NIEUWE HAHRlEMSCHE COURANT d™>e,blad Karpetten JGewroken. DE OORLOG P. J. JANSSEN legsng h. Warmoesstr. Goedkoopst adres. d« krt-i ««rt» FEUILLETON EOi^D DË LiiüRÖIË "^BINNENLAND *Y»n onzen Brusselsehen correspondent) HP T'lCCTA Mn EM SiEl Cl F* maal niet te ontkomen is, het vaderland het spoorweg- en scheepvaartmateriaal zijn aan- I ÜL3 I rtllü 111 DE.L0EË, beste kan en moet worden gediend. gevoerd. Met het oog op het offensief wordt dit spoorwegmateriaal verzameld en een Op het „Generaal Gouvernement" is men Britsch-Franseh-Belgische commissie is be- BRUSSEL, 27 Maart 1915. druk bezig met de samenstelling der lijsten noemd om te werken aan de Belgische, W*. bier en daar wel verwondering zal van de Belgen, die op den gestelden termijn Luxemburgsche en Elzas-Lotharingi^che bokken is het feit dat door de Duitsche mi niet in het vaderland zijn teruggekeerd en spoorwegplannen. litfir„ q 1 ln" i,„t tienvoudige van hun pereoueele be- Tegenover dit alles kan Duitschland niets daten I I VU„ S v2 Y+0i~ filltiig znllen tè be?alen hebben. Ik hoop go- stellen. Zijn ruime hulpmiddelen aan soMa- wor.len georganiseerd. Het is opmerkelijk legenheid te vinden, hier nog nadere mede- j ten, officieren, materiaal en mumtie ïgtop lioe omlnnto ï.r.f Anrinffctnm„u eiJvoiijK d ];ngea over te verstrekken. groote schaal verkwist in de Ihoop zijn teBen de oorlogsbijkomstigheden, waarover^"eel 111 het gebied' dat,dc duitschers ^"en, standers te vernietigen onder^den masMr ®eschreven is on vei-'mi„,ri-1 a f wordt overigens, volgens de Haagsche be- aanval. Zij zijn thans nauwelijks voldoende gezormi wordt voor I 1 Kwekkende wijze a]ingen do belasting geheven als voorheen.sterk voor het defensief. Ieder verder sta- laZiS 6 geeStel,jke Ülltwlkke- De belasting, welke in 1914 door de BelgiJdium van den oorlog zal leiden tot een regeeering geheven werd, bedroeg 807 boord te brengen. Als de laatste mand kolen aan boord is, slaakt de kapitein een diepen zucht van be vrijding. ^g der militairen. Eu men behoeft in den avond maar even drnnt® te gaan in een der zalen, waar voor- j.jh .'teu gegeven worden, of onmiddellijk diP èe de 'ndruk vast, dat al die soldaten, ben o? ®OWOueu dag achter den rug heb- g 01 Ul.trusten en van hunue verwondin- millioen. Zooals bekend, is ons Belgische belastingstelsel gebaseerd op dat van liet Fransche: de indirecte belasting wordt ten gunste der directe in de hoogte gedreven. Een inkomstenbelasting ontbreekt geheel en al. De grondbelasting is het hoogste en genezing zoeken en ook de talrijke he- 1-r\ ambten, die, do regeeringsmachine weer op* bedroeg- voor 1914 30.4 millioen. De personeele Sang moeten brengen, met de grootste be- belasting bracht 27.3 millioen op. Oe oweii Jaartelling en weetgierigheid, kennis en ruigheid van deze cijfers springt dmde uk Wetenschap over do meest uiteealoopendo ïn w "nir F.v«n dmdelnk echter is het, - >en willen meedoen, cf n b^ven zij op de hoogte van de vraag den we^ke de Steele wereld bezig liou- Eu het zijn niet de eersten de besten, welke aordrachten komen geven! Ik wil slechts aaien noemen als die van den koloniaal- '^toricuy professor Ra tl men uit Hamburg. ei1 den zoon van den gouverneur-generaal van professor Von Bissing, uit Miinchen, die r'e buiten-Europeesehe verhoudingen behan delden on met de soldaten een tocht onder namen naar Egypte en naar het Cougo-ge- bied. ür. antig, li(] van de politieke afdee- Eeneraal Gouvernement, voerde in het oog. Even duidelijk eehter het geen kleinigheid moet wezen om in net bezette gebied de financieel© zaken e ïege- len en naar wenseh op te lossen. Deze brief heeft ons niet bereikt. Redactie. DE OORLOG VAN FRANSCH STANDPUNT BEKEKEN. De Fransche generale staf publiceert