van de Openbare Godsdienstoefeningen in de R.-K, Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen
lederlaüdsciie R. I. Vilksbend vior
Haarlem en bniteniemeeRten.
evangelie-verklaring
NUMMER 32476,
tweede zondag na pinksteren.
tweede zondag na pinksteren.
t
DE OFFICIEELE KERKLIJST
De nadruk van de berichten en medctleelingen In dit blad is verboden.
I)it nummer behoort bii de „Nicnwe HaarL Courant' van 5 Juni 1915.
Les uit den eersten brief van den H. Apostel
Joannes; III, 1318
Zeer geliefden! Verwonert u niet, zoo de
Gereld u haat. Wij weten, dat wii uit den
dood tot liet leven zijn overgebracht, d-et
v/ij] wij de broeders liefhebbben. Die niet
liefheeft, blijft in den dood. Al wio zijnen
broeder haat, ie een moordenaar; en gij weet
dat, geen moordenaar bet eeuwig leven beeft
in hem blijvend. Hierin hebben wij de liefde
Gods gekend, dat Hij Zijn leven voor one
gegeven beeft; ook wij moeien voor de broe
ders ons leven geven. Indien nu iemand de
goederen dezer wereld heeft en zijnen broe
der gebrek ziet hebben, en zijn liart voor
hem sluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?
Mij-ne kinder-kens! laat ons niet liefhebben
met woord of met de tong, maar in daad en
waarheid!
tlvang. volgens den H. Lucas; XIV, 16—24.»
In dien tijd sprak Jeene tot de Pharizeën
deze gelijkenis: Zeker man rechtte een groot
avondmaal aan en noodigde velen. En tegen
bet uur des avondmaals zond 'bii zijnen die
naar om den genoodigden te zeggen dat zij
Kouden komen, daar allee reeds toebereidi
Was. Doch zij begonnen zich allen gelijkelijk
te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem:
Ik heli een landhoeve gekocht en moet nood
zakelijk uitgaan óm die te bezien; ik bid u,
houd mij voor verontschuldigd! Een ander
ide: Ik heb vijf koppel ossen gekocht en
Kn zo beproeven; ik bid u, houd mij voor
^ontsehnldigd! En een ander zeide: Ik heb
r"e vronw getrouwd, en daarom kan ik
Inet komen.
Hp dienaar nu keerde terug en ho-orlschap-
dit zijnen heer. Toen werd de huisvader
vertoornd en sprak tot zijnen dienaar: Ga
haastig nit naar de straten en wijken der
etnd en breng de armen en kranken en blin
den en kreupelen hier binnen! De dienaar
nu zeide: Heer! bet is geschied gelijk gij
bevolen hebt, en er is nog plaats. En de heer
"Prak tot den dienaar: Ga uit naar de we
gen en heggen en dring hen binnen te ko
teen, opdat mijn huis vol worde! Doch ik
Eeg n, dat geen van die mannen, welke uit-
genoodigd waren, mijn avondmaal proeven
kal.
De eerste beteekenis van de parabel of
gelijkenis, die ons in het Evangelie van de-
v-eu Zondag wordt voorgesteld, schijnt wel
dnt one wil wiizen op de
des hemels, ons onder bet
Jrr ?n gastmaal geteekend. Tot dien
tot die eeuwige hemelsche zalig-
worden wij allen genoodigd, zijn wij
"'ten geschapen, maar velen zullen door hun
®*gen schuld en onwil daarvan buitengeslo
ten worden. Vooral van de Joden, het meest
uitverkoren volk van God, zouden velen die
taligheid niet deelachtig worden, en in hun
Idaats werden de heidenen geroepen* de ar-
teeu* die langs straten en wegen dwalend
bevonden werden.
Maar niets belet ons dien maaltiid ook te
V'staan van het Allerheiligste Sacrament
"es Altaars, waartoe ook allen worden uit
genoodigd, maar waarvan ook zoovelen zich
vfrwijderd houden; en dat de H. Kerk juist
Sb dezen Zondag, onder het Octaaf van den
M. Sacramentsdag, ons die parabel voorstelt.
Wettigt ons vooral die beteekenis op te vat
ten.
