brieven uit duitschland
DE OORLOG
TELEGRAMMEN
Onze Gratis-Ungelukken-Verzekering
400 GULDEN bij overlijden.
IOO GULDEN bij verlies van één duim.
Van hedenmorgen.
öet dl (tsche karakter in dagen
OVERZICHT.
Ineens is ae oorlog allerbelangrijkst gewor
den!
Het Duitsche stafbericht brengt plotseling de
verbijsterende mededeeling: „de Duitsche artil
lerie heeft de vesting Duinkerken onder vuur
genomen"
Men is eerst geneigd aan een mystificatie te
denken, of aan een seinfout: de Duitscheis staan
toch nog meer dan dertig kilometer van Duin
kerken af! Maar jawel: de nuchtere en flegma
tieke Duitsche opmerking wordt dra bevestigd
stoor het Fraiische stafbericht, dat ons precies
meldt wat er gebeurd is: negentien zware
projectielen zijn in Duinkerken geworpen, men
sclien zijn gedood, huizen vernield.
En daarbij komt de nóg verbazingwekkender
mededeeling dat.... de Duitsche vloot „gesig
naleerd" is op de Belgische kust, dus dat de
Duitsche groote schepen Duinkerken eigenlijk
onder vuur hebben genomen.
Er is waarlijk geen touw aan vast te maken
Waar zit de Engelsche vloot? En wat doen
de Engelschen toch? Als het waar is, dat de
Duitsche vloot vlak onder de Engeische kust
en vóór de Fransche vestingen in het Noorden
ligt, is het een bizonder stout stuk, maar dan
vraagt zich toch iedereen af: hoe kwamen ze
daar zoo zonder slag of stoot?.
Het heele geval is raadselachtig.
Maarhoe het dan ook loopen zal en wat
er eigenlijk ook gebeurt, dat de Duitsche aan-
valskracht nog lang niet verzwakt is en hier een
oorlog wordt gevoerd zonder weerga, is zeker!
Een ander hoogstbelangrijk bericht is, dat de
Duitschers in het Oosten plotseling een grooten
aanval hebben gedaan in het Noorden van
Polen, van Memel uit. Ze hebben de spoorlijn
naar het noorden bereikt en bij Sjwali, meer
dan honderd kilometers van de Duitsche grens,
wordt gevochten. Is dit een nieuwe zet van von
Hindenburg, om de Russen te omvatten in een
wijden boog van het Noorden uit? Het is een
geniale beweging, die hier gemaakt wordt, en
ook deze getuigt van de onverzwakte energie en
geweldig-blijvende aanvalskracht der Duitsche
-legers.
an de Daioaneiien is er geen verder nieuws
We hadden in onze telegrammen gisterenmiddag
een particulier bericht uit Londen, waarin op
gezag van dagbladcorrespondenten over groote
successen der Engelschen gemeld weid. We lezen
nu in de Reuterberichten, dat deze fantastische
correspondenten-nieuwtjes, blijkbaar ten pleiziere
van de Engelschen gefabriceerd, geweldige over-
winningsberichten inhielden. Zoo hooren we van
den correspondent der „Daily Chronicle", dat er
in de Trojaansche vlakte (dus ten zuiden van
Koem Kaleh op den Aziatischen oever) niet min
der dan 8000 Turken gevangen genomen zijn,
een wapenfeit waarbij deheldendaden, die
Achilleus voor circa dertig eeuwen op dezelfde
plaats bedreef, kinderspel worden. Een ander
bericht vertelt ons dat de heele Turksche troe
penmacht tusschen Kilid Bahr en de zuidpunt
van Gallipoli „afgesneden" is door een Britsche
troepenmacht, die zoo maar eventjes dwars over
't schiereiland getrokken zou zijn, daar waar dit
op z'n smalst is; en eindelijk vertelt een derde
bericht ons van een leger bejaarde ezels, dat
door de Engelschen bij wijze van krijgslist aan
land gezet was en door de Turken „verpletterd"
werd, terwijl vlak daarnaast de Engelsche sol
daten met hun kanonnen ongehinderd konden
landen
Daar er van Engelsche officiëele zijde niet de
minste bevestiging van al deze fantasiën is geko
men, en integendeel de zaak aan de Dardanellen
allesbehalve vlot gaat voor de geallieerden, zul
len we deze histories maar tot het rijk der
fabelen verwijzen.
