TWEEDE BLAD Vloerzeilen EifOIHE, P. J. JANSSEN DE OORLOG BINNENLAND STADSNIEUWS STATEN-GENERAAL. FEUILLETON DE TOESTAND IN BELG1E Anegang h. Warmoesstr. Goedkoopst adres. DINSDAG 18 MEi 1915 10 Prijzen. id. id. 95 BI. C. 95 C. C. 94 G. J. 94 V. en K. 93 G. J. 93 6 Prijzen. V. en K. id. 91 G. J. 91 O. j. 91 2 Prijzen. Ver. Punt. BI. C. 95 id. 91 HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT rrm onzen Brusselschen correspondent.)' Brussel, 14 Mei 1915, (Eet courantenwezen is in België altijd een delicate zaak geweest. ■Niet enkel nu maken de couranten een b]jzonderen tijd door. Gelijk België zoo dik- rijls het terrein van den oorlog geweest zoo is 't -1 van zeil sprekend, dat ook B*n opzichte van een moderne uiting als iet nieuwsblad is, andere tijden dan anders iun invloed doen gelden. Toch moet men Jiiet denken, dat 't er zóó ernstig mee ge- kteld is. Wel zijn vele bladen verdwenen, [omdat vele uitgevers en redacteuren „afwe- ifcig,' zijn. Elders strijden dezen voor de be langen van liet Bclgisclio vaderland en kun- Inen zij onmogelijk weten hoe precies de 1100- 'den van het volk zijn en boe deze inderdaad het beste kunnen worden gelenigd in ver houding tot de omstandigheden. Men kan flie omstandigheden beroerd vinden en tegen 'de Duitschers van uit de verte opsputteren zooveel men wil en zooveel z'n temperament verduren kan, daarmee maakt men de tijden niet anders en helpt men evenmin de bevolking, die niet vluchtte, doch den toe stand onder de oogen moet zien en elkan der in de kwade tijden naar vermogen wil bijstaan. Maar genoeg daarover. ;We willen 't, trouwens heel In het generaal hebben over de gazetten in Bel gië. Er zijn misschien slechts weinig landen, die op zooveel kranten kunnen wijzen als de Belgen 't konden vóór den oorlog. Ge weet wellicht, dat twee Belgen als ze iets willen, in '11 ommezien met z'n tweeën een ver- eeniging hebben gesticht, Zijn er drie bij el kaar dan geven zc een tijdschrift uit, dat vol gloed en vuur zit. Dagbladen of week bladen mogen nu wel zóó snel niet zijn ont staan, maar een tintje van bovengenoemdo eigenschap zit er in ieder geval toch in. Of dit een gevolg is van de kwade tijden, welke de Belgen met hun bladen heel de geschiedenis door hebben beleefd? Het is best mogelijk, dat de oorzaak van dezen drang naar het geschreven woord dateert van uit de tijden, dat de pers van Belgen- land onderdrukt werd door de Eranschen, die tijdens de revolutie en de daaropvolgen de jaren België bezet hielden. Dö Fran- «chen waren destijds uiterst vindingrijk in de middelen om het werk der pers te ver hinderen. Het is bekend, dat menige schrij ver en uitgever van bladen het zwaar te verduren hadden, als zij hun pen niet ge bruikten zooals de Eranschen dat wilden. Het is daarom wel belangwekkend om in 't algemeen den tegenwoordigen toestand eens te beschouwen. Toen de Duitschers België binnentrokken was een deel van het land al zeer spoedig zonder alle nieuws, omdat de bladen en blaadjes niet meer uitkwamen. De uitgevers hadden met hunne werkzaamheden opgehou den Ook waren er bladen, en daaronder de oudste van het land, die gedurende den oor log niet wenschten te verschijnen. Het nieu= wf bestuur bleek geenszins voornemens te »i?r rte bevolking buiten alla nieuws te Ia ën 2 de overtuiging, dat een volk daar niet meer buiten kan en wel wetend, dat voor herstel en opbeuring de pers een dei- eerst noodige vereischten is. Dit had ten gevolge! dat reeds in Auguetes al weder bladen uitkwamen, hoewel zij in den beginne slechts heel bescheiden in