KARPETTEN
■■■■■i
Gewroken.
P. J. JANSSEN
DE OORLOG
HOND m UTUB6IË
FEUILLETON
DE TOESTAND IN BEL6IE
Anegang h. Warmoesstr.
Goedkoopst adres.
ccLvm.
ZftTERDHG I «61
Brussel, 22 April 1915.
Dear gebeurt iets in Belgenlandf
Maar wat, dat weet niemand met zekerheid
te vertellen.
En de oificiëele mededeel ingen en bulletins, en
de uitlatingen van de Duitsche soldaten hebben
't slechts over de ééne groote kwestie: Dat de
groote doorbraak zal plaats hebben, dat nieuwe
actie wordt ontwikkeld, dat iets gebeuren zal na
de maanden vanrust.
Dit is alles wat er van te zeggen valt, maar
overal wordt gevoeld, dat groote actie wordt ten
toon gespreid en dat een nieuwe, reusachtige druk
wordt uitgeoefend.
Dat is alles wat voor 't oogenblik gemeld mag
worden. Vele geruchten doen de ronde, maar de
Duitsche autoriteiten hebben voor eene te goede
isolatie gezorgd, dan dat de „officieuze" berich
ten kunnen worden geloofd. En dat officiéél niets
bekend wordt, daarvoor wordt gezorgd.
In de cafés en op de boulevards wordt het
„gebeuren"^druk besproken; de militairen der
bezetting zijn opgewekter dan ooit en alles duidt
er op, dat zij hoopvolle verwachtingen koesteren.
Allen zijn ook vol van het mooie voorjaarsweer,
dat voor menig doeleinde geschikt lijkt. En dit
maal moet dit mooie weer voor een bepaald doel,
vooral aan de Duitschers dienstig zijn en niet, in
dat opzicht, aan alle oorlogvoerende partijen!
In vorige correspondenties kon ik reeds een en
ander melden over de zorgen, welke de Duit
schers besteden aan de graven der gevallenen
Dit is voortgezet en in alle stilte, d. w. z
rustig voortarbeidend, is een mooi stuk werk
geleverd, terwijl in Zuid West-België nog een
verwoede strijd gestreden wordt.
De burgers in het Duitsche vaderland helpen
trouwens mee de laatste rustplaatsen te ver
zekeren en zelfs met dit resultaat, dat tegen den
zomer de graven met bloemen zullen zijn ver
sierd.
Zoo geeft de oorlog de meest vreemde tegen
stellingen. Terwijl in de steden de komende ge
beurtenissen worden tegemoet gezien, terwijl niet
ver verwijderd hevig gevochten wordt en velen
sneuvelen voor het vaderland, laat het Belgisch,
Duitsch of Franscb wezen, wordt niet enkel ge
zorgd voor een rustig graf, maar ook voor de
gedachtenis aan de dooden.
Reeds vroeger zorgde de overheid en zorgden
ook de strijdmakkers voor een gedenkteeken, hoe
eenvoudig ook, voor de graven der gesneuvelden.
Thans zullen zij met bloemen worden gesierd
en deze versiering moet zoo rijk en uitgebreid
mogelijk zijn.
Het Duitsche vaderland zelf heeft hieraan
Meegewerkt.
En zoo konden tal van stations dezer dagen
eigenaardige wagons zien voorbijrijden. Geen
wagons, waarover lugubere, en bespottelijk
overdreven praatjes rondgingen; geen wagons
met militairen en met zaken, die van oorlog
spreken en niets dan oorlog, maar wagons
met bloemen en planten.
Bloemen en planten als symbolen van nieuw
leven, van lente, van kracht.
En dat in het oorlogsland.
Het zijn de groeten uit het vaderland aan de
dooden gebracht.
Groeien, welke getuigen van een zeïdzamen
geest van een piëteit, welke weemoedig aandoet;
maar ook zeer veel warmte van gemoed verraadt.
De bloemen zijn verspreid over de provincies
Brabant, Antwerpen, Limburg, Luik, Namen,
Luxemburg en ten slotte ook over Henegouwen.
