MANTEIVOERMGS Linnens en tapen SfaaSwaren tuimgrimd. i WUKf Tentoonstelling Haarlemsche Huishoud- en Industrieschool. „De Knoopenwinkel" RQUM T. A. DONNéE van het werk der leerlingen der Woensdagmiddag 19 Mei van 2-5 uur avond 7-9 Donderdagmiddag 20 Mei 2-5 TOEGANG VRIJ. ONDERWIJS Md mg ft&ntiën, vmdt U in groote keuze en tegen iage prijzen in P. LUBBERS Muit, Dtear. tt LtUtrtehildtr J» J. WEBER St Zoon, Opticien. Kantoor: BROUWERSVAART 106, Bestellingen een dag vooruit opgeven. KLEINE HOUTSTRAAT 62. „H ef Boterhuis" Bericbt di ontvangst der prima Leidscho en Oilftsche Srasbsfer* INGEZONDEN. Warmoesstraat 14. Telefoon 727, lis nf-r Lil IIPTM „s «ifc W -Dv -Wv; :.rIgv.- Wr fDir.ART.LUCASSEN. BachScheik,01Gvd.SCEEN Een boek voor jonge moedert, door 8, OöïfflAR) Woonplattt: H age straat ir TELEFOON 2086. WoonplaatsBREESTRAAT 23 TELEFOON 2073. van vertrouwen, Koopt uwe staalwarcn een firma, die haar devies steeds hoog heeft zijn artikelen alzoo bij gehouden en door haar ruim 75-jarig bestaan heeft be wezen dat vertrouwen ook ten volle te verdienen, KOHINB3TIIALT 10. 1 masui gezeetd SO cent 2 meet gezeefd por mud, vrij in dost &ngezeeid tuin Stinnett do Crof gemeente SCHELPEN J Content. ZansS w@©b* kiei^erspaelplsiatsavi. TELEFOON No. 469. tt tt Verwonderd keek hij op, toen bet voor name jonge paar binnentrad. Op knorrigen toon gaf hij antwoord op de vragen, die do baron hem stelde, en eerst toen deze hem een geldstuk in do hand drukte, werd hij vriendelijker. Ongevraagd vertelde hij, dat «te heeren van het gerecht en do doktoren bij de lijkschouwing, die '«morgens had plaats gehad, de meening hadden geopperd, dat bier i Het /Iter Tweede Kamer op bet w.o, Inzake TO fcostem der maatregelen, tot bestrijding van het mond- en klauwzeer en de regeling der wachtgelden, verklaart de minister van landbouw, nijverheid en handel, betreffende den twjjfel van verscheidene leden omtrent de deugdelijkheid der ter bestrijding van bet .mond- en klauwzeer toegepaste maatrege len, dat zij, die met aandacht de bestrijding hebben gevolgd, zullen moeten erkennen, dat daar waar de maatregelen werden toegepast, steeds goede resultaten werden verkregen. Dit geldt niet slechts voor alleenstaande gevallen, doch ook voor dlo plaatsen, waar tengevolge van smetstofverspreiding, vóór dat het Veeartsenijkundig Staatstoezicht kon optreden, de ziekte reeds riteerdere of min dere uitbreiding had verkregen. Gaarne wil de minister de verzekering ge ven, dat Ihet inachtnenren van de noodige voorzorgsmaatregelen zijn volle aandacht heeft en hij voorts het voornemen heeft in het met betrekking tot de bestrijding der jiekto uit te brengen rapport de meest uit voerige inlichtingen te vertrekken. Het ligt in de bedoeling, waar noodig, ook voor 1914 vergoeding van door afmaking van vee geleden bedrijfsschade toe te kennen. Voor elk afzonderlijk geval zal met do ver schillende omstandigheden, welke nadeel Teroorzaakten, rekening worden, gehouden. Do waarde der bier te lande aanwezige herkauwende dieren en varkens kan gesteld worden op ongeveer 457 millioen gulden. Molestverzekering. Blijkens bet voorloopig verslag der Twee- do Kamer naar aanleiding van de nieuwe ♦verweging in de afdeelingen van het wets ontwerp houdende machtiging tot bet aan gaan van verzekeringsovereenkomsten tegen net gevaar van molest in verband met den tegenwoordigen oorlogstoestand was men al gemeen van oordeel, dat de wijze, waarop de minister in de Mem. v. Antw. de van de zijde der Kamer ingebrachte klacht over de onvol doende toelichting van het oorspronkelijk wetsontwerp bespreekt, niet getuigt van een juist begrip der verhouding tusschen de re dering en de Kamer. Vele leden oordeelden, dat de invoering van een Staatsverzekering van cosno's op ladin gen tegen oorlogsmolest alleen dan in aan merking kan komen, indien vaststaat, dat zulks voor de instandhouding der Neder landse! ic scheepvaart