de behoeften aan voorlichting konden voorzien nieuws en Waar," zooals gezegd, tal van beliefden uit te komen, bladen niet versche- behoeft geen verder betoog, dat een pers in een bezet land leeft onder omstandigheden, waardoor een vergelijking met een onbezet land of met een oorlogvoerend land eenig raison zou hebben. Op het oogenblik verschijnen in België ruim vijftig bladen per dag. Deze dienen als geestelijk voedsel voor meer ontwikkelden en arbeiders en er is geen plaatsje bijna, dat niet van deze lectuur voorzien wordt of waar een of meer malen per week een blaadje verschijnt. De bladen der groote ste den, zooals Brussel, Antwerpen en Gent ver schillen niet veel van den vroegcren inhoud. Naast oorlogsberichten en politieke mede- deelingen bevatten zij plaatsolijke berichten, rubrieken voor sport, muziek en schouwburg. Voorts feuilleton en af en toe zelfs een ru briek over de vrouwenbeweging. De muziek neemt voor 't oogenblik zelfs een heel vooi- name plaats in door de prachtige concerten, welke gegeven worden met name in Ihus- sel waarover ik reeds eenige malen schreef, al kan men hierop niet steeds terugkomen. Ook de kunstrubriek wordt niet verwaar loosd door de tentoonstellingen, welke nu en dan gehouden worden. Ten slotte nemen de meeste bladen hun taak wel zoo eins tig op, dat zij van voorlichting dienen in de pogingen en maatregelen om van Belgie ook in dezen oorlogstijd te maken vat er bij mogelijkheid maar van te maken is. .Zelfs de advertentierubriek blijkt in een behoefte te voorzien, zeer ten voordeelc van het bestaan dier bladen. In den „Courier Beige" is zelfs een nieuwe berichtendienst gevormd. Gezien het feit, dat België een land in oorlog, en meer dan dat een bezet gebied is, mag worden gezegd, dat de pers nog een belangrijk stuk leven vertegenwoordigt. Eén ding wil ik nog even aanwijzen en dat is de rivaliteit, welke bestaat tusschen de Bel gische dagbladschrijvers, die hun werk in het land bleven verrichten of opnamen en dat der Belgische dagbladschrijvers, die „uit weken" en van uit het land, dat hun gast- vi'. eid verleende thans tegen liun voorma lige collega's van leer trekkenomdat zij op hun post bleven in deze moeilijke tijden. Het moge soms verdrietelijk zijn, maar het weerhoudt hen toch niet om voor hun land en in hun land te werken zopals zij 't voor het oogenblik als het beste beschouwen. O. nenernie"uwè""biaden in handen van nieuwe ondernemers. Dezen hadden succes, omdat vóór den oorlog bijna elke plaats van maar eenige beteekenis een nieuwsblad had en de bewoners niet buiten een bl^-|0 "k konden. Er was een censuur! ffei zeker, maar deze is in elk oorlogvoerend land en d van de nieuwe heerschers liet, waar dit maar ecnigszins kon, de grootst mogelijke vrijheid. Geen enkele bezetting toch mag bijv. op ruiing toelaten en zij zoude al een zeer groote fout begaan, als zij in dit opzien niet waakzaam was en zich tegen onware onjuiste berichten verzette. Voor t overig hebben de bladen vrijheid van spreken. Het ADMIRAAL JELLICOE. Uit het leven van den man, die aan het hoofd der Kngelsche vloot is geplaatst en die dus meer dan iemand anders de toekomst van Engeland in handen heeft, is liet volgende wel eene bij zondere vermelding waard. Sir John Bushworth Jelliooe werd geboren in 1859 en was in zijn jeugd stil en ingetogen, daarbij klein en zwakkelijk. Hij beoefende even wel de sport met echt-Engelse lie opgewektheid, wat hem in zijn studiën niet hinderde. Meermalen verkeerde hij in ernstig levensge vaar. Toen in 1886 bij Gibraltar een schip