i
9«»r«nxt J«it jjtM
STADSNIEUWS
KERKNIEUWS
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Ingezonden Mededeeling
Beste vriendjes en vriendinnetjes!
NIERZAND,- 8RUIS,- STEE Ij
~2endiifc p'ajpie* fST h'sSS fcMèèliffg oorfïS*
„Liefdewerk Onaf-Papier*"
'fekéïeb7 'dé göécfe tuïeTng EêfeTf uwó 'hpo'fie-
ring bekroond 1
bï
Ce "tóêstfl'ftd ïs zéér dreigend, Wjj YeVeh^fJ
een vulkaan en de uitbarsting is elk oogenblik
U verwachten.
DE BELGISCHE KOLENINDUSTRIE
TIJDENS DEN OORLOG.
Men schrijft ons uit Luik:
De economische toestand der Belgische
kolenmijnen bleef in de laatste tien jaren vrij
wel onveranderd. Hierbij moet in aanmerking
worden genomen, dat de Belgische industrie
en vooral de gasfabricatie meer kolen noodig
hadden, dan de eigen mijnen konden opleveren.
Duitschland en Engeland streden dan ook een
zwaren concurrentiestrijd om naar België te
kunnen uitvoeren. Volgens de statistieken had
de Duitsche uitvoer in de laatste jaren een
grooten voorsprong. Zoo leverde in 1013
Duitschland aan België ongeveer 414 millioen
ton kolen meer dan Engeland.
De oorlog heeft natuurlijk aan de Belgische
Kolenmaatschappijen verschillende moeilijk
heden in den weg gelegd. Maar toch zijn deze
niet in haar bestaun bedreigd, daar de Duitsche
bezetting hulpmiddelen, zooals springstoffen,
hielp verschaffen. In hét land van Luik bijv.
konden ongeveer 80 der mijnwerkers aan
den arbeid gaan. Een groot bezwaar was het
gewijzigde afzetgebied. Zoo moest in plaats van
naar Frankrijk naar Duitschland uitgevoerd
worden. Over 't algemeen meent men te mogen
verwachten, dat de kolenmijnen zonder verdere
schade den oorlogstoestand wel te boven zullen
komen.
Het Duitsche bestuur moest de Belgische
maatschappijen aan een industrieele en finan-
cieële controle onderwerpen, waarbij zooveel
mogelijk getracht werd de oude gewoonten van
het bedrijf intact te laten. Als een economische
oorlogsplicht werd het beschouwd de maat>
schappijen, welke niet uitsluitend met Belgisch
kapitaal werkten, maar ook met gelden uit het
vijandelijke buitenland, meer in 't bizonder
te bewaken. Hierbij werd uitgegaan van den
stelregel, dat alle financiëele kracht van de
kolenmaatschappijen voor België zelf mtoest
blijven bewaard en dat de uitvoer van kolen
en kapitalen naar het vijandelijke buitenland
moest worden verhinderd. Op de grenzen van
België en Frankrijk, in den omtrek van Mona,
de zoogenaamde Borinage, wordt in de kolen
mijnen met veel Fransch geld gewerkt. Maar
ook in het Vlaamsch gebied, in de omgeving
van de Kempen en in de provincie Antwerpen
beproefden de Franschen financieelen invloed
met alles wat daaraan verbonden is, te winnen.
Bij het uitbreken van den oorlog waren de
mijnen in de Kempen nog niet in exploitatie;
enkel, voorbereidingen waren begonnen. De on
derzoekingen beloofden echter rijke kolenwinst
en waar de Kempen, in tegenstelling met het
overige deel van België, betrekkelijk dun be
volkt zijn, daar werden werkkrachten betrokken
uit het land van Luik en andere Waalsche ge
meenten. Zoo was de toestand toen de Duit-
sohers zich van het land hadden meester ge
maakt.
De overgang in de nieuwe verhoudingen i»
gemakkelijker gegaan dan menigeen heeft dur
ven denken en de maatschappijen hadden
slechts zelden tegenstand, wanneer zij.de kolen,
welke vroeger aan Frankrijk en Engeland ge
leverd werden, naar Duitschland konden uit
voeren, om daardoor het bedrijf op gang te
houden en de arbeiders In staat te stellen in
dezen moeilijken tijd hun brood te knnnen
Verdienen.