een 1M* verblijf hield en zich kon jvertnis... voorearat. worit sez.gih dat .het oorapron- ■jjt spel de ontwikkeling in Japan een kooge graad bereikt heeft. n-( aa^t deze voordrachten zijn het mnziek- ityoeringen, welke de sooldaten in liun jijen tijd afwisseling brengen. Dat Brussel lerin niet alleen staat, mocht ik hooren O iemand, die uit Namen terugkeerde en kelijk plan van den Duitscben generalen. staf om door een overweldigenden aanval Frankrijk binnen een. maand te vernietigen, volkomen mislukte. Het stnk, dat wij 'bier onpartüdighedds. halve weergeven, gaal dan als volgt voort: „Behalve de mislukking van het alge- UHJ till/ ii alilcll vBl U^bCvIUv vil I 11 T\ i t i - J .1 f lde, dat Brussel daaraan een voorbeeld meene Plan leed Duitschland zeven neder- kau nemen! Hiermee bedoelde hij in hoofd, van groote beteekems. n.l. voor Nan- z,|ak <je bergers. Namen komen <le inwoners tot de over- cy, Parijs, de mislukte pogingen tot omsin geling in Augustus en November, een mis- ^iS'ug, dat zij goede vaderlanders kunnen lukte poging om door bet centrum te bre- bied en toch deelnemen aau wat op 't ge- van kunst, geboden wordt! ken in September, een mislukten kustaan- v-al op Calais en ten slotte Yperen. Zoo gelukte het het Duitselie leger, hoe In een Vorigen brief schreef ik reeds over! mac«ig en moedig Jet moge °P ue pogingen van den kant van het Generaal- i enk°l Puut voordeel te behalen en ls net ge- Oouvernement, SSSJ d™ngeu na 6 maanden oorlogvoeren terug aangewend om den land ren*) V°° de groententeelt te bevorde- te trekken in een tempo, dat zou kunnen worden verhaast' door Russische overwin ningen, terwijl de noodzakelijkheid van dien De. genomen i ki bereids terugtocht een uitgemaakte zaak is. Koede resultaten opgeleverd en niet genoeg] Aan den anderen kant behaalde Frankrijk -mn worden geprezen dat de meeste land-;®*® overwinning aan de_ Marne. bevestigd bouwers de noodzak ulw-iheid inzagen en ge- door do overwinning in Vlaanderen, en bebben om de maatregéleu door doemde bet een onbewegelüken scheiifcmuur Euitschers Tcm uers nangewezen, te helpen uitvoeren. I ^gen. de kradhtigste bia-il r vr°1'dt aangedrongen om nog meer de krngshis one t er - j Brt h!l»ltende gronden aan het welzijn van I Frankrijk zal zijn aanval doen in den t«d n dienstbaar te maken. Zao knnneoi al- dien liet daarvoor goed aeht, wanneei al e 'i in Henegouwen biiv. nog 1300 HA. wor-1 noodzakelijke middelen zullen zun veree- bebouwd >sd. De Duitechers bü Yperen moeten lede- d;2r gaan stiminen op om deze gronden on- rou da« betalen y^r een offensief werkeloozen te verdeden en hun bet be- dat onvoldoende m voorbereid. Frankrijk '"«do voor de bebouwing te verschaffen vegt 1 dat het Britóehe leger bekwame leiding uit deu bodem «.W w o M en dat het aantal troe_ «u wat er uit te halen lis. Zelfs wordt aracnug rs veis „.ooefemi. 5n H9 dwangmaatregelen aaïïedroZ? penj dat in Engeland wordt geoefend zeer S. «root i«. D. Bel«hd» 2?bten ,.^„iI zijn hersteld en ten slotte bluft Kusianu eeu ook -, -ven weigeren hulp te verleenen. pnu uc™.reiu der hoofdgedachten hierbij is, dat het reusachtige reserve van reeruten samentrek v^.yoor een zeker deel der Belgische he- J®?;, daar het tot nu toe slechts 5 procent CnVi'11* allernoodzakelijkst is hen te onir beeft gebruikt. °n aau een verderfelijk niets-doen. Dei Daarom heeft dus het FranscheHegerbe x '°g, zoo wordt terecht gezegd, ruae geen Keen haast. Het wacht het gunstige oogen- >rwendsel worden voor de lu aards Zij blik af. Frankrijk is superieur hoven bunu hun vaderland ook did Duitschland wegens de uitputting van het dan aan het front! Wat vooral hierin Duitsche leger in alle opzichten. ■•eotaat, dat zij fcelnnn i Fen groote