door den storm in groot gevaar om hulp seinde, bood e officier Jelliooe zich als vrijwilliger voor de reddingsboot aan. Voor het schip in nood even wel bereikt was. sloec a j a© boot om. en werden de dappere redders slechts met moeite van den dood gered. Een tweede geval had plaats bij de groote vlootrinanoeuvres in de Middellandsche Zee, in het jaar 1893, toen door een nog steeds onopge helderd misverstand, het admiraalschip „Vic toria" in den grond werd geboord; meer dan 950 man vonden den dood in de golven. Jelliooe lag zwaar ziek to bed in zijn kajuit, toen de ramp plaats greep; als Joor een wonder werd hij gered. In 1900 stond Jelliooe als kapitein der ,.Cen. turion" aan het hoofd der Engelschen lan dingstroepen in den Boxer-opstand. Bij een charge tegen de Ghineesche cavalerie werd Jelliooe zwaar gewond in de longstreek en een stateerden de geneesheeren een doodelijke won de. Niettemin genas hij volkomen. Teruggekeerd in het vaderland werd hij be noemd tot directeur der selieepsartillerie, in welke betrekking hij onnoemelijke verdiensten jegens zijn vaderland bewees. In den tijd van 18 maanden tocli wist hij het percentage treffers der artillerie van 42 te brengen op 70. Merkwaai dig is, dat sir Jelliooe zeer gezien was te Berlijn, waar hij meer dan eens de gast was van keizer Wilhelm. Intusschen werkte Jelliooe met zijn volle werkkracht voor zijn vloot. In 1919 wist hij op het vlaggeschip „The Thunderer" het ongeloo flijke aantal van 80 treffers te bereiken op een afstand van ruim 9 K.M.Bij tie groote manoeuvres in 1913 wier beschrijving nog al lijd geheim gehouden wordt, was Jellicoo aangewe zen als opperbevelhebber der vijandelijke vloot, die eene landing moest beproeven. Niettegen staande deze vloot kleiner was bewa- kingsvloot wist Jelliooe bij d.noeuvres landingen te bewerken met volkomen succes. Naar men zefït, heeft sir Jelliooe aan deze ma noeuvres zijne tegenwoordige positie van op perbevelhebber te danken. 1\ at zijn karakter betreft schildert men Sir Jellicoe als een echten Engelschen zeeman, fleg matiek in den hoogsten graad, zeer kortaf en. zwijgzaam, zoonis zijne bijnamen „Silent Jack" en „Jacky-Oh genoegzaam bewijzen. Als echte Engelschman houdt hij evenwel van humor, en onder zijn kinderen -hij heeft er vijf moet hij in het geluk niet terug te kennen zijn in zijn uitgelatenheid! ROODE KRUIS-Hulp VOOR OOSTEN RIJK—HONGARIJE. Naar men verneemt, zal Donderdag a.s. dr. J. F. S. Esser, thans te Eindhoven, met vier Neder! andscbo gediplomeerde verpleegsters naar Oostenrijk-Hongsrije vertrekken, om on- der leiding \an het ministerie van oorlog al daar, in een der groote centra chirurgische hulp aan verminkten te verkenen. ALGEMEENE OEPENPLICJIÏ. De heeren O. J. k. Van ^alst, president der Nederlandsche Handelmaatschappij en eenige anderen, die in handel, nijverheid en wetenschap in ons land een eerste plaats bekleeden zonden aan dn leden der Tweede Kamer het onderstaande adres: Ondergeteekenden, van oordeel, dat de vei ligheid en waardigheid van den Staat ei- schen, dat gedurende dezen oorlog en bij de daarop volgende vredesonderhandelingen, op elk gewild oogenblik over alle gezonde krach tige mannen in weerbaren staat beschikt kan worden, dringen met den meesten ernst aan op onverwijlde wettelijke invoering van „Al- gemeenen oefenplicht" eil aanvulling van den daarvoor mogelijk niet volkomen toereiken den voorraad wapenen en munitie, en zulks in afwachting, dat de dringend noodige „Al- gemeene Dienstplicht" met „Oefenplicht", voor alle physiek geschikten zal