C. H. VOGELZANG, VoordeDames -Blouses en rokken Nabij en vèraf. DE OORLOG Groote Houtstraat 29A. SPECIALITEIT IN VERSPREIDE BERICHTEN n t NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™«D.ULR0 HL - CREDIETBEPERKING. Dit woord is hierboven gezet, om in één woord de zaak waar het om gaat, uit te irukken, maar nu ik er nader over dienik, He ik dat bet woord niet juist de zaak dekt die ik hier zou willen bespreken, Creddetsduur-beperking is miasciMen be ter, al is dat óók al geen duidelijke uitdruk king. Dat komt omdat heit vreemde woord „cre it iet" (van het latijnséhe „credere" ver trouwen) in onze taal een meervoudige be- ®*©keuis beeft. Niet alleen bet eekent het im- jpeie het „vertrouwen", dat de verkooper of handelaar geniet, en dat eigenlijk de ba- 'hs is waarop de handel is gevestigd, maar het beteekent óók en helaas het uit- 'tel van betaling, dat door de koopers wordt fire men en dat hij groote rekeningen 'ome wel jaren lang kan diuren! Tegen deze laatste soort van „crediet" oneigenlijk met dezen naam genoemd beeft de georganiseerde middenstand zicfh »1 herhaaldelijk uitgesproken. Op alle midr denstandscongressen is er over gesproken: ik herinner mij, dat op het Rotterdamsohe middenstandscongres van 1901 wel een tien tal referaten of verhandelingen over het tlechte, het onhoudbare, het onduldbare van dat lange credietverleeneD werden uitge bracht, en alle middenstanders zijn bet er 'eeds lang over eens, dat er aan dat zoo toed als onbeperkt crediet-geven een eind Oaoet komen. Ja, maar ondertus6chen gaat het kalmp jes op den ouden voet dooT; wordt het zelfs boe langer hoe erger.... Want de eene mid denstander durft niet om den concurrent, die ander is bang klanten te verliezen als hij ®P°n „crediet geeft", en bij onderlinge af- ■5'raak bleek het tot dusverre ook vrijwel ónmogelijk, bet credietverleenen aan klam- te bekorten of te* beperk en. Zoo gaat het méér onder de middenstam- aeis; vervroegde winkelsluiting, Zondags- sluiting, bestrijding van oneerlijke mededin ging, het zijn alle zaken die nit en te na gepoogd zijn te verbeteren in onderlinge overeenkomst, maar te vergeefs. Zal het met het creddetgeven óók zoo taan? De Nederlandse! e Yereeniging voor Ijzer handel a ren heeft aangekondigd, dat hare leden dien credietsdurr wensen en te beper ken, althans diat de wenschelijiklheid daarvan groot is. Een nieuwe poging dus, in den geest ale vroeger reeds gedaan en.... mislukt ia Of loze beter zal afloopent Ik ben er niet ze- xer van. Want de Vereeniging begint, zou ik zeggen, aan den verkeerden kant. Zij doet ten beroep op het publiek, door middel van een circulaire, die de leden aan hun klanten" toezenden, en waarin het publiek wordt ge vraagd, om de drie maanden de ambadkts- patrcons te betalen. Dat is een mooi, een prachtig idéé, maar ielaaszelfs degenen die het 't mooist Bn bet best vinden, zullen e<r zich in de practijk niet naar gedragen. Dat gaat méér zoo! Ik ken menecben die óp waarlijk roerend© wijze weten t© viertel len dat Zondagsrust noodzakelijk is en dat 't schandaal is om op Zondag winkels open te touden, maar die er geen been in zien Mn zich 't liefst op Zondagochtend te laten eoheren, die niet buiten bun versohe kadet- Je© op Zondag kunnen, en die boos zijn dat kun sigarenwinkelier Zondags sluit. Het heet d.an: „de winkels zijn toch open'', ofwel ifoolang als de sluiting