Rijwielbanden
H'ewarröfteii»
Oneerlijke Concurrentie.
NL J. v. d. MEER,
OE OORILOfi
Goedkoopst adres
vciiagcbel&traat 7-9 tij lie Attgaig.
Ingezonden Mededeeling
is het eau Nierziekte?
STATEN-GENERAAL
finze Oratis-OegelskküR-Verzekerini.
400 GULDEN bij overlijden.
ISO GULDEN bij verlies van één oog
100 GULDEN bij verlies van één duim.
SOCIALE BERICHTEN
FEUILLETON
Als straks de Tweede Kamer der Staten-Ge
neraal bijeenkomt, zal volgens mededeeling van
den president der Kamer, bet wetsontwerp van
Mr. Aalberse direct na de oorlogs-zee-ongeval-
lenwet in behandeling worden genomen en kan
de Middenstand, als niet alles bedriegt, binnen
enkele dagen dc aanneming dier wet tegemoet
zien. Evenwel, gedachtig aan het spreekwoord:
„de huid van den beer niet verdeelen voor bij
geschoten is," zullen wij onze voldoening over
het te bereiken resultaat nog opschorten, tot de
wet in het Nederlandsche Staatsblad verschijnt.
De strijd, welke van bepaalde zijde, tegen den
Middenstand, en in verband daarmede tegen
De banierdrager dier tegenstanders, de oude
heer Levy, geeft den strijd nog niet op. Met een
Vasthoudendheid, die aan bet meest verdorde
conservatisme grenst, blijft Mr. Levy zijn tegen
standers met allerlei middelen aanvallen.
Wij herinneren ons nog het eerste treffen dier
beide rechtsgeleerden.
Het was op het mooie eerste Congres van
den Middenstand, m 1902 te Amsterdam,
waarop de grondslagen voor de huidige Mid
denstandsorganisatie werden gelegd, dat Mr.
Levy gelegenheid vonc zijn pij'cn tegen Mr.
Aalberse af te schieten. De wijze waaiop hij
Zulks deed, niet in vrij debat, waartoe hij een
dag tevoren met Mr Aalberse gelegenheid haa
gehad, doch in een redevoering, welke hij op
uitnoodiging van het Congresbestuur zou hou
den en waarbij debat was buitengesloten. Het
Congresbestuur was zoo onvoorzichtig geweest
ie vertrouwen, dat de spreker zijn redevoering
z°o zoude inrichten, dat niemand daaraan aan
stoot zou kunnen nemenen had daarom
Vooral geen inzage van de rede gevraagd.
Deze onvoorzichtigheid was, oorzaak, dat een
Wanklank op het Congres, dat overigens zoo
uitstekend verliep, gehoord werd. Doch tevens
bleek daaruit, de strijdwijze van den ouden
rechtsgeleerde.
Toen in 1914 het wetsontwerp van Mr. Aal
berse in de Kamer verscheen, opende Mr. Levy
het vuur daarop in een politiek weekblaadje
„de Fakkel".
Bij deze bestrijding kwam het ware karakter
van Mr. Levy te voorschijn.
Het wetsontwerp van Mr. Aalberse werd kort
weg tot een „Roomschc" wet verklaard en daar
mede natuurlijk verdoemd. De geleerde Mr.
Levy achtte het toen nog noodig, bij zijn be
strijding van Mr. Aalberse, nog verschillende
lieflijkheden naar het adres van den Midden
stand te slingeren. Het eenige argument, dat de
oude rechtsgeleerde toen kou vinden, was een
scheldpartij tegen den geheelen Middenstand,
die in al zijn schakeeringen eenvoudig werd
voorgesteld ais eenige bezigheid te hebben
„bruine boonen te wegen en basterd suiker klaar
te maken"en geen recht mocht hebben
besprekingen te houden over de onrechtvaardige
71 gebrekkige wetgeving ten opzichte van een
""gehinderd voortbestaan.
wij hebben indertijd de bovenbedoelde bewe-
Lngen van Mr. Levy in een artikel in dit blad
beantwoord. Te zwaar hebben wij zijn verwoede
en dwaze aanvallen, met het oog op zijn Iioogen
leeftijd, den belezen geleerde niet aangerekend,
de Middenstand zal ook zonder de vriendschap
pelijke sympathie van Mr. Levy er wel komen.
