m m IJJJ LUJ i i i i IJ LU LU LU i i i jij jij jij jij 'i i i rLr RECHTSZAKEN. KERKNIEUWS SPORT rn WEDSTRIJDEN m i 0 nze Kindercourant. Raadsels. üe uoriog en de Kinderen. Moeder wist raad. iehtingen, die door kloosterlingen bestuurd verden, sluiten en verzegelen. De klooster goederen werden verbeurd verklaard, bet vette van de buit kwam in de zakken der vervolgers. Dat de kloosters voor spotprij zen verkocht werden, is bekend; minder be vend is, hoeveel den „liquidateurs" ten deel viel. Onder Combes begon ook o.a. dat ha telijke systeem van spionnage en verklik king, dat eiken beschaafden staat tot schan de zon strekken. De kroon op het vervolgingswerk werd gezet door de „Scheidingswet". Met 341 te gen 233 stemmen nam de Kamer en met 179 tegen 103 stemmen nam de Senaat (resp. 3 Jnli en 8 Dec. 1905) deze onrechtvaardigste aller wetten aan. In 1910 verschenen bin nen 5 maanden niet minder als 13333 mi- nisterieele decreten, met den gelijkluiden- den inhoud: „Het armbestuur van krijgt de goederen der kerk van...." Vol gens officieele berichten bedroeg in 1912 de roof van kerkelijke goederen 331 millioen francs, waaronder 50 millioen voor stichtin gen van Missen. Wie onzer herinnert zich niet meer die laffe en schaamtelooze ver drijvingen van broeders en zusters?.... Niet één Duitsch minister heeft over onze Kerk gesproken, zooals Viviani, de „sterrendoo- ver aan het firmament", of als Combes,- de ex-Assumptionist. In niet één land ook wa ren de katholieken zoo laks en bang als in Frankrijk. Dat bewijzen o.a. de verkiezin- deu der laatste 30 jaren. Eén voorbeeld: In 1906, dus na de aanneming der schandelijke „Scheidingswet", voorspelde de „Croix" schitterende overwinningen der katholie ken, ende regeering zegevierde met 410 tegen 181 zetels. De „Croix" troostte zijne lezers: „De verkiezingen hebben niet het re sultaat gehad, dat wij gehoopt hadden. De mensch wikt, God beschikt. De wegen der Voorzienigheid zijn ondoorgrondelijk. Wij moeten ons geheel aan haar overgeven." Op dien flauwen praat antwoordde de „Osser- vatore Romano": „De nederlaag der katho lieken werd veroorzaakt door hun eigene nalatigheid en bangheid. Velen gingen nit angst nog niet eens ter stembus". Ook bij de laatste verkiezing (Juni 1914) waren de katholieken weder te bang of te lui om te stemmen en lieten de regeering nog een paar zetels winnen.... Kort voor den oor log liet de regeering nog 138 scholen van kloosterlingen met 62,000 leerlingen sluiten. Ook gedurende den oorlog hield noch houdt de vervolging op. Einde September moest de „Croix" zelf bekennen: „Met recht verwijten wij den Pruisen roof en plunde ring. Maar is het dan niet eene schande, dat onze eigene regeering juist dezelfde verwijten verdienen meet?" Ik wijs er nog slechts op, hoe ook in dezen oorlog onze godsdienst in de hospitalen bespot werd en tegengewerkt, lioe men zoovele klachten hoorde, dat oorlogsondersteuningen gewei gerd werden aan katholieken, die hunne kin deren niet naar de openbare school stuur den. Hoe ook nu nog onze godsdienst bespot wordt, toont o.a. ook die prentbriefkaart, die in groote menigte verspreid werd, en waarop ons heerlijkste gebed godislastelijk geparodieërd werd als: „Notre Joffre qui êtes au feu," enz. Dit godslasterlijke en verfoeilijke stuk is elders in deze courant besproken. Red. Door het optreden van den Duitschen Kardinaal v. Hartmann worden in Duitech- land de Fransche priesters, die in den oor log gevangen genomen worden, als officie ren behandeld. In Frankrijk moeten ze die nen, als alle anderen.... Ik heb hier slechts even eenige der Fran sche vervolgingswetten opgenoemd, de voor beelden van vervolging der katholieken zijn ontelbaar. Dat de katholieken zelf de hoofd schuldigen zijn aan die