TWEEDE BLAD
Vloerzeilen
IVONNE,
P. J. JANSSEN
DE OORLOG
fr0
BINNENLAND
STADSNIEUWS
STATEN-GENERAAL
FEUILLETON
DE TOESTAND IN BELGIE
Jtnegang h. Warmoesstr.
Goedkoopst adres.
DINSDAG 18 MEI 1915
admiraal jellicoe.
3e Klasse. 7 deeln.
id.
95
BI. C.
95
C. C.
94
G. J.
94
V.enK.
93
G. J.
93
6 Prijzen.
V.en K.
BI. C.
C. C.
91
91
G. J.
91
O. J.
91
Prijzen.
Ver.
Punt.
BI. C.
95
ld.
91
NIEUWE HAARLEMSChE COURANT
1 rvau onzen OBrueselschen correspondent.)'
Brussel, 14 Mei 1915.
Het courantenwezen ie in België altijd een
delicate zaak geweest.
Niet enkel nu maken de couranten een
bijzonderen tijd door. Gelijk België zoo dik
wijls het terrein van den oorlog geweest
s, zoo is 't van zeil sprekend, dat ook
ten opzichte van een moderne uiting als
Tiet nieuwsblad is, andere tijden dan anders
bun invloed doen golden. Toch moet men
liet donken, dat 't er zóó ernstig mee ge
steld is. Wel zijn vele bladen verdwenen,
omdat vele uitgevers en redacteuren „afwe
zig,' zijn. Elders strijden dezen voor de bc-
'iangen van liet Belgische vaderland en kun-
i-noa zij onmogelijk weten hoe precies de noo-
'don van liet volk zijn en hoe deze inderdaad
het beste kunnen worden gelenigd in ver
houding tot dc omstandigheden. Men kan
die omstandigheden beroerd vinden en tegen
'de Duitschers van uit de verte opsputteren
zooveel men wil en zooveel z'n temperament
verduren kan, daarmee maakt men de
tijden niet anders en helpt men evenmin de
bevolking, die niet vluchtte, doch den toe
stand onder de oogen moet zien enelkan
der in de kwade tijden naar vermogen wil
bijstaan.
Maar genoeg daarover.
We willen 't, trouwens heet in het
generaal hebben over de gazetten in Bel
gië.
Er zijn misschien slechts weinig landen,
die op zooveel krauten kunnen wijzen als de
Belgen 't konden vóór den oorlog. Ge weet
wellicht, dat twee Belgen als ze iets willen,
in 'n ommezien met z'n tweeën een ver-
eeniging hebben gesticht. 'Zijn er drie bij el
kaar dan geven ze een tijdschrift uit, dat
vol gloed en vuur zit. Dagbladen of week
bladen mogen nu wel zóó snel niet zijn ont
staan, maar een tintje van bovengenoemde
eigenschap zit er in ieder geval toch in.
Of dit een gevolg is van de kwade tijden,
welke de Belgen met hun bladen heel de
geschiedenis door hebben beleefd? Het is
best mogelijk, dat de oorzaak van dezen
drang naar het geschreven woord dateert
van uit de tijden, dat de pers van Belgen-
land onderdrukt werd door de Franschen,
die tijdens de revolutie en de daaropvolgen
de jaren België bezet hielden. De Fran-
«chen waren destijds uiterst vindingrijk in
de middelen om liet werk der pers te ver
hinderen. Het is bekend, dat menige schrij
ver en uitgever van bladen het zwaar te
verduren hadden, als zij hun pen niet ge
bruikten zooals de Eranschen dat wilden.
Het is daarom wel belangwekkend om in
't algemeen den tegenwoordigen toestand
eens te beschouwen.