niet algemeen is, Sindert 't niet". Zoo geloof ik dan ook, dat een beroep op het publiek maar weinig zal baten. Welsprekend is dit beroep intusschen wel! De Vereeniging van IJzerhandelaren her innert eraan, dat spoedig d© fabrikanten en handelaren in bouwbediri.ifinaterialen aoogstene slechts 8 maanden crediet zullen verlcenen aan de ambadhtepatroons, zoo dat deze, als ze lang crediet moeten verlee rden, in het ongereed© dreigen te raken. „Staat den ambachtspatroons, die werft voor u verrichten, toe, elk kwartaal hunne rekening in te zenden en betaalt die dan ®o© spoedig mogelijk, zoo zegt de circulaire: »Uw eigen belang wordt daardoor gediend^ daar u dan, korten tijd na het verrichten der werkzaamheden, controle op de prijsbe rekening en®, hebt. „Het belang van onze afnemers, uwe medeburgers, bevordert u, door ben iu staat te stellen op 8 maanden t© koopen. Zij koo- pen daardoor goedfkooper dan op jaarreke ning en vergemakkelijken eveneens hunne controle. „Maar bovenal, wanneer u van nu af be gint, den timmerman, wagenmaker, smid enz. élk kwartaal t© betalen, bespaart gij hun in korteren 0f langeren tijd groote moei lijkheden. „Immers, de voornoemde Bond. waartoe alle beduidenle fabrikanten en handelaren voor de bouwbedrijven in Nederland beihoo- reu, zal stellig zijn besluit doorvoeren en dan zal de Ambaohtspairoon, die niet intijds zorgde, met zijne klanten een zelfde rege ling te treffen, in groote moeilijkheden ke rnen. „En wat kan ©r uwerzijds tegen zijtn? „Wie ge zijt, ambtenaar, koopman, landh bouwer, veehouder of wat ook, gij ontvangt gedurende den geheelen loop des jaars geld en kunt dus ook doorloopend betalen. „Betaalt dan voortaan elk kwartaal don ambachtspatroon, opdat ook hij zoo geluk kig worde, geheel bet jaar door, over geld te beschikken. „Het is niet billijk, dat u bet geld, dat, na het verrichten zijner werkzaamheden, den ambachtepatroon toekomt, onder u houdt!" Aldus de circulaire. Men ziet het: z» ia welsprekend en waar, doéhof het pu bliek eraan gehoor zal geven, betwijfel ik. Eerlijk gezegd zie ik geen andere oplos sing dan dat de leveranciers eendrachtig besluiten, geen crediet te verleenen, en per drie maanden te disponeeren. Wat de warenhuizen gedaan krijgen, wat de kleinhandel voor een groot gedeelte hij de exceptioneel© toestanden van het oogenblik al heeft weten in te voeren, zul len de ambachtspatroons zeker óók kunnen doen: mits zij eendrachtig willen, kan het jarenlange „crediet" dat een sleur is gewor den, best inééns worden afgeschaft. Maar met een beroep op en ©en vriende lijk verzoek aan het publiek wordt niets bereikt. Hier is „we zouden graag" niet op zijn plaats, maar „we zullen" moet ronduit gezegd. En ik ben ervan overtuigd, dat de „cre- dietsduur-beperking" geen dag langer be hoeft uitgesteld te worden dan de ambachts patroons willen, als ze zélf maar aanpak ken, en het hun cliënte]e bekend maken, dat ze niet vragen of verzoeken, maar doen' p_ a DE TOESTAND IN NOORD- FRANKRIJK. Men schrijft ons: Tot nu toe heeft Duitschland omstreeks een half jaar van het Noord-Oosten van Frankrijk ongeveer 21000 vierkante kilometer met bijna drie millioen inwoners bezet gehouden. Dit is 4 van het Franse he grondgebied en 7Yt van het aantal inwoners. Het kan niet anders of deze nuchtere cijfers moeteu voor het eene land winst en voor het andere verlies beteekenen. En toch