TWEEDE BI 3D
ATTE
IVMR£
P. J. JANSSEN
FEUILLETON
DE ODKLOe
dïrri," cpHaïïe
ttE TOESTAND IN BELG1E
*ftegang h. Warmoesstr.
goedkoopst adres.
DIHSDHQ 22 JUNi
•Vu
VERSPREIDE BERICHTEN
nieuwe haarlemsche courant
(Vun
Jaeger Bchrcef ik. a
dr, u ai ^ïja 2e er
onzen Brusselschen correspondent.)
BRUSSEL. 13 Juni 1915.
al eons, hoe geheime
4 ai zij.i ze er naar j;do meeuing
ilir Belgische eevolking trachten te be-
'vloeu0u aoor heimelijk een blaadje te ver
duiden en bauugenooten te winnen, .Veel
j^'dacht is er niet aan geschenken. Maar
J1» zd.n deze personen voortgegaan en schij-
,fcl* Zij de hoop te willen wekken, dat door
d'vdoea oen politiek doel kan worden na-
^deeïd.
j streven wordt duidelijk getypeerd door
uieoeueeliiig van het Duitsche bestuur
d Belgjë, welke tevens een bondige samuir
"Uing >an oer toestand mag worden ge-
i0tuiu. Ik iaat die meueoeeiiiag hier onver
st volgen:
"In net geheim worden onder het volk
pitsende artikelen en opruiende vlugschrif-
j/tj Verspreid. Leze geven een vols treat gal-
J''10 voorste.ling van den militairen toestand
lri daaruit dan zekere besluiten van politie-
"u aard te kunnen afleiden.
I Uo hierna volgende feiten weerleggen deze
"Senachtige berichten:
i Up het westelijk front hebben de Duitsche
nnrlurt. acht maanden het offensief
Pen sedert acht maanden het offensief
l'* Franse hen en der Etigolschen onder de
*!li® gehouden. In Champagne evenals tus-
i;llen Maas en Moezel zijn de groote Uoov-
n'ekingspogingen der bondgenooten mislukt.
(i<; jongste aanvalsbeweging tusschen Atrecht
1 Ygieren, welke de Fransche opperbevel-
fbber in persoon heeft willen leiden, is
Uzelf de lot beschoren. Do kleine terrein-
rist der verbondenen is volstrekt 'niet in
,®rhou<linc met hun buitengewoon zware ver-
l'U-bn op deze plaats; deflieeliwat belangrijker
pitsehe voordeelen bij Yperen kunnen ter
e|®d opwegen.
in liet Oostelijk front, is de aanvalskradht
Kussen gebrtikcn. Tn Galicië hebben ze,
ja een geweldige worsteling, een beslisscn-
f® nederlaag geleden. De Russische legers
®vinden zich daar in vollen aftocht. Hun
)"fci-lrezen zoowel aan mensdh.en als aan rna-
^tieel zijn reusachtig. Alleen aan gevange-
1,en verloren ze sedert het begin van den
°°riog ruim één millioen man.
.Bet jongste Duitsch-Oostenrijksch effen
af heeft het gansebe Rmsisohe leger in een
?rstigcn en neteligen toestand gébracht.
wordt de beteekeuie van deze neder-
N.rr in Frankrijk en "in Engeland niet ge-
°tehend.
■»,Ue hoop, die het Drievoudig erbood op
Balie gevestigd had, ie niet in vervulling
^Saan.
v/'iedaax hoe de zaken in werkelijkheid er
'^ien.
"et zijn enkel misdadigers, die de Belgi-
^''e bevolking steeds naeer met allerhande
>alltehe geruchten paaien. Zli doen slechte
S bedriegelijke hoep ontstaan, die niet
vrimld kan worden. Het ergerlijke van do
pk Rgi daarin, dat deze begoocheling do
polking regelrecht tot weerstand tegen 't
"kitsch© hfftnUT aanhitst, soowel bi} klel-
ai6 hii aang<?l«f?eTlihe<3OT v8n belang.