Toen de Duitschers België binnentrokken
was een deel van het land al zeer spoedig
zonder alle nieuws, omdat de bladen en
blaadjes niet meer uitkwamen. De uitgevers
hadden met hunne werkzaamheden opgehou
den. Ook waren er bladen, en daaronder de
Olidste van het land, die gedurende den oor
log niet wenschten te verschijnen. Het nieu
we bestuur bleek geenszins voornemens te
zijn de bevolking buiten alle nieuws te la
ten, in de overtuiging, dat een volk daar
niet meer buiten kan en wel wetend, dat
voor herstel en opbeuring de pers een der
eerst noodige vereischteu is. Dit had ten
fevolge, dat reeds in Augustus al wedér
laden uitkwamen, hoewel zij in den beginne
elechts heel bescheiden in. de behoeften aan
nieuws en voorlichting konden voorzien.
tWaar, zooals gezegd, tal van bladen niet
meer beliefden uit te komen, versche
nen nieuwe bladen in handen van nieuwe
ondernemers. Dezen hadden succes, omdat
vóór den oorlog bijna elke plaats van maar
©enige beteekenis een nieuwsblad had en
de bewoners niet buiten een blaadje meer
konden. Er was een censuur! Zeer zeker,
maar deze is in elk oorlogvoerend land en die
van de nieuwe heerschers liet, waar dit maar
eenigszins kon, de grootst mogelijke vrijheid.
Geen enkele bezetting toch mag bijv. op
ruiing toelaten en zij zoude al een zeer
groote fout begaan, als zij in dit opzicht
niet waakzaam was en zich tegen onware or
onjuiste berichten verzette. Voor 't overige
hebben de bladen vrijheid van spreken. Het
behoeft geen verder betoog, dat een pers in
een bezet land leeft onder omstandigheden,
waardoor een vergelijking met een onbezet
land of met een oorlogvoerend land eenig
raisou zou hebben.
Op het oogenblik verschijnen in België
ruim vijftig bladen per dag. Deze dienen als
geestelijk voedsel voor meer ontwikkelden
en arbeiders en er is geen plaatsje bijna,
dat niet van deze lectuur voorzien wordt of
waar een of meer malen per week een
blaadje verschijnt. De bladen der groote ste
den, zooals Brussel, Antwerpen en Gent ver
schillen niet veel van den vroegeren inhoud.
Naast oorlogsberichten en politieke mede-
deelingen bevatten zij plaatselijke benemen,
rubrieken voor sport, muziek en schouwburg.
Voorts feuilleton en af en toe zelfs een ru
briek over do vrouwenbeweging. De muziek
neemt voor 't oogenblik zelfs een heel voor-
name plaats in door de prachtige concerten,
welke gegeven worden met name in Brus
sel, waaróver ik reeds eenige malen schreef,
al kan men hierop niet steeds terugkomen.
Ook de kunstrubriek wordt niet verwaar
loosd door de tentoonstellingen, welke nu
en dan gehouden worden. Ten slotte nemen
de meeste bladen hun taak wel zoo ernstig
op, dat zij van voorlichting dienen m de
pogingen en maatregelen om van België ook
in dezen oorlogstijd te maken wat er bij
mogelijkheid maar van te maken is. ^elf.s
de advertentierubriek blijkt in een behoefte
tc voorzien, zeer ten voordeelc van het
bestaan dier bladen. In den „Courier Beige"
is zelfs een nieuwe berichtendienst gevormd.
Gezien bet feit, dat België een land in
oorlog, en meer dan dat een bezet gebied is,
mag worden gezegd, dat de pers nog een
belangrijk stuk leven vertegenwoordigt. Eén
ding wil ik nog even aanwijzen en dat is
de rivaliteit, welke bestaat tussehen de Bel
gische dagbladschrijvers, die hun werk in
het land bleven verrichten of opnamen en
dat der Belgische dagbladschrijvers, die „uit
weken" en van uit het land, dat hun gast-
vi eid verleende tlians tegen hun voorma
lige collega's van leer trekkenomdat zij
op hun post bleven in deze moeilijke tijden.
Het moge soms verdrietelijk zijn, maar het
weerhoudt hen toch niet om voor hun land
en in hun land te werken zopals zij 't voor
het oogenblik als het beste beschouwen.
