UITBREIDING
ONGELUKKENVERZEKERING.
Pe Administratie.
Ingevolge onze voorloopige aankondiging van Maandag j,I.
berichten wij, dat de uitkeeringen onzer Ongelukken-Verzekering
tegelijk met de prijsverhooging dei* counnt als
De uitkeering bij levenslange ongeschiktheid wordt verhoogd
van f 8000 op f 4000.
De uitkeering bij overlijden wordt verhoogd van f400 op
ffSOÖ.
Bovendien zal in het vervolg bij breuk van een arm
of been tengevolge van een ongeluk een uitkeering
van ff 75 geschieden.
Eindelijk wordt bepaald dat bij ongelukken, die men beloopt
als passagier reizende, bij een spoor-, boot- of tramongeluk, het dubbele
van de gewone uitkeeringen wordt betaald, met uitzondering alleen
van de uitkeering bij levenslange ongeschiktheid.
Hiermede wordt onze ongelukken-verzekering de hoogste
van alle couranten-verzekeringen in Nederland.
Dezer dagen zal in de courant een formeele verklaring omtrent
deze verhoogde uitkeeringen worden geplaatst, die uitgeknipt en aan
de polis gehecht moet worden.
WAT ANDEREN ZEGGEN
ken, aan hun beginsel getrouw. Indien nu ieder
kiezer op 't appel is en geen stem voor rechts
verloren ga, dan is ook de uitkomst: Haarlem
rechts!, eindigde spr.
De heer de Lobel, de tweede spreker, werd
eveneens met applaus begroet. Op geestige ma
nier critiseerde hij 't geen de soc.-dem. de goê-
gemeente diets maken indien men hunne candi-
daten in den Raad kiest en wat zij haar alzoo
voorspiegelen. De eene belofte is al schooner dan
de andere.
Maar spr. verwachtte dat van al die beloften
in de practijk niet veel zal terecht komen en dat
men ook hier weder zal zien: veel beloven en
weinig geven, doet de gekken (pardon, de kie
zers) in vreugde leven
Dan deed spr. opmerken, dat de soc.-dem.
krachtens hun programma en princiepen al de
noodmaatregelen van heden in blijvende willen
omzetten en daarmede den winkeliers en den
middenstand schade zullen berokkenen.
En verder stelde hi> in 't licht dat om redenen
van tactiek de soc.-dem 't doen voorkomen, dat
zij niet tegen den godsdienst zijn, om stemmen
te winnen onder de geloovige arbeiders, maar
dat zij in 't wezen der zaak wel terdege princi
pieel tegen den godsdienst vijandig overstaan.
Laten wij ons dan door de soc.-dem. tactiek
niet in de luren laten leggen, eindigde spr.
Stemt allen rechts en tijdig in de ochtenduren.
Niemand blijve thuis. Dan is de kans groot dat
aan rechts de victorie is. (Lang aanhoudend
applaus.)
De heer Mr. J. B. Bomans, wiens optreden
een niet minder levendig applaus ontlokte, sprak
over het karakter en de grootheid van den strijd,
dien rechts voert, in geestdriftvolle bewoordin
gen, waarbij hij deed opmerken, dat ook bij de
gemeentepolitiek wel terdege beginselen te pas
komen.
Krachtig wekte spr. ten slotte op om bij die
verkiezingen van éénheid blijk te geven, daar dat
onze kracht is geweest waardoor wij meer dan
eens overwonnen.
Allen één, besloot spr., dan kunt ge bereiken,
Wat ge wilt en moet: Haarlem om en Haarlem
rechts! (Donderend applaus.)
De heer Heerkens Thijssen sloot daarna de ver
gadering met woorden van dank aan. de sprekers
«n met 't uitspreken van den wensch, dat onze
oandidaten allen mogen worden gekozen.
Kaf&iolieke Juvenaat.
(Vervolg van gisteren).