«Zeker man richtte een groot gastmaal
®fn". De gastheer, die den maaltijd aan
dichtte, is Jesus Christus, die in het H. Sa-
"tement des Altaars Zich zeiven tot spijs
i^eeft aan Zijne genoodigden. Groot moet
Voorzeker dat gastmaal genoemd worden*
5te den gastheer die het aanrichtte, onze
Hoer Jesus .Christus, de Koning van hemel
aarde zelf; groot om de spijze die gege
ten werd* het Lichaam en Bloed van den
/Orlosser; groot om den duur van het gast-
®teal, fot aan de voleinding der eeuwen:
£r<*>t om het getal gasten die genoodigd
Werden. „En hij noodigde velen". Alle chris
ten, die tot aan 'het einde der wereld toe
"•ten leven, worden uitgenoodigd tot dien
anltijd, niet alleen de rijken, maar ook de
irnen; niet alleen de gelukkigen, maar ook
o ongehikkigen: „Komt alleni tot Mij, die
Arnioeid en beladen zijt"; niet alleen de ge
erden, maar ook de ongel etterden en een-
/teudigen, allen worden uitgenoodigd, en
teomnnd uitgesloten, die niet ziphzelven uit
sluit.
En voortdurend zendt Hij Zijne dienaren,
h? ■?jie^ers'. om toch allen dringend en her-
del ijk uit te noodigen aan dien goddeüj-
maaltijd deel te nemen.
roentr c'e genoodigden weigerden aan de
«Zii i van 11,1 n £astheer gehoor te geven.
Ojw !'eSonnen allen gelijkeliik zich te ver-
Ih^^buldigen". Helaas, zoovele christenen
dervi geheel of bijne geheel verwij-
da van het goddelijk gastmaal, en zoeken
<3<.arvonr allerlei uitvluchten, die niets an-
T dan voorwendsels zijn, waaronder de
reden, onverschilligheid en lauwheid,
®t'kn f611 wordt. „Ik heb ecne landhoeve
Hik -i-!*' 7/e^" de eerste, „en moet noodzake-
*eih aan ®n hanr bezichtigen." „Ik heb
e°u ander vijf koppel ossen gekocht
tteu a ze beproeven." „Ik heb een vrouw ge-
lta_ wd, zeide een deTde, en daarom
Zien n'et komen." Vele H. Kerkvaders
dip.- ln ('fl drie bovengenoemde verontschul-
t6®.11, ^«speling op de drievoudige
WortH 1|k"hid' die als zij niet onderdrukt
®an (l«,AOar teensch een beletsel is, om
Tim i 815 van Jesus gehoor te
georlin-Uoi <les vleesches, de
leven ?r <xj8'en en de hoovaardij
Sar -/rnfpfi woorden: de lust
zinnelijke voldoeningen, de begeerte
naar geld en bezittingen, de zorg voor aard-
sc'he belangen, zij zijn een beletsel om Jesus
in de H. Communie te ontvangen.
Was het te verwonderen, dat de vader des
huisgezins vergramd werd en zeide. dat geen
der mannen, welke waren uitgenoodigd, zijn
avondmaal proeven zon, dat geen van hen,
die de H. Communie onder allerlei ijdele
voorwendsels weigeren te ontvangen, in dem
hemel zou binnengaan, waartoe het ontvan
gen der H. Communie de noodzakelijke voor
bereiding isl Zij bezitten de goederen dezer
wereld, en vinden daarin hun geluk, maar
tot het geluk des hemels worden geroepen
de armen aan straten en wegen, de zwakken
en blinden en kreupelen, de ongelnkkigen in
het oog der wereld, maar die door Jesus tot
de glorie en zaligheid des hemels geroepen
worden, omdat zij gehoor gegeven hebben
aan Z«ne uiinoodiging en aan den maaltijd
de6 H. Sacraments hebben deelgenomen.