nadruk dient er daarom nogmaals op
dat do Genernal-Gonvernenr ver
gat is do kalmte en de veütóW van thot
te handhaven. Moet het Hjn, «an.™
Jj ook niet nalaten al de daartoe noo'-JB
pptregelen te nemen. Hil zal onverbiddo-
en met de ui terete strengheid do over-
p1®*! in gen die als gevolg van hoogerhedoeldo
.Pïuiingeu te beschouwen zijn, weten te be
ngelen. Gomeeno beleed!gingen in vlug-
h'gsehrifteu of in buitenlandsc.he bladen
*"Ken hem op geenorlei wijze kunnen beïn-
2,°oden, eens dat bij rich genoodzaakt zal
pil met eene onvermijdelijke strengheid op
7 treden. De spot dorzelfde opruiers, wegenis
®£eve»dheid, wanneer aan misleide mi»-
jfdigcrs genade geschonken wordt. zal evéh-
pn eenig gevolg uitoefenen op zijne «re-
jBelijn.
Al deze drijverijen kunnen niets verande-
r?n» daar do maatregelen van den Oenoraal-
®hvemenr steeds op rechtvaardigheid be
ften en eeu enkel doel beoogen, namelijk
P bevordering van bet welzijn van land en
*°lk.
.Wie geneigd mocht zijn zich te laten'mede-
®Pen door ophitsers, diene in overweging
.te nemen dat er geene genade meer zal ge
schonken worden indien de overtredingen
toenemen.
Alleen de gewetenlooze opruiers treft de
verantwoordelijkheid, wanneer lieden die
zich doar Ihton laten misleiden, de gevolgen
hunner misdaden in alle strengheid te dra
gen hebben."
Tot zoover deze mededeeling. Een andere
mededeeling sluit zich onmiddellijk aan hij
wat ik reeds schreef over Mechelen. Zij be
treft de opheffing van 't verbod, waarbij Me-
cohelen van de buitenwereld was afgesloten
en luidt woordelijk:
„Daar een voldoend getal werklieden zijn
diensten heeft aangeboden voor de werkhui
zen der spoorwegen te Mechelen, ziin de door
mijne kennisgeving van 80 Mei 1915 dwang
maatregelen, te rekenen van middernac{k|t
van 11 op 12 Juni, hierhü opgeheven.
„Ik behoud mij eventwel het reclit. voor, de
zelfde dwangmaatregelen opnieuw in te
voeren, in geval het getal arbeiders van de
werkhuizen dermate moest afnemen, dat de
werken, noodig voor het verkeer der Belgi
sche spoorwegen, daardoor zonden komen te
lijden."
Als bewijs voor wat zoo al niet moet ge
regeld worden en dus administratieve en
andere beslommeringen met zich brengt,
mag do regeling voor het jacht- en viech-
reéht gelden.
Het gouvernement voor de provincie Na
men had aan het GeneraaLGouvemement in
structies verzocht voor de viséhverloven
door officieren en soldaten aangevraagd. De
Gouverneur-Generaal stelde de militairen
onder <b zelfde bepalingen als voor de bur
gers geldig zijn. 7ij hebben dezelfde voor
schriften als de Belgische bevolking In acht
te nemen en moeten dezelfde rechte» betalen.
Dit geld wordt in de Staatskas gestort. Des
nachts mag niet worden gevischt. Voorts is 't
met bet oog op de tegenwoordige omstan-
digffcieden, verboden te viasehen op minder
dan 100 meter afstand van bruggen, sluizen
I en andere waterwerken. Deze bepalingen
1 kunnen zoo noodig door de betrokken auto-
j riteteu, bijv, voor de nabijheid van vestin-
gen, worden verscherpt.
Alleen door Duitsche officieren mag wor-
den gejaagd, omdat dezen alleen over vuur-
wapens kunnen beschikken. Hiervoor be
hoeft geen recht te worden betaald: in Bel
gië werden namelijk de jachtrecliteu steeds
door particulieren geheven. De Stoat heeft
er alzoo geen nadeel bij.
Nog is bepaald, dat zonder toes temming
van den eigenaar op particulier terrein niet
mag worden gevischt.
Er zijn in België altijd nog menschen, die
van den toestand willen profiteerèn, zelfs
ten koste van hun eigen landgenooten. Do
Gouverneur-Generaal heeft dit. wat de
'graanoogst betreft, verbindend door alle
overeenkomsten aunsraan.de den graanoogst
nietig to verklaren, ook aj droegen ,;ij oen
■wettig karakter. Hierdoor wordt voorkomen,
dat tengevolge van speculaties de prijzen
zonden stijgen.