voorname reden van Irank- andschen bodem voedsel te onttrekken voorrijk's superioriteit is de Fransche artillerie, feit"f? luedebevolking. Want het is een terw.jl de Dmteche infanterie zwaie verlie- ,dat zjch uiet enkel huiten België Bel- on leed door d© diehte formati^ Sommige bevinden, die hun geteisterd vaderland Durtsdh© verliezen bedroegen het dubbele «ok lz°ven bunnen zijn. Zij bevinden zich de Fransche. Duitschland zal in de toe- dert<dnK I"01' in België'zelf al is da meer- kornet, tengevolge van de Oostenruksche ne- ul der zeir.' al -ls. mee-r derlagen, verplicht zijn steeds zijn troepen macht tegen Rusland te versterken gegeven omstandl'T"* overtuigd hoe in de derlagen g'Kleden, waaraan nu een- Het aantal Duitschers, die tegenover Frankrijk 6taanrzal daarom steeds afnemen. Daarbij is er een voortdurende achteruit gang in de Duitsche officieren, soldaten, materiaal en het moreel, terwijl de Fran sche positie in dit opzicht steeds verbetert en de Fransche versterkingen thans worden geoefend met (het oog op een zegevierend offensief. De voorraden munitie cn levens middelen en de transporten nemen dagelijks toe. Belangrijke voorraden telegrafisch-, ll)Inbedt zijn* °°k uiet anders dan een ge- J^ten Jeanne ging zy V(K)rt. kl(;,h^zulIen uw huwelijk by wonen, mar- tee' ?l zou men er ons ook voor in La «eg^- n bbaye ®P®^ulten ea om het hoofd welken dag en welk uur is d« ia- Pl®rr? Naald! t bk zal (Woordde: ©en eer ea ^«n waarschuwen en het mij if u heen „N geluk rekenen, wanneer tij®, °nz« vooi-zteo? «beiden. Gij z«t zooveel 3d ooodig hehk €*d en wb zullen u al- tgewekene w .a* De bruidegom il» «en i®u zoo „p'|.,K?.zieh moet verbergen en bij *0n brijgea, B zijn, wanneer hij gratie £e.. mij verlaat' verdriet doen, wanneer miJQ uiterste k'raeh?«ne-' maar 40011 zal ik - ,7" Neen, ik yal n .,nsPannen. ^bn echtgenoot vrc -n,et veidaten> voordat 'Oor ons zb 's en er betere dagen 'k hem sleei^ nu" en 'j°ke"' T?1 zoolang zal *aaii bezoeker m u ,u zun acbuilplaats e zot ken om hen, troost te geven en mijn zorgen aan hem te wijden, als ge het my vergunt. Ik hoop dat de burger Barras goedgunstig over ons zal deuken. Annette boog zich over haar vriendin heen, legde haar blanke hand op haar schou der en zeide tot ihaar: De arme man heeft veel te deen op het oogenblik, hij heeft met allerlei moei lijkheden te kampen, maar ik zal een goed woord voor u doen, zoodra het oogenbiik gunstig is en gij zult hebben wat gij wenseh t. Mijn lieve Jeanne, droog uw tranen. De gratie voor uw echtgenoot, dat zal mijn hu welijksgeschenk zijn. XII. DE VUURDOOP. i i -1, fBr'vt'wicseliug). Jean de Tremazan aan Pierre Lasson. fviee, -0 endimiaire (September-October) van bftt jaar XIX dor ©on on on- deelbaar. Mijn waarde Pierre! Ik heb niet zonder moeite het doel van mijn reis bereikt, Vendimiaire, jaar III der Republiek, een en ondeelbaar; bet is me, als of ik op ©en andere planeet ben, waarheen bovennatuurlijke machten mij gedurende mijn slaap hebben heengevoerd, vv aar is ons li-eeuwen oude Frankrijk met ver mindering van de algemeene waarde van de Duitsche legers, terwijl Frankrijk, dat in Augustus overvallen werd door eeu wel overwogen aanval, dan den oorlog in waar heid zal beginnen met al zijn krachten." HOE DE'«KAIÏLSRUHE» AAN KOLEN KWAM. Otto von Gottberg vertelt: Na het uitbreken van den oorlog had de Karlsruhe den hulpkruiser Kroonprinz Wil helm uitgerust, was daarbij echter gestoord door een Engelsehen kruiser en ging nu al leen verder, om den Engelechman van den hulpkruiser af te leiden. Hij zette koers naai de Amerikaansche kust, waar de comman dant de hoognoodige olie en kolen hoopt in te slaan. Van verschillende kanten dagen echter vijandelijke schepen op. Met