Opruiming
Madonna.
MULO®
Üe Landstormwet.
P. J. JANSSEN
ROND DE LITURGIE
FEUILLETON
^negang h. Warmoesstr.
Goedkoopst adres.
ccLxvin.
Aan de Memorie van Antwoord der Re-
gcering op het afdeelingsverslag der Twee
de Kamer mag de eer niet worden onthou
den. dat het een klaar en duidelijk stuk is,
waarin de Regeering onomwonden hare
meening tekennen geeft en duidelijk hare
bedoelingen heeft blootgelegd.
Van nu af kan dienaangaande niet eend-
ge twijfel meer be.-Taan 1 Twee dingen doen
in het antwoord vooral goed. In de eerste
plaats, dat de regeering er nadruk op heeft
gelegd, dat zij bij de indiening van bet w.o.
zich niet door invloeden van buiten heeft
laten leiden, maar geheel uit eigen, bewe
ging daartoe is overgegaan, ter wille van
de landsverdediging, omdat zij oordeelde,
dat een volk daarvoor geschikte krachten
niet onbenut mag laten!
En op de tweede plaats dat zij in t licht
nee ft gesteld, dat het w.o. 't karakter draagt
van een noodwet, zoodat nu vaststaande 1»,
dat men hier niet heeft te doen met invoe
ring van algemeenen oefenplicht bij wijze
an overrompeling, dat ongetwijfeld bij ve
len op bezwaren zou zijn afgestuit.
Duidelijk is nu geworden, dat het wo. op
gevat moet worden in dien zin, dat bij den
landstorm kunnen worden gevoegd per
sonen, die er reeds toe zouden bebooren,
indien de landstormwet eerder was inge
voerd geworden. Zoo hadden trouwens reeds
velen de zaak opgevat. Thans staat dat of
ficieel vast!
Het zwaartepunt ligt hierin, dat diege
nen, die anders slechts tot ongewapenden
dienst konden worden opgeroepen, wordt het
w.o. tot wet verheven tijdelijk ook het dra
gen der wapenen kan worden opgelegd.
Daarbij zal over do oudere groepen niet
eerder worden beschikt, dan wanneer de
noodzakelijkheid het mocht vorderen!
Een heele gerustheid voor velenl Geleide
lijk zullen de te nemen maatregelen worden
uitgevoerd. En er is, naar verder uit het
Antwoord blijkt, allerminst aanleiding om
een groote agitatie in den lande tegen
het w.o. te voeren, zooals de S.D.A.P. dat
deed, tot schade van den geest van eensge
zindheid der natie.
Dit reclamemiddel der C.D.A.P. zal dus
al weder falen. Waarlijk, in de keuze harer
reclamemiddelen is de S.D.A.P. niet geluk
kig. Ze slaan er niet in, omdat ze ondeug
delijk zijn. Eerst mislukte hun wittenbrood-
agitatie en nu zal de actie tegen de land
storm vet 't weder worden!
't. Is wel vermakelijk en stelt de holheid
en vaagheid hunner leuzen in t licht!....
De regeering wijzigde het w.o. in dien zin,
dat voorlcopig alleen de mannen tot 30e
jaar kunnen worden opgeroepen, luchter
zullen, die tusscihen den 30- en 40-jarigen
leeft rd reeds nu worden ingeschreven, op
dat de Eegeering reeds nu de noodige ge
gevens heeft en zij wete waaraan zij toe is,
indien onverhoopt later hun oproeping noo-
dig mocht blijken.
Daartoe zal dan evenwel weder een w.o.
moeten worden ingediend. Zóó te handelen
is oen wijze voorzorgsmaatregel der regee-
rir,g. Ze ken niet dan bevorderen een snel
ingrijpen, een betrachten van gewenischten
spoed, wanneer de nood aan den man mocht
komen, en ze draagt er toe hij, dat we can
gereed zijn!
Diegenen, die krachtens het w.o., indien
de Staten-Generaal er zich mede vereenigen,
onder de wapenen kunnen worden geroe
pen, zullen eerst 4 maanden worden opge
leid en daarna-worden ingelijfd in Ihet leger
tc velde, om daar de landweer te vervan
gen. Ploegsgewijze zal dat geschieden.