Het heeft soms den schijn alsof half Bel
gië door de Belgen zou ziin verlaten. Eenige
cijfers geven hierop wel een eigenaardigen
klik. Volgens de telling van 81 December
1912 bedroeg de Belgische bevolking toen
7,571,887 inwoners. Van die bevolking zijn nn
iu Holland 20-000 vluchtelingen, in Engeland
180,(WO eu in Frankrijk 160,000. In het leger
zijn 200,000 man. Tezamen dus 650.000, zoodat
'in België zijn7,000,0(H). Zoo heel veel zijn er
niet weg, maar toch zijn er onder die vluch
telingen vooral van Engeland, heel wat die
rich in hun land voor bun land zélf zouden
kunnen nuttig l^ken en ook voor zich zelf
beter deden, zich in in Engeland niet met
«cbeeve nekken te laten aankijken. u.
DE BRAND VAN BORYSLAW.
De oorlogscorrespondent van den Berliner
Bëreen-Courier in Galicië schrijft:
Daarginds staan de napbta-bronnen in
lichte laaie. Zij branden dag en nacht, sedert
zes dagen on zes nachten. Zwart stijgen,
reeds wanneer men Drohébyc® verlaten
beeft, de rookwolken, rooktoren® on rook-
vnlkanen naar den wolkeloozen hemel. Dicht
hij de ongelukkige stad Boryelaw beginnen
dan de donkere stoomkolossen in de diepte
te schitteren en te verblinden: nog steeds
sdhieten de gouden flarden on de gouden
wolken nit den grond op, nog steeds laait
de olie. Nooit is op zoo groote schaal brand
gesticht als in Boryelaw, waar de Ruseen
op hun terugtocht do naphta in brand sta,
ken.
Zij stichtten drie dagen lang brand, den
llen 12eu en 13en Mei. Drie eotnies kozak
ken die baast bij bet werk maken moesten,
omdat de Honveds, die zij op voor lien ver
schrikkelijke wijze hadden leeren kennen hij
den Urzokerpne, hen op de hielen zaten. De
drie sotnies kozakken, naar Boryelaw ge
commandeerd om brand te stichten, namen
een halve sotnie Russisiche dragonders mee.
Deze moesten de naga i ka tegen het volk ge
reed honden, indien dit zich verzetten zou
tegen het vernielen van reservoirs en put
ten, van ketels en boortorens. Maar niemand
waagde er iets tegen te doen. Het gerucht
deed de ronde, dat, behalve de petroleum-
sc'batten, ook Boryelaw zelf in brand gesto
ken zou worden, zoowel de hulzen van de
Christenen als van de Joden. De menschen
dachten allen a-an vluchten. Maar zij begre
pen spoedig, dat ook deze redding onmoge
lijk was, want ahe straten waren uren en
dagen lang reeds bezaaid met menschen: te
rugtrekkende Russen...,
De kozakken deden hun werk zorgvuldig
zoolang de vijand nog voor de poorten stond.
In een groot en halven cirkel om Boryelaw
staken zij de petroleumbronnen aan. Hun
techniek was zeer eenvoudig. Zii boorden de
reservoirs aan, lieten de petroleum er uit
locpen en wierpen brandende, in petroleum
gedrenkte lappen in de petroleummeertjee,
die voor de reservoir® ontstaan waren. Toen
zij de mansgaten ontdekten, namen zij een
voudig de deksels van deze manegaten weg,
zo cd at de petroleum rijkelijk nit de ketels
vloeide.
Enkelen der brandstichters traden heel on-
noozel op. vijt man jox>en er naar een pe-
troleum-meertje, staken lucifers aan: het
meer vlamde op. hn binnen enkele eeconden
waren de vijf kozakken verbrand. Hun ka
meraden werden na dit voorbeeld voorzich
tiger.
