i 9«»r«nxt J«it jjtM STADSNIEUWS KERKNIEUWS SPORT EN WEDSTRIJDEN Ingezonden Mededeeling Beste vriendjes en vriendinnetjes! NIERZAND,- 8RUIS,- STEE Ij ~2endiifc p'ajpie* fST h'sSS fcMèèliffg oorfïS* „Liefdewerk Onaf-Papier*" 'fekéïeb7 'dé göécfe tuïeTng EêfeTf uwó 'hpo'fie- ring bekroond 1 bï Ce "tóêstfl'ftd ïs zéér dreigend, Wjj YeVeh^fJ een vulkaan en de uitbarsting is elk oogenblik U verwachten. DE BELGISCHE KOLENINDUSTRIE TIJDENS DEN OORLOG. Men schrijft ons uit Luik: De economische toestand der Belgische kolenmijnen bleef in de laatste tien jaren vrij wel onveranderd. Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat de Belgische industrie en vooral de gasfabricatie meer kolen noodig hadden, dan de eigen mijnen konden opleveren. Duitschland en Engeland streden dan ook een zwaren concurrentiestrijd om naar België te kunnen uitvoeren. Volgens de statistieken had de Duitsche uitvoer in de laatste jaren een grooten voorsprong. Zoo leverde in 1013 Duitschland aan België ongeveer 414 millioen ton kolen meer dan Engeland. De oorlog heeft natuurlijk aan de Belgische Kolenmaatschappijen verschillende moeilijk heden in den weg gelegd. Maar toch zijn deze niet in haar bestaun bedreigd, daar de Duitsche bezetting hulpmiddelen, zooals springstoffen, hielp verschaffen. In hét land van Luik bijv. konden ongeveer 80 der mijnwerkers aan den arbeid gaan. Een groot bezwaar was het gewijzigde afzetgebied. Zoo moest in plaats van naar Frankrijk naar Duitschland uitgevoerd worden. Over 't algemeen meent men te mogen verwachten, dat de kolenmijnen zonder verdere schade den oorlogstoestand wel te boven zullen komen. Het Duitsche bestuur moest de Belgische maatschappijen aan een industrieele en finan- cieële controle onderwerpen, waarbij zooveel mogelijk getracht werd de oude gewoonten van het bedrijf intact te laten. Als een economische oorlogsplicht werd het beschouwd de maat> schappijen, welke niet uitsluitend met Belgisch kapitaal werkten, maar ook met gelden uit het vijandelijke buitenland, meer in 't bizonder te bewaken. Hierbij werd uitgegaan van den stelregel, dat alle financiëele kracht van de kolenmaatschappijen voor België zelf mtoest blijven bewaard en dat de uitvoer van kolen en kapitalen naar het vijandelijke buitenland moest worden verhinderd. Op de grenzen van België en Frankrijk, in den omtrek van Mona, de zoogenaamde Borinage, wordt in de kolen mijnen met veel Fransch geld gewerkt. Maar ook in het Vlaamsch gebied, in de omgeving van de Kempen en in de provincie Antwerpen beproefden de Franschen financieelen invloed met alles wat daaraan verbonden is, te winnen. Bij het uitbreken van den oorlog waren de mijnen in de Kempen nog niet in exploitatie; enkel, voorbereidingen waren begonnen. De on derzoekingen beloofden echter rijke kolenwinst en waar de Kempen, in tegenstelling met het overige deel van België, betrekkelijk dun be volkt zijn, daar werden werkkrachten betrokken uit het land van Luik en andere Waalsche ge meenten. Zoo was de toestand toen de Duit- sohers zich van het land hadden meester ge maakt. De overgang in de nieuwe verhoudingen i» gemakkelijker gegaan dan menigeen heeft dur ven denken en de maatschappijen hadden slechts zelden tegenstand, wanneer zij.de kolen, welke vroeger aan Frankrijk en Engeland ge leverd werden, naar Duitschland konden uit voeren, om daardoor het bedrijf op gang te houden en de arbeiders In staat te stellen in dezen moeilijken tijd hun brood