Maar zóó, dat, indien de buitengewone
omstandigheden, waaronder wij nu verkee-
ren, nog lang mochten duren, een oogenblik
">in aanbreken, waarop alle landweerman
nen naar huis gezonden en door landstorm-
mannen van jongeTe jaarklasse zijn vervan-
gen.
Summa summarum beoogt de regeering
voornamelijk tweeërlei: de mogelijkheid te
openen le. om de strijdmacht met een ge-
yil'ende reserve te verbeteren en ten 2e. om
V» landweermannen, die nu reeds Zoo lang
de grens stonden, geleidelijk door an-
en, meer jongeren, die zelf nog niet een
persoonlijk offer ter wille van de landsver
dediging brachten, te verlichten.
Precies dus, wat wij reeds zeiden. Van al
wat men der regeering overigens toedichtte
om agitatie tegen het w.o. te kunnen voe
ren, is mitsdien totaliter niets waar geble
ken, Natuurlijk doet het ons genoegen dit
te mogen constateeren.
Nu de bedoeling van het w.o. duidelijk aan
't licht is gekomen, is de kans op aanneming
ervan, groot. Ons dunkt, tegen die bedoeling
kan niet een goed vaderlander bezwaar heb
ben. Ze berust op 't belang van de verdedi
ging van 't land en op billijkheids gronden.
MILITAIRE BESCHOU
WINGEN OVER GALICIË.
De militaire medewerker van de N. Crt. be
spreekt eenige oordeelvellingen uit Engeland en
Rusland over den toestand in Galicië; het loont
de moeite, schrijft hij, om van de zonderlinge
betoogtrant kennis te nemen waarmede men daar
de situatie goed tracht te praten, maar het is
begrijpelijk.
De „Manchester Guardian" schrijft Rusland
voor het verdere jaar 1915 eenvoudig af. De
bondgenoot heeft verschrikkelijke nederlagen ge
leden en blijkbaar was er geenerlei overdrijving
in de Duitsche overwinningsberichten. De Duit-
schers zijn blijkbaar voornemens hun offensief
zoo ver mogelijk door te zetten; worden hun
verwachtingen vervuld, dan zullen zij mogelijk
over 2 maanden 500,000 750,000 man in het
Oosten kunnen vrijmaken en deze strijdkrachten
naar het Westen kunnen overbrengen, daarbij
zullen zij erop rekenen, dat die troepen niet vóór
het einde van 1915 naar het Oosten terug moe
ten. daar de Russen zich eerst dan zullen her
steld hebben.
Aldus de kern van de beschouwingen van dit
blad, dat voorts betoogt: De gealliëerden hebben
derhalve nog twee maanden overmacht. Daar
van zullen zij gebruik moeten maken, om b.v.
door de vermeestering van Lens of van Rijssel,
dan wel door de Duitschers uit de bocht van
St. Mihiel weg te dringen, een groot voordeel te
behalen.
Indien deze poging mislukt, is het einde van
den in het Westen gevoerden positiekrijg nog
niet te voorzien. Dat tijdperk kan den ganscnen
winter 19151916 voortduren en voeg ik
erbij daarna zullen de gealliëerden zeker hun
tweede voorjaarsoffensief ondernemen.
Dat mij deze beschouwing juist lijkt behoef ik
niet te verzekeren; alleen op de tijdsberekening
lijkt wat af te dingen; mij wil het voorkomen,
dat de Duitschers indien het succes aan hunne
zijde blijft, binnen enkele weken in zooverre met
de Ruswn kunnen hebben afgerekend, dat zij
met een genist hart een zeer aanzienlijk deel
hunner troepen, veel meer zelfs dan het aantal
door de Manch. Guardian aangegeven zeg
anderhalf millioen man naar het Westen
kunnen overbrengen.