De rookwolken stegen zwart en zwaar bo
ven de geheele stad. Zij namen zoo'n om
vang aan en waren zoo ondoordringbaar, dat
de zon aan den volkomen helderen hemel
achter den walm verscholen bleef en 'de
warmte van den zonnedag veranderde in
een steeds gevoeliger koelte en ten slotte in
een ijzige koune. Verstikkende gassen vulden
de straten. an tijd tot tijd hoorde men een
verschrikkelijke knal. Dan vloog er een ke
tel in de luelit.
lntusschen hadden de kozakken de stad
verlaten cm de P e trol eu in h ro n non in brand
te steken. Zij gingen naar de houten boor-
torens, die snel opvlamden en waarvan de
vallende, brandende stukken terecht kwa
men in de bronnen. Dan echoten er onmidr
dellij'k vlammen nit den grond op, twintig,
dertig meter hoog. Aan blusschen viel
niet te denken. Niet omdat er geen mannen
waren, die dat wilden doen. maar omdat
zulk een brand niet te blussoheh is.
Eindelijk stonden er ongeveer zestig re
servoirs in brand, waarvan er- een paar al
ben lö.OCflwagone petroleum bevatten. De
hoer tor ene waren spoedig weg, maar de twee
hondgod napfiitta-hroiinen brandden door. Na
zes dagen en zee nacfoten bedroosr de echode
reeds 180 millioen mark. En steeds gingen
er nog voor mallioenen in vlammen op. Vele
reservoirs, door de kozakken over het hoofd
gezien, ontbrandden van zelf door de hitte.
In. Boryslaw nam met den brand do pa-
nieiBtomming toe. Vrouwen pakten shun
bèddegoed bijeen, sleepten het naar het an
dere eind van de stad, dat verder weg lag
van de ketels en zochten schreeuwend en
huilend een onderkomen. Kinderen giklen
oni hun moeder. Duizenden (honden jankten,
hang in de donkere stad, door de straten.
'tWs zóó duister geworden, dat men in de
huizen 's middags de lampen moest aanste
ken en dat de menschen op straat fakkels
droegen. Er viel regen in den laten namid
dag. Maar de regen was warm en zwart, als
de vulkanen, die rondom werkten. En nie
mand herkende in de zwarte gezichten zijn
beste vrienden....
Tegen den avond van den derden brand-
dag zetten de kozakken het plotseling op een
joopen. De schoten van de Honveds dreun
den reeds in de huurt- Zij, die bii vergissing
ook vele Fransche en Engeleche bronnen
in brand gestoken hadden in plaats van
Duitsche en Oosfenruksche, konden al hun
werk niet af. En ten sjotte dachten zij aan
de eigen beurs. Voor dertig roebel, die de
ingenieurs hun gaven, ontzagen zii een bron.
En zoo gelukte het nog eeni yrfj groot aantal
te redden. De kozakken wilden ook de hou
ten bruggen in Boryelaw vernjejen j^ji
voor twintig roebel per brug lieten zij deze
ongemoeid.
Toen vertrokken de kozakken in een wilde,
ongeregelde vinciht. Vapt ye heuvels
voor de stad stonden reeds de achtervolgers,
de Honveds van den Uszoker pas.
DE SLAG bij grodek.
Een bijzondere berichtgever van de „Lokal-
anzeiger" meldt uit bet Upstennjksch-Hongaar-
fiche oorlogskwartier dé volgende bijzonderheden
over den slag aan beide zijden van de merenNisj, dat aldaar het antwoord van Bulgarije
van Grodek: laan de Entente Mogendheden als een afwijzing
De legeraanvoerder der bondgenooten, gene- beschouwd wordt, en derhalve aangenomen
raal-overste von Mackensen, ondernam na een
voorafgaande, overweldigende voorbereiding
door de geheele beschikbare artillerie een aanval
met den sterken linkervleugel tegen de beheer-
schende hoogten aan beide zijden van den
spoorweg LubaczowRawaruska. Deze aanval
rukte blijkbaar het krachtigst op tusschen
Nemerow en Magierow, binnen de hoogtenrijen
en daar het dichtst bij. Hij werd tot aan gene
zijde van de hoogten-rij, tot aan den spoorweg
Rawaruska—Zoskiew in één ruk uitgevoerd.
