BINNENLAND
BERICHTEN
STADSNIEUWS
H. rri. Koningin Emma in
oi ze stad.
Steriliseirtoestel BADE DUPLEX
H. J. LAMP, Barteljorisstr. 18
'één woord moest samenvatten, zou ik zeg
gen: het is een verstoppertjes-spel. Langs
de geheele, smalle linie loopgraven, die loopt
van de Noordzee tot Zwitserland, en die als
een dunne streep, door een mes getrokken,
dat wat wij liefhebben scheidt van alles,
wat ons ergert, zijn de tegenstanders in
derdaad zoo dicht bij Elkaar en zijn hun
werktuigen zóó nauwkeurig, dat er al lang
geen Franseh of Duitsch leger meer zou
zijn, als de een wist, waar de ander was,
waar de kanonnen zijn, of de kantonnemen-
t«K, waar en wanneer de konvooien met le
vensmiddelen voorbijtrekken. Wanneer de
strijd nog niet bij gebrek aan strijdenden
is geëindigd, dan is dat omdat men op
bewonderenswaardige wijze geleerd heeft
verstoppertje te spelen.
De voornaamste problemen, welke men
zich aan beide zijden van de barricade in
dezen eindeioozen affuiten-oorlog stelt, zijn
de volgende: hoe kan men de infanterie ver
bergen en tegelijkertijd weten waar de in
fanterie van den vijand is? Hoe kan men
de artillerie wegstoppen en toch de artil
lerie van den tegenstander opmerken? In
één woord, hoe kan men een goed doel aan
wijzen, zonder zelf doel te zijn?
Het eerste vraagstuk i3 dat van de uni
formen en de onderscheidingsteekepen. Men
had dat vóór den oorlog en in het begin
van den oorlog een beetje verwaarloosd,
toen men zich nog verbeeldde gehypno
tiseerd door de Napoleontische herinnerin
gen dat de oorlog het karakter zou hebben
van een open strijd op open terrein, waar
men oog in oog zou vechten, met ontplooi
de vaandels, terwijl uniformstrepen erv ko
per in de zon schitterden. Ja, waarlijk, er
was eigenlijk wel een Boeren-ooriog ge
weest, waarin onze Engelsche vrienden, om
al te bloedige opofferingen te vermijden,
de noodzakelijkheid hadden ingezien om uni
formen te hebben in de kleur van de aarcle;
er was ook wel zoo iets geweest als een Rus-
sisch-Japansclie oorlog, waaruit het Duitsche
leger de les had gehaald om ook khahi
aan te schaffen, of liever een soort groen
achtig grijs voor de veldtenue. Bij ons wa
ren, ongelukkigerwijze, de zaken niet zoo
gauw gegaan. Men weet, wat het ons in het
begin van den oorlog heeft gekost en hoe
vooral het korps officieren, waarvan de
schitterende streepen een schijf waren voor
de goede vijandelijke schutters,, in het be
gin op vreeselijke wijze is gedecimeerd,
omdat wij er zoo afkeerig van waren om iets
op te geven, dat eertijds de oorlog poëtisch
maakte door een zeker ridderlijk vuur: de
„panache".
Maar nu laten we die nieuwigheden niet
meer alleen aan onze vijanden over: het
blauw-grijs van onze infanteristen is veel
minder zichtbaar dan hun vroegere, te open
hartige kleuren. Toch zou men hun kans om
niet gezien te worden, nog hebben vergroot
door inplaats van blauw een groene of gele
stof te hebben genomen. Want de achter
grond, waartegen de omtrek van den soldaat
uitkomt, de aarde, de velden en boomen,
groene of verdorde struiken, zijn van een
groene of gele kleur en niet blauw. Maar
men moet niet te veel eischen; en dat des
te minder, omdat, in den tegenwoordigen
loopgravenoorlog men niet onzichtbaar meer
is, zoo gauw men zich vertoont en het
eenige redmiddel werkelijk is zich te ver
stoppen, beschutting te zoeken, een kunst,
waarin wij bezig zijn te gaan uitblinken.