te knnnen Verdienen. Zooals bekend werd eenige weken geleden de kolencentrale, welke het handelsverkeer der Belgische mijnen moet regelen, van Antwerpen Baar Brussel overgebracht. pondentschappen te weigeren, het geheele per soneel in dienst te houden en, bij gebleken uit putting hunner kas, een beroep te doen op het Hoofdbestuur. Immers meerdere papierfabrikanten, met wie wij gecontracteerd hadden, weigerden voorloo- pig eenige zending aan te nemen, en zouden dus, bij een langeren duur, de centrale afdee- lingen tot werkeloosheid gedoemd worden. Doch ook aan alle afdeelingen en correspon dentschappen werd een rondschrijven gericht, waarin haar aanbevolen werd het ophalen en verzenden van het papier geregeld voort te zetten en ledige plaatsen in hunne besturen, door oproeping tot den dienst veroorzaakt, tij- delijk aan te vullen. AI mogen wij het dan niet ontveinzen, dat ook ons liefdewerk door den druk der tijden heeft geleden, toch mogen wij met groote dank baarheid hier vermelden, dat in het jaar 1914 door het liefdewerk is verzameld een gewicht van twee millioen vierhonderf en zeventien duizend twe honderd acht en dertig kilo's pap pier; dus eene vermeerdering van 312,292 bij 1913. Wij kunnen ons dus gemakkelijk eene voor stelling maken, welk een gTooteren vooruitgang ons liefdewerk zou gemaakt hebben, indien niet de oorlogstoestand van ons vaderland den ijver en de lust van verschillende afdeelingsbe- besturen had verlamd, zoodat in de tweede helft van het afgeloopen jaar een groot gedeelte van den voorsprong, in de eerste helft behaald, werd ingeboet. Wanneer er echter één liefdewerk is, dat aan den grootèn nood van deze tijden: de werk loosheid, tegemoet komt, dan mogen wij met rechtmatigen trots noemen: „het Liefdewerk Oud Papier." Immers in het afgeloopen jaar werd aan werkloonen uitbetaald het groote be drag van 31,242,01 dus. ruim 3000 méér dan in 1918. Katholieken van Nederlandl Wij vragen het u, behoeft gij grooter bewijs van het groote nut en den zegenrijken werkkring van ons liefde werk; nu zoo talrijke huisvaders, op eerzame wijze, bij onze vereeniging het noodige voor hunne gezinnen verdienen? Nu zoovele ouden van dagen, die op geen andere wijze in hun levensonderhoud kunnen voorzien, bij ons on- bekomerd hunnen ouden dag kunnen slijten. Doch wilt gij nog meer, bewijzen? Luister dan naar de dankbare klanken, die oprijzen uit de borsten van onze arme geloofsgonooten, van tuberculose-lijders en andere zieken, van weozen en verwaarloosde kinderen, van hen, die met het onderwijs der arme kiemen zijn be last. Want aan hen, komt de groote winst ten goede, die het liefdewerk in het tijdsverloop van één jaar mocht halen. Alle bestuursleden, geen enkele uitgezon derd, allen werken ter liefde Gods en daardoor alleen is het ons mogelijk een winstcijfer over 1914 te mogen neerschrijven van 8,105,40. Méér nog, steunen ook wij niet onzen. H. Vader den Paus in zijn moeitevollen, werkkring: hel pen ook wij hem niet, door onze bijdragen, de nooden der arme OY\r5»>t«mlbeid. <fce leningen. Een dure plicht is het du» voor u, Katholie ken van Nederland, in de plaats,uwer inwoning eene afdeeling van ons liefdewerk op te rich ten, opdat ook gij deel moogt hebben aan den zegenrijken arbeid, die van ons goede zaak uit gaat, opdat ook gij moogt helpen ellende van zoo velerlei aard te bestrijden. Meldt u dus aan bü 't Secretariaat van ons Hoofdbestuur, Lelie gracht 66, Amsterdam, en alle