van de Openbare Godsdienstoefeningen in de R.-K. Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen
^n^RKBE RICHTEN
„Likeühoeve" en „Eikenlust"
De nadruk van de berichten en mededeelingen in dit blad i9 verboden.
DERDE ZONDAG NA PASCHEN.
EVANGELIE-VERKLARING
DERDE ZONDAG NA PASOHEN.
SCHOTEN. (St Uf.ro.)
ZONDAG, de Vroegmis om hall 8 en om
10 uur de Hoogmis, 's Middags om 12 sua
Catechismus en om 8 uur Vespers, vooraf
gegaan door een Rozenhoedje voor den vrede
DINSDAG, om kwart voor fl ge*. Si. Aar
toniusmis.
VRIJDAG, avonds om 1 uur Lof taf
eere van het Goddel. Hart .van Jeaua mei
Litanie.
ZATERDAG, 'a middags vaa M uur ge»
tegenheid om to biechten,
.VELSEN (VeteeooorA.)
ZONDAG, de H. H. Missen om
uur, orn 10 uur. yioor de weldoeners
OFFICIEELE KERKLIJST
Dit nu mm rr behoort b« de „Nienwe Haarl Courant" -van 24 April 1915.
uit den eersten brief van den H. Apostel
Petnis; II, 1119.
Zeer geliefden! Ik bid n, als uitlandigen.
en vreemdelingen, dat gij n onthoudt van de
vleeechelijke begeerlijkbeden, die strijd voe
ren tegen de ziel; deidt eenen goeden levens
wandel onder de beidenen, opdat deze om
'datgene waarom zij u ale kwaaddoenere
lasteren. wanneer zij u uit de goede werken
gadeslaan, God mogen verheerlijken op den
dag der bezoeking. Weest dus om God on
derdanig aan alle nienscbeli.iloverheid,
betzij aan den koning, als aan den opperste,
betzij aan de landvoogden, als die door hem
gezonden zijn tot straf der boosdoeners en
lot lof der goeden; want aldus is het de wil
van God, dat gij door goed te doen, de on
wetendheid van dwaze menschen tot zwijgen
brengt; als die vrij zijt, doch de vrijheid niet
bezigt tot een dekmantel der boosheid, maar
aks dienstknechten van God. Eert allen: hebt
de broederschap lief; vreest God: eert den
"koning! Gij dienstknechten, weest in alle
vreeae onderdanig aan uwe bceren, niet al
leen aan die goed en bescheiden, maar ook
aan die bard zijn. Want dit is loffelijk, tn
Ch-ristus Jesus ouzen Heer.
Evang. volgens den H. Joannes; XVI, 1622.
In dien tijd sprak Jesus tot Zijne leerlin
gen: Een weinig tijds, en gii zult Mij niet,
meer zien;; en wederom een weinig tijds, en
gij zult Mij zien; want Ik ga tot den Vader.
Sommigen dan van Zijne leerlingen zeiden
tot elkander: Wat is dit, betgeen Hü ons
zegt: Een weinig tijde en gii zult Mij niet
zien; en wederom een weinig tijds en gij
zult Mij zien; en: Want Ik ga tot den Va
der? Zij zeiden dan: Wat ie dit, betgeen Hij
■«egt: een weinig tijds? wij wéten niet wat
Hij spreekt. Jesus nu wist, dat zij Hem wil
den ondervragen en zeide tot hen: Gii vraagt
onder elkander (lèArover, dat Ik gezegd heb:
Een weinig tijd» en gii zult Mü niet zien;
en wederom een weinig tijds, en gii zult Mij
zien. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult
«dhr ei en en weeiieu, doch de wereld zal
zich verbengen*, gij echter zult in droefheid
*ün; maar uwe droefheid zal in vreugde
veranderen. Eene vrouw, wanneer zij baart,
hoeft droefheid, dewijl haar uur gekomen is;
maar als zij het kind gebaard heeft, denkt
«ij niet meer aan de kwelling, wegens de
vreugde, dat er een menecb ter wereld ge
boren is. Ook gij dan hebt nu wel droefheid;
'doch Ik zal u wederom zien; en uw bart
«al zich verheugen, en niemand zal u uwe
Vreugde ontnemen.
