TWEEDE BLAD
Rijwielbanden
Madonna.
UIT DE PROVINCIE
STATEN-GENERAAL
SOCIALE BERICHTEN
EEUILLETON
De Lichtzijde van den Oorlog,
Goedkoopst adres
H. J. v. d. MEER,
Schach gelstraat 7-9 bljtis Asagaag.
BAANDAG 5 JULI 1915
Bij al de lasten, rampen en verschrikkingen,
weltce de oorlog brengt, lijkt het vreemd oui in
dezen rampzaligen oorlog, nog een lichtzijde te
willen, zien.
We lezen en hooi en wel van technisch groote
prestaties, die nu en dan bewondering afdwin
gen, maar toch aanstonds weer de ebcrida van.
den oorlog hevig doen gevoelen, omdat juist do
Jorlog tot deze prestaties dringt, of omgekeerd
de techniek en de wetenschap behulpzaam moet
zijn om menschen te dooden en daarmee winst
ie behalen.
Maar als zoodanig wordt de lichtzijde van
iozeu oorlog niet bedoeld.
Het is de titel vau een actueele bro.chure,
Welke pater fr. D. F. X. P. Duynstee O. E.
8. A. te Amsterdam bij de firma J. S. Haas
JGebr. Kuyper) het licht heeft doen zien.
Onder de stapels oorlogslectuur, welke ette
lijks verschijnen, is het haast een verademing
over den oorlog ook eens iets anders te lezen dan
krijgsbedrijven, lcrijgsepisodes en vooral krijgs-
politiek.
Te meer daar uit bovengenoemde brochure
van pater Duynstéo zeer veel te leeven valt en
°en juisten blik wordt geslagen in den werke-
'ijken kern van den strijd, die over bijna de ge-
Oeele wereld woedt.
De onmiddellijke oorzaken van dezen wereld
ramp worden in een helder licht gezet. En wor
den deze terecht niet gezocht in de diplomatieke
Verrichtingen op zich zelf, of in persoonlijke
willekeur of direct in een vorstenmoord als
Politieke daad, maar wel in den moreelen toe-
Pand der individuen, die volken vormen eu in
de stelsels, welke het leven tot enkel materia
lisme en zelfzucht hebben gemaakt of gepoogd
hebben dit te doen, want juist deze oorlog toont
hoe dit alios nietig is en alle moderne philo-
'0Phi« en alle moderne godsdienstloosbeid ten
*)'f,t:te op een wreed fiasco is uitgeloopen.
7.oo is, om uit het feitenmateriaal van pater
Duynstée, eenige grepen te doen, allereerst een
oorlog uitgebroken tusschen burgers van een
zelfde vaderland, eenzelfde vaderstad. liet is de
klassenstrijd, welke een eerste oorlogsverkla
ring geweest in de sociale verhoudingen der
maatschappij. Door de theories, van socialisme
en liberalisme en de practisclie toepassing er
van, werd de oorlogsfakkel reeds veel vroeger
Midden in de maatschappij geworpen, om zich
steeds verder te verspreiden en alles te vernie
tigen wat eens volgens de goddelijke wetgeving
'n Christelijke liefde naast elkander stond.
Dit alles tenminste meende de menscli zich te
Mogen vermeten, ongestraft en zonder eenig
nadeelig gevolg.
God en godsdienst waren niet noodig in het
leven; en in de plaats werd gesteld de klassen-
•trüd en het louter maatschappelijk materialis
tisch streven.
Nadat evenwol de oorlogst'akkel aldus de twee
groot-O maatschappelijke klassen had aangetast,
greep het allesverslindend vuur ook de twee
froote menschen ges] achten aan. Mannen en
'rouwen kwamen door do ellendige toestanden
tegenover elkander te staan en het moderne
'rouwenvraagstuk werd geboren.
In den liboralislischen concurrentiestrijd
Moesten de loonen der arbeiders het ontgelden.