O.
Uit het leven van den man, die aan het hoofd
der Engelsche vloot is geplaatst en die dus meer
dan iemand anders de toekomst van Engeland
in handen heeft, is het volgende wel eene bij
zondere vermelding waard.
Sir John Rushworth Jellicoe werd geboren
in 1869 en was in zijn jeugd stil en ingetogen,
daarbij klein en zwakkelijk. Hij beoefende even
wel de sport met echt-Engel echo opgewektheid,
wat hem in zijn studiën niet hinderde.
Meermalen verkeerde hij in ernstig levensge
vaar. Toen in 1886 bij Gibraltar een schip door
den storm in groot gevaar om hulp seinde, bood
de officier Jellicoe zich als vrijwilliger voor de
r dmgsboot aan. Voor liet- schip in nood even
wel bereikt ww, sloeg de boot om en werden
de dappere redders slechts met moeite van den
dood gered.
Een tweede geval had plaats bij de groote
vloot-manoeuvres in de Middellandsche Zee, in
het jaar 1898, toen door een nog steeds onopge
helderd misverstand, het admiraalschip „Vic
toria" in den grond werd geboord; meer dan
B50 man vonden den dood in de golven. Je
lag zwaar ziek te bed in zijn kajuit, toen de
ramp plaats greep; als door een wonder werd
hij gered.
In 1900 stond Jellicoe als kapitein der „Cen
turion" aan het hoofd der Engelsehen lan
dingstroepen in den Boxer-opstand. Bij een
charge tegen de Chineescbe cavalerie werd
Jelliooe zwaar gewond in de longstreek en een.
stateerden de geneesheeren een doodelijke won
de. Niettemin genas hfj volkomen.
Teruggekeerd in het vaderland werd hij be
noemd tot directeur der scheepsartillerie, in
welke betrekking hij onnoemelijke verdiensten
jegens zijn vaderland bewees. In den tijd
van 18 maanden toch wist hij het percentage
treffers der artillerie van 42 te brengen op 70.
Merkwaardig is, dat sir Jellicoe zeer gezien
was te Berlijn, waar hij meer dan eens de gast
was van keizer Wilhelm.
Intusschen werkte Jellicoe met zijn volle
werkkracht voor zijn vloot. In 1918 wist hij op
het vlaggeschip „The Thunderer" het ongeloo-
felijke aantal van 80 treffers te bereiken op
een afstand van ruim 9'K.M.l Bij de groote
manoeuvres in 1913 wier beschrijving nog altijd
geheim gehouden wordt, was Jellieoo aangewe
zen als opperbevelhebber der vijandelijke vloot,
die eene landing moest beproeven. Niettegen
staande deze vloot kleiner was d- bewa-
kingsvloot wist Jellicoe bij d;uoeuvres
landingen te bewerken met volkomen succes.
Naar men zegt, beeft sir Jellicoe aan deze ma
noeuvres zijne tegenwoordige positie van op
perbevelhebber te danken.
tt at zijn karakter betreft schildert men Sir
Jellicoe als oen echten Engelschen zeeman, fleg
matiek in den lioogsten graad, zeer kortaf en
zwijgzaam, zooals zijne bijnamen „Silent Jack"
en „Jacky-Oh genoegzaam bewijzen. Als echte
Engelschman houdt, li(j evenwel van humor,
en onder zijn kinderen -hij heeft er vijf
moet hij in het geluk niet terug te kennen zijn
in zijn uitgelatenheid!
ROODE KRUIS-HULP VOOR OOSTEN
RIJK—HONGARIJE.
Naar men verneemt, zal Donderdag a.s. dr.
J. F. S. Eeser, thans te Eindhoven, met vier
Nederlandscbo gediplomecr(je verpleegsters
naar Oostenrjjk-Hongarije vertrekken, om on
der leiding van het ministerie van oorlog al
daar, in eer. der groote centra chirurgische
hulp aan verminkten te verleenen.
