brieven uit duitschland DE OORLOG TELEGRAMMEN Onze Gratis-Ungelukken-Verzekering 400 GULDEN bij overlijden. IOO GULDEN bij verlies van één duim. Van hedenmorgen. öet dl (tsche karakter in dagen OVERZICHT. Ineens is ae oorlog allerbelangrijkst gewor den! Het Duitsche stafbericht brengt plotseling de verbijsterende mededeeling: „de Duitsche artil lerie heeft de vesting Duinkerken onder vuur genomen" Men is eerst geneigd aan een mystificatie te denken, of aan een seinfout: de Duitscheis staan toch nog meer dan dertig kilometer van Duin kerken af! Maar jawel: de nuchtere en flegma tieke Duitsche opmerking wordt dra bevestigd stoor het Fraiische stafbericht, dat ons precies meldt wat er gebeurd is: negentien zware projectielen zijn in Duinkerken geworpen, men sclien zijn gedood, huizen vernield. En daarbij komt de nóg verbazingwekkender mededeeling dat.... de Duitsche vloot „gesig naleerd" is op de Belgische kust, dus dat de Duitsche groote schepen Duinkerken eigenlijk onder vuur hebben genomen. Er is waarlijk geen touw aan vast te maken Waar zit de Engelsche vloot? En wat doen de Engelschen toch? Als het waar is, dat de Duitsche vloot vlak onder de Engeische kust en vóór de Fransche vestingen in het Noorden ligt, is het een bizonder stout stuk, maar dan vraagt zich toch iedereen af: hoe kwamen ze daar zoo zonder slag of stoot?. Het heele geval is raadselachtig. Maarhoe het dan ook loopen zal en wat er eigenlijk ook gebeurt, dat de Duitsche aan- valskracht nog lang niet verzwakt is en hier een oorlog wordt gevoerd zonder weerga, is zeker! Een ander hoogstbelangrijk bericht is, dat de Duitschers in het Oosten plotseling een grooten aanval hebben gedaan in het Noorden van Polen, van Memel uit. Ze hebben de spoorlijn naar het noorden bereikt en bij Sjwali, meer dan honderd kilometers van de Duitsche grens, wordt gevochten. Is dit een nieuwe zet van von Hindenburg, om de Russen te omvatten in een wijden boog van het Noorden uit? Het is een geniale beweging, die hier gemaakt wordt, en ook deze getuigt van de onverzwakte energie en geweldig-blijvende aanvalskracht der Duitsche -legers. an de Daioaneiien is er geen verder nieuws We hadden in onze telegrammen gisterenmiddag een particulier bericht uit Londen, waarin op gezag van dagbladcorrespondenten over groote successen der Engelschen gemeld weid. We lezen nu in de Reuterberichten, dat deze fantastische correspondenten-nieuwtjes, blijkbaar ten pleiziere van de Engelschen gefabriceerd, geweldige over- winningsberichten inhielden. Zoo hooren we van den correspondent der „Daily Chronicle", dat er in de Trojaansche vlakte (dus ten zuiden van Koem Kaleh op den Aziatischen oever) niet min der dan 8000 Turken gevangen genomen zijn, een wapenfeit waarbij deheldendaden, die Achilleus voor circa dertig eeuwen op dezelfde plaats bedreef, kinderspel worden. Een ander bericht vertelt ons dat de heele Turksche troe penmacht tusschen Kilid Bahr en de zuidpunt van Gallipoli „afgesneden" is door een Britsche troepenmacht, die zoo maar eventjes dwars over 't schiereiland getrokken zou zijn, daar waar dit op z'n smalst is; en eindelijk vertelt een derde bericht ons van een leger bejaarde ezels, dat door de Engelschen bij wijze van krijgslist aan land gezet was en door de Turken „verpletterd" werd, terwijl vlak daarnaast de Engelsche sol daten met hun kanonnen ongehinderd konden landen Daar er van Engelsche officiëele zijde niet de minste bevestiging van al deze fantasiën is geko men, en integendeel de zaak aan de Dardanellen allesbehalve vlot gaat voor de geallieerden, zul len we deze histories maar tot het rijk der fabelen verwijzen. DE STEMMING IN FRANK RIJK DOOR EEN DUIT- SCHEI! GESCHETST. Een bijzondere correspondent van de „Tag" schrijft van de Fransche grens aan zijn blad over de stemming van de bevolking in Frankrijk. Hij wijst er op, dat de Franschen heel anders over de