wat zal er over eenige maanden van
hen worden, wanneer zij hun noordelijke ver
blijfplaateen weder trachten op te zoeken en
voor een keten van vuur en ontploffingen
komen te staan!
Mochten zij dan, door schrik bevangen, te-
rugkeeren naar zuidelijke landen, waar zij
overwinterden, dan is de ellende voor den
landbouw niet te overzien, „want zii zijn on
misbaar, die gdvederde helpers van den
landman!"
Velen verwaarloozen rugpijn, omdat zij
van meening zijn, dat het zwakte der rug
spieren is, ontstaan door overwerktheid. Zij
wachten dan, totdat de pijn vanzelf ver
dwijnt.
Maar als de pijn in den rug niet uit zich
zelf verdwijnt, weten wij, dat de pijn niet
uit den rug voortkomt, maar uit de nieren,
gelegen ter hoogte van de lendenen. Dit is
een waarschuwing en een ernstige waar
schuwing, want wanneer de nieren ver
zwakt zijn, geven zij aan de schadelijke
stoffen in het blóed gelegenheid om zich
door het lichaam te verspreiden. Deze scha
delijke stoffen veroorzaken ^pijn ia den rug
en de ledematen, zij kunnen de oorzaak
zijn van waterzucht en waterstoornissen, of
scherpe kristallen vormen in de spieren eü
gewrichten, de oorzaak van rheumatiek,
jicht, heupwee (ischias).
Begint daarom bij het eerste optreden van
verschijnselen als bovengenoemd met het ge
bruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen en
zonder uitstel, want hoe langer dc nieraan
doening verwaarloosd wordt, des te moeilij
ker valt het haar te genezen. Foster's Rug
pijn Nieren Pillen hergeven aan de nieren
haar gezondheid en werkzaamheid. Zij voe
ren de onzuiverheden af en nemen zoodoen
de de oorzaak van uw kwalen weg.
Te Haarlem verkrijgb. bij de boeren K.
v. Eden, Sp&arne 88, en J. J. Göppinger, Gr.
Houtstr, 147a. Toezending geschiedt fran
co ua ontvangst van
postwissel i 1.75 voor
één, of 10 voor zes
doezen. Eischt de echte
Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke doos,
dia niet voorzien is van
nevenstaand handelsmerk.
even schaarsch blijft. Ook bjj deze tijdelijke ver
kwikking- blyft dus in al z'n omvang waar, wat
pater Poiesz-, een missionaris van Curasao, in
het „Centrum schrijft 15 Maart 1.1.: „Een droog
jaar in Curasao, dat beteekent: maand in
maand uit een ondragelijke hitte, die men-
schen en dieren afmartelt en verzwakt. Een
droog jaar dat beteekent: gebrek aan versche
groenten en vruchten, gebrek aan drinkwater
en zelfs aan waschwater. Een droog jaar dat
beteekent: een mislukking van den oogst. Geen
rnais voor de menschen, geen voedsel voor de
dieren. Een droog jaar dat beteekent: een ver
dubbeling van het aantal zieken en dooden."
Mochten er dus nog milddadige menschen
zijn, tot wio onze noodkreet nog niet ia door
gedrongen, en die hetzij door een gift, hetzij
door medewerking in ons liefdewerk in den
heerschenden nood wenschen te hulp te komen,
met een dankbaar hart zal alles aanvaard wor
den door
Pater VAN DEN TEMPEL,
Directeur van den Dominieus Penning,
Dominicanenklooster te ZWOLLE.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
De oorlog en de vogels'. Een der treu
rige gevolgen van over een groot deel van
Europa woedenden oorlog, waaraan, vreemd
genoeg, tot due verre nog geen of althans
weinig aandacht wordt gewijd, is schrijft
de heer T. Vorstius, voorzitter der Sophia-
Vereenigihg tot bescherming van Dieren te
Amsterdam de toestand der voor den
landbouw onmisbare trekvogels.
Hebben de zwaluwen en andere trekvogels
op het einde van den herfst hun gewone
route kunnen volgen, en hebben zii dus hun
bestemmingen kunnen bereiken, of is hun
trek onderbroken, toen zij de vuurliniën der
strijdende legers naderden!
Zijn wij door het voortdurend gedonder
van het gesehut en de hevige ontploffingen
van mijnen en bommen, vuurzeen van bran
dende steden en dorpen, verschrikt, ten deele
verongelukt of waar zijn zij gebleven!
Een Italiaansche courant, Le Domenica
del Corriere, van 1724 Januari, schrijft
daaromtrent bet volgende:
„Men heeft een vreemd verschijnsel waar
genomen in de landen waar de oorlog woedt
en wél het volkomen ontbreken van den
na j a ars-vogelt rek.