Zooals bekend werd eenige weken geleden de
kolencentrale, welke het handelsverkeer der
Belgische mijnen moet regelen, van Antwerpen
Baar Brussel overgebracht.
pondentschappen te weigeren, het geheele per
soneel in dienst te houden en, bij gebleken uit
putting hunner kas, een beroep te doen op het
Hoofdbestuur.
Immers meerdere papierfabrikanten, met wie
wij gecontracteerd hadden, weigerden voorloo-
pig eenige zending aan te nemen, en zouden
dus, bij een langeren duur, de centrale afdee-
lingen tot werkeloosheid gedoemd worden.
Doch ook aan alle afdeelingen en correspon
dentschappen werd een rondschrijven gericht,
waarin haar aanbevolen werd het ophalen en
verzenden van het papier geregeld voort te
zetten en ledige plaatsen in hunne besturen,
door oproeping tot den dienst veroorzaakt, tij-
delijk aan te vullen.
AI mogen wij het dan niet ontveinzen, dat
ook ons liefdewerk door den druk der tijden
heeft geleden, toch mogen wij met groote dank
baarheid hier vermelden, dat in het jaar 1914
door het liefdewerk is verzameld een gewicht
van twee millioen vierhonderf en zeventien
duizend twe honderd acht en dertig kilo's pap
pier; dus eene vermeerdering van 312,292 bij
1913.
Wij kunnen ons dus gemakkelijk eene voor
stelling maken, welk een gTooteren vooruitgang
ons liefdewerk zou gemaakt hebben, indien
niet de oorlogstoestand van ons vaderland den
ijver en de lust van verschillende afdeelingsbe-
besturen had verlamd, zoodat in de tweede helft
van het afgeloopen jaar een groot gedeelte van
den voorsprong, in de eerste helft behaald, werd
ingeboet.
Wanneer er echter één liefdewerk is, dat aan
den grootèn nood van deze tijden: de werk
loosheid, tegemoet komt, dan mogen wij met
rechtmatigen trots noemen: „het Liefdewerk
Oud Papier." Immers in het afgeloopen jaar
werd aan werkloonen uitbetaald het groote be
drag van 31,242,01 dus. ruim 3000 méér dan
in 1918.
Katholieken van Nederlandl Wij vragen het
u, behoeft gij grooter bewijs van het groote nut
en den zegenrijken werkkring van ons liefde
werk; nu zoo talrijke huisvaders, op eerzame
wijze, bij onze vereeniging het noodige voor
hunne gezinnen verdienen? Nu zoovele ouden
van dagen, die op geen andere wijze in hun
levensonderhoud kunnen voorzien, bij ons on-
bekomerd hunnen ouden dag kunnen slijten.
Doch wilt gij nog meer, bewijzen? Luister
dan naar de dankbare klanken, die oprijzen uit
de borsten van onze arme geloofsgonooten, van
tuberculose-lijders en andere zieken, van
weozen en verwaarloosde kinderen, van hen,
die met het onderwijs der arme kiemen zijn be
last. Want aan hen, komt de groote winst ten
goede, die het liefdewerk in het tijdsverloop van
één jaar mocht halen.
Alle bestuursleden, geen enkele uitgezon
derd, allen werken ter liefde Gods en daardoor
alleen is het ons mogelijk een winstcijfer over
1914 te mogen neerschrijven van 8,105,40.
Méér nog, steunen ook wij niet onzen. H. Vader
den Paus in zijn moeitevollen, werkkring: hel
pen ook wij hem niet, door onze bijdragen, de
nooden der arme OY\r5»>t«mlbeid. <fce leningen.
Een dure plicht is het du» voor u, Katholie
ken van Nederland, in de plaats,uwer inwoning
eene afdeeling van ons liefdewerk op te rich
ten, opdat ook gij deel moogt hebben aan den
zegenrijken arbeid, die van ons goede zaak uit
gaat, opdat ook gij moogt helpen ellende van
zoo velerlei aard te bestrijden. Meldt u dus aan
bü 't Secretariaat van ons Hoofdbestuur, Lelie
gracht 66, Amsterdam, en alle inlichtingen
worden u gaarne verstrekt.
In het jaar 1914 werden Leiden, Maastricht
en Tilburg tot centrale afdeelingen verheven.