inlichtingen worden u gaarne verstrekt. In het jaar 1914 werden Leiden, Maastricht en Tilburg tot centrale afdeelingen verheven. Het Hoofdbestuur onderging eene wijziging door de ontslagname van den penningmeester, den heer B. J. Sohulte, wien wij een woord van dank op deze plaats niet mogen onthouden. Bij tussehentijdache verkiezing werd met schier al- w» omvingen m* gemeen* stemmen de heer B. L. W. Roeïvink „Liefdewerk oud Papier» over het jaar 1814. Hoofdbeetuur on hem Wjj ontvingen het verslag der vereeniging De secretaris vermeldt daar in met vreugde, dat Jn de eerste helft van het afgeloopen jaar het liefdewerk een hoog© vlucht bereikte en dat 89 nieuwe afdeelingen en correspondentschap pen het getal der bij h«t Hoofdbestuur aange sloten plaatsen tot ruim 200 opvoerden. Daarna echter drukte de slechte economische toe stand als een gevolg van den oorlog op het lief dewerk. Het Hoofdbestuur zoo zegt het Verslag bevreesd voor eene afbrokkeling van ons liefde werk, greep aanstonds met vaste hand in en Vaardigde reeds den 8en Augustus een rond schrijven .uit aan alle centrale afdeelingen, Waarin deze aangemaand werden, geen enkele het penningmeesterschap toevertrouwd. Wij zijn overtuigd, dat hij, door zijn zuinig en oor deelkundig beheer, nog zeer veel zal doen voor den bloei van ons liefdewerk. Een zware taak wachtte het Hoofdbestuur nog bij, het einde van het afgeloopen jaar: het sluiten van contracten voor 1916. Groote moei lijkheden werden daarbij ondervonden, daar dei fabrikanten zich noode verbinden wilden voor een geheel jaar bij de onzekerheid wat de toe komst zou brengen 1 Toch mogen wij, over 't algemeen genomen, tevreden zijn over onze onderhandelingen, en al zijn de papierprijzen sterk 'gedaald door den druk ter tijden, den te verwachten voorraad in 4915 iffiÏÏftïï wij géïióê^zaam dehFeriëff wiJ gaan vol vertrouwen de toekomst te gemoet. Ook in 1914 werd maandelijks eene H.. Mis opgedragen te Amsterdam voor de levende en overleden begunstigers van ons liefdewerk. Op de algemeene vergadering, 2 Mei j.l. ge houden, werd door het Hoofdbestuur voorge steld: niet over te gaan tot de uitkeering van het batig saldo, vóórdat de normale toestan den in het economische leven zijn teruggekeerd. Als reden, waarop het*Hoofdbestuur dfl voor stel had gegrond, werd op de eerste plaats be schouwd de nog steeds bestaande mogelijkheid, dat ook ons land in den oorlog kan worden be trokken. In dit mogelijke geval moeien er kas middelen zijn, om het voortbestaan der afdee lingen mogelijk te maken, daar een stilstand van ons liefdewerk, in meerdere mate, alsdan te verwachten is. Het reservefonds, ongeveer 4000.groot, ligt vast in solide effecten en zijn deze niet dan tegen groote schade van de hand to doen. Derhalve stelde het Hoofdbestuur voor, vaji de winst de gebruikelijke 10 te voegen bij het reservefonds, een bedrag van 860.40 te storten in de kas van het Hoofdbestuur voor loopende uitgaven in 1915 en ten slotte het overblijvend gedeelte, groot 8746.voorloopig onverdeeld te laten, om in het onverhoopte, doch mogelijke geval de taak van het reservefonds tijdelijk over te nemen. Mocht in den loop van het jaar 1916 de tegen woordige ongunstige toestand tot zijne normale verhoudingen zijn teruggekeerd, dan kan, naar de meening van het Hoofdbestuur, alsnog dit jaar eene uitkeering van het batig salcjo plaats vinden. Teneinde de groote kosten, verbonden aan bet houden eener algemeene vergadering, te