Rn vrouw zou voor een veel lageren loon-
"tandaard werken en werd gerukt uit 't milieu,
Waarin zij tehuis behoorde. Voorts wordt uit
eengezet hoe het tegenwoordige ongeloof ook
'maagde aan het politieke leven en het egoisme
0°lc daar voerde (ot bandelooze vrijheid. Dit
alles moest, noodzakelijkerwijze tot'botsingen op
velerlei gebied daar elke godsdienstige grond-'
Mag uit het maatschappelijk leveu was wegge
rukt.
'■n dat nu eensklaps de oogen der uieusuheu
v.i.'m opengegaan en men algemeen tot de ont
dekking is gekomen, dat de verkeerde weg was
ingeslagen, is in 't algemeen genomen de licht
zijde, welke pater Duynstée ten opzichte van
dezen oorlog naar voren brengt. Tegenover de
lasten, de rampen en de verschrikkingen moest
rnen hu wel gevoelen, dat boven de loutere mate
rie nog andere krachten moeten bestaan, waar
mee het maatschappelijk leven rekening dient
te houden.
De oorlog heeft een kentering gebracht in het
godsdienstig gevoel der menschen eu wel is het
merkwaardig, dat zich dit spontaan uitte on
middellijk na het losbreken van den krijg.
Op zedelijk gebied wordt nu, nadat men niet
hooren wilde, wel zwaar gevoeld de verschrik
king van het Nieuw "Malthusianisme. „Als een
vaststaand feit," zoo schrijft pater Duynsée.
„wordt aangenomen, dat Frankrijk, ook al komt
het zegevierend uit den strijd, 11a den oorlog
verpletterd zal zijn, want er zullen geen zonen
meer zijn om het vaderland te verdedigen of tot
maatsehappelijken bloei te brengen Terwijl in
Duifschland huisgezinnen drie, vier of vijf
zonen, krachtige jonge mannen in het veld bren
gen, leest men dagelijks in de Fransclie bladen
den dood van een eenig en zooa. Vreesebjke
les voor Frankrijk, de moeite waard om na den
oorlog te ontbonden.en er rekening mee te
houden. Het is een waarschuwing voor heel de
wereld."
Op economisch sociaal gebied heeft deze oor
log de meest verrassende feiten aan het lioht
gebracht. De klassen waren van elkander ver
vreemd en er heerscht een onverzoenlijke haat
in de wereld tusschen alle klassen der maat
schappij. Thans zijn alle standen en klassen als
broeders vereenigd onder de groote en eene
„nationale gedachte," waartegenover de „inter
nationale" der socialisten met al hun theoriën
ineen viel.
Zoo toont pater Duynstée uitvoerig aan wat
hier in kort bestek is saamgevat.
Aan het slot der brochure wordt meer bizon-
dek' gewezen op de vol welke het Katholicisme
en Z. H. de Paus in de huidige omstandighedeu
te vervullen hebben. Algemeen gaat de drang
heen naar de aloude beginselen van het katho
liek, het Christelijk geloof. Algemeen wordt
gvoeld, dat van den Paus de groote vredesge-
dachte uitgaat en met de gebeurtenissen van
den laats ten tijd wordt dit actueel bewezen en
geïllustreerd.
Dezo brochure van pater Duynstée geeft al
dus in duidelijken vorm de ware oorzaken van
den oorlog weer, zonder te raken aan de dingen,
welke rechtstreeks van dezen oorlog zijn en als
't ware heel ons leven vullen. Er valt veel te
loeren uit den opzet van dit hoekje en uit het
materiaal, waarmee de lichtzijde van een tijd
van rampen eu ellende met zooveel helder in
zicht wordt naar voren gebracht. De brochure
is hel koopen waard. Bijna 50 pagina's in dege
lijke en nette uitvoering voor den prijs van 30
cent.
A. K.
SCHOTEN.
Praitja uit Sohotoa,
XVI.