De penningmeester, de Hoogearw.
heer Deken Stoffels brengt de rekening en
verantwoording van twee jaren nit. We stip
pen de volgende cijfers aan: Saldo 1913:
327.98; ontvangsten 498,60; uitgaven
72.40; saldo 425.20; ontvangsten 1914 565,
uitgaven 86.95, saldo 47825, waarvan 425
gedeponeerd bij de Gentr. Midd. Credietbank.
Bij punt 4: mededeelingen *èn besprekin
gen, deelt de voorzitter mede, dat de beslis
sing van het Episcopaat, over de samenwer
king tusschen Patronaten en Jongelingsver
eenigingen en Aspirant-vakafdeelingen nog
niet is afgekomen, omdat Z. D. H. de Aarts
bisschop nog niet van alle Hoogwaardige
Bisschoppen de beslissing had ontvangen.
Z. D. H. de Aartsbisschop schreef erbij,
dat naar het zich liet aanzien, geen groote
bezwaren waren te wachten. Naar aanlei
ding hiervan stelde de voorzitter voor, dit
practisch besluit te nemen: de patronaten,
hier aanwezig, besluiten met de R.K. .Vak
organisatie, tot samenwerking met de Aspi
rant-vakafdeelingen, op den grondslag, door
Mgr. den Bisschop goed te keuren, behou
dens de beslissing van het Episcopaat.
Na verschillende opmerkingen wordt dit
aangenomen.
Betreffende het tijdschrift „De jonge
wacht", wordt medegedeeld, dat het aantal
abonnó's 6653 bedroeg. Er is een batig saldo
Van f 509.25 Naar aanleiding van dit gun
stige resultaat is besloten de Jonge Wacht
uit te breiden en o.m. te illustreeren.
Volgen eenige financieele mededeelingen.
Het congres leverde een batig saldo op
van f 59.84; ie lad „Patronaat" had een
ie kort van f 1 i 94.
De Voorzitter beveelt aan de studie
van het ingediende .wetsontwerp, betreffende
het vakonderwijs en ontving daarna gaarne
opmerkingen enz. daaromtrent.
Door den heer L. B. Huijgen, civiel-inge-
nieur te Rotterdam, wordt nu het verslag
uitgebracht van de Commissie van Toezicht
op de Teekenecholendaarmede verhonden
doet de heer Hu ij gen het voorstel, om de
Commissie van Toezicht te veranderen in
een commissie van advies, die tot taak zal
hebben om adviezen te geven aan de teeken-
eeholen. Hierdoor wordt eveneens weggeno
men de schrik eventueel voor de critiek
welke der teekenseholen nn zal bespaard
olijven.
De commissie zal raadgevingen verstrek
ken en modellen e.d. aanbevelen.
Men zal in de keuze der teekeningen zoo
Veel mogelijk één lijn trachten te volgen, om
©enheid hierin te krijgen, maar toch elk pa
tronaat hieruit eigen keus laten doen.
De vergadering vereenigt zich met ddt
"Voorstel en benoemt verder als nieuw lid
Jfln de commissie van toezicht den weleerw.
heer Th. van Ontersterp,
Vervolgens heeft de bestuursverkiezing
maats. De vier periodiek aftredende leden
orden allen herbenoemd, te weten de hee-
en: rector N. H. M. van Reysen, Deken G.
Y Stoffels, J. Prins en F. H. van Kessel.
ggji. Kt de pauze, gedurende welke in de ge-
f6 benedenzaal de inwendige mensch
W°rdt versterkt.
- y a pauze i« aan de orde punt 7. De
jVVeleerw. heer J. Annegarn, uit Den Blaag,
komt een krachtige pleitrede houden Voor de
^richting van plaatselijke en districisbon-
jjon. De Eerw. spreker toont allereerst aan,
®at ieder patronaat meester zal blijven in
hm eigen huis, doch een band tusschen de
atronaten onderling ie noodzakelijk, om-
t dan veel meer kracht van het patro-
aatswezen uitgaat; dien band bereikt men
-*.£ plaatseL- en districtsbonden. De gewee-
Jjko commissies bv. hebben gemeenschap-
iel-'-v6 ^elanfi:en' ea bevorderen die gemak-
'rJu* en beter door gemeenschappelijk
ooilng met elkaar te honden.