ALGEM EENE OÈfENPLIOH T.
D® heeren O. J. van Aalst, president
der Nederlandsche Handelmaatschappij en
eenige anderen, die in handel, nijverheid en
wetenschap in ons land een eerste plaats
bekleeden zonden aan de leden der Tweede
Kamer het onderstaande adres:
Ondergeteekenden, van oordeel, dat de vei
ligheid en waardigheid van den Staat ei-
schen, dat gedurende dezen oorlog en bij de
daarop volgende vredesonderhandelingen, op
elk gewild oogenblik over alle gezonde krach
tige mannen in weerbaren staat beschikt kan
worden, dringen met den meestcn ernst aan
op onverwijlde wettelijke invoering van ,,A1-
gemeenen oefenplicht" en aanvulling van den
daarvoor mogelijk niet volkomen toereiken
den voorraad wapenen en munitie, en zulks
in afwachting, dat de dringend noodige „Al-
gemeene Dienstplicht,» met „Oefenplicht",
voor alio physiek geschikte» zal zijn tot
stand gekomen.
De Oud-Ministers van Oorlog H. Öolijn,
W. Cool en H. P, staal verklaarden zich
met de strekking van bovenstaand adres
geheel te kunnen vereenigen. Het initiatief
tot dit adres is genomen door het onlangs
gevormde propaganda-eomité der vereeni-
ging „Volksweerbaarheid".
WERKVERSCHAFFING EN STEUN AAN
MILICIENS EN LANDWEERMANNEN.
De Nationale Vereertiging tot steun aan
miliciens heeft een oproep aan het Neder
landsche volk gericht betreffende werkver
schaffing en tijdelijken financieelen steun
aan miliciens en landweermannen bij demo
bilisatie onzer krijgsmacht.
De vereeniging wenscht te voorkomen, dat.
dan één militair of landweerman, die zijn
dienstplicht goed vervulde, naar zijn woon
plaats Jerugkeert met bezorgdheid voor de
toekomst.
Daarom heeft zij in alle deelen des lands
provinciale comité's, afdeelingen en corres
pondentschappen opgericht, welke zicli met
nen, dio ten gevolge van de mobiiisatie hu"
betrekking in de burgermaatschappij verlo
ren, bij demobilisatie weder aan werk ge
holpen worden. 4
Intusschen zal niet iedereen dadelijk m
een betrekking geplaatst kunnen worden,
al ware het slechts omdat vele firma,s met
aanstonds werk zulhm hebben voor even
veel personeel *9 vhor den oorlog in
dienst hadden. Z®er veet gedemobiliseerde
miliciens en landweei mannen zullen tijde
lijk geldelijk gesteund moeten worden.
De vereeniging doet daarom, behalve op
de medewerking der werkgevers, een be
roep op den financieelen steun van alle
overige Nederlanders.
Penningmeester is üe heer B. van Haers-
ma Buma, te 's Gravenhage.
_- Koffiehuizen en Mobi\isatie ^en schrijft
uit Apeldoorn aan het Hbld.:
Alhier ia een procedure aanhangig, waarvan
do uitspraak door velen, vooral koffiehuishou-
ders, met belangstelling wordt te gemoet ge
zien.
Van de mobilisatie ai geldt hier het alge-
J meen verbod van den verkoop van sterken
I drank en nu ligt het voor de hand dat sommige
caféhouders tersluiks toch sterken drank schon
ken. Hierop werd en wordt nauwlettend toe
gezien en bij bekeuring krijgt de overtreder
den volgenden dag een schildwacht voor de
deur en blyft de zaak, bij eerst# overtreding,
gewoonlijk een week en bij herhaling twee
weken, een maand of langer gesloten.
Dat de sluiting eener zaak in all# gestreng
heid geschiedt, blijkt uit verschillend# gevallen.
Zoo werd een doktor, die bij een sieko was go-
roepen, niet doorgelaten of hij moest eerst een
bewijs van den commissaris van politie hebben.