Duitschers denken, dan de Duitschers over Frankrijk. Duitschland betreurt het, dat het tegen Frankrijk moet oorlog voeren, het erkent de goede Fransche eigenschappen, maai de niet zelden geuite Duitsche wensch, om met den westelijken buurman zoo mogelijk eerder clan met de anderen vrede te sluiten, ja, met hem na den oorlog een nauweren band, zelfs een ver bond te sluiten, wordt door de Franschen met hoon en spot begroet, die er een zwakheid van de Duitschers in zien, en die niet gelooven wil len, dat de „Bodies" Frankrijk niet als een erf vijand beschouwen, maar wel als de medewerker, die in de eerste plaats in aanmerking komt, om aan de toekomst van Europa mee te arbeiden. De correspondent van de „Tag" houdt echter den Duitschers voor, dat de houding van Frank rijk toch wel begriioeliik is,.Men denke eens dat de stand van zaken anderom was, zoo redeneert hij en dat de rijkste Duitsche provincies, die voor het economisch leven van het land noodig zijn, zooals bijv. de Rijnprovincie -niet het geheele industriëele district, door zijn vijand was bezet; dat de Keulsche dom, die als historisch monu ment en als kunstwerk niet de beteekenis van de kathedraal van Rheims bezit, door de onvermij delijke oorlogsschade zwaar beschadigd was; dat Thuringen en Hessen (analoog met het ge bied van de Marne) door geweldige gevechten verwoest waren zou men dan zoo vraagt de correspondent te Berlijn en te Miinchen ook nog zoo bedaard zijn en met dezelfde zake lijke overtuiging zelfs den goeden kant van den vijand kunnen waardeeren?" De schrijver betoogt dan verder, dat die haat van de Franschen tegen al wat Duitsch is, zich op allerlei manieren openbaart en dat daarbij de Fransche eigenschap om zelfs de ernstigste zaken nooit geheel en al ernstig op te nemen, tot uiting komt, want even goed als zij Imma- nuel Kant den oorlog verklaren en zijn geest uit de Sorbonne verdrijven, gaan zij met hetzelfde gewicht den eisch bespreken om alle dashonden van kant te maken, omdat die krombeenige tec kels toch immers ook Duitsche creaturen zijn. De Franschman kan naar 't schijnt een zaak nooit heelemaal au serieux nemen, zegt de correspon- aent van de „Tag", en daarom hecht hij niet veel waarde aan de uitlatingen van de pers en hun invloed op hun lezers. De Parijzenaar verlangt vóór alles van zijn couranten lectuur en amuse ment en gelooft maar half wat ze zeggen, behalv natuurlijk wanneer ze kwaad van de Duitschers spreken. Het Fransche zelfvertrouwen vindt de corres pondent een heel merkwaardig verschijnsel. „Bijna heel België is bezet" aldus redeneert hij „elf van de belangrijkste Fransche depar tementen zijn geheel of ten deele door de Duit schers bezet; sedert acht maanden lijden de Franschen bij liet bestormen van de Duitsche stellingen groote verliezen, waarbij het beste van de volkskracht wordt opgeofferdhoe kunnen zij dan nog hopen Het antwoord, dat de Franschen op die vraag geven, komt hierop neer: In 't begin waren wij onvoldoende uitgerust en toch kon de Duitsche aanval ons met verpletteren. Hoeveel te minder zal dat nu het geval kunnen zijn, nu we na maandenlange inspanning ter dege goed zijn uitgerust. we zijn mans genoeg het met den Duitschen kolossus uit te vechten. Een voort gezet offensief zal niet eens noodig wezen; bij den eersten krachtigen stoot valt het Duitsche jegei uiteen, en zullen de Hannoveranen, de worden1" eieren> de gehate Pruisen afvallig De correspondent schrijft verder hoe het hem getroxien had, dat de soldaten zoo opgewekt en goed gehumeurd waren. Zij zijn bewust van hun plicht als burger en zonder uitbundige geest- c.nft, maar gewillig en waardig verrichten ze hun zware taak. Die houding imponeert wel, want Frankrijk vecht toch ten slotte niet om winst of om ongehoorde toekomstidealen, maar om zijn oude bezit. De troepen, welke in dit vooijaar naar het front worden gestuurd, zijn goed uitgerust, maar