Eu wij zouden hem nü ook niet genoemd hebben,
als hij, aan den vooravond van de behandeling
in dc Tweede Kamer van het wetsontwerp Mr.
Aalberse niet gelegenheid gezocht en gevonden
had nogmaals vau zijn gniepigheid blijk te
geven.
In een artikel in het Algemeen Handelsblad
Van Maandagavond jl. komt van de hand van
Mr. Levy" een nieuw staaltje te voorschijn van
de wijze waarop deze rechtsgeleerde meent tc
"roeten en te mogen strijden.
En hij doet dat op zulk een misleidende wijze,
dat men zich na lezing en herlezing van zijn
artikel de vraag stelt: heeft Mr. Levy de stuk
ken wel gelezen? Want zooals duidelijk uit de
Memorie van Antwoord blijkt, verandert de
invoeging van „bedi iegelijk" practise!) niets
aan dit wetsontwerp.
Even zoo de overige beweringen van Mr. Levy
Welke kwamen zij van een ander door hem
zelf ongetwijfeld voor „malligheden" werden
gescholden. Maar Mr. Levy heeft blijkbaar de
stukken niet gelezen, ol bezit niet meer het on
derscheidingsvermogen om goed te lezen
ofen dit laatste willen wij liever niet ver-
ondersteilen, hij doet het opzettelijk, om zoo
doende argelooze menschen voor zijn meening te
winnen.
Want juist de drie punien, die volgens hem
in 't geheel niet besproken zijn, werden in de
Memorie van Toelichting en in de Memorie van
Anlwoord zeer uitvoerig behandeld!
De bedoeling die Mr. Levy blijkbaar met zijn
laatste artikel heeft, ligt er dik op.
In de eerste plaats tracht hij op listige wijze
het te doen voorkomen, ol het wetsartikel, door
de invoeging van het woord „bedriegelijk" niets
meer te beteekenen heeft, waarna hij voor het
geval men deze „zijne" bewering, toch wat al
te mal zou vinden aan het slot van zijn
artikel, een poging waagt, de openbare behan
deling in de Tweede Kamer te doen uitstellen.
omdat Mr. Levy de stukken niet gelezen heeft,
en er toch over schreef!
Het doet ons leed, dat gen man, met een repu
tatie van geleerdheid en belezenheid als Mr.
Levy bezit, zijn laatste kracht blijft wijden aan
een strijd tegen een deel van ons Neder, andscue
volk, dat waarlijk geen troetelkind van den
Staat geweest is.
let doet ons leed, dat in dien strijd, door
hem gebruik gemaakt werd van middelen, die
hem niet tot eere strekken. En wij zouden schou
derophalend zijn laatste stukken over de wet
geving ter beteugeling der oneerlijke concurren
tie hebben doodgezwegen, was het niet, dat wel
licht nog velen in den lande Mr. Levy om der
wille van zijn ouden naam nog lezen. En, hoe
wel het aantal van hen, die zijn woord als een
Evangelie 'zullen aanvaarden zeer gering zal
zijn, is het toch goed, dat die weinigen uit den
kring van de direct belanghebbenden in deze
kwestie het hooien, op welke wijze Mr. Levy in
zijn hart tegen den Middenstand en tegen het
werk van zijn collega Aalberse optreedt.
In de vorige eeuw zouden de nu verkondigde
stellingen van Mr. Levy wellicht nog aanhan
gers hebben gevonden, in het huidige oogen
blik passen zijn argumenten het best in een
museum van oudheden.