vervolging, zal nog meer blijken uit mijn tweede artikel. En de katholieken van dat land schrijven, dat het gevaar voor onze Kerk van Duitschland komt! En Hollandsdhe kranten nemen zoo iets over, zonder een enkel woordje van critiek! Zoo iets schreven Fransche kar tholieken, die zich in hun eigen land alles moeten laten welgevallen, die getoond heb ben in bun eigen land bijna niets tot stand te kunnen brengen, die de wereld sinds ja ren lang het treurigste voorbeeld van onder linge tweedracht gegeven hebben en zelfs niet booren wilkïen naar de vermanende stem van Paus Leo XIII. En zulke katholie ken zoeken nu in allerlei geschriften de ka tholieken van neutrale landen er van te overtuigen, dat :het gevaar voor hunne Kerk in Duitschland ligt! Moge God, die door de Duitsche vorsten en legeraanvoerders als opperste Bevelheb ber erkend wordt, het gevaar afweren, dat de Katholieke Kerk in andere landen in demzelfden toestand kome, als in Frankrijk de ongetrouwste harer dochters! n 5 f Er is slechts één katholiek blad in Ne derland,, naar wij meenen, dat uitdrukkelijk in deze richting werkt. Red. KARDINAAL VAN ROSSUM. Naar de „Osservatore Romano" meldt, ia Z.Em. Kardinaal van Rossum door Z. H. den Paus benoemd tot protector van de Congregatie der Broeders van O. L. V. Moeder van Barm hartigheid te Tilburg. KAPELAAN H. TH. DE BOUTER t. Gisterenmorgen, is te Enschede in den ouder dom van 39 jaar overleden de weleerw. heer H. Th. de Bouter, sinds twaalf en een half jaar kapelaan der parochie van den H. Jacobus aldaar. Bestoven koek op de Leidsche markt. Een kramer te Leiden die in een kraam op de Zaterdagsohe markt koek had uitgesteld zon der deze voor het opwaaiende stof te bedek ken, werd door den inspecteur van politie, den beer Eskens, op grond van de in deze gemeente kort geleden ingevoerde verordening op de keu ring van levensmiddelen geverbaliseerd, daar deze verordening verbiedt eet- en drinkwaren zoodanig uit te stellen dat zij voor de gezond- heid schadelijke eigenschappen kunnen ver krijgen. Dit was volgens genoemden ambtenaar in casu het geval daar het straatstof dat op de koek neer valt, inderdaad voor de gezondheid nadeelige eigenschappen kan bevatten. De zaak werd Maandag voor het kantongerecht behan deld en de hoofdinspecteur der volksgezondheid, dr. Th. G. den Houter, daarin gehoord. Deze gaf toe dat het uit oogpunt der volks gezondheid aanbeveling zou verdienen dat eet- en drinkwaren seeds in gesloten vitrines wer den bewaard en dat bij niet de mogelijkheid zou durven ontkennen dat de koek door het stof zou kunnen worden besmet, doch wanneer men over de nadeelige werking van het stof spreekt doet men dit meer in het bijzonder in verband met de ademhalingsorganen. De ambtenaar van het O. M., mr. A. van der Eist, meende evenwel dat hier inderdaad in strijd met art. 5 der bedoelde verordening was gehandeld en eisehte daarom een gulden boete. Faillissementen in Nederland, Volgens mededeeling van het Handelsinfor matiebureau van Van der Graaf Co.'s Bur- reaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week, eindigende 29 Juni, in Nederland uitge sproken 35 faillissementen tegen 29 failliss» menten in dezelfde week van het vorige jaar. "V an 1 Januari tot en met bovengenoemde! datum 701 faillissementen tegenover 920 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Faillissementen. Failliet verklaard: 24 Juni: W. H. van Trigt, expediteur, lid der firma Slag Van Tright, te Amsterdam, Miquelstr. 40. 2 Juli: A. L. P. Grijseels, schoenmaker, 's-Gravenhage, Paul Krugerstraat 58. H. A. Veringa, werktuigkundige, Amster dam, Vaartstr. 48. A. Baarsehers, boekhandelaar, Sclievénin- gen. P. Recourt, 's-Gravenhage. Ethevenüigsclio Wielerbaan. De koppelwedsf rijd had Zondag maar een matig publiek caa.