er zijn heel wat manschap pen bij, die eigenlijk hadden moeten worden af gekeurd. De schrijver wijst dan verder op den geest onder de bevolking, die rustig en geduldig is, waar ook wel reden voor is, want ze ziet de zee open en den invoer verzekerd, het gewone leven gaat zijn gang bijna als in vredestijd en de voor Frankrijk ongehoorde eensgezindheid onder de partijen duurt voort. Van beteekenis moet worden geacht het door de regeering uit gesproken devies: „Frankrijk strijdt voor België, ]™Leen ó"cJerdruH land, voor de vrijheid der n volken!" De beteekenis daarvan moet ",ct onderschatten, want België's neutraliteit is voor de Franschen het dagelijksch probleem van den oorlog en het bewustzijnWe zijn toch altijd nog maar de oude strijders voor vrijheid en voor recht," geeft kracht. Het deel van de bevolking, dat de gevolgen van den oorlog onmiddellijk ondervindt, is scep tischer gestemd. In die kringen verlangt men hard naar den vrede, al heerscht overal nog het vaste vertrouwen in Joltres krijgsbeleid. DE STRIJD IN DE VOGEZEN. Hoe in de Vogezen gevochten moet worden om elke duimbreed gronds, toont de beschrijving van den strijd om een rotsblok, ergens in een Vogezendal. In de „Vossische Zeitung" leest men: „De Franschen hadden blijkbaar gemerkt van hoeveel waarde ons het bezit van het rotsblok was. Een vrijwilliger, die met doodsverachting op zij van het rotsblok kroop, zag plotseling op kleinen afstand Manschen die ijverig aan een loopgraaf werkten. Deze loopgraaf leidde in de richting van het lotsblok. De vijand wist, hoe moeilijk ons terrein voor een operatie was, terwijl hij het voordeel had van dicht kreupel hout en een zachten bodem. Nu begon er een wedstrijd in het ërav,e,11', e het eerst in het bezit was van 't rotsblok, was meester van de hoogte. Daar men met geweerschoten de gravers niet bereiken kon, were.en handgranaten klaar gelegd. Maar de Franschen waren ons voor. Gelukkig ontplofte er slechts één van de drie handgranaten, zonder ons schade te berokkenen. Ons antwoord liet niet lang op zich wachten. Onze granaten zaten, want de Alpenjagers ren den schreeuwend naaf het kreupelhout terug, waarbij zij nog krachtig beschot enwerden. De loopgraaf naderde het rotsblok tot op negen meter, toen de vijand weer met de handgrana ten begon te werken. Om deze doel te doen tref fen, wierpen de Franschen eerst met steenen. Om een van deze steenen was een nummer van de Matin van 27 November gewikkeld, waarin het natuurlijk wemelde van Duitsche neder- lagen. Maar de Franschen haatten weer geen geluk met hun granaten, die of niet ontploften, óf zonder schade aan te richten. Daarentegen werkten onze granaten zoo goed, dat den Fran schen langen tijd de lust verging de operaties voort te zetten. En f00 werd eindelijk het doel bereikt. De loopgraaf ging tot het rotsblok. Met zandzakken en stalen platen, waartegen de kogels van den vijand terugstieten, werd de rots- groep versterkt tot een bastion. Toen onze schut ters van deze veilige stelling met hun werk begonnen en onze pioniers hun hielpen met goedgemikte handgranaten, lieten de Franschen in de loopgraven alles in de steek, .verdwenen ia het kreupelhout en legden vijftig meter verder een nieuwe loopgraaf aan. IN DEN SNEEUWSTORM. In het „Wiener Fremdenblatt" lezen wij een beschrijving van een tocht van een bataljon van de Firoolsche scherpschutters over de Karpathen in sneeuwstorm. Wij staan aan den voet van den Karpathen- kam. Dfc witte rug gaat schuil achter zware sneeuwwolken. Het program van vandaag luidt: over den kam trein en paarden achterlaten, die langs omwegen zullen volgen. Juist komt een vcrkenningspatrouille van een ander regiment de berghelling af. Zij meldt, dat de kam vandaag niet te passeeren is. Boven woedde een verschrikkelijke sneeuwstorm, die muren van meters hoog had opgebouwd en niets levend uit zijn werveljacht liet. Elk spoor was