ont gaan, vroeg het Hoofdbestuur, in dit geval, machtiging de verdeeling te doen in overleg met onzen Doorl. Beschermer en daarbij zooveel mogelijk rekening te houden met die liefdewer ken, welke in elk Bisdom hiervoor in aanmer king komen. Dit van wijs beleid getuigend voorstel werd door de algemeene vergadering met algemeenen stemmen aangenomen en door Z. D. H. Mgr. A. J. Gallier ten volle met Diens hooge goed keuring bekrachtigd. Daarna treedt het verslag in bijzonderheden aangaande 't geen door de afdeelingen is ver richt. Van de afdeeling Haarlem vermeldt het: „Deze stad, als de woonplaats van onzen door- luchtigen Beschermheer, heeft een naam op te houden! Zij doet dit met eere! Daar het vorige pakhuis, ondanks die vertimmering, te klein bleek te zijn, werd een nieuw huis in gebruik genomen, dat zeer gunstig aan het .water is gelegen. Het Dag. Bestuur van het Hoofdbestuur, uit- genoodigd de inwijding door den HoogEerw. Deken van Haarlem, G. H. F. Stoffels, bü te wonen, was één en al lof over de practisohe In- riohting. Hoog en frfsch gebouwd, voldoet het aan alle eischen, zooveel voor het oordeelkundig, verdeelen deer werkzaamheden al» aan de ook zeer noodige hygiënische wetten. Door de ontslagname van den. magasqjnmoe»- ter werd diens plaatsTngehomen door den heer P. de Graaf, die voor het liefdewerk veel lust •n ijver gevoelt en tal van verbeteringen in voerde. Haarlem ging met 0667 K.G. vooruit en kon 102.784 KjG. in zijn registers als eind- gewicht Inschrijven." Aafl het einde van ons verslag gekomen Zegt de secretaris ten slotte is het ons eene behoefte dank te brengen aan' God, van Wien alle goeds voorkomt. Hij toch heeft ons dierbaar vaderland tot dusverre behoed voor de vreese- lijke gevolgen van den oorlog, die naburige landen zoo bloedig heeft geteisterd, en wafl daardoor het voorbestaan van ons liefdewerk in het afgeloopen jaar verzekerd. Hij heeft ons liefdadig pogen in zoo ruime mate gezegend, dat, niettegenstaande de. moeilijke dagen, die wij beleven, ons liefdewerk in bloei toenam en alom zijnen zegenrijken werkkring kon be oefenen. Naast God, dank aan u, besturen der centrale afdeelingen. Op u rust de zware taak, niet al léén het liefdewerk in de plaats uwer inwoning te verzorgen, doch ook tal van afdeelingen, bij u aangesloten, op oordeelkundige wü2® I® be- heeren. Gij hebt dien. taak ten volle en op eene boven onzen lof verheven wüze uitgevoerd. Doch ook aan u, besturen der afdeelingen en aan u, correspondenten, zij onzen dank gerieht. De plicht, die op u rustte en welken gij blijmoe dig hebt aanvaard, was véèk zwaar en moeite- vol uit te voeren; doch gij hebt niet ge schroomd 1 Uw tijd en krachten gaaft gij ten beste om den bloei van onze goede zaak te ver- Dank aan u, Katholieken van Nederland, die ons zoo trouw ter zijde hebt gestaan en, door uw medewerking en bereidwilligheid, ons geholpen hebt in het bereiken van ons drieledig doel. Gij hebt zoo mild de Christeii'be Charitns oeoefend. Gij hebt door uwen steun ons in staat gesteld zoo menig gezin van het noodige levensonder houd te voorzien. Gij hebt door uwe gave troost geschonken aan onzen H. Vader den Paus. Gij hebt tal \au ongelukkigen, die in ellende ver zonken lagen, woorden van dankbaarheid jegens u op de lippen gebracht, omdat gij, door uw giften, steun verleent aan die instellingen, welke de verstootelingen der maatschappij tot zich nemen! Katholieken, blijft ons steunen met uwe