In het Evangelie van dezeu Zondag be
gint de Zaligmaker Zijne Apostelen voor te
bereiden op Zijn aanstaand scheiden van
hen en hun verschillende troostredenen aan
te geven, die hunne rechtmatige droefheid
daarover moesten verminderen. Het is een,
gedeelte van de zoogenaamde afscheidsrede
dos Heeren, de aandoenlijke laatste woorden
vau een teeder vader tot zijne geliefde kin
deren.
„Een weinig tijds en gij zult Mü niet meer
zien, en wederom een weinig tijds en gij zult
Mij zien". Jesus sprak hier, volgens de op
vatting van vele Sellviftverklaardtire, van
den korten tijd, die verliep van het uur der
begrafenis tot het oogenblik waarop Hij na
Zijne Verrijzenis aan Zijne Apostelen ver
scheen. D« apostelen waren bedroefd over
de voorzegging van hun Meester, dat Hij
hen weldra zou verlaten, en om hen in die
droefheid te troosten, verzekert Jesns hun
dat Hij kort na Zijn dood wederom in hnn
midden zon verschijnen en gedurende eeni-
geu tijd met hen zou zijn, om hen daarna ech
ter voor goed van Zijne zichtbare tegenwoor
digheid te berooven, door Zijn terugkeer tot
yvan Wien Hü was uitgegaan:
„want m ga tot den Vader". Geheel duide
lijk waren Zijne woorden eehter nog niet
voor de Apostelen, die nog zoo weinig van
het geheim der kruizes begrepen, en daarom
spraken zij onder elkander wat toch die
woorden moesten heteekenen„wij weten
niet wat Hij zegt".
Jesus, die hunne onwetendheid op dit punt
kende, wilde echter de duisternis Zijner
woorden niet geheel wegnemen, den sluier
dtr geheimzinnigheid lichtte Hij niet op, om
redenen die ons verborgen zijn, maar door
ons moeten geëerbiedigd worden. Wij allen
echter kunnen die woorden: een weinig tijds
cu gij zult Mij zien, als tot ons gesproken
opvatten, en ae verklaren als tot ons gezegd
om ons te troosten, wanneer rampen en we
derwaardigheden Ons treffen. Een weinig
tijds slechte zullen zij duren, en dan, ais wij
iö goeden geest verdragen hebben, dan
kuilen wij God zien* dan zal al ons lijden
geëindigd zijn, en wij in de glorie des he
kels getroost worden over al de droefheid
"Van dit leven.
Hoewel het hun niet geheel duidelijk was,
«wegen, de Apostelen verder, maar hunne
droefheid was niet gelbeel weggenomen, en
daarom gaf Jesus hun een nieuwen troost
door hun te zeggen dat weldra hnnne droef
heid in vreugde zou veranderen. De bedor
ven wereld zou zich wel verheugen over hun
droefheid, verhengen ook dat Jesns de
«di'enge zedenmeester, die hnnne ondeugden
zonder voorafgaande pijnen en smarten',
maar evenals die smarten kortstondig en
snel voorbijgaande zijn, zoo ia het ook met
do smarten der Apostelen en van iederen
christen. Snel gaan zij voorbij en worden ge
volgd door een eeuwige vreugde, die nie
mand aan hnnne harten ontnemen kan. Zelfs
moeten die beproevingen den christen dier
baar zijn en hij er naar verlangen, evenals
eene vrouw zich liever onderwerpt aan de
smarten van het moedcrechap dan dat zü
aan de vreugde daarvan verzaken zou. Ge
lijk eene vrouw later hare smarten niet meer
gedenkt om de vreugde dat er een mensch
ter wereld geboren is, zoo zullen ook wij de
kortstondige smarten dezer wereld niet meer
gedenken, wanneer wij eenmaal in het rijk
der zaligheid zijn opgenomen. Laat die ge
dachte ons steeds bijblijven in alle moeilijk
heden en beproevingen van het leven, dan
zullen wij die moeilijkheden met gelaten
heid en zelfs met blijdschap op ons nemen,
denkend dat evenals Christus door Zijn lij
den tot Zijn heerlijkheid is ingegaau, wij ook
zeker zullen komen door het lijden tot de
eeuwige vreugde des hemels.