Met vol vertrouwen zien wij de beraadslagin
gen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal
tegemoet.
Daar zal eindelijk een einde worden gemaakt
aan een schandelijk drijven van enkele personen
tegen de belangen van den Nederlandschen
Middenstand.
VERSPREIDE BERICHTEN
Godsdienst en wereldoorlog.
De „Köln. Volksztg." publiceert onder boven-
staanden titel een artikel, waarin zij de ideeën
van verschillende Duitsclie kathoiieke professo
ren over dit onderwerp samenvat.
De tegenwoordige oorlog, zoo schrijft het
blad, verdient werkelijk den naam van wereld
oorlog, want 900 millioen menschen onge
veer de helft van alle bewoners der aarde
zijn onmiddellijk of middellijk bij den strijd be
trokken.
Zooals vanzelf spreekt wordt deze oorlog met
ontelbare hulpmiddelen gevoerd; en onder deze
komen ook de geestelijke in aanmerking. Doch
geen wordt in kracht overtroffen door den gods
dienst. Want deze versterkt en verheft in" den
mensch alle innerlijke krachten, welke in hem
sluimeren, en verhoogt in tijden van gevaar en
lijden de moreele hoedanigheden, welke den
mensch de hoogste waarde geven, vertrouwen op
God, volhardingsvermogen, moed en offervaar
digheid.
Daardoor kan men verklaren, dat reeds bij het
begin van den oorlog, toen de uiterlijke en inner
lijke mobilisatie van het geheele volk plaats
•greep, de beteekenis van den godsdienst in den
wereldoorlog uitvoerig besproken werd, en voor
al de houding der Katholieke Kerk ten opzichte
van den oorlog voortdurend in het oog werd
gehouden.
De invloed van den godsdienst op de oorlog
voerenden kan nu reeds geconstateerd worden,
en uit zich in de grootere plichtsvervulling en
zelfverloochening van hen, die in den oproep" van
het vaderland een oproep van de door God aan
gestelde autoriteiten zien.
Daarentegen is moeilijk te zeggen, welken in
vloed de oorlog op den godsdienst en de gods
dienstige gezindheid der volkeren zal uitoefenen.
Als wereldkerk moet ook het Katholicisme in
zijn leden den terugslag der politieke en econo
mische veranderingen gevoelen. Daar zij echter
geen nationale kerk is, kan zij met geen natie
ten onder gaan, en zal zij in haar wezen onver
anderd, ja zelfs verheerlijkt uit dezen strijd te
voorschijn komen. Een bewijs hiervan kunnen wij
reeds zien in de groote macht, welke Benedictus
XV in alle oorlogvoerende landen toegekend
wordt.
Er valt een godsdienstige herleving te con-
stateeren, en deze herleving moet blijvend zijn.
De strijd tegen de genotzucht, tegen het mis
bruik va» het huwelijk, tegen het alcoholisme, de
aansporing om de H.H. Sacramenten veelvuldig
te ontvangen, om zich bij de Katholieke vereem-
gingen aan te sluiten, moeten het thema zijn, dat
voortdurend van den kansel weerklinkt.
Wij staan nog midden in den oorlog, zoo be
sluit het blad, en het is dan ook moeilijk op
grond van ervaringen de definitieve roi van den
godsdienst in dezen oorlog te bepalen. Een ding
is zeker: Voor geen enkele natie, zelfs voor Tur
kije niet, was de godsdienst de aanleiding tot
den oorlog; men kan dus in geen der landen van
godsdienstoorlog spreken. En toch speelt de
godsdienst als godsdienstig leven zoowel in het
vaderland als te velde een gewichtige rol. Want
opnieuw heeft de Katholieke Kerk getoond, dat
zij helden voortbrengt zoowel wat heldenmoed
in den strijd, als uithoudingsvermogen en ge
duld in het vaderland betreft.