Laten wij in deze dagen van het feest van
den H. Sacramentsdag God bidden dat wij
steeds ons geluk mogen vinden in het aan
zitten aan die H. Tafel, laten wii gehoor ge
ven aan de uitnoodiging die de Paus en onze
geestelijke leidslieden vooral in deze dagen
zoo dringend doen hooren, laten wij door
geen ijdele voorwendsels ons daarvan doen
verwijderd blijven, dan zullen wii ook in alle
eeuwigheid aan het gastmaal in den hemel
mogen aanzitten.
Na vijf-en-dertig jaren trouwe plichtsvervul
ling in het stoffige actenvak, had Bernhard
Kleiber rust genomen. Hij had een ridderorde
gekregen en den titel van raad en bracht zijn
vrijen tijd door met biljarten, de krant lezen,
wandelen en redeneeren binnen- en buitenshuis.
Mevrouw Kleiber vond hem onuitstaanbaar. En
met recht, want hij keek in alle potten en pannen
en in het huishoudboek en bemoeide zich met
huishoudelijke dingen, die hem geen steek aan
gingen. Daardoor hadden er dikwijls onverkwik
kelijke tooneelen plaats.
Mevrouw Kleiber was juist van haar bood
schappen thuis gekomen en legde, behalve tal
van groote en kleine pakjes, welke meneer wan
trouwig bekeek, ook een loterij lot op de tafel.
„Wat is dat?" vroeg haar man, hoewel hij
direct gezien had, dat liet een lot was voor den
bouw van een dom.
„Een lot van de dombouwloferij, mannetje.
Kost maar f 1.80. Men kan er 50,000 mee
winnen."
„Maar f 1.80?" antwoordde hij met gefronste
wenkbrauwen 1.80 is een heele som, die men
niet zoo lichtzinnig wegsmijt. Voor f 1.80 kan
ik een heele massa dingen koopen, naar den
schouwburg of naar een concert gaan."
„Zeker, Bernard. Wij kunnen echter ook geluk
hebben en de f 50,000 trekken. Stel je toch eens
voor. Als op ons nummer 32476 nu eens een
hoofdprijs viel
„Ik moet je illusies verstoren, lieve Louise.
De kans om te winnen is 1 op de 300. Houdt
men nu rekening er mee, dat het getal van de
werkelijk wat beduidende winsten, waarop ieder
in het geheim natuurlijk hoopt en speculeert,
slechts 10 bedraagt kijk, hier zie" je het pros
pectus dan vermindert de kans, een hoofd
prijs te trekken, tot één op de 3000. Hiertegen
kun je toch niets inbrengen. Daarom is de aan
koop van een lot een strafbare lichtzinnigheid en
verkwisting."
Met getallen om zich heen gooien was een
lievelingsbezigheid van den heer raad. Hij had
door langdurigen omgang met 't droge mate
riaal, het tot een zekere handigheid in het snet-
rekenen gebracht en was hierin zijn vrouw aan
zienlijk de baas. Nadat hij nog een kwartier
lang had doorgeredeneerd, gaf zij, om er maar
een eind aan te maken, toe, dat het beter was
geweest het lot niet te hebben gekocht en ver
zocht hem zich toch niet zoo druk te maken om
een kleinigheid. Het volgende oogenbiik had ze
er echter spijt van, de uitdrukking „kleinigheid''"
gebruikt te hebben.
„Een kleinigheid noem je dat?" Zijn stem
beefde en doorliep hooge registers. „Er zijn geen
kleinigheden in het leven en de vraag, of men
in de loterij moet spelen of niet, moet mijns in
ziens grondig onderzocht worden. Ieder loterij
spel is ten slotte in mijn oogen onzedelijk."
Hij keek zijn echtgenoote uitdagend aan, maar
zij hield zich stil.