Ongeveer twee uur van de Oldenburger gren
zen ligt het dorpje Twistringen. Op een uur af
stand daarvan liggen de boerenhofsteden
„Eikenhoeve" en „Eikenlust"; beide omgeven
door prachtige oude eiken maar voor het ove
rige van de buitenwereld geheel afgesloten. Op
de heide van „Eeikenlust" groeide welig espar-
togrns, liet geliefde voedsel der schapen en
dientengevolge weidden de schapen der beide be
zittingen met- bijzondere voorliefde op dezen
grond.
De bezitter van de „Eikenhoeve," l'reder-ik
Brenning, was een degelijk en vlijtig man, die
al zijne zorgen aan zijn hof wijdde en zich ver
der weinig met anderen bemoeide. Hendrik
Erombeek, de boer van den „Eikenlust" daaren
tegen was een luiaard, die het beheer van zijn
goed aan anderen overliet en er zich niets meer
van -aantrok, sinds hij oen groote «om gelde
uit de loterij had getrokken. Zijne vrouw was
gestorven en met zijn eenige dochter etond hij
niet op goeden voet. Immers, zij was met den
©envoudigen schoolmeester van bet naburige
dorp getrouwd en mocht na deze mesaillance
het vaderlijk «tf niet meer betreden, Krom-
beek was den meesten tijd in de herberg te vin
den; zijne meiden en knechts maakten zich het
leven ook al zoo aangenaam mogelijk en ver
moeiden zich niet bovenmatig met hun werk.
Voor Brenning was het ©ene aangename ge-
waarwoording, dat, toen de schapen van zijn
buurman zoo voor en na geslacht werden of
stierven, deze zich geen nieuwe meer aan
schafte, zoodat zijne schapen de geheelc vlakte
voor zich alleen konden benutten. Dat ging zoo
vele jaren goed', totdat Krombeek door eene be
ne roert® was getroffen en na diens dood zijn
doel iter, die reeds in de eerste jaren van liaar
huwelijk weduwe was geworden, het beheer
der vaderlijke bezittingen op zich nam. Bij haar
aankomst trof zij alles in eeno verregaanden
staat van verwaarloozing aan; met veel energie
en wilskracht wist zij echter spoedig dien toe
stand te verbeteren. Zij begon met het luie
dienstpersoneel te ontslaan en gin? net nieuwe
met haar goed voorbeeld voor. Zij was overal
zöl'f bij; werkte van 'e morgens tot 's avonds
en al spoedig waren er vele verbeteringen tot
stand gekomen.
Op zekeren dag kwam die sehaaphoedior van
boer Brenning met de boodschap, dat hij met
zijne schapen van den grond van „Eikenlust"
was verdreven.
„Door wie?" riep Brenning, rood van toorn.
„Door den nieuwen schaaphoeder ginder; hij
zei, dat ik daar niets te maken had. Zij hebben
zelf weer schapen en ik moest met de onze maar
op eigen grond blijven!"
„Zool en jij, lummel, bent maar direct op den
loop gegaan als een bang schaap?"
„O,, neen boer, wij hebben gevochten, hij on
ik en onze honden hebban, elkaar gebeten, toen
opeens hoorde ik de stem van de nieuwe boerin,
die riep tegen den grooten knecht: „geef dien
bruisten jongen een pak slaag, als hij niet gauw
maakt dat hij wegkomt" en toen kwam de
knecht op mij af, en ben ik-pas op den loop ge
gaan."
Gedurende dit gesprek was de boer met den
jongen in de buurt van „Eikenlust" gekomen;
hij meende plotseling een boerinnenkap te zien
verwjjnen achter de achterdeur.