zijn tot stand gekomen. De Oud-Ministers van Oorlog H. Colijn, Wi. Cool en II. p, staal verklaarden zich met de strekking van bovenstaand adres geheel te kunnen vereenigen. Het initiatief tot dit adres is genomen door liet onlangs gevormde propaganda-eomité der vereeni- ging „Volksweerbaarheid". werkverschaffing en steun aan MILICIENS EN LANDWEERMANNEN. De Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens heeft een oproep aan het Neder landsche volk gericht betreffende werkver schaffing en tijdelijken financieelen steun aan miliciens en landweermannen bij demo bilisatie onzer krijgsmacht. De vereeniging wenscht te voorkomen, dat dan één militair of landweerman, die zijn dienstplicht goed vervulde, naar zijn woon plaats Jerugkeert met bezorgdheid voor de toekomst. Daarom heeft zij in alle deelen des lands provinciale comitó's, afdeelingen en corres- n«nwtnïschappon °PKuricht, welke zich met cie werkgevers in verbinding stellen, opdat alle oppassende miliciens en landweer man nen, die ten gevolge van de mobmsatie hun betrekking in de burgermaatschappij verlo ren, bij demobilisatie weder aan werk ge holpen worden. Intusschen zal niet iedereen dadelijk in een betrekking geplaatst kunnen worden, al ware het slechts omdat vele firma,s niet aanstonds werk zullen hebben voor even veel personeel als rij vóór den oorlog in dienst hadden. Z®er veel gedemobiliseerde miliciens en landweermannen zullen tijde lijk geldelijk gesteund moeten worden. De vereeniging doet aaarom, behalve op de medewerking der werkgevers, een be roep op den financieelen steun van alle overige Nederlanders. Penningmeester is de heer B. van Haers- ma Buma, te 's Gravenhage. Koffiehuizen en Mobilisatie. Men schrijft uit Apeldoorn aan het Hbld.: Alhier is een procedure aanhangig, waarvan de uitspraak door velen, vooral koffiehuishou- ders, met belangstel mg wordt te gemoet ge- jzien. I Van de mobilisat,ie iU 8eldt Hier het alge- meen verbod van den verkoop van sterken drank eu nu ligt het voor de hand dat sommige caféhouders tersluiks toch sterken drank schon- ken. Hierop werd en wordt nauwlettend toe» gezien eu bij bekeuring krijgt de overtreder den volgenden dag ©en schildwacht voor de deur en blijft de zaak, bij eerste overtreding, gewoonlijk oen week en bij herhaling twee weken, een maand of langer geeioten. Dat dc sluiting eener zaak in alle gestreng heid geschiedt, blijkt uit verschillende gevallen. Zoo werd een dokter, >iie bij een aicko was ge roepen, niet doorgelaten of hij moest eerst een bewijs van den commissaris vim politie hebben. In een ander geval overkwam dit een café houder van het Loo, die voor zaken naar Apeldoorn was geweest. Teruggekomen, «as de toegang tot zijn woning door een schildwacht afgej-et, die beslist weigerde den man tot zijn eigen woning toegang te verlecnen, zelfs met toen vrouw en buren als getuigen optraden. De schildwacht liad strenge consignes niemand door te laten. Er zat niet anders op, dan naar Apeldoorn terug te keeren en een bewijs te halen, dat hij in zijne woning mocht worden toegelaten. Dat deze maatregelen aan verschillende za ken groote schade berokkenen bij den langen duur der mobilisatie, ligt voor de hand, en dat de caféhouders trachten aan deze bepalingen te ontkomen, evenzeer. Thans heeft een hun ner, wiens zaak bij herhaling voor geruimen tijd geeioten is, een vordering tegen de gemeen te Apeldoorn om schadevergoeding, geleden door een volgens hem onrechtmatige daad van den burgemeester als hoofd der gemeente, inge steld. Tweemaal reeds diende deze