Rijwielbanden H'ewarröfteii» Oneerlijke Concurrentie. NL J. v. d. MEER, OE OORILOfi Goedkoopst adres vciiagcbel&traat 7-9 tij lie Attgaig. Ingezonden Mededeeling is het eau Nierziekte? STATEN-GENERAAL finze Oratis-OegelskküR-Verzekerini. 400 GULDEN bij overlijden. ISO GULDEN bij verlies van één oog 100 GULDEN bij verlies van één duim. SOCIALE BERICHTEN FEUILLETON Als straks de Tweede Kamer der Staten-Ge neraal bijeenkomt, zal volgens mededeeling van den president der Kamer, bet wetsontwerp van Mr. Aalberse direct na de oorlogs-zee-ongeval- lenwet in behandeling worden genomen en kan de Middenstand, als niet alles bedriegt, binnen enkele dagen dc aanneming dier wet tegemoet zien. Evenwel, gedachtig aan het spreekwoord: „de huid van den beer niet verdeelen voor bij geschoten is," zullen wij onze voldoening over het te bereiken resultaat nog opschorten, tot de wet in het Nederlandsche Staatsblad verschijnt. De strijd, welke van bepaalde zijde, tegen den Middenstand, en in verband daarmede tegen De banierdrager dier tegenstanders, de oude heer Levy, geeft den strijd nog niet op. Met een Vasthoudendheid, die aan bet meest verdorde conservatisme grenst, blijft Mr. Levy zijn tegen standers met allerlei middelen aanvallen. Wij herinneren ons nog het eerste treffen dier beide rechtsgeleerden. Het was op het mooie eerste Congres van den Middenstand, m 1902 te Amsterdam, waarop de grondslagen voor de huidige Mid denstandsorganisatie werden gelegd, dat Mr. Levy gelegenheid vonc zijn pij'cn tegen Mr. Aalberse af te schieten. De wijze waaiop hij Zulks deed, niet in vrij debat, waartoe hij een dag tevoren met Mr Aalberse gelegenheid haa gehad, doch in een redevoering, welke hij op uitnoodiging van het Congresbestuur zou hou den en waarbij debat was buitengesloten. Het Congresbestuur was zoo onvoorzichtig geweest ie vertrouwen, dat de spreker zijn redevoering z°o zoude inrichten, dat niemand daaraan aan stoot zou kunnen nemenen had daarom Vooral geen inzage van de rede gevraagd. Deze onvoorzichtigheid was, oorzaak, dat een Wanklank op het Congres, dat overigens zoo uitstekend verliep, gehoord werd. Doch tevens bleek daaruit, de strijdwijze van den ouden rechtsgeleerde. Toen in 1914 het wetsontwerp van Mr. Aal berse in de Kamer verscheen, opende Mr. Levy het vuur daarop in een politiek weekblaadje „de Fakkel". Bij deze bestrijding kwam het ware karakter van Mr. Levy te voorschijn. Het wetsontwerp van Mr. Aalberse werd kort weg tot een „Roomschc" wet verklaard en daar mede natuurlijk verdoemd. De geleerde Mr. Levy achtte het toen nog noodig, bij zijn be strijding van Mr. Aalberse, nog verschillende lieflijkheden naar het adres van den Midden stand te slingeren. Het eenige argument, dat de oude rechtsgeleerde toen kou vinden, was een scheldpartij tegen den geheelen Middenstand, die in al zijn schakeeringen eenvoudig werd voorgesteld ais eenige bezigheid te hebben „bruine boonen te wegen en basterd suiker klaar te maken"en geen recht mocht hebben besprekingen te houden over de onrechtvaardige 71 gebrekkige wetgeving ten opzichte van een ""gehinderd voortbestaan. wij hebben indertijd de bovenbedoelde bewe- Lngen van Mr. Levy in een artikel in dit blad beantwoord. Te zwaar hebben wij zijn verwoede en dwaze aanvallen, met het oog op zijn Iioogen leeftijd, den belezen geleerde niet aangerekend, de Middenstand zal ook zonder de vriendschap pelijke sympathie van Mr. Levy er wel komen. Eu wij zouden hem nü ook niet genoemd hebben, als hij, aan den vooravond van de behandeling in dc Tweede Kamer van het wetsontwerp Mr. Aalberse niet gelegenheid gezocht en gevonden had nogmaals vau zijn gniepigheid blijk te geven. In een artikel in het Algemeen