DE STEMMING IN FRANK
RIJK DOOR EEN DUIT-
SCHEI! GESCHETST.
Een bijzondere correspondent van de „Tag"
schrijft van de Fransche grens aan zijn blad
over de stemming van de bevolking in Frankrijk.
Hij wijst er op, dat de Franschen heel anders
over de Duitschers denken, dan de Duitschers
over Frankrijk. Duitschland betreurt het, dat
het tegen Frankrijk moet oorlog voeren, het
erkent de goede Fransche eigenschappen, maai
de niet zelden geuite Duitsche wensch, om met
den westelijken buurman zoo mogelijk eerder clan
met de anderen vrede te sluiten, ja, met hem na
den oorlog een nauweren band, zelfs een ver
bond te sluiten, wordt door de Franschen met
hoon en spot begroet, die er een zwakheid van
de Duitschers in zien, en die niet gelooven wil
len, dat de „Bodies" Frankrijk niet als een erf
vijand beschouwen, maar wel als de medewerker,
die in de eerste plaats in aanmerking komt, om
aan de toekomst van Europa mee te arbeiden.
De correspondent van de „Tag" houdt echter
den Duitschers voor, dat de houding van Frank
rijk toch wel begriioeliik is,.Men denke eens dat
de stand van zaken anderom was, zoo redeneert
hij en dat de rijkste Duitsche provincies, die voor
het economisch leven van het land noodig zijn,
zooals bijv. de Rijnprovincie -niet het geheele
industriëele district, door zijn vijand was bezet;
dat de Keulsche dom, die als historisch monu
ment en als kunstwerk niet de beteekenis van de
kathedraal van Rheims bezit, door de onvermij
delijke oorlogsschade zwaar beschadigd was;
dat Thuringen en Hessen (analoog met het ge
bied van de Marne) door geweldige gevechten
verwoest waren zou men dan zoo vraagt
de correspondent te Berlijn en te Miinchen
ook nog zoo bedaard zijn en met dezelfde zake
lijke overtuiging zelfs den goeden kant van den
vijand kunnen waardeeren?"
De schrijver betoogt dan verder, dat die haat
van de Franschen tegen al wat Duitsch is, zich
op allerlei manieren openbaart en dat daarbij
de Fransche eigenschap om zelfs de ernstigste
zaken nooit geheel en al ernstig op te nemen,
tot uiting komt, want even goed als zij Imma-
nuel Kant den oorlog verklaren en zijn geest uit
de Sorbonne verdrijven, gaan zij met hetzelfde
gewicht den eisch bespreken om alle dashonden
van kant te maken, omdat die krombeenige tec
kels toch immers ook Duitsche creaturen zijn. De
Franschman kan naar 't schijnt een zaak nooit
heelemaal au serieux nemen, zegt de correspon-
aent van de „Tag", en daarom hecht hij niet veel
waarde aan de uitlatingen van de pers en hun
invloed op hun lezers. De Parijzenaar verlangt
vóór alles van zijn couranten lectuur en amuse
ment en gelooft maar half wat ze zeggen,
behalv natuurlijk wanneer ze kwaad van de
Duitschers spreken.
Het Fransche zelfvertrouwen vindt de corres
pondent een heel merkwaardig verschijnsel.