Het patronaat wordt dikwijls beschouwd
©en particuliere liefhebberij; dat zal ver
eren als er ©en plaatselijke of districts-
is; dan gaat er meer kracht naar bui-
Van de patronaten uit.
spreker betoogt dan de groote voor-
Plaatselijke fusie en districts-ver-
nen in hun werken.
Hij het Eerbalingisonderwijs kunnen 3e
patronaten elkaar steunen, zooals we dat te
Haarlem en in Den Haag ook al zien.
Een te benoemen inspecteur zou verder
dat onderwijs kunnen inspecteeren, en in den
grooten bond zou verder hierin weer meer
eenheid komen en een band zou er komen
tusschen bet onderwijs in den gebeelen bond.
Wat bevordert bet verder de teekenseho
len niet, die door samenwerking hooger-op
komen in hun werken.
Wat is de onderlinge band verder ook nog
bevorderlijk aan alles, wat bet patronaat
wil en doet: bet werk der retraiten, de gym
nastiek en aan alles eigenlijk wat een pa
tronaat beoogt. De 1 andbouwcursuesen ten
platte lande worden gezamenlijk gegeven.
Deze en nog vele voordeelen meer somde de
Eerw. spreker op, om de vergadering te
overtuigen van bet nut van. plaatselijke- of
districtsbonden, tot de oprichting waarvan
bij krachtig opwekte.
De voorzitter onderstreepte van zijn
kant nog eens een en ander, en sprak^ even
eens den nadrukkelijken wensch uit dqt
plaatselijke- of districtsbonden overal waar
mogelijk tot stand komen.
Als plaats der volgende jaarvergadering
werd hierna Rotterdam aangewezen.
Bij de rondvraag werden door ver
schillende heeren inlichtingen gevraagd,
meest van huishoudelijken aard. Ook werd
een woord van hulde en dank gesproken aan
de redactie van „De Jonge Wacht".
Door een der Eerw. heeren geestelijke di
recteuren werd de wenschelijkheid geuit, dat
patronaten zich zullen aantrekken het lot
van achterlijke en geestelijk en maatschap
pelijk verwaarloosde kinderen, om die voor
God en maatschappij te redden en dat te
doen in den geest als door het St. Francis-
eus-liefdewerk gedaan wordt.
De voorzitter sprak ten slotte een uit
gebreid „slotwoord" zoo kondigde de
agenda tenminste bescheidenlijk aan maar
het was in werkelijkheid een krachtige,
mooie slotrede.
patronaten hoogerop leiJen'.
Met den wensch, dat dan het volgend jaar
het getal patronaten van 79 tot 100 moge ge
stegen zijn, sluit spreker zijn indrukwek
kend woord, dat door een hartelijk en krach
tig applaus ontvangen werd.
De vergadering werd daarop om bij vie
ren met gebed gesloten.
VEEEENIGING VAN HOOFDEN VAN R.K.
BIJZONDERE SCHOLEN.
(Vervolg van gisteren).
In de middagvergadering kwam aan de
orde het punt: de schoolbibliotheek een
technisch onderwerp bij uitnemendheid,
achtte de voorzitter, om met de klasseonder
wijzers te bespreken, nadat men eerst hier
dienaangaande tot eenig practisch resultaat
is gekomen. Inleider was de heer H. Am-
mersdorffer van Hrsem.