zaak voor het kantongerecht en beide keeren vroeg de ver tegenwoordiger van gedaagde om uitstel, waar tegen de vertegenwoordiger van eisclier zich krachtig verzette. Deze zag hierin een „op de lange baan schuiven," waardoor de zaak te lang onbeslist bleef en zijn cliënten hoe langur hoe meer schade leden. Tocli gaf de kantonrechter nogmaal uitstel, nu tot den 2en Juni, opdat ook gedaagde worden gehoord, daar eene p^-pl-lo bc8^; sing over de zaak gewenscht wordt. De e- rneenteraad, welke 21 Mei samenkomt moet toestemming geven tot procederen, met goed keuring van Gedeputeerde Staten. BOND VAN SCH1ETVEREEN1GINGEN IN HAARLEM EN OMSTREKEN. De officiëele uitslag van den eindwedstrijd van den Win ter-Kampioen-wedstrijd Nov. 14— Maart '15, gehouden 11, 18, 25 April en 2 en 9 Mei is als volgt: A. Korps. Voo:; elk 5-tal 1 Medaille. 1 Kaart (gratis.) Ie Voor Vad. en Koning 418 P. V. Z. M. Genl. Joubert 472 P. Z. M. Claudius Civilis 463 P. Z. M. 2e 5-tal. Voor Vad. en Koning 443 P. V. Z. M. Genl. Joubert 433 P. Z. M. Claudius Civilis 424 P. Z. M. B. Personeel in 3 klassen. 1 Kaart (gratis). Ie Klasse. 30 deeln Kaartno. Naam. 52 P. A. M. Roozen 71 89 99 55 101 Bouwman de Raad P. F. Hekker H. J. Bouman D. C. Houtgraaf H. Smeenk 93 P. Janssen 91 J. Viets 60 A. F. Bos 2e Klasse. 18 deeln Kaartno. Naam. 73 B. H. Philippo 75 A. G. Kruup 78 J. M. Voskuijl 83 J. M. H. Voskuyl 76 A. Janssen 86 B. H. Wezenaar 3e Klasse. 7 deeln. Kaartno. Naam. 68 P. J- van Nobelen 51 H. Vader C. Eerebaan voor alle klassen. 1 Kaart (gratis). 3 Prijzen. (Aangeb. door Mevr. Visser van Hazerswoude Van Merlen.) Kaartno. Naam. Punt. .151 H. Vader BL y8 Ver. Pant. O. J. 96 O. v. M. 96 id. 96 96 Ver. Punt. 94 BI. C. 94 C. C. 91 169 H. J. Bouman o. M. 97 153 P. A. M. Roozen G. J. 96 D. Vrije baan in 3 klassen. Aan lal kaarten onbeperkt. 2 hoogste kaarten tellen (met steun). 10 ct. per kaart, 60 pCt. van opbrengst. Ie klasse. 503 beschoten. 11 Prijzen. Naam. Ver. Punt. A. F. Bos G. J. 198 L. de Raad G. v. M. 196 P. H. Kluft id. 196 P. A. M. Roozen G. J. 196 B. J. Bots G .v. M. 195 P. J. Hekker G. J. 195 J. A. Rijkens id. 194 H. J. Bouman G.v. M. 194 H. F. Spoor V.enK. 194 F. P. Hekker G.v. M. 194 ri. E. Stap c. C. 194 2e Klasse. 236 beschoten. 11 Prijzen. Naam. Ver. Punt. J. van Keulen G. J. 191 J. M. Voskuijl C. C. 190 F. J. v. Buggenum BI. C. 190 A. G. Kruup id. 188 D. J. Tieskens V.enK. 187 A. Prinsen C. C. 187 A. Janssen G. J. 187 B. H. Philippo V.enK. 186 J. van Honschoten G. J. 186 B. H. Wezenaa: id. 185 J. A. van Buggenum BI. C. 181 3e Klasse. 43 beschoten. 5 Prijzen. Naam. ver. punt, A. J. Hekker BI C. 192 P. J. van Nobelen id. 186 Ellinckhuizen G. J. 186 H. Vader BI. C. 184 Van Buuren Q. C. 170 E. Geluksbaan (bedekte schijf v. alle klassen). Aantal kaarten onbeperkt. Elke kaart 10 cent.' Volle opbrengst uitgekeerd. 94 deeln. 5 Prijzen en 1 voor het minste aant. punt. zonder misschot. Kaartno. Naam. Ver. Punt. 336 H. Smeenk C. C. 96 353 H. F. Spoor V. en K. 94 346 A. F. Bos G. J. 93 347 D. N. H. Twisterling V. en K. 93 274 P. H. Kluft G. v. M. 93 315 A. J. Hekker BI. C. 66 De uitreiking dezer prijzen zal plaats hebben op Vrijdag 21 Mei 's avonds óm 8y2 uur, na de Alg. Verg. van den Bond, in het schietge» bouw aan de Schouwtjeslaan. LIJST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN EN BRIEFKAARTEN. Terugontvangen in de le helft der maand Mei. Brieven Binnenlandw J. M. Barnhoorn, Baeile Nassau. Beele, A'dam. Bijvoet (Gem. Ram) A'dam. Kok, A'dam. J. J. Dagar, Koog a.d. Zaan. Mevr. H. Dorré, Amersfoort. S. de