„Bijna heel België is bezet" aldus redeneert
hij „elf van de belangrijkste Fransche depar
tementen zijn geheel of ten deele door de Duit
schers bezet; sedert acht maanden lijden de
Franschen bij liet bestormen van de Duitsche
stellingen groote verliezen, waarbij het beste van
de volkskracht wordt opgeofferdhoe kunnen zij
dan nog hopen
Het antwoord, dat de Franschen op die vraag
geven, komt hierop neer: In 't begin waren wij
onvoldoende uitgerust en toch kon de Duitsche
aanval ons met verpletteren. Hoeveel te minder
zal dat nu het geval kunnen zijn, nu we na
maandenlange inspanning ter dege goed zijn
uitgerust. we zijn mans genoeg het met den
Duitschen kolossus uit te vechten. Een voort
gezet offensief zal niet eens noodig wezen; bij
den eersten krachtigen stoot valt het Duitsche
jegei uiteen, en zullen de Hannoveranen, de
worden1" eieren> de gehate Pruisen afvallig
De correspondent schrijft verder hoe het hem
getroxien had, dat de soldaten zoo opgewekt en
goed gehumeurd waren. Zij zijn bewust van hun
plicht als burger en zonder uitbundige geest-
c.nft, maar gewillig en waardig verrichten ze
hun zware taak. Die houding imponeert wel,
want Frankrijk vecht toch ten slotte niet om
winst of om ongehoorde toekomstidealen, maar
om zijn oude bezit. De troepen, welke in dit
vooijaar naar het front worden gestuurd, zijn
goed uitgerust, maar er zijn heel wat manschap
pen bij, die eigenlijk hadden moeten worden af
gekeurd. De schrijver wijst dan verder op den
geest onder de bevolking, die rustig en geduldig
is, waar ook wel reden voor is, want ze ziet de
zee open en den invoer verzekerd, het gewone
leven gaat zijn gang bijna als in vredestijd en
de voor Frankrijk ongehoorde eensgezindheid
onder de partijen duurt voort. Van beteekenis
moet worden geacht het door de regeering uit
gesproken devies: „Frankrijk strijdt voor België,
]™Leen ó"cJerdruH land, voor de vrijheid der
n volken!" De beteekenis daarvan moet
",ct onderschatten, want België's
neutraliteit is voor de Franschen het dagelijksch
probleem van den oorlog en het bewustzijnWe
zijn toch altijd nog maar de oude strijders voor
vrijheid en voor recht," geeft kracht.
Het deel van de bevolking, dat de gevolgen
van den oorlog onmiddellijk ondervindt, is scep
tischer gestemd. In die kringen verlangt men
hard naar den vrede, al heerscht overal nog het
vaste vertrouwen in Joltres krijgsbeleid.
DE STRIJD IN DE
VOGEZEN.
Hoe in de Vogezen gevochten moet worden
om elke duimbreed gronds, toont de beschrijving
van den strijd om een rotsblok, ergens in een
Vogezendal.
In de „Vossische Zeitung" leest men:
„De Franschen hadden blijkbaar gemerkt van
hoeveel waarde ons het bezit van het rotsblok
was. Een vrijwilliger, die met doodsverachting
op zij van het rotsblok kroop, zag plotseling
op kleinen afstand Manschen die ijverig aan
een loopgraaf werkten. Deze loopgraaf leidde in
de richting van het lotsblok. De vijand wist,
hoe moeilijk ons terrein voor een operatie was,
terwijl hij het voordeel had van dicht kreupel
hout en een zachten bodem. Nu begon er een
wedstrijd in het ërav,e,11', e het eerst in het
bezit was van 't rotsblok, was meester van de
hoogte. Daar men met geweerschoten de gravers
niet bereiken kon, were.en handgranaten klaar
gelegd. Maar de Franschen waren ons voor.
Gelukkig ontplofte er slechts één van de drie
handgranaten, zonder ons schade te berokkenen.
Ons antwoord liet niet lang op zich wachten.
Onze granaten zaten, want de Alpenjagers ren
den schreeuwend naaf het kreupelhout terug,
waarbij zij nog krachtig beschot enwerden. De
loopgraaf naderde het rotsblok tot op negen
meter, toen de vijand weer met de handgrana
ten begon te werken. Om deze doel te doen tref
fen, wierpen de Franschen eerst met steenen.
Om een van deze steenen was een nummer van
de Matin van 27 November gewikkeld, waarin
het natuurlijk wemelde van Duitsche neder-
lagen.