- de baan gelokt. Er werd echter warm gestreden dooi de twin tig deelnemers, en er waren ook spannend oogenblikken. Het publiek lc. - zóó mede met den strijd dat er van den kant der toeschouwers herhaaldelijk premie i in geiJ en flesschen champagne werd uitgeloo. De wedstrijd liep op 100 ki o eter werd zonder motoren gereden. .1 uitsla; werd geregeld naar liet aantal p uiten doo eeue jury toegekend. D eind ;-.r.-nag wa als volgt: 1. Schilling—B i o 42 p 2. MoeskopsVan der Wiel v p. 3. Leoi Buijsse—Debaere 21 p, 4, t- Lm., 23 p.; Gebroeders Ce buis t.> ji. ilrk lens—Leene 19 p., 7. At.geai s. ar V'o. 9 p., 8. TullekenNijiaid Op Louters Méchant en Scliraepeu- m i aevers g allen. Ja, ook de kinderen krijgen van vandaag af niet alleen een paar raadsels of een kitin verhaaltje, maar wel een halve blad zijde in de courant. En om te maken dat je goed tijd hebt om alles wat in de „Kindercourant" komt te lezen, te teekenen, te knippen en op te lossen of wat er allemaal verder nog mee gebeuren moet, zullen we de „Kinder courant" altijd op Dinsdagavond laten ver schijnen. 's Woensdagsmiddags hebben de meesten van jelui toch vrijaf, nietwaar, en dan zou je, ais je niets te doen had, het je moe maar lastig maken of wie .weet je eigen duchtig vervelen. En nu weet ik wel, dat vooral met den zomer velen van jelui je heel aardig kunt bezig houden, maar eenige mooie verhaal tjes en zoo wat knutselwerk, een nieuw spelletje, raadseltjes en wat de „Kinder courant" zal bevatten, dat zal jelui allemaal toch zeker opperbest bevallen. Als er dan bovendien nog mooie prijzen komen voor die de raadsels het best oplos sen of de mooiste inzendingen sturen van .wat geschikt is om in de Kindercourant opgenomen te worden dan ben ik er zeker van dat jelui allemaal goede vrienden zult worden van den redacteur, die voor de jon gelui zorgen zal, dat ze iederen Dinsdag avond hun portie lectuur enz. vinden, he. Je moet nu maar eens kijken wat hieron der alles volgt, en als we nu een week of zes aan den gang zijn en je zegt: dit of dat zou ik graag nog in de kindercourant willen hebben, dan mag je mij dat gerust in een briefje vragen. Als het kan, zal ik graag aan jullie wenschen voldoen. Op de eerste plaats volgen hier twintig raadsels, die je eens moet prebeeren op te lossen. De volgende week komen de ant woorden, dan kun je zien of je het allemaal goed gehad hebt. 1. 2. 4. 5. 6. is een soort van aarde. 4. 6. 1. is een meisjesnaam. 2. 8. 5. 4 is een lichaamsdeel. De 4. 3. 2. is een rivier. Mijn geheel is. een fraaie plant. Een 1. 2. 8. is een stuk speelgoed'. Een 4. 5. 6. .7, is zwaar, '1 Een 2. .7, 4. 5. 6, .wordt bij studie gebruikt, 3. De 3. 4. 5. 6. is ook een rivier. De 1. 2. 3. 4. is een drank. De 5. 4. 3 is ook een drank uit den ouden tijd. Mijn geheel is weer een rivier, ,Wie kan van een E een M maken zonder iets uit te vegen of bij te zetten?. 6. Wie heeft wel een hals maar geen hoofd, wel een voet maar geen beenen? Wie kan bij 0 nog 3 bijvoegen zoo dat het samen 30 .wordt? .7, Maak van deze 24 stokjes zonder er 'één ongebruikt te laten of er stokjes bij te ne- Ten. een andere figuur met 5. vierkanten. 8. Hier hebt ge een figuur, bestaande uit zestig stokjes. Nu moet ge er eens 32 stokjes afnemen, en wel zoodanig, dat er 5 vier kanten overblijven. Ook moet go er eens 34 stokjes afnemen, zoodanig dat er 2 vierkanten overblijven. Maar pas op dat ge niet bij den neus genomen wordt. 9. Wie weet welke de grootste en prachtigst geschilderde brug van de wereld is? 10. 2. 3. 4. 5. 6. is een lichaamsdeel. 4. 6. 5. 1. 2. is een stad in Duitschland. 3. 2. 1. 5. 6. is een weersverschijnsel. Draait men dit laatste om, dan krijgt men iets dat niemand graag verliest. Wie ben ik? 11. De 1. 