Dat is reeds lang geleden, dat ik aan de
plaatselijke toestanden eenig© artikelen,
wijdde eu ach, met zoo'n oorlog als thans,
is feitelijk alles eu iedereen in de war en
ik was ook van meerling, dat men mijn
praatjes best kou missen, wat met „praat
jesmakers" haast, altijd het geval is. Daar
bij komt, dat onze goede gemeente sinds
eenige maanden leeft onder het zegenrijke
linköche regiem 011 dan gaat alles immer»
vanzelf goed! Daar mag eens iets aa,n de
hand zijn met den gemeente-ontvanger, zoo'n
verschilletje" van een paar hondend pop,
doc'lr dat is niet de moeite waard. Na lang'
wurmen heeft hij een motie van wantrouwen
op zijn dak gek regen, dus die zal ook voor
laan wel voorzichtig' wezen en de secretaris
schijnt ook beter werk te leveren, want daar
wordt ook niet meer zoo over gekletst. Al
leen rest uu nog maar de directeur van de
gasfabriek. Nu, als die kwestie van die „dui
zend gulden of wat" in het. reine is en ook
lui heeft den hem toegedeelden tra.p naar
behooren ontvangen, dan is de gemeente wel
een beetje in opspraak geweest, doch dan
kan „das Vaterland wieder ruhi,g sein" en
gaan we weer met vertrouwen de toekomst
tegemoet.
Wat oen verschil anders, de raad van
tlbans of die van vroeger en vooral nu er
een jurist (schrijf ik het zoo goed1?) in is
gekomen! Daar zijn altijd zaken, die nogal
ingewikkeld zijn en die worden nu tenmin
ste goed behandeld! Wat dat betreft, zijn we
er beslist op vooruitgegaan, alleen het is
nog maar een jurist in den dop, want zijn
adviezen zijn meestal zoo helder als koffie
dik en met den besten wil der wereld is er
dikwijls geen wijs Hit te worden en nn mag
wethouder Verton zeggen, dat er soms veel
te lang gepraat wordt over tamelijk onbe
langrijke zaken, feit is, dat er een frissohe
geest van ons huidig college uitgaat (als de
1 ramen en deuren tenminste tegen elkander
open staan!) en nu staan we de andere week
voor de vraag; moet de raad nog fris-
seher worden, of zullen we maar weer
Rechts houden?Mij dunkt, we. moes
ten het maar doen! In niets toch 'blijkt
Links superieur boven Rechts! 'Wel
wordt de raad gebruikt, om verschillende
zaken met de noodige reclame te behande
len, doch dte uitkomsten van de verschillen
de dingen zijn ^r nog niet, alleen, dat voor
alles flink in' de gemeentelijke portemon-
naie wordt getast, wat tot resultaat heeft,
dat het percentage van de belasting voor-
loopig op 3 komt.
Dat is het begin, en dat ie nu voorloopig
door Links goedgepraat, met de bewering,
dat liet vroeger zoo'n Janboel was eu dat
daarin beslist verandering moest komen.
Wellicht dat de kiezers bet- slikken, er wordt,
in deze dagen door velen zóóveel geslikt,
maar een opmerkzaam inwoner onzer ge
meente zal er wel anders over denken, ja
moeten denken en ook moeten overwe
gen, dat Rechts do lijdensperiode onzer
gemeente heeft moeten meemaken en onder
die ongunstige omstandigheden kleeft moe
ten regeeren. Dat staat als een paal boven
water en waar wij nu de volgende week we
der opgeroepen zullen worden, om partij te
kiezen: Links of Rechts, daar kan er geen
twijfel bestaan, lioe wij onze stem moeten
uitbrengen. Natuurlijk op de Rech tse he
candidaten; want dan weet gij dat gii man
nen in den Raad kiest, die niet „party
belang voorstaan, doch algemeen belang', en
als ik dan ook de Rechtsche caudidaten met
een overweldigende meerderheid uit de bus
zie komen, dan zal niet ik alleen ten zeerste
verheugd zijn, doch de gemeentenaren zul
len er wel bij varen!
OBSERVATOR.
IJMÜIDEN.
'Aankomst van geredden van de „Ceres".
Alhier is Zaterdagmiddag van' Kopenhagen
aangekomen het s.s. Titan van de Kon, Ned.