Maar de Franschen haatten weer geen geluk
met hun granaten, die of niet ontploften, óf
zonder schade aan te richten. Daarentegen
werkten onze granaten zoo goed, dat den Fran
schen langen tijd de lust verging de operaties
voort te zetten. En f00 werd eindelijk het doel
bereikt. De loopgraaf ging tot het rotsblok. Met
zandzakken en stalen platen, waartegen de
kogels van den vijand terugstieten, werd de rots-
groep versterkt tot een bastion. Toen onze schut
ters van deze veilige stelling met hun werk
begonnen en onze pioniers hun hielpen met
goedgemikte handgranaten, lieten de Franschen
in de loopgraven alles in de steek, .verdwenen ia
het kreupelhout en legden vijftig meter verder
een nieuwe loopgraaf aan.
IN DEN SNEEUWSTORM.
In het „Wiener Fremdenblatt" lezen wij een
beschrijving van een tocht van een bataljon van
de Firoolsche scherpschutters over de Karpathen
in sneeuwstorm.
Wij staan aan den voet van den Karpathen-
kam. Dfc witte rug gaat schuil achter zware
sneeuwwolken. Het program van vandaag luidt:
over den kam trein en paarden achterlaten, die
langs omwegen zullen volgen.
Juist komt een vcrkenningspatrouille van een
ander regiment de berghelling af. Zij meldt,
dat de kam vandaag niet te passeeren is. Boven
woedde een verschrikkelijke sneeuwstorm, die
muren van meters hoog had opgebouwd en niets
levend uit zijn werveljacht liet. Elk spoor was
onmiddellijk weg. Sneeuwplanken braken onder
den zwaren last en donderden als lawinen het
dal in.
De Tirolers wilden het niet gelooven. Hun
kapitein, die alle streken en geniepigheden van
de bergen kent, geloofde het wel. Maar hij zegt
toch: „wij zullen het probeeren."
Wij moeten snel ingrijpen. Het regiment
scherpschutters beeft onze hulp snel en dringend
noodig.
Het klimmen begint. Vóór wij nog in de diep
ste sneeuw zijn, zien wij de meest indrukwek
kende teekens van den oorlog: de soldaten-
graven. Het eene houten kruis naast het andere.
Soms een kruis met twee dwarslatten. Graven
van de orthodoxe Russen. Onhandige letters ver
melden de namen van de helden. Daar sluipt
een der onzen uit de gelederen, een tweede en
een derde volgen. Zij breken takjes van de hoo
rnen en vlechten kransen, waarmee- zij de vol
gende graven versieren. Daarna wordt de wan
deling bergop voortgezet. Steeds wilder wordt
de helling. Eerst wervelen er vlokken om onze
hoofden. Dan volgen korte harde windstooten,
waardoor de schitterende kristallen van de
sneeuwhellingen sissend wegvliegen als witte
stoom door een geopend ventiel. Deze kristallen
bijten en schrammen het vel, doen de brillen
beslaan, ontnemen den adem. Na een paar secon
den is de „Windbraut" weg. Na deze proeven
van haar kracht spaart ze de drift van haar
jeugd voor hen, die het wagen haar op te zoeken
in haar rijk, daar heel hoog. Wij wagen het.
Wij staan dicht onder den kam. Wij weten dit,
zonder dat we elkaar zien. Vóór ons rijst de
liooge sneeuwmuur. Zijn hoogte is niet te schat
ten,«want de bovenkant ligt achter rookwolken,
die steeds sneller jagend, steeds dichter worden.
De sneeuw, opgezweept door een orkaan, jaagt
na eens vlak langs de helling, stijgt dan "weer
op tot een indrukwekkende hoogte. Zij veegt als
een fijne, witte sluier over ons. En hiérbij klinkt
het verschrikkelijkste concert. Nu eens brullend
en razend, dan weer fluitend en klagend, woeden
de elementen over den kam. Een ieder bukt', trekt
het hoofd tusschen de schouders, draait en keert
zich om den stoot van den orkaan niet in het
gezicht te krijgen. Vergeefsche moeite. De vijand
komt van noord en zuid, van oost en west. Dc
stem dringt niet door tot den volgenden man.