Spr. deed in een inleidend woord opmer
ken, dat de 1. s. het kind ook leert het
verstandelijk lezen om den kinderen te doen
verstaan 'tgeen zij lezen en niet alleen het
nauwkeurig en natuurlijk lezen. Die lagere
school moet het kind leeren lezen. Maar
daarmede mag die school niet volstaan. .Wan
neer de school een aantal uren onderwijst,
dan is haar taak nog niet geëindigd. Ook
buiten de schooluren heeft zij haar taak en
mede nadat de leerlingen de school hebben
verlaten, opdat het op de school gehoorde
moge beklijven.
Het huisgezin, de priester en de school
dienen elkander te helpen, betoogde spr.,
om de leerstof te doen beklijven en in dit
verband is de schoolbibliotheek noodig en
nuttig, mede om buiten den schooltijd in
vloed uit te oefenen op het willen en kunnen
der kinderen. De schoolbibliotheek is noodig
na het derde leerjaar wanneer met voortge
zet onderwijs is begonnen enmoet staan onder
toezicht van den klasseonderwijzer, daar de
ze 't meest met de kinderen op de hoogte
is en weet wat hen uit te reiken. .Voor
ieder leerjaar, dienst zij afzonderlijk inge-
Tn behandeling "Kwam nu de derde Con
clusie van den inleider," luidende';
De inhoud der schoolbibliotheek zij' van
dien aard dat 't leerend en ontspannend ele
ment beide aanwezig zijn,-echter met dien
verstande, dat 't ontspannend element het
leerend element bedekt. m
Daarbij kwam de kwestie te sprake of
of men ook neutrale lectuur zal opnemen.
De heer Wesseling achtte dat men niet
voor alles ontspanning moet zoeken, maar
meer moet letten op 't godsdienstig en zede
lijk element der boeken. In dit verband
meende spr., dat men geen neutrale lectuur
in de schoolbibliotheek opnemen moet.
Spr. haalde voorbeelden aan hoe men met
neutrale lectuur al is die dan ontspannend
de kinderen feitelijk baldadigheid leert. Men
bederft dan den smaak voor lectuur met
godsdienstige en zedelijk-vormende strek
king. Wij moeten hebben lectuur als van
zuster Therèse in de Roomsehe Jeugd, meen-
spr.
De heer Hendriksen achtte eveneens
neutrale lectuur gevaarlijk, omdat "dan de
naam van den schrijver bij de kinderen bij
blijft en men later van denzelfde dan wer
ken van nog veel gevaarlijker strekking
gaat lezen.
Aangedrongen werd om in de conclusie
neer te leggen het beginsel, dat bij voor
keur dienen te worden opgenomen werken
met een godsdienstig en zedelijk vormende
strekking.
Ten slotte stelde inleider voor om in de
conclusie te lezen in plaats van „ontspan
nend element" „godsdienstigzedelijk vor
mend" met dien verstande dat dit over-
heerschend is.
Daarmede vereenigde de vergadering zich.
Aangenomen werden verder de laatste
twee conclusiën luidende:
Bij de uitreiking der boeken houde men
rekening met de individualiteit van den leer
ling, en: de bij de uitgifte betrokken onder
wijzer stelle zich op de hoogte pf de inhoud
is geworden het werkelijk eigendomsrecht
volgt worden gerégeld
Pastoor van Stee begon met de heeren
voor hun aanwezigheid, te bedanken en voor
hnn deelneming aan d© debatten en de vele
gemaakte opmerkingen, die het bestuur, zoo
zeide hij, ter harte zal nemen in het belang
van het Patronaatswezen.
De Eerw. spreker betoogde daarna in
mooie bewoordingen, dat de directeuren toch
met liefde en toewijding zioh voor hnn pa
tronaat zullen geven, want dan alleen kan
het gezond leven en grooter worden en kan
er kracht ten goede van uitgaan.
En er moet ook krachtig gewerkt wor
den in en voor de patronaten, want, zoo ver
volgt spr., het socialisme mag door den oor-
richt te zijn.