Handelsblad Van Maandagavond jl. komt van de hand van Mr. Levy" een nieuw staaltje te voorschijn van de wijze waarop deze rechtsgeleerde meent tc "roeten en te mogen strijden. En hij doet dat op zulk een misleidende wijze, dat men zich na lezing en herlezing van zijn artikel de vraag stelt: heeft Mr. Levy de stuk ken wel gelezen? Want zooals duidelijk uit de Memorie van Antwoord blijkt, verandert de invoeging van „bedi iegelijk" practise!) niets aan dit wetsontwerp. Even zoo de overige beweringen van Mr. Levy Welke kwamen zij van een ander door hem zelf ongetwijfeld voor „malligheden" werden gescholden. Maar Mr. Levy heeft blijkbaar de stukken niet gelezen, ol bezit niet meer het on derscheidingsvermogen om goed te lezen ofen dit laatste willen wij liever niet ver- ondersteilen, hij doet het opzettelijk, om zoo doende argelooze menschen voor zijn meening te winnen. Want juist de drie punien, die volgens hem in 't geheel niet besproken zijn, werden in de Memorie van Toelichting en in de Memorie van Anlwoord zeer uitvoerig behandeld! De bedoeling die Mr. Levy blijkbaar met zijn laatste artikel heeft, ligt er dik op. In de eerste plaats tracht hij op listige wijze het te doen voorkomen, ol het wetsartikel, door de invoeging van het woord „bedriegelijk" niets meer te beteekenen heeft, waarna hij voor het geval men deze „zijne" bewering, toch wat al te mal zou vinden aan het slot van zijn artikel, een poging waagt, de openbare behan deling in de Tweede Kamer te doen uitstellen. omdat Mr. Levy de stukken niet gelezen heeft, en er toch over schreef! Het doet ons leed, dat gen man, met een repu tatie van geleerdheid en belezenheid als Mr. Levy bezit, zijn laatste kracht blijft wijden aan een strijd tegen een deel van ons Neder, andscue volk, dat waarlijk geen troetelkind van den Staat geweest is. let doet ons leed, dat in dien strijd, door hem gebruik gemaakt werd van middelen, die hem niet tot eere strekken. En wij zouden schou derophalend zijn laatste stukken over de wet geving ter beteugeling der oneerlijke concurren tie hebben doodgezwegen, was het niet, dat wel licht nog velen in den lande Mr. Levy om der wille van zijn ouden naam nog lezen. En, hoe wel het aantal van hen, die zijn woord als een Evangelie 'zullen aanvaarden zeer gering zal zijn, is het toch goed, dat die weinigen uit den kring van de direct belanghebbenden in deze kwestie het hooien, op welke wijze Mr. Levy in zijn hart tegen den Middenstand en tegen het werk van zijn collega Aalberse optreedt. In de vorige eeuw zouden de nu verkondigde stellingen van Mr. Levy wellicht nog aanhan gers hebben gevonden, in het huidige oogen blik passen zijn argumenten het best in een museum van oudheden. Met vol vertrouwen zien wij de beraadslagin gen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal tegemoet. Daar zal eindelijk een einde worden gemaakt aan een schandelijk drijven van enkele personen tegen de belangen van den Nederlandschen Middenstand. VERSPREIDE BERICHTEN Godsdienst en wereldoorlog. De „Köln. Volksztg." publiceert onder boven- staanden titel een artikel, waarin zij de ideeën van verschillende Duitsclie kathoiieke professo ren over dit onderwerp samenvat. De tegenwoordige oorlog, zoo schrijft het blad, verdient werkelijk den naam van wereld oorlog, want 900 millioen menschen onge veer de helft van alle bewoners der aarde zijn onmiddellijk of middellijk bij den strijd be trokken. Zooals vanzelf spreekt wordt deze oorlog met ontelbare hulpmiddelen gevoerd; en onder deze komen ook de geestelijke in aanmerking. Doch geen wordt in kracht overtroffen door den gods dienst. Want deze versterkt en verheft in" den mensch alle innerlijke krachten, welke in hem sluimeren, en