Frankrijk's ontvolking".
De „I emps" is slecht tc spreken over de laat
ste cijfers, de geboorten en sterftcn in Frankrijk
betreffende.
Het aantal sterfgevallen bedroeg 357,256 (te
gen 336.411 in de eerste 6 maanden van 1913),
het aantal levend geborenen 331,398 (tegen
335,369), het aantal huwelijken 134,113 (tegen
136,124), het aantal echtscheidingen 6445 (te
gen 6723).
De „Temps" noemt de uitkomsten betreurens
waardig. De geboorten zijn met niet meer dan
3971 toegenomen, de sterfgevallen met 20,845.
Gedurende de eerste helft van 1914 is de Fran
sdie bevolking dus achteruitgegaan met 16,874
zielen, terwijl de Duitsche bevolking toenam met
meer dan een half millioen.
Het aantai huwelijken is bovendien met meer
dan 2000 verminderd.
Het onivolkingsprobleem zegt de Temps
moet na den oorlog dc ernstige aandacht hebben
van règeering, sociologen en wetgevers.
Het heeft die aandacht echter al sinds jaren.
Maar wat helpt dat?
•Regeering en wetgevers vervolgen de eenige,
die dit vraagstuk oplossen kan: de Kerk.
„Zuivering" dep. Duitsche soldaten.
Zooals men weet hebben de Duitsche soldaten
in Russisch Polen veel te lijden van ongedierte,
welke de bewoners en de Russische krijgsgevan
genen hun met liefde overdoen
Daar men vreest, dat gedurende de komende
hitte het migreeren van dit ongedierte op onrust
barende wijze zal toenemen, zijn afdoende mid
delen in voorbereiding. Bij de Russische grens,
te Alexandrowo, worden drie groote houten lood
sen gebouwd, waarin de soldaten door doeltref
fende middelen en op groote schaal, van deze
lastige gasten zullen worden gezuiverd!
Dc onkosten zijn geraamd op een millioen
mark
Géén vrouwelijke barbiers!
Men schrijft ons uit Berlijn:
Tengevolge van de gebeurtenissen zijn, zooals
overal het geval is, verscheidene leemten bij het
personeel der barbiers- en coiffeurszaken te
Berlijn.
Aanvankelijk meende men het ontbrekende
personeel door vrouwen te vervangen. In de Ber-
lijnsche Vereeniging van Barbiers en Kappers
werd dit voorstel echter met overgroote meerder
heid verworpen.
Besloten werd om, onder scherper toezicht der
patroons, den leerjongens gewichtiger werk
zaamheden te laten verrichten, om aldus in het
gebrek aan bekwame krachten te voorzien.
Dnltsclie officieren in Bvitséhe
gevangenschap.
Verhalen hebben geloopen, dat den Duitschen
officieren, in Britsche gevangenschap zulk een
heerlijk leventje zou zijn bereid.
De „Times" vindt het niet goed, dat zulk een
denkbeeld ingang zou vinden en vertelt nu hoe
liet leven van die gevangenen in Donington
Hall, waar een deel van hen is ondergebracht,
ingericht is.
De commandant en zijn helpers moedigen
buitenluchtspelen aanmaar daar wordt weinig
werk van gemaakt. Ér wordt tennis gespeeld
maar er is geen „court" en het noodige om voet
bal te spelen is er niet; wilden de gevangenen
het hebben, dan zouden zij zeiven daarin moeten
voorzien.
Zij krijgen 1 pd. st. per week en moeten daar
mede alles koopen, wat zij noodig hebben. Met
bepaalde tusschenpoozen mogen zij kennissen
ontvangen, maar er is altijd een wacht tegen
woordig. Gewone bezoekers worden niet toege
laten.
De kost is van de allereenvoudigste soort en
er is geen zweem van luxe. De Duitscliers wor
den nooit buiten de prikkeldraadversperring om
het huis gelaten. De bewering, dat zij zouden
worden vertroeteld is zonder eenigen grond.