medewerking, dan zal ons liefdewerk nog meer en beter aan zijn doel beantwoorden en eene eereplaats blijven innemen onder de liefdadige instellingen van Roomsch Nederland! Als een aanhangsel is opgenomen het verslag der feestviering van het 40-jarig bestaan der vereeniging op 20 April 1814 te Amsterdam. Met veel genoegen lazen wij daarin nog eens de heerlijke redevoering toen door den feest redenaar, den heer mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen gehouden en de verheven woorden door den Beschermheer der vereeniging Z. D. H. Mgr. Gallier gesproken, 't Is een zeer lezens waardig verslag. OUD-PASTOOR L. H. HAMAEKERS. t Te Roermond is in het Louisahnis overleden de ZeerEerw. heer. L. H. Hamaekers, rustendi- pastoor te Heithuijsen, zijn geboorteplaats. ATHLETIEK. WEDSTRIJDEN BU HET PORT KROM- MENIEDIJK. Op een terrein bij het fort Krommenied ij k hadden Donderdag athletisdhe wedstrijden plaats voor de militairen van de groep Wor- merveer en de bezettingen der forten Knom- meniedijik, Markenlbinnen, Spijkerboor en Hamfort. Begunstigd door. wel wat drukkend maar overigen*) mooi weer, trokken de wed strijden veel belangstelling ook van de zijde der autoriteiten. Aanwezig waren ook o.a. generaal Ophoret, commandant der stelling Amsterdam. De muziek der militaire mu- ziekvereeniging „De oude Krijgsman" luis terde de wedstrijden op. De uitslag was al» volgt: Hardloopen over 100 M. (pLm. 80 deelne mers) le prijs P. H. J. Wees els, 2e prijs LVan der Lee, 8e prijs eerg. Luijff, 4e pr. H. Degen. Idem over 400 M. (pijn. 20 deelnemers): le prijs H. W. Degen, Spijkerboor: 2e prijs E. W. E. Carrière, V ormer veer; 8e nrije B, L. van Leeuwen; 4e prijs serg. Lutfff; 5e pr. Van Gelder, allen van Krommeniedijk. Speerwerpen (pl.m. 20 deelnemers); le pr. Geersen, Spijkerboor, 4.0.23M (volgens zeggen record), 2e prijs Wilkens, 81A4B M.. 8e prijs Versnel, 27.45 M., 4e prijs Vaai Eist, 26.58 H M., allen van Krommeniedijk. Discuswerpen, 80 deelnemers: le prijs Van Duyn, Krommeniedijk, 80.64 M„ 2e prijs Van Sant, Krommeniedijk, 26.89 M„ 8e prijs Geersen, Spijkerboor, 25.86 M., 4e pxjjs Staal, Krommeniedijk, 23.18 M. Handgranaatwerpen. 80 deelnemers. 1. van Sant 57.85 M., 2. Mat ter man, 55.86 M.. 8. Geer sen, 51.0914 M., 4. va» Duyn, 49,56 M. Kogelstooten- 25 dieelnemers. 1. Geersen 2.98 M., 2. serg. Dnieterboff 2.80 M.. 8. serg. Es veld, 2.70 M. Poleiokvenspringen. 25 deelnemers. 1. Geer sen 2.93 M., 2. eerg. Duistexhoff. 2.80 M., 8. •erg. Van Esveld, 6.50 M. Vxij hoogspringen. 23 deelnemers. 1. Geer sen, 1.60 M. 2. Boersma, 1.50 M. 8. Kooiman 1.45 M., 4. Van Een wijk en Duisterhoff, bei den 1.40 M. Vrij vèr&pringen. 84 deelnemers. 1. Geer sen 5.04 M., 2. serg. Potgieter 5.02 M., 8. Boensma 5.02 M., 4. Staats 4.95 M. De prijzen werden uitgereikt door den stelling-commandant generaal Onhorst, dis behalve een zilveren sigarettenkoker, even als overste Bontenakel een medaille had be schikbaar gesteld. Behalve door generaal Qphorst werd gesproken door overste Bon tenakel en den beer Kranenburg. Hulde werd vooral gebracht aan luit. Van Diest. van fort Krommeniedijk, die tot deze feesten bet ini tiatief had genomen. Ge houdt veel van kunstjes en aardlgbci^ daarom zal ik u vandaag een cjjferkun» leeren. Wie van u kan, zonder fouten, dadelijk tej, honderden getallen van zes cijfers neersobw ven, die alle door 13 deelbaar zün, zonder er één eenheid overblijft? Dat zult ge zeker moeilijkste som vinden, die