Stoomboot-maatschappij, onder bevel van kapi
tein Frederiks. Aan boord bevonden zich 8 man
van Vt verongelukte stoomschip Ceres, van de
zelfde maatschappijhet waren de 2e stuürman
de heer C. A. J. Dopheide, de 2e machinist, de
heer D. G. Schmidt, de derde stuurman, de heer
J. Dtos, de hofmeester, de heer K. Kuiter, en
verder de donkeyman, een tremmer, een stoker en
de timmerman.
Omtrent liet vergaan van de „Ceres deden de
geredden o. a. de volgende mededeelmgen:
Op het oogenblik, dat de ramp plaats had,
hadden de wacht aan dek de kapitein de heer
Schenk, de eerste stuurman en de derde stuur
man. In de machinekamer deden dienst de eerste
machinist en de donkeyman. Te half acht, zonder
dat men een spoor van mijnen, onderzeebooten
oï torpedobooten bemerkt had, had een gewel
dige ontploffiug onder of tegen het voorschip
plaats. Een ontzettende watermassa zette in een
ondeelbaar oogenblik het geheele dek onder
water, terwijl bergen van steenkolen uit de uit
elkaar geslagen bunkers over het schip geslin
gerd werden.
De tweede machinist, de heer Schmidt, werd
uit zijn kooi op tafel geslingerd, doch bekwam
geen letsel. Van de geheele equipage, bestaande
uit 25 man, bekwam slechts alleen een der stokers
een lichte hoofdwond. Allen spoedden zich naar
de booten en onder de kalme leiding van den
kapitein hadden allen hun plaatsen in de booten
ingenomen, zonder eenige verwarring.
Binnen 4 minuten waren de beide booten, een
aan stuur- en een aan bakboord, buiten boord
gezet, de eerste onder bevel van den kapitein," de
tweede onder bevel van den eersten stuurman.
Inmiddels zag men het voorschip onder water
verdwijnen, tot na enkele minuten het geheele
voorschip tot aan de brug gezonken was en het
schip als het ware rechtop in het water stond.
Nadat men zich met kracht roeiende van het
schip .verwijderd had, zag men het gevaarte kan
telen, om na eenige minuten geheel in de diepte
te verdwijnen. In slechts 12 minuten was van een
der grootste stoomschepen der Kon. Stoomboot-
Mij.- geen spoor meer te zien. De met de Titan
inedegekomen officieren prezen met bewondering
het gedrag van den kapitein, die door zijn cor
rect, snel optreden zeker veel heeft bijgedragen
tot de redding van alle opvarenden.
Toen het schip in diepte verdwenen was,
trachtte men sriel naar den wal te roeien» Inmid
dels ontwaarde men een torpedoboot, die evenwel
niet werd aangeroepen, omdat men in de veron
derstelling verkeerde, dat het een Russische tor
pedoboot was en deze, tengevolge van de vele
formaliteiten, waaraan men zich eventueel zou
moeten blootstellen, liever gemeden werd. Met
zekerheid valt aangaande de nationaliteit van
deze boot evenmin iets te zeggen. De vlag was j uitgaven", welke daardoor wordt geü- m ut
tengevolge van de rook niet duidelijk te onder- °1' A 25.0U0.
scheiden
Nadat men in elkanders nabijheid 2 uur in de
booten had geroeid, koersende naar de Zweedsche
kusten men had ook de Russische kust in het
gezicht, doch gaf de voorkeur aan Zweden, om
dat de reis daarheen was werden de inzit
tenden opgepikt door een Zweedsche zeilloods-
boot, die ter assistentie uitgetogen was, omdat
men aan den wal de ontzettende explosie had
gehoord en een scheepsramp vermoedde. Na aan
boord van die loodsboot een uur vertoefd te heb
ben, werden ze overgenomen door een Zweedsche
torpedoboot, die hen naar een wachtschip in een
baai bracht. Daarna werden ze weder overgeno
men door een Zweedsche torpedoboot, die hen
naar Nortelle bracht, waar ze 's middags te 2
uur aankwamen.
Van Nortelle ging de reis naar Stockholm,
vandaar naar Malmö en vervolgens naar Kopen
hagen. Van boord konden slechts met moeite de
scheepspapieren gered worden, al het andere is
verloren gegaan. De overige 17 opvarenden ko
men met de stoomschepen Calypso en Mars
huis toe, de kapitein met de Calypso.