En dan nog iets: Willen de gealliëerden den
tijd gedurende welken zij, zooals thans, nog over
een numerieke meerderheid beschikken, werkelijk
goed gebruiken dan is het geenszins voldoende
om Lens of Rijssel te nemen. Een dergelijk plaat
selijk succes beteekent onder deze omstandig
heden niets. Neen zij moeten bij Rijssel of
bij St. Mihiel doorbreken en hetzelfde verrichten
wat de Duitschers en Oostenrijkers aan Doene-
jec en Bialla hebben gedaan en waarvan de
ontruiming van Galicië en het betreden van het
grondgebied des tegenstanders, in Zuid-Polen,
de tastbare resultaten zijn. M a. w.: vóórdat
Warschau is gevallen of ingesloten, de Rawka
en Bzoera-linie is ontruimd en de Russen achter
Boeg en Narew zijn weggedrongen, moeten de
Franschen en Engelschen de Duitschers uit
Noord-Frankrijk en België hebben verjaagd en
den Rijn hebben overschreden. Eerst dan is de
strategische toestand in het Westen aan dien in
het Oosten gelijk en hebben de gealliëerden de
hun nu nog geboden gelegenheid gebruikt. Is
deze spanne tijds verstreken, ja, dan is ook voor
loop ig alle kans op een bevrijding van het door
de EHiitschers bezette gebied verkeken en gaan
wij den winter weder in met dezelfde zwarte
kronkellijn, die de kaart van België en Frankrijk
zoo geducht ontsiert.
Erger, de kans is dan zelfs niet uitgesloten,
dat het de Fransche en Engelsche legers zullen
zijn, die b.v. bij La Bassée door een machtig
Duitsch offensief zullen worden gescheiden,
met het gevolg, dat eerst de Engelschen en
Belgen op de Noordzeekust tusschen Calais, en
Nieuwpoort zullen worden platgedrukt en de
Franschen vervolgens door de gansche Duitsche
overmacht zullen worden verpletterd. Dat is
alles vage veronderstelling; laat ons voor de
dappere bondgenootén hopen, dat het zoover niet
komen zal.
Wat te zeggen van de Time3, die zich den
4den Juli uit St. Petersburg liet seinen, dat daar
geen directe vrees wordt gekoesterd voor het lot
van Warschau enz. Men zou zoo zeggen, dat
deze niededeeling juist bewijst, dat men daar
over het lot van de oude hoofdstad van Polen
allesbehalve gerust is; trouwens zeer begrijpe
lijk, want de vesting werd in dezen oorlog nim
mer zoo zeer bedreigd als nu. Een veeg teeken
is, dat de burgerij reeds bezig is haar te verlaten.
Men ziet, dat ik niet voorbarig was door op de
beteekenis van het oprukken der Duitschers en
Oostenrijkers in hoofdrichting Lublin te wijzen.
De Times verneemt nog meer uit St. Peters
burg, dat nu echter kan heelemaal niet door
den beugel.
„De Russische taktiek van afwachten
(juister is het te spreken van terugtrekken)
wordt door den loop der gebeurtenissen ge
rechtvaardigd. De Russen hebben een be- j
slissing stelselmatig ontweken, daar de
omstandigheden hun niet gunstig warenzij
hebben inmiddels den vijand, verzwakt en
den bondgenooten tijd gelaten, om hem for-
sche slagen toe te brengen."
Ja, indien die slagen werkelijk doel hadden
getroffen en zich dus niet tot zeer plaatselijke
voordeden hadden bepaald (Carency, Ablain, j
Notre Dame de Lorette, Souchez), maar tot een
doorbreking, en vernietiging van den noordelij
ken vleugel der Duitschers had geleid, ware nog
iets voor die redeneering te zeggen geweest.
Maar nu nu i3 zij eenvoudig naief.
De militaire medewerker van Nowoje Wremja
maakt het weinig beter door te verklaren, dat de
terugtocht van Weichsel, Bug en Dnjester een
met opzet uitgevoerde manoeuvre is, met het doel
onder gunstige omstandigheden slag te leveren.
Men zou hem willen vragen: was de positie, aan
Doenajets en Bialla, was die op de kammen der
Karpathen, die de Russen dan toch na ontzagge
lijke opofferingen in bezit hadden, of aan de
San ter weerszijden van Przemysl, toen nog hun
vesting, niet bijzonder sterk en gunstig? Hoe
veel inspanning heeft het den Duitschers en Oos
tenrijkers niet gekost om den weerstand aan de
linie van Grodek en aan den Dnjester te breken?