Daar de Russische strijdkrachten ook ten
Noorden daarvan vooruitgeschoven, tegenover
Rawaruska stonden, scheen het als was de
Russische rechtexvleugel tusschen Nemerow en
Magierow doorbroken. Vaststaat dat voor den
vijand de spoorweg Lemberg—Bizec afgesneden
werd en dat Zaterdag de ten Noord-Westen van
Zolkiew aangekomen verbonden troepen, slechts
twee dagmarschen van het gewichtige spoorweg
kruispunt Krasno, ten Noord-Westen van Lein-'
berg waren verwijderd.
Teekenend voor het afnemende weerstands
vermogen van den uiteengeslagen vijand is het
feit, dat het Russische Wereszyca-front overal
door de nachtelijke aanvallen van het leger van
Boehm— Ermolli onhoudbaar werd.
Door het vooruitdringen van het centrum der
verbonden legers naar het Oosten werd de toe
stand voor de met het front naar het Zuiden
aan den Dnjestr en Zuidelijk van de rivier strij
dende Russen onhoudbaar. De bij Mikolojew en
ten Noord-Oosten van Stryj opereerende Rus
sische troepen moesten terug, indien zij een
omsingeling wilden ontgaan.
Deze gebeurtenissen zullen een beduidende
terugwerking op den toestand van het leger van
Pflanzer-Ballin hebben.
Het „Berl. Tagebl." verneemt voorts uit het
Oostenrijksche oorlogsperskwartier het volgende:
Het aanvalsfront der verbonden legers is ge
heel evenwijdig met de stellingen, die het eer-
Csteren innam, wederom vooruitgeschoven. Het
ger van von Mackensen en het zeste Oosten
rijksche korps bleven vooruitrukken in de rich
ting van den spoorweg RawaruskaLemberg.
De troepen van von Mackensen zijn, na de
D< r\., 11 1, a.A ii f 1 4 4
wordt dat een overeenkomst tusschen Bulgarije
en Oostenrijk-Hongarije bestaat.
Aan de Servische Regeering zou geen mede
deeling gedaan zijn van de aan Bulgarije aan
geboden schadeloosstelling, noch zou zij daar
over geraadpleegd zijn. De half officieuse
„Samoeprava" is van gevoelen dat het verdrag
van Boekarest een politieke fout van Bulgarije
geweest is. zegt echter tegelijkertijd dat niemand
het recht heeft van Servië te eischen dat het op
grond van gemeenschappelijke belangen aan
Bulgarije concessies moet doen voor en aleer
Bulgarije zich voor die gemeenschappelijke be
langen uitgesproken heeft.
De openbare meening is tegen een afstand
van grondgebied door Servië aan Bulgarije, en
behoudt zich het recht voor om eerst na afloop
van den oorlog een beslissing te nemen.
DE OOSTENRIJKSCIIB
LEGERAANVOERDER
TEGEN ITALIË.
Algemeen wordt aangenomen aldus wo. \t
uit Weeneu aan de N. R. Ct. gemeld al is
daarover ook niets gepubliceerd, dat Ccirad
von Hötzendorf het leger tegen Italië zal aan
voeren. Hij kent het terrein door en aoor en
heeft zich jaren voorbereid op een oorlog nu
Italië, dien hij onvermijdelijk achtte. Toen hij :n
Innsbruck het commands voerde, heeft hij
strategische punten bezocht, het grensg-b'cd
alle richtingen doorkruist en bestudeerd en
het aanleggen van versterkingen gez - -d. ./Jsn
conflict niet graaf Aehrenthal is nog niet Vf-r
geten. Hij vroeg toen zijn onisiag als chef va.z
den generalen staf omdat hij zich niet kon ven-
eenigen met de welwillende politiek van dezen
minister tegenover Italië tijdens den oorlog
tegen Tripoli.
Gru welen-rapporten.
Prof. mr. J. baron d'Aulnis de Bourouill to
Utrecht schrijft aan de Nieuwe Courant:
ln uw blad lees ik een verhaal uit h. t ver
slag der „Belgische gruwelen-commb sie" t*
-it. r ,TJ, i sing uer „jzejgiBoue gruweien-comnu. Si©
SlSfIlmgen °P °e(k,UVelS HAvre. Hoe onvertrouwbaar dergelijke vor-*
aan dg Büg te hebben teruggeworpen, tot aan iQ„
dezp nllerh, lano-riiWe cnnnrlim rfnnrroHmnom 0 8 Zyn' bleek mij ujt liet Volg+Pro:
deze allerbelangrijkste spoorlijn doorgedrongen.