Ze dient te omvatten geschiedenis, land
en volkenkunde, aardrijkskunde, natuurkun
de enz., en te zijn een veelomvattends iets. In
de schoolbibliotheek dient de. jeugd iets te
vinden aLs een vergoeding voor de vele uren
met de wetenschap doorgebracht en zij dient
ontspannend en tegelijk leerend te werken,
in dien geest, dat de jeugd ongemerkt gods
dienstige en profane kennis wordt bijge
bracht.
Er is inderdaad veel lectuur in dien geest.
Toch biedt de samenstelling eener schoolbi
bliotheek veel zorg en moet bij de uitreiking
jïer boeken rekening gehouden worden met
log al zijn ontwricht, nè den oorlog zal het *ïlo individualiteit der leerlingen. Daarom
weer krachtig en in al zijn gevaarlijkheid
te voor schijn treden. Zedenbederf en on
geloof zullen weer komen opduiken, als de
vrede hersteld is, ondanks alle oogenblikke-
Hjke opleving van godsdienstzin.
Laten we daarvoor, zegt spr., steeds ge
mobiliseerd zijn onder (het vaandel van on
zen Koning Jesus Christus, en strijden om
de aan ons toevertrouwde jeugd te bewaren
tegen eopialisme en zedenbederf en onge
loof.
Ons patronaatewezen kan en moet nog
meer vooruit! Spr. herinnerde aan de ge
nomen besluiten en kenbaar gemaakte wen*
schen, en hoopte, dat alles zon worden na
gekomen en uitgevoerd tot grooter opbloei
van het patronaatewezen.
Mgr. Callier had eens tegen spreker ge
zegd, dat het patronaatswezen zoo langzaam
vooruit ging.
Laten we zorgen, tegen de volgende ver
gadering, tevredener woorden van Mgr. den
Bisschop te hooren, en laten we daartoe ons
aller best doen en liefdevol en ijverig on»
dient ze te staan onder toezicht van den
onderwijzer. En verder moet de onderwijzer
zich op de hoogte stellen óf Üe inhoud der
uitgereikte boeken het werkelijk eigendom
van de leerlingen is geworden.
Over eenige door den inleider gestelde
conclusion is daarna van gedachten gewis
seld'.
Met de le conclusie van den inleider, dat
een schoolbibliotheek nuttig en gewenscht
is, vereenigde de vergadering zich daarna.
De tweede conclusie luidde: „De inhoud
en omvang der bibliotheek moet geschikt
zijn om aan te sluiten bij den omvang der
leerstof in de derde en boogere leerjaren.
Eenigen der aanwezigen achtten, dat men
met een schoolbibliotheek eerst moet begin
nen bij het 5e en 6e leerjaar en dat de practijk
leert dat te beginnen met het 13e leerjaar
nog wel wat vroeg is.
De conclusie .werd in dien zin geamen
deerd aangenomen dat in het algemeen met
het 5e leerjaar zal worden begonnen en waar
van den leerling.
Besloten werd nog eene commissie te be
noemen om saam te stellen een catalogus
waaruit men kan putten bij oprichting of
aanvulling eener schoolbibliotheek.
De Voorzitter betuigde daarna on
der applaus dank aan den inleider voor de.
door hem gedane moeite.
Nadat bij de rondvraag nog eenige huis
houdelijke aangelegenheden waren behan
deld, voerde ten slotte nog het woord de
Hoogeerw. heer Mgr. M. P. J. Möllmann,
vicaris-generaal van Z. D. H. den Bisschop,
en eere-voorzitter der vereeniging.
Mgr. sprak als navolgt:
„Bij de Posteommunie der H. Mis van
Kerkwijding heb ik hedenmorgen met n go?
beden, want ik mag vertrouwen* dat ve
len uwer reeds de goede gewoonte hebben
aangenomen, om den priester met het Mis
saal te volgen: „God, Die uit levende en uit
gekozene steenen een eeuwige woonplaats
„voor Uwe Majesteit voorbereidt kom Uw
„sineekcnd volk te hulp, opddat Uwe Kerk
„uiterlijk aangroeiend in ruimte, ook gees
telijk in goederen moge toenemen."