„Zoo," sprak hij tegen den schaapshoeder van
„Eikenlust," „nu wal ik zelfs eens hiér bij mijn
schapen blijven en eens zien, wie mij hier durft
verjagen. Laat ze-eens komen, die 1 vogclvcr-
schrikster, als ze durftl"
De jongens grinnikten tegelijkertijd hoorde
Brenning eene opgewonden vrouwenstem hem
toeroepenik ben baas op mijn eigen grond en
heb met al dat vreemde voik niets te maken;
houd je schapen maar op je eigen grond., ik wil
ze hier niet meer hebben, hoor!"
Rood van woede riep hij terug: „Mensch, wat
denk je wel? Zou je mjj de wet willen voor
schrijven? Jaren en jaren hebben mijn beesten
op dozen grond mogen weiden en wou je me
goed kende en, zoo scherp veroordeelde, j dat nu verbieden Ik heb met die nieuwe kun-
wiet meer zijn zon om hnnne zonden be-«ten niets te maken."
- te maken, doch ook die vreugde aou
ei Van *UI1?en duur zijn, ook voor de we-
■t md zou weldra de tijd komen, dat zij Jesns
*ien om haar te oordeelen.
*toiun ve;r<lerc troost voor de apostelen was
iww 611 onhandigheid, dat het lijden
W^mzakelyk was voor hen, evengoed als
°r Jesns zeiven, om tot de glorie dee he-
yls te komen. Hij maakt hun dit duidelijk
hen te wijzen op het feit, dat ook de
oudervreugde niet kan gesmaakt worden
„Best," riep de vrouw terug, „we zullen zien,
wie aan 't, langste eind trekt," en daarop werd
een deur hard dichtgesmeten.
Boer Brenning ging naar huis «u vanaf dat
oogenblik ontstond er eeno groote vijandschap
tusschen de bewoners van de „Eikenhoeve" en
den „Eikenlust."
Eenige dagen later ontving de heer Borger»,
wethouder, tevens kantonrechter van Twistrin
gen, twee brieven; Brenning wilde een proces
tegen de wedurw»; dieze een tegen Brenning.
De heer Bergers bestelde de beide reebtzoe-
kenden den eerstvolgenden Vrijdagmorgen ten
zijnen kantore, daar bij dien morg'en tevens een
bruidspaar in he t huwelijk zou verbinden en dus
deze twee verschillende zaken op denzelfden
morgen zou behandelen.
Toen de weduwe van den „Eikenliust" zich
op den bewusteu morgen op weg begaf, nam zij
uit voorzichtigheid haar eohaaphoeder mee, in
geval soms een getuige noodig was. Hü kon
immers in de dorpsherberg wachten ,om zoo
noodig terstond by de hand te zijn.
Toen. zij beiden in haar tentwagen op den groo
ten weg reden, kwamen zij den boer van do
„Eikenhoeve voorbij, die zich ook vergezeld
van zijn jongen, naar het dorp begaf. Later
troffen zij elkaar in do wachtkamer van den
heer Borger». Beiden hadden voor deze buiten
gewone gelegenheid hun Zondagsche kleeren
aangetrokken en wachtten nu vol spanning op
de dingen, die komen zouden.
Een klerk bracht hen in het kantoor van den
wethouder die bij hun binnentreden, hen vrien-
delijk groette, en hun een stoel aanbood, heiden
naast elkaar, met de woorden „neemt u plaats!"
Dat klonk wel aanmoedigend, maar toch ge
voelde zich de een, zoowel als de ander, niet erg
op zijn gemak voor de groote, groene tafel,
„Komen de getuigea n0g niet? vroeg de heer
Burgers, eensklaps de stilte verbrekend.
„Ik heb den mijne meegebracht" zei Brenning
gewichtig; ik wist echter niet, of hij direct mee
moest komen; hij is die herberg."
„De mijne ook] «p. weduwe.
Mijnheer Borgers lachte.
„Ja, maar zonder getuigen gaat liet to eb
niet," zeide hij.
„Dan aai ik ze wel even halen," zei Brenning
opstaande.