Haan, A'dam. P. I. 1 Kloos, Deventer. Tante Louise, Den Haag. J. van Marle, A'dam. Mej. A. M. J. Meijer, Zeist. Nederl. Fabriek, A'dam. A. Oomes, Zurich bij Harlingen. Mej. M. Postma, A'dam. H. J. de Ru ij tor, Schoten. Mej. Saunders, Haar lem. Van Veen, Leur. Mej. A. van Voorthuij- sen. f Jos. Yrappé, R'dam. Mej. A. van der Wees, A'dam. Briefkaarten Binnenland. N J. Aris, A'dam. Mej. A. de Boef, Rijswijk. H. v. d. Bosch, Haarlem. M. Bankina, Valkens- waard. Brockmans, Haarlem. D. Gorter, Haar lem. Mej. N. Handgraaf, A'dam. Theo Hof, Oosterhout. Mej. Hunieman, A'dam. Mej. R. Karis, A'dam. Mej. N. v. d. Kwast, A'dam Mej. G. Kramer, Groningen. Fr. Ledeboer, A'dam. O. S. Lunieman, A'dam. J. Meier, A'dam. A. Oome, Harlingen. Mej. Vasma, A'dam. Mej. B. Verbeek, Haarlem. B. H. Veeter, Tilburg. Mej, J. Vroegin de Wij, A'dam. J. Wielega, Haarlem Brieven Buitenland. Jules Abeele, Anvers. „Area", Merxem. Fr. de Oaluwé, Anvere. P. Gené, Anvers. G. J. Jan sen, Handing Rock. M. Mittweg, Bern. Anna Smits, Eeckeren. H. Verbois, Molenbeek, Briefkaarten Buitenland. Otto Blaëdel, Cairo. Mej. B. Brandt, Suttan. Bulter, Frankrijk, Sapper Mc Donald, Frank rijk. Jean Swerts, Aix la Chapelle. Vonk, Amerika. N.B. Aan de afzenders wordt aanbevolen hun adres op de stukken te vermelden opdat deze bij onbestelbaarheid aan hen kunnen wor den teruggegeven. GEWISSELDE STUKKEN. Bestrijding v»n mond- en klauwzeer. In de Memorie van Antwoord op het V. V. lp Ken onheilspellende duisternis omgaf de «prekers. Het water, door een onzidhtbare tnacht voortgeduwd, overstortte hen met ge beld. JJe storm was razend geworden. „Hebben wij spoedig het strand bereikt?" Ivonne was doornat en sidderde van koude. „Voor zoover ik kan nagaan, hebben wij do helft van den weg afgelegd, bewaar uwe tegenwoordigheid van geest!" fluisterde de baron. In het volgend half uur hoorde men be halve het builen van den storm, alleen de 2ware ademhaling der arbeidende mannen. Het was den baron gehikt, de dames over te balen, zieih op den bodem van het vaar- •hig neer te leggen, bij bedekte ze met de af geworpen kkeien van de schippers. Hij had Ivonne een groote, wollen doek over bet hoofd en de schouders geslagen en de oude dam© vost in mantel en sjaal gehuld. Hij had roede eenigen tijd den ouden schipper afffelo<st en diens roeispanen ter baud geno- terwijl deze aan het stuur zat, werkte met leeuvyenkraeht, Ziine oogen zochten de duisternis te doorboren en eindelijk riep hij verheugd: „Een licht, wij naderen het strand!" De schippers knikten met 't hoofd. Ivonüe had dien uitroep geboord, zij werk te zich uit de omhulling en keek over boord. De storm scheen in hevigheid af te nemen, zij kon tenminste hare oogen open honden om op de witbeeciniimde golven neer te zien. Zij dacht er met huivering aan, hoe zij allen daaronder zonden liggen, wanneer de baron niet zoo zorgzaam het stuur gehouden, de schippers niet zoo dapper gearbeid hadden. Een hevige stoot deed de boot schudden, mar op hetzelfde oogenblik effenden zich de golven en het water werd rustiger. De baron gaf den schipper z.ijn roeispaan terng. „Het gevaar is voorbij, God zij dank! Hot was een moeilijke arbeid, en kijik, de he mel wordt klaarder, ik kan reeds eenige hui zen aan het strand onderscheiden." Ivonne had niet naar hem geluisterd, zij wenkte heftig met de hand: Daar.... daar, heeft u het gezien?"