In dit gebed vond ik stof en aanleiding
nu een entkei woord van opwekking tot u te
sprekeu.
Mijn© vrienden, gij werkt met God mede,
om Hem een woonplaats te bereiden uit lo
vende en uitgekozene steenen: ik ver
sta bieronder de zielen der kinderen op de
eerste plaats! Zij zijn op bijzondere wijze de
lapides „vivi", het leven der genade, hun in
het H. Doopsel gegeven, stroomt nog brui
send en onvermengd door de zielen: zij zijn
uitverkorenen „electi"; bet meest aangenaam
aan den goddelijken Kindervriend* Die ge
sproken heeft: „Laat de kleinen tot Mij ko
men.'
En uit die levende en bevoorrechte zielen
is God bezig een eeuwige woonplaats te be*
reiden voor Zijne Majesteit: God in ons en
wij eenwig in God.
Maar bij die voorbereiding neemt God u
aan met de ouders, tot zijn medewerkers,
Wat een heerlijke en verhevene roeping!
„Veel grootscher werk dan het bouwen eener
Kathedraal" zegt Mgr. Korun van Trier
„is het opbouwen en. vormen der kinder
ziel, want deze is een levende tempel Gods".
Wat eene verantwoording dan ook van u,
mijne heeren, die aan het hoofd der scholen
staat! Hoe groot moet uwe zorg zijn, om het
doodend gif of de doodelijke aanvallen van
den vijand, waar hij ook gevonden zou worden,
af te weren van die levende en bevoorrechte
kinderzielen!
We verheugen ons over de oprichting van
zoovele katholieke scholen, niet het minst in
ons Bisdom....
Maar is overal de katholieke geest! Of
zouden wij met omzetting der woorden
van de Postcomnrame niet nu en dan kun
nen zeggen, dat de katholieke school uiter
lijk aangroeit in ruimte, maar geestelijk in
goederen afneemt! Ware dit het geval, het
zwoegen onzer brave katholieken voor op
richting en onderhoud onzef Roomsehe
School, zou voor een groot deel doelloos zijn
geweest. Neen, hoe meer scholen, hoe meer
vooruitgang in geestelijke goederen!
„Spiritualibus amplificetur arguentis".
Vooral het hoofd moet den echten Room-
schen geest honden in de school; daar moet
verspreid worden de goede geur van Chris
tus: als in een lusthof moeten daar bloeien
de welriekende bloemen der deugd, der lief
de, der zuiverheid, der gehoorzaamheid, der
naarstigheid.
Het gedrag en voorbeeld, de opwekking en
de vermaning van den leeraar moeten bet
geestelijk leven van den leerling versterken
en vruchten doen dragen. „Spiritualibus
amplificetur arguentis".
Die taak is zwaar en dikwijls ondankbaar.
Maar het groot© middel bezit ge, om baar
met lust en succes te vervullen: het gebed.
„Auxiliare populo tuo 6upplicanti": Vooral
dat gebed, hetwelk ge zeer dikwijls, moge
lijk dagelijks tot God kunt storten, wanneer
de eeuwige Wijsheid des Vaders onder 6a-
cramenteele gedaante in uw hart rust!
Dan kunt ge zoo krachtig bidden voor n
zeiven, opdat nw roeping zekerder worde^
en voor uwe leerlingen, opdat ze bewaard
blijven voor het kwaad en gesterkt worden
in bet goede.
Blijft ge dit trouw doen, dan zult ge zelf
ook blijven behooren tot dien eeuwigen tem
pel, dien God voor Zijne Majesteit voorbe
reidt, en in dien tempel zult gij niet de minst
schitterende, steenen zijn, want: „die velen
zullen onderwezen hebben ter gerechtigheid,
zullen als sterren blinken in de eindelooze
eeuwigheid".
De voorzitter zeide dat men gaarne
zou handelen in den geest als door Mgr. was
gesproken en dankte de aanwezigen voor hun
opkomst, waarna Mgr. met gebed de verga*
dering ©loot.