dringend noodig is. Naar 11: en meende waren tegenwoordig voor Neder1: rdsche schepen ten aanzien van mo- lestvc; zekering van coeno's en ladingen geen moeilijkheden van beteekenis meer onder vonden. De premiën voor de verzekering van ladingen bewegen zich eer in dalende dan Jn stijgende richting en ook ten aanzien van Cis eoenov eraekering wordt, gelijk uit bij TO betrokken kringen ingewonnen: inlichtingen werd vernomen, geen behoefte aan staatsver zekering gevoeld. Eenige ledem voegden hieraan toe, dat, in dien de reeder of eigenaar van goederen niet in staat is zijn risico op aannemelijke voorwaarden hij een particuliere maatschap pij te verzekeren nog wel terwijl, zooals dit ontwerp onderstelt, de staat bereid is 2/10 van het risico over te nemen het be ter is dat van het varen van een schip of het vervoer van goederen wordt afgezien, dan dat, bepaaldelijk in een tijd, wanneer de schatkist reeds zoovele buitengewone uitga ven Ibeeft te dragen* de belastingschuldigen; verplicht worden te betalen voor het zeer groote risico, dat de staat hij eigen verzeke ring op zich zou nemen. Hadden deze leden bezwaar aan het wets ontwerp hunne stem te geven, anderen wa ren, al deelden zij de meeniug, dat op het oogenblik aan staatsverzekering geen be hoefte bestaat-, van oordeel, dat bii de beoor deeling van het wetsontwerp rekening ge houden moet worden met de mogelijkheid, dat het optreden van den Staat wegens ffer- andering der tegenwoordige omstandigheden noodig wordt. In de eerste plaats meenen zij, dat de Staat niet als verzekeraar behoort op te tre den, omdat het ook bun inziens te ver zou gaan gelegenheid tot staatsverzekering te geven voor risico's, welke bii particuliere ver zekeringsmaatschappijen zich voor 9/10 van het verzekerde bedrag herverzekeren, en om dat het openen dier gelegenheid ook in ver band met de gezindheid der groote stoom vaartondernemingen om zeiven het, molest- ï'isioo te dragen, zou kunnen leiden tot ver zekering van de het meest aan molest bloot gestelde schepen door den staat. Naar men meende, behoort echter het ri sico, dat voor rekening van den verzekeraar moet blijven, op 20 pet. bepaald te worden. In do tweede plaats behoort, naar de mee ning dezer leden, uitvoering der tot reassu rantie beperkte regeling eerst te geschieden* wanneer de omstandigheden zoo worden, dat tueschenkomst van de regeering bepaald noodig blijkt, en ook dan nog alleen, indien gebleken is, dat een voldoend aantal Neder- landsche reederijen zich bii hier te lande ge vestigde maatschappijen tegen, oorlogsmolest willen verzekeren, indien de Staat tot reas surantie bereid is. Een derde groep van leden was van oor deel, dat na do belangrijke verbeteringen, in het ontwerp gebracht, aanneming alleszins wenschelijk mocht worden geacht, ten einde den geregelden voortgang der Nedierlandsche scheepvaart te verzekeren. Men achtte het voorts ter voorkoming, dat de scheepvaart, voor ons land van zoo groot belang, zou worden stop gezet, noodig om. ook da gele genheid tot verzekering door den staat open te stellen voor het geval, dat de gelegenheid mocht ontbreken de hulp van particuliere maatschappijen te verkrijgen. .Voor den inhoud dezer rubriek stelt de JRcdactio zich niet aansprakelijk. i Haarlem, 17-5-'lö. .Geachte heer Hoofdredacteur, tVergun mij een kleiu plaatsje in uw, veel gelezen blad voor het volgende: Jongstleden Zaterdag nam ik met genoe gen .waar de werkzaamheid van het Plaat selijk Comité der K. S. A., aangaande de ver pleging van R.-K. Middenstanders in R.