Achter al die krachtig versterkte hindemislinies
beschikten de Russen over een dicht spoorwegnet
voor het vervoer hunner troepen en den aanvoer
van oorlogsvoorraden, (Tamow, Liska, Przemysl,
Sambor, Stryj, Stanislaw, Rawa Ruska en Lem-
berg vooral). In hun eigen land is die toestand
veel ongunstiger, zoo slecht als hij daar voor de
hen volgende Duitschers is, is hij dat ook voor
henzelven.
DE STRATEGIE VAN JOFFRE.
De bijzo ode re militaire modewerker van
de N. CE schrijft hierover zeer wetenswaar
dige bijzonderheden:
In Frankrijk wordt onverpoosd gestreden
en men zit daar om dien drommel niet stil,
al komt men dan haast niet vooruit. Daar-
om zou het verkeerd zijn te meenen, dat ge
neraal Joffre stelselloos of zoo maar in het
wilde weig dan hier, dan daar aanvallen
doet; wel degelijk moet ook hij, al spreekt
het door de omstandigheden waarondier hij
zijn oflersief tracht door te voeren niet zoo
duidelijk, een vast ohilijnd operatieplan be
zitten.
Volgens Fransche en Emigelsdhe deskundi
gen is dit dan ook werkelijk het geval. En
mocht men er niet ten onrechte trouwens
aan twijfelen of zij daarvan kennis difca-
gen, de feiten zijn er toch, om hun beschou
wingen waarschijnlijkheid hij te zetten.
Die feiten leeren wij kennen nit do dage
lijks terugkeerende telegrammen over he
vige gevechten tusschen La Bassée en
Atrecht, in de Champagne, de Argonen, tus
schen Moezel en Maas en in dien Elzas.
Op bijna alle punten van het Westelijke
front heersohte den laatsten tijd een zoo
groote activiteit, dat men, gezien de geringe
resultaten, welke de Franschen daarmede
bereikten, neiging gevoelt om van verspil
ling van energie te gaan spreken.
Zeker is, dat deze enorme,krachtsinspan
ning, al is zij nog zoo bewonderenswaardig,
al heel weinig heeft beantwoord aan de ver
wachtingen, welke door de herhaalde aan
kondiging van het groote Engelsch-Frau-
sche offensief was gewekt.
Zeker is ook, dat zij heel weinig gemeen
heeft met de Duiteche strategie in 't Oosten.
Die strategie heeft zich in tweeërlei
vorm vertoond. In het eone geval trokken
de Duitschers, gebruik makend van die voor-
deelen, welke bun veel dichter spoorwegnet
hun daartoe bood, telkens op verschillende
punten aanzienlijke troeponmasöa'fl samen
en wisten zij daarmede hun zooveel langza
mer manoeuvreerende tegenstanders als hij
verrassing op het lijf te vallen. Onder dezen
vorm heeft vooral de strategie van Vou
Hindenburg bij herhaling gezegevierd. Den
anderen vorm zagen wij den laatsten tijd1
belichaamd in de operatiën in Galicië, be
staande in eep gestadig in front terugdrin
gen van den tegenstander, gepaard met die
omvatting van een zijner flanken.
In de strategie van generaal Joffre komt
geen dezer operatieve methodes tot uiting.
Voorzoover is na te gaan, beeft bii nimmer
getracht om op eenig punt verrassend over
machtige strijdkrachten te coneentreeren.
In Frankrijk daarentegen een voortdu
rende afwisseling van aanvalspunten, nau
welijks is op eenig punt een plaatselijk suc
ces bereikt, of de aanval wordt op een ander
punt heilhsald. Men heeft dit de „aflcnabbe-
lingstactiek" van Joffre genoemd. Zij heeft
echter een geheel andere bedoeling en ook
een ander resultaat, dan men zich over het
algemeen voorstelt. Nog op dit oogenblik
weet niemand met zekerheid, en dat na
maanden en maanden, op welk vak van
het front de gTcote aanval, die dan tot een
doorbreking moet leiden, zal plaats hebben.