In een ander geval overkwam dit een café
houder van liet Loo, di# voor zaken raar
Apeldoorn vias geweest. Teruggekomen, was do
toegang tot zijn woning door oen schildwacht
afgezet, die beslist weigerde den man tot zijn
eigen woning toegang to verleenen, zelfs niet
toen 'vrouw en buren als getuigen optraden.
De schildwacht had strenge consignes niemand
door t« laten. Er zat niet anders op, dan naar
Apeldoorn terug te keeren en een bewijs te
halen, dat hij in zijne woning mocht worden
toegelaten.
Dat deze maatregelen aan verschillende za
ken groote schade berokkenen by den langen
duur der mobilisatie, ligt voor de hand, en dat
de caféhouders trachten aan deze bepalingen
te ontkomen, evenzeer. Thans heeft een hun
ner, wiens zaak bij herhaling voor germmen
tijd gesloten is, een vordering tegen de gemeen
te Apeldoorn om schadevergoeding, geleden
door een volgens hem onrechtmatige daad van
den burgemeester als hoofd der gemeente, inge
steld.
Tweemaal reeds diende deze zaak voor het
kantongerecht en beide keeren vroeg de ver
tegenwoordiger van gedaagde om uitstel, waar
tegen de vertegenwoordiger van eischer zicli
krachtig verzette. Deze zag hierin een „op de
lange baan schuiven," waardoor de zaak te lang
onbeslist bleef en zijn cliënten hoe langer hoe
meer schade leden.
Toch gaf de kantonrechter nogmnal uitstel,
nu tot den 2en Juni, opdat ook gedaagde kan
worden gehoord, daar eene P^ucipreelo beslrs-
ging over do zaak gewenscht wordt. De Ge
meenteraadi, welke 21 Mei samenkomt, moet
toestemming geven tot proecdeeren, met goed
keuring van Gedeputeerde Staten.
169 H. J. Bouman
153 P. A. M. Roozen
BOND VAN SCHIETVEREENIGINGEN IN
HAARLEM EN OMSTREKEN.
De officiëele uitslag van den eindwedstrijd van
den Win ter- Kam p ioen-weds trij d Nov. 14
Maart '15, gehouden 11, 18, 25 April en 2 en
9 Mei is als volgt
A. Korps. Voor elk 5-tal 1 Medaille.
1 Kaart (gratis.)
Ie 5-tal.
Voor Vad. en Koning 418 P. V. Z. M.
Oenl. Joubert 472 P. Z. M.
Claudius Civilis 463 P. Z. M.
2e 5-tal.
Voor Vad. en Koning 443 P. V. Z. M.
Genl. Joubert 433 P. Z. M.
Claudius Civilis 424 P. Z. M.
B. Personeel in 3 klassen.
Ie Klasse. 30 deeln
Kaartno. Naam.
52 P. A. M. Roozen
1 Kaart (gratis).
10 Prijzen.
J. Bouwman
L. de Raad
P. F. Hekker
71
89
99
65 H. J. Bouman
101 D. C. Houtgraaf
H. Smeenk
93 P. Janssen
91 J. Viets
60 A. F. Bos
2e Klasse. 18 deeln
Kaartno. Naam.
73 B. H. Philippo
75 A. O. Kruup
78 I. M. Voskuijl
83 J. M. H. Voskuil
76 A. Janssen
86 B. H. Wezenaar
Kaartno. Naam.
68 P. J- van Nobel en
51 H. Vader
C. Eerebaan voor alle klassen. 1 Kaart (gratis).
3 Prijzen.
(Aangtb, door Mevr. Visser van Hazerswoude
Van Merlen.)
Kaartno. Naam.
151 H. Vader B1- c- 98
Ver.
Punt.
G. J.
96
O. v. M.
96
id.
96
id.
96
Ver.
Punt.
94
94
id.
O. M. 97
G. J. 96
D. Vrije baan in 3 klassen. Aantal kaarten
onbeperkt. 2 hoogste kaarten tellen (met steun).