2. 3. 4. is een kostbare gave. Een 2. 3. 4. 6. 6. 7 is een groot gebouw. Een 1. 2. 3. 6. 7. vindt men aan vele voor werpen in de huishouding. Mijn geheel wordt gebruikt om te drukken. 12. Een 4. 6. 6. 7. is een hemellichaam. Een 1. 2. 3. is rond. Mijn geheel zit aan sommige vruchten. Wie ben ik? 1.3. Uit de letters die hieronder staan moet je eens vier bekende steden in Engeland bij elkaar zoeken: irvdbtrlslori orhweaelpvoo o h i 14. x X X Op iederé liggende rij een meisjesnaam, op de staande kruisjesrij óók een meisjes naam. 15. Wie kan dit lezen? r r 16. Ik ben kort en als men mij langer maakt word ik korter. Wie begrijpt het? 17. Ik ben heel dun en fijn. Laat de eerste letter van mijn naam weg en ik word een dier. Wie ben ik? 18. dnese.roo ismeelde oorlgogi i hhsdnees Wat zou hier wel staan?. 19. Wat is het verschil tusschen de aarde en een menu? 20. Zoek uit de onderstaande letters de na men van zes visschen: asbhspal lanasokg kgbciioe n i 1 r h e r n Dit is geen verhaaltje, kinderen, al gaat het over den oorlog. Ik wou jelui eens even vragen of je er wel eens aan gedacht hebt wat de oorlog beteekent voor al die honderd duizenden kinderen in Engeland en Frank rijk en Duitschland, België en Rusland en Oostenrijk en nog zooveel meer landen en volken, waar de vaders ten oorlog hebben moeten trekken en de kinderen met hun moeder in angstige bezorgdheid achterlieten. Gij houdt allen veel van uw vader, niet waar? W elnu, stel u eens voor dat gij uw goeden vader moest zien wegtrekken, niet zooais een aantal uwer dat reeds ondervonden heb ben, om ergens in Noord-Brabant of een andere grensprovincie oefeningen mee te maken of de wacht te houden maar we zenlijk naar het tooneel van den oorlog, waar ieder oogenblik soldaten sneuyelen of zwaar der of lichter gewond worden. Hoe verschrikkelijk moet niet voor de kinderen in Duitschland of Frankrijk de gedachte zijn dat vader daar ginds aan het front is en ieder oogenblik door de stukken van een uiteenbarstende granaat of door een geweerkogel getroffen kan wor den 1 En dan die wezenlijk honderdduizen den kinderen, wier vaders nooit meer naar hun dierbaren terugkeeren, die nadat ze overhaast uit den kring van hun gezin heb ben moeten vertrekken daar ginds in het verre land sneuvelen en met tientallen an dere gedooden in één grooten kuil begraven worden, terwijl de achtergeblevenen niets krijgen dan een akelig kort doodsbericht, en dikwijls zell's dat nog niet eens. Bij anderen komt vader wél thuis, maar voor zijn ie. en ongelukkig of verminkt. Blind of zonder armen of de beide beenen afgezet zoo zendt dan de oorlog den armen moe ders en kinderen hun vader terugl Nog ergeri Niet enkel de vaders, ook de groote broers moeten mee in den oorlog en er zijn gezinnen geweest, waarvan twee, drie of meer leden sneuvelden of zwaar ge wond werden. Wat vreeselijk moet de toe stand van die overblijvenden zijn! En waarom spreek ik jelui nu hier in de kindercourant over al die akeligheden, denk je wel, kinderen? Luistert eens hier. Er zal natuurlijk wel niemand onder ons allen zijn, die niet graag al die afschuwelijkheid van den oorlog zoo gauw mogelijk zou willen zien ophouden, he. En daarvoor is eigenlijk maar één groot middel: bidden. Bidden zoolang en zoo aan houdend dat Onze Lieve Heer eindelijk onze gebeden wei moet verhooren. Bidden dat Hij daar ginds in België en Frankrijk, in Polen en Galicië, in Italië en bij Konstantinopel al dat vechten doe ophouden en aan de wereld den vrede terugsehenke, bidden vooral ook opdat ten minste wij hier in Nederland voor de ramp van den oorlog gespaard blijven, opdat uw vader en groote broers niet aan den wreeden oorlog ten offer vallen. In het begin van den oorlog, toen de meeste mensclien