-K. Ziekeninrichtingen. Een opmerking moet ik echter maken over het, rapport, niet dat het rapport onvolledig, of o.jjoist was, maar over de barbaarsché behandeling van wat men een stukje noemt uit een Hollandsch blad. Het is doorspekt van allerlei vreemde poespas, vreemde talen, vreemde uitdrukkin gen, enz. Het moge lastig zijn, sommige personen, voorwerpen en daden in zuiver hollandsch weer te geven, maar nog veel lastiger is het, al die vreemde woorden en zinnon te lezen. .Waarlijk, iemand, die niet zeer ont wikkeld is, kan dat rapport onmogelijk lezen, zonder een of ander .woordenboek te raadplegen. Al ihoor ik wel eens de opmerking, dat het deftig staat of geleerd is, ik voor 'mij - en velen met mij zullen maling heb ben aan die geleerdheid of deftigheid, wij hebben liever een heel gewoon Hollandsch artikeltje of berichtje. Op den Roomschen Landdag te Lisse hoor de ik van den heer De Lobal, dat men den moed moet hebben om, wanneer men iemand hoorde spreken en zijn rede voor ons te hoog, of onbegrijpelijk was, te zeggen: het is mooi, 't is prachtig, maar ik snap er niet veel van. Nu hoop ik maar, jat beide heeren com missieleden mij niet van overmoed zullen beschuldigen door deze opmerking, doch hoop ik dat het door hen wordt opgenomen zoo als het door mij bedoeld is, namelijk in vrieudschappelijken geest. Het viel des te meer op, daar ik, (pp piopaganda zijnde, bij iemand kwam die het Socialistische Dagblad „Het Volk" las en hc-m zeide, dat hij dat b'ad niet eens kon lezen en, de proef op de som nemende, stamelde de goede man de zinnen en sloeg de vreemde woorden en zinnen geheel over! Ziet u, nu zou ik niet gaarne zien, dat onze Roomsche krant datzelfde kunstje zou gaan doen, reden waarom ik dit stukje ge schreven heb. Ik daoht ook aan uw stukje: „Holland op z'n malst." U, mijnheer de Hoofdredacteur, beleefd dankend voor de verleende plaatsruimte, ver blijf ik, hoogachtend: EEN GETROUW AJBiONNE Naschrift der Redactie, .Wij hebben, eerlijk gezegd, precies het zelfde gedacht, als de geachte inzender. Maar het Rapportmochten wij natuurlijk niet veranderen; we moesten het overnemen zoo- als het was. Wij twijfelen er echter niet aan, of de rapporteur zal met de hier 'ge maakte opmerkingen bij. volgende gelegen heden wel rekening houden. REDACTIE. HETJ INSTITUUT ,VOOR DOOFSTOMMEN TE ST.-MICHIELS-GESTEL. Aan het verslag over den toestand van het instituut voor doofstommen te St.-Michiels- Oestol in het jaar 1914 ontleenen wij; het navolgende: D;e groote en droevige gebeurtenissen, die zooveel beroering brachten in het maatschap pelijk leven, deden ook haar invloed gelden in ons instituut. Wij achtten het niet ge- wenscht de vacantie der kinderen, die viel in den tijd der leger-mobilisatie op den ge wonen tijd te doen eindigen. Wij wisten niét, wat de naaste toekomst zou geven en had den allerlei voorzorgen te nemen, ten einde den geregelden gang der werkzaamheden in de hostie-bakkerij en de proviandeering voor eene zoo druk bevolkte inrichting als de enze voor den a. s.- winter althans te ver zekeren. Bovendien meenden wij gevolg te moeten geven aan het verlangen der Nederlandscho Vereeniging „het Roode Kruis" om een groot aantal "lokalen van ons Instituut tot hare beschikking te stellen on vpor de opname van zieken en gewonden in gereedheid te brengen. v Dat alles was het werk van directeur en onderwijzend en verplegend personeel tijdens de vacantia. Tevens werd in onze inrichting aan een groot aantal 'inwoners van St. Michiels-Gestel gelegenheid gegeven tot het volgen van een vorbaridcursus, die door den geneesheer van St.-Michiels-Gestel, dr. Verzijl werd gegeven. Dit een en ander had menig eervol bezoek ten gevolge, 0. tt. dat van Z. k. H. l'nr.sfl Hendrik, voorzitter der Nederlandscho ,VoM eeniging het Itoodo Kruis, die alle voor IkH vengenoemd doel ingerichte lokalen en daarn* het geheele Instituut met groote belangstel*' iing bezichtigde en daarover zijne bijzon dere tevredenheid betuigde. Gok tot een ander liefdadig doeleinde meen den wij in deze buitengewone omstandigheden tijdens en na die vacantie onze inrichting* voor zoover daardoor het onderwijs en dei verpleging van onze leerlingen en oud-leer lingen niét geschaad konden worden, be schikbaar te moeten stellen. ,Van de groote scharen Belgische vluch telingen, die vooral in de maanden Septem ber en October Noordbrabant overstroomden, kwamen velen ook een onderkomen zoeken te St.