Wat de gegradueerden betreft, ze hebben er
zich zoo spoedig aan gewend geen armen
meer te hebben vol gouden of zilveren ver
sierselen; ze hebben de gewone soldaten-
muts opgezet, hun geweer en hun ransel
genomen; de kleine endjes galon, die men
in een overgangs-periode hun nog had ge
spaard, en die men door een klein gaatje
in de képi-bedekkingen kon zien, waren
nog goede mikpunten voor hen, die schieten
op officieren; nu hebben ze dezelfde onver
biddelijke wet gehoorzaamd. Maar geenszins
is het gezag der officieren over hun mannen
er op verminderd en men is in een compag-*
nie of bataljon genoeg bij elkaar om te
weten met wien men te doen heeft. Heeft
men overigens ooit gezien, dat in een fa
briek de opzichters of ingenieurs onderschei
dingsteekenen op hun jas noodig hadden
om ontzag in te boezemen?"
Ook de batterijen moeten onzichtbaar zijn
en schr. verhaalt hoe men vooral op moet
passen *voor de vliegtuigen; „want wat de
vliegtuigen vooral opmerken, dat zijn de
voorwerpen in beweging, of die, in welker
omgeving beweging is. Wanneer dus een
vijandelijk vliegtuig aan den horizon is ge
signaleerd, neemt men in 't algemeen de
voorzorg om onmiddellijk het vuren te sta
ken (behalve aan de .stukken die speciaal
op vliegtuigen zijn gericht en die men op
een eigen manier opstelt); dan snellen de
kanonniers, om zich te verbergen, naar de
schuilplaatsen, welke zij in den grond heb
ben uitgegraven bij ieder kanon, en welke
hen ook beschermen bij een al te hevig
bombardement. Ik weet een batterij van
7.ö c.M. in Woëvre, welke al sinds vijf en
een halve maand op dezelfde plek staat,
heel dicht bij de Duitsche loopgraven, mid
den in het veld. De stukken en caissons
zijn eenvoudig bedekt door grijze dekzei
len en, niettegenstaande dat, zijn ze nooit
opgemerkt door de dagelijksche verkennin
gen vanuit Duitsche vliegtuigen. Dit resul
taat is verkregen door den volgenden maat
regel: zoodra de waarnemer van do batte
rij, die het meest naar voren staat, een vij
andelijk vliegtuig signaleert, hijscht men
onmiddellijk de „seinvlag". Als dit signaal
is gegeven, is het aardig Om te zien, hoe
gauw do kanonniers hun bezigheden in den
steek laten, welke die ook zijn want
den kapitein is het ernst daarmee en als
konijnen in hun holen springen. De eenige,
die aan de oppervlakte blijft, is de waar
nemer, die de bewegingen van den Over-
Bijnschen vogel bespiedt en die, door mid-
van een heel kleine telefoon, het schieten
regelt van een stuk, op, eenigen afstand
in het bosch geplaatst."
VERSPREIDE BERICHTEN
Het drinkwater op het oorlogsterrein.
Tot de meest gecompliceerde en zeer zeker ook
lot de meest gewichtige diensten in het leger,
mag de „intendance" worden gerekend. Het is
een eerste vereisdhte voor een leger te velde, wil
het met goed gevolg den strijd aanvaarden, dat
het goed is georganiseerd en dat het naar be-
hooren is gevoed en gekleed. Hoe vaak is het niet
gebeurd dat een strijdmacht vernietigd werd of
uiteengeslagen, doordat de gezondheidstoestand
der soldaten te wenschen overliet, of doordat hun
voeding niet voldoende was. Het moreel der troe
pen hangt nauw samen met hun lichamelijke ver
zorging. Daarom speelt niet alleen de militaire
geoefendheid hier een voorname rol, doch tevens
de huishoudelijke bijkomstigheden. Hiervan, zijn
de aanvoerders der millioenenlegej;s zich wel be
wust en zij hebben zich voor den intendance-
dienst van de medewerking verzekerd van een
staf van autoriteiten op dat gebied, van leger
artsen en van andere mannen der wetenschap.
Vandaar dat reeds in vredestijd ruimschoots de
aandacht geschonken werd aan de verzorging
van den soldaat te velde.
Het vraagstuk der water-verzorging was stel
lig een der voornaamste punten ter bestudeering.
En juist in dezen oorlog hebben de legerdoctoren
een zw^re taak gehad, om te zorgen dat de sol
daten door het drinken van onzuiver water niet
door gevaarlijke ziekten werden aangetast.
