KARPETTEN ■■■■■i Gewroken. P. J. JANSSEN DE OORLOG HOND m UTUB6IË FEUILLETON DE TOESTAND IN BEL6IE Anegang h. Warmoesstr. Goedkoopst adres. ccLvm. ZftTERDHG I «61 Brussel, 22 April 1915. Dear gebeurt iets in Belgenlandf Maar wat, dat weet niemand met zekerheid te vertellen. En de oificiëele mededeel ingen en bulletins, en de uitlatingen van de Duitsche soldaten hebben 't slechts over de ééne groote kwestie: Dat de groote doorbraak zal plaats hebben, dat nieuwe actie wordt ontwikkeld, dat iets gebeuren zal na de maanden vanrust. Dit is alles wat er van te zeggen valt, maar overal wordt gevoeld, dat groote actie wordt ten toon gespreid en dat een nieuwe, reusachtige druk wordt uitgeoefend. Dat is alles wat voor 't oogenblik gemeld mag worden. Vele geruchten doen de ronde, maar de Duitsche autoriteiten hebben voor eene te goede isolatie gezorgd, dan dat de „officieuze" berich ten kunnen worden geloofd. En dat officiéél niets bekend wordt, daarvoor wordt gezorgd. In de cafés en op de boulevards wordt het „gebeuren"^druk besproken; de militairen der bezetting zijn opgewekter dan ooit en alles duidt er op, dat zij hoopvolle verwachtingen koesteren. Allen zijn ook vol van het mooie voorjaarsweer, dat voor menig doeleinde geschikt lijkt. En dit maal moet dit mooie weer voor een bepaald doel, vooral aan de Duitschers dienstig zijn en niet, in dat opzicht, aan alle oorlogvoerende partijen! In vorige correspondenties kon ik reeds een en ander melden over de zorgen, welke de Duit schers besteden aan de graven der gevallenen Dit is voortgezet en in alle stilte, d. w. z rustig voortarbeidend, is een mooi stuk werk geleverd, terwijl in Zuid West-België nog een verwoede strijd gestreden wordt. De burgers in het Duitsche vaderland helpen trouwens mee de laatste rustplaatsen te ver zekeren en zelfs met dit resultaat, dat tegen den zomer de graven met bloemen zullen zijn ver sierd. Zoo geeft de oorlog de meest vreemde tegen stellingen. Terwijl in de steden de komende ge beurtenissen worden tegemoet gezien, terwijl niet ver verwijderd hevig gevochten wordt en velen sneuvelen voor het vaderland, laat het Belgisch, Duitsch of Franscb wezen, wordt niet enkel ge zorgd voor een rustig graf, maar ook voor de gedachtenis aan de dooden. Reeds vroeger zorgde de overheid en zorgden ook de strijdmakkers voor een gedenkteeken, hoe eenvoudig ook, voor de graven der gesneuvelden. Thans zullen zij met bloemen worden gesierd en deze versiering moet zoo rijk en uitgebreid mogelijk zijn. Het Duitsche vaderland zelf heeft hieraan Meegewerkt. En zoo konden tal van stations dezer dagen eigenaardige wagons zien voorbijrijden. Geen wagons, waarover lugubere, en bespottelijk overdreven praatjes rondgingen; geen wagons met militairen en met zaken, die van oorlog spreken en niets dan oorlog, maar wagons met bloemen en planten. Bloemen en planten als symbolen van nieuw leven, van lente, van kracht. En dat in het oorlogsland. Het zijn de groeten uit het vaderland aan de dooden gebracht. Groeien, welke getuigen van een zeïdzamen geest van een piëteit, welke weemoedig aandoet; maar ook zeer veel warmte van gemoed verraadt. De bloemen zijn verspreid over de provincies Brabant, Antwerpen, Limburg, Luik, Namen, Luxemburg en ten slotte ook over Henegouwen. Meer dan 50,000 bloeiende planten zijn daar aangekomen. En bij deze zending was al het mogelijke gedaan om de bloemen en planten een lang en rijk leven te verzekeren. Zoo zal deze zomer Belgenland overdekt zijn met planten en bloemen van Duitschen grond om vreedzaam de graven der Duitsche soldaten te bedekken. Het doet wonderlijk aan Duitsche soldaten te hooren spreken over de ervaringen welke zij, let wel, in kalmen bezettingstijd,- hier en daar opdoen. Vooral wanneer zij op meer gevorderden leef tijd en huisvaders zijn. Het spreekt vanzelf, dat zij veel aan het vader land denken en aan