zeggen zij nog zeer weinig, daar zjj niet uitdrukken van wolken aard en gesteldheid dit gebied is. Met dit Franache gebied toch" staat het anders dan met de paar duizend vierkante kilometer, welke de Russen in Oost-Pruisen bezet hadden. Duitschland zou economisch hiervan niet veel schade hebben gehad. Ook staat het met het Fransche gebied anders, dan met de paar hon derd vierkante kilometer, welke de Franschen in den Elza's bij Belfort in handen hebben. Dit is conomisch eveneens van geen beteekenis. In Frankrijk daarentegen bevat het verloren grondgebied Fransche kolen- en ijzerertsmijnen het heeft er een zeer nijvere industrie en een vruchtbaren bodem. Kolen en ijzer zijn in zekeren zin de grond slagen voor de industrieele ontwikkeling van een land. Aan ijzererts is Frankrijk rijlr. De opbrengst aan kolen kan echter de behoeften niet dekken. Frankrijk heeft jaarlijks 60 mil lioen ton kolen noodig, waarvan 20.000.000 ton worden of werden ingevoerd n.l. 10 uit Enge land en 10 uit België en Duitschland. Door den oorlog is de consumptie voor vuur een derde teruggegaan, maar daartegenover staat, dat de productie capaciteit deT Fransche kolenmijnen, met 50 Is verminderd daar de Duitschers het greotste gedeelte der kolendistricten in het Noorder departement en dat van Pas-de-Oalais bezvt houden. Bovendien heeft de mobilisatie eene niet te vermijden verwarring in Frankrijk veroorzaakt in de organisatie en exploitatie der mijnen. De totale opbrengst in Frankrijk is op het ©ogen blik ongeveer 20 millioen ton, zoodat een even- groot© hoeveelheid van uit Engeland moet wor den ingevoerd. Maar ook in Engeland is de kolenproductie aan het afnemen. Het aantal mijnwerkers uit de kolenindustrie, dat onder de wapens saat, bedraagt ongeveer 15 Boven dien moet niet over het hoofd worden gezien, dat 't vervoeren over ze© en de moeilijkheid van het laden in de Engelsche en het lossen in de Fransche havens groote bezwaren met zioh brengt. Zelfs op Amerika kan Frankrijk voor de kolenvoorziening niet rekenen. Deze toestand zal in den loop van den oorlog niet verboteren, maar steeds minder worden. Het kan dan ook niet anders of de Fransche industrie moet hieronder ten zeerste lijden. Duitschland verkeert in een veel beter© po sitie. Het land zielf bezit kolen in overvloed en bovendien kan uit België en Noord-Frankrijk rijkelijk worden geput. Dit is een der ontzagge lijke voordeelen van het oorlogvoeren buiten het eigen land. En het is bekend hoo Duitsch land in het bezette gebied onverwijld aan het industrieele werk ia begonnen. (Zelfs in Rus sisch Polen worden kolen gewonnen). Met dezen kolenorisis in Frankrijk houdt di« van het ijzererts nauw verband. Frankrijk zelf kan voor een deel uit Algerië, Tunis en Spanje aanvudden wat Duitsohland het door de bezetting weet t© onthouden en ook Enge land zal misschien iets kunnen helpen. Maar dan worden groot© moeilijkheden ondervonden met d© hoogovens. In dit bezwaar wordt ge tracht te gemoet te komen door hoogovens in zeehavens, bijv. Calais, waar kolen en erts wor den te saamgebracht. Een geregeld bedrijf kan dit natuurlijk niet worden genoemd. Da alge meen© toestand is dan ook zoodanig, dat Frank rijk xoot bijna 2/3 gemis heeft aan kolen, ijzer erts en staal. Wat kan worden aangevoerd, bijv. uit Amerika in den vorm van ijzer- en staal- waren moet duur worden betaald. Duitsohland's