Het water dat zich in beken, vijvers of meren
bevindt is in dezen tijd niet steeds te vertrou
wen, wijl Ret door de vele .lijken ziektekiemen in
zich dragen kan. Het grondwater blijft dus
alleen' nog over, om voor het leger te dienen.
En het spreekt vanzelf, dat dit niet overal te
vinden is.
De methode van het koken van het water,
alvorens het te gebruiken, wordt heden weinig
meer in toepassing gebracht. Het water verliest
zijn smaak en de toevoeging van chemicaliën om
het dien smaak weer te geven, heeft groote be
zwaren. Daarom zoekt men zijn heil in het dis-
tilleeren, hetgeen sinds lang op de zeeschepen
wordt gedaan. Dit distilleeren geschiedt in de
lazarets of in de veldkeukens, terwijl er speciale
draagbare apparaten zijn vervaardigd, die de
troepen op marsch kunnen benutten. Het valt
echter te betwijfelen of de soldaten, die op ver
kenning zijn, oi zij die voorpostendienst verrich
ten, van deze voordeelen gebruik kunnen maken.
En het lijkt ons waarschijnlijker dat de soldaat
te velde, wanneer hij uitgeput is en dorstig, elke
gelegenheid tot drinken met vreugde aangrijpt,
zonder zich er eerst van te vergewissen of het
water „kiemvrij" is of niet!
Toch trachten de legerbesturen zooveel moge
lijk de soldaten van zuiver drinkwater te
voorzien en in eiken legertrein bevinden zich tal
van waterwagens, die onderweg het water prepa
reeren. En het schijnt, dat deze methode van
watervoorziening met succes wordt toegepast, te
pordeelen naar het geringe aantal epidemieën,
dat tot heden in de modem georganiseerde legers
der oorlogvoerende landen is voorgekomen.
Dat het drinkwater-vraagstul echter nog niet
tot algeheele bevrediging is opgelost, bewijst het
bericht dat het Roode Kruis te Berlijn gelden
opzamelt om de Duitsche soldaten in 't veld
geregeld mineraalwater te verschaffen.
De ondergrondsche oorlog.
Indien Ney, Lasalle of Murat eens uit hun
graftombe konden verrijzen, zoo peinst een
Transch journalist, zouden zij niet weinig ver
baasd staan over de wijze, waarop heden de oor
log wordt gevoerd. Trouwens, zij zouden op den
eersten aanblik wellicht zeer weinig zien. Eerst
later zou hun aandacht worden ge nokken door
het gekruip en gewriemel dier duizenden „strij
dende" mannen, die loerend boven hun loopgra
ven uitkijken. En indien men den generaals nun
cavalerie en hun garde, welke eens bij Friediand
met heldenmoed hebben gestreden, zou terugge
ven, zoo zouden deze mannen verbluft siaan
kijken, niet wetend waar het veege lijf tegen den
onzichtbaren kogelregen te bergen.
Toch is deze loopgraven-oorlog niet nieuw.
Reeds in de oudheid, zoo leert ons de geograaf
en geschiedkundige Strabo, werd deze wijze van
strijden in Afrika toegepast. En nu dertig eeuwen
later, volgen de onderaardsche oorlogswoningen
elkaar in eindelooze rijen op, van de Noordzee
tot de Vogezen, van de Alpen tot de Adriatische
Zee en van de golf van Saros tot aan de Dar
danelles Hetgeen wellicht nog zoo kwaad niet
is, zucht de Franschman, nu de oppervlakte van
de aarde en de zee ternauwernood bewoonbaar
is en wij dus wel onder den grond onze toevlucht
zoeken moeten.
De Fransche schrijver stelt echter vast, dat
ondanks de heldhaftige pogingen van het Fran
sche leger om den vijand uit zijn versterkte loop
graven te verjagen het grootste front der Duit-
schers zich nog altijd op Franseh gebied bevindt.
En hij zegt dat tegenover de nieuwe wijze van
verdediging, welke in dezen oorlog na vele
eeuwen weer voor 't eerst wordt toegepast, een
nieuwe wijze van aanvallen moet worden gesteld.
Immers, het harnas is uitgevonden tegen de wer
king van het zwaardhet buskruit is vervaardigd
tegen het harnas. En het gebruik van het eerste
buskruit, de eerste kanonnen, bracht vrij wat ge
weldiger omwenteling te weeg in de oorlogswe
tenschap dan de uitvindingen van thans. Men
meende destijds dat de oorlog onmogelijk was
geworden.
Doch de oorlog bleef bestaan En de helden
moed en doodsverachting der strijders eveneens.
Daarom, meent de journalist, moet de aanval-
methode der Franschen niet minder doeltreffend
zijn dan hun verdedigingswijze. Er moet met
meer kracht worden opgetreden. „Het uur der
zware artillerie heeft geslagen," roept hij uit.
„Wij dienen de loopgraven van onzen vijand te
vernielen, te verwoesten met ruw geweld, wij moe
ten hun versterkingen in de lucht laten springen,
ze beschieten met enorme bommen, waarin zich
ijzer en lood bevindt, met brandbare stoffen, met
alles wat binnen ons bereik'ligt, opdat de vijand
eindelijk te voorschijn komen moet en de veld
slagen van eertijds wederom kunnen worden ge
streden."
KORTE BERICHT
Zeegevecht? Sedert gistermiddag drie uur
werd te Oostburg uit Westelijke richting
hevig kanongebulder gehoord.
Een duikboot vergaan? Twee Duitsche
duik booten zijn, blijkens een bericht van
het Fransche ministerie van marine, Zondag
in het Kanaal door een licht Franseh eska
der aangevallen. Eén duikboot is door ver
scheidene granaten getroffen voor ze onder
dook.
Een Belgisch vlieger gedood. De Belgische
vlieger-officier Michel Lagrange is op het
vliegveld van Villacoublay doodgevallen. De
vlieger had een nieuwe machine in te vlie
gen. Alles ging goed, tot hij daalde; op
een hoogte van 60 meter gekomen nam hij
een draai, waarbij de vliegmachine kantel
de en naar beneden stortte. Lagrange werd
op, slag padood-
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij koninklijk besluit
is, met ingang van 1 Augustus, op verzoek, eer
vol ontslag verleend aan den heer H. van Kuyk,
als betaalmeester te Utrecht, onder dankbetui
ging voor de diensten door hem aan den lande
bewezen.
is, met ingang van 1 Augustus, benoemd tot
directeur van het post- en telegraafkantoor te
Bussum, G. Baert, thans in gelijke betrekking
te Hengelo.
Geen audiëntieVrijdag a.s. bij den Minister
van Marine, Zaterdag a.s. bij den Minister van
Binnenlandsche Zaken.
HET GEBEURDE MET DE „CERES".
Uit een ambtelijk onderzoek, dat door de
marine-autoriteiten te IJ muiden is ingesteld
betreffende het zinken van het Nederlaudsche
stoomschip „Ceres" der Kon. Ned. Stoomvaart
maatschappij te Amterdam, is gebleken dat het
ongeval zeer waarschijnlijk is veroorzaakt door
een mijn.
STEENKOLEN EN BRIQUETTEN.
De. Minister van Landbouw overweegt, om op
steenkolen, cokes en briketten, welke hier te
lande buiten overleg met het Koninklijk Natio
naal Steuncomité worden ingevoerd, krachtens
de levensmiddelenwet beslag te doen leggen,
teneinde ontwrichting van contracten door be
middeling van het Kolenbureau gesloten, in het
algemeen belang van de Nederlandsehe kolen-
verbruikers tegen te gaan.
Een treurig ongeval. In het gasgloeiliclit-
magazijn van de firma H. Bieze in de Warmoes
straat te Amsterdam, is een stellage met glas
werk omgevallen. De winkeljuffrouw Stiez
werd daaronder bedolven. Toen men haar onder
de stellage uithaalde, bleek zij reeds overleden.
Het lijk is naar het Binnengasthuis vervoerd.
In de jenever gestikt. Zekere W. van
H., een gepensioneerde koloniaal .wonende
Groot Nieuwland te Alkmaar, kwam giste
ren zoo hevig beschonken thuis, dat hij, na
dat zijn hospes hem op bed had gelegd, eeni
gen tijd daarna overleed. Hij was in de je
never gestikt.
UIT ONZE VOHIGE OPLAAG
HAARLEM.
(Vervolg van gisteren).
In het Doopsgezinde weeshuis
had na de ontvangst en de bloemenaanbie-
ding in de groote eetzaal de voorstelling
plaats aan H. M. van de Regenten en Re
gentessen, de directrice en den directeur,
Hare Majesteit maakte toen een rondgang
door het huis en bezichtigde de verschillen
de zalen met veel belangstelling. Hare Ma
jesteit maakte met de kinderen een praatje
en informeerde naar hun werk en ontspan
ning. Evenals in het Herv. Weeshuis wer
den de weezen uit naam van de Koningin
Emma doosjes met chocolade aangeboden.
Om half vijf vertrok H. M., door de be
stuurders van het weeshuis uitgeleide ge
daan.
Na afloop van het bezoek aan het Doops
gezinde Weeshuis wei^l een rijtoer door een
deel van den Hout gemaakt, waarbij o.a.
door de Spanjaardslaan werd gereden.
Men keerde weder terug over den Kleinen
Houtweg en van daar langs den gemelden
weg ging het Hooge Gezelschap
naar het Frans Halsmuseum.
Om half vijf werd de Koningin-Moeder
aan den ingang ontvangen door den heer
G. D. Gratama, directeur van het museum.
Zijn dochtertje bood B. M- bloemen aan. De
Koningin werd nu naar de Kenauzaal ge
leid, waar de wethouders, dê voorzitter van
de commissie van toezicht over het museum
jhr. Ch. van de Foil, de beer L. C. Dumont,
directeur van openbare werken en de ge
meentesecretaris mr. dr. J- Wijtema, ter ont-
vangst annwezig waren.
Na de voorstelling werden de schilderijen
bezichtigd.
Bij bezichtiging van een schilderij met het
oude stadhuis met den ouden toren (zooals
die nu herbouwd is) sprgk H. M. tot wethou
der De Breuk, voorzitter der vereeniging
„Haerlem" met belangstelling over den her
stelden Raadhuistoren en dzplaquette die ze,
zooals onze lezers weten, dezer dagen van
„Haerlem" ontving, met verschillende af
beeldingen, het Raadhuis en den toren be
treffende. H. M. sprak niet waardeering
over dit mooie werk der vereeniging „Haer
lem" en betuigde Haar dank voor de pla
quette en het begeleidende schrijven.
Vervolgens begaf men zich naar de ten
toonstelling van „Oude Kunst" Aan den in
gang van de goudleerzaal werd H. M. op
gewacht dóór het uitvoerend comité der ten
toonstelling en verwelkomd door den eere
voorzitter, jhr. mr. dr. A- Röell, Commissar
ris der Koningin.
Nadat de Koningin-Regentes met belang
stelling de kostbare tentoonstelling had in
oogemchouw genomen, werd U. M. in de re
genten- en regentessenzaal, die geheel in
een Lodewijk XV kamer was herschapen,
de thee aangeboden.
De zaal was kostbaar en prachtig inge
richt; bloemenversieringen verhoogden den
feestelijken indruk.
Nadat Hare Majesteit eenige ver-
vtrschingeu had gebruikt, werd Zij uitgelei
de gedaan door den burgemeester, de wet
houders, den eere-voorzitter en den voorzit
ter van het comité en den directeur. Om 6
uur 1 min. vertrok H. M. weder naar Den
Haag, aan het station door den bugemeester
uitgeleid.
Het bezoek was geëindigd.
Het was niet geweest een korte en koude
officieele visite, maar een welgemeend be
wijs van belangstelling in het lot van de
zieken en weezen, en een waardeering van
het steunwerk ten bate van behoeftige kun
stenaars.
Die Koninklijke belangstelling hebben ook
talloos vele Haarlemmers gewaardeerd, die
H. M. Koningin Emma op den weg naar
Haar bezoek hartelijk begroetten, bij Haar
aankomst Hare Majesteit opwachtten en
uitleidden bij Haar vertrek.
Naar wij vernemen heeft H. M. aan den
heer Jhr. mr. van Styrum als voorzitter van
het uitvoerend comité der steun ten toonstel
ling overhandigd een bedrag van 100 ten
bate van het doel waarvoor de tentoonstel
ling wordt gehouden.
VEREENIGING „HAERLEM".
De vereeniging „Haerlem" hield Maandag
avond een aigemeene vergadering onder lei
ding van den heer Joh. de Breuk.
Deze opende de vergadering met een her
inneringswoord betreiiende den Raadhuis
toren, tot welks bouw het eerste idee ge
opperd werd op 25 Juni 1909. Men had
daarvoor echter met twee factoren rekening
te houden: de financiën en de technische'
hulp. In beide werd goed voorzien en naar
aanleiding van de van vele zijden onder
vonden steun en hulp, op beider gebied,
brengt de voorzitter hartelijk dank aan al
len die hebben meegewerkt aan den her
bouw van den toren; vooral aan den heer
Dumont, en aan de schenkers van het be
drag ad f 12.000 voor dien bouw.
Spr. brengt verder in herinnering de waar-
deerende woorden, door den burgemeester
in de laatste raadszitting naar aanleiding
van den herbouw gesproken en memoreert
tot slot het vervaardigen en verzenden van
de plaquette.
De heer Dumont wenscht nog even met
nadruk te constateeren dat de toren ge
trouw herbouwd is volgens het oude model.
De Secretaris bracht nu het jaarver;
slag uit, waarin de verscheidene belangrijke
vergaderingen en bijeenkomsten, plaatten-
tooiistellingen en kunstbeschouwingen, ex
cursies en werkzaamheden van „Haerlem"
werden gememoreerd en op aangename wij
ze herdacht. Het aantal leden bedroeg 327,
De Voorzitter dankt den secretaris
voor zijn juist en mooi verslag.
De rekening en verantwoording van den
Penningmeester worden goedgekeurd.
De ontvangsten bedroegen f 4174,64i/2, de
uitgaven f 2U64.05, batig saldo f 2110.59i/2.
De financieele toestand van de vereeni
ging is, zooals de penningmeester consta
teert, gunstig.
De commissie tot nazien van de rekening
bevond deze in orde.
De Voorzitter deelde nu mede, dat
dit jaar zal verschijnen een verklarende
straten lijst, die zal bevatten de straten, en
de verklaring van de namen en vele ge
schiedkundige bijzonderheden. Het boekje
is ter perse en is door den heer W. P. J.
Overmeer vervaardigd, terwijl de heer C. J.
Gonnet vele geschiedkundige bijzonderhe
den bijbracht. Bij het boekje wordt ingevou
wen een kaart, waarop de straten zijn aan
gegeven en die dusdanig is ontworpen, dat
met behulp van de lijst iedere straat ge
makkelijk kan worden gevonden. De kaart
is vervaardigd op het bureau van Openbare
Werken; de voorzitter brengt den heer Du
mont voor zijn bemoeiingen in deze dank.
Deze kostbare en belangrijke uitgave is de
eerste in Haarlem op dit gebied.
Verder vertelt de voorzitter, en de verga
dering vereenigt zie.ii er mee, dat op 11
September a.s. een excursie zal worden ge
maakt naar Den Haag. Ook zal men in het
najaar een wandeling door Haarlem maken.
Omtrent te houden voordrachten e. d. kun
nen nog geen definitieve mededeelingen wor
den gedaan.
Bij de rondvraag zegt de voorzitter, dat
de heer dr. mr. ,W_. F. v. Leeuwen, oud-com
missaris der Koningin, als beschermheer
heeft bedankt; en het bestuur stelt voor,
Jhr. Mr. Röell, den tegenwoordigen commis
saris, te verzoeken het beschermheerschap
van „Haerlem" te willen aanvaarden, wat
de vergadering goedvindt.
De heer M r. 't Hooft vraagt, of de
vereeniging „Haerlem" wier hart voor kunst
en schoouueid klopt en daarom ook zeker
zal kloppen voor het te stichten Hildebrand-
mouumeiit, niet genegen zou zijn geld hier
voor te schenken, want het comité heeft nog
geen voldoende bedrag bijeen.
De secretaris, mr. ,T a d e in a, merkt op,
dat ,)Haerlem" reeds tinancieelen steun gaf,
door het bekende „Beetsboekje" te verkoo-
pen. Het bestuur zal. nog eens overwegen.
In overweging wordt gegeven door den
heer Gonnet om dengenen, die geld toe-
zegueu te verzoeken, hun bijdrage te ver-
hoogen. Daarna siuiting der bijeenkomst, die
ïutusschen slecht bezocht was.
MUZIEK
JOH ANN MESSCHAERT.
Dai er zooveien Maandagavond Kwamen luisteren
naar het Bacii-p, ogramina van Prof. Messchaert
en Evert Oorneiis, ia een troostrijk bewijs, dat
er toch nog wel iets van ernstige rust in de con
certbezoekers is. Want om een Back-avond vol
komen te genieten is er toch bezonkenheid van
geest en gevoel, ais 't ware een geconcentreerde
muzikaliteit noodig. Kortzichtige vijanden, van
Bach's absolutisme spreken bij voorkeur van
starheid, gevoelloosheid, die noodzakelijk moet
voortkomen uit dien nuchter-versclierpten
geest, die Bach eerder tot een muzikaal wiskun
dige dan tot een dichterlijk genie zou maken.
legen deze dwaling zullen we in de toekomst
méér te strijden hebben, dan het nu toeschijnt.
W ant met de bewering dat Bach dus niet een
waar muzikaal genie zou zijn, wordt aan het
wezen der muziek een andere beteekenis gege
ven. Het wezen der muziek blijft door alle
eeuwen hetzelfue, de natuur verandert zich
niet en zelfs de allermodernste mensch moet
ruim genoeg van geest zijn om de eeuwige
schoonheid in haar veranderlijke uitingen te
herkennen en te vereeren. De moeilijkheid is
voor velen: overtuigd te zijn, dat de wereld, en
op de eerste plaats Europa, in de voornaamste
dingen eigenlijk niet zóó énorm is vooruitge
gaan.
Dit naar aanleiding van het absoluut belang
rijke van Messchaert's Bach-avond. Het is aan
verreweg de meeste der concertbezoekers bekend
op hoe oorspronkelijk-schoone wijze Jolrann
Messchaert Bach's muziek zingt. In de gevaar
lijk-galmende ruimte der Groote Kerk klinkt
deze wonderbare stem merkwaardig klankrijk en
glanzend helder, als een wezenlijk-idiëeel in
strument. Iedere klank van dit zingen is een
volkomen schoonheid van muzikale kleur. En
alles in dit zingen is bezield, is levendig bezield,
en voortdurende uiting van eigen, beheerschto
inspiratie. Messchaert zong aria's uit de Cafr
tates „leb habe genug," „Liebster Gott, wafl»
werd'ich s ter ben „iSehet wir gehen hinauf"
„Du Hirte Israel" „Ach wie flüehtig"
„Schauet doch und sehet."
De organist Evert Cornelis speelde drie vaB
Bach's omvangrijkste orgelwerken; de groote
Praeludium en Fuga in C. kl. t„ de Pastorale
(F. gr. t.) en de „Foccata, Adagio et Fuga" i°
O. t- HJj speelde het eerste en laatste werk
met nogal donkere registratuur, wat niet bevor
derlijk was voor de duidelijkheid. Overigens wa>
de behandeling van het Adagio in A-moll ea
vooral de Pastorale wel zéér beschaafd en muzi
kaal. Wij voelen de groote Praeludium en Fug»
in C. kl. t. strenger rythmisch. Intusschen was
het belangwekkend kennis te maken met het
spel van een zoo intelligent artist als Evert
Cornelis is.
W. F. A.
R. K. VOLKSBOND.
Maandagavond had de eerste vergadering van
den bestuursraad der afd. Haarlem van° den
Ned. R. K. Volksbond plaats
"Op deze vergadering deelde de heer Guskens
mede dat hij zich voor de a.s. bestuursverkiezing
niet meer als candidaat beschikbaar stelt.
Voor deze verkiezing werden candidaat ge
steld: a. voor de functie van voorzitter de heer
J. A. de Lobel, behoudens zijn nog te vragen
toestemming; b. voor de overige functies de hee-
ren G. T. Brom, F. J. v. d. Burgt, J. v. d.
Post, C. H. Glas, Goddijn, de Rooij, Jos. van
Seggelen, C. A. P. Dammers en J. C. van Tori»
geren, die verklaarden zich als zoodanig beschik
baar te stellen.
Verder bestaat er gelegenheid candidaten te
stellen (door minstens 10 bondsleden) tot 26
Juli aanstaande.
Besloten werd dat een werkprogram voor het
a.s. winterseizoen zal worden saamgesteld door
den Eerw. Heer Geestelijk Adviseur en de hee-
ren J. A. de Lobel en C. A. P. Dammers.
Bij acclamatie besloot deze raad plannen te
beramen tot grootsche huldiging van den schei
denden voorzitter.
PROV. STATEN VAN NOORD-HOLT. A NT)
Onder leiding van. den Commissaris der
Koningin Jhr. mr. dr. Rpell is gisterenoch
tend alhier gehouden de eerste vergadering
der zomerzitting van de Provinciale Staten
van Noord-Holland.
Na de opening werden de af deelingen ge-
-trokken, waarna lezing geschiedde van een
aantal ingekomen 6tukben, die alle voox
kennisgeving werden aangenomen.
In handen van Ged. Staten werden om
prae-advies gesteld een adres van *t Hoofd
bestuur van „Sehuttevaer" om te bevorde
ren dat aan den noordelijken ingang van de
Zaan een verkenningslieht wordt aange
bracht en eenige adressen houdende verzoe
ken om een subsidie.
De beer VAN BENTHEM maakt de op
merking, dat op de agenda wordt vermist
een adres inzake een Zaanlandsche coinmu-
nicatieweg, waaromtrent Ged. Staten reeds
eerder een prae-advies hadden toegezegd.
De VOORZITTER antwoordt dat Gedep.
Staten in een volgende vergadering op d©z0
aanmerking een 'antwoord zullen geven.
Nadat daarna een aantal agendapunten
commissoriaal waren gemaakt, werd de ver
gadering verdaagd tot Dinsdag 20 Juli.
DOOR EEN ATAX AANGEREDEN.
Toen Maandagmiddag een Atax in de Gier
straat voor een sproeiwagen zou uitwijken,
kwam van achter dien wagen opeena een
knaapje te voorschijn. Het werd aangereden
en kwam te vallen.
Door omstanders werd de kleine, de vier
jarige W. Blankenstein, wonende Lange An->
nastraat, in de woning van den heer Vleeseh-
houwer binnengedragen.
Ingeroepen werd de hulp van dr. Kuen,
die constateerde, dat het knaapje alleen een
wonde aan het gezicht had bekomen.-
Inmiddels werd opneming ter observatie
in het Gasthuis noodig geacht. Daarheeni
werd het knaapje gevoerd per zelfde Atax,
waarmede het ia aangereden.
ONZE ST. ANNA VEREENIGING.
Naar wij vernemen zal de St. Annaveree*
niging te dezer stede, die zich als ver*
eeniging van R.K. ouders ten doel stelt
hunne jonge kinderen te bewaren voor den
nadeeligen invloed van het gebruik van al
cohol, 21 Juli a.s. een kinderfeest geven
voor de kinderen der leden.
Het feest belooft, in zang, woord en spel,
een aileraardigsten en allerprettigsten mid
dag te geven; de gezellige zaai van „De
Kroon" zal ervoor worden bestemd. jAAVij
zullen, naar wij hopen, later hierop, uitvoe
riger. terugkomen.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: 3 Juli. d. van P. A. Janssen
Cramer. z. van A. de VriesVoskuijlen.
4 Juli. z. van P. de iWinterTurk. z.
van J. C. Rookerv. Dijk. z. van J. M.
Schelf erSchouten. Juli. d. van M. D«
J. v. Duinen—Banteau. ,6. Juli. d. van
E. M. A. LangeveldDolk.
Overleden: 4 Juli. J. F. .Tarner, ,68 j., Zak*
straat. 5 Juli. J. Wj., 1 m., d. van D.
Burghout, Groot Heiligland. K. G. Mul
der, 64 j., Groot Heiligland. 6 Juli. P,
H'. Neijsse, 83 j., Hagestraat.
(verbeterd Wecksysteem, zonder
thermometer).
Spaart TIJD, GELD en GAS.
Verkoop bij
BEZOEK VAN Z. K. H, PRINS HENDRIE.
Zooals reeds met een enkel woord is ge
meld heeft Z. E. H. Prins Hendrik gisteren
aan onze gemeente een bezoek gebracht.
De Prins die per auto aan kwam, ging
dadelijk naar het Frans Halsmuseum om
daar een bezoek te brengen aan de tentoon'
stelling van oude kunst ten bate van het
Steuncomité. Het bezoek duurde van half
tot' kwart voor n
In het museum werd de Prins ontvang
en rondgeleid door de eere-voorzitters