Het ski-detachement bindt de sneeuwschoenen
aan. En zoodra er een windstoot uit het zuiden
komt, gaat het 't dal in met vliegende vaart,
naar den noordelijken voet van de Karpathen.
De sneeuw sist. Hei spoor van den voormaiKis
niet meer te zien. Dus verder zonder spoor, zon
der pad. De eersten vallen, de volgende suizen
verder. Allen vechten tegen gebrek aan adem.
En toch moeten wij verder, want boven is de
dood. Beneden het leven en het regiment, dat
op ons wacht. Voorwaarts, steeds voorwaarts.
Een valt er in een volgesneeuwdè kuil. Een ander
glijdt omlaag met een sneeuwmassa, die losge
laten heeft, een derde valt met verstuikten enkel.
Eindelijk zijn wij beneden. Het bataljon is niet
te herkennen. Het draagt natuurlijke sneeuw-
maskers. Van de baarden hangen ijskegels
KORTE BERICHTEN
Alle betalende abonné's op dit blad, die In
het bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn vol
gens de bepalingen op de polissen vermeld,
tegen ongelukken verzekerd voor
gOÖQ GULDEN bij levenslange onge-
schiktheid tot werken.
3QO GULDEN bij verlies van. een
hand of voet.
f 30 GULDEN bij verlies van één oog
GO GULDEN bij verlies van één wiis-
vinger.
IE GULDEN bij verlies van één
anderen vinger.
I>e uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de Maatschappij „HOLLAND-
SCHE ALGEMEENE VERZEKERINGS
BANK" te Schiedam.
NIEUWE HAARLtMSCHE COURANT TW,Ei£EiJrflD
VAN STRIJD.
Berlijn, 26 April 1915.
ÏEen zegt dat de Russische „Moesjik" zooals
'.Wij hem uit Tolstoi's werken kennen, te midden
ran het groote ontwaken der natuur een zoo
Sterk verlangen naar zijn akker, die op- hem
'Wacht, gevoelt dat het op heimwee gelijkt. Er
is hem in den beginne meegedeeld dat de oor-
iiog hoogstens een paar maanden zou duren, en
liy heeft daar nu ruimschoots genoeg van. En
nu de heilige grond, het doel van zijn bestaan,
'roept, wordt het hem haast te machtig. Doch in
daden zet zich zijn dweepend verlangen niet om.
•Ook daarvoor is hij een Rus.
De Duitsche soldaat, die zijn stukje gepach-
teu of eigen grond aan de zorgen van een ouden
vader of vrouwelijke familieleden moest over
laten, voelt zich zeker ook misplaatst in zijn
tegenwoordig bestaan, voor zoover hij niet in
het gevecht komt. De tradities van zijn bloed
eisciien zijn recht. Hij verschaft het zich, zon
der er veel over te spreken. Een verlof van zijn
meerdere, die het gaarne geeft, en bij tijgt aan
het werk. De aarde roept, de schooue vrucht
bare aarde van Vlaanderen, van Noord-Frank
rijk. Zoo komt het, dat achter het Duitsche
front geploegd, geëgt en gezaaid wordt uit pure
Passie van mannen, wier geliefd bedrijf dit is,
Van mannen die met een schoone toewijding hun
werk v errichten, onverschillig voor de onzeker
heid wie de vruchten ervan plukken zal. Is het
de vijand, goed, zijn het zijzelven, ook goed. Ik
vin dit een roerenden rek van onbaatzuchtig
heid. Ook de zuivere schoonheidszin doet daar
Wonderen, vlak achter of zelfs in de streek waar
de kanonnen bulderen. Keurige plantsoenen
w-ordeu aangelegd, parken verzorgd, de begraaf
plaatsen der gevallenen met toewijding ver
sierd.
De ingewortelde en zeker niet gering te
schatten eigenschap der Duitschers, zicli aan
een gegeven toestand zoo aan te passen, dat de
wrijfpunten tot een minimum gereduceerd wor
den, wenden zij zooals reeds uit het bovenge-
gezegdc blijkt niet alleen ten eigen bate aan.