dachten dat het zoolang niet duren zou, gaf haast iedereen gehoor aan den oproep van den Paus om voor den vrede te bidden. Aiaar de groote mensclien worden door de drukte van hun zaken gauw van de gedachten aan bidden voor den vrede afgetrokken, en ze zijn door het dagelijksche couranten lezen al zóó aan de gruwelen van den oorlog gewoon geraakt, dat ze haast niet ineer denken aan die honderdduizenden arme kinderen, wier vaaers ea broers uit den oorlog niet meer terugkeeren. Maar jelui hebt het niet zoo druk, jelui moet blijven bidden tot God je gebed ver hoort. Bovendien weet jelui ook wel dat Onze Lieve Heer naar het gebed der kinderen, der onschuldige kinderen vooral en dat zijn de meesten van jelui gelukkig nog zoo gaarne luistert. Daarom ook moeten vooral de kinderen om vrede bidden voor de wereld tot den goeden God, Die tijdens Zijn leven op aarde tot de Apostelen ge zegd heeic: „Laat de Kinderen tot Mij komen!" Dus afgesproken? Geen van jelui moet ook maar één dag laten voorbijgaan zonder eenige Weesgegroeten voor den vrede te bidden. Al zou door het gebed van u allen de oorlog ook maar één dag vroeger eindi gen, dan zoudt ge daardoor honderden en misschien duizenden gezinnen voor groot ongeluk bewaard hebben, want 't is erg maar op één dag sneuvelen er dikwijls vele duizenden soldaten! Bidden dus voor den vrede, kinderen, en veel denken aan die andere kinderen, zoo veel ongelukkiger dan gij, die hun vaders en broeders reeds in den strijd verloren hebben of nog iederen dag in de bangste onzekerheid leven, wat er met vader of broers gebeuren zal! Joh an kwam geregeld met slechte berich ten en leelijlke punten-lijstjes uit school thuis. Was hij dan zoo dom? Heelemaal niet Salomon was hij hem terdeeg thuis, zooals de menschen wel eens zeggen. Maar 't liep hem altijd tegen, verklaarde hij. Of hij zidh al voornam om zich flink op zijn werk toe te leggen, geen domme of onvoor zichtige dingen te doen en zich niet dioor makkers, net even speelsch en onnadenkend als hij, te laten verleiden tot allerlei kleine onoplettendheid en lastige-jongensstreken er kwam van zijin goed© voornemens niet heel veel terecht. En thuis was het al net precies zoo. Hij wou wel goed en wist veel te goed dat moe met haar groote huishouden toch al last en zorgen genoeg had, om niet te begrijpen dat hij jongen van haast twaalf jaar lie ver het noodige moest doen om haar wat te verlichten in die zorgen en te helpen, dan haaT door lastige kuren en allerlei onr gehoorzaamheid verdriet te doen. „Och moe", klaagde hij eens, toen ze hem weer eens gezegd had dat het toch erg was, zoo weinig als hij er om scheen te geven, dat hij het haar lastig en moeilijk maakte, „och moe, ik wil toch heusch graag goed oppasen, maar het lukt me zoo slecht. U weet zelf heel goed, dat ik het zoo kwaad niet bedoel, maar alls ik 's morgens mij voor neem om heel den dag goed op te passen, dan is er 's avonds meestal toch niets van gekomen Johan wès inderdaad geen kwade jongen, dat wist moe ook. Hij was bepaald goed hartig, en met een paar woorden kon ze dik wijls heel veel van hem gedaan krijgen. Maar jammer, dat hij 't dikwijls o zoo gauw weer vergeten waa. „Nu Jo", sprak moeder op dien avond, toen hij klaagde dat al zijn goede voorne mens hem niets hielpen, „dan moet ge eens veertien dagen lang precies doen wat ik zeg, en daarna kom je hij me om me te vertellen of het geholpen heeft. Willen w© dat af spreken?'