alle in spanning weet de Karlsruhe zich eerst in vei ligheid te brengen. De toestand is eehter wanhopig, omdat de kolen snel opraken. Er breken pijnigende uren aan voor de zenuwen van den commandant. Om brand stof te sparen, moet hij den rechten weg naar Portorico kiezen, die door de Engel- schen bewaakt werd. In alle richtingen sei nen de vijandelijke 6chepen elkaar zijn aan wezigheid toe. Komt hij een vijand tegen, dan ontbreken bem de kolen zoowel tot aan val als tot vludht, moet zijn schip hulpeloos in elkaar laten schieten. Op een Zondag komt hij met leeggeveegde hunkers zonder een stuk kolen zoo groot als een ei in San Juan aan. Hoe daar op Zondag werklieden en kolen te vinden? De havenkapitein, een zee-officier, kan tenslotte een kleine hoe veelheid bezorgen. Juist is de manschap bezig de kostbare sebat aan boord te brengen, als bet bericht komt; buiten zijn twee vijandelijke pantser- la-uisere. De nacht komt en het is pikzwart op de zee. De Karlsruhe sluipt uit de haven. Binnen de driemijlengrens stuurt de comman dant zijn schip langs de kust tol aan den Oosthoek van Portorico en van daaruit kiest hij de volle zee door een doolhof van klip pen, waarop tallooze schepen zijn vergaan. Met vertrouwen op zijn goed geluk volbrengt hij de vermetele daad van een gelukskind. Juist als hij de gevaarlijke klippen nadert, breekt de maan door. Opnieuw begint d© jacht naar kolen. Op den weg naar St. Thomas liggen de Eugel- echen. Hij wil zijn geluk in Curacao beproe ven. Den 12en Augustus ligt het kale eiland met de vriendelijke speelgoedbuisjes voor hem. De toegang tot de haven is met een ketting gesloten, Door de luiken van oud- Frankiselie forten steken kanonnen hun hals ifaar buiten en in de branding liggen twee kanonneerbooten gereed voor het gevecht. K.oehler heeft geen vermoeden tegen wie deze oorlogstoebereidselen bedoeld zijn. Kalm bijseht hij de loodsvlag en roept hij den com mandant van de kanonneerboot aan. Deze geeft den raad, zich zoo spoedig mogelijk uit d© voeten te maken, daar Nederland Duitschland den oorlog heeft verklaard, om dat Duitsche troepen zijn grenzen overschre den hebben. Koehler laat zich echter niet uit het veld slaan. ..Wie heeft u dat wijs ge maakt", vraagt hij. Wij hebben het bericht over do Ftadsodo Kobol. Luid lu* chend verklaart Koehler dat hij met zijn persoon borg wil staan voor de onjuistheid van het bericht, want hü weet dat hij kolen moet krijgen of sterven. Na lange onderhandelingen met ambtena ren en officieren, gaat de ketting voor de haven naar beneden- De Karlsruhe vaart door twee rijen lage huisjes en wordt vast- gemeerd. De commandant gaat aan wal, hij krijgt gedaan dat Dij kolen mag koopen. Er moet haast gemaakt worden, want ieder oogenblik keeren de Hollanders weer terug tot het geloof, dat de volgende minuut hun een telegram van de Regeering zal brengen met het ambtelijk bevel van mobilisatie. Daarom treft het goed dat dicht bii 't schip een van Zuid-Amerika naar New-York op weg zijnde Amerikaansche stoomboot ligt. Bijna een dozijn Duitsche reserve-officieren op w-eg naar het vaderland zijn daar aan boord. In hun witte linnen of flanellen reis pakken helpen ze mee om de kolen nan zijn wetten, zijn zeden en gebruiken 1 -Welke toekomst gaan wij tegemoet? Waar toe al die woelingen en die verwoestingen? In de natuur schijnt toch niets veranderd te zijn en naarmate men zich van Parijs verwijdert, vindt men meer en meer de meu- schen en de toestanden zooals zü geweest moeten zijn vóór1 de gebeurtenissen, die er zijn afgespeeld in zoo korten tijd en die ons toch zoo onnoemelijk voel leed berokkend hebben. Het kostte mij veel u te verlaten, mij te verwijderen van Rcse en die goede mevrouw j de