Meer dan 50,000 bloeiende planten zijn daar
aangekomen. En bij deze zending was al het
mogelijke gedaan om de bloemen en planten een
lang en rijk leven te verzekeren.
Zoo zal deze zomer Belgenland overdekt zijn
met planten en bloemen van Duitschen grond
om vreedzaam de graven der Duitsche soldaten
te bedekken.
Het doet wonderlijk aan Duitsche soldaten te
hooren spreken over de ervaringen welke zij,
let wel, in kalmen bezettingstijd,- hier en daar
opdoen.
Vooral wanneer zij op meer gevorderden leef
tijd en huisvaders zijn.
Het spreekt vanzelf, dat zij veel aan het vader
land denken en aan hen die zij er achterlieten.
Zoo hoorde ik een Duitsch soldaat met groote
verwondering, en ook met blijdschap verhalen,
hoe hij in het spel der Belgische kinderen over
eenkomst en zelfs eensluidendheid ontdekte met
het spel der kinderen in Nürnberg. Hij bedoelde
een rondedans der kinderen, zooals ook even
goed in Holland door de kinderen gespeeld
wordt. Hij had de melodie gehoord van „Die
Anna sass auf einen Stein, einen Stein, einen
Stein," enz. en het bleek hem, dat de Vlaamsche
woorden met gelijke zwaarmoedige en langzame
melodie, ook door de kinderen werden gezongen.
En Anna zat op eenen steen, eenen. steen,
[eenen steen;
Zeg Anna waarom weent ge toch, enz.
De broodkaarten worden nu ook in Antwer
pen ingevoerd. Ieder kan een dagrantsoen krij
gen van 335 gram. De uitgifte der broodkaarten
geschiedt door de gemeenten, die ook zorgen
voor den in- en verkoop van andere levensmid
delen, zooals spek, rijst, erwten, boonen, enz.
In iedere gemeente is voor den inkoop een voe
dingscommissie van minstens drie personen aan
gesteld. Bovendien moet men zich houden aan
maximum-prijzen.
Deze brief schijnt enorm vertraagd te zijn
of door den censor opgehouden. Red.
DE EENIGE ZOON.
Onder dezen titel schrijft de „Roiohs post
Do Zwitsersche schrijver Eduard "Behrcns
schildert in een blad van Bazel, hoe hem, toen
hij eenigen tijd geleden een reis door Frankrijk
maakte, voordurend het woord „Le fits
unique." „De eonige zoon", in de ooren klonk.
Dit woord ziet men ook voortdurend in de
doodad vort en ties, het klinkt uit de klachten der
moeders over de gesneuvelden.
En de Zwiser voegt hieraan toe: Het een- en
twee kinderstelsel heeft in Frankrijk veel meer
families geruineerd dan in Duitschland,"
Daarmede is ternauwernood aangeduid, welk
een ramp do kinderbeperking en den liuidigen
oorlog voor Frankrijk is: dteze nationale ziekte
heeft het verlies aan mansehappen op de slag
veldon tot een catastrofe voor het land ge
maakt, welke zelfs door politieke voordeden
niet kan vergoed worden.
Toen het zwarte koloniale leger van Frank
rijk immer meer uitgebreid werd, zag Jaurè3
in dit feit reeds een teeken van verval en ver
klaarde hij ook openlijk. Daardoor zegt gij tot
de Franselie natie: Uw geboortecijfer daalt, uw
krachten némen af, en morgen zult gij op de
slagvelden een prooi der Duitsche overwinning
worden als gij niet honderd, of honderd-twin
tig duizend negers te hulp roept.
De negeip zijn te hulp geroepen het bankroet,
dat Jaurés vrecde, is gekomen, niet alleen
militair, maar ook nationaal. De wonden, welke
Frankrijk in dezen oorlog ontvangt, kunnen
niet, meer genezen worden,. In 1912 was het aan
tal mannelijke geboorten reeds tot 438.000 ge
daald en overtrof het 't aantal dooden nog
slechs met ongeveer 30.000, Terwijl in de laat
ste jaren het geboorten-surplus >n Duitschland
tusschen 11 en 14 op de 1000 inwoners zweefde,
bewoog het zich in Frankrijk op hetzelfde aan
tal inwoners tusschen 0 en 2.