Het schijnt dat het donderend geweld,
zonder ophouden over de slagvelden klin
kende, ze heeft verschrikt en de trekdvift
heeft verlamd, ze terugdrijvende of vasthou
dende in de noordelijke en bergachtige stre
ken, die zij anders gewend zij n^ te verlaten
bij het naderen van den winter.
DANK BETTJIQING VOOR HET LEDIGEN
VAN DEN HONGERSNOOD OP CURASAO.
Met groote voldoening komen wij dank zeg-
geen, ook namens de arme bevolking van het
zwaar geteisterde Curasao, aan allen, dn- door
hun aalmoezén en giften zoo liefdevol onzen
armen medemensch hebben bij gestaan. Wij war#n
ontroerd, als wy tusschen do ruimere giften
van de meergegoeden, ook het penninkje van do
arme weduwe, de zuur verdiende penningen
van de eerlijken werkman, de spaarcenten van
kinderen en eenvoudige dienstboden zagen. Die
zelf arm zijn weten zoo goed wat het is armoede
lijden. God zegene hen allen.
Het was niet doenlijk, al die kleinere en
groote giften, die ons van alle zijden toestroom
den, afzonderlijk te vermelden; doch het zal TJ
allen een voldoening zijn te vernemen, dat wy
een som van ongeveer twee duizend gulden
verzameld hebben en reeds naar de arme men
schen verzonden hebben. Bovendien hebben zich 1
verscheidene personen bij ons aangegeven, die
blijvend voor het arme Curacao willen werk
zaam zijn, door als Zelateur of Zelatrice op te
treden in het liefdewerk genaamd „de Sint
Dominieus penning," dat, voor de behoeftige
Ouracaosche kolonie in ons klooster is opge
richt. Aan allen onzen hartelijken dank.
Verleden wêek vernamen wij het zoo verblij
dend bericht, dat eindelijk verkwikkende regens
op den dorren bodem van Curacao zijn neerge
vallen. Dit is een zegen, daar nu de arme men
schen weer goed drinkwater kunnen bekomen
en er dan ook spoedig wat gras groeit voor
do uitgehongerde dieren- Doch de tijd voor
zaaien en oogsten is voorbij, daar zulks hoofd
zakelijk in October en November moet ge
schieden, zoodat ook bij deze regens bet voedsel
voor de negermensclien, hoofdzakelijk rnais,
Vr Ik 'heb een jongen hond van 8 maan
den, die zeer zwak op zijn achterpooten ie,
zoodat hy er haast niet op staan kan, en
ze vreemd nederzet. Is het een browje van de
hondenziekte, ja of neen, en wat kan ik er
aan doen, buiten den veearts om?
Antw. Geen hondeuziekte. Wrijf de ach
terpooten flink mëf slaolie.
V r. Ik ben in betrekking voor dag en
nacht en ontvang mijn loon per maand. Hoe
lang is de opzeg-termijn?
Antw. Een maand.
Vr. In een recept voor haargroei komt
voor Spaansehe vliegen-tinctuur; misschien
weet u wel waaruit dit bestaat of waar het
te krijgen ie! Het ie den drogist onbekend.
Antw. Ons ook.
Vr. Iemand trekt van de Ongevallenver
zekering en komt te overlijden. Heeft zijn
vrouw nog aanspraak op peneioen van de
Ongevallenverzekering?
Antw. Neen.
V r. Hoeveel K.M. bedraagt de afstand van
den Bosch naar Helmond?
Antw. Ongeveer 45 K.M.
V r. Als ik met mijn vrouw naar België
wil, moeten wij beiden dan een pas hebben!
Wat kost een pas en waar is die te krijgen!
Antw. Beiden hebben een pas noodig-, die
ongeveer 7 gld. per stuk kosten en bij het
Duitsehe consulaat-generaal te Amsterdam
verkrijgbaar zijn.
r. Als men een meid of knecht gehuurd
heeft van Mei tot Mei, met hoeveel tijd mag
men ze dan opzeggen in den boerenstand?
Antw. Drie maanden te voren.
Vr. Als men een knecht gehuurd heeft in
het bollenbedrijf voor een jaar vast, en men
wil dezen knecht niet zoolang houden, kan
men hem dan opzeggen en met hoeveel tijd?
Per week wordt bij betaald.
Aiitw. Drie maanden.
V r. Mijn zoon heeft zich tegen April als
knedbt -verhuurd. Nu heeft men wegens fa
milieomstandigheden van den patroon het
U Donderdag afgezegd. Heeft mijn zoon nu
recht op schadevergoeding! Hij was bij- de
week gehuurd.