Het Hoofdbestuur onderging eene wijziging
door de ontslagname van den penningmeester,
den heer B. J. Sohulte, wien wij een woord van
dank op deze plaats niet mogen onthouden. Bij
tussehentijdache verkiezing werd met schier al-
w» omvingen m* gemeen* stemmen de heer B. L. W. Roeïvink
„Liefdewerk oud Papier» over het jaar 1814. Hoofdbeetuur on hem
Wjj ontvingen het verslag der vereeniging
De secretaris vermeldt daar in met vreugde,
dat Jn de eerste helft van het afgeloopen jaar
het liefdewerk een hoog© vlucht bereikte en dat
89 nieuwe afdeelingen en correspondentschap
pen het getal der bij h«t Hoofdbestuur aange
sloten plaatsen tot ruim 200 opvoerden. Daarna
echter drukte de slechte economische toe
stand als een gevolg van den oorlog op het lief
dewerk.
Het Hoofdbestuur zoo zegt het Verslag
bevreesd voor eene afbrokkeling van ons liefde
werk, greep aanstonds met vaste hand in en
Vaardigde reeds den 8en Augustus een rond
schrijven .uit aan alle centrale afdeelingen,
Waarin deze aangemaand werden, geen enkele
het penningmeesterschap toevertrouwd. Wij
zijn overtuigd, dat hij, door zijn zuinig en oor
deelkundig beheer, nog zeer veel zal doen voor
den bloei van ons liefdewerk.
Een zware taak wachtte het Hoofdbestuur
nog bij, het einde van het afgeloopen jaar: het
sluiten van contracten voor 1916. Groote moei
lijkheden werden daarbij ondervonden, daar dei
fabrikanten zich noode verbinden wilden voor
een geheel jaar bij de onzekerheid wat de toe
komst zou brengen 1
Toch mogen wij, over 't algemeen genomen,
tevreden zijn over onze onderhandelingen, en al
zijn de papierprijzen sterk 'gedaald door den
druk ter tijden, den te verwachten voorraad in
4915 iffiÏÏftïï wij géïióê^zaam dehFeriëff wiJ gaan
vol vertrouwen de toekomst te gemoet.
Ook in 1914 werd maandelijks eene H.. Mis
opgedragen te Amsterdam voor de levende en
overleden begunstigers van ons liefdewerk.
Op de algemeene vergadering, 2 Mei j.l. ge
houden, werd door het Hoofdbestuur voorge
steld: niet over te gaan tot de uitkeering van
het batig saldo, vóórdat de normale toestan
den in het economische leven zijn teruggekeerd.
Als reden, waarop het*Hoofdbestuur dfl voor
stel had gegrond, werd op de eerste plaats be
schouwd de nog steeds bestaande mogelijkheid,
dat ook ons land in den oorlog kan worden be
trokken. In dit mogelijke geval moeien er kas
middelen zijn, om het voortbestaan der afdee
lingen mogelijk te maken, daar een stilstand
van ons liefdewerk, in meerdere mate, alsdan
te verwachten is. Het reservefonds, ongeveer
4000.groot, ligt vast in solide effecten en
zijn deze niet dan tegen groote schade van de
hand to doen.
Derhalve stelde het Hoofdbestuur voor, vaji
de winst de gebruikelijke 10 te voegen bij het
reservefonds, een bedrag van 860.40 te storten
in de kas van het Hoofdbestuur voor loopende
uitgaven in 1915 en ten slotte het overblijvend
gedeelte, groot 8746.voorloopig onverdeeld
te laten, om in het onverhoopte, doch mogelijke
geval de taak van het reservefonds tijdelijk over
te nemen.
Mocht in den loop van het jaar 1916 de tegen
woordige ongunstige toestand tot zijne normale
verhoudingen zijn teruggekeerd, dan kan, naar
de meening van het Hoofdbestuur, alsnog dit
jaar eene uitkeering van het batig salcjo plaats
vinden.
Teneinde de groote kosten, verbonden aan bet
houden eener algemeene vergadering, te ont
gaan, vroeg het Hoofdbestuur, in dit geval,
machtiging de verdeeling te doen in overleg
met onzen Doorl. Beschermer en daarbij zooveel
mogelijk rekening te houden met die liefdewer
ken, welke in elk Bisdom hiervoor in aanmer
king komen.
Dit van wijs beleid getuigend voorstel werd
door de algemeene vergadering met algemeenen
stemmen aangenomen en door Z. D. H. Mgr.