verhoogt in tijden van gevaar en lijden de moreele hoedanigheden, welke den mensch de hoogste waarde geven, vertrouwen op God, volhardingsvermogen, moed en offervaar digheid. Daardoor kan men verklaren, dat reeds bij het begin van den oorlog, toen de uiterlijke en inner lijke mobilisatie van het geheele volk plaats •greep, de beteekenis van den godsdienst in den wereldoorlog uitvoerig besproken werd, en voor al de houding der Katholieke Kerk ten opzichte van den oorlog voortdurend in het oog werd gehouden. De invloed van den godsdienst op de oorlog voerenden kan nu reeds geconstateerd worden, en uit zich in de grootere plichtsvervulling en zelfverloochening van hen, die in den oproep" van het vaderland een oproep van de door God aan gestelde autoriteiten zien. Daarentegen is moeilijk te zeggen, welken in vloed de oorlog op den godsdienst en de gods dienstige gezindheid der volkeren zal uitoefenen. Als wereldkerk moet ook het Katholicisme in zijn leden den terugslag der politieke en econo mische veranderingen gevoelen. Daar zij echter geen nationale kerk is, kan zij met geen natie ten onder gaan, en zal zij in haar wezen onver anderd, ja zelfs verheerlijkt uit dezen strijd te voorschijn komen. Een bewijs hiervan kunnen wij reeds zien in de groote macht, welke Benedictus XV in alle oorlogvoerende landen toegekend wordt. Er valt een godsdienstige herleving te con- stateeren, en deze herleving moet blijvend zijn. De strijd tegen de genotzucht, tegen het mis bruik va» het huwelijk, tegen het alcoholisme, de aansporing om de H.H. Sacramenten veelvuldig te ontvangen, om zich bij de Katholieke vereem- gingen aan te sluiten, moeten het thema zijn, dat voortdurend van den kansel weerklinkt. Wij staan nog midden in den oorlog, zoo be sluit het blad, en het is dan ook moeilijk op grond van ervaringen de definitieve roi van den godsdienst in dezen oorlog te bepalen. Een ding is zeker: Voor geen enkele natie, zelfs voor Tur kije niet, was de godsdienst de aanleiding tot den oorlog; men kan dus in geen der landen van godsdienstoorlog spreken. En toch speelt de godsdienst als godsdienstig leven zoowel in het vaderland als te velde een gewichtige rol. Want opnieuw heeft de Katholieke Kerk getoond, dat zij helden voortbrengt zoowel wat heldenmoed in den strijd, als uithoudingsvermogen en ge duld in het vaderland betreft. Frankrijk's ontvolking". De „I emps" is slecht tc spreken over de laat ste cijfers, de geboorten en sterftcn in Frankrijk betreffende. Het aantal sterfgevallen bedroeg 357,256 (te gen 336.411 in de eerste 6 maanden van 1913), het aantal levend geborenen 331,398 (tegen 335,369), het aantal huwelijken 134,113 (tegen 136,124), het aantal echtscheidingen 6445 (te gen 6723). De „Temps" noemt de uitkomsten betreurens waardig. De geboorten zijn met niet meer dan 3971 toegenomen, de sterfgevallen met 20,845. Gedurende de eerste helft van 1914 is de Fran sdie bevolking dus achteruitgegaan met 16,874 zielen, terwijl de Duitsche bevolking toenam met meer dan een half millioen. Het aantai huwelijken is bovendien met meer dan 2000 verminderd. Het onivolkingsprobleem zegt de Temps moet na den oorlog dc ernstige aandacht hebben van règeering, sociologen en wetgevers. Het heeft die aandacht echter al sinds jaren. Maar wat helpt dat? •Regeering en wetgevers vervolgen de eenige, die dit vraagstuk oplossen kan: de Kerk. „Zuivering" dep. Duitsche soldaten. Zooals men weet hebben de Duitsche soldaten in Russisch Polen veel te lijden van ongedierte, welke de bewoners en de Russische krijgsgevan genen hun met liefde overdoen Daar men vreest, dat gedurende de komende hitte het migreeren van dit ongedierte op onrust barende wijze zal toenemen, zijn