GEWISSELDE STUKKEN.
Grensincidenten.
Het lid van de Tweede Kamer, de Ihoer
Vliegen, bad 21 Juni tot den minister vau
Oorlog de volgende vragen gericht, betref
fende grensincidenten.
Is het waar, dat korten tijd geleden een
aantal jonge Belgen in de buurt van Clinge
door Nederlandsebe soldaten zijn gearres
teerd en, naar de grens gebracht, aan do
Duitsche autoriteiten zijn overgegeven? Zoo
jaar, waarom en krachtens welke wetten of
verdrag enkad deze handeling plaats?
Waarom hebben de Nederlandsche solda
ten een Belg, die de grens overkwam, ge
wond, een anderen Belg, zekere Dries, die
hetzelfde deed, gedood?
Hierop is het volgende schriftelijke ant
woord van den minister van Oorlog ontvan
gen:
Blijkens daaromtrent ontvangen militaire
rapporten zijn inderdaad korten tijd geleden
in de buurt van Clinge eenige aldaar rond
zwervende jonge Belgen door Nedérlandische
militairen aangehouden. Zooals zij zelf ver
klaarden, was smokkelen bun eenig midldel
van bestaan. Van dergelijke lieden onder
vindt de bevolking groot ongerief, terwijl
7. ij weigeren om naar een vluehtelingen-
karnjp te worden opgezonden. Om die reden
worden ze over de grenzen geleid. Ook in
het onderwerpelijke geval werd aldus ge
handeld; van een overgeven aan de Duit
sche, autoriteiten is in dergelijke gevallen
geen sprake. De fmitsche grenswachten heb
ben hen zonder bezwaar doorgelaten.
De bevoegdheid tot hetgeen geschiedde is
te ontleenen aan art. 33 van de Wet op deni
staat vam oorlog en beleg.
Volgens art. 23 van de Wet op den staat
van oorlog en beleg ie het militair gezag
bevoegd den toegang tot het verkeer bin
nen en het verlaten van het in staat van
beleg verklaard© grondgebied te regelen
overeenkomstig de eiscken der algemeen©
veiligheid.
Op grond van deze bepaling ziiai bepaalde
wegen aangewezen, waarlangs alleen het be
treden van Nederlandsch grondgebied ver
oorloofd is. De Belgen, waarvan in de twee
de vraag sprake is, waren huiten die wegen
de grens overgekomen. Zii moesten mitsdien
door de grenswacht aangehouden worden.
Zij gaven echte"r geen gdboor aan de her
haalde sommatie om halt te houden, waar
op werd geschoten. Den ged ood en Belg was
toe driemalen toe bij herhaling „halt" toe
geroepen, terwijl twee malen in de iuoht
gevuurd was, alvorens het noodlottig schot
werd afgegeven.
Overigens kan worden medegedeeld, dat 't
instellen van een strafvervolging ter zake
van de hierbedoelde grensincidenten nog
een punt van overweging uitmaakt bij de
bevoegde autoriteiten.
Een uiquw buitengewoon
oorlogscrediet.
Ingediend is een wetsontwerp tot voi hoo
ging van-de Oorlogsbegrooting 1915 (buiten
gewoon crodiet van f 90.000.000).
Met genoemd bedrag van negentig milliocn
gulden wordt verhoogd dc po3t „uitgaven
voortvloeiende uit het buitengewoon ender
de wapenen roepen van de dienstplichtigen
der militie én van de landweer en uit alle
verdere maatregelen, verband houdende met
de buitengewone olnstandighcden, die tot dut
onder de wapenen roepen hebben geleid";
welke post mitsdien wordt gebracht op, t' 140
millioen. Bovendien wordt oen verhooging'
met. f 22.500 gevraagd van den post „geheime
Met het eerstgenoemde erediet vertrouwt
vau Oorlog, bij voortduring
vau
dc Minister HHPHH
de buitengewone omstandigheden en de daar.
uil voortvloeiende uitgaven tot het einde vau
'September te kunnen voorzien. Met zekerheid
kan worden verklaard, dai op dit oogenblik
over het reeds toegestane erediet reeds löji
voile is beschikt.