„Ieder loterijspel is onzedelijk," herhaalde hij
met nadruk, „en de staat is volgens mijn mee
ning verplicht, het nog veel meer in te perken,
ja geheel te verbieden. Waarom is het onzede
lijk? Het prikkelt de hartstochten der menschen,
die graag zonder moeite rijk zouden willen wor
den. Het klopt den armen man het geldstuk uit
den zak, dat hij bitter noodig heeft voor zijn
dagelijksche behoeften. Het vernietigt het fami
liegeluk van duizenden. Maar ook in het geluk
kige geval: gesteld iemand maakt een winst,
zeggen wij van f00,000 gulden.
Een allerliefst meisje met bruin haar en leven
dige oogen kwam met het theeblad de kaïner in.
Mevrouw Louise herademde en gebruikte haar
als bliksemafleider.
„Waar ben je zoolang geweest, Marie? Wat
ben je warm!"
Zij trad op haar dochter toe en streek haar
moederlijk over het haar.
Marie echter paste wel op te vertellen, waar
zij geweest was. Had zij het gedaan, dan had
meneer de raad zeker anders gebromd dan over
het loterij lot.
Over dit thema ging hij nu voort:
„Gesteld, iemand had f 100,000 gewonnen,
dan zou ik dat niet voor een geluk houden. Na
melijk.
De moeder luisterde maar met een half oor,
de dochter heelemaal niet. Haar gedachten wa
ren nog bij wat zij dien middag beleefd had.
Er was in de stad een museum voor natuur
wetenschappen, dat van vier tot zes voor ieder
een toegankelijk was. Maar er kwamen niet
velen, om de opgestopte dieren in. de kasten en
de vele kevers en vlinders onder glazen te bekij
ken. Daarentegen waren de rustige zalen als het
ware geschapen voor minnende paren, die elkaar
ongestoord wilden spreken en het overigens ner
gens konden doen. Daar ontmoette mejuffrouw
Marie Kleiber somtijds een flinken jongen man,
die zeer veel haren op den zwarten kroeskop had
en zeer veel frissche ioekomstidealen, maar op
lange na niet zooveel geld als de raad Kleiber
voor onvoorwaardelijk noodig hield, als men zijn
dochter het hof wilde maken. Daarom had de
rpad, toen de bedoelde jongeman zijn bezoek
maakte en onverschrokken om de hand der uit
verkorene vroeg, hem beleefd maar zeer beslist
de deur uitgepraat en zijn dochter den verderen
omgang met den voor haar niet passenden jon
gen verboden. Het resultaat waren de samen
komsten bij de zwijgende apen, slangen en
kevers, waar de jongelieden elkaar van hun
onwankelbare liefde de verzekering gaven en op
betere tijden hoopten.
Zeer onverkwikkelijk was het kwartiertje ge
weest, dat Paul Wiegand in de kamer van. den
heer raad doorgebracht had.
„U heet dus Paul Wiegand, bent teekenaar en
lithograaf en wilde mijn dochter huwen? Ik heb
u toch goed verstaan?"
„Jawel meneer de raad," antwoordde de jon
geman snel. „Wij beminnen elkaar."
„Ik zal mijn dochter over dit laatste punt on
dervragen. Hoeveel verdient u jaarlijks? Of hoe
veel privaat vermogen bezit u?"
„Vermogen heb ik niet, meneer de raad. Wat
ik verdien is ook nog zeer bescheiden, namelijk
1200 gulden m het jaar."
„En dus verwacht u, dat ik heel vriendelijk
het ontbrekende er bij doe niet waar?"
„Ik heb vooruitzichten, meneer...."
„Vooruitzichten zijn erg onwezenlijke dingen.
Een paar nullen aan een getal opgehangen, zijn
mij vrij wat liever. Weet ti wel wat tegenwoordig
het vleesch kost, jonge man? En de boter? Nog
heelemaal de kleeren niet gerekend en de hoeden
en de handschoenen, die uw vrouw noodig heeft?
Vodr den eenvoud van een natuurmensch heb
ik mijn dochjer niet grootgebracht."