onmiddellijk weg. Sneeuwplanken braken onder den zwaren last en donderden als lawinen het dal in. De Tirolers wilden het niet gelooven. Hun kapitein, die alle streken en geniepigheden van de bergen kent, geloofde het wel. Maar hij zegt toch: „wij zullen het probeeren." Wij moeten snel ingrijpen. Het regiment scherpschutters beeft onze hulp snel en dringend noodig. Het klimmen begint. Vóór wij nog in de diep ste sneeuw zijn, zien wij de meest indrukwek kende teekens van den oorlog: de soldaten- graven. Het eene houten kruis naast het andere. Soms een kruis met twee dwarslatten. Graven van de orthodoxe Russen. Onhandige letters ver melden de namen van de helden. Daar sluipt een der onzen uit de gelederen, een tweede en een derde volgen. Zij breken takjes van de hoo rnen en vlechten kransen, waarmee- zij de vol gende graven versieren. Daarna wordt de wan deling bergop voortgezet. Steeds wilder wordt de helling. Eerst wervelen er vlokken om onze hoofden. Dan volgen korte harde windstooten, waardoor de schitterende kristallen van de sneeuwhellingen sissend wegvliegen als witte stoom door een geopend ventiel. Deze kristallen bijten en schrammen het vel, doen de brillen beslaan, ontnemen den adem. Na een paar secon den is de „Windbraut" weg. Na deze proeven van haar kracht spaart ze de drift van haar jeugd voor hen, die het wagen haar op te zoeken in haar rijk, daar heel hoog. Wij wagen het. Wij staan dicht onder den kam. Wij weten dit, zonder dat we elkaar zien. Vóór ons rijst de liooge sneeuwmuur. Zijn hoogte is niet te schat ten,«want de bovenkant ligt achter rookwolken, die steeds sneller jagend, steeds dichter worden. De sneeuw, opgezweept door een orkaan, jaagt na eens vlak langs de helling, stijgt dan "weer op tot een indrukwekkende hoogte. Zij veegt als een fijne, witte sluier over ons. En hiérbij klinkt het verschrikkelijkste concert. Nu eens brullend en razend, dan weer fluitend en klagend, woeden de elementen over den kam. Een ieder bukt', trekt het hoofd tusschen de schouders, draait en keert zich om den stoot van den orkaan niet in het gezicht te krijgen. Vergeefsche moeite. De vijand komt van noord en zuid, van oost en west. Dc stem dringt niet door tot den volgenden man. Het ski-detachement bindt de sneeuwschoenen aan. En zoodra er een windstoot uit het zuiden komt, gaat het 't dal in met vliegende vaart, naar den noordelijken voet van de Karpathen. De sneeuw sist. Hei spoor van den voormaiKis niet meer te zien. Dus verder zonder spoor, zon der pad. De eersten vallen, de volgende suizen verder. Allen vechten tegen gebrek aan adem. En toch moeten wij verder, want boven is de dood. Beneden het leven en het regiment, dat op ons wacht. Voorwaarts, steeds voorwaarts. Een valt er in een volgesneeuwdè kuil. Een ander glijdt omlaag met een sneeuwmassa, die losge laten heeft, een derde valt met verstuikten enkel. Eindelijk zijn wij beneden. Het bataljon is niet te herkennen. Het draagt natuurlijke sneeuw- maskers. Van de baarden hangen ijskegels KORTE BERICHTEN Alle betalende abonné's op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn vol gens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor gOÖQ GULDEN bij levenslange onge- schiktheid tot werken. 3QO GULDEN bij verlies van. een hand of voet. f 30 GULDEN bij verlies van één oog GO GULDEN bij verlies van één wiis- vinger. IE GULDEN bij verlies van één anderen vinger. I>e uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de Maatschappij „HOLLAND- SCHE ALGEMEENE VERZEKERINGS BANK" te Schiedam. NIEUWE HAARLtMSCHE COURANT TW,Ei£EiJrflD VAN STRIJD. Berlijn, 26 April 1915. ÏEen zegt dat de Russische „Moesjik" zooals '.Wij hem uit Tolstoi's werken kennen, te midden ran het groote ontwaken der natuur een zoo Sterk verlangen naar zijn akker, die op- hem 'Wacht, gevoelt dat het op heimwee gelijkt. Er is hem in den beginne meegedeeld dat de oor- iiog