De |tinistei' deelt in de Toelichting mede,
dat kan worden aangenomen, dat de tea laste
van den dienst van 1914 gedane en uog te
doen buitengewone uitgaven de som van btf
miliioen gulden niet zullen overschrijden.
Bij de beoordeeling vau dit cijfer mag ech
ter niet uit het oog worden verloren, dat
daarin begrepen is een bedrag vau ruim
I 3.200.000 wegens ten behoeve van de ge
ïnterneerden gedane uitgaven en uit deu /oor-
raad verstrekte kleeding, nachtleger, goederen
eu levensmiddelen, welk bedrag ie zijner
tijd voor verreweg het grootste gedeelte door
de daarbij betrokken Rijken'zal behoor-n te
worden vergoed.
Bovendien hebben belangrijke aanschaffin
gen van verplegingsmiddelen plaats geluid,
die als hoofdvoorraad zijn opgelegd.
De buitengewone uitgaven voor de eer-Ie
vier maanden van 1915 meent do Minister te
mogen ramen op gemiddeld f 14.750.000 per
maand.
Hij is verder van oordeel, dat voor de nit
0 Mei volgende vijf maanden van dit jaar do
buitengewone uitgaven gemiddeld per maand
moeten worden geraamd op f 16.000.000. zoo
dat ze voor het geheele tijdvak van 1 Januari
tot 30 Seolember 1915 op I39.000.000 zijn Ie
stellen.
Wijziging «lor Indische
Tarief wet.
Een voorstel is ingediend tot wijziging, der
Indische Tariefwet, tot strekking hebbende
om verandering te brengen in de bepaling,
dat goederen, die ten behoeve of voor reke
ning van het gouvernement worden inge
voerd, vrij zijn van invoerrecht.
Men meende destijds hierdoor noodelooz.en
omslag te vermijden, omdat de kosten van
aanschaffing met het bedrag der rechten
worden bezwaard, terwijl hetzelfde bedrag
weer in 's lands kas zou terugvloeien.
'Baar echter do vrijstelling een aantal be
slommeringen van anderen aard.medcbrengt
en in den laalst.en tijd het streven hoerseht
om de aanschaffing en keuring van do voor
den^ Indischen dienst benoodigde goederen in
Indië te doen geschieden, wordt, voorgesteld
art. 3 van de Indische Tariefwet aldus te
lezen:
Re gouverneur-generaal kan vrijste,ling ol
teruggaaf van invoerrecht verleenen:
a. voor goederen aangevoerd ten behoeve
of voor rekening van den lande;
b. op grond dat, de invoer geschiedt met
een wetenschappelijk doel of dat internatio
nale betrekkingen zulks wensehelijk maken.
Kosten van levensmiddelen en
veevoeder.
ingediend ia een wetsontwerp tot aanvul
ling en veiikooging der begrooting van land
bouw enz. voor 1915, betreffende beschik
baarstelling van levensmiddelen en veevoe
der en kosten van tijdelijke Rijksburea ux.
Op die begrooting worden nog aange
vraagd voor: nadeelig saldo van den aan-
en. verkoop van regeeringswege van graant
en meel in het belang van de volksvoeding
en voor veevoeder in het belang van den
landbouw 2,50*0,000; en voor: kosten, voort
vloeiende uit- de verkrjjgbaai'stelling vau
regeeringswege van ougelmild tarwebrood;
oi gebuild tarwemeel en roggebrood tegen
verminderde prijzen 14,137,500; wegens dien
aankoop van regeeringswege van levensmid
delen, welke ter beschikking worden gesteld
van het Kon. Nat. Steuncomité 1914 200,000;
en van tijdelijke rijksbureaus;, rearsorteereu-
de onder het departement van landbouw
enz. voor do regeling in verhand met de
tij'dsomst a nd i gh edenvan den uitvoer,
20,000; totaal 16,857,000.
Het wetsontwerp is het gevolg van 's mi
nisters nadere overweging van zijn stand
punt ingenomen bij de discussie over de in
terpellatie-Schaper inzake 's ministers cir
culaire van 24 April 1.1.