„O, neen, zei <lc wethouder welwillend, „op
zulk een dag ie dat niet noodig, ik zal even een
van mijne klerken sturen om ae te halen."
Hij ging heen en liet beiden in gedrukte stem
ming achter. Do weduwe keek Brenning zoo nu
en dan eens sluike van ter zijde aan en vond,
dat deze er in zijn Zondagsche pak lang niet
kwaad uitzag.
Brenning op zijn beurt bekeek de weduwe
en, na eenige mallen den mond geopend te heb
ben, om te spreken, xeide hij: „hm, ik wil u
toch nog even zeggen, dat.dat ik, dat, wat
ik toen gezegd, heb, eigenlijk.hm, je, eigen
lijk toch Diet zou gezegd hebben, als ik u eerder
gerien had
„Dus, 't is toch niet zoo erg met die vogel-
verschriksiteri" vroeg zij.
„Neen, dat zie ik nu toch zelf wel in."
„Ja maar, dat schelden zal u toch wel aan-
gerekend worden Brenning!"
„Ja maar, door een vreemde mij de wet te
laten voorschrijven, heb ik ook nog nooit ge
daan en zeker niet door eeno vrouw" zei Bren
ning; „maar je zult het misschien ook wel niet
zóó tii'g gemeend hebben?"
Terwijl de weduwe zich daarvan overtuigde
keerde de heer Borgers terug.
,,'t Is Jets loom buiten vandaag, zeido hij,
anders wel prachtig weer; dat beteekont geluk
op zoo'n dag; 't is heel verstandig van U, dat
U den Vrydag uitkoos; hij is even goed, als alle
andere dagen voor eene bruiloft."
„Ja, zuchtte de weduwe een weinig- verbaasd,
mijn trouwdag was ook een Vrijdag."
„0, was II dan al eens getrouwd?" vroeg de
wethouder.
„Ik ben weduwe," sprak ze zuchtend en haaide
haar zakdoek te voorschijn.
„Zoo? nu, dan zulten wij hopen, dat u mefeuw
tweeden man zéér veel gelukkige jaren, moogt
doorbrengen."
De weduwe werd vertegen, bloosde en zei:
dat heeft nog 'ten tijd
Mijnheer Borgers verstond deze woorden niet,
daar op dit oogenblik de twee jongens, de ge
tuigen, verlegen binnen kwamen. Hij keek hen
verbaasd aan en riep: „ja maar, dat gaat toch
niet, moeten die «te getuig^ dienen, zo zjjn
toch nog te jong!"
„Ja maar, ze zijn eT toch bij geweest 1" zei
Brenning.
„En ze hebben samen govocliten!" riep de
weduwe enhij heeft mij uitgescholden,"
riep ze met een vingerwijzing op Brenning,
„En zy mij!" riep dcz0-
Plotseling werd er geklopt en daar verscheen
een feestelijk gekleed bruidspaar, gevolgd door
twee mannen als getuigen.
Mijnheer Borgers stond verbaasd op. Ja,.
nu begrijp ik er toch mets meer van.
Hy wendde zich tot de heiden aan de groene
tafel en vroeg: „is 11 *'a 11 niet het bruidspaar,
dat ik heden in den echt zou verbinden?"
Vuurrood riep de weduwe: „wat? hij en ik?
Nu, ik zou je toch danken 1"
Brenning was verbluft en stond sprakeloos;
de jongens grinnikteD- t
„O, dus dan zijt 11 beiden het bruidspaar
vroeg de wethouder, tevens kantonrechter snuf
felende in zyne paP'eren-;- en dan rijt u zeker
de heide partijen van „Eikenhoeve en „Eiken
lust"?
Beiden knikten ja. «e»8 de Jongens.
„Maar, dat is danloc" Cen heete andere zaak
dan zult u toch nog' ®ey beetje moeten wach
ten; ik kan natuurlijk a'et verlangen dat bruid
en bruidegom wachten, tot wij met ons proces
klaar zijn."