hen die zij er achterlieten. Zoo hoorde ik een Duitsch soldaat met groote verwondering, en ook met blijdschap verhalen, hoe hij in het spel der Belgische kinderen over eenkomst en zelfs eensluidendheid ontdekte met het spel der kinderen in Nürnberg. Hij bedoelde een rondedans der kinderen, zooals ook even goed in Holland door de kinderen gespeeld wordt. Hij had de melodie gehoord van „Die Anna sass auf einen Stein, einen Stein, einen Stein," enz. en het bleek hem, dat de Vlaamsche woorden met gelijke zwaarmoedige en langzame melodie, ook door de kinderen werden gezongen. En Anna zat op eenen steen, eenen. steen, [eenen steen; Zeg Anna waarom weent ge toch, enz. De broodkaarten worden nu ook in Antwer pen ingevoerd. Ieder kan een dagrantsoen krij gen van 335 gram. De uitgifte der broodkaarten geschiedt door de gemeenten, die ook zorgen voor den in- en verkoop van andere levensmid delen, zooals spek, rijst, erwten, boonen, enz. In iedere gemeente is voor den inkoop een voe dingscommissie van minstens drie personen aan gesteld. Bovendien moet men zich houden aan maximum-prijzen. Deze brief schijnt enorm vertraagd te zijn of door den censor opgehouden. Red. DE EENIGE ZOON. Onder dezen titel schrijft de „Roiohs post Do Zwitsersche schrijver Eduard "Behrcns schildert in een blad van Bazel, hoe hem, toen hij eenigen tijd geleden een reis door Frankrijk maakte, voordurend het woord „Le fits unique." „De eonige zoon", in de ooren klonk. Dit woord ziet men ook voortdurend in de doodad vort en ties, het klinkt uit de klachten der moeders over de gesneuvelden. En de Zwiser voegt hieraan toe: Het een- en twee kinderstelsel heeft in Frankrijk veel meer families geruineerd dan in Duitschland," Daarmede is ternauwernood aangeduid, welk een ramp do kinderbeperking en den liuidigen oorlog voor Frankrijk is: dteze nationale ziekte heeft het verlies aan mansehappen op de slag veldon tot een catastrofe voor het land ge maakt, welke zelfs door politieke voordeden niet kan vergoed worden. Toen het zwarte koloniale leger van Frank rijk immer meer uitgebreid werd, zag Jaurè3 in dit feit reeds een teeken van verval en ver klaarde hij ook openlijk. Daardoor zegt gij tot de Franselie natie: Uw geboortecijfer daalt, uw krachten némen af, en morgen zult gij op de slagvelden een prooi der Duitsche overwinning worden als gij niet honderd, of honderd-twin tig duizend negers te hulp roept. De negeip zijn te hulp geroepen het bankroet, dat Jaurés vrecde, is gekomen, niet alleen militair, maar ook nationaal. De wonden, welke Frankrijk in dezen oorlog ontvangt, kunnen niet, meer genezen worden,. In 1912 was het aan tal mannelijke geboorten reeds tot 438.000 ge daald en overtrof het 't aantal dooden nog slechs met ongeveer 30.000, Terwijl in de laat ste jaren het geboorten-surplus >n Duitschland tusschen 11 en 14 op de 1000 inwoners zweefde, bewoog het zich in Frankrijk op hetzelfde aan tal inwoners tusschen 0 en 2. Dp3 t"c dieper treffen echter de verliezen in den huldigen oorlog, daar zij de mannen, die in de kracht van hun leven zijn, wegrukken. En men kan dan ook nu reeds zeggen, dat deze oor log m Frankrijk het nog bestaande geboorten- surplu8 vernietigt. Wat dat voor Frankrijk be- teekent, blijkt uit lie feit, dat de vermeerdering der bevolking in Duitschland die van Frank rijk tot, dusverre met 800.000 overtrof. Voort aan zal Duitschland jaarlijks met drie kwart millioen inwoners toenemen, terwijl het Trari- sche bevolkingscijfer hoogstens constant blijft. Dat is de grootste nederlaag van Frankrijk, welke haar gevolgen nog lang na het sluiten van den vrede zal doen gevoelen. Wetten vermogen niets tegen deze nederlaag van Frankrijk. „Het bevolkingsprobleem in Frankrijk is, zooals dr. H. Rosli onlangs in de „Stidd. Monatsheften" verklaarde, op de eerste plaats een moreel probleem". 