A. J. Gallier ten volle met Diens hooge goed
keuring bekrachtigd.
Daarna treedt het verslag in bijzonderheden
aangaande 't geen door de afdeelingen is ver
richt. Van de afdeeling Haarlem vermeldt het:
„Deze stad, als de woonplaats van onzen door-
luchtigen Beschermheer, heeft een naam op te
houden! Zij doet dit met eere! Daar het vorige
pakhuis, ondanks die vertimmering, te klein
bleek te zijn, werd een nieuw huis in gebruik
genomen, dat zeer gunstig aan het .water is
gelegen.
Het Dag. Bestuur van het Hoofdbestuur, uit-
genoodigd de inwijding door den HoogEerw.
Deken van Haarlem, G. H. F. Stoffels, bü te
wonen, was één en al lof over de practisohe In-
riohting. Hoog en frfsch gebouwd, voldoet het
aan alle eischen, zooveel voor het oordeelkundig,
verdeelen deer werkzaamheden al» aan de ook
zeer noodige hygiënische wetten.
Door de ontslagname van den. magasqjnmoe»-
ter werd diens plaatsTngehomen door den heer
P. de Graaf, die voor het liefdewerk veel lust
•n ijver gevoelt en tal van verbeteringen in
voerde. Haarlem ging met 0667 K.G. vooruit
en kon 102.784 KjG. in zijn registers als eind-
gewicht Inschrijven."
Aafl het einde van ons verslag gekomen
Zegt de secretaris ten slotte is het ons eene
behoefte dank te brengen aan' God, van Wien
alle goeds voorkomt. Hij toch heeft ons dierbaar
vaderland tot dusverre behoed voor de vreese-
lijke gevolgen van den oorlog, die naburige
landen zoo bloedig heeft geteisterd, en wafl
daardoor het voorbestaan van ons liefdewerk
in het afgeloopen jaar verzekerd. Hij heeft ons
liefdadig pogen in zoo ruime mate gezegend,
dat, niettegenstaande de. moeilijke dagen, die
wij beleven, ons liefdewerk in bloei toenam en
alom zijnen zegenrijken werkkring kon be
oefenen.
Naast God, dank aan u, besturen der centrale
afdeelingen. Op u rust de zware taak, niet al
léén het liefdewerk in de plaats uwer inwoning
te verzorgen, doch ook tal van afdeelingen, bij
u aangesloten, op oordeelkundige wü2® I® be-
heeren. Gij hebt dien. taak ten volle en op eene
boven onzen lof verheven wüze uitgevoerd.
Doch ook aan u, besturen der afdeelingen en
aan u, correspondenten, zij onzen dank gerieht.
De plicht, die op u rustte en welken gij blijmoe
dig hebt aanvaard, was véèk zwaar en moeite-
vol uit te voeren; doch gij hebt niet ge
schroomd 1 Uw tijd en krachten gaaft gij ten
beste om den bloei van onze goede zaak te ver-
Dank aan u, Katholieken van Nederland, die
ons zoo trouw ter zijde hebt gestaan en, door uw
medewerking en bereidwilligheid, ons geholpen
hebt in het bereiken van ons drieledig doel. Gij
hebt zoo mild de Christeii'be Charitns oeoefend.
Gij hebt door uwen steun ons in staat gesteld
zoo menig gezin van het noodige levensonder
houd te voorzien. Gij hebt door uwe gave troost
geschonken aan onzen H. Vader den Paus. Gij
hebt tal \au ongelukkigen, die in ellende ver
zonken lagen, woorden van dankbaarheid jegens
u op de lippen gebracht, omdat gij, door uw
giften, steun verleent aan die instellingen,
welke de verstootelingen der maatschappij tot
zich nemen!
Katholieken, blijft ons steunen met uwe
medewerking, dan zal ons liefdewerk nog meer
en beter aan zijn doel beantwoorden en eene
eereplaats blijven innemen onder de liefdadige
instellingen van Roomsch Nederland!
Als een aanhangsel is opgenomen het verslag
der feestviering van het 40-jarig bestaan der
vereeniging op 20 April 1814 te Amsterdam.
Met veel genoegen lazen wij daarin nog eens
de heerlijke redevoering toen door den feest
redenaar, den heer mr. J. N. J. E. Heerkens
Thijssen gehouden en de verheven woorden door
den Beschermheer der vereeniging Z. D. H.