„Zou Joffre, die overal stuit op het ijzeren
front der Duitschers, het zelf weten?"
boor ik spottend vragen. Ongetwijfeld, want!
wel degelijk is er methode in betgeen hij
verricht; niemand zal toch ontkennen, dat
Joffre zich sinds den slag aan de Marnej
een legeraanvoerder van groote bekwaam
heid heeft betoond. Omdat de resultaten van
zijn beleid in al die maanden uitgezon
derd dan bet welgeslaagde offensief aan de
Marne niet zoo sterk gesproken liebben,
a lé het succes van Von Hindenburg of laat
stelijk van Von Mackemsen, gaat bel toch
niet aan, hem methode en talent te ontzeg
gen. Men verge te toch niet, hoe geheel an
ders de verhoudingen in het Oosten dan die
in het Westen zijn. Daar, in het Westen,
staan de Engelschen en Fransehen tegen de
heet gedisciplineerde en uitgeruste troepen
ter wereld, terwijl de Duitschers in het Oos
ten en dat weer in tegenstelling met het
Weeten, tegenover troepen staan, die in ge-
vechtswaarde verre hun minderen zijn.
Is het dan wonder, dat zij in Galicië, in
Polen en Oost-Pruisen nagenoeg voortdu-
rend aan de winnende band waren, terwijl j
in het Westen tegenstanders wier gevechts-
waarde niets voor elkaar onderdoet, elkan
der in evenwicht houden?
Men .zal mij wellicht tegemoet voeren, dat
generaal Joffre het Duitsche front met min
der verliezen had kunnen foroèeren door op
één bepaald punt de totale energie en hoe
veelheid van krachten in te zetten, welke hij
nu door zijn methode van aanvallen op tal
van verschillende plaatsen in den Elzas, in
Woevre, de Argonnen, Champagne, aan de
Aisne en in het Noorden heeft versnipperd.
Die opmerking zou alleen juist zijn, in
dien hij de beschikking bad over het dichte
spoorwegnet, waarvan de Duitschers tot
dusverre zoowel op het Westelijk als op het
Oostelijk front hebben kunnen profiteepen.
En dan men moet ook de geweldige
meervoudige rij van versterkingen niet over,
het hoofd zien, waaruit d.e Duitschers bun I
front in bet Westen hebben opgebouwd. De'
zeer plaatselijke strijd ten W. van de lijn
LensAtrecht met nog geen 10 K.M. front-
breedte is bet beste bewijs, hoeveel moeite
het kost om dit front slechts enkele dmizen-
de meters terug te dringen.
Overal is het Duitsche front met zijn drie-
of vierdubbele rij van welhaast duurzaam
versterkte liniën verscheidene kilometers
diep; daarachter ligt een ideéal net van
spoorwegverbindingen. Daardoor kunnen de
Duitschers altijd sneller en vollediger con
eentreeren dan de Engelschen en Franschen
en in ieder geval den voorsprong, die deze
laatste door een onverwachte concentratie
mochten verkrijgen, inhaler, terwijl de in
hun voorste loopgraven opgesteld© troepen
den aanvaller in afwachting van de toesnel
lende versterkingen, ophouden.
Derhalve: de Duitschers kunnen sneller
coneentreeren dian de geallieerden en hum
loopgraven, zijn uitgebreider ent zwaarder
versterkt.
Deze twee voordoelen maken een verras
sende doorbreking van hun front zoo goed
als onmogelijk.
Maar wat wil generaal Joffre dan? Wat
dóet hij?
Door het verspreiden vum zijm aanvallen
voorkomt hij, dat de Duitschem hun troe
pen op één punt samentrekken. Door de on-
onophoud©]ijke bedreiging van gansch hum
front durven zij het nergens geheel of ge- j
de ettelijk te ontblooten, terwijl zii zoolang j
ook de strijd in het Oosten hun de handen
vol geeft, voldoend© strijdkrachten missen;
om, door het inzetten van deze troepen,
aan die Franschen den „coup de massue"
toe te brengen. Vandaar dak als men dan
van de hulp van de Russische bondgenoo
ten wil spreken, deze alleen daarin bestaat,
dat zij den Duitschers beletten de daartoe
noodige strijdkrachten naar bet Westen over
te brengen.
Generaal Joffre ia blijkbaar overtuigd;
dat het beste wat hij onder de gegeven om
standigheden kon doen, is 'svijands linie op
een groot aantal punten te verzwakken. Al
léén wanneer ,hem dit gelukt, kan hij höpen,
HET AMBT VAN LECTOR OF LEZER.