I' ?7ij' ^ef'nnen eenvoudig, meneer de raad. De
„Neen, u begint in 't geheel niet, meneer, en
de liefde moet u maar uit uw hoofd stellen. Dat
doet eerst wat pijn, maar later gaat het wel. Als
u een fatsoenlijk inkomen hebt, kunt u weer
komen."
Zoo verging liet Paul Wiegand en meneer
Kleiber meende de waardigheid der familie en
de belangen van zijn dochter op uitstekende
wijze te hebben vertegenwoordigd.
Kleiber behoorde tot die menschen, die een
thema niet zoo licht laten varen, maar er steeds
op terugkomen. Nummer 32476 van de dom-
bouwloterij was nog dagenlang een steen des
aanstoots en de oorzaak van den vrede storende
uiteenzettingen, totdat mevrouw Kleiber op den
avönd verklaarde, dat zij het lot gegeven had
aan haar waschvrouw, wier dochter, die even
eens waschvrouw was, een groot huishouden
had.
Nu echier was de raad eerst recht ontevreden.
„Men moet een lot nooit weggeven," zei hij.
„Nu je 'het eenmaal had Louise, moet je 't mijns
inziens ook behouden. De mogelijkheid van iets
te winnen, is toch gegeven, al is zij ook maar
klein. Wint het nummer, dan is je ergernis
groot."
„Maar je meende zelf Bernard, dat wij toch
niets zouden winnen.
„Zeker meen ik dat ook nu nog, dat je lot een
niet zal zijn. Wat voor pleizier heb je dan, als
men de zaak van een ander standpunt bekijkt,
die vrouw gedaan? Ze zal zeer teleurgesteld zijn
geweest, toen ze het lot kreeg en heeft stellig
wat anders van je venvacht. In ieder opzicht
was dus het weggeven van het lot een misgreep,
Louise."
Wat de gevoelens betreft, welke de wasch
vrouw bij het zien van het lot koesterde, daarin
had de heer raad het nu eens bij het rechte eind.
Te huis aangekomen nad vrouw Westerkamp
het lot in de dikke, door zeep en S0(ja erg geha
vende vingers omgedraaid en gezegd„Wat doe
ik met dat ding, Anton Anne lui winnen toch
niets. Mevrouw had wel een beetje dieper in den
zak mogen tasten."
„Nu, men kan nooit weten," meende Anton
Westerkamp. „Wanneer is de trekking?"
„Den eersten Maart, was het antwoord.
Denzelfden avond verwisselde het lot reeds
weer van eigenaar. In een vroolijk gezelschap,
waarin Anton Westerkamp geraakt was, verzil
verde de lichtzinnige man het lot tegen f 1.20,
die hij echter ook nog m aangebroken toestand
naar huis bracht. Een huurkoetsier ging er met
nummer 32476 van door.
In 't huis van Kleiber was van 't lot niet
langer sprake, nadat meneer Kleiber langzamer
hand gekalmeerd was. Ook den trekkingsdag
liet men komen en.voorbijgaan, zonder van hem
notitie te nemen.
Marie Kleiber ging n'et meer naar de kevers
en vlinders, stellig niet omdat er daar voor haar
niets meer te leeren en te stu<jeeren was, maar
omdat Paul Wiegand daar ook niet meer kwam.
Die was reeds sedert weken door zijn firma op
een reis naar het buitenjapd gezonden. De jon
gelui schreven elkaar vlijtig in het geheim. Ook
koesterden zij de heerlijkste verwachtingen. Paul
iegand had namelijk in zijn laatste schrijven
laten doorschemeren, dat zijn chef bij bevredi
gende resultaten met zijn werk, hem een vaste en
beter betaalde betrekking zou geven. En dan
wou de jonoeling nog eenmaal opnieuw bij den
heer raad zijn geluk beproeven.
Eens op een dag, i11 "et begin van Maart,
welke zich zeer zonnig en vroolijk liet aanzien,
was te lezen geweest, dat nummer 32476 ge
wonnen had. Wel geen 75,000, maar 50,000
gulden.