voordeel is ook hier, dat het In dezen oorlogstijd geen aanvoer voor de ijzerin dustrie noodig heeft. De laatste jaren voerde Duitschland bijna 5 millioen ton meer uit dan het ingevoerd kreeg. Mocht het bovendien ge brek krijgen, om dit geval te stellen dan staat Zweedsch en Poolsch ijzererts ter beschik king en daarenboven zijn er de ijzerertsen in.... Noord-Frankrijk. Frankrijk is dan ook wel een dier landen, die zwaar in eigen gebied door den oorlog getroffen worden. De industrie maakt een harden tijd mee juist door het bezette gebied. En niet alleen gelden deze nadeelen voor de kolen en de ijzer erts. De grond in Noord-Frankrijk is ook zeer vruchtbaar. Maar Frankrijk zelf kan er de vruchten niet van plukken. Het Duitsche front gaat dwars door streken, die een goed deel van Frankrijk moesten helpen voeden. Bovendien zetelt in Noord-Frankrijk de Fransche suiker-industrie. Twee derde van de Fransche suiker werd daar gewonnen. De meest© Fransche suikerfabrieken zijn gelegen in de streken van Kamerijk en Valenciennes. Het kan dan ook nu nog moeilijk onder cijfeirg worden gebracht, welke voordeelen de Duit schers uit Ndord-Frankrijk hebben weten te trekken, ter versterking van de eigen economi sche kracht. Voor Frankrijk beteekent dit het tegenovergestelde. Duitschland bebouwt thans d© Fransche akkers en oogst er reeds. Dit is mogelijk geworden juist door den langen duur vana den oorlog. Het zijn de moderne hulpmid delen, welke ook in dit opzicht een oorlog vele veranderingen vergeleken bij vroeger hebben doen ondergaan. En wel nooit is d© voorsprong van den oorlog to voeren buiten het eigen land zoo gevoeld als thans. Dat weet Duitschland en zonder twijfel ook Engeland, als het nagaat wat Frankrijk in en door Noord-Frankrijk reeds heeft moeten verliezen! •GOUVERNEUR von bissing EN KARDINAAL MERCIER. Een v er t eg eniwoord iger van d© „Köln. Volkszeitung" had, naar aanleiding van het Liberté-in terview, een onderhoud, met dien gouverneur-generaal van België, Generaal Oberst von Biasing- De eerste vraag, '''e aan generaal Von Bissing werd gesteld, luidde: „Iu het onderhoud van den Paus met den vertegenwoordiger van de „Liberté" te Pa rijs, beeft de Paus verklaard, toen d© Fran sche journalist van de arrestatie van Kar dinaal Mercier sprakj „Betreffende kardi naal Mercier zal ik u in#verbazing brengen: Hij is nooit in hechtenis genomen en kan naar bij wensdb.t ia zÜn diocees rondtrekken." „Kan Uwe Excellentie mij daaromtrent iet© nadere mededeelen, vooral ook omtrent d© wijze, waarop dit gerucht kan zijn ont staan? Nog op het oogenblik wordt dit in d© Fransche per» al© waarheid voorgesteld en verwondert b.v. d© „Libre Parole" er zich over, dat de Paus geloof scheukt aan d© Duitsche beweringen b.v. aan die, dat kar dinaal Mercier nooit gevangen gezet is. De bewering betreffende de arrestatie komt ook weer tot uiting in bet t© Le Havre ver schijnende Belgische rageeringsorgaan „Le XXe Siècle". De gouverfieur-generaal verklaarde daar op het volgende: „Werkelijk is kardinaal Mercier nooit in hechtenis genomen en in zijn© vrijheid van beweging nooit belemmerd. D© kar- dinaal beeft er blijkbaar zelf toe bijgedra gen, dez© geruchten telkens weder te doen herleven en te verspreiden. De arrestatie zou hebben plaats gehad op den dag, waarop den kardinaal moest worden gevraagd, of het herderlijk schrijven dat