„Spaart n vrrdero moeite maar, mijnheer
de wethouder" zei Brenning, die de spraak had
teruggekregen't was van beide kanten niet
zoo erg gemeend-tenminste, als mijn buur
vrouw cr ook zoo over denkt.Hü keek haar
vragend aan.
„Nu ja, ik vind het goed" zei de zij langzaam.
„Zoo mag ik het hoorenzei de lieer Bor
gers en schudde beiden krachtig de hand.
Toen Brenning met zijn jongen naar huis
ging, overviel hun een hevig onweer en een
aanhoudenden stortregen. Eensklaps hoorden rij
achter zich de tentwagen van de weduwe van
„Eikenlust," toen deze hun voorbijreed, werd
het paard ingehouden en de vrouw wendde zich
tot Brenning met do woorden: „by zulk een
weer is het goen doen zoo'n eind te loopeu buur
man, stap hier maar gauw in.
Brenning keek verrast op: als ik mag?"
„'t Is niets meer dan plicht," bij zulk nood
weer iemand een dienst te bewijzen, kom jij er
ook maar in, jongen!"
In de beste gezindheid kwamen zij op den
„Eikenlust" aan en. boer Brenning mocht niet
vertrekken, zonder een kop koffie gebruikt te
hebben.
Zes weken Tater stond de bezitter van de
„Eikenhoeve" weer voor den heer Borgers en
naast hem «lond verlegen en schuchter....
de weduwe van deu „Eikenlust" als zijne
bruid,en het deed den waardigen man zeer
veel genoegen zijne oude kennissen en voorma-
ligeu tegenstanders in het huwd/ijk te verbin
den. Ter wijl zij naurdekerk reden om de plech
tigheid te vieren, zei de bruidegom tot zyne
bruid: „We klagen wel eens, dat vogelverschrik
kers de vogels aantrekken, inpteats van af
schrikken, maar bij menschen- schijnt dat ook
wel eens te gebeuren.
Auteursrecht voorbehouden.
Kathedrale kerk St, Bavo.
ZONDAG, de H.H. Missen om 0, 8
0 uur en om half 11 de Hoogmis. Geen Ca
techismus, maar om half 5 moeten de kin
deren in de kerk komen, die a.s. Donderdag
hun plechtige H. .Communie doen. Half 7
Lof met Rozenhoedje.
MAANDAG, 7 uur Lof met Rozenhoedje
voor de goloovige zielen.
[WOENSDAG, 't avonds van 8- half 8 ge
legenheid om te biechten.
DONDERDAG, 8 uur plechtige H. Mis,
waaronder de kinderen, die 11 jaar zijn,
gemeenschappelijk hun Paschen zullen hou
den. Vóór do H.'Mis de geloofsbelijdenis.
Ilalf 7 plechtig Lof, waaronder Doopbelofte
en opdracht aan Maria.
De H.H. Missen pp dien dag half 7, 7.
uur. en half 8.
ZATERDAG, uur I,of tot opening van
de maand Mei.
Parochiekerk van den II. Joseph.
ZONDAG, Beschermfeest van den H. Jo
seph; de H.H. Missen te 7 uur en half 0
te half 11 plechtige Hoogmis en he
denavond te 7 uur plechtig Lof met feest
predikatie door den .Weleer w. heer J. Mets.
MAANDAG, half 10 mej. van der Aa als
lid van het Gezellenfonds St. Joseph.
DINSDAG, 7 uur mej. de wed. Cobelens
als lid der. 'Br. van Ged. Aanbidding,
's Ar. 7 uur Congregatie.
DONDERDAG, half 8 Lof met gebeden
voor den vrede.
ZATERDAG, ie half 9 H. Mis voor de be
keering der zondaren in de kapel van het
Mirae. Mariabeeld; 's nam. van 5—10 uur ge
legenheid om te biechten; te half 8 Lof
tot opening van do Meimaand.
Do Gateen komt* voor de kinderen van den
leeftijd van 6 jaar, of puder, die nog niet
hunne eerste II. Communie gedaan hebben
wordt gehouden «les Maandags 12 uur voor
do meisjes en des Donderdags 12 uur voor
de jongens,
Parochiekerk van den H. AnUmius
van Pad n«.