Men had den geluksvogel dus in de hand
pebad, en hem laten vliegen. De raad had een
fabelachtig geheugen voor getallen, een vergis
sing was uitgesloten. Bovendien had mevrouw
het nummer in haar aanteekenboekje opgetee-
kend.
Groote verbazing, redeneeren en ergernis.
„Heb ik het niet gezegd, Louise," viel de raad
uit.
„Waarom heb je het lot weggegeven? Aan
jouw lichtzinnigheid hebben wij het nu te wijten,
dat wij 50,000 gulden minder hebben. Waar
achtig, wij hadden het best kunnen gebruiken,
want mijn pensioen reikt niet verder dan het
hcoa coodige."
„Hadt je met altijd gezegd, Bernard," ver
dedigde zijn vrouw zich, „dat het onzedelijk was
in de loterij te spelen, dan had ik het lot ge
houden."
„Wij hadden naar Zwitserland kunnen reizen,
of naar Parijs. Nu hebben wij niets. Nu krijgt
die waschvrouw, die Westerkamp alles. Mijn
hemel, wat heeft dat mensch een geluk!"
En hij nam hoed en stok en siormde door
de straten naar de Westerkamps. Of die het
zouden weten? Maar natuurlijk dat hoort
men dadelijk van goede vrienden.
De Westerkamps wisten echter nog van niets.
„Heeft het lot werkelijk gewonnen?" riep ze
uit, toen zij de toedracht vernam.
„Ik feliciteer u," zei de heer Kleiber zuur
zoet. „Vijftig duizend dat is voor jou een
fabelachtige rijkdom, beste vrouw. Nu hoef je
niet meer uit wasschen te gaan. Je hebt je geluk
te danken aan de goedheid hm van mijn
vrouw."
De oude haalde haar bezeepte armen uit de
waschtobbe.
„Ja u zou me kunnen feliciteeren, als wij
het lot nog hadden. Maar die Anton, die
man van mij, die heeft het verpatst
De woede van de arme vrouw was begrijpe
lijk, doch werkte meer komisch, dan medelijden
wekkend. Toen de klaagliederen steeds heviger
werden, vluchtte Kleiber naar huiten. Het was
hem nu verder onverschillig, wie ten slotte de
gelukkige winner was. Hij zelf was het in elk
geval niet, en dat hij het niet was, daaraan was
zijn vrouw schuldig. Vrouwen handelen toch
altijd naar den indruk van het oogenbiik, zonder
een zaak tot het einde door te denken. De heer
lijke 50,000 gulden Een geluk, dat onder hon
derdduizend menschenlevens nauwelijks voor
één is weggelegd, dat had men zoo maar wegge
worpen. O, het was om uit je vel te springen.
Mevrouw Kleiber moest zoo vaak over haar
misstap hooren, dat zij er aan dacht, watten in
haar ooren te stoppen. Nog des avonds in bed
praatte Kleiber over de vijftigduizend, die men
had kunnen hebben.
Maar ook over Anton Westerkamp ontlaadde
zich dien avond een vreeselijke onweersbui en er
volgde een familiedispuut, dat handtastelijker
eindigde dan bij de Kleiber's.
Nu, over alle teleurstellingen koint men een
maal heen en ook over het onderwerp, dat het
meest besproken wordt, raakt men eenmaal uit
gepraat. Bij de Kleiber's zou de geschiedenis
ook al lang uit zijn geweest, als de kranten er
niet voor gezorgd hadden, dat de heele wereld
zich ook verder met nummer 32476 bezig hield.
De gelukkige winner was nergens te vinden
Een week en nog langer was reeds verloopen
de eigenaar van het lot meldde zich niet aan.
Dat was zeer merkwaardig Niemand draalt
gewoonlijk lang met zich aan te meiden, als
hem een vermogen moet worden uitbetaald.
De slimme huurkoetsier, die het lot voor f 1.20
gekregen had, was spoedig gevonden. Die trok
zich de haren bijna uit, toen hij hoorde, hoe
nabij Fortuna hem geweest was. Hij had echter
reeds den volgenden dag het onzekere stukje
papier voor reëeler genot voor het oogenbiik
weggegeven.