Frévent, onder wier hoede zii nochtans zoo veilig is. Toen ik de torens en schoorsteen en van Parijs achter mij zag verdwijnen en ik al léén was met mijn paard op een onafzieu- baren. weg, die mij naar Nice voerde, voelde ik een oogenblik van moedeloosheid. Ik vroeg mij af of het niet. beter was al mijn plannen vaarwel te zeggen, af te zien van mijn wraak en onze ongelukken te aan vaarden als een slag vau het noodlot, waar tegen elk onmachtig is cu waarvoor niemand verantwoordelijk kan worden gesteld. Wanneer ik op mijn weg eon klooster had aangetroffen, zulk een toevlucht voor de te- léurgestelden des levens, dan zou ik hebben aangeklopt en de zware poort hebben laten j dichtvallen tusschén mij en het leven, waav- |in ik toch geen geluk en vréugde meer zal De sahara van Vlaanderen, Een verpleegster van het Fransche Roode Kruis, die onder het pseudoniem Cl. Ranery een der meestgeachte namen van de Parijsche samenleving verbergt, geeft in de „Figaro" een levendige en kleurige beschryving van een kamp van Afrikaansobe soldaten in Vlaan deren. Zij was met een andere verpleegster per auto naar het kamp gereden, waar zich een officier bevond, dien zij kende. „Ik zal u mijn escadron voorstellen, sprak deze. Het kamp ligt in de duinen. Mijn manschappen hebben een groot rechthoekig vlak uitgegraven, het zand vastgestampt en de paarden hebben nu de illusie van de woestijn. De dieren staan daar, de pooten op Afrikaansche wijze gebonden, een dek op den rug. Zij brengen den nacht buiten door. Zij zijn het particuliere eigendom van CCL1V. LIJK VERBRAN Dl N G. Evenmin als met de natuurwet, is de lijkverbranding in strijd met de H. Schrift. Noch uit het Oude, noch uit het Nieuwe Testament is in één woord aan te lialen, waardoor lijkverbranding verboden of geboden wordt. Nog meer. Lijkverbranding is zelfs niet eens in strijd met de katholieke ge loofspunten, met de leer der Katli, Kerk. Volgens het dogma der verrijzenis „zul len allen met hun eigen lichaam, hetwelk zij nu hebben, verrijzen," maar die verrijzenis blijft evengoed mogelijk, hetzij het lichaam snel door het vuur of langzaam in de aardo is ontbonden. God immers kan even gemakkelijk de asch als het stof doen opstaan en herleven. Daar nu niet de natuurwet, noch de II. Schrift, noch de katholieke geloofsleer als zoo danig de lijkverbranding verbieden, zoo volgt den „goumier," die ze bestijgt (Goum: de weer-1 daaruit, dat er wel bijzonder ernstige bare manschap van een Arabischen stam.) Hp redenen moeten geweest zijn, die de Kerk eeni bezit er twee, en heeft zich voor den duur van den oorlog met zijn paarden verbonden." j In de duinen hebben de Arabieren zich schuil- j plaatsen gegraven, geschraagd en versterkt door planken, en voor elk van die schuilplaat sen hebben zij een tent opgeslagen. Een opperhoofd verzocht den kapitein, om gen tijd geleden er toe gebracht hebben bij wijze van tuchtmaatregel deze wijze van lijkbezorging in de gewone omstandigheden te verbieden. Welke die reden was? Wél deze: Omdat de opzet om de lijken te verbranden in plaats van ze te begraven, een opzet is van het anti zijn duinwoning binnen te treden. Het was een c]ericalisme, van het o n g e 1 o of, donker hol, laag van verdieping. Op den grond 'n de vrijmetselarij. Zij, die den stroo. Een Arabier ontdeed zich van zijn groo- strijd tegen het begraven zijn begonnen, zij ten mantel, spreidde hem uit en gaf een teeken Waren volgens hun eigen woorden er zich zeer om er te gaan zitten. i goed van bewust, dat hun pogen er op gericht Wij gingen, verhaalt de verpleegster, zitten waa om de christelijke begrafenis te verdrin- op Oostersche wijze en om ons heen hoorde men gejl) om het oude heidendom te doen herleven, de gedempte stappen