-Michiels-Gestel. Omtrent een dertigtal dier vluchtelingen* waaionder tien religieuzen uit Gierle, een doofstommen-onderwijzer van Brugge en twee doofstomme meisjes uit het Meisjes-Instituut van Antwerpen werden in ons Instituut op genomen. Het aantal leerlingen en verpleegden bleef ongeveer gelijk aan dat van het vorige jaar. Wij begonnen het jaar met 239 verpleeg den. waarvan 118 jongens en 121 meisjes, In den loop des jaars Werden aangenomon 14 jongens en 13 meisjes, ontslagen 17 jon. gens en 11 meisjes, terwijl één jongen en één meisje zijn overleden. Aan het einde van 1914 bedroeg dus het aantal doofstommen, dat onze inrichting be volkte, 236, namelijk 114 jongens en 123 meisjes. Onder dezen zijn begrepen 55 ver pleegden, 19 jongens en 36 meisjes, doof stommen, op een enkele uitzondering na allen oud-leerlingen van het instituut, zoodat hel' aantal leerlingen bedroeg 181, waarvan 95 jongens en 86 meisjes. Na oen woord van dank aan allen, die dn inrichting finantieelen steun verleenden, ein. digt het verslag: Wij brengen echter tevens in herinnering, dat slechts voor zes kinderen of verpleeg den het volle kostgeld betaald werd, voor nog geen vijftig een gedeelte, zoodat nog omtrent 180 doofstommen gratis onderwijs, kleeding en voeding in ons Instituut genoten. Wanneer wij tevens hierbij wijzen cp de diurte van brandstoffen en levensmiddelen en in overweging geven, wat dit beteekent voor een gezin van ongeveer 300 personen, dan mogen wij z^ker ten slotte onze lief dadige inrichting bij voortduring in de be langstelling en den steun onzer liefdadige lauclgenooten blijven aanbevelen. p"- v VERSCHENEN de 2dediukvan Schrijver van de Wereld van het Kind en de Ziekte van het Kind. Verkrijgbaar by den Boekhan delaar-Uitgever G. W. GROENE- VELD, Zijlstraat 71. Firm* a. H. KATER. - TEI.EF. @48, king, u hebt als mijne meesteres slechts over Snij te gebieden." „Zult u hiertoe even gaarne bereid zijn, Wanneer ik u zeg, waarheen ik wil"" V ,Al zouden we regelrecht naar het hol van jijen leeuw gaan.... zonder tegenspraak zou l^k u volgen." „Top, aangenomen! Komt u dan maar mee, 5heer baron." 'i Hij bleef aan haar zijde, terwttl zij den jÖidii ten sluier om haar hoofd sloeg. Zonder aarzelen nam zij vervolgens den Arm, dien hij haar had aangeboden en voer- ïLe hem naar een afgelegen straatje, dat naar het dorp liep. i Het begon reedq, te schemeren. een lichte stenwind kwam "opstoken, zoodat haar lang zeilen en daarom gaf ze mij den raad...." iu liefde klopt en tevergeefs op haar terug- een misdaad in het spel was. maar er waren toe te vertrouwen aan den ridder zon- keer wacht." *ÏTl»AAf, T 1-.1 r, n »,-* ,1nl m .1 m/VATl O O 11 Tïl I 1 11 I T fTrtl r. et der vrees of blaam, dat wil zeggen aan mijn persoontje, is het niet zool" „Ja". Ivonne moest wel lachen, evenals hij. „U gelooft niet aan zelfmoord? „Neen," „Merkwaardig, dat niemand dit aannemen leed fladderend tegen zijn voeten sloeg. Een erm vogels vloog recht over de zee en ver- „U gaat ongaarne mee, nietwaar? vr 'een in de grijze wolken. Hier en daar zij eindelijk, het stilzwijgen verbrekend. brandde een klein lichtje in de viescberskut- TOn en achter hen) werden de luide stemmen 'tjoorbaar der tmtswa&rtskeerende badgasten, ,dlo de sohi epe noordoostewind van 't strand (had weggedreven. „Mag ik nog altijd niet weten, waarheen <tnze wandeling gaat!" vroeg de baron. „Wij moeten ons haasten, anders overvalt wil dus zou hier alleen sprake kunnen zijn ons de regen," zeide hij plotseling ernstig i van een ongeluk of een misdaad, wie eohter wordend. „Het is niet goed voor u lang bui-; kan ze begaan h abb en? Do doode is, voor ten te blijvenwil u mij nu het doel on-zoover men kon veronderstellen, hier in de zer reis mededeelden?" Iomgeving