BINNENLAND BERICHTEN STADSNIEUWS H. rri. Koningin Emma in oi ze stad. Steriliseirtoestel BADE DUPLEX H. J. LAMP, Barteljorisstr. 18 'één woord moest samenvatten, zou ik zeg gen: het is een verstoppertjes-spel. Langs de geheele, smalle linie loopgraven, die loopt van de Noordzee tot Zwitserland, en die als een dunne streep, door een mes getrokken, dat wat wij liefhebben scheidt van alles, wat ons ergert, zijn de tegenstanders in derdaad zoo dicht bij Elkaar en zijn hun werktuigen zóó nauwkeurig, dat er al lang geen Franseh of Duitsch leger meer zou zijn, als de een wist, waar de ander was, waar de kanonnen zijn, of de kantonnemen- t«K, waar en wanneer de konvooien met le vensmiddelen voorbijtrekken. Wanneer de strijd nog niet bij gebrek aan strijdenden is geëindigd, dan is dat omdat men op bewonderenswaardige wijze geleerd heeft verstoppertje te spelen. De voornaamste problemen, welke men zich aan beide zijden van de barricade in dezen eindeioozen affuiten-oorlog stelt, zijn de volgende: hoe kan men de infanterie ver bergen en tegelijkertijd weten waar de in fanterie van den vijand is? Hoe kan men de artillerie wegstoppen en toch de artil lerie van den tegenstander opmerken? In één woord, hoe kan men een goed doel aan wijzen, zonder zelf doel te zijn? Het eerste vraagstuk i3 dat van de uni formen en de onderscheidingsteekepen. Men had dat vóór den oorlog en in het begin van den oorlog een beetje verwaarloosd, toen men zich nog verbeeldde gehypno tiseerd door de Napoleontische herinnerin gen dat de oorlog het karakter zou hebben van een open strijd op open terrein, waar men oog in oog zou vechten, met ontplooi de vaandels, terwijl uniformstrepen erv ko per in de zon schitterden. Ja, waarlijk, er was eigenlijk wel een Boeren-ooriog ge weest, waarin onze Engelsche vrienden, om al te bloedige opofferingen te vermijden, de noodzakelijkheid hadden ingezien om uni formen te hebben in de kleur van de aarcle; er was ook wel zoo iets geweest als een Rus- sisch-Japansclie oorlog, waaruit het Duitsche leger de les had gehaald om ook khahi aan te schaffen, of liever een soort groen achtig grijs voor de veldtenue. Bij ons wa ren, ongelukkigerwijze, de zaken niet zoo gauw gegaan. Men weet, wat het ons in het begin van den oorlog heeft gekost en hoe vooral het korps officieren, waarvan de schitterende streepen een schijf waren voor de goede vijandelijke schutters,, in het be gin op vreeselijke wijze is gedecimeerd, omdat wij er zoo afkeerig van waren om iets op te geven, dat eertijds de oorlog poëtisch maakte door een zeker ridderlijk vuur: de „panache". Maar nu laten we die nieuwigheden niet meer alleen aan onze vijanden over: het blauw-grijs van onze infanteristen is veel minder zichtbaar dan hun vroegere, te open hartige kleuren. Toch zou men hun kans om niet gezien te worden, nog hebben vergroot door inplaats van blauw een groene of gele stof te hebben genomen. Want de achter grond, waartegen de omtrek van den soldaat uitkomt, de aarde, de velden en boomen, groene of verdorde struiken, zijn van een groene of gele kleur en niet blauw. Maar men moet niet te veel eischen; en dat des te minder, omdat, in den tegenwoordigen loopgravenoorlog men niet onzichtbaar meer is, zoo gauw men zich vertoont en het eenige redmiddel werkelijk is zich te ver stoppen, beschutting te zoeken, een kunst, waarin wij bezig zijn te gaan uitblinken. Wat de gegradueerden betreft, ze hebben er zich zoo spoedig aan gewend geen armen meer te hebben vol gouden of zilveren ver sierselen; ze hebben de gewone soldaten- muts opgezet, hun geweer en hun ransel