Voortdurend strekt het nieuwe aanvalsfront
zich verder uit over de door het tweede leger en
bet korps Marwitz van vijanden gezuiverde
Wereszyca-stellingen tot beneden in het dal van
den Dnjestr, terwijl de vijand over dit geheele
front zoo snel mogelijk terugtrekt.
Van het dal van de Tanew tot aan de mon
ding van de Wereszyca is de tegenstand der
Russen gebroken, weiks brandpunt op de his
torische, gedenkwaardige hoogten bij Stradz, ten
Zuid-Oosten van de Tanew, zich bevond.
De verbonden legers hebben thans de laatste
verdedigingslinie voor Lemberg bereikt, die vol
gens waarnemingen van vliegers op ongeveer
vijftien kilometer ten Westen van Lemberg gele
gen is. Deze vermoedelijk versterkte linie moet
In de te Pary'e verschijnende en in Nederland
op ruime schaal verspreide „Revue hebdona-
daire" is, in het nummer van 29 Mei j ic:g
uitkomst eenor Engelsche enquête o. a. her "ht
dat Wandre, een plaatsje bij Luik, op
Augustus geheel is verwoest. Een zakboekje van
een Duitsch soldaat, Ei tel Anders, zou dit heb
ben aan het licht gebracht: „Nous arrivAmes
alor» A la ville de Wandre. Les maisons fuiont
épargnées, maïs tout fut visité. A la fin r oua
1 eortime» de la ville et tout fut réduit en
Daar hij het begin des oorlogs in Neder'
scbe bladen gunstige berichten omtrent den
toestand te Wandre waven openbaarg-m «kt
en ik aldaar relation bezit, besloot ik thans
tengevolge van de flankaanvallen van onze troe- i gebomde te onderzoekeu. Een bezitter van
P®'en Noorden en ten Zuiden, in waarde dalen, mijnonderneming ginds bericht mij gisteren, d it
Op het front aan den Dnjestr is het leger
van PflanzerBallin de wanhopige bestormin
gen der Russen meester geworden en rukt steeds
verder voorwaarts.
DE HOUDING YAN
BULGARIJE.
Op grond van betrouwbare mededeelingen is
te Berlijn bekend geworden dat de Quadruple
Entente van Bulgarije geëisoht heeft dat het
onmiddellijk zou mobiliseeren en tegen Turkije
oprukken. Als tegenprestatie zou aan Bulgarije
worden toegekend Servisch Macedonië, de haven
van Cavalia, benevens het achterland met de
grenslinie Enos-Midia en tevens ondersteuning
m geld ontvangen. Bovendien zouden de Entente
AJogendheden getracht hebben Bulgarije te
bewegen om de Dobroedsja terug te geven. Bul
garije heeft de Quadruple Entente daarop zeer
beleefd in den vorm van tegenvragen geant
woord, die op het volgende neerkomen:
Welke schadeloosstelling zal Servië ontvangen
voor den afstand van Macedonië? In hoeverre
felooft de Quadruple Entente het aanbod van
lacedonië werkelijk in ernst te kunnen maken
Zijn met Servië onderhandelingen gevoerd over
dat deel van de Dobroedsja dat de Entente
gelooft aan Bulgarije te kunnen teruggeven?
Welke schadeloosstelling krijgt Griekenland in
Klein-Azië voor den afstand van Cavalia? Wat
is onder achterland van Cavalia te verstaan? -
Bulgijje vestigt daarbij tevens de aandacht
er op, dat het noodzakelijk is dat het precies
weet wat hem toegezegd wordt en dat hem u.. - t mppr
daar het land tengevolge van den Balkanoorlog m -Y
reeds danig uitgeput is en een deelneming aan
den tegenwoordigen oorlog een ongewone
er in het geheel twee huizen verwoest zijn, e-
hoorende tot zijn arbeiderskolonie, »n wel om-'
dat uit die huizen was geschoten.
Van het zoogenaamd „dagboek van Eitel ifL
dera" mag nu ieder het zijne denken.