'Slechts een alge heels psychische regeneratie van het volk kan deze ramp bezweren. Strenge zelfbeheersching groot geduld in ernstige tijden, een godsdienstig ideaal en rustig zelfvertrouwen, zijn de hoofd momenten van dit genezingsproces. Onlangs besprak A. Lacassagne in de „Matin" het veelvuldig voorkomen van de misdaad tegen het ontkiemende leven, en zeide daarbij: „De bladen kondigen het succes der desbetreffende deskundigen aan. Alleen in Parijs komen jaar lijks 70.000 van deze misdaden voor. In geheel Frankrijk beloopt dit getal zeker 500.000." Om deze misd'aad tegen de natie uit te roeien heeft men tevergeefs voorgeslagen, om de go- neesheeren in deze gevallen van het beroeps geheim te ontslaan. Tegelijkertijd wilde men tegen de grenzenlooze Neo Malthusianlstischo propaganda optreden. Op een der laatste natio nale congressen hebben vooraanstaande per- soolijkheden van de meest verschillende par tijen en godsdienstige richtingen een alarm kreet tegen de ontzettende gevolgen der onze delijkheid doen weerklinken. Van jaar tot jaar echter neemt het aantal echtscheidingen toe. In 1000 telde mea er 7151, en in 1910 «ede 77400. In Parijs alleen zijn in 1911 meer dan 9.000 echtscheidingsprocessen behandeld en een der rechters kon dan ook terecht verklaren: „Wij gaan de ruine van den huwelijken staat en de vernietiging van het huisgezin tegemoet." Een natie, waar zulke ziekteverschijnselen waargenomen worden, kan een zoo geweldigen oorlog als den huidigen. niet weren, zonder na^ Die over godsdienstige kwesties met 182, welk cijfer later is teruggebracht op 144, doordat een toename alsnog kon worden geconstateerd om trent uitgaven over het protestantisme. In de afdeeling Historische Wetenschap-:, was eene vermindering van 340 werken. Voor ca Aardrijkskundige boeken en Reisbeschrijvingen bedraagt zij 217. Voor de Geneeskundige Weten schappen is de vermindering 176 uitgaven, later teruggebracht op 133, wegens toenamen vastge steld in de werken over chemie, chirurgie, over practisch onderricht in de heelkunde enz. Voor de kunsten bedraagt de vermindering 39 uitgaven, teruggebracht op 30, wegens een vermeerdering van muziekuitgaven. Voor de let terkundige werken bedroeg de vermindering 389 tionaal v.r.1.g,„ N. te». l^^Voor ataaaatt» mmmxto zal met cijfers blijken, dat een volk wiens zede- lijko grondslagen de hechtheid van het familie. leven en een normaal geboortecijfer niet meer verzekeren, niet meer in den massa-oorlog van onzen tijd mag Ingrijpen -zondor zich zelf in het verderf te storten, en moet ophouden do ge schiedenis der wereld mede te bepalen. De Franselie ziekte, zoo besluit de „Iteichspost" ingevoerd door gewetenlooze zakenmannen en pornografische bladen, en be gunstigd door de werkeloosheid der bevoegde stantsautoriteiten, maakt ook reeds in onze landen sporadisch haar slachtoffers. Moge deze oorlog, die een geweldig „Memento mori" is, 0ns ook waarschuwend het „Gedenk het leven" toeroepen. VERSPREIDE BERICHTEN werken in vreemde talen gedrukt 44 uitgaven Kolpugobrek in Rusland. De „Roesskoje Slowo" meldt: de minister van Verkeer heeft officiéél medegedeeld, dat de sporen wegens onvoorziene omstandigheden den toevoer van kolen uit het Donetzbekken hebben moeten staken. Deze inededeeling is vergezeld van een aansporing de bedrijven, die met kolen worden gedreven in te richten voor het stoken van tui! en hout. In het district Moskou zijn wegens kolengebrek de fabrieken na Paschen niet weer aan het werk gegaan. Een stem die te Iaat komt. LIJKVERBRANDING. Een andere reden, waarom de Kath. Kerk vóór lijkbeaarding ia en tegen lij Ir ^bran ding is, wijl zij lijkbeaarding van groot be lang acht voor do rechtspraak, wijl Zij er een rem inziet voor de misdaad en een wel kom middel om don schuldige in vele ge vallen nog te kunnen straffen. Ieder uwer zal zich ongetwijfeld eon bericht uit de cou rant, hetzij van vroeger of later