10 ct. per kaart, 60 pCt. van opbrengst.
Ie klasse. 503 beschoten. 11 Prijzen.
Naam. Ver. l'unt.
A. F. Bos G. J. 198
L. de Raad G.v. M. 196
P. H. Kluft id. 196
P. A. M. Roozen G. J. 196
B. J. Bots G .v. M. 195
P. J. Hekker G. J. 195
J. A. Rijkens id. 194
H. J. Bouman G.v. M. 194
H. F Spoor V.enK. 194
F. P. Hekker G.v. M. 194
H. E. Stap c. C. 194
2e Klasse. 236 beschoten. II Prijzen.
Naam. Ver. Punt.
J. van Keulen G. J. 191
J. M. Voskuijl C. C. 190
F. J. v. Buggenum BI. C. 190
A. G. Kruup id. 188
D. J. Tieskens V.en K. 187
A. Prinsen C. C. 187
A. Janssen G. J. 187
B. H. Philippo V.enK. 186
J. van Honschoten G. J. 186
B. H. Wezenaar id. 185
J. A. van Buggenum BI. C. 181
3e Klasse. 43 beschoten. 5 Prijzen.
Naam. Ver. Punt.
A. J. Hekker BI C. 192
P. J. van Nobelen id. 186
Ellinckhuizen G. J. 186
H. Vader BI. C. 184
Van Biuiren C. 170
E. Geluksbaan (bedekte schijf v. alle klassen)
Aantal kaarten onbeperkt. Elke kaart 10 cent.
Volle opbrengst uitgekeerd. 94 deeln. 5 Prijzen
en 1 voor het minste aant. punt. zonder misschot.
Kaartno. Naam. Ver. Punt.
336 H. Smeenk C. C. 96
353 H. F. Spoor V. en K. 94
346 A. F. Bos G. J. 93
347 D. N. H. Twisterling V. en K. 93
274 P. H. Kluft G. v. M. 93
315 A. J. Hekker BI. C. 66
De uitreiking dezer prijzen zal plaats hebben
op Vrijdag 21 Mei 's avonds om 8V2 uur, na
de Alg. Verg van den Bond, in het schietge-
bouw aan de Schouwtjeslaan.
LIJST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN
EN BRIEFKAARTEN.
Terugontvangen in de 1# helft der maand
Mei.
Brieven Binne a 1 t n d,
J. M. Barnhoorn, Baerle Nassau. Beele,
A'dam. Bijvoet (Gem. Ram) A'dam. Kok,
A'dam. J. J. Dagar, Koog a.d. Zaan. Mevr. H.
Dorré, Amersfoort. S. de Haan, A'dam. P. I.
'Kloos, Deventer. Tante Louise, Den Haag.
I J. van Marle, A'dam. Mej. A. M. J. Meijer,
Zeist. Nederl. Fabriek, A'dam. A. Oomes,
Zurich bij Harlingen. Mej. M. Poslma, A'dam.
H. J. de Ruijter, Schoten. Mej. Saunders, Haar
lem. Van Veen, Leur. Mej. A. van Voorthuij-
sen. I Jos. Yrappé, R'dam. Mej. A. van der,
Wees, A'dam.
Briefkaarten Binnenland.
N J. Aris, A'dam. Mej. A. de Boef, Rijswijk.
H. r. d. Bosch, Haarlem. M. Bankma, Valkens-
waard. Broekmans, Haarlem. D. Gorter, Haar
lem. Mej. N. Handgraaf, A'dam. Theo Hof,
Oosterhout. Mej. Hunieman, A'dam. Mej. R.
Karis, A'dam. Mej. N. d. Kwast, A'dam Mej.
G. Kramer, Groningen. Fr. Ledeboer, A'dam.
O. 8. Lunieman, A'dam. J. Meier, A'dam. A.
Oome, Harlingen. Mej. Vasma, A'dam. Mej. B.
Verbeek, Haarlem. B. H. Vester, Tilburg. Mej,
J. Vroegin de Wij, A'dam. J. Wielega, Haarlem
Brieven Buitenland.