Boeken en kaartspelen zijn hun voornaamste
bezigheden.
Ja, indien gij waterzuchtige zwellingen on
der de oogon, in de enkels of polsen, of wa-
torstoornissen hebt, indien gij iederen mor
gen vermoeid opstaat en uw slaap verstoord
is; indien gij stekende pijn in den rug en de
lendenen 'hebt of rheumatische pijnen in do
ledematen; ischias, rheumatiek, jicht, steen,
nremie kunnen de gevolgen er van zijn.
Fester's Rugpijn Nieren Pillen genezen
nierkwalen, doordat zij de zwakke of zieke
ric-ren versterken on genezen, en baar zoo
doende in staat stellen om haar gewichtig
werk, het filtreeren van het bloed, behoor
lijk te verrichten. Uw leven hangt van uw
nieren af, want iedere drie minuten, dag en
nacht, wordt het bloed door de nieren ge
voerd. Haar te verwaarloozen ia gevaarlijk,
doch indien gij baar gezond houdt, houden
zü u gezond. Fosters Rugpijn Nieren Pillen
zullen dit voor u doen en haar genezen, in
dien zij ziek zijn.
Te Haarlem verkrjjgb. bij de heeren K.
v. Eden, Spaar no 38, en J. J. Göppinger, Gr.
Houtstr. 147a. Toezending geschiedt fran
co na ontvangst van
postwissel k 1.75 voor
één, of 10.voor zes
•Hozen, Eischt de echte
Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke doos,
die niet voorzien is v?n
nevenstaand handelsmerk.
GEWISSELDE STUKKEN.
Verzekering' tegen molest.
Hét afdeelingsverslag der Tweede Kamer
betreffende het wetsontwerp houdende
machtiging tot bet aangaan van verzeke-
ringsovereenkomsten tegen het gevaar van I
molest in verband met den tegemvoordigen
oorlogstoestand beantwoordende, erkent de
Minister van Landbouw, N. en H., dat de!
wijze waaróp het wetsontwerp werd toege
lici t sober was, doch bet heeft, zegt hij, dat
goede gevolg gehad, dat zij aanleiding gaf
tot de belangwekkende beschouwingen in 't
voorloopig verslag vervat, welke aan het,
tot stand brengen der beoogde regeling in
gomefti overleg met do Staten-Generaal ze
ker bevorderlijk kunnen, zijn.
Tegenover de klacht over onvoldoende
toelichting van het wetsontwerp acht de
Minister zich verplicht in het licht te stel
len waarom op 24 Februari bet wetsontwerp
ju den gekozen vorm bii de Staten-Generaal
werd aanhangig gemaakt.
Inderdaad was, zooals in bet voorloopig
verslag wordt verondersteld, de verklaring
der Duiteeho regeering nopens de te nemen
maatregelen tor zee, met de kans op repre-
saiUeifif-fitregelen der geallieerden, de aan
leiding voor de Regeering om in deze de
bevoegdheid tot ingrijpen harerzijds te vra
gen. De Regeering meent, dat het geregeld
voortgaan van de Nederlandschie scheep
vaart een dusdanig groot landsbelang ie, dat
zij in baar plicht zou te kort schieten wan-
-ueer zij, als de omstandigheden dit naar hare
mecnlng noodig maken, niet onverwijld
maatregelen voorbereidt om den geregelden
voortgang te verzekeren.
Dat er kans op storing van dien voortgang
bestond, moest zij kort voor de indiening
van het wetsontwerp wel aannemen. Ver
schillende belangrijke reederijen' wendden
zich in die dagen tot den Minister met bet
verzoek in de verzekering tegen molest van
sommige caseo's of in het algemeen tc voor-
zieu. Die verzekering ondervond bezwaar, in
elk geval bestond voor de naaste toekomst!
groote onzekerheid, en onder den indruk"
(niet onder den druk, zooals in het Voor
loopig Verslag staat geschreven) van de al
dus blijkende ongerustheid, achtte de Minis
ter zich verplicht onverwijld de noodige wet
telijke machtiging tot Regeeringsmaafrege
len te bevorderen.