hoogstens een paar maanden zou duren, en liy heeft daar nu ruimschoots genoeg van. En nu de heilige grond, het doel van zijn bestaan, 'roept, wordt het hem haast te machtig. Doch in daden zet zich zijn dweepend verlangen niet om. •Ook daarvoor is hij een Rus. De Duitsche soldaat, die zijn stukje gepach- teu of eigen grond aan de zorgen van een ouden vader of vrouwelijke familieleden moest over laten, voelt zich zeker ook misplaatst in zijn tegenwoordig bestaan, voor zoover hij niet in het gevecht komt. De tradities van zijn bloed eisciien zijn recht. Hij verschaft het zich, zon der er veel over te spreken. Een verlof van zijn meerdere, die het gaarne geeft, en bij tijgt aan het werk. De aarde roept, de schooue vrucht bare aarde van Vlaanderen, van Noord-Frank rijk. Zoo komt het, dat achter het Duitsche front geploegd, geëgt en gezaaid wordt uit pure Passie van mannen, wier geliefd bedrijf dit is, Van mannen die met een schoone toewijding hun werk v errichten, onverschillig voor de onzeker heid wie de vruchten ervan plukken zal. Is het de vijand, goed, zijn het zijzelven, ook goed. Ik vin dit een roerenden rek van onbaatzuchtig heid. Ook de zuivere schoonheidszin doet daar Wonderen, vlak achter of zelfs in de streek waar de kanonnen bulderen. Keurige plantsoenen w-ordeu aangelegd, parken verzorgd, de begraaf plaatsen der gevallenen met toewijding ver sierd. De ingewortelde en zeker niet gering te schatten eigenschap der Duitschers, zicli aan een gegeven toestand zoo aan te passen, dat de wrijfpunten tot een minimum gereduceerd wor den, wenden zij zooals reeds uit het bovenge- gezegdc blijkt niet alleen ten eigen bate aan. Anders zou zij van zedelijk standpunt niet zoo heel veel beteekenen en licht met een wel ge zond doch daarom nog niet bewonderenswaar dig egoisme verward kunnen worden. Deze eigenschap der hoogste doelmatigheid zooals men haar ook omschrijven kan beduidt echter Veel meer. Zij behoort tot het diepste wezen van het volk en doordringt daardoor vanzelf Alle maatregelen, elke organisatie, wier bezie lend element zij vormt. Zoo vindt zij ook toe passing op de krijgsgevangenen. In Soltau heeft zij ertoe gevoerd, dat een „universiteit voor het kamp van Soltau" opgericht werd, natuur lijk binnen de grenzen van de prikkeldraadver- Perring. B ierdoor werd liet mogelijk dat do êeiuterncerdü Belgen en Franaohen door hun. eigon landslieden, voor zoover deze academische ffraden bezitten, verder opgeleid worden, zoo dat hun academische loopbaan niet al te zeer door deze lange maanden van afwachten onder broken wordt. Het hierdoor bovendien nog ge stichte nut, namelijk dat nu wordt vermeden, dat de geest der gedwon gen onledigheid tot onverkwikkelijke dingen aanleiding geeft, is bijkomstig. Tegen dergelijke verschijnselen zou de administratie immers ge noeg afweermiddelen bezitten. Het doorgevoe de systeem is echter zuiver ten bate der gevan genen. En gelooft men niet dat zulke methodes Oen uitstekend hulpmiddel zijn voor die vreed zame verovering der geesten, die Duitschland (het is in dezen oorlog met schrikwekkend© duidelijkheid gebleken) nog zeer noodig heeft in de wereld Soltau is geen uitzondcriug. In het groote kamp in Göttingen waar vele Engelschen ver toeven wordt eveneens volgens den beschavings- toestand der gevangenen voor ben gezorgd. Do directeur van liet kamp die als inactief offi cier in de universiteitsstad Göttingen woonde en vele relaties met professoren had, bewoog dieze heeren vrijwillige voordrachten in het kamp te houden over de meest verschillende on derwerpen, waarbij zelfs politieke themata, over de diepere oorzaken van den oorlog en de hou- •ding der verschillende mogendheden, aange stipt werden op eene wijze, die noch scherp, noch eenzijdig is, zoodat het beoogd effect niet verloren gaat. Voor eenige dagen is in dit kamp in tegenwoordigheid van den Amerikaan- Sclien en den