Jules Abeele, Anvers. „Arca", Merxem. Fr.
de Caluwé, Anvere. P. Gené, Anvers. G. J. Jan-
sen. Handing Rock. M. Mittweg, Bern. Anna
Smita, Eeckeren. H. Verbois, Molenbeek.
Briefkaarten Buitenland.
Otto Blaedel, Cairo. Mej. B. Brandt, Suttan.
Bultor, Frankrijk, Sapper Mc Donald, Frank
rijk. Jean Swerts, Aix la Ohapelle. Vonk,
Amerika.
N.B. Aan de afzenders wordt aanbevolen
hun adres op de stukken te vermelden opdat
deze bij onbestelbaarbeid aan hen kunnen wor
den teruggegeven.
GEWISSELDE STOKKEN.
Bestrijding van mond- en klauwzeer.
In da Memorie van Antwoord op het V. V.
II'
Een onheilspellende duisternis omgaf de
«prekers. Het water, door een onzidhtbare
macht voortgestuwd, overstortte hen met ge-
Wcld. De storm was razend geworden.
„Hebben wij spoedig het strand bereikt?"
Ivonne was doornat en sidderde van koude.
„Voor zoover ik kan nagaan, hebben wij
de belft van den weg afgelegd, bewaar uwe
tegenwoordigheid van gee6t!" fluisterde de
baron.
In het volgend half uur hoorde men be
halve bet builen van den storm, alleen de
*Ware ademhaling der arbeidende mannen.
Het was den bnron gelukt, de dames over
to halen, zicth op den bodem van het vaar
dig neer te loggen, hij bedekte ze met de af
geworpen klecren van de schippers. Hij had
Ivonne een groote wollen doek over het
'hoofd en de schouders geslagen en de oude
Jaiae vast in mantel en sjaal gehuld. Hij
bad reeds eenigen tijd den ouden schipper
afgelost en diens roeispanen ter hand geno-
terwijl deze aan het stuur zat, werkte
met leeuwen li vacht, Zdine oogen zochten
de duisternis te doorboren en eindelijk riep
hij verheugd: „Een licht, wij naderen bet
strand!" De schippers knikten met 't hoofd.
Ivonne had dien uitroep gehoord, zij werk
te zich uit de omhulling en keek over boord.
De storm scheen in heviglheid af te nemen,
zü kon tenminste hare oogen open boude 11
om op de witbe&chuimde golven neer te zien.
Zij dacht er met huivering aan, hoe zij allen
daaronder zouden liggen, wanneer de baron
niet zoo zorgzaam het stuur gehouden, de
schippers niet zoo dapper gearbeid hadden.
Een hevige stoot deed de boot schudden,
maar op Ihetzelfde oogenblik effenden zich
de golven en bet water werd rustiger.
De baron gaf den schipper zijn roeispaan
terug. „Het gevaar is voorbij, God zij dank!
Hot was een moeilijke arbeid, eu kük, de he
mel wordt klaarder, ik kan reeds eenige hui
zen aan het strand onderscheiden."
Ivonne had niet naar hem geluisterd, zij
wenkte heftig met de hand:
„Daar.... daar, heeft u het gezien!"....,
„Mijn God, wat. danl
„Onder het water....
„Ik zie niets. Uwe overspannen verbeel
ding speelt u parten; kijk liever niet naar
beneden...."
Een luide gil van Ivonne onderbrak, hem
en wekte ook mevrouw Brand uit hare ver-
dooving.
„Wat Is er. tooh? Waarom zoo ontsteld?"
Ivonne boog zich nog' verder over den rand
der boot, zij trok den oaron by den arm, op
dat ook hij zou zien, Wat zich daaronder
aan liaar openbaarde, „oiet u het nu nog
niet?" j.