genomen; de kleine endjes galon, die men in een overgangs-periode hun nog had ge spaard, en die men door een klein gaatje in de képi-bedekkingen kon zien, waren nog goede mikpunten voor hen, die schieten op officieren; nu hebben ze dezelfde onver biddelijke wet gehoorzaamd. Maar geenszins is het gezag der officieren over hun mannen er op verminderd en men is in een compag-* nie of bataljon genoeg bij elkaar om te weten met wien men te doen heeft. Heeft men overigens ooit gezien, dat in een fa briek de opzichters of ingenieurs onderschei dingsteekenen op hun jas noodig hadden om ontzag in te boezemen?" Ook de batterijen moeten onzichtbaar zijn en schr. verhaalt hoe men vooral op moet passen *voor de vliegtuigen; „want wat de vliegtuigen vooral opmerken, dat zijn de voorwerpen in beweging, of die, in welker omgeving beweging is. Wanneer dus een vijandelijk vliegtuig aan den horizon is ge signaleerd, neemt men in 't algemeen de voorzorg om onmiddellijk het vuren te sta ken (behalve aan de .stukken die speciaal op vliegtuigen zijn gericht en die men op een eigen manier opstelt); dan snellen de kanonniers, om zich te verbergen, naar de schuilplaatsen, welke zij in den grond heb ben uitgegraven bij ieder kanon, en welke hen ook beschermen bij een al te hevig bombardement. Ik weet een batterij van 7.ö c.M. in Woëvre, welke al sinds vijf en een halve maand op dezelfde plek staat, heel dicht bij de Duitsche loopgraven, mid den in het veld. De stukken en caissons zijn eenvoudig bedekt door grijze dekzei len en, niettegenstaande dat, zijn ze nooit opgemerkt door de dagelijksche verkennin gen vanuit Duitsche vliegtuigen. Dit resul taat is verkregen door den volgenden maat regel: zoodra de waarnemer van do batte rij, die het meest naar voren staat, een vij andelijk vliegtuig signaleert, hijscht men onmiddellijk de „seinvlag". Als dit signaal is gegeven, is het aardig Om te zien, hoe gauw do kanonniers hun bezigheden in den steek laten, welke die ook zijn want den kapitein is het ernst daarmee en als konijnen in hun holen springen. De eenige, die aan de oppervlakte blijft, is de waar nemer, die de bewegingen van den Over- Bijnschen vogel bespiedt en die, door mid- van een heel kleine telefoon, het schieten regelt van een stuk, op, eenigen afstand in het bosch geplaatst." VERSPREIDE BERICHTEN Het drinkwater op het oorlogsterrein. Tot de meest gecompliceerde en zeer zeker ook lot de meest gewichtige diensten in het leger, mag de „intendance" worden gerekend. Het is een eerste vereisdhte voor een leger te velde, wil het met goed gevolg den strijd aanvaarden, dat het goed is georganiseerd en dat het naar be- hooren is gevoed en gekleed. Hoe vaak is het niet gebeurd dat een strijdmacht vernietigd werd of uiteengeslagen, doordat de gezondheidstoestand der soldaten te wenschen overliet, of doordat hun voeding niet voldoende was. Het moreel der troe pen hangt nauw samen met hun lichamelijke ver zorging. Daarom speelt niet alleen de militaire geoefendheid hier een voorname rol, doch tevens de huishoudelijke bijkomstigheden. Hiervan, zijn de aanvoerders der millioenenlegej;s zich wel be wust en zij hebben zich voor den intendance- dienst van de medewerking verzekerd van een staf van autoriteiten op dat gebied, van leger artsen en van andere mannen der wetenschap. Vandaar dat reeds in vredestijd ruimschoots de aandacht geschonken werd aan de verzorging van den soldaat te velde. Het vraagstuk der water-verzorging was stel lig een der voornaamste punten ter bestudeering. En juist in dezen oorlog hebben de legerdoctoren een zw^re taak