ZONDAG, te half 7 uur. en half 9. de
gelezen H.H. Misseu; te half 11 de Hoogmis
voor de leden der ,3e Orde van den H. Fran-
ciscus. 's Namiddags te half 4 Vergadering
der 3e Orde en vernieuwing van Professie.
Dien dag in het gesticht St. Joannes de
Deoi na het Lof yan half 3 Predikatie voor
de Doofstommen door den Eerw. Pater van
den Boezem.
MAANDAG, tc 7 uur, half 8 en 8 uur
de H.H. Misseu voor Mej. Maria Schoor!
geb. Kuijper, als Lid der Broederschap dei;
„HaaiT. Proc. naar iKevelaer."
DINSDAG, Se Dinsdag der, Novene, te 8
uur. gezongen H. Mis ter eero van den H.
Antonius van Padua. 'sAv. half 8 Lof, ver
gadering der Broederschap pn gebeden dei:
Novene.
DujnDERDAG, te half 8 en 3 uur de H.H.
Missen voor Mej. Gortruda Kerkvliet g-eb.
Dorbek, en te 8 uur voor Mej. van Leeuwen
geb. Hoff, als Leden der, Broederschap van
den H. Kruisweg.
VRIJDAG, te half 8 de ij- Mis voor de
overl. Leden der Broederschap „Haarl. Proc.
naar Kevelaer". Te 8 uur gezongen H. Mie.
's Avonds te half 8 Lof en oefening, yan
den H .Kruisweg,
ZATERDAG, le dag der maand Mei, bij
zonder toegewijd aan .de Alierh. Maagd, na
de H. Mis van half 10 het Rozenhoedje met
gebed voor den Vrede en Benedictie met
het AUerh.
Zondag, 2 Mei en .voorts op de Zon- en
Feestdagen de le H. Mis te 6 uur. Op. den
2en Zondag der maand Mei zullen in deze
kerkv 's middags te 12 uur, eenige mannen-
j en vrouwen plaat sen verpacht worden.
Kerk va» het Allerheiligste Hart.
(Kleverparkweg.)
ZONDAG, Feest van den H. Evangelist
Marcus, te 9 uur <lc stille! H. Mie, te half 11
de Hoogmis, voor de Hoogmis sal de Litanie
van Alleheiligen gebeden worden om Gods
zegen over de vruchten der aarde af te
smeeken. Onder de H.H. Missen Predikatie,
to half 1 Catechismus, te 4 uur Lof en Ro
zenhoedje. i
DINSDAG, te half 8 gez. H. Mis ter eere
van den H. Antouius. Het H. Sacrament
bljjft ter aanbidding uitgesteld tot half 10.
Te 7 uur 'Lof; van half 8—half 6 gel.
tot het verkrijgen van Katholieke lectuur.
VRIJDAG, te half 8 gez. H. Mis ter oere
vair het H. Hart, 7 uur Lof.
ZATERDAG, le dag der Meimaand; 's av.
half 8 Meimaandocfeningen en van 5half
10 gelegenheid om te biechten.
In de week de H.H. Missen te half 8 er
9 uur.
A.s. Zondag 2 Mei te half 8 de H. Mis
waaronder de Eerste H. Communie der kin
deren, te 9 uur de stille H. Mis, te half 11
de Hoogmis.
Parochiekerk van Onze Lieve Vrouw.
ZONDAG, lieden Beschermfeest van den
H. Joseph; de H.H. Missen te half 6, 7
en 9 uur en te half 11 de Hoogmis. Te 12
uur Catechismus voor de meisjes en tc 1
uur voor de jongens.
Maandag- en Woensdagavond te half-S Lof
DINSDAG, te half 10 gezongen Bruids
mis ter echtvereeniging van Matthaeus Jo
annes Loogman gn Cornelia Joanna Zand
vliet. Te half 11 gezongen Bruidsmis ter
echtvereeniging van Joannes Andreas Lu
cas en Henrica Barbara van Emmerik.