Antw. Ben week loon als schadevergoe
ding.
V r. Ik ben 16 jaar ond en zou gaarne een
plaats willen hebben op een zeeboot. om
opgeleid te worden tot hofmeester. Tot wien
moet ik mij in deze wenden?
Antw;.Tot de directie van eon of andere
Stoomvaartmaatschappij, b.v. de Kon. Lloyd
te Amsterdam.
V r. Mijn dochter dient reeds zeven we
ken in Amsterdam. Zij is per week gehuurd.
Reeds drie weken loopt zij naar het Gast
huis met een gebrek aan haar keel. Ze be
taalt zelf de medicijnen. Moet haar mevrouw
die eigenlijk niet betalen?
Antw. Neen.
V r. Mag iemand, die mij tegen Paschen
een aantal eieren levert, waarvoor ik bet
heele jaar wekelijks contributie betaald heb,
dit aantal verminderen wegens de tijdsom
standigheden?
Antw. Ja.
V r. Hoe kan men vlekken van hectograaf-
inkt uit een wollen pak verwijderen?
Antw. Dat zal vrijwel onmogelijk zijn.
Doch probeer het eens met verdund zout
zuur.
V r. Wat is de kortste en beste weg per
fiets van Liese naar Nijmegen?
A n t w. Lisse, Leiden, Alphen, Woerden,
Montfooi-t, Uselstein, Vianen, Cnlemborg,
T'hiel, Oehten, Dodewaard, Slijk-Efijk, Lent,
Nijmegen.
Antw. Kunt u mij ook zeggen waar Ik
mij vervoegen moet, om nis conducteur aan
de Hollandsche Spoor te komen? Hoe oud
moet ik daarvoor zijn?
V r. Ik (heb duizenden mieren door
geheele buis. Hoe kan ik die het best
wijderen?
Antw. Ge moet zoeken waar de neM®1)
zijn. En dan die uitroeien met petrolents»
kokend water.
V r. Mijn huurder heeft van de mobUle^.
af geen cent huur betaald. Ik hel een
van onvermogen. Hi1 is door den recb^
veroordeeld de schade en de onkosten te
talen en binnen een bepaalden tijd het b'1'*
te ontruimen, andere wordt hij er uitge®8!'
Wanneer hij nu de oukosten niet bet»»'*1
ben ik dan verplicht het te betalen? Zoo
hoeveel kunnen die onkosten bed ragen 1
Antw. Erg goed begrijpen we uw vr»8*
niet. Als die huurder is veroordeeld tot H
taling van schade en onkosten, dan behaal
u die zeker niet te betalen.
V r. over slijmpillen van P. v. d. W.
Heemstede.
Antw. Dergelijke adressen verstrekk®1
wij niet in de Vragenbus.
R, K. VOLKSBOND.
Da vergadering van den Centraleu Réi^l
van den R. K. Volksbond zal te Delft 8$
houden worden op Zondag 30 Mei.
Z. D. H, de Bisschop van Haarlem hee'1:
eervol ontslag verleend als assistent te Wee^fj
aan den Weleerw. heer J. J. Brouwer,
heeft als zoodanig benoemd den Weleer*''
heer G. A. M. Verhoeven (6 Augustus 1'-
priester gewijd). Beide eerw. heeren z^'i
priesters van het Aartsbisdom Utrecht. 1
PASTOOR H. VAN DER VELDEN t-
In het ziekenhuis te Puiflijk i3 overled{r
de Zeereerw. heer H. van der Velden, p^j
toor te Bergkaren.
Het Heilige feest van Paschen, waarnaar tf',
allen al zoo lang hebt uitgezien, is aangebroka8
ofschoon het dit jaar geen feest van groo^
vreugde kan worden, nu door den oorlog z00
veel huisgezinnen in rouw gedompeld zijn
w« ons niet ook over opstanding uit de ellen'?
van den oorlog kunnen verheugen. Maar W
kerkelijk feest is aangebroken en behalve, d8'
ge dit hebt aangekondigd gezien in de liturfP*
der Kerk en buiten in de natuur, waar alles
opgestaan tot nieuwen bloei en nieuw leve"':
hebt ge dit nog op een heel eigenaardige b'8'
nier kunnen zien in de uitstallingen d8?
banketbakkerswinkels. Ik wed, dat menige8'
onder u met begeerige blikken heeft gekek8?.
naar die eieren van suiker, van chocolade 8
marsepein.