Dp3 t"c dieper treffen echter de verliezen in
den huldigen oorlog, daar zij de mannen, die
in de kracht van hun leven zijn, wegrukken. En
men kan dan ook nu reeds zeggen, dat deze oor
log m Frankrijk het nog bestaande geboorten-
surplu8 vernietigt. Wat dat voor Frankrijk be-
teekent, blijkt uit lie feit, dat de vermeerdering
der bevolking in Duitschland die van Frank
rijk tot, dusverre met 800.000 overtrof. Voort
aan zal Duitschland jaarlijks met drie kwart
millioen inwoners toenemen, terwijl het Trari-
sche bevolkingscijfer hoogstens constant blijft.
Dat is de grootste nederlaag van Frankrijk,
welke haar gevolgen nog lang na het sluiten
van den vrede zal doen gevoelen.
Wetten vermogen niets tegen deze nederlaag
van Frankrijk. „Het bevolkingsprobleem in
Frankrijk is, zooals dr. H. Rosli onlangs in de
„Stidd. Monatsheften" verklaarde, op de eerste
plaats een moreel probleem". 'Slechts een alge
heels psychische regeneratie van het volk kan
deze ramp bezweren. Strenge zelfbeheersching
groot geduld in ernstige tijden, een godsdienstig
ideaal en rustig zelfvertrouwen, zijn de hoofd
momenten van dit genezingsproces.
Onlangs besprak A. Lacassagne in de „Matin"
het veelvuldig voorkomen van de misdaad tegen
het ontkiemende leven, en zeide daarbij: „De
bladen kondigen het succes der desbetreffende
deskundigen aan. Alleen in Parijs komen jaar
lijks 70.000 van deze misdaden voor. In geheel
Frankrijk beloopt dit getal zeker 500.000."
Om deze misd'aad tegen de natie uit te roeien
heeft men tevergeefs voorgeslagen, om de go-
neesheeren in deze gevallen van het beroeps
geheim te ontslaan. Tegelijkertijd wilde men
tegen de grenzenlooze Neo Malthusianlstischo
propaganda optreden. Op een der laatste natio
nale congressen hebben vooraanstaande per-
soolijkheden van de meest verschillende par
tijen en godsdienstige richtingen een alarm
kreet tegen de ontzettende gevolgen der onze
delijkheid doen weerklinken. Van jaar tot jaar
echter neemt het aantal echtscheidingen toe.
In 1000 telde mea er 7151, en in 1910 «ede
77400. In Parijs alleen zijn in 1911 meer dan
9.000 echtscheidingsprocessen behandeld en een
der rechters kon dan ook terecht verklaren:
„Wij gaan de ruine van den huwelijken staat en
de vernietiging van het huisgezin tegemoet."
Een natie, waar zulke ziekteverschijnselen
waargenomen worden, kan een zoo geweldigen
oorlog als den huidigen. niet weren, zonder na^
Die over godsdienstige kwesties met 182, welk
cijfer later is teruggebracht op 144, doordat een
toename alsnog kon worden geconstateerd om
trent uitgaven over het protestantisme.
In de afdeeling Historische Wetenschap-:,
was eene vermindering van 340 werken. Voor ca
Aardrijkskundige boeken en Reisbeschrijvingen
bedraagt zij 217. Voor de Geneeskundige Weten
schappen is de vermindering 176 uitgaven, later
teruggebracht op 133, wegens toenamen vastge
steld in de werken over chemie, chirurgie, over
practisch onderricht in de heelkunde enz.