afdoende mid delen in voorbereiding. Bij de Russische grens, te Alexandrowo, worden drie groote houten lood sen gebouwd, waarin de soldaten door doeltref fende middelen en op groote schaal, van deze lastige gasten zullen worden gezuiverd! Dc onkosten zijn geraamd op een millioen mark Géén vrouwelijke barbiers! Men schrijft ons uit Berlijn: Tengevolge van de gebeurtenissen zijn, zooals overal het geval is, verscheidene leemten bij het personeel der barbiers- en coiffeurszaken te Berlijn. Aanvankelijk meende men het ontbrekende personeel door vrouwen te vervangen. In de Ber- lijnsche Vereeniging van Barbiers en Kappers werd dit voorstel echter met overgroote meerder heid verworpen. Besloten werd om, onder scherper toezicht der patroons, den leerjongens gewichtiger werk zaamheden te laten verrichten, om aldus in het gebrek aan bekwame krachten te voorzien. Dnltsclie officieren in Bvitséhe gevangenschap. Verhalen hebben geloopen, dat den Duitschen officieren, in Britsche gevangenschap zulk een heerlijk leventje zou zijn bereid. De „Times" vindt het niet goed, dat zulk een denkbeeld ingang zou vinden en vertelt nu hoe liet leven van die gevangenen in Donington Hall, waar een deel van hen is ondergebracht, ingericht is. De commandant en zijn helpers moedigen buitenluchtspelen aanmaar daar wordt weinig werk van gemaakt. Ér wordt tennis gespeeld maar er is geen „court" en het noodige om voet bal te spelen is er niet; wilden de gevangenen het hebben, dan zouden zij zeiven daarin moeten voorzien. Zij krijgen 1 pd. st. per week en moeten daar mede alles koopen, wat zij noodig hebben. Met bepaalde tusschenpoozen mogen zij kennissen ontvangen, maar er is altijd een wacht tegen woordig. Gewone bezoekers worden niet toege laten. De kost is van de allereenvoudigste soort en er is geen zweem van luxe. De Duitscliers wor den nooit buiten de prikkeldraadversperring om het huis gelaten. De bewering, dat zij zouden worden vertroeteld is zonder eenigen grond. Boeken en kaartspelen zijn hun voornaamste bezigheden. Ja, indien gij waterzuchtige zwellingen on der de oogon, in de enkels of polsen, of wa- torstoornissen hebt, indien gij iederen mor gen vermoeid opstaat en uw slaap verstoord is; indien gij stekende pijn in den rug en de lendenen 'hebt of rheumatische pijnen in do ledematen; ischias, rheumatiek, jicht, steen, nremie kunnen de gevolgen er van zijn. Fester's Rugpijn Nieren Pillen genezen nierkwalen, doordat zij de zwakke of zieke ric-ren versterken on genezen, en baar zoo doende in staat stellen om haar gewichtig werk, het filtreeren van het bloed, behoor lijk te verrichten. Uw leven hangt van uw nieren af, want iedere drie minuten, dag en nacht, wordt het bloed door de nieren ge voerd. Haar te verwaarloozen ia gevaarlijk, doch indien gij baar gezond houdt, houden zü u gezond. Fosters Rugpijn Nieren Pillen zullen dit voor u doen en haar genezen, in dien zij ziek zijn. Te Haarlem verkrjjgb. bij de heeren K. v. Eden, Spaar no 38, en J. J. Göppinger, Gr. Houtstr. 147a. Toezending geschiedt fran co na ontvangst van postwissel k 1.75 voor één, of 10.voor zes •Hozen, Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien is v?n nevenstaand handelsmerk. GEWISSELDE STUKKEN. Verzekering' tegen molest. Hét afdeelingsverslag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp houdende machtiging tot bet aangaan van verzeke- ringsovereenkomsten tegen het gevaar van I molest in verband met den tegemvoordigen oorlogstoestand beantwoordende, erkent de Minister van Landbouw, N. en H., dat de! wijze waaróp het wetsontwerp werd toege lici t sober was, doch bet heeft, zegt hij, dat goede gevolg gehad, dat zij aanleiding gaf tot de belangwekkende