Opruiming Madonna. MULO® Üe Landstormwet. P. J. JANSSEN ROND DE LITURGIE FEUILLETON ^negang h. Warmoesstr. Goedkoopst adres. ccLxvin. Aan de Memorie van Antwoord der Re- gcering op het afdeelingsverslag der Twee de Kamer mag de eer niet worden onthou den. dat het een klaar en duidelijk stuk is, waarin de Regeering onomwonden hare meening tekennen geeft en duidelijk hare bedoelingen heeft blootgelegd. Van nu af kan dienaangaande niet eend- ge twijfel meer be.-Taan 1 Twee dingen doen in het antwoord vooral goed. In de eerste plaats, dat de regeering er nadruk op heeft gelegd, dat zij bij de indiening van bet w.o. zich niet door invloeden van buiten heeft laten leiden, maar geheel uit eigen, bewe ging daartoe is overgegaan, ter wille van de landsverdediging, omdat zij oordeelde, dat een volk daarvoor geschikte krachten niet onbenut mag laten! En op de tweede plaats dat zij in t licht nee ft gesteld, dat het w.o. 't karakter draagt van een noodwet, zoodat nu vaststaande 1», dat men hier niet heeft te doen met invoe ring van algemeenen oefenplicht bij wijze an overrompeling, dat ongetwijfeld bij ve len op bezwaren zou zijn afgestuit. Duidelijk is nu geworden, dat het wo. op gevat moet worden in dien zin, dat bij den landstorm kunnen worden gevoegd per sonen, die er reeds toe zouden bebooren, indien de landstormwet eerder was inge voerd geworden. Zoo hadden trouwens reeds velen de zaak opgevat. Thans staat dat of ficieel vast! Het zwaartepunt ligt hierin, dat diege nen, die anders slechts tot ongewapenden dienst konden worden opgeroepen, wordt het w.o. tot wet verheven tijdelijk ook het dra gen der wapenen kan worden opgelegd. Daarbij zal over do oudere groepen niet eerder worden beschikt, dan wanneer de noodzakelijkheid het mocht vorderen! Een heele gerustheid voor velenl Geleide lijk zullen de te nemen maatregelen worden uitgevoerd. En er is, naar verder uit het Antwoord blijkt, allerminst aanleiding om een groote agitatie in den lande tegen het w.o. te voeren, zooals de S.D.A.P. dat deed, tot schade van den geest van eensge zindheid der natie. Dit reclamemiddel der C.D.A.P. zal dus al weder falen. Waarlijk, in de keuze harer reclamemiddelen is de S.D.A.P. niet geluk kig. Ze slaan er niet in, omdat ze ondeug delijk zijn. Eerst mislukte hun wittenbrood- agitatie en nu zal de actie tegen de land storm vet 't weder worden! 't. Is wel vermakelijk en stelt de holheid en vaagheid hunner leuzen in t licht!.... De regeering wijzigde het w.o. in dien zin, dat voorlcopig alleen de mannen tot 30e jaar kunnen worden opgeroepen, luchter zullen, die tusscihen den 30- en 40-jarigen leeft rd reeds nu worden ingeschreven, op dat de Eegeering reeds nu de noodige ge gevens heeft en zij wete waaraan zij toe is, indien onverhoopt later hun oproeping noo- dig mocht blijken. Daartoe zal dan evenwel weder een w.o. moeten worden ingediend. Zóó te handelen is oen wijze voorzorgsmaatregel der regee- rir,g. Ze ken niet dan bevorderen een snel ingrijpen, een betrachten van gewenischten spoed, wanneer de nood aan den man mocht komen, en ze draagt er toe hij, dat we can gereed zijn! Diegenen, die krachtens het w.o., indien de Staten-Generaal er zich mede vereenigen, onder de wapenen kunnen worden geroe pen, zullen eerst 4 maanden worden opge leid en daarna-worden ingelijfd in Ihet leger tc velde, om daar de landweer te vervan gen. Ploegsgewijze zal dat geschieden. Maar zóó, dat, indien de buitengewone omstandigheden, waaronder wij nu verkee- ren, nog lang mochten duren, een oogenblik ">in aanbreken, waarop alle landweerman