Hij antwoordde nlC'gelaat lag dicht
op den waterspicge'*
Verwonderd keken de sohjppera die heiden
aan. wachtend naai de oplossing van het
hief het hoofd: op. j® »een verbeelding,
Üen'iSkto ifmV**" TOlgt
^„Eeu'liikl" schreeuwden de bootslieden out-
'hm Godswil eI niemand ver
ongelukt Zijn. Is hft ,een tekende?" zeide die
oude dame niet minder verschrikt
„Het is een. scboone, jonge vrouw, met ge
sloten oogen". verklaarde Ivonne huiverend.
„Laat de zee baar oner en. haasten wij one
voort te koinen", beduidde de oude schipper,
in het bijgeloof van zijn beroep vervallend.
Het lijk iö MO nabij, dat ik het grijpen
ka nik zal het doen, maakt plaats." De
baron, boog diep over den rand. De jonge
schipper was opgesprongen en steunde hem.
Het duurde nauwelijks één minuut, toen zij
bet levenlooze lichaam aan het natte graf
ontrukten en op den bodem van het vaar
tuig neerlegden. Een treurige vondst!
Zwijgend, zonder eeruge vermoedens over
de onbekende vrouw uit te spreken, beojvcr-
den de inzittenden zioh het strand te berei-
k6Toeu de baron de dames uit de boot gedra
gen en naar het hotel had gebracht, zeide hij
bij het afscheid: „Het was een beteekenis-
volle dag.... barones, ik zal later nog dik
wijls aan uw gedicht denken,"
HOOFDSTUK V.
De storm was den volgenden morgen vol
komen bedaard. De golven plasten en mur
melden weliswaar nog van eohrik over den
afgeloopen nacht en de hemel was nog met
donkere regenwolken overdekt, maar de
kracht van het onstuimig element was ge
broken.
Het gezelschap was er met den schrik afge
komen. Niemand had eenig letsel bekomen,
alleen mevrouw Van Belt lag ziek te bed,
de uitgestane angst had hare zenuwen over
mand; zij zwoer, nooit weer in een boot te
willen gaan. Aan het strand waren slechts
weinig badgasten zichtbaar. De deelnemers
aan do partij van gisteren rustten nog uit
van do doorgestane vermoeieniseen. Baron
von Stein was de eenige, die reede in den
vroegen morgen langs het strand wandelde;
bij gaf bereidwillig antwoord op de vragen,
db» ham door nieuwsgierigen werden ge
steld. Hij verdiepte zioh wel met bekenden
in een langer gesprek, maar telkens vloog
zijn oog zoekende rond. De middag naderde
en met hem de hecte zonnegloed. De wan
delaars verwijderden zich en de jonge baron
verdween het allerlaatst van het strand,
Maar bij de avond-promenade was hij weer j
present en ditmaal had hij meer geluk. Spoe- Ij
dig ontdekte hij barones Von Wert. dje juist
do trap van het etrandhotel afsteeg. Zij was jt
wegens de avondkoelte in een warmen don- Ij
keren mantel gehuld, zij zag daarin grooter,
slanker en eenigszins bleeker uit dan go-1
woonlijk. Hij naderde haar terstond,
Ivonne reikte hem de hand.
„Mag ft n gezelschap houden, bh de wan- j
deling lange het strand!" vroeg bij.
Zij aarzelde ©enigszins en leunde op den
{raaien ivoren knop van haar parapluis.
TTlj zweeg ln afwachting. Toen er eeniga
oogeniblikken verliepen, zeide hü verwijtend*
„Ia mijn gezelschap n onaangenaam?
„U moet mij niet verkeerd begrijpen,
baron, uw gezelschap is mij volstrekt ni'
onaangenaam, integendeel, ft verwachtte b
PvV jzsJ UWS Vv «m - -
half half n bij de promenade te treffen.
Een onbeschrijflijk iets doortintelde hem
en een frisch rood overtoog zijn geoicht
„Ik heb een bijzonder geheimvollen gang
op het oog, en nietwaar, u *nlt mb ve go-
zellent"
„Met genoegenstel ik mb ter uwer beschik.