Het komt deu minister weuscheliik voor,
ook voor 1915 do mogelijkheid te openen om
het Kon. Nat. Steuncomité vau regeerings
wege steun te verleenen bij zijn maatrege
len in het belang vau de volksvoeding.
FIJNE MANIEREN!
Men schrijft uit Amsterdam aan de „Maas
bode"
Wij hebben onlangs medegedeeld, dat de rai-
iSia^r Je roman van W. COLLINS.
(Uit het Engejsch.)
'n, vü®rzi(,htige woorden van den .dokter,
dacht er nauwelijks meer aan; of
'-' men ze zich herinnerde, dan whs het
Ü,;,?7S om er over te lachen. Maar de tijd
'OiwFa,,en'.«n htt*re öBiart dih bepaald was,
8©011het niet .wisten, brak onverbid-
©Vfi,.' n-)?an' ze^s terwijl nog schertsten.
•Ws i* - .f»?De(®k'Unidig gezag en des schil-
)-, u en kring. Lavinia vatte koude.
«wflpf'u veranderde in rheumatiek, koorts,
fln «{"teltik in zenuwachtige aandoe-
ÏThiwi. t^e''ier ongesteldheden waren
4er valsche verschijnselen, waaron-
WWBtl vleselijke ruggegraafisziekte steeds
UW 0W3aB« en verrader]ijk de overhand
i Wn
fffon r ,e?ïs*e verschijnselen zich voor-
Wf' «joon de oude to&er Blyth jegens
diet de gewone edelmoedigheid.
••get)v ,en r6 '6 f® nv'e, Va] en tij u", zeide
p" uit als m noodig hebt, en
laat Lavinia, zoolang er nog eenige kans is,
der,zeilden raad en dezelfde middelen ge
bruiken als de grootste hertogin in 't land".
Do teedcre raadgeving van den ouden heer
werd met de meeste liefde gevolgd. De be
roemdste dokters in Engeland stonden La
vinia met hunne raadgevingen bü: elk ding
dat de wetenschap en de voortdurende in
achtneming er toe bij kon brengen, werd
gedaan; maar de vreeselijtke kwaal logen
strafte elk nieuw geneesmiddel langzaam
eu zonder genade steeds voortsnellende, tot
dat eindelijk de dokters alle. hoop opgaven.
Voor zoover de monsebelijke kennis strek
te om ge-beurten Uien te kunnen voorspel
len, was mevrouw. Blyth, volgens de opinie
van al bare geneeskundige raadgevers, voor
bet overige van haar leven genoodzaakt om
nooit, iemand geweten; zij hielden die edei-
te staan, of hoogstens somtijds verplaatst te
worden op de canapé, of, zoo zich eenmaal
een gunstige verandering mocht openharen,
in een ziekenstoel te worden voortgereden.
Hoe groot de. schok was van deze mode-
deeling voor man en vrouw beide, heeft
nooit iemand geweten; zii hield endie edel
moedig voor elkander zelfs geheim. Zij vroeg
als een bijzondere gunst, dat Valentijn troost
zou zoeken, waar hij dien toch vroeger of
later vinden moest, dat hi,i weder naar zijn j
atelier, terug zou keeren, en zijn ouden ar-l
beid hervatten, dien liii iiijai laten rusten I
sedert hare ziekte zich geopenbaard had.
Den eersten dag, toen bij aan baar wensch
gehoor gal' eu hij weder voor zijn schilderij
gezeten was Ibet half voltooide schilderij,
waarvan hij maanden tang gescheiden was
geweest-— dien eersten dag scheen het hem
ol' die liefelijke arbeid zijns levens "hem op
eenmaal vreemd was geworden; toen zijn
penseel tusschen de kleuren afdwaalde, toen
zijn tranen gedurig op het palet vloeiden
als hij daarop neerzag, als hij door trachtte
te werken, was het slechts voor een half uur
en niets dan onbeduidende achtergronden op
bet doek en nog altijd wilden de kleuren
zich niet vermengen, zlooal» zij moesten, en
nog altijd kwamen dezelfde woorden Telkens
en telkens weder over zijne lippen: „O arme
Lavinia, o lieve, goede Lavinia!" Zelfts toen
was de geest van die dierbare kunst, die hij
altijd zoo nederig en oprecht bad gevolgd,
getrouw aan baar goddelijke zending, eu
troostte hom en hield hem staande, in dat
laatste, smartelijke oogenblik, toen hij wan
hopend zijn palet neerlegde.