de onderwijzer O ooit heeft opgegeven en toch is niets geö®*' keiijker dan dat. Ik zal er hier dadelijk eeol^ neerschrijven; reken maar na: 101101; 8183*^ 495495; 614B14683683; 888888 967967. En zou ik kunnen doorgaan en niet minder dan 8^ verschillende getallen op papier brengen, 1 alle aan deze voorwaarde voldoen. Ala go do getallen goed bekijkt, die Ik l»e'' heb neergeschreven, zult ge bemerken dat tij een bijzondere manier zijn samengesteld on uit twee gelijke groepen van drie cijfers; i» het gevat, dan kan men bü deeling door 18 no®1 iets overhouden. Dat is eohter al het merkw»8'" dige nog niet, dat aan deze getallen vaetz"' al deze getallen zijn ook door 11 deelbaar der dat er een eenheid overblijft, bijv. 61461^' 13 49678, rest nul en 514514: 11 4077' rest nul. Maar we zp'n nog niet aan het einde de* w®"' deriijke dingen: die getallen lijken wel beto® verd, want zij hebben ook nog de eigenscb'f, door 7 deelbaar te zijn, immers 514514: 7 73502. Nu zult ge er zeker niets meer van h* grijpen en toch is dit laatste juist de oplossif^ van het raadsel. Een getal immers, dat door 11 en 7 deelbaar is, moet ook deelbaar we*** door 18 X 11 X 7 1001 en als ge de gel*®' len goed bekijkt, zult ge zien, dat deze alle ve<J' vouden zijn van 1001. Neem dus on verschild welk getal van drie cijfers en vermenigvuldig het met 1001, dan zijn al die getallen deetbft*' door 18, 11 en 7. NIEUWE OPGAVEN. 1. Mijn geboorteplaats is onder de aard^ mijn huisje is van hout; maar hoe nietig o"* voor het oog, ben ik voor de maatschappij o misbaar. 2. Hoeveel dieren kunt ge uit een koektro®1' mei. halen f 0. Mijn eerste deel is niet oud. Mijn tweede duurt een heele poos. Mijn geheel is een feestdag, die nieó* en ond tegelijk is. '4. Toen ik het niet was, wilde ik het worde'1' Toen ik het werd, wilde ik het niet weteél Nu ik het ben,zou ik het liever niet zb" 6. Wie uwer kan mij zeggen, wie den e®' sten prijs zal trekken uit de eerstvolgende la»®" bouw ver loting, welke prijs, zooals gewoonlijk uit een landauer bestaat. DE RAADSELREDAOTEüR- Wanneer de nieren niet in orde zijn, bet zich voordoen, dat de onzniverhe»^ welke dan niet nit bet licbaam worden j wijderd, zich afzetten in de nieren of Bierbekken. Naar gelang van de grootte zer afzettingen spreekt men van nierz^j, -gruis of -steen. Zoo lang de nieren niet g°\j werken, vermeerdert de afzetting op de ree"* gevormde stukjes voortdurend en kun»U- deze ziob tot een aanzienlijke grootte o» wikkelen. Menigmaal maken rij een ope*^ tic noodzakelijk. Het is daarom van veel gewiobt in te pen, zoodra gij verschijnselen van hovend noemde ziekte opmerkt al®: een gevoel zwaarte en drukking in de lendenen, zoo»® men te dezer hoogte behoefte aan ete»£ heeft bij het loopen en zitten, en waterstoof niesen. Begint nog heden met het gebrt» van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, bet ep» ciale Diergeneesmiddel, hetwelk aan de n1.? ren haar oude kracht hergeeft en haar .Jp staat stelt de onzuiverheden, welke uw den veroorzaken, af te voeren. Zii grijp® uw kwaal in baar wortels aan. v Te Haarlem verkrijgb. bij de heeren T. Eden, Spaarne 88, en J. J. Göppinger, Houtetr. 