Onlangs heeft men, om de oorlogsgruwelen te*
doen vaststellen, gepoogd uit onzijdig* landen,
een internationale commissie in het leven
roepen. Een moeilijk werk, en de éénige weg'
tot kennis der waarheid: Zal men echter o it
hiertoe geraken!
De toestand in Rusland.
Het „Berl. Tageblatt" verneemt uit Stock ul -
Het „Svenska Dagbladet" schrijft, dat da
afgetreden Russische minister, Maklakow, een
der ijverigste vertegenwoordigers van het stand
punt den oorlog tot het uiterse vol te houden en
daardoor een aanhanger van grootvorst'
Nicolaas Nicolajewitej was.
Het aftroden van Maklakow, schrijft het blad,
i* het jongste symptoom van den geweldigen)
strijd in de leidende Russische kringen. De1
jobstijdingen uit Galicië de bedenkelijke on
geregeldheden te Moskou hebben de zenuwach
tigheid doen toenemen. De Btrijd schijnt on-,
middellijk te gaan om het einde of voortbe-\
staan van den invloed van grootvorst Nioolaa»
Nioolajewitsj. Men schijnt naar een grondige
hervorming van het kabinet te streven. In het
krachtsinspanning z«u vorderen.
De Corriere della Sera" verneemt nog uit
De „Voss. Ztg." vernoemt uit Stockholm:
Naar aanleiding van het aftreden van den)
RuRsisehen minister van binnenlandsche zaken
wijst het „Stockholm's Dagbladet" op de wis-'
*it>oor ui"
{j;rV zou rekenschap kunnen vorderen, voor
Woord xnaax ik heb geen tijd moer.
W*t gij, dat ik op de vlucht ben? Laat He-
gp,e tech rusten, zij is roede lang dood. Het
a-y« dat gij haar door do cournnten liet
Voeden, heeft zij niet meer noodig, zij
j,® het niet opvorderen, hoe ik er ook op
"teug. Geef mij het, ik moet het hebben,
jv^eg te komen.... hoort geï"
oude vrouw bleef onbeweeglijk,
xnoet het geld hebbenl.... hond mij
ko», Steger op; hoe liobt kon hier iemand
gi- on dan zou ik verloren ziinl Met
te jj 1 gevaar ben ik tot u gekomen, martel
s]]j ®'et langer. Ik was sedert .acht dagen
Ik lacht onder nw veneter. overdag lag
{st: "et bosch verborgen; ik hen moe, hon-
e p. Bu dorstig en tot allee in etaatl" voeg-
hGo er dreigend aan toe.
„q geld hebben en zelfs veel."
hiijlJp het dan gauw, ik moet nog heden
Hn. a']eKgen, do grond brandt onder
'octen. Geef het dan toch. morgen
ga ik dc zee over, ge zult nooit meer iets
van mij hooren,"
„De grond mag branden, ik geef het niet
eerder, dan wanneer ge eene volledige he
ken ten is hebt afgelegd."
„Welke bekentenis!" Von Zeeburg scheen
zeer ongeduldig.
„Ik moet weten welken dood Helena stierf.
„Hm ja, zij verongelukte bii een tocht
op de zee."
„In den storm en met gebonden armen!"
hoonde mevrouw Burgholt. Eon onvergelij-
kelyke koelbloedigheid lag OP haar gelaat,
hare oogen richtten rich strak op den map,
die onwillekenirig een etan achteruit -mus
getreden.
„Gij weet dus meer! Goed.... wat betaalt
gij mijl
,Jk betaal zes duizend mark voor nw ge
heim."
„Waar zijn ze!" Zijn oog fonkelde hegeerig.
„Ik bob ze bij de hand, en gii zult ze heb
ben, wanneer...."
„En gij laat mij met rust!"
„Ik ja.-.- God zal u wel vinden".
Hij barstte ln een duivelseben laoh nit.
„Waar is het geld, laat mii het zion, eerwt
geld, dan zal ik bekennen."
Zwijgend ging mevrouw Bunghiolt naar de
brandkast, haalde een sleutel te voorsohijn
en ontsloot de kast. Zij hukte zich eu nam
er een portefeuille met banknoten uit £jj
nam ze een voor een er en telde ze hem
voor.