De Minister wensehte nader overleg met,
deskundigen, alvorens zijne denkbeelden na
der te formuleeren en hij achtte zich niet
verantwoord de indiening van bet wetsont
werp te doen wachten op den afloop van
dit overleg. Het kon toch zijn dat de loop
der omstandigheden een onmiddellijk ingrij
pen noodzakelijk zou maken en dan was het
beter, dat een wetsontwerp met een sobere
toelichting dan dat in het geheel geen wets
ontwerp bij de Staten-Generaal aanhangig
was.
De Minister geeft toe, dat er voor het
oogenblik meer gelegenheid bestaat om op
de particuliere assurantiemarkt molest-risi-
eo's te plaatsen dan in het midden van Fe-
Alle betalende abonné'9 op dit blad, die fa
het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn vol
gens de bepalingen op de polissen vermeld,
tegen ongelukken verzekerd voor
f Cl 11 Cl GULDEN bij levenslange onee-
B w w gcjjjttbeid tot werken.
3QO GULDEN bij verlies van een
«PW ilaQ£j 0f vöet.
fggjj GULDEN bij verlies van één wijs-
vinger.
|S| GULDEN bij verlies van éér
anderen vinger.
De u'tkeeriiig dezer bedragen wordt gega
randeerd door dc Maatschappij „HOLLAND-
SCHE ALGEMEENE V EKZE K ERIN US-
BANK" te Schiedam.
brnari.
Het zou echter z.i. van weinig inzicht g&
tuigen hieruit af te leiden, dat men thans
gerust kan zijn. Immers'vooreerst mag men,
indien men de tegenwoordige markt voldoen
de acht, met uit het oog verliezen, dat zon
der de vreemde, speciaal de Londensehe as.
eurantiemarkt, er zeker geen genoegzame
gelegenheid tot assurantie zou bestaan. Da'
de onafhankelijkheid van bet buitenland in
deze bezwaren en gevaren medebrengt, valt
niet te ontkennen.
In de tweede plaats mag in dezen onaeke-
ren tijd de toestand van bet oogenblik geen
maatstaf zijn.
Wil nu de Staat werkelijk in dit opzicht
voorbereid zijn, dan moet de Staatsverzeke
ring reeds, vooraf in werking zijn geweest.
De bedoeling is daarom bij do aanneming
van dit wetsvoorstel de Staatsverzekering
aanstonds in werking te stellen, ook al zou
deze op dat tijdstip niet onmisbaar zijn.
In de praktijk zal dan vanzelf blijken iu
hoever do Staatsverzekering in een behoefte
voorziet.
Volgens bet gewijzigd wetsontwerp zullen
Nederlandsche verzekeraars, assnrantiemaai-
schappijen of maatschappijen, zooals deze
laatste zich in den laatsten tijd hebben ge
vormd, bij den Staat hunne molestrisico op
Nederlandsche schepen of op goederen in
neutrale schepen, waarbij Nederlandsche be
langen zijn betrokken, kunnen herverzeke
ren, mits zij een tiende van het gelieelc risico
zelf blijven looyen.
Het moet daarbij vaststaan, dat bij de
wijze waarop verzekerd wordt, do betrokken
belangen van handel en scheepvaart vol
doende in het oog gebonden en moet men
er zéker van kunnen zijn dat de verzekeraar
serieus is en de assurantie commercieel op
gevat.
Verder is de bedoeling, dat (lo promiën
door de Regeering te vorderen, overeenko
men met de premiën door de verzekeraars
gevraagd, behoudens eene winstmarge voor
deze; te lage premiën zonden den Staat be-
nadeelen.