147a. QDoezending geschiedt tcB&\ 09 na ontvangst postwissel k 1.78 één, of 10.voor doozen. Eischt de eob Foster's Rugpijn Pillen, weigert elke niet voorzien imstaand hannelsttie dat nu juist geen kerkzang was. Cormeray waa zeer kalm opgestaan. „Je wilt me dus niet mijn avondgebed laten bidden?" vroeg bij. „Waarin hindert je dat?" „In niets," zei Lanlosque uitdagend, „maar, bet behaagt mij. je dat te beletten." Prêbault, die een kleine vlam gezien bad jn de oogen van den seminarist, was. ver wonderd. Zonder een woord te spreken, be gon Cormeray, zich te ontkleedeu. Lantosque, die een dronkaard .was, had dorst gekregen van het zingen. Hij nam van zijn beddeplank een fiesch jenever, verbor gen onder zijn linnengoed, en zette de fiesch aan zij n mond. Een stevige hand nam de fiesch van zijn lippen. Lantosque keerde zioh .woedend om. .Cormeray hield met ijzeren hand zijn p.ols .vast. „1at, jij durft..." ,.Het behaagt mij je het drinken te be letten," zei spottend de seminarist, JJautos- que nadoende. Een algemeen gelach .weerklonk. „Bravo, recruut," riep, Prêbault, die in ajjn hart niet van Lantosque hield. Deze .was, woedend, maar de pogingen om dab los te rukken uit de stevige knuisten .▼an den seminarist, waren vruchteloos. „Herinner je steeds, kameraad," sei Doxmeray, dat de vrijheid van iedereen eindigt, daar, .waar. die der anderen begint, Laat mij de mijne, en ik zal de jouwe eer biedigen." Die zeggende, liet hij hem los. Lantosque beefde van toorn. Hij. wilde on zij» tegen- tUnder losvliegen, maar de houding van dezen .was zoo vastberaden, en de toeschou wers waren zoo sympathiek voor den semi narist, dat Lantosque meende voorzichtig te doen, zich koest te houden. Gedurende «enigen tijd droeg de les vruchten. Maar, in 't diepst van zijn hart nam bij Lantosque dagelij lts de haat toe tegen den seminarist-recruut den sub-diaken 1 Die baat dateerde reeds van vroeger. Op. de schoolbanken zat Lantosque het laatste, ter wijl Gprmeray het eerste zat; Lantosque zakte bij' alle examens en Dormeray was steeds in alles primus; van het klein-semi- narie werd Lantosque weggejaagd wegens zijn ongehoorzaamheid. Eenigen tijd giflgen de zaken heel vreed zaam. Daarna zaaide Lantosque .weer haat tusschen den seminarist en zijn makkers. De manschappen van zijn chambrée hadden eenige straffen opgeioopen. In alles een voorbeeldig soldaat, .was alleen Qormeray hiervan uitgezonderd. Was dit de beweeg reden van hun haat, van hun jaloezie? .Op een avond stak Prêbault, die- vier dagen politiekamer, had, een cahier, sigaret tenpapier, en tabak bij zich, toen hij de. ohambróe verliet, „Dat is goed om den tijd te dooden," mompelde de oude soldaat glimlachend. „Je doet verkeerd;" zei Oormoray zacht, „het is verboden en indien men je be- frapt. „Mij: snappen 1... Daarvoor, zou men mij moeten verklikken." Dp, het oogenblik dat Prêbault den drem pel der politiekamer overschreed, werd hij gefouilleerd, gesnapt en zag zijn vier dagen nog met vier verlengd. Jjantosquc, die daar bij tegenwoordig was, barstte in lachen uit. „Drommels," fluisterde hij hem in het oor, „je deed ook veel te dom met je toe bereidselen onder de oogen van den pastoor te maken." Toen den volgenden morgen Prêbault de politiekamer verliet om zijn dienst te doen, ontmoette hij op de binnenplaats Cormeray, Deze zei lachend: „Wel, mijn arme p_ré- bault, had ik je niet gewaarschuwd?" Prêbault sprong woedend op den recruut toe. „Je hebt mij verraden, spion, verklikker," zei bij. i En alvorens de anderen tusschenbeide konden komen, had hij den seminarist een slag in het gelaat gegeven. Men dacht, dat Cormeray zijn aanvaller zou vermoorden, zoo woest flikkerden zijn oogen. Maar hij. beheerschte zich en zei.; „Je bent gekl" en keerde