„De som komt uit T7 16 «'«ed. Welnu,
Helena was erg ziek>la Klug met haar naar
het Ooetzeebad, onderweg verergerde haar i
toestand zoodanig, dat ik met haar in ©en
klein vieschersdorp hluven moest, waar zij
nog denzelfden dag.6 -- Ik vreesde de
pijnlijke uiteenzettingen met de overheid,
mijne papieren kon ik niet toonen en er i
waren meer gewichtige redenen, die mij van
eene begrafenis deden afzien. Daarom wacht
te ik den avond af, die zeer stormachtig
was en droeg het lijk naar de zee, hond het
de armen op den rug, om er den schijn van 1
een gewelddadigen dood aan te geven en
wierp het in het water. Den volgenden dag
echiter vertrok ik met een ledige kist, waar
in ik zoogenaamd het lijk miiner vrouw naar
het vaderland voerde, ongehinderd uit het
dorp."
Von Zeeburg was langzaam nader geslo
pen en wilde zich met een sprong van de
banknoten meester maken; maar de oude
vrouw voorkwam dat; zij wierp de porte
feuille bliksemsnel in de kast terug, sloeg
de deur in het slot en trok de sleutel er nit.
„Uw verhaal is nog niet ten einde Zee
burg, eerst het slot, als 't u blieft."
„Duivelsl" knarste hij luid. Zijn oogen fon
kelden kwaadaardig.
„Ga voort Waar is Helena's lijk beland!"
„Zij werd neg denzeifden nacht gevondenlemen met bewegen. Een verstikkende rook
en naarZ..-- georaen waar de doodechouw 'benauwde hare longen en voor hare oogon
plaats had- „Dat ie alles, ik weet alleen nog, dansten dwaallichten. Met geweld opende zij
dat zii daar hegraven werd. de moede oogleden.... daar zag zij de kamer
„Erbarmelijk mensöb.... meer wilde ik vol rook en aan de deur kronkelden vlaai-
niet, dan van uwe eigen lippen uwe echan- mentonnen omhoog.
delijke mi6daad vernemen. Helene is .niet „Barmhartige Godl" kreunde zij smarto'ijk
haar natuurlijken dood gestorven, maar ge- en proliee/de op te staan, het was onmo^o»-
noeg hier is uw looü!" lijk. „Mevrouw Burgholt!" riep ze«iet
De kast knarste in hare hengsels en do. u de vlammen daarl Mevrouw Burgo'oltl"
portefeuille met de banknoten vloog voor'Een lichte zucht antwoordde haar.... Jrir
Zeeburg's voeten. wa« allee. Nog eenmaal wilde lvonne roe-
Met de zelfbeheersebing van den schm-kren opstaan wilde zü, maar tevergeefs,
was het ten einde als een tijger -wierp 1 Geheel verdoofd viel ze achterover en bleef
hij zich op de oude vrouw, greep haar bij de roerloos liggen.
keel en wierp haar op den grond. j De vlammen knetterden lustig vervier in
lvonne stiet een angstkreet uit eu snelde den houten houw en loeiden reeds hoog op,
de kamer binnen. „Helpl help!" schreeuwde I toen het eindelijk levendig werd onder in
zij luid. liet paviljoen en in het park.
Zeeburg keek wild om zich heen.... toen) Hulp- en angstkreten klonken verward
hij zich echter na een sprong naar de deur j door elkaar.... bijlslagen dreunden opde
vergewist had, dat niemand buiten op hom j gesloten (huisdeur en toen deze eindelij:
loerde, greep hij jnet een ruwen lach Ivoii- onder de forsch© slagen bezweek, sloeg'
ne's arm, rulste het schelkoord van den
wTand en bond bare handen vast op den rug,
dan wierp hij haar op den grond, raapte het
geld op en met een mompelend: „Dat meisjo
schijnt testemd te zijn, om mii overal te er
geren,verdween hij uit de lv&»r.
Toon lvonne na een poos ontwaakte, wae
het haar, als lag zij op de pijnbank. Haar
hoofd deed vreeselijk pijn en zij kon hare
dikke rookwolken naar buiten, de trap eter
in lichtelaaie, het was onmogelijk binnen
gaan
(Wordt vervolgd).