Voor de kunsten bedraagt de vermindering
39 uitgaven, teruggebracht op 30, wegens een
vermeerdering van muziekuitgaven. Voor de let
terkundige werken bedroeg de vermindering 389
tionaal v.r.1.g,„ N. te». l^^Voor ataaaatt» mmmxto
zal met cijfers blijken, dat een volk wiens zede-
lijko grondslagen de hechtheid van het familie.
leven en een normaal geboortecijfer niet meer
verzekeren, niet meer in den massa-oorlog van
onzen tijd mag Ingrijpen -zondor zich zelf in het
verderf te storten, en moet ophouden do ge
schiedenis der wereld mede te bepalen.
De Franselie ziekte, zoo besluit de
„Iteichspost" ingevoerd door gewetenlooze
zakenmannen en pornografische bladen, en be
gunstigd door de werkeloosheid der bevoegde
stantsautoriteiten, maakt ook reeds in onze
landen sporadisch haar slachtoffers.
Moge deze oorlog, die een geweldig
„Memento mori" is, 0ns ook waarschuwend het
„Gedenk het leven" toeroepen.
VERSPREIDE BERICHTEN
werken in vreemde talen gedrukt 44 uitgaven
Kolpugobrek in Rusland.
De „Roesskoje Slowo" meldt: de minister van
Verkeer heeft officiéél medegedeeld, dat de
sporen wegens onvoorziene omstandigheden den
toevoer van kolen uit het Donetzbekken hebben
moeten staken. Deze inededeeling is vergezeld
van een aansporing de bedrijven, die met kolen
worden gedreven in te richten voor het stoken
van tui! en hout. In het district Moskou zijn
wegens kolengebrek de fabrieken na Paschen niet
weer aan het werk gegaan.
Een stem die te Iaat komt.
LIJKVERBRANDING.
Een andere reden, waarom de Kath. Kerk
vóór lijkbeaarding ia en tegen lij Ir ^bran
ding is, wijl zij lijkbeaarding van groot be
lang acht voor do rechtspraak, wijl Zij er
een rem inziet voor de misdaad en een wel
kom middel om don schuldige in vele ge
vallen nog te kunnen straffen. Ieder uwer
zal zich ongetwijfeld eon bericht uit de cou
rant, hetzij van vroeger of later datum her
inneren, waarin meegedeeld werd, dat op
last van de justitie oen lijk was opgc? aven.
Er waren feiten en omstandigheden aan het
licht gekomen, die kwade vermoedens deden
rijzon omtrent het uiteinde van den gestor
vene, zoodat men er aan twijfelde of hic.r
geen misdaad, bijv. vergiftiging of doodslag
in het spel was. Gelukkig was het lijk niet
verbrand, maar begraven: men kon dus nog
door sectie den twijfel opheffen en zich over-
tuigen van het al of niet aanwezig zijn van
een miedaad.
Nemen wij een practisch voorbeeld. Zie
hier wat „Da Tijd" van 5 April 1909 mee-
deelde uit Koewacht: De negenjarige Emma
van J. H„ werkman te Koewacht.
In „The Nation" zegt de Oxfordsche theoloog een paar dagen lijden» overleden. De heer
F. C. Congbear in een open brief over de oor- ittman, arts te Axel. meende dat het meisje
logszaken naar aanleiding van den brief van overleden was aan hersenontsteking. Het
Sir Edward Grey aan Sir E. Gosclien (in het gerucht verspreidde zich, dat liet kind op de
Britsche witboek onder no. 123 vermeld): waarin Zusterschool door Zuster N. op het hoofd
gewaagd wordt van Grey's onderhoud met was geslagen en da*t het meisje daardoor
Lichnowsky: overleden was. Een onderzoek door de ma-
„Dit gesprek kon bij Lichnowsky alleen den réchanssees ingesteld eerst, bij do ouders en
indruk welden, dat Engeland bereid was in te daarna hij de kinderen, die in de klas van