datum her inneren, waarin meegedeeld werd, dat op last van de justitie oen lijk was opgc? aven. Er waren feiten en omstandigheden aan het licht gekomen, die kwade vermoedens deden rijzon omtrent het uiteinde van den gestor vene, zoodat men er aan twijfelde of hic.r geen misdaad, bijv. vergiftiging of doodslag in het spel was. Gelukkig was het lijk niet verbrand, maar begraven: men kon dus nog door sectie den twijfel opheffen en zich over- tuigen van het al of niet aanwezig zijn van een miedaad. Nemen wij een practisch voorbeeld. Zie hier wat „Da Tijd" van 5 April 1909 mee- deelde uit Koewacht: De negenjarige Emma van J. H„ werkman te Koewacht. In „The Nation" zegt de Oxfordsche theoloog een paar dagen lijden» overleden. De heer F. C. Congbear in een open brief over de oor- ittman, arts te Axel. meende dat het meisje logszaken naar aanleiding van den brief van overleden was aan hersenontsteking. Het Sir Edward Grey aan Sir E. Gosclien (in het gerucht verspreidde zich, dat liet kind op de Britsche witboek onder no. 123 vermeld): waarin Zusterschool door Zuster N. op het hoofd gewaagd wordt van Grey's onderhoud met was geslagen en da*t het meisje daardoor Lichnowsky: overleden was. Een onderzoek door de ma- „Dit gesprek kon bij Lichnowsky alleen den réchanssees ingesteld eerst, bij do ouders en indruk welden, dat Engeland bereid was in te daarna hij de kinderen, die in de klas van DE UITVOERHANDEL DER VEREENIGDE Een overzicht van de statistische o-egevens nietSrjiPen met alleen, wanneer België werd aan- Zuster N. zaten, gaf tot resultaat, dat er betrekking op den buiteniandschen handel gedu-£ctas'> n,aar wanneer ook Frankrijk in het con-; van een slaan van Emma geen sprake was rende de laatste acht maanden toont aan, dat de werd betrokken. Dat wa3 en is voor Enge-geweest. Andoren echter schijnen minder groote uitbreiding, welke een deel van den ant'1 een begrijpelijke en naar het oordeel^ der stellige verklaringen te hebben afgelegd en Amerikaanschen uitvoerhandel heeft verkregen, meeste Tone3 cok een juiste politiek. Het is te -het gevolg was, dat o.en proces-verbaal werd niet voldoende was om eene vermindering aan ^mwen, dat Grey aan het Lagerhuis geenopgemaakt. Het parket liet nu het lijkje op- den anderen kant weer goed te maken. Een totaal mecledeeling heeft gedaan van Liehnowsky's graven en door de 'wetsdokters onderzoeken» .verlies van 221,422,000 dollar valt te notecren denkbeeld, want ik ben er van verzekerd dat Aan de hemmen was niets bijzonders te onfc- in vergelijking met den uitvoerhandel van 1914 j dit neutraliteits-voorwaarden zou hebben gefor- dekken, daarom ging men over tot een sec- De statistieken bewiizen dat terwijl een i muleerd> die voor Engeland èn Duitschlandtie van het lijk. En nn bleek spoedig, dat het hooger cijfer behaald werd voor sommige artike- aannemelijk waren. Binnen een half uur hadkind overleden was ann pleuris, gepaard met Jen, die tengevolge van den oorlog in liet buiten-1 aan Rusland £eze£d kunnen zijn, dat Engelandkoortsen.: van mishandeling was geen land zeer gewild waven de uitvoer van-katoen en niet bereid was Duitschland aan te vallen (be- sprake! Nu vraag ik u: zou in geval van machineriën zoodanig daalde dat de daardoor i halve dan als Be!glë aanfetast wfd> wegenslijkverbranding zulk een volledig eerherstel ontstane vermindering de\andeizüdsche Vrhoo-S^hil dat noch Engeland noch eemg deel j van Zuster N. mogelijk zijn geweest? Mis ging overtrof met ruim fin flDOOóf) dollar van het Rijk in eenig opzicht aanging. Dan zoueebien waren er wel geen gronden genoeg Het hoogste uitvoerriifer bereikten de meel-! Rusland terstond gebruik hebben gemaakt van aanwezig geweest om haar te veroordeelen» waren, nl. 397,000 Onn dollar tegen slechts de gelegenheid daaraan door den Duitschen i maar zon bij een vrijspreken uit gebrek aan 120,000,000 dollar 'in het