Men hoorde nog van een verderen kortston-
digen bezitter, die ook niet op de trekking had
kunnen wachten toen echter ging het spoor
van het lot in volkomen duister verloren.
Wie had nummer 32476?
Na twee dagen vernam het niet de wereld,
maar eerst alleen een menschenhart, dat luid
van vreugde en geluk klopte. Dat was bijna te
veel heerlijkheid en zegen opeens, toen Marie
Kleiber uit den laatsten brief, dien haar ge
trouwe Paul haar schreef, zag, dat hij en geen
ander in het bezit van het geluksnummer was!
Paul Wiegand had het lot, toen men het hem
eens op een dag te koop aanbood, in sombere
stemming gekocht.
Waarom zou hij het niet eens met de loterij
probeeren Tot nog toe had zij hem juist niet tot
haar lieveling uitverkozen, maar misschien ver
anderde de luimige godin van gevoelen. Waar
om zou hij niet onder de winners zijn?
Nog een tweede bericht bevatte de brief, name
lijk, dat het haar Paul volkomen gelukt was,
de gunst van zijn veeleischenden principaal te
veroveren.
Het was niet aan te nemen, dat raad Kleiber
zulk een man de deur voor de tweede maal voor
den neus zou dichtslaan.
Dat gebeurde ook niet.
Als in triomftocht haalde de heele familie het
gelukskind van den trein en het opperhoofd der
familie voerde zijn dochter zelf tot den welko-
men schoonzoon. Nu kwam het vertoren geluks-
lot toch in de familie en zijn doehter Mane zou
het genot er van hebben. Het geluk had slechte
een kleinen omweg gemaakt omhen öereiken
„Nu ik geld heb. ben ik dus welkom, kon
Paul Wievand niet nalaten te zeggen.
Fn dat is ook de hoofdzaak," antwoordde de
raad Jongelui zeggen: de hoofdzaak is de
liefdé dan komt het andere vanzelf terecht.
Ou dei ui echter spreken jüist omgekeerd.
(P. O. Ct.)
Afdeeling HAARLEM.
Bondsgebouw Smedestraat 23.
Maandag 7 Juni Ondersteuningsfonds.
Vergadering Sigarenmakers. Vergadering
Schoenmakers.
Dinsdag 8 Juni Commissie van Bijstand.
Vergadering Timmerlieden. Vergadering
Schilders. Bestuur Kalk- en Steenbewerkers.
Woensdag Juni vergadering Typogra
fen. Vergadering Spaarkas. Winterprovisie.
Donderdag 10 Juni Rechtskundig Ad
vies. Esperanto.
.Vrijdag 11 Juni Hoofdbestuur. Propa-
gandaelub.
Zaterdag 12 Juni inschrijving Bakkerij.
Spaarbank. Spaarkas. Winterprovisie.
Namens het Bestuur,
O. H. GLAS, Sec
Afdeeling HEEMSTEDE.
Algemeene ledenvergadering op Woen»
i d a g 9 Juni, 's avonds half 9 in het It. K. Vei
eemgingsgebouw. Agenda: Opening. Notulen'
Behandeling Beschrijvingsbrief Centrale Raac
Bespreking Bloemenverkoop voor „HerW§hnej
Levenskracht." Mededeelingen van het Bestuui
Rondvraag en Sluiting. Aller opkomst beleef-
verzocht.
Namens bet, Bestuur,
G. DE KOK, Secretaris
Afd. OVER VEEN EN OMSTREKEN.
Zaterdag 6 Juni van half 8 tot half 9
zitting der Spaarbank in het gewone lokaal i
Dinsdag 8 Juni des avonds kwart over f
uur precies, algemeene vergadering in hel
Café Ruimzicht van den heer Jongkees.
Wegens belangrijkheid der agenda is allei
opkomst noodzakelijk.
Namens het Bestuur,
IH. v. GALEN, waarn. seer.
Afdeeling SCHOTEN EN OMSTREKEN.