der Arabieren. Een van Qm deu mensch het geloof aan een onsterfelijke hen neemt een brandende kaars en blijft naast zjej en aall een ander leven hiernamaals uit het ons staan, onbeweeglijk als een standbeeld. Al-|jiart. t0 ruhken. Zij wilden de lijkverbranding leen zijn oogen door de vlammen verlicht, schit teren met vreemden gloed. Op een in den grond gedreven plank steekt een goumier, -een kleine lamp met kettinkjes aan, zooals men dio in Judea vindt, daarna nog een. Van alle kanten ziet men donkere vormen zich afteekenen en weldra onderscheiden we fonkelende oogen, die ons met nieuwsgierigheid aanstaren. Eerst zijn de Bedonienen verwonderd, twee verpleegsters van het Roode Kruis bij hun ka pitein te zien. Daarna beginnen zij zacht te spreken, op ons wijzende, die vreemde woorden fluisterend met keelklank, welke aan verwij derde landen doen denken. Tebri mahamlou leim el kaouaf (Willen, we koffie zetten El kaona lie mera (koffie voor de dames), vraagt een sergeant, de hand van den officier kussend. De officier vindt het goed, en terwijl de goumiers om ons bezig zijn, wen nen onze oogen aan de duisternis en ontdekken we van lieverlede blinkende sabels, aan den wand .hangend, vreemde bagage, van zoover i gekomen.en altijd staat nog naast ons, on beweeglijk als in het begin, de Arabier met de brandende .kaars. Maar de koffie is gereed. In een hoek vindt men een kist, die men voor tafel gebruikt met een zakdoek als tafelkleed, waarop de kopjes geplaatst worden. De koffie is verrukkelijk. Het geurige donkere vocht in kleine teugen slurpend, vergeet men dat de vijand op twaalf kilometer afstand is. Men denkt, niet meer aau den oorlog; men is niet. meer in Vlaanderen. Alle geuren van Arabië, alle herinneringen aan x\frika stijgen op! Andeke bouk ouaed akor (ge zijt onze vader,) zeggen de mannen tegen den kapitein, terwijl wij opstaan om te vertrekken. Oua andi bouia akor (ja hij is onze vader) herbalen zij, bem om ringend. Hun eerbied is treffend. Naar mate wü ons van het kamp verwijde ren, wordt het gehinnik der paarden, de klahk der vreemde syllaben flauwer. Het is nog maar oen gegons. De wind steekt op en doet bet zand van Vlaanderen dwarrelen als de samoem dat der Sahara. ONZE WEERMACHT. De heer M. C'. van der Hoog, luit.-kol. bij den generalen staf, chef van den étappendienst te Rotterdam, heeft dezer dagen in den Haag oene rede gehouden over de mobilisatie. Aan het daarover door de „N. Ct.gegeven verslag ent- leenen wij het volgende: Na de versterking van de Fransch-Duitsche stellen ook dit bekennen «ij ruiterlijk als een symbool, als een teeken van de vernietiging van den g'eheelön mensch, werkelijk dus als een teeken v.an ongeloof. Wanneer dit echter zoo is, dan begrijpt zelfs e<jn kind, dat een Katholiek daaraan niet kan of mag meedoen. Wordt een op zich onverschil lige handeling (bijv. wierook strooien op vuur) algemeen beschouwd als een teeken van onge loof (bijv. ten tijde van vervolging voor een af godsbeeld), dan is het niet geoorloofd, om die reden reeds alleen, daaraan mee te doen. Het deelnemen aan zulk een gebruik sluit in, dat men ook met de beteekenis ervan accoord gaat, m. a. w. een Katholiek, die zijn lijk laat verbranden, zegt niet met woorden, maar door deze daad, door dit feit zelf, dat hij niet gelooft aan een ander leven, aan een onsterfelijke ziel, aan hemel, hel of vagevuur. Daar deze redeneering sluit als een bus, rest nog alleen het bewijs, dat de lijkverbranding in waarheid een opzet is van do v r ij m e t- s e 1 a r ij en het ongeloof. Dat bewijs zullen wij de volgende week leveren. (Wordt vervolgd.) grens was het te voorzien, dat de Duitschers huu leger door Zwitserland, door België, óf door België ón Nederland