vorige jaar. Zooals! Keizer geboden in de dagen van 28 tot 31 Juli." bewijs niet voor altijd een vlek gekleefd beb- bekènd laten de Amerik^en de Engdschen het Was dat in En£e,and eens acht of ne«en °P d*n Asters7 hoögnoodjge meel flihk betalen. Deze winst ging echter weer verloren door een verlies in den kalverenuitvoer. De verzendingen van kalveren werden in 1914 geschat op 500,000,000 dollar, terwijl er dit jaar voor min der dan 243,000,000 dollar werd uitgevoerd. De opmerkenswaardige stijging in den paar- denuihoer (ook oorlogsmaterieel!), die in de laatste acht maanden de waarde van 30,000,000 j -nQ„a v dollar bereikte, tegen 2,000,000 dollar geduren- j biddelüke noodzakelijkheid geplaatst om geheele MeiS188^af Mn wetenschappelijke com! maanden vroeger gezegd!.. De bosselien in Frankrijk. Reeds voor den oorlog bezat Frankrijk weinig Ieder ziet hier het. voordeel vnn begraven boven verbranden, een voordeel zóó groot, dat, toen in 1873 in Italië 't liikverbrandings- vraagstnk in den Senaat, ter 6prake kwam bosschen. \V aar de strijd gewoed heeft, zijn de p,n dezo zaak verwezen werd naar een com- wouden thans dermate vernield, dat het volgens missie, doze zich tegen lijkverbranding ver- het oordeel van deskundigen, in dertig jaar niet j klaarde en wel o.a. om deze reden, dat men mogelijk zal zijn den onden toestand te herstel- het in het belang der rechtspraak achtte, Ion. Vriend en vijand zijn voor dezelfde onver- d»t de lijken bewaard werden. Ook in ons deze kant der de hetzelfde tijdperk in 1914, viel weg doordat, bosschen om te hakken, ten einde het benoodig- de uitvoer van ruw en bewerkt hout van 68,000,000 dollar in 1914, daalde tot op 32,000,000 dollars in 1915 Een aanwinst van 3,000,000 dollars in den woluitvoer werd door een verlies van 30,000,000 dollars in koper verzwolgen. Lederwaren namen toe met 30,000,000 dollar, waartegenover echter eene vermindering staat van 50,000,000 dollar in den ijzer- en staal- uitvoer. Van de negentien producten, waarin de grootste uitvoerfluctuaties voorkwamen, hebben er negen toegenomen en tien afgenomen. Voor den invoerhandel gedurende de eerste acht maanden van het fiscaal jaar bedraagt de vermindering 160,000,000 dollar. Deze gegevens doen duidelijk zien, dat Amerika zich in ieder geval heeft weten schade loos te stellen voor het verlies, dat het mèt zoovele andere landen, tengevolge van den oor log moest ondervinden. Er blijkt echter te meer uit, dat waar is de verzekering van deskundigen, dat de oorlog reeds lang geëindigd zou zijn, als Amerika niet had gegolden ah de voorraadschuur der geallieer den, vooral wat betreft oorlogsmateriaal in den ruimsten zin. De oorlog en de Frauscho Boekhandel. Men schrijft ons: Wij hebben het resultaat gepubliceerd van de onderzoekingen, welke den invloed van den oor log aangeven op den Duitschen boekhandel. Hier volgen nog oenige cijfers, welke aan geven, dat ook de rransche boekhandel door den oorlog schade heelt ondervonden. Gedurende de laatste vijf maanden van 1914 bedroeg het aantal eSf\'en werken slechts 1835 tegen 4836 in 1913. Een verschil dus van 3001. De werken op sociaal en economisch gebied geven eene vermindering aan van 337. De werken over onderwijs verminderden met 266. de timmer- en brandhout te krijgen of een vrij schietveld voor hun kanonnen te maken. Een Franscb architect, Jean Paul Alaux heeft in een Amerikaansch blad voor boschcultuur z.ijn bevinding medegedeeld over de bosschen, die door den oorlog verwoest zijn. Begeeft men zich van Parijs naar het front, dan vindt men onmiddellijk voor de poorten van de hoofdstad in de bosschen reeds sporen van den oorlog. Toen in Augustus en September de Duit schers de hoofdstad naderden, moesten de Fran- schen zelf geheele bokschen omhakken, die den vijand voor schuilplaats zouden kunnen dienen. Het woud van Montmorency heeft op deze wijze veel