gehad, om te zorgen dat de sol daten door het drinken van onzuiver water niet door gevaarlijke ziekten werden aangetast. Het water dat zich in beken, vijvers of meren bevindt is in dezen tijd niet steeds te vertrou wen, wijl Ret door de vele .lijken ziektekiemen in zich dragen kan. Het grondwater blijft dus alleen' nog over, om voor het leger te dienen. En het spreekt vanzelf, dat dit niet overal te vinden is. De methode van het koken van het water, alvorens het te gebruiken, wordt heden weinig meer in toepassing gebracht. Het water verliest zijn smaak en de toevoeging van chemicaliën om het dien smaak weer te geven, heeft groote be zwaren. Daarom zoekt men zijn heil in het dis- tilleeren, hetgeen sinds lang op de zeeschepen wordt gedaan. Dit distilleeren geschiedt in de lazarets of in de veldkeukens, terwijl er speciale draagbare apparaten zijn vervaardigd, die de troepen op marsch kunnen benutten. Het valt echter te betwijfelen of de soldaten, die op ver kenning zijn, oi zij die voorpostendienst verrich ten, van deze voordeelen gebruik kunnen maken. En het lijkt ons waarschijnlijker dat de soldaat te velde, wanneer hij uitgeput is en dorstig, elke gelegenheid tot drinken met vreugde aangrijpt, zonder zich er eerst van te vergewissen of het water „kiemvrij" is of niet! Toch trachten de legerbesturen zooveel moge lijk de soldaten van zuiver drinkwater te voorzien en in eiken legertrein bevinden zich tal van waterwagens, die onderweg het water prepa reeren. En het schijnt, dat deze methode van watervoorziening met succes wordt toegepast, te pordeelen naar het geringe aantal epidemieën, dat tot heden in de modem georganiseerde legers der oorlogvoerende landen is voorgekomen. Dat het drinkwater-vraagstul echter nog niet tot algeheele bevrediging is opgelost, bewijst het bericht dat het Roode Kruis te Berlijn gelden opzamelt om de Duitsche soldaten in 't veld geregeld mineraalwater te verschaffen. De ondergrondsche oorlog. Indien Ney, Lasalle of Murat eens uit hun graftombe konden verrijzen, zoo peinst een Transch journalist, zouden zij niet weinig ver baasd staan over de wijze, waarop heden de oor log wordt gevoerd. Trouwens, zij zouden op den eersten aanblik wellicht zeer weinig zien. Eerst later zou hun aandacht worden ge nokken door het gekruip en gewriemel dier duizenden „strij dende" mannen, die loerend boven hun loopgra ven uitkijken. En indien men den generaals nun cavalerie en hun garde, welke eens bij Friediand met heldenmoed hebben gestreden, zou terugge ven, zoo zouden deze mannen verbluft siaan kijken, niet wetend waar het veege lijf tegen den onzichtbaren kogelregen te bergen. Toch is deze loopgraven-oorlog niet nieuw. Reeds in de oudheid, zoo leert ons de geograaf en geschiedkundige Strabo, werd deze wijze van strijden in Afrika toegepast. En nu dertig eeuwen later, volgen de onderaardsche oorlogswoningen elkaar in eindelooze rijen op, van de Noordzee tot de Vogezen, van de Alpen tot de Adriatische Zee en van de golf van Saros tot aan de Dar danelles Hetgeen wellicht nog zoo kwaad niet is, zucht de Franschman, nu de oppervlakte van de aarde en de zee ternauwernood bewoonbaar is en wij dus wel onder den grond onze toevlucht zoeken moeten. De Fransche schrijver stelt echter vast, dat ondanks de heldhaftige pogingen van het Fran sche leger om den vijand uit zijn versterkte loop graven te verjagen het grootste front der Duit- schers zich nog altijd op Franseh gebied bevindt. En hij zegt dat tegenover de nieuwe wijze van verdediging, welke in dezen oorlog na vele eeuwen weer voor 't eerst wordt toegepast, een