Mgr. Gallier gesproken, 't Is een zeer lezens
waardig verslag.
OUD-PASTOOR L. H. HAMAEKERS. t
Te Roermond is in het Louisahnis overleden
de ZeerEerw. heer. L. H. Hamaekers, rustendi-
pastoor te Heithuijsen, zijn geboorteplaats.
ATHLETIEK.
WEDSTRIJDEN BU HET PORT KROM-
MENIEDIJK.
Op een terrein bij het fort Krommenied ij k
hadden Donderdag athletisdhe wedstrijden
plaats voor de militairen van de groep Wor-
merveer en de bezettingen der forten Knom-
meniedijik, Markenlbinnen, Spijkerboor en
Hamfort. Begunstigd door. wel wat drukkend
maar overigen*) mooi weer, trokken de wed
strijden veel belangstelling ook van de zijde
der autoriteiten. Aanwezig waren ook o.a.
generaal Ophoret, commandant der stelling
Amsterdam. De muziek der militaire mu-
ziekvereeniging „De oude Krijgsman" luis
terde de wedstrijden op. De uitslag was al»
volgt:
Hardloopen over 100 M. (pLm. 80 deelne
mers) le prijs P. H. J. Wees els, 2e prijs LVan
der Lee, 8e prijs eerg. Luijff, 4e pr. H. Degen.
Idem over 400 M. (pijn. 20 deelnemers): le
prijs H. W. Degen, Spijkerboor: 2e prijs E.
W. E. Carrière, V ormer veer; 8e nrije B,
L. van Leeuwen; 4e prijs serg. Lutfff; 5e pr.
Van Gelder, allen van Krommeniedijk.
Speerwerpen (pl.m. 20 deelnemers); le pr.
Geersen, Spijkerboor, 4.0.23M (volgens zeggen
record), 2e prijs Wilkens, 81A4B M.. 8e prijs
Versnel, 27.45 M., 4e prijs Vaai Eist, 26.58 H
M., allen van Krommeniedijk.
Discuswerpen, 80 deelnemers: le prijs Van
Duyn, Krommeniedijk, 80.64 M„ 2e prijs Van
Sant, Krommeniedijk, 26.89 M„ 8e prijs
Geersen, Spijkerboor, 25.86 M., 4e pxjjs Staal,
Krommeniedijk, 23.18 M.
Handgranaatwerpen. 80 deelnemers. 1. van
Sant 57.85 M., 2. Mat ter man, 55.86 M.. 8. Geer
sen, 51.0914 M., 4. va» Duyn, 49,56 M.
Kogelstooten- 25 dieelnemers. 1. Geersen
2.98 M., 2. serg. Dnieterboff 2.80 M.. 8. serg.
Es veld, 2.70 M.
Poleiokvenspringen. 25 deelnemers. 1. Geer
sen 2.93 M., 2. eerg. Duistexhoff. 2.80 M., 8.
•erg. Van Esveld, 6.50 M.
Vxij hoogspringen. 23 deelnemers. 1. Geer
sen, 1.60 M. 2. Boersma, 1.50 M. 8. Kooiman
1.45 M., 4. Van Een wijk en Duisterhoff, bei
den 1.40 M.
Vrij vèr&pringen. 84 deelnemers. 1. Geer
sen 5.04 M., 2. serg. Potgieter 5.02 M., 8.
Boensma 5.02 M., 4. Staats 4.95 M.
De prijzen werden uitgereikt door den
stelling-commandant generaal Onhorst, dis
behalve een zilveren sigarettenkoker, even
als overste Bontenakel een medaille had be
schikbaar gesteld. Behalve door generaal
Qphorst werd gesproken door overste Bon
tenakel en den beer Kranenburg. Hulde werd
vooral gebracht aan luit. Van Diest. van fort
Krommeniedijk, die tot deze feesten bet ini
tiatief had genomen.
Ge houdt veel van kunstjes en aardlgbci^
daarom zal ik u vandaag een cjjferkun»
leeren.