Het is het voornemen van den minister
voor de uitvoering der wet te Amsterdam
en te Rotterdam vertegenwoordigers der Re
geering aan te stellen. Deze zullen zich bij
do uitvoering van bun taak hebben te hou
den aan door den Minister vast te stellen
regelen en verder door hem te geven in
structie.
De Minister acht het wensdbelijk hierbij
voorlichting te kuiten volgen van een Col
lege van Advies, bestaande uit gezaghebben
de en destkundige personen op bet gebied van
handel, scheepvaart en assurantie. Hij zal
bij de aanneming van het wetsontwerp do
instelling van zulk een Commissie van Ad.
vies bevorderen en die commissie dan over
alle belangrijke maatregelen door hem te
nemen, hooren.
Bij de verdere uitvoering der verzekering
door den Staat ligt het in de bedoeling de
praktijk van het assurantievak te volgen.
Dat het, Wetboek van Koophandel op deze
verzekering van toepassing zal zijn, is uit
den aard der zaak niet uit het oog verloren.
STROO VOOR DE FABRIEKEN.
Eene commissie, ingesteld in overleg met den
directeur-generaal van den Landbouw en be*
staande uit de fabrikanten Lole, te Appmgedam,
*19)
hij de oude dame een zetel aan-
hij op hoffelijken toon:
WoouhS d°et ons dus de eer aan, ons land be-
voar te vinden, mevrouw de barones!
®aroio niet?
Het'L'hie^0 V0€£t'e €r hij:
fotaris, mooi, 6cC?u^tadi* kal™' ™a,rde
token «n de frissch^f helder*
«heer verlangen! lnoht" men
Dus gij blijft bij ons?
Ik zou het gaarne wenschen, maar
J? .11 kan niet altijd doen wat men wiL Even-
j^b de tijden zijn heel wat rustiger gewon.
jpi «prak die woorden op vriendelü&en
jtl steeds met een lachje om haar mond
den notaris maakte zij, zooals op ieder,
tobi„ia.r ontmoette, den. indruk van een bë-
tyfhjkc oude dame.
z,°u haren opzichte eenige vrees
kunnen gevoelen!
v. ?u' men in haar omgeving een dra-
onnen veronderstellen, hinderlagen, die
in haar nabijheid waren gelegd?
Zij deed vooral haar best om dokter Nol-
lan gerust te stellen, voor wieu zij zich bui
tengewoon voorkomend toonde.
De notaris merkte op, terwijl bii met zijn
oogeu naai' Rose de Trémazan wees:
Het was een groot geluk voor haar, dat
zij u heeft aangetroffen, mevrouw de baro
nes.
O, en op welk een slechte plaats leer
den wij elkaar kennen! Het was voor mij
zeker even gelukkig als voor haar. Wat had
ik inoeteri beginnen, ik, eenzame, oude vrouw
zonder kindex'en, zonder bloedverwanten.
ik zal niet zeggen zonder erfgenamen, want
die vindt men altijd wel!
Gij houdt veel van haar.
Als van mijn eigen kind.
Rose stond eenige passen, van haar af in
gesprek met dokter Bachelin.
Hubert Nollan was den notai'is en de ba
rones genaderd.
Zij hernam:
Of ik van baar houd, waarde notaris!
Hoe zou ik anders kunnen! Zij beeft
een voortreffelijk karakter, goed en offer
vaardig, tot niets slechts in staat, heldhaftig,
zoowel om goed te doen als om tegenspoed
te trotseeren.
Zij keek den bruidegom ami met veelzeg
gen den blik en voegde er bjj:
Hij, die zulk een schat verwerft, mag
wel gelukkig heeten.
En snel liet zij er op volgen:
Ik had haar u kunnen betwisten, dok
ter, maar wanneer ik eenigen invloed op
haar besluit heb uitgeoefend, dan is dat te
uwen gunste geweest. O, gij zult wel een
groot misdadiger zijn, wanneer gij haar het
leven niet gelukkig maakt en baar bet ver
leden niet doet vergeten.