- „Graag moe", was het antwoord, en moe hoorde aan den toon van zijn stern hoe goed hij het meende. „Nu, kom eens hier. Je weet ho© dikwijls ik al gezegd heb dat je 'smorgens niet zoo lang in je bed moet blijven liggen. Sta nu eens veertien dagen lang dadelijk op als ik je roep. Dan hid je niet in d© haast zooals meestal maar langzaam en eerbiedig je morgengebed en na het ontbijt ga je naai de H. Mie. Als je heel vroeg bent, mag je ook te Communie gaan. Dan draag je de H. Mis aan Onzen Lieven Heer op, opdat Hij je helpe je dagtaak goed te vervullen. en met de gedachte; nu zó) Onze Lieve Heer me ook helpen, ga je dan aan den gang. Als je dal nu zoo veertien dagen achter een gedaan hebt, zal ik je eens vertellen van iemand die het ook geprobeerd heeft" Moe hoefde niet te vragen of 't ook hielp Was Johan dan in 't geheel niet lastig of orgezeggelijk meer de volgende dagen? Kan je begrijpen! Voor een „heilig boontje" had (hij nu eenmaal een veel te woe V e, on rus tige natuur. Maar als het mis werd, hoefde moe maar even ernstig te kijken of even „Johan" te zeggen en hij dacht er dadelijk weer aan wat hij 's morgens aan Onzen Lieven Heer beloofd had. Met moeite slaagde hij er in, de veertien dagen vol te laten worden eer hij weer mot moe er over kon spreken. Maar de twee we ken waren dan toch ook nog maar net om of hij kwam hij haar en met een hartelijken kus zei Ihij: „O moe, hebt u het gemerkt, Eoe goed het geholpen heeft?" En toen ze liem zoo echt-gelukkig toe lachte en zei dat hij „haar beste Johan" was en dat hij haar zoo goed geholpen had al dien tijd, toen wist Johan van blijdschap niet hoe hij zich houden zou. „En nu oppassen, beste jongen, clat je niet weer verslapt", zei moe. „Je moet denken: juist als de mensehen zoo flink vooruitgaan op den goeden weg, komt de duivel probee- ren hen weer den verkeerden kant op te trekken. Dus houd maar flink vol. Als j« mèt God den dag begint, weigert Hij zijn hulp nooit." Den volgenden keer het verhaaltje dat Jo han nu van mo© nog te hoo-en kreeg. Wi© van jelui gaat ook iederen dag naar d© H. Mis om Gods zegen over het werk van den dag te vragen? Als j© het nog niet doet, probeer het dan maar eems net ala Johan! VAN TRAMS GESPROKEN. Kleine Willem woont in een stad waar geen andere dan electris^he trams rijden. Óp een mooien zomerdag was hij met zijn pa een verre wandeling wezen maken en daar had hij in een buitendorpj© een paar dentram gezien. „O moe", riep hij toen hij thuis kwam, „raad u nu eëns wat ik gezien heb! Een tramwagen die was nog te lui om alleen voort te rijden, en toen hebben ze hem nr yt een paard moeten voorttrekken! Drie dagen later was d© kleine man nog niet bekomen van zijn verontwaardiging over „die luie tram". Nu aan het slot van deze eerste Kinder courant nog één ding. AI de jeugdige lezers en lezeressen van deze rubriek mogen aam mij inzenden raadsels, rebussen, aardig© veisjes, mooie verhaaltjes en wat ze nog meer denken dat voor de Kindercourant geschikt is. Als ik het dan óók goed er voor vind wordt het, zoover er plaats is, opgeno men, soms met den naam van den inzend© of de inzendster er bij, ook wel eens zónd- dezen. Dat kan ©r aan liggen. Maar niet alles wat ik gezonden krijg, zal; opgenomen kunnen worden. Op d© eerste plaats al niet wat nift héél mooi en en zonder groote fouten geschreven is. Ten tweede niet wat al ©ens ergens anders ge drukt is. J« mag dus niets uit een coairan of boek overschrijven en inzenden, t Moe» óf zelf verzonnen óf door vader of moedmv grootere broers of zusters bedacht zun. DsH mHet papier waarop ge zulke dingen voo* de Kindercourant schrijft, mag maarjuto, één kant beschreven worden. En het aar» moet wezen: Aan den Redacteur van d© Kin dercourant, Kinderhuis vest 29/38. Haarlem Voor wie wezenlijk mooie en aardige gen inzendt, heb ik heel wat prijzen klaaj liggen. Wat dat allemaal is, zal ik je ee anderen keer wel eens vertellen. Tot de volgend© week, hoorl DE REDACTEUR VAN 0% KINDERCOURANT. DE KINDERCOURANT vSSR. I 8. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 8