Wie van u kan, zonder fouten, dadelijk tej,
honderden getallen van zes cijfers neersobw
ven, die alle door 13 deelbaar zün, zonder
er één eenheid overblijft? Dat zult ge zeker
moeilijkste som vinden, die de onderwijzer O
ooit heeft opgegeven en toch is niets geö®*'
keiijker dan dat. Ik zal er hier dadelijk eeol^
neerschrijven; reken maar na: 101101; 8183*^
495495; 614B14683683; 888888 967967. En
zou ik kunnen doorgaan en niet minder dan 8^
verschillende getallen op papier brengen, 1
alle aan deze voorwaarde voldoen.
Ala go do getallen goed bekijkt, die Ik l»e''
heb neergeschreven, zult ge bemerken dat tij
een bijzondere manier zijn samengesteld on
uit twee gelijke groepen van drie cijfers; i»
het gevat, dan kan men bü deeling door 18 no®1
iets overhouden. Dat is eohter al het merkw»8'"
dige nog niet, dat aan deze getallen vaetz"'
al deze getallen zijn ook door 11 deelbaar
der dat er een eenheid overblijft, bijv. 61461^'
13 49678, rest nul en 514514: 11 4077'
rest nul.
Maar we zp'n nog niet aan het einde de* w®"'
deriijke dingen: die getallen lijken wel beto®
verd, want zij hebben ook nog de eigenscb'f,
door 7 deelbaar te zijn, immers 514514: 7
73502. Nu zult ge er zeker niets meer van h*
grijpen en toch is dit laatste juist de oplossif^
van het raadsel. Een getal immers, dat door
11 en 7 deelbaar is, moet ook deelbaar we***
door 18 X 11 X 7 1001 en als ge de gel*®'
len goed bekijkt, zult ge zien, dat deze alle ve<J'
vouden zijn van 1001. Neem dus on verschild
welk getal van drie cijfers en vermenigvuldig
het met 1001, dan zijn al die getallen deetbft*'
door 18, 11 en 7.
NIEUWE OPGAVEN.
1. Mijn geboorteplaats is onder de aard^
mijn huisje is van hout; maar hoe nietig o"*
voor het oog, ben ik voor de maatschappij o
misbaar.
2. Hoeveel dieren kunt ge uit een koektro®1'
mei. halen f
0. Mijn eerste deel is niet oud.
Mijn tweede duurt een heele poos.
Mijn geheel is een feestdag, die nieó*
en ond tegelijk is.
'4. Toen ik het niet was, wilde ik het worde'1'
Toen ik het werd, wilde ik het niet weteél
Nu ik het ben,zou ik het liever niet zb"
6. Wie uwer kan mij zeggen, wie den e®'
sten prijs zal trekken uit de eerstvolgende la»®"
bouw ver loting, welke prijs, zooals gewoonlijk
uit een landauer bestaat.
DE RAADSELREDAOTEüR-
Wanneer de nieren niet in orde zijn,
bet zich voordoen, dat de onzniverhe»^
welke dan niet nit bet licbaam worden j
wijderd, zich afzetten in de nieren of
Bierbekken. Naar gelang van de grootte
zer afzettingen spreekt men van nierz^j,
-gruis of -steen. Zoo lang de nieren niet g°\j
werken, vermeerdert de afzetting op de ree"*
gevormde stukjes voortdurend en kun»U-
deze ziob tot een aanzienlijke grootte o»
wikkelen. Menigmaal maken rij een ope*^
tic noodzakelijk.
Het is daarom van veel gewiobt in te
pen, zoodra gij verschijnselen van hovend
noemde ziekte opmerkt al®: een gevoel
zwaarte en drukking in de lendenen, zoo»®
men te dezer hoogte behoefte aan eteȣ
heeft bij het loopen en zitten, en waterstoof
niesen. Begint nog heden met het gebrt»
van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, bet ep»
ciale Diergeneesmiddel, hetwelk aan de n1.?
ren haar oude kracht hergeeft en haar .Jp
staat stelt de onzuiverheden, welke uw
den veroorzaken, af te voeren. Zii grijp®
uw kwaal in baar wortels aan. v
Te Haarlem verkrijgb. bij de heeren
T. Eden, Spaarne 88, en J. J. Göppinger,
Houtetr. 147a. QDoezending geschiedt tcB&\
09 na ontvangst
postwissel k 1.78
één, of 10.voor
doozen. Eischt de eob
Foster's Rugpijn
Pillen, weigert elke
niet voorzien
imstaand
hannelsttie
dat nu juist geen kerkzang was.