beschouwingen in 't voorloopig verslag vervat, welke aan het, tot stand brengen der beoogde regeling in gomefti overleg met do Staten-Generaal ze ker bevorderlijk kunnen, zijn. Tegenover de klacht over onvoldoende toelichting van het wetsontwerp acht de Minister zich verplicht in het licht te stel len waarom op 24 Februari bet wetsontwerp ju den gekozen vorm bii de Staten-Generaal werd aanhangig gemaakt. Inderdaad was, zooals in bet voorloopig verslag wordt verondersteld, de verklaring der Duiteeho regeering nopens de te nemen maatregelen tor zee, met de kans op repre- saiUeifif-fitregelen der geallieerden, de aan leiding voor de Regeering om in deze de bevoegdheid tot ingrijpen harerzijds te vra gen. De Regeering meent, dat het geregeld voortgaan van de Nederlandschie scheep vaart een dusdanig groot landsbelang ie, dat zij in baar plicht zou te kort schieten wan- -ueer zij, als de omstandigheden dit naar hare mecnlng noodig maken, niet onverwijld maatregelen voorbereidt om den geregelden voortgang te verzekeren. Dat er kans op storing van dien voortgang bestond, moest zij kort voor de indiening van het wetsontwerp wel aannemen. Ver schillende belangrijke reederijen' wendden zich in die dagen tot den Minister met bet verzoek in de verzekering tegen molest van sommige caseo's of in het algemeen tc voor- zieu. Die verzekering ondervond bezwaar, in elk geval bestond voor de naaste toekomst! groote onzekerheid, en onder den indruk" (niet onder den druk, zooals in het Voor loopig Verslag staat geschreven) van de al dus blijkende ongerustheid, achtte de Minis ter zich verplicht onverwijld de noodige wet telijke machtiging tot Regeeringsmaafrege len te bevorderen. De Minister wensehte nader overleg met, deskundigen, alvorens zijne denkbeelden na der te formuleeren en hij achtte zich niet verantwoord de indiening van bet wetsont werp te doen wachten op den afloop van dit overleg. Het kon toch zijn dat de loop der omstandigheden een onmiddellijk ingrij pen noodzakelijk zou maken en dan was het beter, dat een wetsontwerp met een sobere toelichting dan dat in het geheel geen wets ontwerp bij de Staten-Generaal aanhangig was. De Minister geeft toe, dat er voor het oogenblik meer gelegenheid bestaat om op de particuliere assurantiemarkt molest-risi- eo's te plaatsen dan in het midden van Fe- Alle betalende abonné'9 op dit blad, die fa het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn vol gens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor f Cl 11 Cl GULDEN bij levenslange onee- B w w gcjjjttbeid tot werken. 3QO GULDEN bij verlies van een «PW ilaQ£j 0f vöet. fggjj GULDEN bij verlies van één wijs- vinger. |S| GULDEN bij verlies van éér anderen vinger. De u'tkeeriiig dezer bedragen wordt gega randeerd door dc Maatschappij „HOLLAND- SCHE ALGEMEENE V EKZE K ERIN US- BANK" te Schiedam. brnari. Het zou echter z.i. van weinig inzicht g& tuigen hieruit af te leiden, dat men thans gerust kan zijn. Immers'vooreerst mag men, indien men de tegenwoordige markt voldoen de acht, met uit het oog verliezen, dat zon der de vreemde, speciaal de Londensehe as. eurantiemarkt, er zeker geen genoegzame gelegenheid tot assurantie zou bestaan. Da' de onafhankelijkheid van bet buitenland in deze bezwaren en gevaren medebrengt, valt niet te ontkennen. In de tweede plaats mag in dezen onaeke- ren tijd de toestand van bet oogenblik geen maatstaf zijn. Wil nu de Staat werkelijk in dit opzicht voorbereid zijn, dan moet de Staatsverzeke ring reeds, vooraf in werking zijn geweest. De bedoeling is daarom bij do aanneming van dit wetsvoorstel de Staatsverzekering aanstonds in werking te stellen, ook al zou deze op dat tijdstip niet onmisbaar zijn. In de