Spaanschen gezant een groote ostra voor bijeenkomsten gebouwde zaal inge wijd. Gezanten en journalisten van neutrale staten hebben over het. gansche Duitsche Rijk deze kampen bezocht en steeds bevredigende toestan den gevonden. A an een weekelijk régime is nergens sprake en eer men dit veroor deelt stelle men zich eens voor wat daaruit zou ontstaan. Gij in Nederland hebt zélf in uwe interneeriugskampen gezien, dat ledigheid des duivels oorkussen is. Mensclien die nu eenmaal Opgesloten zijn, hebben om die reden alleen al strengere tucht noodig dan andere, al moge dit ook paradox klinken. Aan praatjes over slechte of onvoldoende voe- ^'_ng van ontsnapte gevangenen moet men ook *dot veel waarde hechten. Er steekt niet eens kltijd een boosaardige bedoeling achter zulke ^'achten. Voor het gros der mensclien is andere - °eding dan zij gewend zijn indentiek met s'eehte voeding. Op geengebied is een j^onsch zoo conservatief. Zoo begrijp k volkomen, dat het Duitscho brood fs in vredestijd den aan fijn wittebrood ge- ^enden Fransehraan niet. smaakt, en ook dat de ®isn. (j;e vooral veel willen eten eer zij zich "rzadigd voelen het. quantum dat voor eeu nor. ho öa Buitseher toereikend is onvoldoende ^-•men. Het bewijs hiervoor is dat deze klach- een tijd van acelimatisatie der maag aan -iüeuwe voedingswijze plegenJ© verstommen. Nu de „Katwijk-zaak" de gemoederen niet meer zoo sterk beweegt, is het wellicht dien stig er nog een paar woorden over te zeggen. De Duitsche regeering heeft in hare verklaring een meer dan loyaal standpunt ingenomen, ge zien do omstandigheid dat de torpedeering van dit schip door een Duitschen onderzeeër geenszins bewezen is I Dat geeft iedereen toe. Doch nu een vraag: Zoudt gij niet met het zelfde recht onder de gegeven -omstandigheden een dergelijke verklaring van de andere zijde hebben mogen verwachten? En wat is ridder 1 ijker? A. Zweden en Engeland. De Kon*. Norden seint: Hoe men in Zweden denkt over de voortdurende onaangenaamheden door de Britten aan den Zweedecben handel bereid door de bemoeilijking van het telegrafisch verkeer, het aanhouden van schepen, de hau- dels&pionnage en het gebruik van de Zweed- eclie vlag door Britsche schepen, kan blijken uit hetgeen Nya Dagligt Allehanda schrijft: Het schijnt dat EngelancUliot groote en veel moeite veroorzakende verkeer van telegram men over Zweden met Rusland ten eonen- nialo vergeet, in dat opzicht hangt Enge land van de genade van Zweden af, daarom mag Zweden tegendiensten vragen, ook het geduld der Zweden heeft een grens. Veel geschreeuw en weinig wol. Lloyd George heeft zijn voorstellen tot tegengang vau het drankmisbruik.voor zoover dit de zaak van den aanmaak van oorlogsmateriaal iu Engeland in den weg stond bij het La gerhuis ingediend. Zij zijn bij verre niet van zoo wijd© strekking als men, te oordeeleu naar d© geestdrift, die in de eerste dagen, toen deze anti-drankeampagné geopend werd' over het land voer, had mogen verwachten. an tem gen bepaalden verbodsmaatregel laat staan van een absoluut verbod is geen sprake. Zelfs de whiskey ontspringt den Hans. Enkel worden de recht ené op enkele soorten bijzonder veel alcohol bevattende dranken, verhoogd. En de wijndrinkers laat iaën ook maar meer betalen om ontstem ming onder de etorke-di'ankgcb ruiker© te voorkomen. J i DUITSCH LEGERBERICHT. DUINKER KEN GEBOMBARDEERD. BERLIJN, 30 April. (Officieel.) Het groote hoofdkwartier bericht: Op de kust heerschte een levendige bedrijvigheid van de vijandelijke vliegers. De bommen van do vliegers hebben te Ostende slechts belangrijke schade aan de hui zen veroorzaakt. De vesting Duinkerken is gisteren door onze artillerie ouder .vuur genomen In A laanderen ging de dag voorbij zonder belangrijke gebeurtenissen. Des nachts viel tl vijand aan tusschen Steenstraete en Het Sas Het gevecht duurt' nog voort. Hot bruggehoofd op den westelijken kanaaloever