nieuwe wijze van aanvallen moet worden gesteld. Immers, het harnas is uitgevonden tegen de wer king van het zwaardhet buskruit is vervaardigd tegen het harnas. En het gebruik van het eerste buskruit, de eerste kanonnen, bracht vrij wat ge weldiger omwenteling te weeg in de oorlogswe tenschap dan de uitvindingen van thans. Men meende destijds dat de oorlog onmogelijk was geworden. Doch de oorlog bleef bestaan En de helden moed en doodsverachting der strijders eveneens. Daarom, meent de journalist, moet de aanval- methode der Franschen niet minder doeltreffend zijn dan hun verdedigingswijze. Er moet met meer kracht worden opgetreden. „Het uur der zware artillerie heeft geslagen," roept hij uit. „Wij dienen de loopgraven van onzen vijand te vernielen, te verwoesten met ruw geweld, wij moe ten hun versterkingen in de lucht laten springen, ze beschieten met enorme bommen, waarin zich ijzer en lood bevindt, met brandbare stoffen, met alles wat binnen ons bereik'ligt, opdat de vijand eindelijk te voorschijn komen moet en de veld slagen van eertijds wederom kunnen worden ge streden." KORTE BERICHT Zeegevecht? Sedert gistermiddag drie uur werd te Oostburg uit Westelijke richting hevig kanongebulder gehoord. Een duikboot vergaan? Twee Duitsche duik booten zijn, blijkens een bericht van het Fransche ministerie van marine, Zondag in het Kanaal door een licht Franseh eska der aangevallen. Eén duikboot is door ver scheidene granaten getroffen voor ze onder dook. Een Belgisch vlieger gedood. De Belgische vlieger-officier Michel Lagrange is op het vliegveld van Villacoublay doodgevallen. De vlieger had een nieuwe machine in te vlie gen. Alles ging goed, tot hij daalde; op een hoogte van 60 meter gekomen nam hij een draai, waarbij de vliegmachine kantel de en naar beneden stortte. Lagrange werd op, slag padood- UIT DE STAATSCOURANT. Bij koninklijk besluit is, met ingang van 1 Augustus, op verzoek, eer vol ontslag verleend aan den heer H. van Kuyk, als betaalmeester te Utrecht, onder dankbetui ging voor de diensten door hem aan den lande bewezen. is, met ingang van 1 Augustus, benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Bussum, G. Baert, thans in gelijke betrekking te Hengelo. Geen audiëntieVrijdag a.s. bij den Minister van Marine, Zaterdag a.s. bij den Minister van Binnenlandsche Zaken. HET GEBEURDE MET DE „CERES". Uit een ambtelijk onderzoek, dat door de marine-autoriteiten te IJ muiden is ingesteld betreffende het zinken van het Nederlaudsche stoomschip „Ceres" der Kon. Ned. Stoomvaart maatschappij te Amterdam, is gebleken dat het ongeval zeer waarschijnlijk is veroorzaakt door een mijn. STEENKOLEN EN BRIQUETTEN. De. Minister van Landbouw overweegt, om op steenkolen, cokes en briketten, welke hier te lande buiten overleg met het Koninklijk Natio naal Steuncomité worden ingevoerd, krachtens de levensmiddelenwet beslag te doen leggen, teneinde ontwrichting van contracten door be middeling van het Kolenbureau gesloten, in het algemeen belang van de Nederlandsehe kolen- verbruikers tegen te gaan. Een treurig ongeval. In het gasgloeiliclit- magazijn van de firma H. Bieze in de Warmoes straat te Amsterdam, is een stellage met glas werk omgevallen. De winkeljuffrouw Stiez werd daaronder bedolven. Toen men haar onder de stellage uithaalde, bleek zij reeds overleden. Het lijk is naar het Binnengasthuis vervoerd. In de jenever gestikt. Zekere W. van H., een gepensioneerde koloniaal .wonende Groot Nieuwland te Alkmaar, kwam giste ren zoo hevig beschonken thuis, dat hij, na dat zijn hospes hem op bed had gelegd, eeni gen