vreemd. Niemand kent haar, ook „Het houten huisje aan het einde van liet moet zij volgens de doktoren eerst kort in *-*tt~*?u lQeT?" ihet water hebben gelegen. Maar kijk, we zijn at. U 1 t co doodo bezoeken, die wij er, de slvandwachter waakt bij liet lijk", uit het watci lie en gehaald?" Voor het lij ken huisje, dat, zooals reeds ge- Ivonne knikte. zegd is, uit planken bestond, bevond zich een Hij zeide niets, maai \ei laasue zija eehre- eveneens uit planken opgetrokken portaal, den, een andere richting kiezend, dan zij totjdat echter alleen voor den regen beschutting nog too gevolgd, hadden. mn |bood, want door do broede naden der wan- oeg den waaide de wind van den zeekant en deed liet licht der lantaarn lieen en weer flikke- ,lk ga met u waarheen u wilt. maar.... vergeef mij de opmerking, barones, ik vind heigeen u gaat doen, iets ongewoons; liet is niets voor dames. Iloe wist u, dat iu dat huisje de gevonden lijken worden overge legd?" „Omdat het kleine eenzame ding mij op- ,Het zal wel het bee te zijn, dat ik het u;viel, vroeg ik er naar. En wat mij tot die g. Onze lieve mevrouw Brand wilde ab-!vreemde trekt, kan ik zelf niet zeggen.... luut niet toegeven, dat ik alleen het som-Jhet is een geheimzinnige tocht, die door mijn re bezoek zou afleggen, zij zelf kon wegens ziel vaart. De arme jonge vrouw.... ik stel re overspannen zenuwen inij niet verge-'mij voor, dat er ergens een hart voor haar ren. Een onde stramme man zat op den: vloer van het portaaltje on verstelde een vischnet. geon omstandigheden, waarop dit vermoei den. steunde. „Morgen vroeg wordt zij hegra ven en dan kraait er geen haan meer naar", besloot do oude zijn verhaal. „Zou het ingestelde onderzoek geen resul taat hebben?" „Ik denk bot niet. Meestal blijft alles on bekend omtrent hier aangespoelde lijken'. Wilt u het zien?" Ivonne knikte. „Het is mij in mijn veeljarigen dienst nog niet gebeurd, dat de badgasten1 zooveel be lang steldeil in een vreemd lijk," bemerkte de oude strandwachteof. „Altijd ontwijken het lijkenhuisje. U is niet de eenige, die de doode komt zien; zoo straks was hier «eni heer, die zich alle bijzonderheden omtreii vondst van het lijk liet mededeel00 hy wilde het niet zien." „Was bet een van de VrC*« Von Stein onwillekeiirig toeluisteiend. „Hij zeide het tenminste. B« bet heengaan vroeg hij mij noso hoe lang ik de wacbt hield, en toen ik h0in antwoordde, tot elf of twaalf uur ik van plan mts langer te blijven; „m Ihet eet te verstellen, gaf bij mij den raad; liever wat vioeger het akelige plankenlvuisje t© verlaten, daar met den storm licht de vrees kon komen. „En u kent geen! vrees, nietwaar?" „Niet de minste. Ik heb dikwijls gek heele nachten bij lijken gezeten; want vrütöPi gor was de wachtdienst veel strenger." De onde had hij de laatste woorden de laiw taarn van de tafel genomen en ging voor ui* naar het neven vertrek je. Hier lag do jonge ach oone doode op een boe etroo. half Overtj dekt met een laken. Het galaat toonde goot» spoor van doodstrijd, het zag er kalm nil wel lag een smartelijke trek om de saam. geperste lippen. D« rechterhand droeg ee« gouden trouwring. Het bovenkleed was biel en daar versteld, ofschoon van tamelijk rao» der n en 8Ilit' Ivonne bekeek zeer aandachtig de jong* vrouw, als wilde zij haar gelaat voor altijdJ in het geheugen prenten; ook d» baron, wieDR belangstelling plotseling gewekt waa, deeqf betzelfde. was ook geen afschrikkende dood«|| zooalg de oude wachter bemerkte. „Eu dit.... wat i« dat?" Ivonne raapte c.oj| klein portretje op, een oud vrouw en kooD») voorstellend. Ik vond het in een boek, toen bet gereob'S was heengegaan en heb het naast die dooufl neergelegd; misschien is het haar zeer dieift baar geweest eni zij heeft het in een medaiW Ion gedragen; want het ia slechts een kop}** zooals u ziet, uit een fotografie gesneden. (Wordt vervolgd)-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 6