Cormeray waa zeer kalm opgestaan.
„Je wilt me dus niet mijn avondgebed
laten bidden?" vroeg bij. „Waarin hindert
je dat?"
„In niets," zei Lanlosque uitdagend, „maar,
bet behaagt mij. je dat te beletten."
Prêbault, die een kleine vlam gezien bad
jn de oogen van den seminarist, was. ver
wonderd. Zonder een woord te spreken, be
gon Cormeray, zich te ontkleedeu.
Lantosque, die een dronkaard .was, had
dorst gekregen van het zingen. Hij nam van
zijn beddeplank een fiesch jenever, verbor
gen onder zijn linnengoed, en zette de fiesch
aan zij n mond.
Een stevige hand nam de fiesch van zijn
lippen.
Lantosque keerde zioh .woedend om.
.Cormeray hield met ijzeren hand zijn p.ols
.vast. „1at, jij durft..."
,.Het behaagt mij je het drinken te be
letten," zei spottend de seminarist, JJautos-
que nadoende.
Een algemeen gelach .weerklonk.
„Bravo, recruut," riep, Prêbault, die in
ajjn hart niet van Lantosque hield.
Deze .was, woedend, maar de pogingen om
dab los te rukken uit de stevige knuisten
.▼an den seminarist, waren vruchteloos.
„Herinner je steeds, kameraad," sei
Doxmeray, dat de vrijheid van iedereen
eindigt, daar, .waar. die der anderen begint,
Laat mij de mijne, en ik zal de jouwe eer
biedigen."
Die zeggende, liet hij hem los. Lantosque
beefde van toorn. Hij. wilde on zij» tegen-
tUnder losvliegen, maar de houding van
dezen .was zoo vastberaden, en de toeschou
wers waren zoo sympathiek voor den semi
narist, dat Lantosque meende voorzichtig te
doen, zich koest te houden.
Gedurende «enigen tijd droeg de les
vruchten.
Maar, in 't diepst van zijn hart nam bij
Lantosque dagelij lts de haat toe tegen den
seminarist-recruut den sub-diaken 1 Die
baat dateerde reeds van vroeger. Op. de
schoolbanken zat Lantosque het laatste, ter
wijl Gprmeray het eerste zat; Lantosque
zakte bij' alle examens en Dormeray was
steeds in alles primus; van het klein-semi-
narie werd Lantosque weggejaagd wegens
zijn ongehoorzaamheid.
Eenigen tijd giflgen de zaken heel vreed
zaam. Daarna zaaide Lantosque .weer haat
tusschen den seminarist en zijn makkers. De
manschappen van zijn chambrée hadden
eenige straffen opgeioopen. In alles een
voorbeeldig soldaat, .was alleen Qormeray
hiervan uitgezonderd. Was dit de beweeg
reden van hun haat, van hun jaloezie?
.Op een avond stak Prêbault, die- vier
dagen politiekamer, had, een cahier, sigaret
tenpapier, en tabak bij zich, toen hij de.
ohambróe verliet,
„Dat is goed om den tijd te dooden,"
mompelde de oude soldaat glimlachend.
„Je doet verkeerd;" zei Oormoray zacht,
„het is verboden en indien men je be-
frapt.
„Mij: snappen 1... Daarvoor, zou men mij
moeten verklikken."
Dp, het oogenblik dat Prêbault den drem
pel der politiekamer overschreed, werd hij
gefouilleerd, gesnapt en zag zijn vier dagen
nog met vier verlengd. Jjantosquc, die daar
bij tegenwoordig was, barstte in lachen uit.
„Drommels," fluisterde hij hem in het
oor, „je deed ook veel te dom met je toe
bereidselen onder de oogen van den pastoor
te maken."
Toen den volgenden morgen Prêbault de
politiekamer verliet om zijn dienst te doen,
ontmoette hij op de binnenplaats Cormeray,
Deze zei lachend: „Wel, mijn arme p_ré-
bault, had ik je niet gewaarschuwd?"
Prêbault sprong woedend op den recruut
toe.
„Je hebt mij verraden, spion, verklikker,"
zei bij. i
En alvorens de anderen tusschenbeide
konden komen, had hij den seminarist een
slag in het gelaat gegeven.