DE UITVOERHANDEL DER VEREENIGDE
Een overzicht van de statistische o-egevens nietSrjiPen met alleen, wanneer België werd aan- Zuster N. zaten, gaf tot resultaat, dat er
betrekking op den buiteniandschen handel gedu-£ctas'> n,aar wanneer ook Frankrijk in het con-; van een slaan van Emma geen sprake was
rende de laatste acht maanden toont aan, dat de werd betrokken. Dat wa3 en is voor Enge-geweest. Andoren echter schijnen minder
groote uitbreiding, welke een deel van den ant'1 een begrijpelijke en naar het oordeel^ der stellige verklaringen te hebben afgelegd en
Amerikaanschen uitvoerhandel heeft verkregen, meeste Tone3 cok een juiste politiek. Het is te -het gevolg was, dat o.en proces-verbaal werd
niet voldoende was om eene vermindering aan ^mwen, dat Grey aan het Lagerhuis geenopgemaakt. Het parket liet nu het lijkje op-
den anderen kant weer goed te maken. Een totaal mecledeeling heeft gedaan van Liehnowsky's graven en door de 'wetsdokters onderzoeken»
.verlies van 221,422,000 dollar valt te notecren denkbeeld, want ik ben er van verzekerd dat Aan de hemmen was niets bijzonders te onfc-
in vergelijking met den uitvoerhandel van 1914 j dit neutraliteits-voorwaarden zou hebben gefor- dekken, daarom ging men over tot een sec-
De statistieken bewiizen dat terwijl een i muleerd> die voor Engeland èn Duitschlandtie van het lijk. En nn bleek spoedig, dat het
hooger cijfer behaald werd voor sommige artike- aannemelijk waren. Binnen een half uur hadkind overleden was ann pleuris, gepaard met
Jen, die tengevolge van den oorlog in liet buiten-1 aan Rusland £eze£d kunnen zijn, dat Engelandkoortsen.: van mishandeling was geen
land zeer gewild waven de uitvoer van-katoen en niet bereid was Duitschland aan te vallen (be- sprake! Nu vraag ik u: zou in geval van
machineriën zoodanig daalde dat de daardoor i halve dan als Be!glë aanfetast wfd> wegenslijkverbranding zulk een volledig eerherstel
ontstane vermindering de\andeizüdsche Vrhoo-S^hil dat noch Engeland noch eemg deel j van Zuster N. mogelijk zijn geweest? Mis
ging overtrof met ruim fin flDOOóf) dollar van het Rijk in eenig opzicht aanging. Dan zoueebien waren er wel geen gronden genoeg
Het hoogste uitvoerriifer bereikten de meel-! Rusland terstond gebruik hebben gemaakt van aanwezig geweest om haar te veroordeelen»
waren, nl. 397,000 Onn dollar tegen slechts de gelegenheid daaraan door den Duitschen i maar zon bij een vrijspreken uit gebrek aan
120,000,000 dollar 'in het vorige jaar. Zooals! Keizer geboden in de dagen van 28 tot 31 Juli." bewijs niet voor altijd een vlek gekleefd beb-
bekènd laten de Amerik^en de Engdschen het Was dat in En£e,and eens acht of ne«en °P d*n Asters7
hoögnoodjge meel flihk betalen.
Deze winst ging echter weer verloren door een
verlies in den kalverenuitvoer. De verzendingen
van kalveren werden in 1914 geschat op
500,000,000 dollar, terwijl er dit jaar voor min
der dan 243,000,000 dollar werd uitgevoerd.
De opmerkenswaardige stijging in den paar-
denuihoer (ook oorlogsmaterieel!), die in de
laatste acht maanden de waarde van 30,000,000 j -nQ„a v
dollar bereikte, tegen 2,000,000 dollar geduren- j biddelüke noodzakelijkheid geplaatst om geheele MeiS188^af Mn wetenschappelijke com!
maanden vroeger gezegd!..
De bosselien in Frankrijk.