Terwijl hij zijn gelaat verborg voor die
zelfde schilderij, die lui en zijne, gade, met
or schuldig genot, in het geheim tezamen
hadden bewonderd, in die gelukkige dagen,
toen li ij nog aan bet bogiu zijner Jfopbaan
stond, die dagen, die nooit zoudoa terngkee-
ren, herleefde plotseling in zijn hart die
troostvolle gedachte, die hem wees. hoe •hij
zijn gaii&eh volgend leven gelukkig kon ma
ken, door de onsterfelijke schoonheid van
een rein en edel doel. Van nii af aan na
men die onbestemd© droomen van roem en
van rijke kunstbeschermers, die elkander het
bezit zijner «tukken betwistten, slechts den
achtergrond van zijn geest in, en in buu
plaat» verrees een. nieuw besluit, om zelf
standig met zijn eigen penseel, welk offor
dit van zijn trots en eerzucht vorderde, do
middelen te veroveren om zijne zieke vrouw
al de woelde en het genot te verschaffen, dat
zijn eigen klein inkomen, ihemniet in staat
stelde te verwerven eu die hij uit, instinkt-
matige kiesehheid niet wikle aannemen als
gcscli o uk van de edelmoedigheid zijns va
ders. Dit was het troostvolle doel, dat reeds
aan zijne smart de helft harer bitterheid
ontnam en hem en zijne kunst te zamen ver
bond door een band, heiliger dan hen nooit
le voren vereenigd had. Op het oogenblik
zelf, dat deze gedachte in hem rees» stond
hij op, zonder eenige aarzeling, van dc groo
te. historische compositie, waarop lliy een»
zijne hoop geveslig'l had en die nu iegtn
!(lèn muur stond gekeerd, om zich te Wijden
'aan een schetsje van ecu hoeren binnen
hui is, dat hij zeker was le verkoopen aan oen
I vriend, die in schilderijen deed. De eerste
gelukkige gewaarwording ondervond hii op
iilieii avond toen hij thuis kwam en zich hij
I Lavinia op hare kamer neerzette, en terwijl
hij het opgevatte plan vian dien morgen ge
heim hield, deed hij de arme vrouw glim
lachen ondanks haar lijden, door de vraag,
'boe zij het vinden zou wanneer hij hare ka
mer meubelde zooals dio van een groot heer,
ia plaats als die van de echtgenoot© van den
schilder Valentijn Blyth.
Toen kwam de gelukkige dag, waarop liet
geheim werd geopenbaard, eu later dia
vreugdevolle jaren, waarin mevr. Blyt h a
schitterende droomen van aristocratische
weelde, allen langzamerhand verwezenlij kt
werden, door de vorderingen die haar uian
in zijn vak maakte. Zoo lui niet door zga
vrouw er van werd teruggehouden, zou a-
1 ontijn de hooge kunst en do klassieke lain -
.schappen geheel hebben.laten yaren, voor
onbéteekenende portretten, kleine kopieen
en onbeduidende stilleveen. Maar mevrouw
Bl.vth, hoewel z« altijd bedlegerig was,
stond er op baar ouden invloed over den
arbeid in bet atelier te behouden; en wildo
naar niets geen nieuws vragen, en ook van
geen nieuws hooren in hare kamer, uitge
zonderd op deze voorwaarde, dat haar echt
genoot minstens één schilderij van meer ver
heven karakter, jaarlijks zou schilderen, om
zooals zij met trots zeido ziin talen'
eu zijn vermaardheid bij het publiek te on
derhouden. Dus werd de tijd van den heer
Blyth ingenomen met het voortbrengen .vau
groote onverkoopbare „composities*die a
vi pM
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT