m m
IJJJ
LUJ
i i i i
IJ
LU
LU
LU
i i i
jij
jij
jij
jij
'i i i
rLr
RECHTSZAKEN.
KERKNIEUWS
SPORT rn WEDSTRIJDEN
m i
0
nze Kindercourant.
Raadsels.
üe uoriog en de Kinderen.
Moeder wist raad.
iehtingen, die door kloosterlingen bestuurd
verden, sluiten en verzegelen. De klooster
goederen werden verbeurd verklaard, bet
vette van de buit kwam in de zakken der
vervolgers. Dat de kloosters voor spotprij
zen verkocht werden, is bekend; minder be
vend is, hoeveel den „liquidateurs" ten deel
viel. Onder Combes begon ook o.a. dat ha
telijke systeem van spionnage en verklik
king, dat eiken beschaafden staat tot schan
de zon strekken.
De kroon op het vervolgingswerk werd
gezet door de „Scheidingswet". Met 341 te
gen 233 stemmen nam de Kamer en met 179
tegen 103 stemmen nam de Senaat (resp. 3
Jnli en 8 Dec. 1905) deze onrechtvaardigste
aller wetten aan. In 1910 verschenen bin
nen 5 maanden niet minder als 13333 mi-
nisterieele decreten, met den gelijkluiden-
den inhoud: „Het armbestuur van
krijgt de goederen der kerk van...." Vol
gens officieele berichten bedroeg in 1912 de
roof van kerkelijke goederen 331 millioen
francs, waaronder 50 millioen voor stichtin
gen van Missen. Wie onzer herinnert zich
niet meer die laffe en schaamtelooze ver
drijvingen van broeders en zusters?.... Niet
één Duitsch minister heeft over onze Kerk
gesproken, zooals Viviani, de „sterrendoo-
ver aan het firmament", of als Combes,- de
ex-Assumptionist. In niet één land ook wa
ren de katholieken zoo laks en bang als in
Frankrijk. Dat bewijzen o.a. de verkiezin-
deu der laatste 30 jaren. Eén voorbeeld: In
1906, dus na de aanneming der schandelijke
„Scheidingswet", voorspelde de „Croix"
schitterende overwinningen der katholie
ken, ende regeering zegevierde met 410
tegen 181 zetels. De „Croix" troostte zijne
lezers: „De verkiezingen hebben niet het re
sultaat gehad, dat wij gehoopt hadden. De
mensch wikt, God beschikt. De wegen der
Voorzienigheid zijn ondoorgrondelijk. Wij
moeten ons geheel aan haar overgeven." Op
dien flauwen praat antwoordde de „Osser-
vatore Romano": „De nederlaag der katho
lieken werd veroorzaakt door hun eigene
nalatigheid en bangheid. Velen gingen nit
angst nog niet eens ter stembus". Ook bij
de laatste verkiezing (Juni 1914) waren de
katholieken weder te bang of te lui om te
stemmen en lieten de regeering nog een
paar zetels winnen.... Kort voor den oor
log liet de regeering nog 138 scholen van
kloosterlingen met 62,000 leerlingen sluiten.
Ook gedurende den oorlog hield noch houdt
de vervolging op. Einde September moest
de „Croix" zelf bekennen: „Met recht
verwijten wij den Pruisen roof en plunde
ring. Maar is het dan niet eene schande,
dat onze eigene regeering juist dezelfde
verwijten verdienen meet?" Ik wijs er
nog slechts op, hoe ook in dezen oorlog onze
godsdienst in de hospitalen bespot werd en
tegengewerkt, lioe men zoovele klachten
hoorde, dat oorlogsondersteuningen gewei
gerd werden aan katholieken, die hunne kin
deren niet naar de openbare school stuur
den. Hoe ook nu nog onze godsdienst bespot
wordt, toont o.a. ook die prentbriefkaart,
die in groote menigte verspreid werd, en
waarop ons heerlijkste gebed godislastelijk
geparodieërd werd als: „Notre Joffre qui
êtes au feu," enz.
Dit godslasterlijke en verfoeilijke stuk
is elders in deze courant besproken. Red.
Door het optreden van den Duitschen
Kardinaal v. Hartmann worden in Duitech-
land de Fransche priesters, die in den oor
log gevangen genomen worden, als officie
ren behandeld. In Frankrijk moeten ze die
nen, als alle anderen....
Ik heb hier slechts even eenige der Fran
sche vervolgingswetten opgenoemd, de voor
beelden van vervolging der katholieken zijn
ontelbaar. Dat de katholieken zelf de hoofd
schuldigen zijn aan die vervolging, zal nog
meer blijken uit mijn tweede artikel. En
de katholieken van dat land schrijven, dat
het gevaar voor onze Kerk van Duitschland
komt! En Hollandsdhe kranten nemen zoo
iets over, zonder een enkel woordje van
critiek! Zoo iets schreven Fransche kar
tholieken, die zich in hun eigen land alles
moeten laten welgevallen, die getoond heb
ben in bun eigen land bijna niets tot stand
te kunnen brengen, die de wereld sinds ja
ren lang het treurigste voorbeeld van onder
linge tweedracht gegeven hebben en zelfs
niet booren wilkïen naar de vermanende
stem van Paus Leo XIII. En zulke katholie
ken zoeken nu in allerlei geschriften de ka
tholieken van neutrale landen er van te
overtuigen, dat :het gevaar voor hunne Kerk
in Duitschland ligt!
Moge God, die door de Duitsche vorsten
en legeraanvoerders als opperste Bevelheb
ber erkend wordt, het gevaar afweren, dat
de Katholieke Kerk in andere landen in
demzelfden toestand kome, als in Frankrijk
de ongetrouwste harer dochters!
n 5 f
Er is slechts één katholiek blad in Ne
derland,, naar wij meenen, dat uitdrukkelijk
in deze richting werkt. Red.
KARDINAAL VAN ROSSUM.
Naar de „Osservatore Romano" meldt, ia
Z.Em. Kardinaal van Rossum door Z. H. den
Paus benoemd tot protector van de Congregatie
der Broeders van O. L. V. Moeder van Barm
hartigheid te Tilburg.
KAPELAAN H. TH. DE BOUTER t.
Gisterenmorgen, is te Enschede in den ouder
dom van 39 jaar overleden de weleerw. heer H.
Th. de Bouter, sinds twaalf en een half jaar
kapelaan der parochie van den H. Jacobus
aldaar.
Bestoven koek op de Leidsche markt.
Een kramer te Leiden die in een kraam op
de Zaterdagsohe markt koek had uitgesteld zon
der deze voor het opwaaiende stof te bedek
ken, werd door den inspecteur van politie, den
beer Eskens, op grond van de in deze gemeente
kort geleden ingevoerde verordening op de keu
ring van levensmiddelen geverbaliseerd, daar
deze verordening verbiedt eet- en drinkwaren
zoodanig uit te stellen dat zij voor de gezond-
heid schadelijke eigenschappen kunnen ver
krijgen.
Dit was volgens genoemden ambtenaar in
casu het geval daar het straatstof dat op de
koek neer valt, inderdaad voor de gezondheid
nadeelige eigenschappen kan bevatten. De zaak
werd Maandag voor het kantongerecht behan
deld en de hoofdinspecteur der volksgezondheid,
dr. Th. G. den Houter, daarin gehoord.
Deze gaf toe dat het uit oogpunt der volks
gezondheid aanbeveling zou verdienen dat eet-
en drinkwaren seeds in gesloten vitrines wer
den bewaard en dat bij niet de mogelijkheid zou
durven ontkennen dat de koek door het stof
zou kunnen worden besmet, doch wanneer men
over de nadeelige werking van het stof spreekt
doet men dit meer in het bijzonder in verband
met de ademhalingsorganen.
De ambtenaar van het O. M., mr. A. van der
Eist, meende evenwel dat hier inderdaad in
strijd met art. 5 der bedoelde verordening was
gehandeld en eisehte daarom een gulden boete.
Faillissementen in Nederland,
Volgens mededeeling van het Handelsinfor
matiebureau van Van der Graaf Co.'s Bur-
reaux voor den Handel zijn over de afgeloopen
week, eindigende 29 Juni, in Nederland uitge
sproken 35 faillissementen tegen 29 failliss»
menten in dezelfde week van het vorige jaar.
"V an 1 Januari tot en met bovengenoemde!
datum 701 faillissementen tegenover 920 over
hetzelfde tijdperk van het vorige jaar.
Faillissementen.
Failliet verklaard: 24 Juni: W. H. van Trigt,
expediteur, lid der firma Slag Van Tright,
te Amsterdam, Miquelstr. 40.
2 Juli: A. L. P. Grijseels, schoenmaker,
's-Gravenhage, Paul Krugerstraat 58.
H. A. Veringa, werktuigkundige, Amster
dam, Vaartstr. 48.
A. Baarsehers, boekhandelaar, Sclievénin-
gen.
P. Recourt, 's-Gravenhage.
Ethevenüigsclio Wielerbaan.
De koppelwedsf rijd had Zondag maar een
matig publiek caa.- de baan gelokt. Er
werd echter warm gestreden dooi de twin
tig deelnemers, en er waren ook spannend
oogenblikken. Het publiek lc. - zóó mede
met den strijd dat er van den kant der
toeschouwers herhaaldelijk premie i in geiJ
en flesschen champagne werd uitgeloo.
De wedstrijd liep op 100 ki o eter
werd zonder motoren gereden. .1 uitsla;
werd geregeld naar liet aantal p uiten doo
eeue jury toegekend. D eind ;-.r.-nag wa
als volgt: 1. Schilling—B i o 42 p
2. MoeskopsVan der Wiel v p. 3. Leoi
Buijsse—Debaere 21 p, 4, t- Lm.,
23 p.; Gebroeders Ce buis t.> ji. ilrk
lens—Leene 19 p., 7. At.geai s. ar V'o.
9 p., 8. TullekenNijiaid Op Louters
Méchant en Scliraepeu- m i aevers g allen.
Ja, ook de kinderen krijgen van vandaag
af niet alleen een paar raadsels of een
kitin verhaaltje, maar wel een halve blad
zijde in de courant.
En om te maken dat je goed tijd hebt
om alles wat in de „Kindercourant" komt
te lezen, te teekenen, te knippen en op te
lossen of wat er allemaal verder nog
mee gebeuren moet, zullen we de „Kinder
courant" altijd op Dinsdagavond laten ver
schijnen. 's Woensdagsmiddags hebben de
meesten van jelui toch vrijaf, nietwaar, en
dan zou je, ais je niets te doen had, het je
moe maar lastig maken of wie .weet je eigen
duchtig vervelen.
En nu weet ik wel, dat vooral met den
zomer velen van jelui je heel aardig kunt
bezig houden, maar eenige mooie verhaal
tjes en zoo wat knutselwerk, een nieuw
spelletje, raadseltjes en wat de „Kinder
courant" zal bevatten, dat zal jelui allemaal
toch zeker opperbest bevallen.
Als er dan bovendien nog mooie prijzen
komen voor die de raadsels het best oplos
sen of de mooiste inzendingen sturen van
.wat geschikt is om in de Kindercourant
opgenomen te worden dan ben ik er zeker
van dat jelui allemaal goede vrienden zult
worden van den redacteur, die voor de jon
gelui zorgen zal, dat ze iederen Dinsdag
avond hun portie lectuur enz. vinden, he.
Je moet nu maar eens kijken wat hieron
der alles volgt, en als we nu een week of zes
aan den gang zijn en je zegt: dit of dat zou
ik graag nog in de kindercourant willen
hebben, dan mag je mij dat gerust in een
briefje vragen. Als het kan, zal ik graag
aan jullie wenschen voldoen.
Op de eerste plaats volgen hier twintig
raadsels, die je eens moet prebeeren op te
lossen. De volgende week komen de ant
woorden, dan kun je zien of je het allemaal
goed gehad hebt.
1.
2. 4. 5. 6. is een soort van aarde.
4. 6. 1. is een meisjesnaam.
2. 8. 5. 4 is een lichaamsdeel.
De 4. 3. 2. is een rivier.
Mijn geheel is. een fraaie plant.
Een 1. 2. 8. is een stuk speelgoed'.
Een 4. 5. 6. .7, is zwaar, '1
Een 2. .7, 4. 5. 6, .wordt bij studie gebruikt,
3.
De 3. 4. 5. 6. is ook een rivier.
De 1. 2. 3. 4. is een drank.
De 5. 4. 3 is ook een drank uit den
ouden tijd.
Mijn geheel is weer een rivier,
,Wie kan van een E een M maken zonder
iets uit te vegen of bij te zetten?.
6.
Wie heeft wel een hals maar geen hoofd,
wel een voet maar geen beenen?
Wie kan bij 0 nog 3 bijvoegen zoo dat
het samen 30 .wordt?
.7,
Maak van deze 24 stokjes zonder er 'één
ongebruikt te laten of er stokjes bij te ne-
Ten. een andere figuur met 5. vierkanten.
8.
Hier hebt ge een figuur, bestaande uit
zestig stokjes. Nu moet ge er eens 32 stokjes
afnemen, en wel zoodanig, dat er 5 vier
kanten overblijven.
Ook moet go er eens 34 stokjes afnemen,
zoodanig dat er 2 vierkanten overblijven.
Maar pas op dat ge niet bij den neus
genomen wordt.
9.
Wie weet welke de grootste en prachtigst
geschilderde brug van de wereld is?
10.
2. 3. 4. 5. 6. is een lichaamsdeel.
4. 6. 5. 1. 2. is een stad in Duitschland.
3. 2. 1. 5. 6. is een weersverschijnsel.
Draait men dit laatste om, dan krijgt men
iets dat niemand graag verliest. Wie ben ik?
11.
De 1. 2. 3. 4. is een kostbare gave.
Een 2. 3. 4. 6. 6. 7 is een groot gebouw.
Een 1. 2. 3. 6. 7. vindt men aan vele voor
werpen in de huishouding.
Mijn geheel wordt gebruikt om te drukken.
12.
Een 4. 6. 6. 7. is een hemellichaam.
Een 1. 2. 3. is rond.
Mijn geheel zit aan sommige vruchten.
Wie ben ik?
1.3.
Uit de letters die hieronder staan moet
je eens vier bekende steden in Engeland
bij elkaar zoeken:
irvdbtrlslori
orhweaelpvoo
o h i
14.
x
X
X
Op iederé liggende rij een meisjesnaam,
op de staande kruisjesrij óók een meisjes
naam.
15.
Wie kan dit lezen?
r r
16.
Ik ben kort en als men mij langer maakt
word ik korter.
Wie begrijpt het?
17.
Ik ben heel dun en fijn. Laat de eerste
letter van mijn naam weg en ik word een
dier.
Wie ben ik?
18.
dnese.roo
ismeelde
oorlgogi i
hhsdnees
Wat zou hier wel staan?.
19.
Wat is het verschil tusschen de aarde en
een menu?
20.
Zoek uit de onderstaande letters de na
men van zes visschen:
asbhspal
lanasokg
kgbciioe
n i 1 r h e r n
Dit is geen verhaaltje, kinderen, al gaat
het over den oorlog. Ik wou jelui eens even
vragen of je er wel eens aan gedacht hebt
wat de oorlog beteekent voor al die honderd
duizenden kinderen in Engeland en Frank
rijk en Duitschland, België en Rusland en
Oostenrijk en nog zooveel meer landen en
volken, waar de vaders ten oorlog hebben
moeten trekken en de kinderen met hun
moeder in angstige bezorgdheid achterlieten.
Gij houdt allen veel van uw vader, niet
waar?
W elnu, stel u eens voor dat gij uw goeden
vader moest zien wegtrekken, niet zooais
een aantal uwer dat reeds ondervonden heb
ben, om ergens in Noord-Brabant of een
andere grensprovincie oefeningen mee te
maken of de wacht te houden maar we
zenlijk naar het tooneel van den oorlog, waar
ieder oogenblik soldaten sneuyelen of zwaar
der of lichter gewond worden.
Hoe verschrikkelijk moet niet voor de
kinderen in Duitschland of Frankrijk de
gedachte zijn dat vader daar ginds aan
het front is en ieder oogenblik door de
stukken van een uiteenbarstende granaat of
door een geweerkogel getroffen kan wor
den 1 En dan die wezenlijk honderdduizen
den kinderen, wier vaders nooit meer naar
hun dierbaren terugkeeren, die nadat ze
overhaast uit den kring van hun gezin heb
ben moeten vertrekken daar ginds in het
verre land sneuvelen en met tientallen an
dere gedooden in één grooten kuil begraven
worden, terwijl de achtergeblevenen niets
krijgen dan een akelig kort doodsbericht,
en dikwijls zell's dat nog niet eens.
Bij anderen komt vader wél thuis, maar
voor zijn ie. en ongelukkig of verminkt. Blind
of zonder armen of de beide beenen afgezet
zoo zendt dan de oorlog den armen moe
ders en kinderen hun vader terugl
Nog ergeri Niet enkel de vaders, ook
de groote broers moeten mee in den oorlog
en er zijn gezinnen geweest, waarvan twee,
drie of meer leden sneuvelden of zwaar ge
wond werden. Wat vreeselijk moet de toe
stand van die overblijvenden zijn!
En waarom spreek ik jelui nu hier in de
kindercourant over al die akeligheden, denk
je wel, kinderen?
Luistert eens hier. Er zal natuurlijk wel
niemand onder ons allen zijn, die niet graag
al die afschuwelijkheid van den oorlog zoo
gauw mogelijk zou willen zien ophouden,
he. En daarvoor is eigenlijk maar één groot
middel: bidden. Bidden zoolang en zoo aan
houdend dat Onze Lieve Heer eindelijk onze
gebeden wei moet verhooren. Bidden dat Hij
daar ginds in België en Frankrijk, in Polen
en Galicië, in Italië en bij Konstantinopel al
dat vechten doe ophouden en aan de wereld
den vrede terugsehenke, bidden vooral ook
opdat ten minste wij hier in Nederland voor
de ramp van den oorlog gespaard blijven,
opdat uw vader en groote broers niet aan
den wreeden oorlog ten offer vallen.
In het begin van den oorlog, toen de
meeste mensclien dachten dat het zoolang
niet duren zou, gaf haast iedereen gehoor
aan den oproep van den Paus om voor den
vrede te bidden. Aiaar de groote mensclien
worden door de drukte van hun zaken gauw
van de gedachten aan bidden voor den vrede
afgetrokken, en ze zijn door het dagelijksche
couranten lezen al zóó aan de gruwelen
van den oorlog gewoon geraakt, dat ze haast
niet ineer denken aan die honderdduizenden
arme kinderen, wier vaaers ea broers uit
den oorlog niet meer terugkeeren.
Maar jelui hebt het niet zoo druk, jelui
moet blijven bidden tot God je gebed ver
hoort.
Bovendien weet jelui ook wel dat Onze
Lieve Heer naar het gebed der kinderen,
der onschuldige kinderen vooral en dat
zijn de meesten van jelui gelukkig nog
zoo gaarne luistert. Daarom ook moeten
vooral de kinderen om vrede bidden voor
de wereld tot den goeden God, Die tijdens
Zijn leven op aarde tot de Apostelen ge
zegd heeic: „Laat de Kinderen tot Mij
komen!"
Dus afgesproken? Geen van jelui moet
ook maar één dag laten voorbijgaan zonder
eenige Weesgegroeten voor den vrede te
bidden. Al zou door het gebed van u allen
de oorlog ook maar één dag vroeger eindi
gen, dan zoudt ge daardoor honderden en
misschien duizenden gezinnen voor groot
ongeluk bewaard hebben, want 't is erg
maar op één dag sneuvelen er dikwijls vele
duizenden soldaten!
Bidden dus voor den vrede, kinderen, en
veel denken aan die andere kinderen, zoo
veel ongelukkiger dan gij, die hun vaders
en broeders reeds in den strijd verloren
hebben of nog iederen dag in de bangste
onzekerheid leven, wat er met vader of
broers gebeuren zal!
Joh an kwam geregeld met slechte berich
ten en leelijlke punten-lijstjes uit school
thuis. Was hij dan zoo dom? Heelemaal
niet Salomon was hij hem terdeeg thuis,
zooals de menschen wel eens zeggen. Maar
't liep hem altijd tegen, verklaarde hij. Of
hij zidh al voornam om zich flink op zijn
werk toe te leggen, geen domme of onvoor
zichtige dingen te doen en zich niet dioor
makkers, net even speelsch en onnadenkend
als hij, te laten verleiden tot allerlei kleine
onoplettendheid en lastige-jongensstreken
er kwam van zijin goed© voornemens niet
heel veel terecht.
En thuis was het al net precies zoo. Hij
wou wel goed en wist veel te goed dat moe
met haar groote huishouden toch al last en
zorgen genoeg had, om niet te begrijpen dat
hij jongen van haast twaalf jaar lie
ver het noodige moest doen om haar wat
te verlichten in die zorgen en te helpen,
dan haaT door lastige kuren en allerlei onr
gehoorzaamheid verdriet te doen.
„Och moe", klaagde hij eens, toen ze hem
weer eens gezegd had dat het toch erg was,
zoo weinig als hij er om scheen te geven,
dat hij het haar lastig en moeilijk maakte,
„och moe, ik wil toch heusch graag goed
oppasen, maar het lukt me zoo slecht. U
weet zelf heel goed, dat ik het zoo kwaad
niet bedoel, maar alls ik 's morgens mij voor
neem om heel den dag goed op te passen,
dan is er 's avonds meestal toch niets van
gekomen
Johan wès inderdaad geen kwade jongen,
dat wist moe ook. Hij was bepaald goed
hartig, en met een paar woorden kon ze dik
wijls heel veel van hem gedaan krijgen.
Maar jammer, dat hij 't dikwijls o zoo gauw
weer vergeten waa.
„Nu Jo", sprak moeder op dien avond,
toen hij klaagde dat al zijn goede voorne
mens hem niets hielpen, „dan moet ge eens
veertien dagen lang precies doen wat ik zeg,
en daarna kom je hij me om me te vertellen
of het geholpen heeft. Willen w© dat af
spreken?'-
„Graag moe", was het antwoord, en moe
hoorde aan den toon van zijn stern hoe goed
hij het meende.
„Nu, kom eens hier. Je weet ho© dikwijls
ik al gezegd heb dat je 'smorgens niet zoo
lang in je bed moet blijven liggen. Sta nu
eens veertien dagen lang dadelijk op als ik
je roep. Dan hid je niet in d© haast zooals
meestal maar langzaam en eerbiedig je
morgengebed en na het ontbijt ga je naai
de H. Mie. Als je heel vroeg bent, mag je
ook te Communie gaan. Dan draag je de
H. Mis aan Onzen Lieven Heer op, opdat
Hij je helpe je dagtaak goed te vervullen.
en met de gedachte; nu zó) Onze Lieve Heer
me ook helpen, ga je dan aan den gang.