tijd daarna overleed. Hij was in de je never gestikt. UIT ONZE VOHIGE OPLAAG HAARLEM. (Vervolg van gisteren). In het Doopsgezinde weeshuis had na de ontvangst en de bloemenaanbie- ding in de groote eetzaal de voorstelling plaats aan H. M. van de Regenten en Re gentessen, de directrice en den directeur, Hare Majesteit maakte toen een rondgang door het huis en bezichtigde de verschillen de zalen met veel belangstelling. Hare Ma jesteit maakte met de kinderen een praatje en informeerde naar hun werk en ontspan ning. Evenals in het Herv. Weeshuis wer den de weezen uit naam van de Koningin Emma doosjes met chocolade aangeboden. Om half vijf vertrok H. M., door de be stuurders van het weeshuis uitgeleide ge daan. Na afloop van het bezoek aan het Doops gezinde Weeshuis wei^l een rijtoer door een deel van den Hout gemaakt, waarbij o.a. door de Spanjaardslaan werd gereden. Men keerde weder terug over den Kleinen Houtweg en van daar langs den gemelden weg ging het Hooge Gezelschap naar het Frans Halsmuseum. Om half vijf werd de Koningin-Moeder aan den ingang ontvangen door den heer G. D. Gratama, directeur van het museum. Zijn dochtertje bood B. M- bloemen aan. De Koningin werd nu naar de Kenauzaal ge leid, waar de wethouders, dê voorzitter van de commissie van toezicht over het museum jhr. Ch. van de Foil, de beer L. C. Dumont, directeur van openbare werken en de ge meentesecretaris mr. dr. J- Wijtema, ter ont- vangst annwezig waren. Na de voorstelling werden de schilderijen bezichtigd. Bij bezichtiging van een schilderij met het oude stadhuis met den ouden toren (zooals die nu herbouwd is) sprgk H. M. tot wethou der De Breuk, voorzitter der vereeniging „Haerlem" met belangstelling over den her stelden Raadhuistoren en dzplaquette die ze, zooals onze lezers weten, dezer dagen van „Haerlem" ontving, met verschillende af beeldingen, het Raadhuis en den toren be treffende. H. M. sprak niet waardeering over dit mooie werk der vereeniging „Haer lem" en betuigde Haar dank voor de pla quette en het begeleidende schrijven. Vervolgens begaf men zich naar de ten toonstelling van „Oude Kunst" Aan den in gang van de goudleerzaal werd H. M. op gewacht dóór het uitvoerend comité der ten toonstelling en verwelkomd door den eere voorzitter, jhr. mr. dr. A- Röell, Commissar ris der Koningin. Nadat de Koningin-Regentes met belang stelling de kostbare tentoonstelling had in oogemchouw genomen, werd U. M. in de re genten- en regentessenzaal, die geheel in een Lodewijk XV kamer was herschapen, de thee aangeboden. De zaal was kostbaar en prachtig inge richt; bloemenversieringen verhoogden den feestelijken indruk. Nadat Hare Majesteit eenige ver- vtrschingeu had gebruikt, werd Zij uitgelei de gedaan door den burgemeester, de wet houders, den eere-voorzitter en den voorzit ter van het comité en den directeur. Om 6 uur 1 min. vertrok H. M. weder naar Den Haag, aan het station door den bugemeester uitgeleid. Het bezoek was geëindigd. Het was niet geweest een korte en koude officieele visite, maar een welgemeend be wijs van belangstelling in het lot van de zieken en weezen, en een waardeering van het steunwerk ten bate van behoeftige kun stenaars. Die Koninklijke belangstelling hebben ook talloos vele Haarlemmers gewaardeerd, die H. M. Koningin Emma op den weg naar Haar bezoek hartelijk begroetten, bij Haar aankomst Hare Majesteit opwachtten en uitleidden bij Haar vertrek. Naar wij vernemen heeft H. M. aan den heer Jhr. mr. van Styrum als voorzitter van het uitvoerend comité der steun ten toonstel ling overhandigd een bedrag van 100 ten bate van