echter nog niet verspreid, doch door mij ontvangen was werkelijk van hem afkomstig was, boe bij daartoe gekomen was en vooral, hoe hij zich had kunnen onttrekken aan de vero-rdeninr gen, die omtrent d© publicaties der druk pers in België waren békend gemaakt. Bij deze gelegenheid heeft de officier, die den Kardinaal deze vragen gesteld had, ge zegd- „Het zou wel goed zijn, beer kardinaal, wanneer gij u heden ter beschikking van den gouverneur-generaal houdt, daar hij waarschijnlijk zelf persoonlijk een onder houd met u zal wengel)en." „Dit zei do von Bissing geschiedde klaarblijkelijk, om zoo spoedig mogelijk met den Kardinaal tot een uiteenzetting van de kwestie te komen. In den loop van den dag heb ik echter niets ondernomen, doch ik beu naar bet groot-hoofdkwartier vertrokken, om de zaak rechtstreeks te bespreken. Daar vernam ik door een gesprek per telefoon, dat do Kardinaal van plan was. zelf naar Antwerpen te vertrekken, om daar zelf zijn herderlijk schrijven voor te lezen of de aan gelegenheid te hespreken. Toen heb ik den Kardinaal geseind of getelefoneerd, hem dringende verzoekende, van deze reis af to zien, daar deze beslist tot bet verwekken van onrust ondier d© bevolking, die toch reeds wat opgewonden was, bijdragen zoude. „Overigens heeft de Kardinaal, zoo besloot de gouverneur-generaal zijne verklaring, een zcogenaamden „generalen pa6", die hem al tijd en ook tot den huldigen dag volle vtij- heid van beweging toestaat en wel een ge neralen pas voor geheel België, niet alleen voor zijn diocees. Van deze vrijheid beeft de Kardinaal dan ook zooveel mogelijk ge bruik gemaald." De correspondent van de Köln. Volksztg. vroeg nog: „De Paus zou verder gezegd hebben: „Ik heb van den gouverneur-generaal van Bel gië, g-eneraal-o verste Von Bissing een brief gekregen, waarin deze verzekert, dat hij voortaan met de grootste energie daden van geweld tegen de Kerk en de dienaren van God zoude onderdrukken". (Daarbij merkt de „Neue Ziiricher Nach- richten" van 22 Juni op: „Waarschijnlijk is het, dat enkele uitdrukkingen, die te Latapie den Paus in den mond legt, iu zooverre de „Havas"-vertaling nauwkeurig ia, niet woor delijk zoo gezegd zijn. Zoo kan b.v. Bene- dietus XV moeilijk gezegd hebben, dat ge neraal Von Bissing hem geschreven beeft, van nu af all© daden van geweld tegen de Kerk en de dienaren van God te onidterdlr uk ken! ntusfidi en heeft de „Ciorriexe d Italia een onderhoud met den kardinaal-staatsse cretaris Gaaparri gepubliceerd, waarin ge zegd wordt: „Een brief van den gouverneur- generaal Von Bissing beeft noch het staats secretariaat ontvangen, noch de een of an dere mededeeling, hetzij direct of indirect"). Hier is echter een tegenspraak: In het onderhoud vau den Paus met den vertegen woordiger van d© „Liberté" moet d© H. Va der iets medegedeeld hebben omtrent den inhoud van een brief on Ln het bericht van d© „Corriere d'Italia" wordt bestaan van zulk een brief beslist geloochend. Ik ver zoek Uwe Excellentie, mij deize tegenspraak te willen ophelderen." Zonder dralen en met groote beslistheid antwoordde.daarop generaal Von Bissing: „De kardinaal-staatssecretaris Gasparri is volkomen in bet gelijk. Ik heb nooit een! brief geschreven, ifoch op d© een of ander© wijze zulk een uitliatipg gedaan! Daaraan kan ik toevoegen, dat dit ook een dwaasheid geweest zou zijn. Want niet alleen „van nm