...., „Mijn God, wat, dan?" ".Onder het water.... „Ik zie niets. Uwe overspannen verbeel ding speeltwu parten; kijk liever niet naar beneden Een luide gil van Ivonne onderbrak hem en wekte ook mevrouw Brand uit hare veiv dooving. n „Wat, ie Oï tooh? Waarom zoo ontsteld? Ivonne hoog zich ®rde/ over den rand der boot, zij trok deU u hij den arm, op dat ook hij zou zich daaronder aan baar openbaard®- ..Aiet u het nu nog mHb antwoordde piot' zijn ««laat lag dicht aan, wachtend 1?„°?lo6eilMr v raadseL die erbeelding"de baron hief het hoofd OP- *Hct> verbeelding, een lük is in ons vaarwater gekomen eu volgt ^„Een iijk!" schrei'1611 bootslieden out- „Óm Godswil ®reS ^mand ver ongelukt zijn. Is hfi bekende? zei de die 'oude dame niet nwoder verschrikt I „Het is een «cboone, jonge vrouw, met ge sloten oogen", vermarde Ivonne huiverend. „Laat de zee haar offer en haasten wij ons voort te kom011"1 beduidde de oude schipper, in het bijgeloof van zijn beroep vervallend- „Het lijk 200 »abij, dat ik bet grüpen kanik zal bet doen, maakt plaats." De baron, boo# over den rand. Do jonge schipper was opgesprongen en steunde hem. Het duurde nauwelijks één minuut, toen zij biet levenlooze lichaam aam het natte graf I ontrukten en op den bodem van bet vaar- Ituig neerlegden. Een treurige youdst! Zwijgend, zonder eenige v^mo^em over k<Toeu de baron de dames uit de boot gedrar geu en naar het hotel bad gebracht, zeide bij hij het afscheid: „Het was een beteekenis- volle dag.... barones, ik zal later nog dik wijls aan uw gedicht denken." HOOFDSTUK V. De storm was den volgenden morgen vol komen bedaard. De golven plasten en mur melden weliswaar nog van schrik over den afgeloopen nacht en de hemel was nog met donkere regenwolken overdekt, maar de kracht van het onstuimig element was ge broken. Het gezelschap was er met den schrik afge komen. Niemand, bad eenig letsel bekomen, alleen mevrouw Van Belt lag ziek te bed, de uitgestane angst had hare zenuwen over mand; zij zwoer, nooit weer in sen boot te willen gaan. Aan het strand waren slechts weinig badgasten zichtbaar. De deelnemers aan do partij van gisteren rustten nog uit van do doorgestane vermoeieniseen. Baron von Stein was de eenige, die reeds in den vroegen morgen lange bet strand wandelde; hij gaf bereidwillig antwoord op de vragen, dia door uieuwsgierig»n_ werden ge steld. Hij verdiepte zich wel met bekenden in een langer gesprek, maar telkens vloog zijn oog zoekende rond. De middag naderde en met hem de heete zonnegloed- De wan- delaars verwijderden zich en de jonge baron verdween het allerlaatst van Ihet strandt Maar bij- de avond-promenade was hij wee* 1 present en ditmaal bad bij meer geluk. Spoe- dig ontdekte hij barones Von Wert, die juist Ij- de trap van het strandbotel afsteeg. Zij was i:;< wegens de avondkoelte in een warmen don- ,tj, keien mantel gehuld, zij zag daarin groot er, U slanker en «enigszins bleek er uit dan ge- R woonlijlk. Hij naderde haar terstond'. Ivonne reikte hem d# hand. „Mag ik u gezelschap houden» bij de wan- deling langs het strand?" vroeg hij- Zü aarzelde «enigszins en leunde op den fraaien Ivoren knop van haar parapluie. Hij zweeg in afwachting. 'F0®11 m «enige oogenblikken verliepen» zeide hii verwijtend* Je mijn gezelschap n onaangenaam? „U moet mij niet verkeerd begrijpen, baron, uw gezelschap ie mij volstrekt onaangenaam, integendeel, ik verwachtte half en half u bij de promenade te trelfen. Een onbeschrijflijk iets doortintelde hem en een frisch rood overtoog rijn geziobt Jk heb een bijzonder geheimvollen gang, op het oog, sn nietwaar, a zult mu verge- zeilen?" ;- „Met genoegen' stel ik mii ter uwer 1» ^b 'vl beei niet'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5