Huishoudelijke vergadering op Woensdag
Juni a.s. Agenda: Installatie nieuwe leden. 10
Jarig verslag Secretaris. Installatie Barbara
vereenig. Installatie nieuwe Pachter en wat
verder ter tafel za! worden gebracht. De leden
worden dringend verzocht de vergadering bij te
wonen.
Voorloopig wordt medegedeeld dat het Ency-
cliekfeest en 10-jarig bestaan gelijk zal worden
gevierd op Zondag 20 Juni met een Feestver-
gadering op het plein voor het Bondsgebouw
en E. K. School. Nadere bijzonderheden zullen
worden bekend gemaakt zoo ook de kerkelijke
viering.
Namens het Bestuur,
J. G. KUIL, Voorz.
B. BURGER, Seer.
Afd. VELZEN EN OMSTREKEN.
Bondsgebouw Rijksstraatweg H. 24 H.
Zondag 6 Juni ledenvergadering. Agenda:
Notulen. Ingekomen stukken. Installatie
nieuwe leden. Reglementsberziening. Bloemen
dag „Herwonnen Levenskracht". Verkiezing 2
zaalcommissarissen. Verkiezing afgevaardigde
Centrale Raad. Bij deze laten wij de dames en
meisjes weten dat zij zich kunnen opgeven voor
den bloemendag van „Herwonnen Levens
kracht." Laten zooveel mogelijk dames en meis
jes zich opgeven opdat de bloemendag zoo goed
mogelijk moge slagen. Dit kunt gij doen bij de
heeren P. van 't Padje, Koningsweg, J. H.
Rozemeyer, Kanaalkade, B. Waterlandcr, Oude
Schulpweg.
Namens het Bestuur,
B. WATERLANDER, Seer.
P. VAN 'T PADJE, Voorz.
Afdeeling LISSE.
Bondsgebouw Schoolstraat.
Zaterdag B Juni 's avonds van 8 tot 9
uur, Spaarkas. Van 8half 9 zitting van het
Retraitenfonds.
Namens het Bestuur,
C. v. d. VLUGT, 2e Sect.
Afdeeling NOORDWTJK.
Zondag 6 Juni a.s. Algemeene Vergade
ring 's-namiddags 4 uur in 't gebouw Voor
straat. Agenda: 1. Opening. 2. Notulen. 3. Be
schrijvingsbrief voor den Oentralen Band. 4. In
stallatie nieuwe leden. 5. Bespreking Propogan.
daclub. 6. Rondvraag. Wegens belangrijke ver
gadering trouwe opkomst verzocht.
A. v. d. BERG, 2e Seer.
Afdeeling PURMEREND.
B- K. Patronaatsgebouw.
Ledenvergadering op Zondag 6 Juni a.s.
s-avonds 8 uur. Agenda: 1. Opening. 2. Notu
len. 3. Ingekomen stukken. 4 Installatie. B. Be
handeling beschrijvingsbrief Centrale Raad. 6.
Mededeelingen. 7. Rondvraag. 8. Sluiting.
N. NOOIJ, le Sec
Afd. KROMMENIE EN OMSTREKEN.
Secretariaat: Van Hogendorpstraat 30.
Zaterdagavond van 7 tot 8 uur
Spaarkas.
Zondag 8 Juni, Encycliekvergadering om
4 uur, in bet Vereenigingslokaal. Deze vergade
ring duurt 1 Yz u. in verband met Aanbiddings-
feest te Wormerveer.
Dinsdag 8 Juni. Verg. der Prop.-Olub
Tijd en plaats bekend.
Namens het Bestuur,
S. VROUWE, Seer.
Afdeeling HOORN.
Bondsgebouw West.
Zondag 6 Juni „Eerbied in Gods Huis."
7 uur 10-11-12, half 0 4-B-0, half 11 7-8-9.
Dinsdag 8 Juni, van 7 tot 8 uur, Spaar
en Voorschotbank.
Namens hef Bestuur,
G. P. VLEKKE Az., Secf.
I
A-v