Hoe komen wij nu aan dio tractatie van "'I
paascheieren? Gelijk nog meer andere heide11'
sehe gebruiken, heeft de H. Kerk ook dit
bruik verchristelijkt en heeft het ei, waar"1
op zoo geheimzinnige wijze een levend
voortkomt en dat bij de heidenen dus als
zinnebeeld der schepping gold, verheven <0,
een symbool van den Verlosser, die uit h8
graf tot het leven opstond, opdat allen dip a8"
Hem gelooven, uit het graf der zonde tot e8"j
nieuw leven zouden opstaan.
Zoo kreeg de gewoonte om elkander in 8
lentf eieren ten geschenke te geven, eei>\
nieuwe beteekenis en dientengevolge werd8
de eieren van toen af versierd met de beelteb
van een engel of van een lam met vaantr
Tegelijk verfde men de eieren rood of gro"8'
waardoor zoowel de vreugde als de hoep sy^'i
bolisch tot uitdrukking werd gebracht. Nu
langzamerhand het diepzinnig gebruik om 8
kander met Paschen echte eieren te schenk8')
verbasterd in het verkoopen van eieren v8
stjiker of dergelijke, en ook de beschildering!
heelemaal afgeweken van de bedoeling, die
H. Kerk er mee gehad heeft. Daarom heb
u de beteekenis der Paascheieren nog c®8-
willen uiteenzetten en wenscb u allen hierv
een zalig Paaechfeest!
OPLOSSINGEN.
1. Beschuiten Galappels.
2. Kan KaT Kas Kat Kaf-
8. Kar El Karei.
4. Den Spar Eik Linde
NIEUWE OPGAVEN. J
1. Mjjn eerste is guur; mijn tweede O j|
myn geheel is een menschhoe rijmt ge 8
2. Mijn geheel bestaat, uit acht letters I
is in den laatsten tijd veel verbeterd.
4, 2, 8, 1 is een groot gebouw.
1, 6, 8 is een vervoermiddel.
7, 2, 4 is een lichaamsdeel.
5, 0,1 vindt men in elk kleedingstuk.
DE RAADSELREDAOTEC1 I
leen tegen de vreemdelingen zou behoeven
te strijden.
Tot Lyon hadden wij een zeer voorspoedige
reis, maar toen wij verder kwamen, werden
wij vijf of zesmaal aangehouden door ben
den gewapenden, die nu eens tot de regee-
ringstroepen behoorden, dan weer tot de com
pagnieën van Jéhu, welke de kasteelen plun
deren, de dorpen schatting opleggen, de di-
ligcncen aanvallen en soms de reizigers ver
moorden als zij weerstand bieden, onder al
lerlei voorwendsels, maar in werkelijkheid
alleen om zich meester te maken van ibnn
beurzen en de voorwerpen van waarde, die
zü in hun bagage hebben.
Het is met hen zooals met de Chouans
In Bretagne, die ook langzamerhand tot roo-
verbenden zijn vervallen.
In den omtrek van Valence, toen wij door
een nanwen bergpas gingen, moesten wij van
onze vuurwapens gebruik maken, om den
weg schoon te vegen van eenige struikroo-
■vers, die op ons afkwamen en niet veel goeds
in den zin hadden.
Wij schoten onze pistolen af» terwijl de
koetsier zijn paarden in galop zette en zoo
ontkwamen wij hun, zonder dat aan onze
zijde iemand werd gedeerd; maar mijn reis
genoot bemerkte later, dat bij er nog goed
afgekomen was, want een kogel van de ban
dieten had zijn hoed doorboord.
Een paar vingersbreed lager, en bij non
dood geweest zijn.
Nu ziet ge, zeide ik tot hem, dat er aan
de grenzen niet meer gevaar is dan in het
hart van ons ongelukkig land.
Te Avignon moesten wij elkaar verlaten.
Hij drong er op aan, dat ik de gastvrijheid
ontving bij zijn tante, die gelukkig herstel
lende was en hem met veel hartelijkheid ont
ving; iu haar huis heb ik een nacht geslapen.
Zij woont tegenover het kasteel des Pausen
in een lief landhuisje, met een prachtigen
tuin omgeven, waar zij haar best doet otu
onopgemerkt te blijven, hetgeen in dezen tijd
maar het verstandigste ie.
Den volgenden morgen bracht Trémblay
mij naar het posthuis, -waar hij afscheid van
mij nam en de hoop uitsprak mij nog eens
te zullen weerzien.
Van Avignon naar Nice moest ik door een
bergachtig land trekken, met schilderachtige
dalen.
Ik maakte nu weer gebruik van ^postpaar
den, omdat het reizen te paard mij toch op
den duur beter bevalt dan in een rijtuig.