af", dioelf stééds en vooral is 't mijn streven geweest, de rechten der Kerk te beschermen. Ik bad ook geen aanleiding gehad, den Paus te schrijven, dat ik dit „van nu af' dloen zlou, en nog veel minder, dat ik zelfs in de toe komst d© Kerk en Hare dienaren tegen da den van geweld der Duitschers wild© be schermen." Een avontuurlijk© ontsnapping, D© Frankf. Ztg. ontleent aan het Afton- blad van Stockholm, een verhaal van luite nant F. N. Wiener, een Oostenrjjkech offi cier, van zijn avonturen bij bet ontsnappen uit het interneeriDgskamp te Wakefield. Luitenant W lener, die zich in Amerika had gevestigd, was kort na het uitbreken van den oorlog op weg naar zijn vaderland, toen zijn schip door een Engelsc'b oorlogs schip werd aangehouden en hij naar Kir'k- uall werd overgebracht. Later werd hij te W akefield geïnterneerd, met een Duitséh marine-officier, Alfred Klapproth geheeten. De twee officieren besloten een poging te doen om samen te ontsnappen. Hun eerst© plan om een tunnel van hun tent uit onder de omrastering van het kamp door te gra ven, moesten zij laten varen, daar het veel te lang zou duren. Hun tweede opzet zou beter slagen. Zij bestelden bij den kleermaker van hot kamp „sportcoetumee", teneinde er zoo Eu- gelsoh mogelijk uit te zien. Verder wisten zij zich gouden munt tot een bedrag van 30 pond te verschaffen. Daarop verzochten zij den censor te mogen spreken, die dicht bij den kamp-uitgang woonde, wetend© dat hij op dat oogenblik niet thuis was. „Van het bureau van den censor", zoo ver volgt luitenant Wiener zijn verhaal, „gin gen wij naar de wachtzaal en ik was in staat dank zij mijn volmaakte kennis van het Engelsch den indruk t# wekken dat wij Enga'eéhe officieren waren. Een paar alge meenheden omtrent militaire zaken tegen de soldaten die de wacht haddon, verdreven alle wantrouwen, zoo zij dit nog gekoesterd mochten hébben, en wij slaagden er in, on gehinderd te ontkomen, na een parkmuur van omstreeks acht meter hoogt© t© zijn overgeklommen. Ons eerste doel was Leeds, d© dichtstbij zijnd© groote stad. Baar kochten wij twea eerste klas spoorkaartje© naar Manchester, zonder er echter gebruik van te maken. In plaats daarvan reisden wij derde klasse naar Liverpool. Natuurlijk werden wij te Man chester ijverig gezocht, waardoor wij een kostbaren tijd wonnen. Van Iiverpool gingen wij naar Londen, maar wacgden het niet in een hotel te gaan logeeree, uit vre'es voor ontdekking. Wij brachten hier een week door, de nachten in restaurants, nachtcafé's en danszalen door brengend. Ondertusséhen lazen wij met groot genoegen het relaas onzer ontsnap- ping in de bladen. Daar in mijn persoons beschrijving gezegd werd dat ik Engelsch sprak met een Annnikaansch accent, gingen wij tot het gebruik van de Fransche taal over en gaven ons voor Franschen uit. Na verscheidene vraéhtelooze pogingen om passage op een vrachtboot t.e krijgen, konden wij ten slotte aan boord van bet Deenscbe stoomschip „Tomsk" sluipen, en ons in een van de ruimen verbergen, Wegge doken tutschen balen en kisten, zonder eten en drinken, brachten wij vier vreeselijke da- gen en nachten door, tot wil eindelijk Ko penhagen tereikten, waar wij al weder lij delijk met de gevangenis moeeten kennis maken. M'ijh makker is reeds naar Duitschland vertrokken en ik ben voornemens naar Oos tenrijk te gaan, zoodra ik hier enkele per soonlijk© zalen