Reeds voor den oorlog bezat Frankrijk weinig
Ieder ziet hier het. voordeel vnn begraven
boven verbranden, een voordeel zóó groot,
dat, toen in 1873 in Italië 't liikverbrandings-
vraagstnk in den Senaat, ter 6prake kwam
bosschen. \V aar de strijd gewoed heeft, zijn de p,n dezo zaak verwezen werd naar een com-
wouden thans dermate vernield, dat het volgens missie, doze zich tegen lijkverbranding ver-
het oordeel van deskundigen, in dertig jaar niet j klaarde en wel o.a. om deze reden, dat men
mogelijk zal zijn den onden toestand te herstel- het in het belang der rechtspraak achtte,
Ion. Vriend en vijand zijn voor dezelfde onver- d»t de lijken bewaard werden. Ook in ons
deze kant der
de hetzelfde tijdperk in 1914, viel weg doordat, bosschen om te hakken, ten einde het benoodig-
de uitvoer van ruw en bewerkt hout van
68,000,000 dollar in 1914, daalde tot op
32,000,000 dollars in 1915
Een aanwinst van 3,000,000 dollars in den
woluitvoer werd door een verlies van 30,000,000
dollars in koper verzwolgen.
Lederwaren namen toe met 30,000,000 dollar,
waartegenover echter eene vermindering staat
van 50,000,000 dollar in den ijzer- en staal-
uitvoer.
Van de negentien producten, waarin de
grootste uitvoerfluctuaties voorkwamen, hebben
er negen toegenomen en tien afgenomen.
Voor den invoerhandel gedurende de eerste
acht maanden van het fiscaal jaar bedraagt de
vermindering 160,000,000 dollar.
Deze gegevens doen duidelijk zien, dat
Amerika zich in ieder geval heeft weten schade
loos te stellen voor het verlies, dat het mèt
zoovele andere landen, tengevolge van den oor
log moest ondervinden.
Er blijkt echter te meer uit, dat waar is de
verzekering van deskundigen, dat de oorlog reeds
lang geëindigd zou zijn, als Amerika niet had
gegolden ah de voorraadschuur der geallieer
den, vooral wat betreft oorlogsmateriaal in den
ruimsten zin.
De oorlog en de Frauscho Boekhandel.
Men schrijft ons:
Wij hebben het resultaat gepubliceerd van de
onderzoekingen, welke den invloed van den oor
log aangeven op den Duitschen boekhandel.
Hier volgen nog oenige cijfers, welke aan
geven, dat ook de rransche boekhandel door
den oorlog schade heelt ondervonden.
Gedurende de laatste vijf maanden van 1914
bedroeg het aantal eSf\'en werken slechts
1835 tegen 4836 in 1913. Een verschil dus van
3001. De werken op sociaal en economisch
gebied geven eene vermindering aan van 337.
De werken over onderwijs verminderden met 266.
de timmer- en brandhout te krijgen of een vrij
schietveld voor hun kanonnen te maken.
Een Franscb architect, Jean Paul Alaux heeft
in een Amerikaansch blad voor boschcultuur
z.ijn bevinding medegedeeld over de bosschen,
die door den oorlog verwoest zijn. Begeeft men
zich van Parijs naar het front, dan vindt men
onmiddellijk voor de poorten van de hoofdstad
in de bosschen reeds sporen van den oorlog.
Toen in Augustus en September de Duit
schers de hoofdstad naderden, moesten de Fran-
schen zelf geheele bokschen omhakken, die den
vijand voor schuilplaats zouden kunnen dienen.
Het woud van Montmorency heeft op deze wijze
veel geleden, die van Yincennes zijn niet zoo
erg beschadigd. Meer noordelijk i3 het echter
slechter gesteld. Uit het woud van Bouvïgny
bij Atrecht en het bosch van Berthonval is
wekenlang steeds meer hout gehaald.
Door de vele regens waren alle paden volko
men onbegaanbaar geworden en om de kanon
nen munitie te kunnen transporteeren, moesten
planken-wegen worden aangelegd- Een enkele
planken-laag bleek te zwak en daarom werd er
een tweede en ten slotte een derde overheen ge
legd. Ontzaglijke hoeveelheden hout zijn ge
bruikt voor woningen en verwarming. Zoo zijn
b.v. het woud van Vitrimont, en het woud van
Neufchateau in de nabijheid van het fort Bour-
lémont, volkomen omgehakt. In het' boseh van
Cbampenoux zijn alle boomen op een meter
boven den grond afgezaagd, in het bosch van
Mcaux, op de hoogvlakte van Amance voor
Nancy, in het bosch van Grévie bij Arancourt,
en in vele andere bosschen, staan in het geheel
geen boomen meer. In het bosch van La Iiaye
zijn de boomen en het struikgewas volkomen op
gebruikt. Dag in, dag uit, zag de architect de
128)
Ja.