In de kleine steden en dorpen, waar ik
doorreed, heersdhte nogal eenige opgewon
denheid onder de bevolking en menigmaal
zag men samenscholingen op do openbare
pleinen; maar op het land was het rustig ep
ik heb geen onaangename ontmoetingen meer
gehad.
I rijs tot hier door.
Na een vlakte, begroeid met olijven en
eitroenboomeu te zijn doorgetrokken, kwam
ik te Nice aan.
De omgeving is hier grootech van natuur
schoon en het panorama, dat zich aan mijn
oogeu voordeed, toen ik mijn eersten blik
liet gaau over de onmetelijke, blauwe Mid-
dellandsche Zee, zal mij onvergetelijk blijven.
Té Nice oudervond ik een teleurstelling,
i Generaal Bonaparte was naar de grens van
Piëmont getrokken, waar hij lag tegenover
het Oostem-ijksche leger onder bevel van
generaal De Merey-Argeiiteau.
j Hij en Messéna staan onder opperbevel
van generaal Dumerbion.
Ik wist niet, hoe ik hem zou moeten vin
den. Gelukkig ontmoette ik twee artillerie-
officiereu, die Nice verlieten om ziek bij hem
te voegen. Ik vertrok met hen.
1 Toen wij aan de grens kwamen, na een
moeilijken tocht door het gebergte, waar wij
oris meermalen een weg door het struikge
was moesten banen, waren de krijgsoperaties
bijna geëindigd.
j Het Oostenrijkeoho leger had gevoelige
nederlagen geleden.
Ik vond generaal Bonaparte om 10 uur
'6 avonds in een vervallen landhuisje op den
top van ten berg, van waar men den gehee-
leu omtrek kon overzien.
zat te werken, bij het licht van een half do
zijn kaarsen, voor kaarten, die uitgerold wa
ren op een geïmproviseerde tafel, gevormd
door planken en schragen, gaf ik hem den
brief, waarmede Barras mij bij hem aan
beval.
Terwijl hij las, had ik den tijd hem eene
goed op te nemen.
Nooit zal ik den indruk vergeten, dien
dat gezicht met Roineiusdbe trekken op mij
maakte.
Zijn wenkbrauwen waren gefronst, zijn
lippen vast op elkaar geklemd, zijn gelaats
kleur is mastbleek, terwijl het gelaat zelf
baardeloos is, ofschoon nu met stoppels be
groeid, want ih dezen bergoorlog is weinig
gelegenheid om het uiterlijk te verzorgen,
wat ook merkbaar is aan zijn generaalsuni
form, dat versleten is en op verscheidene
plaatsen zelfs gescheurd. Zijn voorhoofd ie
breed en een lok van zijn zwart haar valt er
overheen, maar den diepeten indruk van al- J
les maken zijn oogen: vurige, zwarte oogen,
die duidelijk de onverzettelijke wilskracht
uitdrukken, welke er heerscht in di© kleine,
ineengedrongen gestalte.
Toen hij den brief had uitgelezen, keek hii
mij aan met zijn oogen, die tot-in mijn diep
ste binnenste doordrongen en vroeg kortaf:
Is dat alles, wat gij bü u hebt?
Neen, generaal, ik heb nog een brief
eu papieren, die ik u moest geven.
ji|
Hij maakte een handgebaar.
Zijn officieren gingen heen.
De deur werd achter hem gesloten.
Wij waren alleen.
Hij las den tweeden brief van Barras
aandacht. Deze luidde:
„Generaal!
„Gij twijfelt met aan myn goede bedoel*™
gen omtrent n en aan den wensch, dien
heb uw bevordering in de hand te werk01!
Ik stel uw verdiensten op boogen prijs 6
ik ben toegedaan aan hen, die mii aanban,
kelijkheid toonen. In vertrouwen waarschu.
ik u, dat weldra uw tegenwoordigheid
Parijs tegelijkertijd nuttig zal zijn voor u
de natie, ik voorzie nieuwe ongeregeld'';
den en ik twijfel er niet aan of men K,
daarbij behoefte hebben aan een jong
zaam en bekwaam officier om de orde
herstellen en te handhaven, gü bezit al d
eigenschappen en nog veel meer, die de j -
komst u helpen zal in het. licht te ste'1
gij kunt rekenen op mijn vriendschap eaj
veroorloof mij u den raad te geven geb» y
te maken van de gelegenheid, door een
kn terugkeer daarheen; ik heb daar
bij te voegen, want gij behoort tot oe
verstaanders, die slechte een half woord
dig hebben.
Uw vriend, jj.
(Wordt vervol®**^