het doel waarvoor de tentoonstel ling wordt gehouden. VEREENIGING „HAERLEM". De vereeniging „Haerlem" hield Maandag avond een aigemeene vergadering onder lei ding van den heer Joh. de Breuk. Deze opende de vergadering met een her inneringswoord betreiiende den Raadhuis toren, tot welks bouw het eerste idee ge opperd werd op 25 Juni 1909. Men had daarvoor echter met twee factoren rekening te houden: de financiën en de technische' hulp. In beide werd goed voorzien en naar aanleiding van de van vele zijden onder vonden steun en hulp, op beider gebied, brengt de voorzitter hartelijk dank aan al len die hebben meegewerkt aan den her bouw van den toren; vooral aan den heer Dumont, en aan de schenkers van het be drag ad f 12.000 voor dien bouw. Spr. brengt verder in herinnering de waar- deerende woorden, door den burgemeester in de laatste raadszitting naar aanleiding van den herbouw gesproken en memoreert tot slot het vervaardigen en verzenden van de plaquette. De heer Dumont wenscht nog even met nadruk te constateeren dat de toren ge trouw herbouwd is volgens het oude model. De Secretaris bracht nu het jaarver; slag uit, waarin de verscheidene belangrijke vergaderingen en bijeenkomsten, plaatten- tooiistellingen en kunstbeschouwingen, ex cursies en werkzaamheden van „Haerlem" werden gememoreerd en op aangename wij ze herdacht. Het aantal leden bedroeg 327, De Voorzitter dankt den secretaris voor zijn juist en mooi verslag. De rekening en verantwoording van den Penningmeester worden goedgekeurd. De ontvangsten bedroegen f 4174,64i/2, de uitgaven f 2U64.05, batig saldo f 2110.59i/2. De financieele toestand van de vereeni ging is, zooals de penningmeester consta teert, gunstig. De commissie tot nazien van de rekening bevond deze in orde. De Voorzitter deelde nu mede, dat dit jaar zal verschijnen een verklarende straten lijst, die zal bevatten de straten, en de verklaring van de namen en vele ge schiedkundige bijzonderheden. Het boekje is ter perse en is door den heer W. P. J. Overmeer vervaardigd, terwijl de heer C. J. Gonnet vele geschiedkundige bijzonderhe den bijbracht. Bij het boekje wordt ingevou wen een kaart, waarop de straten zijn aan gegeven en die dusdanig is ontworpen, dat met behulp van de lijst iedere straat ge makkelijk kan worden gevonden. De kaart is vervaardigd op het bureau van Openbare Werken; de voorzitter brengt den heer Du mont voor zijn bemoeiingen in deze dank. Deze kostbare en belangrijke uitgave is de eerste in Haarlem op dit gebied. Verder vertelt de voorzitter, en de verga dering vereenigt zie.ii er mee, dat op 11 September a.s. een excursie zal worden ge maakt naar Den Haag. Ook zal men in het najaar een wandeling door Haarlem maken. Omtrent te houden voordrachten e. d. kun nen nog geen definitieve mededeelingen wor den gedaan. Bij de rondvraag zegt de voorzitter, dat de heer dr. mr. ,W_. F. v. Leeuwen, oud-com missaris der Koningin, als beschermheer heeft bedankt; en het bestuur stelt voor, Jhr. Mr. Röell, den tegenwoordigen commis saris, te verzoeken het beschermheerschap van „Haerlem" te willen aanvaarden, wat de vergadering goedvindt. De heer M r. 