praktijk zal dan vanzelf blijken iu hoever do Staatsverzekering in een behoefte voorziet. Volgens bet gewijzigd wetsontwerp zullen Nederlandsche verzekeraars, assnrantiemaai- schappijen of maatschappijen, zooals deze laatste zich in den laatsten tijd hebben ge vormd, bij den Staat hunne molestrisico op Nederlandsche schepen of op goederen in neutrale schepen, waarbij Nederlandsche be langen zijn betrokken, kunnen herverzeke ren, mits zij een tiende van het gelieelc risico zelf blijven looyen. Het moet daarbij vaststaan, dat bij de wijze waarop verzekerd wordt, do betrokken belangen van handel en scheepvaart vol doende in het oog gebonden en moet men er zéker van kunnen zijn dat de verzekeraar serieus is en de assurantie commercieel op gevat. Verder is de bedoeling, dat (lo promiën door de Regeering te vorderen, overeenko men met de premiën door de verzekeraars gevraagd, behoudens eene winstmarge voor deze; te lage premiën zonden den Staat be- nadeelen. Het is het voornemen van den minister voor de uitvoering der wet te Amsterdam en te Rotterdam vertegenwoordigers der Re geering aan te stellen. Deze zullen zich bij do uitvoering van bun taak hebben te hou den aan door den Minister vast te stellen regelen en verder door hem te geven in structie. De Minister acht het wensdbelijk hierbij voorlichting te kuiten volgen van een Col lege van Advies, bestaande uit gezaghebben de en destkundige personen op bet gebied van handel, scheepvaart en assurantie. Hij zal bij de aanneming van het wetsontwerp do instelling van zulk een Commissie van Ad. vies bevorderen en die commissie dan over alle belangrijke maatregelen door hem te nemen, hooren. Bij de verdere uitvoering der verzekering door den Staat ligt het in de bedoeling de praktijk van het assurantievak te volgen. Dat het, Wetboek van Koophandel op deze verzekering van toepassing zal zijn, is uit den aard der zaak niet uit het oog verloren. STROO VOOR DE FABRIEKEN. Eene commissie, ingesteld in overleg met den directeur-generaal van den Landbouw en be* staande uit de fabrikanten Lole, te Appmgedam, *19) hij de oude dame een zetel aan- hij op hoffelijken toon: WoouhS d°et ons dus de eer aan, ons land be- voar te vinden, mevrouw de barones! ®aroio niet? Het'L'hie^0 V0€£t'e €r hij: fotaris, mooi, 6cC?u^tadi* kal™' ™a,rde token «n de frissch^f helder* «heer verlangen! lnoht" men Dus gij blijft bij ons? Ik zou het gaarne wenschen, maar J? .11 kan niet altijd doen wat men wiL Even- j^b de tijden zijn heel wat rustiger gewon. jpi «prak die woorden op vriendelü&en jtl steeds met een lachje om haar mond den notaris maakte zij, zooals op ieder, tobi„ia.r ontmoette, den. indruk van een bë- tyfhjkc oude dame. z,°u haren opzichte eenige vrees kunnen gevoelen! v. ?u' men in haar omgeving een dra- onnen veronderstellen, hinderlagen, die in haar nabijheid waren gelegd? Zij deed vooral haar best om dokter Nol- lan gerust te stellen, voor wieu zij zich bui tengewoon voorkomend toonde. De notaris merkte op, terwijl bii met zijn oogeu naai' Rose de Trémazan wees: Het was een groot geluk voor haar, dat zij u heeft aangetroffen, mevrouw de baro nes. O, en op welk een slechte plaats leer den wij elkaar kennen! Het was voor mij zeker even gelukkig als voor haar. Wat had ik inoeteri beginnen, ik, eenzame, oude vrouw zonder kindex'en, zonder bloedverwanten. ik zal niet zeggen zonder erfgenamen, want die vindt men altijd wel! Gij houdt veel van haar. Als van mijn eigen kind. Rose stond eenige passen, van haar af in gesprek met dokter Bachelin. Hubert Nollan was den notai'is en de ba rones genaderd. Zij hernam: Of ik van baar houd, waarde notaris! Hoe zou ik anders kunnen! Zij beeft een voortreffelijk karakter, goed