geleden, die van Yincennes zijn niet zoo erg beschadigd. Meer noordelijk i3 het echter slechter gesteld. Uit het woud van Bouvïgny bij Atrecht en het bosch van Berthonval is wekenlang steeds meer hout gehaald. Door de vele regens waren alle paden volko men onbegaanbaar geworden en om de kanon nen munitie te kunnen transporteeren, moesten planken-wegen worden aangelegd- Een enkele planken-laag bleek te zwak en daarom werd er een tweede en ten slotte een derde overheen ge legd. Ontzaglijke hoeveelheden hout zijn ge bruikt voor woningen en verwarming. Zoo zijn b.v. het woud van Vitrimont, en het woud van Neufchateau in de nabijheid van het fort Bour- lémont, volkomen omgehakt. In het' boseh van Cbampenoux zijn alle boomen op een meter boven den grond afgezaagd, in het bosch van Mcaux, op de hoogvlakte van Amance voor Nancy, in het bosch van Grévie bij Arancourt, en in vele andere bosschen, staan in het geheel geen boomen meer. In het bosch van La Iiaye zijn de boomen en het struikgewas volkomen op gebruikt. Dag in, dag uit, zag de architect de 128) Ja. Arme Th'érèml Zij omhelsde haar broeder. .77 Wij hadden haar ook zoo lief, zei ze. Wij ti iiVen u noF over' mÜn arme Jean, en wij allen alles doen wat in ons vermogen ia om U troosten. Hy zuchtte en antwoordde niet. redt rende twee dagen dwaalde hij door k* bossdhen van La Guyonnière, bezocht de jPevsn die tot het kasteel behoorden en die 100 goed kende nit de dagen van zijn de paQhters die daar waren, en die Wr ?aard waren in de woelige tijden» w ke hadden doorleefd. Uik^ afscheid van hen met de harte- L» fi €r tusschen de heeren van h^^uyonnière en hun pachters had ge- lük °t«den viJver weer, waarin bet ^a« n ongclukkigen baron de -Guern verborgen geweest en de vertrekken. waarin zijn vader en zijn moeder zoo ge lukkig en vreedzaam hadden geleefd. Al deze plekken prentte hii zich goed in het geheugen, alsof hij wist, dat hij hier nooit zou terugkeeren en daarna verliet hij het kasteel, dat hem zoo dierbaar was met zijn zuster en haar echtgenoot, die hem niet al leen naar Parijs wilden laten vertrekken. Gagnard was intendant van La Guyon nière geworden. Sedert lang had hij gratie gekregen. Trouwens, er waren nooit ernstige beschul digingen tegen hem gedaan. De zaak van de Bretonsche samenzwering was de eenige waarin hii betrokken was ge weest. Daarbij had hij nog een ondergeschik te rol gespeeld. De andere woelingen, waaraan hij had dealgenomen, toen 'hij tot de Chonans be hoorde, waren niet hekend en van het aan deel, dat hij in de terechtstelling van Hu- bert Nollan gehad had, vernam men eerst in latere jaren. Te Lamballe brachten Pierre en Jean nog een bezoek aan hun vriend Francois Gouray, mot wien zij eenige Uren in gesprek bleven en vervolgens genoten zij te Plancoët nog de gulle gastvrijheid van den ouden Legner, den. oom van de markiezin d'Argouges, die zij te Parijs zouden weervinden met haar echtgenoot en de beminnelijke barones de Frévent. Te Parijs nam Jean de Trémazan afscheid van al zijn vrienden: van Barras, Lydio Ma- non en Annette Lanüo Ibem nog steeds de grootste genegenheid toonden; van den markies de Chalay, (,!e ee.n trouw aanhan ger vau het koningschap bleef en van La Bnss-ière, den bescheiden ambtenaar. Het verdere gedeelte van de 14 dagen, die hem nog overbleven, biacnt hij uitslui tend door in gczek>ehaP van do barones de Frévent, die hij ale een 1110ener liefhad, van zijn vrienden Lasson eu Jean d'Argouges, die zooveel als broeders voor hem waren en van Rose en Jeanne. Op een triestigen avond zeide hij hun al len vaarwel en stapte m de reiskoets, die hem zou brengen naar het leger, dat hij niet meer wilde verlaten en waar hii de verge telheid zou zoeken, te midden van de ver moeienissen en gevaren, die hij er iederen dag had te doorstaan. Alleen, gewond in het hart, de ziel in rouw, had hij tenminste de troost zijn