Aartsbroederschap der H. Familie,
ZONDAG, 25 April, Beschermfeest van
St. Joseph, te verdienen eene volle aflaat
voor alle leden. Heden feestvergaderjng,
voor iedereen toegankelijk. Volgorde: Véni
Creator blz. 36. Odoro te, blz. 74. Ave Ve-
rum, blz. 73. Lied blz. 142. Predicatie. Mag
nificat. Tantum ergo. Lied blz. 103.
DINSDAG, H. Petrus Caaiisus, patroon der
4de sectic.
De vergadering wordt iederen Zondag te
half 5 gehouden in do parochiekerk aan het
Spaarne. Vóór de vergadering bestaat er
gelegenheid zich op te geven als lid der H.
Familie en van „Voor Eer en Deugd."
Parochiekerk vau «lo H.H. Elisabeth en
Barbara. (Scboterkwartier.)
ZONDAG, de H.H. Missen om half 6, kw.
over 7. 9 uur en half 11 de Hoogmis; onder
de H. Mis met zang te kwart over 7, Eerste
H. Communie der kinderen; 's namiddags
3 uur plechtig Lof met predicatie.
DINSDAG, om halt' 8 Lof ter eere van
den H. Antonius en gebeden voor den vrede.
DONDERDAG, 9 uur H. Mis voor de leden
der Broedersch. van O. L. Vr. v. Altijdd,
Bijstand. 'sAv. half 8 Lof ter eere van het
Alierh. Sacr. en gebeden voor den vrede.
ZATERDAG, heden aanvang der Mei
maandgebeden. Morgen viering van het be
gin der Meimaand.
ZONDAG begint de zomerdienst. Eerste
H, Mis om 5 uur.
Parochiekerk Slot Jan.
(Amstcrdamstraat.)
ZONDAG, heden om 7 uur aanneming der
kinderen. Om 7 uur en half 9 de stille H.H. i
Missen, half 11. de Hoogmis, 2 uur Catechis- I 1
mus, 7 uur Lof met predicatie. Voor de
H.H. Missen zal gebeden .worden de Litanie
van Alle heiligen.
DINSDAG, 'sav. half 8 Lof ter eere van
deu 11. Antonius.
WOENSDAG, om half 8 geen H. Mis. Om
9 uur en kwart yoor .10 gez. II, Mis met
Veni Creator.
DONDERDAG, 'sav. half 8 Lol' ter. eere
v. h. H. Sacrament.
.VRIJDAG, n.m. vau half half 6 geL om
te biechten voor de kinderen.
ZATERDAG, n.m. van 4—half 10 gel. om
te biechten. De H.H. Missen te 7 uur, half
8 en 9 uur. Gedurende deze week de Cate
chismus volgens gewoonte.
Woensdag- en Vrijdagmorgen wordt
de kerk om 6 uur geopend, kwart over 6
de H. Communie uitgereikt.
Zaterdagavond om half 8 gezamenlijk Ro
zenhoedje met de Litanie van O. L. Vr. en
het gebed yoor den yrede.
HEEMSTEDE.
ZONDAG, 7 uur en half 9 stille H.H.
Missen; 10 uur Hoogmis. 3 uur Vespers; S
u. LoL
MAANDAG en volgende dagen uitreiking
der II. Communie óók kwart vóór 7.
DONDERDAG, half-8 Gez. H. Mis ter eerei
van het H. Sacrament: des avonds half-8 Lof,
ZATERDAGavond half 8 uur Lof ter eere
van de H. Maagd.
D VEEVEEN.
ZONDAG, de H.H. Missen te uur en t®
half 9, 10 uur de Hoogmis. Te 3 u. Vesper,
MA ANDAG, te 9 uur de gezongene Maand
stond voor den Heer Herman Henricus Joan
nes Hogeman,
DINSDAG, te hall 9 de gezongene u aarge-
tijde voor Wilhelmina .Vogel—van Honscho-1
ten.
ZATERDAG, '«avonds te .7 uur Lof,
Gedurende de .week de H.H. Miseeu te 7
uur en half 3<*
i»