tegen Frankrijk zouden doen oprukken. Al dadelijk bleek het voornemen der Nederlandsche Regeering om haar weer macht op volle sterkte te brengen teneinde een volstvakte onzijdigheid te kunnen handhaven. Reeds 31 Juli kwam het bevel tot mobilisatie. Of het nu waarschijnlijk is of niet, dat een der oorlogvoerende partijen in ons land een in val zal doen en of de oorlogvoerende landen al verklaren zich daarvan te onthouden, we dienen op onze hoede te blijven en moeten kunnen be schikken over het leger. Spr. herinnert aan den Russisch-Turkschen oorlog van 1877, toen Rus land over het gebied van Roemenië trok. Roe menië stond den doortocht- toe en bedong na afloop gunstige voorwaarden. België weigerde en werd vertreden. Vaste regelen zijn niet te geven. Elk land zal in zoo'n geval zich neu traal-verklaren of een doortocht toestaan, naar het van belang acht. Zoo ook kan ons land niet zeker zijn vrij to blijven van een inval vóór de> vrede is geteekend. We dienen dus gereed te blijven. Als we de middelen om de neutraliteit te handhaven niet ten volle aanwenden kan dat een reden zijn tot oorlogsverklaring. Ons leger (getallenlijn niet te.geven) moet zoo'sterk mogelijk zijn, en dat bereikt men eerst door algemeenen dienstplicht. Echter heeft de kunnen vinden. Er zijn evenwel geen kloosters meer on mijn moedeloosheid duurde ook niet lang. Reeds toen ik Mclun in liet gezicht kreeg, kwamen .er andere denkbeelden in mij op, dio mij weer wat n^eer kradkt schonken. Ik verweet mij mijn zwakheid, mijn laf heid, gaf mijn paard de sporen en deed het vooitholien alsof ik op een vijand instormde die mij plotseling in deu weg gereden was; een vijand die geen andere kan zijn dan Nol- Jan O, die man! Zoolang hij bestaat, zal liet leven mij on dragelijk zijn. Gij kunt u niet voorstellen hoe droefgees tig men zicli gevoelt als men door een land trekt, dat zoo verschilt van ons Brètagne, als men langs verlaten kasteelen gaat, langs parken, die met onkruid zijn bedekt, als men de ingevallen daken ziet, die gehoel den indruk geven van een land, dat door vijan dige horden is verwoest. Tot Meten reisde ik alleen. Daar trof ik een jongen mail van ougo- i veer mijn leeftijd aan, die vroi g, waarheen lik ging. Hij was groot, goed gekleed, met eeu sympathiek voorkomen en. aangename ma nieren, die bewezen, dat hij van goeden stand was. Zijn reis ging naar Avignon, waar eeuige blodverwanten van hom woonden, door wie hij verwacht werd en hij had een postkoets genomen, waarin hij mij zeer beleefd een plaats aanbood. Ik had volstrekt geen reden, dat te wei geren en nam dus zijn voorstel aan, op voor waarde, dat ik hem de helft van de kosten zou betalen. Onderweg verteld© hij mij zijn geschiede nis. Hij behoorden tot een familie van vu rige koningsgezinden, maar hij had een jaar of vier doorgebracht bij een oom, die in Champagne woonde, in den omtrek van Cha lons en die een aanhanger was geweest van do nieuwe denkbeelden, zoo ongeveer als va der Lasson, tot op het oogenblik. dat hü de. buitensporigheden der revolutie had bijge-- woond, die hem met afgrijzen vervulden,; Idank zü dezen oom was hü de kwade dageni der revolutie gelukkig doorgekomen en nu ging hü naar Avignou, waar zün tante ern stig ziek lag. i Oorspronkelijk heette hü burggraaf dn iTrerublay, maar voorzichtigheidshalve had/ bü van dien titel afstand gedaan en noemde zich uu eenvoudig burger Tremblay. Dat alles vertelde hü met de grootste opeu- bartigheid. x Ik zeiüe hem alleen, dat ik naar Nioe giug om generaal Bonaparte op te zoeken en dat ik, tengevolge van groote rampen, die uitte familie hadden getroffen, voornemens was soldaat te worden op voorwaarde, dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9