Arme Th'érèml
Zij omhelsde haar broeder.
.77 Wij hadden haar ook zoo lief, zei ze. Wij
ti iiVen u noF over' mÜn arme Jean, en wij
allen alles doen wat in ons vermogen ia om
U troosten.
Hy zuchtte en antwoordde niet.
redt rende twee dagen dwaalde hij door
k* bossdhen van La Guyonnière, bezocht de
jPevsn die tot het kasteel behoorden en die
100 goed kende nit de dagen van zijn
de paQhters die daar waren, en die
Wr ?aard waren in de woelige tijden» w ke
hadden doorleefd.
Uik^ afscheid van hen met de harte-
L» fi €r tusschen de heeren van
h^^uyonnière en hun pachters had ge-
lük °t«den viJver weer, waarin bet
^a« n ongclukkigen baron de -Guern
verborgen geweest en de vertrekken.
waarin zijn vader en zijn moeder zoo ge
lukkig en vreedzaam hadden geleefd.
Al deze plekken prentte hii zich goed in
het geheugen, alsof hij wist, dat hij hier nooit
zou terugkeeren en daarna verliet hij het
kasteel, dat hem zoo dierbaar was met zijn
zuster en haar echtgenoot, die hem niet al
leen naar Parijs wilden laten vertrekken.
Gagnard was intendant van La Guyon
nière geworden.
Sedert lang had hij gratie gekregen.
Trouwens, er waren nooit ernstige beschul
digingen tegen hem gedaan.
De zaak van de Bretonsche samenzwering
was de eenige waarin hii betrokken was ge
weest. Daarbij had hij nog een ondergeschik
te rol gespeeld.
De andere woelingen, waaraan hij had
dealgenomen, toen 'hij tot de Chonans be
hoorde, waren niet hekend en van het aan
deel, dat hij in de terechtstelling van Hu-
bert Nollan gehad had, vernam men eerst
in latere jaren.
Te Lamballe brachten Pierre en Jean nog
een bezoek aan hun vriend Francois Gouray,
mot wien zij eenige Uren in gesprek bleven
en vervolgens genoten zij te Plancoët nog de
gulle gastvrijheid van den ouden Legner,
den. oom van de markiezin d'Argouges, die
zij te Parijs zouden weervinden met haar
echtgenoot en de beminnelijke barones de
Frévent.
Te Parijs nam Jean de Trémazan afscheid
van al zijn vrienden: van Barras, Lydio Ma-
non en Annette Lanüo Ibem nog steeds
de grootste genegenheid toonden; van den
markies de Chalay, (,!e ee.n trouw aanhan
ger vau het koningschap bleef en van La
Bnss-ière, den bescheiden ambtenaar.
Het verdere gedeelte van de 14 dagen,
die hem nog overbleven, biacnt hij uitslui
tend door in gczek>ehaP van do barones de
Frévent, die hij ale een 1110ener liefhad, van
zijn vrienden Lasson eu Jean d'Argouges,
die zooveel als broeders voor hem waren en
van Rose en Jeanne.
Op een triestigen avond zeide hij hun al
len vaarwel en stapte m de reiskoets, die
hem zou brengen naar het leger, dat hij niet
meer wilde verlaten en waar hii de verge
telheid zou zoeken, te midden van de ver
moeienissen en gevaren, die hij er iederen
dag had te doorstaan.
Alleen, gewond in het hart, de ziel in
rouw, had hij tenminste de troost zijn zus
ter te weten onder de bescherming van een
echtgenoot, die barer waardig was en zijn
vrienden vereenigd door banden, welke in
de toekomst nog hechter en sterker worden
zouden.