FRANKRIJK EN DE KATH. KERK.
In antwoord op de bewering van Enten*
te-gezinde Nederlandsche bladen, dat eene
overwinning van Duitschland een gevaar
voor de Kath. Kerk zou vormen, schrijft de
ZeeTEerw. Heer A. Blomjous, Nederl. R.-K.
pr. in Duitschland, in bet weekblad „De Toe
komst" een betoog voor het tegendeel.
De Kath. Kerk, die zegt hij volgens
de Fransdben nu vooral van Duitechland
te vreezen heeft, wordt in Frankrijk sinds
ruim 85 jaar systematisch vervolgd. „Het
katholicisme ie een hindernis voor de repu-
blicaniseering. Wil Frankrijk de republiek
redden, dan moet bet met Rome breken",
schreef in 1879 Pillon. In hetzelfde jaar
werd Jules Grévy president en Leon Gam-
betta („Le cléricalismevoila 1'ennemi")
werd „le dauphin de la république". Onder
't eerste .ministerie van Grévy kreeg Ferry
de portefeuille van Onderwijs. Reeds zijne
benoeming was een oorlogsverklaring aan
de katholieken. Door dó eerste zijner wet
ten werd aan de Kath. Hoogescholen het
recht ontnomen den naam van Universiteit
te dragen en dat om doctorstitels te ver*
leenen. Die wet kwam neer op: gelijke plich
ten en ongelijke rechten voor de Katholieke
en de Staate-Hoogescholen.
Den 29sten Maart 1880 vaardigde Freyci-
net een decreet uit, dat nit allerlei oude en
lang vergeten wetten was samengesteld en
waaronder o.a. le. de orde der Jezuïeten
zich binnen een maand moest ontbinden en
zijne kloosters ontruimen; 2e. alle niet goed
gekeurde (gemachtigde) congregaties bin
nen drie maanden bij den Staat hunne goed
keuring moesten aanvragen; 52 mannea-
en 224 vrouwenorders vroegden de goedkeu
ring aan, die gewoonlijk geweigerd werd.
Den 16en October werdén de Carmelieten
en Barnabieten verdreven, anderen volg
den. dien len Januari 1881 waren reeds 261
kloosters gesloten, 5643 kloosterlingen ver
bannen. In 1881 ook werd de wet tegen
de bijzondere lagere scholen in de Kamer
met 866 tegen 121, in den Senaat met 165 te
gen 105 6temjnen aangenomen. In_ 't zelfde
jaar ging er ook de beruchte scheiding^wet
door. In 1884 besloot de Kamer alle kloos
terlingen uit de scholen te verbannen, eerst
in 1886 werd dit door den Senaat aangeno
men. De school zonder. God triomfeerde i»
Frankrijk. Intusscben had men. om eene
„goede" uitvoering der schoolwetten te be*
zorgen, het personeel der rechtbanken „ge
zuiverd"; 614 katholieke rechters werden af
gezet. Den Den Juli 1889 werd met 336 te*
gen 350 stemmen een wet aangenomen, die
de jonge geestelijken en theologanten in de
kazerne dreef. In 1892 werden door een zeer
onrechtvaardige wet de „kerkfabrieken" on
der staatscontrole gesteld. In 1899 werd Wal*
deek-Bousseau minister-president, die zijn#,
wetten tegen de kloosters reeds klaar had.
Deze wetten, die indruisehen tegen elk
rechtsgevoel, werden in de Kamer met 808
tegen 224, ia den Senaat met 169 tegen W
stemmen aangenomen. Rousseau had *'n
werk gedaan ©n ging. Comibee, de yerloopen
theologant, volgde hein op. Al' aanstonds
sloot hij 125 zusterkloosters, enkele maan
den later nog circa 1800 kloosterscholen. In
Juli en Augustus 1903 liet Oomhes 12.607 in-