Anders zou zij van zedelijk standpunt niet zoo
heel veel beteekenen en licht met een wel ge
zond doch daarom nog niet bewonderenswaar
dig egoisme verward kunnen worden. Deze
eigenschap der hoogste doelmatigheid zooals
men haar ook omschrijven kan beduidt echter
Veel meer. Zij behoort tot het diepste wezen
van het volk en doordringt daardoor vanzelf
Alle maatregelen, elke organisatie, wier bezie
lend element zij vormt. Zoo vindt zij ook toe
passing op de krijgsgevangenen. In Soltau heeft
zij ertoe gevoerd, dat een „universiteit voor
het kamp van Soltau" opgericht werd, natuur
lijk binnen de grenzen van de prikkeldraadver-
Perring. B ierdoor werd liet mogelijk dat do
êeiuterncerdü Belgen en Franaohen door hun.
eigon landslieden, voor zoover deze academische
ffraden bezitten, verder opgeleid worden, zoo
dat hun academische loopbaan niet al te zeer
door deze lange maanden van afwachten onder
broken wordt. Het hierdoor bovendien nog ge
stichte nut, namelijk dat nu wordt
vermeden, dat de geest der gedwon
gen onledigheid tot onverkwikkelijke dingen
aanleiding geeft, is bijkomstig. Tegen dergelijke
verschijnselen zou de administratie immers ge
noeg afweermiddelen bezitten. Het doorgevoe
de systeem is echter zuiver ten bate der gevan
genen. En gelooft men niet dat zulke methodes
Oen uitstekend hulpmiddel zijn voor die vreed
zame verovering der geesten, die Duitschland
(het is in dezen oorlog met schrikwekkend©
duidelijkheid gebleken) nog zeer noodig heeft in
de wereld
Soltau is geen uitzondcriug. In het groote
kamp in Göttingen waar vele Engelschen ver
toeven wordt eveneens volgens den beschavings-
toestand der gevangenen voor ben gezorgd. Do
directeur van liet kamp die als inactief offi
cier in de universiteitsstad Göttingen woonde
en vele relaties met professoren had, bewoog
dieze heeren vrijwillige voordrachten in het
kamp te houden over de meest verschillende on
derwerpen, waarbij zelfs politieke themata, over
de diepere oorzaken van den oorlog en de hou-
•ding der verschillende mogendheden, aange
stipt werden op eene wijze, die noch scherp,
noch eenzijdig is, zoodat het beoogd effect niet
verloren gaat. Voor eenige dagen is in dit
kamp in tegenwoordigheid van den Amerikaan-
Sclien en den Spaanschen gezant een groote
ostra voor bijeenkomsten gebouwde zaal inge
wijd.
Gezanten en journalisten van neutrale staten
hebben over het. gansche Duitsche Rijk deze
kampen bezocht en steeds bevredigende toestan
den gevonden. A an een weekelijk régime
is nergens sprake en eer men dit veroor
deelt stelle men zich eens voor wat daaruit zou
ontstaan. Gij in Nederland hebt zélf in uwe
interneeriugskampen gezien, dat ledigheid des
duivels oorkussen is. Mensclien die nu eenmaal
Opgesloten zijn, hebben om die reden alleen al
strengere tucht noodig dan andere, al moge dit
ook paradox klinken.
Aan praatjes over slechte of onvoldoende voe-
^'_ng van ontsnapte gevangenen moet men ook
*dot veel waarde hechten. Er steekt niet eens
kltijd een boosaardige bedoeling achter zulke
^'achten. Voor het gros der mensclien is andere
- °eding dan zij gewend zijn indentiek met
s'eehte voeding. Op geengebied is een
j^onsch zoo conservatief. Zoo begrijp
k volkomen, dat het Duitscho brood
fs in vredestijd den aan fijn wittebrood ge-
^enden Fransehraan niet. smaakt, en ook dat de
®isn. (j;e vooral veel willen eten eer zij zich
"rzadigd voelen het. quantum dat voor eeu nor.
ho öa Buitseher toereikend is onvoldoende
^-•men. Het bewijs hiervoor is dat deze klach-
een tijd van acelimatisatie der maag aan
-iüeuwe voedingswijze plegenJ© verstommen.
Nu de „Katwijk-zaak" de gemoederen niet
meer zoo sterk beweegt, is het wellicht dien
stig er nog een paar woorden over te zeggen.
De Duitsche regeering heeft in hare verklaring
een meer dan loyaal standpunt ingenomen, ge
zien do omstandigheid dat de torpedeering van
dit schip door een Duitschen onderzeeër
geenszins bewezen is I Dat geeft iedereen toe.
Doch nu een vraag: Zoudt gij niet met het
zelfde recht onder de gegeven -omstandigheden
een dergelijke verklaring van de andere zijde
hebben mogen verwachten? En wat is ridder
1 ijker?
A.
Zweden en Engeland. De Kon*. Norden
seint: Hoe men in Zweden denkt over de
voortdurende onaangenaamheden door de
Britten aan den Zweedecben handel bereid
door de bemoeilijking van het telegrafisch
verkeer, het aanhouden van schepen, de hau-
dels&pionnage en het gebruik van de Zweed-
eclie vlag door Britsche schepen, kan blijken
uit hetgeen Nya Dagligt Allehanda schrijft:
Het schijnt dat EngelancUliot groote en veel
moeite veroorzakende verkeer van telegram
men over Zweden met Rusland ten eonen-
nialo vergeet, in dat opzicht hangt Enge
land van de genade van Zweden af, daarom
mag Zweden tegendiensten vragen, ook het
geduld der Zweden heeft een grens.
Veel geschreeuw en weinig wol. Lloyd
George heeft zijn voorstellen tot tegengang
vau het drankmisbruik.voor zoover dit de
zaak van den aanmaak van oorlogsmateriaal
iu Engeland in den weg stond bij het La
gerhuis ingediend. Zij zijn bij verre niet van
zoo wijd© strekking als men, te oordeeleu
naar d© geestdrift, die in de eerste dagen,
toen deze anti-drankeampagné geopend werd'
over het land voer, had mogen verwachten.
an tem gen bepaalden verbodsmaatregel
laat staan van een absoluut verbod is
geen sprake. Zelfs de whiskey ontspringt den
Hans. Enkel worden de recht ené op enkele
soorten bijzonder veel alcohol bevattende
dranken, verhoogd. En de wijndrinkers laat
iaën ook maar meer betalen om ontstem
ming onder de etorke-di'ankgcb ruiker© te
voorkomen. J i
DUITSCH LEGERBERICHT. DUINKER
KEN GEBOMBARDEERD.
BERLIJN, 30 April. (Officieel.) Het groote
hoofdkwartier bericht: Op de kust heerschte
een levendige bedrijvigheid van de vijandelijke
vliegers. De bommen van do vliegers hebben te
Ostende slechts belangrijke schade aan de hui
zen veroorzaakt.
De vesting Duinkerken is gisteren door onze
artillerie ouder .vuur genomen
In A laanderen ging de dag voorbij zonder
belangrijke gebeurtenissen. Des nachts viel tl
vijand aan tusschen Steenstraete en Het Sas
Het gevecht duurt' nog voort. Hot bruggehoofd
op den westelijken kanaaloever bij Steenstraet©
en Het Sas is door ons versterkt en is stevig
in ons bezit. Ten oosten van het kanaal, noor
delijk van peren trachtten zouaven en turco's
onzen rechtervleugel aan te vallen. Deze aanval
is door ons vuur gestuit. In Champagne, ten
noorden van Le Mesnil, konden de Franschen
de eergisteren hun ontnomen stelling niet her
overen. Een versterkte stelling van duizend
nieter breedte en driehonderd meter diepto is
door ons aangelegd en wordt behouden. In Ar-
gonne veroverden onze troepen ten noorden van
iour-de-Paris stormenderhand een vijandelijks
loopgraaf. Een officier en dertig man verde
digden dio met goed gevolg, tegen herhaalde
jjandelijke aanvallen. Bij Bornay, aan den oos-
tclijkeu rand van het Argonnerwoud is een vij
andelijk vliegtuig omlaag gestort. De bestuur
der en do verkenner vonden den dood. Tusschen
Maas en Moezel vielen dc Franschen de giste
ren door ons veroverde stellingen op de Maas
hoogten aan, maar zonder gevolg. Ook ten noor
den van Flirey mislukte een vijandelijke aan
val, onder zware verliezen voor den vijand. Bij
de gevechten op do Maashoogten van 24 tot 28
April verloren de Fransehen alleen aan gevan
genen reeds 43 officieren, onder wie 3 regi-
meuts-coriunaudariten, en 4000 man. De kustver-
sterkiugen bij Harwich zijn hedennacht met
bommen beworpen.