Ik zweer u, mevrouw, dat ik geen an
der levensdoel heb.
Daar vertrouw ik op.
Hoe had men achterdocht kunnen koeste
ren tegen een zoo beminnelijke oude dame,
zoo lieftallig- in haar omgang, van wie men
nooit anders hoorde dan vriendelijke woor
den, steeds bereid om diensten te bewijzen
onder alle omstandigheden en, aan elk, die
ze noodig bad?
Wanneer Hubert Nollan nog wantrouwen
bad gehad, zou hij bet hebben verloren door
naar haar te luisteren.
Maar bij had het niet.
De fortuin had hem loet alles begunstigd
en op haar rekende hij nog verder.
Nog slechts 24 nren en Rose zon de zijne
zijn voor altijd, de onverbreekbare band zou
tusscben heu zijn neergelgd, zii zou zijn
naam hebben aangenomen, en beloofd hem
te zullen volgen overal, waar bii baar wilde
heenvoeren.
Notaris Séaécan opende 't eahicr. .waarin
't perkament lag, dat, met groote duidelijke
letters de bepalingen, van bet huwelijk in
hield en begoii te lezen.
Een aandaehig gehoor had de notaris niet.
Bachelin luisterde slecht» verstrooid naar
hem.
Hubert Nollan verdiepte zich m de be
schouwing van Rose en hoorde niets en Rose
zelf adbeen ook al weinig aandacht te schen
ken aan een contract, waarbij zii toch een
overwegend belang had.
Alleen de oude barones scheen zeer oplet
tend te luisteren en de bepalingen van bet
contract te overwegen.
Toen zij de opsomming hoorde van al de
goederen, die eenmaal den Trémazan's had
den toebehoord en de bepaling, dat die goe
deren zonder uitzondering het eigendom
van de vrouw zouden zijn bii hot overlijden
van den echtgenoot, toonde zij zich zeer vol
daan en wierp den dokter een dankbaren
blik toe.
De barones de Fxévent bewees ook nu, dat
zij een moeder voor Rose wilde zijn: zij zag
nauwkeurig toe, dat niets de belangen van
haar dochter zou kunnen schaden.
Sénécan was eeu notaris, die zijn vak vol
komen bleek te verstaan.
Zijn contract was onaanvechtbaar.
De scherpzinnigste jurist zou daaraan
geen haakje gevonden hébben om iets aan
op te hangen,
Toen de notai'is gereed was met de voor
lezing, zette Rose haar handteehening onder
het geschrevene, snel, als met weerzin.
Haar wenkbrauwen waren gefronst, haar
gelaat had een bittere uitdrukking aange
nomen.
Een blik van de barones herinnerde er
aan dat het noodig was haar rol tot het ein
de toe te spelen.
Zij zudhtte en herwon haar kalmte.
Toen zij met baar gezellin weer in het ril»
tuig stapte, dat haar naar het kasteel Arn
gouges zou terugbrengen, bedankte zij den
notaris Sénécan en zij nvriend, dokter Ba*
ohelin met ontroerde stem en vroeg zee*
zacht aan laatstgenoemde:
Ziet gij Thérèse nog wel eene!
Dikwijls.
Zeg haar dan, bid ik u, dat ik nog treu
riger, nog moedeloozer ben dan zij,; zeg haar,
ook dat mijn hart niet veranderd ia en dat
het nooit veranderen zal. Zeg haar dat ik
haar altijd zal liefhebhen ale een «aster. Ba*
looft ge mij dat!
Ja.
Die belofte scheen haar een verlichting
te zijn.
Na een voorspoedige reis kwam men» laa*
in den avond, op Argouges aan, dat
donkerte van den naderenden nacht gene
eenzaam scheen»
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TW£L^,lL.flD
fp