Oudtijds bleven de geestelijken gedurende
gevuimen tijd, dikwijls zelfs hun leven lang,
het ambt uitoefenen, naarmate zij door de
toediening der mindere orden belast waren.
Tegenwoordig echter zijn de kleine wijdin
gen slechts een soort van proeftijd, sporten
op de Jacobsladider, welke voert naar het
Priesterschap. Alleen op de seminaries en
in de kathedralen in de nabijheid der Semi
naries, worden de hun eigendommiolijke be
diening practisch dcor de respectieve
personen uitgeoefend. Toch houdt de
Kerk vast aan het eeuwenoud gebruik
dat zij daarbij vóór alles het toekomstig
priesterlijk leven der wijdings-candida-
ten op het ocg heeft, wanneer de juiste ge
legenheid tot het uitoefenen dier ambten,
zich volop zal aanbieden, maar dus ook de
ambtsgenaden te voren reeds meegedeeld
tot haar volle recht zullen komen.
Na dit vooropgesteld te hebben, gaan wij
tlians het ambt van Lector of Voorlezer be-:
spreken.
De oudste dér mindere Orden is wel de
wijding tot Lector of Voorlezer. In de Jood-
sthe Synagoge kende men geen officieel
aangestelde voorlezers, doch ieder lid der
gemeente, van wien 't bekend v. as dat hij
de kunst van lezen verstond, kon zioh aan
bieden of aangezocht worden een gedeelte
uit de H.H. Schriften voor te lezen. Chris
tus de Heer oefende dit ambt nit. toen Hij
in do Synagoge van Nazareth zooals <3©
H. Lucas (IV 16) verhaalt opstond om te
kennen te geven, dat Hij Zich met de gebrui
kelijke voorlezing wilde belasten. Eu Hem
werd li©t boek van den profeest Isoias over
gereikt en toen Hij het ontrold had, kooa
Hij de plaats waar geschreven stond: „De
Geest des Heer en is op mij; daarom heeft hij
mij gezalfd: om aan armen het Evangelie
te prediken heeft hij mij gezonden, om t«
genezen die vermorzeld zijn van liarte enz.
En het boek toegerold hebbend, gaf hij het
aan den dienaar terug en ging zitten, en
aller oogen in de Synagoog waren op Hein
gevestigd. En Hij begon tot hen te zeggen:
„Heden is deze Schrift in uwe oor en ver
vuld", d.i. gij hoort op dit oogenblik de stem
deegenen, van wien Isnias daar gesproken
heeft, en zijn voorzegging krijgt hier hare
vervulling.
In dezelfde positie als de Synagoog be
vend zich oorspronkelijk ook de Christelijke
Kerk ieder ontwikkelde leek kon door
den leider der godsdienstoefeningen aange
zocht worden een en ander aan de vergade
ring voor te lezen. Toch duikt reeds in de
2e eeuw een afzonderlijke en offieieele aan
stelling tot, Voorlezer op, welke wijdings
graad in de christelijke oudheid zoowel bij
de leeilcen als in kerkelijke kringen in zeer
hoog aanzien stond, vooral wiil van de Lec
toren of Voorlezers een hongeren graad van
wetenschappelijke vorming gevorderd werd;
Tnen in latere eeuwen het voorlezen van
Epistel en Evangelie den sub-diaken en dia
ken werd opgedragen, werden ook jeugdige
knapen Lector gewijd. In do huizen der
priesters wonend, ontvingen zii van hen
evenals op ten Seminarie een kerkelijke en
wetenschappelijke opvoeding en bewezen aan
die Kerk uitstekende diensten door als zan
gertjes de H.H. Diensten met hun reine kin
derstemmen op te luisteren.
een van heide te bereiken: den vijand ver
zwakt als hij door dit uitislijpingsprocee is,
te nopen om vrijwillig den terugtocht te aan
vaarden, dan wel, indien hij in zijn weer*-
stand volhardt, op de verschillende ver
zwakte punten door te shoo ten en zijn gan
sche defensiegebouw in elkaar te doen stor-
GDat en niet anders zou ik acliter .Toffrel»
nu reeds maandenlang volgehouden aanvals-
systeem willen zoeken; hij wil s vHands in
sluitingslinie als het ware ondermijnen. In
hoeverre 'hem dit is gelukt of gelukken zul*
is een andere vraag» doch dit doet niets af
tot het .feit, dat dieze bedoeling bii den Fran
schen generalissimus voorzit of althans op'
grond v'an de feiten bij hem moet worden
ondersteld.