't Hooft vraagt, of de vereeniging „Haerlem" wier hart voor kunst en schoouueid klopt en daarom ook zeker zal kloppen voor het te stichten Hildebrand- mouumeiit, niet genegen zou zijn geld hier voor te schenken, want het comité heeft nog geen voldoende bedrag bijeen. De secretaris, mr. ,T a d e in a, merkt op, dat ,)Haerlem" reeds tinancieelen steun gaf, door het bekende „Beetsboekje" te verkoo- pen. Het bestuur zal. nog eens overwegen. In overweging wordt gegeven door den heer Gonnet om dengenen, die geld toe- zegueu te verzoeken, hun bijdrage te ver- hoogen. Daarna siuiting der bijeenkomst, die ïutusschen slecht bezocht was. MUZIEK JOH ANN MESSCHAERT. Dai er zooveien Maandagavond Kwamen luisteren naar het Bacii-p, ogramina van Prof. Messchaert en Evert Oorneiis, ia een troostrijk bewijs, dat er toch nog wel iets van ernstige rust in de con certbezoekers is. Want om een Back-avond vol komen te genieten is er toch bezonkenheid van geest en gevoel, ais 't ware een geconcentreerde muzikaliteit noodig. Kortzichtige vijanden, van Bach's absolutisme spreken bij voorkeur van starheid, gevoelloosheid, die noodzakelijk moet voortkomen uit dien nuchter-versclierpten geest, die Bach eerder tot een muzikaal wiskun dige dan tot een dichterlijk genie zou maken. legen deze dwaling zullen we in de toekomst méér te strijden hebben, dan het nu toeschijnt. W ant met de bewering dat Bach dus niet een waar muzikaal genie zou zijn, wordt aan het wezen der muziek een andere beteekenis gege ven. Het wezen der muziek blijft door alle eeuwen hetzelfue, de natuur verandert zich niet en zelfs de allermodernste mensch moet ruim genoeg van geest zijn om de eeuwige schoonheid in haar veranderlijke uitingen te herkennen en te vereeren. De moeilijkheid is voor velen: overtuigd te zijn, dat de wereld, en op de eerste plaats Europa, in de voornaamste dingen eigenlijk niet zóó énorm is vooruitge gaan. Dit naar aanleiding van het absoluut belang rijke van Messchaert's Bach-avond. Het is aan verreweg de meeste der concertbezoekers bekend op hoe oorspronkelijk-schoone wijze Jolrann Messchaert Bach's muziek zingt. In de gevaar lijk-galmende ruimte der Groote Kerk klinkt deze wonderbare stem merkwaardig klankrijk en glanzend helder, als een wezenlijk-idiëeel in strument. Iedere klank van dit zingen is een volkomen schoonheid van muzikale kleur. En alles in dit zingen is bezield, is levendig bezield, en voortdurende uiting van eigen, beheerschto inspiratie. Messchaert zong aria's uit de Cafr tates „leb habe genug," „Liebster Gott, wafl» werd'ich s ter ben „iSehet wir gehen hinauf" „Du Hirte Israel" „Ach wie flüehtig" „Schauet doch und sehet." De organist Evert Cornelis speelde drie vaB Bach's omvangrijkste orgelwerken; de groote Praeludium en Fuga in C. kl. t„ de Pastorale (F. gr. t.) en de „Foccata, Adagio et Fuga" i° O. t- HJj speelde het eerste en laatste werk met nogal donkere registratuur, wat niet bevor derlijk was voor de duidelijkheid. Overigens wa> de behandeling van het Adagio in A-moll ea vooral de Pastorale wel zéér beschaafd en muzi kaal. Wij voelen de groote Praeludium en Fug» in C. kl. t. strenger rythmisch. Intusschen was het belangwekkend kennis te maken met het spel van een zoo intelligent artist als Evert Cornelis is. W. F. A. R. K. VOLKSBOND. Maandagavond had de eerste vergadering van den bestuursraad der afd. Haarlem van° den Ned. R. K. Volksbond plaats "Op deze vergadering deelde de heer Guskens mede dat hij zich voor de a.s. bestuursverkiezing niet meer als candidaat beschikbaar stelt. Voor deze verkiezing werden candidaat ge steld: a. voor de functie van voorzitter de heer J. A. de Lobel, behoudens zijn nog te vragen toestemming; b. voor de overige functies de hee- ren G. T. Brom, F. J. v. d. Burgt, J. v. d. Post, C. H. Glas, Goddijn, de Rooij, Jos. van Seggelen, C. A. P. Dammers en J. C. van Tori» geren, die verklaarden zich als zoodanig beschik baar te stellen. Verder bestaat er gelegenheid candidaten te stellen (door minstens 10 bondsleden) tot 26 Juli