Men dacht, dat Cormeray zijn aanvaller
zou vermoorden, zoo woest flikkerden zijn
oogen. Maar hij. beheerschte zich en zei.;
„Je bent gekl" en keerde zich om.
Dat kon zo,o niet eindigen, Lantosque
maakte groot {gerucht van de zaak. Men
dwong den seminarist met Prêbault to duel-
leeren. Toen hij weigerde, begon men hem
voor een lafaard te schelden, en degenen,
die hem in het begin het best hadden be
jegend, keerden hem nu den rug toe.
De kolonel bemoeide zich met de zaak,
De tegenstand van den jongen seminarist
bezorgde hem dertig dagen gevangenisstraf,
ffoen hij. uit het cachot.kwam, begreep, hij,
dat de straf, die. zoo streng geweest .was,
niet te vergelijken was bij de beproevingen,
welke hem nog wachtten.
Inderdaad, gedurende maanden, die volg
den, .werd het verblijf in de kazerne hem
zoo lastig en ondragelijk, dat hij menigmaal,
ondanks zijn groote .wilskracht bijna den
moed verloor.
Lantosque nam revanche over de ver
nederingen van vroeger. Thans, nu hij wist,
dat Cormeray niet duelleerde, kon hij hem
naar hartelust beleedigen en plagen.
Als Cormeray, soms hevig bekoord .werd,
zijn vijanden hun beleedigingen betaald te
zetten, bad hij met angst:
„Mijn God, verdedig mij tegen den haat
en het verlangen naar .wraak 1" i
Ondertusschen kwam de tijd der manoeu
vres. Het regiment vertrok.
Het seizoen was vreeselijk heet en'maakte
de marschen uiterst moeilijk; verscheidene
soldaten werden door een zonnesteek ge
troffen.
Dp, een namiddag sleepten de soldaten
zich uitgeput voort over een eindelooze
stoffig© vlakte zonder, schaduw. Eindelijk
zagen zij in de verte een rivier en een groep,
populieren. Dit gezicht gaf den soldaten
nieuwen moed. Na verloop van eenigea
tijd hielden ze halt aan den oever, van een
zeer heldere en diepe rivier.
Als voorzichtigheidsmaatregel hadden de
officieren den verhitten soldaten verboden
te drinken. Deze mopperden zacht, maar
durfden toch niet ongehoorzaam te zijn aan
dit bevel. i
„Kijk!" zei plotseling Prêbault, Lan
tosque heeft wel tot de rivier weten te
kruipen zonder gezien te worden 1"
Inderdaad had Lantosque de waakzaam
heid der officieren .weten te verschalden.
Geknield aan den rand der. rivier, pchepte
hij water in zijn hand en dyonk met groote
gulzigheid. Plotseling viel zijn kepi af,
daar de stroom ze meesleurde, maakte tl*
een plotselinge beweging om ze te grijpelj
Een algemeene kreet volgde op, den
van een lichaam in het water,
,,'t Is Lantosque!" riep Prêbault,
kan niet zwemmen!
y.erscheidene mannen snelden toe. La®
tosque was reeds onder, het water, verdij
nen, maar zij zagen Cormeray zijn jas u'.
.werpen en moedig naar de plaats zwemm®
waar het .water opborrelde. J
Lantosque had een beetje meer gedriD
'ken dan 'goed was, 3at was 'alles.
Cormeray, die pas een stuk Lrood gege'jf
had, en die zioh', nog geheel bezweet a
wafer had geworpen, werd zo oh ra hij
?oet aan lang gezet had, door een he™
congestie aangegrepen. b,
xn net naburige ïforp, .waar men ^ji
hield, lag hij nog dienzelfden avond
sterven, jr\ g
Prêbault trad naar het bed in de ri
berg, waar men Cormeray had gebracht»
gaf hem met schielijk gebaar Se hand. v
„Kameraad," zei hij, „ik ben 'do1»^
weest, met je... met die zaak,
Wetf Ik vraag je vergeving I"
De seminarist, die óp, sterven lag» a
lachte zachtjes. *?.--»•. i
„O, al lang ben ik dat vergeten,
hij. „Gij moet aan Lantosque zeggen, um»
ook hem vergeef, en indien er het vma^j
jaar weer „pastoors" in de _kar.erne
doet hun dan niet zoovéél lijden. O
zij weigeren te vechten met de xa f,
zijn ze toch even goede soldate bod0.