in oide heb gébracht." De verzorging van do troepen. Majoor Moraht schrijft uit het Weitm aan het „Berliner Tageblatt": De watervoorziening, zoowel in do noorde lijke Champagne als in Westelijk-Vlaanderen, is zeer moeilijk. In da Champagne liggen de wateraderen buitengewoon diep en natuur lijke bronnen zijn er sleo'hts zeer weinige. Wij hebben ons overal geholpen door hot aanleggen van artesische putten, die in een diepte van zestig tot tachtig meter bruikbaar, gezond water opleverden. H et legerbestuur* heeft echter ook de noodzakelijkheid inge zien voor het heete jaargetijde gedistilleerd water in groote menigte bij da hand te heb ben. Wij hebben dus mineraalwater-fabrieken ingercht en briengen dit nu in groote menigtë naar de voorste loopgraven. In de eersto plaats komt dit don Hospitalen ten goede, maar ook onze troepen krijgen hun deel. De melk* levering té velde is uiterst doelmatig geregeld. Op een plaats, die ik bezocht, bestaat oen groote melk-centrale, waar de melk van vijf» honderd koeien gewonnen, geconserveerd en verdeeld wordt. Wat van de producten niet naar .de lazaretten gaat, gaat naar do voorst* linie. Een hoenderpark van duizend stuks levert eieren vqbr de zieken. Speciaal inge richte ijsfabreiken leveren hun product voor, het verseh houden van levensmiddelen en voor de behandeling der zieken. Ook voor de viervoeters is uitvoerig 'ge zórgd. Onze dieren hebben er zioh lengzjii VAN ALLES WAT. Een stukje geschiedenis van de koffie. Het koffiedrinken behoort oorspronkelijk in ~Lessiuië thuis; in dat lauü komt, meent ~9a, deze plant in hot wild voor in 'de ge- e'gten van Enarea en Kaffa en wel in oschjes; ook heeft zij zich door geheel Mid. ^h-Afrika tot in Guinea en Sonegambië ,ver- V b?aar afzonderlijk staande. berichten aangaande het eerste gebruik r koffie en d« geschiedenis der ontdekking v&n haar foortr nevelkleed eener duistere freh ,liaar ^00rtreff®lijke eigenschappen zijn ovd i k0' nevelkleed eener duistere erieverlng. Geen Oeres of Bacchus heeft de e©n a me&sch0n mede bekend gemaakt, maar dj' Arabisch volksverhaal schrijft deze ver- boor« t00 aan een kudde geiten, die van de dan.11011 en bladeren snoepten en den nachi, ®h h°Pi *n P'aats van slapen, hun kapriolen ohrj esPr0D£en maakten. De Abessynische hieto Rp?n noem®n den prior van een Maro kijn '00jéer als dengene, die het eerst aau Monniken koffie schonk, teneinde hen j bij hun nachtelijke gebeden wakker te hou den; de Mohammedanen daarentegen geven deze eer aan een geloovigen muzelman, Mul lah Chadeily, die er zijn derwischen op ver gastte. Uit Abessynië schijnt 't koffiedrinken eerst naar Perzië te zijn overgebracht. Volgens sommige berichten was het daar reeds om streeks het jaar 875 in zwang. De geleerde Arabier Sehihab Eddin-Ben vermeldt, dat een mufti uit Aden, met name Gemaleddin, het gebruik van dozen zwarten drank suei door Arabië en Egypte heft verspreid. Reeds in 1511 was het koffiedrinken in Mekka zeer algemeen, maar daar ontstond er ook da eeiste strijd tegen. Toen zekere Chairbeg tot stadhouder was aangesteld, vond hij h*3t een zeer bedenkeLijk gebruik; hij dacht, dat. het met de voorschriften van den koran streed, en op grond daarvan stelde hij een gerechts hof in, dat over het al of niet vergunnen van het koffiedrinken te oordoelen had. Aan het hoofd ervan stonden twee zeer geleerde Ara. bische