bij Steenstraet© en Het Sas is door ons versterkt en is stevig in ons bezit. Ten oosten van het kanaal, noor delijk van peren trachtten zouaven en turco's onzen rechtervleugel aan te vallen. Deze aanval is door ons vuur gestuit. In Champagne, ten noorden van Le Mesnil, konden de Franschen de eergisteren hun ontnomen stelling niet her overen. Een versterkte stelling van duizend nieter breedte en driehonderd meter diepto is door ons aangelegd en wordt behouden. In Ar- gonne veroverden onze troepen ten noorden van iour-de-Paris stormenderhand een vijandelijks loopgraaf. Een officier en dertig man verde digden dio met goed gevolg, tegen herhaalde jjandelijke aanvallen. Bij Bornay, aan den oos- tclijkeu rand van het Argonnerwoud is een vij andelijk vliegtuig omlaag gestort. De bestuur der en do verkenner vonden den dood. Tusschen Maas en Moezel vielen dc Franschen de giste ren door ons veroverde stellingen op de Maas hoogten aan, maar zonder gevolg. Ook ten noor den van Flirey mislukte een vijandelijke aan val, onder zware verliezen voor den vijand. Bij de gevechten op do Maashoogten van 24 tot 28 April verloren de Fransehen alleen aan gevan genen reeds 43 officieren, onder wie 3 regi- meuts-coriunaudariten, en 4000 man. De kustver- sterkiugen bij Harwich zijn hedennacht met bommen beworpen. FRANSCH BERICHT. PARIJS, 30 April. Het officieele bericht vad den staf vermeldt: Er zijn Duitscho oorlogs schepen gesignaleerd op zee voor de Belgische kust. Duinkerken werd beschoten met 19 hommen van zwaar kaliber. Er werden 20 personen ge-1 dood en 45 gewond on er zijn eenige huizen ver nield. In den nacht van 28 op 29 April sloegen de Belgische troepen een Duitschen aanval ten noorden van Yperen af. Fransche troepen heb ben terrein gewonnen in de buurt van Steen straete. Op Reims werden 500 bommen, gelost, waarvan verscheidene brandgranaton, die op verschillende plaatsen brand veroorzaaktcu, welke men echter snel wist te loealiseeren en to blusschen. In Champagne beschoten do Duit schers een Fransche ambulance, waarbij eon ge neesheer gewond werd. Een Duitsche aanval opj( Les Eparges werd met gemak afgeslagen. DE U-OORLOG. LONDEN, 30 April. De kolenlxJot „Nobihd- is ter hoogt© van do Hebriden door een Duit-, schen onderzeeër tot zinken gebracht. De be'A manning is naar Stornoway gébracht. LONDEN, 30 April. De treiler „Lilydale" iflf op do hoogte van den Tyne-mond door een Duit schen onderzeeër tot zinken gebracht. De be manning is gered. Na een langdurige jacht wist' de duikboot huilen bereik te geraken van een patrouilleboot, die schoten loste. Men gelooft dat de duikboot beschadigd werd. IN DE KARPATHEN. WE ENEN, 30 April. (Officieel.) In den algek meenen toestand is niets veranderd. Overdag werden eenigo artillerie-gevechten en schermut selingen geleverd. Nieuwe heftige nachtelijke Russische uan-j vallen in de dalen van Orawa en Opor werden, evenals vroeger steeds geschiedde, met groot» verliezen voor den vijand afgewezen IN NOORD-POLEN. BERLIJN, 30 April. Het officieele stal be richt luidt: De voorhoede van onze in Noord-' westelijk Rusland optredende strijdmacht, ba-' reikt© gisteren in een breed front do spoorlijn Dunaburg—Liban. De in die streken oprukken) d© Russische troepen, waaronder zich ook dp rest bevindt van de deelnemers aan den roof* tocht naar Memel, trachtten tot dusver nergenj# ernstig weerstand te bieden. Op 't oogenblik wordt er gevochten bjj Szaw i8 Bij Kalwarja mislukte een Russisch© aanval onder zware verliezen. Er vielen ons 5 officie! ren 500 man, allen ongewonden, in handen) Ook meer naar het zuiden, tusschen Kalwarja! en Augustowo, mislukten Russischen aanvallen^ DE BESCHIETING VAN DUINKERKEN. DE NOORDZEE. LONDEN, 1 Mei. (Part.) De EngHachto Admiraliteit bericht omtrent deO'aadselaeh 'J beschieting: van Duinkerken, welks aard Hiel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5