en offer vaardig, tot niets slechts in staat, heldhaftig, zoowel om goed te doen als om tegenspoed te trotseeren. Zij keek den bruidegom ami met veelzeg gen den blik en voegde er bjj: Hij, die zulk een schat verwerft, mag wel gelukkig heeten. En snel liet zij er op volgen: Ik had haar u kunnen betwisten, dok ter, maar wanneer ik eenigen invloed op haar besluit heb uitgeoefend, dan is dat te uwen gunste geweest. O, gij zult wel een groot misdadiger zijn, wanneer gij haar het leven niet gelukkig maakt en baar bet ver leden niet doet vergeten. Ik zweer u, mevrouw, dat ik geen an der levensdoel heb. Daar vertrouw ik op. Hoe had men achterdocht kunnen koeste ren tegen een zoo beminnelijke oude dame, zoo lieftallig- in haar omgang, van wie men nooit anders hoorde dan vriendelijke woor den, steeds bereid om diensten te bewijzen onder alle omstandigheden en, aan elk, die ze noodig bad? Wanneer Hubert Nollan nog wantrouwen bad gehad, zou hij bet hebben verloren door naar haar te luisteren. Maar bij had het niet. De fortuin had hem loet alles begunstigd en op haar rekende hij nog verder. Nog slechts 24 nren en Rose zon de zijne zijn voor altijd, de onverbreekbare band zou tusscben heu zijn neergelgd, zii zou zijn naam hebben aangenomen, en beloofd hem te zullen volgen overal, waar bii baar wilde heenvoeren. Notaris Séaécan opende 't eahicr. .waarin 't perkament lag, dat, met groote duidelijke letters de bepalingen, van bet huwelijk in hield en begoii te lezen. Een aandaehig gehoor had de notaris niet. Bachelin luisterde slecht» verstrooid naar hem. Hubert Nollan verdiepte zich m de be schouwing van Rose en hoorde niets en Rose zelf adbeen ook al weinig aandacht te schen ken aan een contract, waarbij zii toch een overwegend belang had. Alleen de oude barones scheen zeer oplet tend te luisteren en de bepalingen van bet contract te overwegen. Toen zij de opsomming hoorde van al de goederen, die eenmaal den Trémazan's had den toebehoord en de bepaling, dat die goe deren zonder uitzondering het eigendom van de vrouw zouden zijn bii hot overlijden van den echtgenoot, toonde zij zich zeer vol daan en wierp den dokter een dankbaren blik toe. De barones de Fxévent bewees ook nu, dat zij een moeder voor Rose wilde zijn: zij zag nauwkeurig toe, dat niets de belangen van haar dochter zou kunnen schaden. Sénécan was eeu notaris, die zijn vak vol komen bleek te verstaan. Zijn contract was onaanvechtbaar. De scherpzinnigste jurist zou daaraan geen haakje gevonden hébben om iets aan op te hangen, Toen de notai'is gereed was met de voor lezing, zette Rose haar handteehening onder het geschrevene, snel, als met weerzin. Haar wenkbrauwen waren gefronst, haar gelaat had een bittere uitdrukking aange nomen. Een blik van de barones herinnerde er aan dat het noodig was haar rol tot het ein de toe te spelen. Zij zudhtte en herwon haar kalmte. Toen zij met baar gezellin weer in het ril» tuig stapte, dat haar naar het kasteel Arn gouges zou terugbrengen, bedankte zij den notaris Sénécan en zij nvriend, dokter Ba* ohelin met ontroerde stem en vroeg zee* zacht aan laatstgenoemde: Ziet gij Thérèse nog wel eene! Dikwijls. Zeg haar dan, bid ik u, dat ik nog treu riger, nog moedeloozer ben dan zij,; zeg haar, ook dat mijn hart niet veranderd ia en dat het nooit veranderen zal. Zeg haar dat ik haar altijd zal liefhebhen ale een «aster. Ba* looft ge mij dat! Ja. Die belofte scheen haar een verlichting te zijn. Na een voorspoedige reis kwam men» laa* in den avond, op Argouges aan, dat donkerte van den naderenden nacht gene eenzaam scheen» HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TW£L^,lL.flD fp

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5