FRANSCH BERICHT.
PARIJS, 30 April. Het officieele bericht vad
den staf vermeldt: Er zijn Duitscho oorlogs
schepen gesignaleerd op zee voor de Belgische
kust.
Duinkerken werd beschoten met 19 hommen
van zwaar kaliber. Er werden 20 personen ge-1
dood en 45 gewond on er zijn eenige huizen ver
nield.
In den nacht van 28 op 29 April sloegen de
Belgische troepen een Duitschen aanval ten
noorden van Yperen af. Fransche troepen heb
ben terrein gewonnen in de buurt van Steen
straete. Op Reims werden 500 bommen, gelost,
waarvan verscheidene brandgranaton, die op
verschillende plaatsen brand veroorzaaktcu,
welke men echter snel wist te loealiseeren en to
blusschen. In Champagne beschoten do Duit
schers een Fransche ambulance, waarbij eon ge
neesheer gewond werd. Een Duitsche aanval opj(
Les Eparges werd met gemak afgeslagen.
DE U-OORLOG.
LONDEN, 30 April. De kolenlxJot „Nobihd-
is ter hoogt© van do Hebriden door een Duit-,
schen onderzeeër tot zinken gebracht. De be'A
manning is naar Stornoway gébracht.
LONDEN, 30 April. De treiler „Lilydale" iflf
op do hoogte van den Tyne-mond door een Duit
schen onderzeeër tot zinken gebracht. De be
manning is gered. Na een langdurige jacht wist'
de duikboot huilen bereik te geraken van een
patrouilleboot, die schoten loste. Men gelooft
dat de duikboot beschadigd werd.
IN DE KARPATHEN.
WE ENEN, 30 April. (Officieel.) In den algek
meenen toestand is niets veranderd. Overdag
werden eenigo artillerie-gevechten en schermut
selingen geleverd.
Nieuwe heftige nachtelijke Russische uan-j
vallen in de dalen van Orawa en Opor werden,
evenals vroeger steeds geschiedde, met groot»
verliezen voor den vijand afgewezen
IN NOORD-POLEN.
BERLIJN, 30 April. Het officieele stal be
richt luidt: De voorhoede van onze in Noord-'
westelijk Rusland optredende strijdmacht, ba-'
reikt© gisteren in een breed front do spoorlijn
Dunaburg—Liban. De in die streken oprukken)
d© Russische troepen, waaronder zich ook dp
rest bevindt van de deelnemers aan den roof*
tocht naar Memel, trachtten tot dusver nergenj#
ernstig weerstand te bieden.
Op 't oogenblik wordt er gevochten bjj Szaw i8
Bij Kalwarja mislukte een Russisch© aanval
onder zware verliezen. Er vielen ons 5 officie!
ren 500 man, allen ongewonden, in handen)
Ook meer naar het zuiden, tusschen Kalwarja!
en Augustowo, mislukten Russischen aanvallen^
DE BESCHIETING VAN DUINKERKEN.
DE NOORDZEE.
LONDEN, 1 Mei. (Part.) De EngHachto
Admiraliteit bericht omtrent deO'aadselaeh 'J
beschieting: van Duinkerken, welks aard Hiel