zus ter te weten onder de bescherming van een echtgenoot, die barer waardig was en zijn vrienden vereenigd door banden, welke in de toekomst nog hechter en sterker worden zouden. Den 18en Brumaire (October-November) twee jaren vóór den datum, die door de staatsgreep beroemd zou worden, kwam hij in toet Rransche legerkamp nabij Milaan aan, te midden van de rijke vlakten van Lombardije, waar hij zijn kameraden weer vond, die alle vriendschap voor hem voel den om zijn edele hoedanigheden. Hij zou niet meer van hen scheiden. Zyn lot was bestemd. BESLUIT. Zeven jaren verliepen, zeven jaren van strijd, van werken en van overwinningen. Het directoire was vervangen geworden door het consulaat en dit op zijn beurt weer door het keizerrijk, doordat de consul, gene raal Bonaparte, zich als Napoleon I en steu nend op zijn soldaten, wier afgod hij was, tot keizer had laten uitroepen. Onafgebroken werden er oorlogen gevoerd. Het leger kampeerde op de heuvels vau Moravië, aan den zoom van een groot pijn- boscto» Een groote hut, gemaakt van takken en stroo, diende tot verblijf der officieren'. missie als hare meening te kennen, dat vele vergiften door de verbranding verloren gaan en dat daarentegen na de begrafenis vele vergiften nog zijn aan te wijzen. Ten slotte: als in Duitseih 1 and in de jaren 18921903 in 15 gevallen door opgraving van lijkeu de moordenaars tot bekentenis ge bracht en ter dood veroordeeld konden wor den, kunnen wij dan niet verwachten, dat bij algemeene lijkverbranding het getal vergif tigingen schrikbarend zou toenemen, daar de daders de zekerheid zonden hebben, dat nun aanslag op het leven van den evon<- mensch met geen mogelijkheid meer te be wijzen wasï 't Staat dus vast, dat. lijkbeaar ding vele misdaden niet alleen aan het licht brengt, maar ook voorkomt en wel door den misdadiger af te schrikken. (Wordt vervolgd). soldaten uittrekken om hout te hakken en ract zware lasten terugkeeren. Tot dusver was slechts sprake van bosschen, die met opzet om gehakt zijn. Hierbij komen nog de ontelbare boomen, die het offer geworden zijn van de ar tillerie of de machinegeweren. De mooie hos-" schen van Chantilly en Compiègne hebben wegens hun ligging slechts geringe schade ge leden. Oorlogs-illustraties. Het is reeds geruimeu tijd geleden, dat doof de pers het bericht de ronde deed, dat een zoon van den Duitschen generaal Von Emmich, den eersten Duitschen generaal, wiens naam in dozen oorlog werd genoemd als veroveraar van Luik, gesneuveld was. Later, zoo zegt nu het Hbd. gaf een onzer Nederlandsche geïllustreer de bladen (de „Katholieke Illustratie was het niet!) een foto van een militaire begrafenis Het was een donkere nacht. Onder de ontbladerde takken der boomen of onder het donkere groen van die, welke aan den winter weerstand konden bieden, liepen de schildwachten heen en weer, ter wijl bereden patrouilles waakten, dat elk op zijn post was. In de verte zag men het kamp van de vijanden, Russen en Oostenrijkers, wier vu ren een roodachtig schijnsel door de duis ternis wierpen, waarin men hen. die over dit kamp waakten, rich als schimmen zag be wegen. Bij het licht van een walmende vetkaars^ in een flesch gestoken, zat, in een afgescho ten gedeelte van de hut, een officier te schrij ven. Hij droeg oen uniform met gouden paillet ten, maar die zwart geworden waren door 't langdurig gebruik, terwijl ook de uniform' zelf bewees, dat de drager roede veel veld tochten had meegemaakt. Twee schildwachten, met getrokken sabel, 6tonden aan weerszijden van de denr. De duisternis was zoo dicht, dat men bui ten niets kon onderscheiden, maar een aan houdend dof gedruisch toonde de aanwezig heid van een menigte meoeclien aan, d© sol), daten, die in de open lucht sliepen of hun wa. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT !- r;! li t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9