De Franschen staan nu, dank zu de activi
teit van generaal F och, hoogstens 4 a 5 Iv.JyL»
van Lens. Indien Lens in hun bezit is, ver
keert Rijssel in groot gevaar. Terzelfder
tijd blijft generaal Joffre op tal van andere
punten van bet front met kracht aanvallen#
daardoor voorkomt bij versterking van het
ten O. van Souchez zeer verzwakte Duit.-:ene
^Alleen indien nieuwe troepen uit DuitsdK»
lingen man, bereikten bet oor zijner buren.
Het behagen dat zij er in schepten steeg
spoedig nog hooger, toen een procureure
klerk schertsend beweerde, dat die vreemde
man, met zijn blozend gelaat, ongetwijfeld1
'de lang verloren vader was van de „Geheim
zinnige Vondeling!" Een groote belangstel
ling heerschfe dus onder het publiek, toen
1» nTit h»t swisAh l bet kind de plaats innam juist tegenover de
bank, waarop de woelige vreemdeling ge
zeten was.
Langzaam, zeer langzaam bewoog het kind
loen het mesje een oogenblik in bet oir- rich voort op de balustrade, tot het nader
cue was geweest, had men zich vermaakt en nader kwam tot de plaats waar Valentijn
Naar de roman van W. COLLINS.
(Uit het Engelsch.)
Oiet een lang, krachtig en blozend vreemde
ling, die plotseling zijn verstand scheen ver
loren te hebben, toen hij zijn blik op het
zat.
„O, vreeselijik schouwspel! Zoo'n aanvallig,
én toch zoo beklagenswaardig om te zien!
noot stomme meisje vestigde. Die heer stond Zal zij nooit, nooit eenige mensobelijke stem
cikeus op, doch ging telkens ook weder zit- hooren; zal nooit het gezang der vogels of
en, gedurig zioh verontschuldigende, als hij het ruisdhen der bladeren haar oor berei
dt rust werd aangemaand, terwijl hij, een ken? Zullen alle liefelijke klanken die de
©ogenblik daarna, weder hetzelfde vergrijp jeugd van geluk zingen, eeuwig voor haar
Pleegde. zwijgen? Zal van deze frissche roede lippen
Dwaze en geheimzinnige woorden, die nooit een woord van blijdschap komen, als
Pooit te voren in Rubbleford gehoord wa- zij dartelt en speelt in den zonneschijn? Zul-
5©n, vloeiden van zijne lippen. „Goddelijke len de heldere, lachende tonen altijd onbe-
-loonlieid „oude Italiaansche kunst", kend aan haar blijven? Moet dat jonge tee-
!r ,a Angelico's engelen", „Giotto en de Olie- dere leven altoos sprakeloos zijn, en ge'ban-
pnen „Genoeg om den goddelijken Ra- nen uit de blijde wereld der stemmen?"
us.t'1 uit den hemel te doen dalen en haar Langzaam, zeer langzaam bewoog zioh bet
ha 1 ®reT1"- Beze en dergelijke onsamen-tengene wezentje voort voor de oogen de?
ng(v ,,f> ontboezemingen van den zonder-toeschouwers, tot mm groet genot, aan alk»
gehoorzamend© en geduldig wachtende tot
zij aan hun nieuwsgierigheid voldaan bad.
En nu was haar pelgrimstocht voor dien
avond bijna geëindigd. Zij bad d© laatste
toeschouwers bereikt, die nu de toeren moes
ten zien, die zij met baar kaarten verrichtte.
Zij stond juist recht tegenover Valentijn
stil; en toen zij opkeek, zag rij hem alleen
aan.