aanstaande. Besloten werd dat een werkprogram voor het a.s. winterseizoen zal worden saamgesteld door den Eerw. Heer Geestelijk Adviseur en de hee- ren J. A. de Lobel en C. A. P. Dammers. Bij acclamatie besloot deze raad plannen te beramen tot grootsche huldiging van den schei denden voorzitter. PROV. STATEN VAN NOORD-HOLT. A NT) Onder leiding van. den Commissaris der Koningin Jhr. mr. dr. Rpell is gisterenoch tend alhier gehouden de eerste vergadering der zomerzitting van de Provinciale Staten van Noord-Holland. Na de opening werden de af deelingen ge- -trokken, waarna lezing geschiedde van een aantal ingekomen 6tukben, die alle voox kennisgeving werden aangenomen. In handen van Ged. Staten werden om prae-advies gesteld een adres van *t Hoofd bestuur van „Sehuttevaer" om te bevorde ren dat aan den noordelijken ingang van de Zaan een verkenningslieht wordt aange bracht en eenige adressen houdende verzoe ken om een subsidie. De beer VAN BENTHEM maakt de op merking, dat op de agenda wordt vermist een adres inzake een Zaanlandsche coinmu- nicatieweg, waaromtrent Ged. Staten reeds eerder een prae-advies hadden toegezegd. De VOORZITTER antwoordt dat Gedep. Staten in een volgende vergadering op d©z0 aanmerking een 'antwoord zullen geven. Nadat daarna een aantal agendapunten commissoriaal waren gemaakt, werd de ver gadering verdaagd tot Dinsdag 20 Juli. DOOR EEN ATAX AANGEREDEN. Toen Maandagmiddag een Atax in de Gier straat voor een sproeiwagen zou uitwijken, kwam van achter dien wagen opeena een knaapje te voorschijn. Het werd aangereden en kwam te vallen. Door omstanders werd de kleine, de vier jarige W. Blankenstein, wonende Lange An-> nastraat, in de woning van den heer Vleeseh- houwer binnengedragen. Ingeroepen werd de hulp van dr. Kuen, die constateerde, dat het knaapje alleen een wonde aan het gezicht had bekomen.- Inmiddels werd opneming ter observatie in het Gasthuis noodig geacht. Daarheeni werd het knaapje gevoerd per zelfde Atax, waarmede het ia aangereden. ONZE ST. ANNA VEREENIGING. Naar wij vernemen zal de St. Annaveree* niging te dezer stede, die zich als ver* eeniging van R.K. ouders ten doel stelt hunne jonge kinderen te bewaren voor den nadeeligen invloed van het gebruik van al cohol, 21 Juli a.s. een kinderfeest geven voor de kinderen der leden. Het feest belooft, in zang, woord en spel, een aileraardigsten en allerprettigsten mid dag te geven; de gezellige zaai van „De Kroon" zal ervoor worden bestemd. jAAVij zullen, naar wij hopen, later hierop, uitvoe riger. terugkomen. BURGERLIJKE STAND. Geboren: 3 Juli. d. van P. A. Janssen Cramer. z. van A. de VriesVoskuijlen. 4 Juli. z. van P. de iWinterTurk. z. van J. C. Rookerv. Dijk. z. van J. M. Schelf erSchouten. Juli. d. van M. D« J. v. Duinen—Banteau. ,6. Juli. d. van E. M. A. LangeveldDolk. Overleden: 4 Juli. J. F. .Tarner, ,68 j., Zak* straat. 5 Juli. J. Wj., 1 m., d. van D. Burghout, Groot Heiligland. K. G. Mul der, 64 j., Groot Heiligland. 6 Juli. P, H'. Neijsse, 83 j., Hagestraat. (verbeterd Wecksysteem, zonder thermometer). Spaart TIJD, GELD en GAS. Verkoop bij BEZOEK VAN Z. K. H, PRINS HENDRIE. Zooals reeds met een enkel woord is ge meld heeft Z. E. H. Prins Hendrik gisteren aan onze gemeente een bezoek gebracht. De Prins die per auto aan kwam, ging dadelijk naar het Frans Halsmuseum om daar een bezoek te brengen aan de tentoon' stelling van oude kunst ten bate van het Steuncomité. Het bezoek duurde van half tot' kwart voor n In het museum werd de Prins ontvang en rondgeleid door de eere-voorzitters

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 2