Als je dal nu zoo veertien dagen achter
een gedaan hebt, zal ik je eens vertellen
van iemand die het ook geprobeerd heeft"
Moe hoefde niet te vragen of 't ook hielp
Was Johan dan in 't geheel niet lastig of
orgezeggelijk meer de volgende dagen? Kan
je begrijpen! Voor een „heilig boontje" had
(hij nu eenmaal een veel te woe V e, on rus
tige natuur.
Maar als het mis werd, hoefde moe maar
even ernstig te kijken of even „Johan" te
zeggen en hij dacht er dadelijk weer aan
wat hij 's morgens aan Onzen Lieven Heer
beloofd had.
Met moeite slaagde hij er in, de veertien
dagen vol te laten worden eer hij weer mot
moe er over kon spreken. Maar de twee we
ken waren dan toch ook nog maar net om
of hij kwam hij haar en met een hartelijken
kus zei Ihij: „O moe, hebt u het gemerkt, Eoe
goed het geholpen heeft?"
En toen ze liem zoo echt-gelukkig toe
lachte en zei dat hij „haar beste Johan" was
en dat hij haar zoo goed geholpen had al
dien tijd, toen wist Johan van blijdschap niet
hoe hij zich houden zou.
„En nu oppassen, beste jongen, clat je niet
weer verslapt", zei moe. „Je moet denken:
juist als de mensehen zoo flink vooruitgaan
op den goeden weg, komt de duivel probee-
ren hen weer den verkeerden kant op te
trekken. Dus houd maar flink vol. Als j«
mèt God den dag begint, weigert Hij zijn
hulp nooit."
Den volgenden keer het verhaaltje dat Jo
han nu van mo© nog te hoo-en kreeg.
Wi© van jelui gaat ook iederen dag naar
d© H. Mis om Gods zegen over het werk van
den dag te vragen?
Als j© het nog niet doet, probeer het dan
maar eems net ala Johan!
VAN TRAMS GESPROKEN.
Kleine Willem woont in een stad waar
geen andere dan electris^he trams rijden.
Óp een mooien zomerdag was hij met zijn
pa een verre wandeling wezen maken en
daar had hij in een buitendorpj© een paar
dentram gezien.
„O moe", riep hij toen hij thuis kwam,
„raad u nu eëns wat ik gezien heb! Een
tramwagen die was nog te lui om alleen
voort te rijden, en toen hebben ze hem nr yt
een paard moeten voorttrekken!
Drie dagen later was d© kleine man nog
niet bekomen van zijn verontwaardiging
over „die luie tram".
Nu aan het slot van deze eerste Kinder
courant nog één ding. AI de jeugdige lezers
en lezeressen van deze rubriek mogen aam
mij inzenden raadsels, rebussen, aardig©
veisjes, mooie verhaaltjes en wat ze nog
meer denken dat voor de Kindercourant
geschikt is. Als ik het dan óók goed er voor
vind wordt het, zoover er plaats is, opgeno
men, soms met den naam van den inzend©
of de inzendster er bij, ook wel eens zónd-
dezen.
Dat kan ©r aan liggen.
Maar niet alles wat ik gezonden krijg, zal;
opgenomen kunnen worden. Op d© eerste
plaats al niet wat nift héél mooi en
en zonder groote fouten geschreven is. Ten
tweede niet wat al ©ens ergens anders ge
drukt is. J« mag dus niets uit een coairan
of boek overschrijven en inzenden, t Moe»
óf zelf verzonnen óf door vader of moedmv
grootere broers of zusters bedacht zun. DsH
mHet papier waarop ge zulke dingen voo*
de Kindercourant schrijft, mag maarjuto,
één kant beschreven worden. En het aar»
moet wezen: Aan den Redacteur van d© Kin
dercourant, Kinderhuis vest 29/38. Haarlem
Voor wie wezenlijk mooie en aardige
gen inzendt, heb ik heel wat prijzen klaaj
liggen. Wat dat allemaal is, zal ik je ee
anderen keer wel eens vertellen.
Tot de volgend© week, hoorl
DE REDACTEUR VAN 0%
KINDERCOURANT.
DE KINDERCOURANT
vSSR.
I
8.
i