geneesheeren, de gebroeders Haktmani, en dezen verklaarden, naar men zegt, voigena de toenmalige kunsttaal de koffie voor „koud en droog", derhalve verwerpelijk, tenïevolgo waarvan zij plechtig in den ban werd ge daan met de uitspraak: „het gelaat van alle kolf ie drinkers zal in den dag des oordeels nog zwarter zijn dan de koffiekan, uit welke zij het vergif gedronken hebben...." Reeds in 1530 was do nieuwe draak zelfs te Constantinopel algemeen in de huisgezinnen in gebruik en in 1561 richtton twee personen uit Aleppo en Damascus onder sultan Soliman er de eerste openbare koffiehuizen op (.Wordt voortgezet.) VAN OVER DE GRENZEN. Dienstplicht voor do vrouw. Ee Duitsche vrouwen voelen zich m dezen tijd, nu zoovele millioenen mannen uniformen dragen, zich bijzonder daartoe aangetrokken. Verleden week berichtten we, dat d3 Ber- lijnsche vrouwen zich in het uniform van tramconducteur steken en dienst deen op de trams. Thans komt er bericht uit Ber lijn, dat Helena Lange, een bekend figuur iu de Berlijnsche vrouwenbeweging, voor een talrijk auditorium een lezing gehouden heeft over bovenstaand onderwerp: „dienstplicht voor de vrouw" De spreekster betoogde, dat, nu de huwe lijksvooruitzichten minder gunstig weiden, de vrouwen zich meer op maatschappelijk werk moesten toeleveren. H8Ü opkomende vrouwe lijke geslacht moest voor dit werk worden opgeleid en hot beste middel hiertoe achtte zij de invoering van een 1-jarigen dienstplicht. Over de vraag, hoo dezen dienstplicht in t© voeren, kon spreekster nog niet voider uit weiden. Haar denkbeeld vond echter bij haar toehoorders en toehoorderessen veel b' val.., HUISHOUDELIJKE WENKEN. Voor het reinigen van tinnen voorwerpen. Men maakt van gelijke ieelen zeep cn krijt met heet water een papje. Hiermede wrijft men de.voorwerpen in door middel van een flanellen lapje tot alle vlekken zijn verdwe nen. Laat ze even drogen en poetst ze daarna af met droog krijt of witkalk en eea zeem- leeren lap. Witte glacé-handschoenen maakt men schoon met een mengsel van speksteenpoeder en benziue. Met dit papje wrijft men de handschoenen in en met een witten, zachten doek na. De „Gracieuso" goeft een middel, om het overkoken van molk te voorkomen een kwaad, waartegen menig huismoedo? wel graag een afdoend middel zou willen weten. Dit aangegeven middel werkt zegt men onfeilbaarder dan menigo melkkoker. Men neemt een klein stukje boter en bestrijkt hiermede den bovensten rand van d® paa en men kan verzekerd zijn, dat de melk, cho* colade, of dergelijke dranken ©lechta tot aaa dezen vetrand zullen stijgen en hoo&ir nieU Het is in leder geval i» probeerenl Mag onze redactie missohien van deze ojl gene den uitslag van d© proef vernemen? EEN GOEDE RAAD. s 't HuwTljk is een aardig spel, Lukt het kwalijk, 't is e®n M- Lukt het wel aan twee gepaarde, 't Wordt een hemel hier op aard« Dus een homel of een hel, - 't Scheelt te veel, bedenkt u wel, P. 'Abraham a Banct* (har* EKIEVENBIJHl De Redactie houdt zioh aanbevolen bijdragen op aller 'gebied,.,flraarjpor de 'dam geacht te worden rich te interesseeren, He u een aardig gedichtje? Een degelijk «tuk. over mode? Een practische wenk niji ondervinding, dia u "ook aan anderen willen mèdedeelen? Zendt u hot aan de Ra dactie van de Damesrubriek der „Nieuwj Haarlemseh'e Courant", Künderhuisvast ^9-3d( Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5