Den 18en Brumaire (October-November)
twee jaren vóór den datum, die door de
staatsgreep beroemd zou worden, kwam hij
in toet Rransche legerkamp nabij Milaan
aan, te midden van de rijke vlakten van
Lombardije, waar hij zijn kameraden weer
vond, die alle vriendschap voor hem voel
den om zijn edele hoedanigheden.
Hij zou niet meer van hen scheiden.
Zyn lot was bestemd.
BESLUIT.
Zeven jaren verliepen, zeven jaren van
strijd, van werken en van overwinningen.
Het directoire was vervangen geworden
door het consulaat en dit op zijn beurt weer
door het keizerrijk, doordat de consul, gene
raal Bonaparte, zich als Napoleon I en steu
nend op zijn soldaten, wier afgod hij was,
tot keizer had laten uitroepen.
Onafgebroken werden er oorlogen gevoerd.
Het leger kampeerde op de heuvels vau
Moravië, aan den zoom van een groot pijn-
boscto»
Een groote hut, gemaakt van takken en
stroo, diende tot verblijf der officieren'.
missie als hare meening te kennen, dat vele
vergiften door de verbranding verloren gaan
en dat daarentegen na de begrafenis vele
vergiften nog zijn aan te wijzen.
Ten slotte: als in Duitseih 1 and in de jaren
18921903 in 15 gevallen door opgraving van
lijkeu de moordenaars tot bekentenis ge
bracht en ter dood veroordeeld konden wor
den, kunnen wij dan niet verwachten, dat bij
algemeene lijkverbranding het getal vergif
tigingen schrikbarend zou toenemen, daar
de daders de zekerheid zonden hebben, dat
nun aanslag op het leven van den evon<-
mensch met geen mogelijkheid meer te be
wijzen wasï 't Staat dus vast, dat. lijkbeaar
ding vele misdaden niet alleen aan het licht
brengt, maar ook voorkomt en wel door den
misdadiger af te schrikken.
(Wordt vervolgd).
soldaten uittrekken om hout te hakken en ract
zware lasten terugkeeren. Tot dusver was
slechts sprake van bosschen, die met opzet om
gehakt zijn. Hierbij komen nog de ontelbare
boomen, die het offer geworden zijn van de ar
tillerie of de machinegeweren. De mooie hos-"
schen van Chantilly en Compiègne hebben
wegens hun ligging slechts geringe schade ge
leden.
Oorlogs-illustraties.
Het is reeds geruimeu tijd geleden, dat doof
de pers het bericht de ronde deed, dat een zoon
van den Duitschen generaal Von Emmich, den
eersten Duitschen generaal, wiens naam in
dozen oorlog werd genoemd als veroveraar van
Luik, gesneuveld was. Later, zoo zegt nu het
Hbd. gaf een onzer Nederlandsche geïllustreer
de bladen (de „Katholieke Illustratie was het
niet!) een foto van een militaire begrafenis
Het was een donkere nacht.
Onder de ontbladerde takken der boomen
of onder het donkere groen van die, welke
aan den winter weerstand konden bieden,
liepen de schildwachten heen en weer, ter
wijl bereden patrouilles waakten, dat elk op
zijn post was.
In de verte zag men het kamp van de
vijanden, Russen en Oostenrijkers, wier vu
ren een roodachtig schijnsel door de duis
ternis wierpen, waarin men hen. die over dit
kamp waakten, rich als schimmen zag be
wegen.
Bij het licht van een walmende vetkaars^
in een flesch gestoken, zat, in een afgescho
ten gedeelte van de hut, een officier te schrij
ven.
Hij droeg oen uniform met gouden paillet
ten, maar die zwart geworden waren door 't
langdurig gebruik, terwijl ook de uniform'
zelf bewees, dat de drager roede veel veld
tochten had meegemaakt.
Twee schildwachten, met getrokken sabel,
6tonden aan weerszijden van de denr.
De duisternis was zoo dicht, dat men bui
ten niets kon onderscheiden, maar een aan
houdend dof gedruisch toonde de aanwezig
heid van een menigte meoeclien aan, d© sol),
daten, die in de open lucht sliepen of hun wa.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
!-
r;!
li
t