zich om. Dat kon zo,o niet eindigen, Lantosque maakte groot {gerucht van de zaak. Men dwong den seminarist met Prêbault to duel- leeren. Toen hij weigerde, begon men hem voor een lafaard te schelden, en degenen, die hem in het begin het best hadden be jegend, keerden hem nu den rug toe. De kolonel bemoeide zich met de zaak, De tegenstand van den jongen seminarist bezorgde hem dertig dagen gevangenisstraf, ffoen hij. uit het cachot.kwam, begreep, hij, dat de straf, die. zoo streng geweest .was, niet te vergelijken was bij de beproevingen, welke hem nog wachtten. Inderdaad, gedurende maanden, die volg den, .werd het verblijf in de kazerne hem zoo lastig en ondragelijk, dat hij menigmaal, ondanks zijn groote .wilskracht bijna den moed verloor. Lantosque nam revanche over de ver nederingen van vroeger. Thans, nu hij wist, dat Cormeray niet duelleerde, kon hij hem naar hartelust beleedigen en plagen. Als Cormeray, soms hevig bekoord .werd, zijn vijanden hun beleedigingen betaald te zetten, bad hij met angst: „Mijn God, verdedig mij tegen den haat en het verlangen naar .wraak 1" i Ondertusschen kwam de tijd der manoeu vres. Het regiment vertrok. Het seizoen was vreeselijk heet en'maakte de marschen uiterst moeilijk; verscheidene soldaten werden door een zonnesteek ge troffen. Dp, een namiddag sleepten de soldaten zich uitgeput voort over een eindelooze stoffig© vlakte zonder, schaduw. Eindelijk zagen zij in de verte een rivier en een groep, populieren. Dit gezicht gaf den soldaten nieuwen moed. Na verloop van eenigea tijd hielden ze halt aan den oever, van een zeer heldere en diepe rivier. Als voorzichtigheidsmaatregel hadden de officieren den verhitten soldaten verboden te drinken. Deze mopperden zacht, maar durfden toch niet ongehoorzaam te zijn aan dit bevel. i „Kijk!" zei plotseling Prêbault, Lan tosque heeft wel tot de rivier weten te kruipen zonder gezien te worden 1" Inderdaad had Lantosque de waakzaam heid der officieren .weten te verschalden. Geknield aan den rand der. rivier, pchepte hij water in zijn hand en dyonk met groote gulzigheid. Plotseling viel zijn kepi af, daar de stroom ze meesleurde, maakte tl* een plotselinge beweging om ze te grijpelj Een algemeene kreet volgde op, den van een lichaam in het water, ,,'t Is Lantosque!" riep Prêbault, kan niet zwemmen! y.erscheidene mannen snelden toe. La® tosque was reeds onder, het water, verdij nen, maar zij zagen Cormeray zijn jas u'. .werpen en moedig naar de plaats zwemm® waar het .water opborrelde. J Lantosque had een beetje meer gedriD 'ken dan 'goed was, 3at was 'alles. Cormeray, die pas een stuk Lrood gege'jf had, en die zioh', nog geheel bezweet a wafer had geworpen, werd zo oh ra hij ?oet aan lang gezet had, door een he™ congestie aangegrepen. b, xn net naburige ïforp, .waar men ^ji hield, lag hij nog dienzelfden avond sterven, jr\ g Prêbault trad naar het bed in de ri berg, waar men Cormeray had gebracht» gaf hem met schielijk gebaar Se hand. v „Kameraad," zei hij, „ik ben 'do1»^ weest, met je... met die zaak, Wetf Ik vraag je vergeving I" De seminarist, die óp, sterven lag» a lachte zachtjes. *?.--»•. i „O, al lang ben ik dat vergeten, hij. „Gij moet aan Lantosque zeggen, um» ook hem vergeef, en indien er het vma^j jaar weer „pastoors" in de _kar.erne doet hun dan niet zoovéél lijden. O zij weigeren te vechten met de xa f, zijn ze toch even goede soldate bod0.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 10