Was er iets in die ernstig© sympathie
voor baar in zijn© oogen ts lezen, iboen hij'
haar aanzag, die tot het eenzame h-art sprak
in de ©enige taal, diè het immer bereiken
kon? Las het kind, met bet gewone vlugge
begrip, dat doofstommen mensehen eigen is,
zijn medelijdend karakter en zijne spoedig
opwellende gevoeligheid, zijn goed hant en
verlangen om haar te helpen in die uitdruk
king? Het mag zoo geweest zijn. Haar klein
rood mondje lachte hem toe, zooals bet dien
avond nog tot niemand gelachen had; en
toen zij eenige kaarten naar hem uitstak,
om daaruit te kiezen, scheen zij de gretig
uitgestrekte banden aan beid© zijden niet op
te merken en bood hem alleen de kaarten
aan.
Hij zag haar kleine bandjes beven toen zij
ze naar hem ophief; hij zag haar tengere
schouders, hals en wangen die bedekt waren
met flikkerende valsche juweden en paar-
len, hij zag het onschuldige kinderlijke ge
laat, waarvan de reine schoonheid dooT geen
blanketsel kon verborgen worden, met den
glimlach om de half geopende lippen, maar
met een geduldig lijden in de treurige blau
we oogen, alsof heit vermogen om te zien,
dat haar was overgebleven, altijd treurde,
over de spraak en het gehoor, die haar ver
iaten hadden hij bespeurde dit alles in
een oogenblik en gevoelde dat zijn hart in
eenkromp als hij baar aanzag. Het schemer
de hem voor de oogen; een gevoel of hij stik
ken zou, belette hem zijn ademhaling; die
lichten in het circus dansten en Smolten
samen; hij boog rich over de hand van het
kind en sloot aio in de zijne, drukt® er (tot
tweemaal toe een vurigen kus op en toen,
tot groote verbazing van het lachende pu
bliek rondom hem, stond hij plotseling op,
mompelde iets van een afschuwelijk schouw
spel, dat te hartverscheurend was om ear
naar te zien en baande zioh too spoedig
doenlijk een weg door de menigte alsof hij
voor zijn leven vluchtte.
Er heenschte een oogenblik eenige op
schudding onder het publiek. D® heer Jub-
ber was te oud en te ervaren, in alles vat
het tconeel betrof, om niet te weten hoe
deze toenemende opschudding plotseling te
doen eindigen, en ze in een algemeen® toe
juiching te veranderen.
„Heexen en dames", aeide hij njet een klei
ne stembuiging, „ik verzoek n vriendelijk
weder plaats te neanem sn he^r die daareven
vertrokken is, te willen verontschuldigen!.
Het talent der Geheimzinnige Vondeling
heeft vele mensehen in elke Engelsche stadl
op dezelfde wijze aangegrepen (handgeklap),
jlïwaal ik, indien ik geloof dat het Rubble*
j fcidfcche publiek toegevend is jegens zijn®
zv akke natuurgenooten? (Bravo en handge
klap). Dank, duizendmaal dank, uit na ami
ian dit lieve en talentvolle kind, voor uw.
hartelijkheid, edelmoedigheid, liefde en on-
ynardeerbaren bijval die» gij dezen avond
voor haar kunst getoond hebt!" En met de®®
slrtrede verliet de beer Jubber met zijn pim
pil het circus, temidden van het daverend
handgeklap, en het zwaaien van hoeden ed
zakdoeken. Hjj was te zeer veryuW met am
overwinning die hij behaald had. om op l®
merken, dat het kind, toeni zu achter bema|
liep, de richting die Valentijn gegaan wa®,.
niet uit bet oog verloor. „Het publiek wa|
half verbijsterd van geesrtdrilt mompeld®
de heer Jubber, toen 'hij acbt«r hetfc rood«
gordijn verdwenen was. „Dit moet morgei®
in het aanplakbiljet staan. Het is ten m insta
zeker dat ik dezen avond dertig shilling®
méér thui® breng."
In dien tusechentijd had Valentijn, n®
eerst tegen verkeerde deuren te hebben ge
duwd, eindelijk den uitgang van het circa®
gevonden en stond alleen op het vochtig®
gras; in de onbewolkte najaarslucht. Hi|
sloeg met zijn stok hard op den grond, di«J
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT TE""D
IM Di f,1 o v, m In „I, 4na Aan U I AarAM traan.nw, .1 n
u "-j - o" vwul jLxjKj nu,ruig urn oa wouj