nen naar huis gezonden en door landstorm- mannen van jongeTe jaarklasse zijn vervan- gen. Summa summarum beoogt de regeering voornamelijk tweeërlei: de mogelijkheid te openen le. om de strijdmacht met een ge- yil'ende reserve te verbeteren en ten 2e. om V» landweermannen, die nu reeds Zoo lang de grens stonden, geleidelijk door an- en, meer jongeren, die zelf nog niet een persoonlijk offer ter wille van de landsver dediging brachten, te verlichten. Precies dus, wat wij reeds zeiden. Van al wat men der regeering overigens toedichtte om agitatie tegen het w.o. te kunnen voe ren, is mitsdien totaliter niets waar geble ken, Natuurlijk doet het ons genoegen dit te mogen constateeren. Nu de bedoeling van het w.o. duidelijk aan 't licht is gekomen, is de kans op aanneming ervan, groot. Ons dunkt, tegen die bedoeling kan niet een goed vaderlander bezwaar heb ben. Ze berust op 't belang van de verdedi ging van 't land en op billijkheids gronden. MILITAIRE BESCHOU WINGEN OVER GALICIË. De militaire medewerker van de N. Crt. be spreekt eenige oordeelvellingen uit Engeland en Rusland over den toestand in Galicië; het loont de moeite, schrijft hij, om van de zonderlinge betoogtrant kennis te nemen waarmede men daar de situatie goed tracht te praten, maar het is begrijpelijk. De „Manchester Guardian" schrijft Rusland voor het verdere jaar 1915 eenvoudig af. De bondgenoot heeft verschrikkelijke nederlagen ge leden en blijkbaar was er geenerlei overdrijving in de Duitsche overwinningsberichten. De Duit- schers zijn blijkbaar voornemens hun offensief zoo ver mogelijk door te zetten; worden hun verwachtingen vervuld, dan zullen zij mogelijk over 2 maanden 500,000 750,000 man in het Oosten kunnen vrijmaken en deze strijdkrachten naar het Westen kunnen overbrengen, daarbij zullen zij erop rekenen, dat die troepen niet vóór het einde van 1915 naar het Oosten terug moe ten. daar de Russen zich eerst dan zullen her steld hebben. Aldus de kern van de beschouwingen van dit blad, dat voorts betoogt: De gealliëerden hebben derhalve nog twee maanden overmacht. Daar van zullen zij gebruik moeten maken, om b.v. door de vermeestering van Lens of van Rijssel, dan wel door de Duitschers uit de bocht van St. Mihiel weg te dringen, een groot voordeel te behalen. Indien deze poging mislukt, is het einde van den in het Westen gevoerden positiekrijg nog niet te voorzien. Dat tijdperk kan den ganscnen winter 19151916 voortduren en voeg ik erbij daarna zullen de gealliëerden zeker hun tweede voorjaarsoffensief ondernemen. Dat mij deze beschouwing juist lijkt behoef ik niet te verzekeren; alleen op de tijdsberekening lijkt wat af te dingen; mij wil het voorkomen, dat de Duitschers indien het succes aan hunne zijde blijft, binnen enkele weken in zooverre met de Ruswn kunnen hebben afgerekend, dat zij met een genist hart een zeer aanzienlijk deel hunner troepen, veel meer zelfs dan het aantal door de Manch. Guardian aangegeven zeg anderhalf millioen man naar het Westen kunnen overbrengen. En dan nog iets: Willen de gealliëerden den tijd gedurende welken zij, zooals thans, nog over een numerieke meerderheid beschikken, werkelijk goed gebruiken dan is het geenszins voldoende om Lens of Rijssel te nemen. Een dergelijk plaat selijk succes beteekent onder deze omstandig heden niets. Neen zij moeten bij Rijssel of bij St. Mihiel doorbreken en hetzelfde verrichten wat de Duitschers en Oostenrijkers aan Doene- jec en Bialla hebben gedaan en waarvan de ontruiming van Galicië en het betreden van het grondgebied des tegenstanders, in Zuid-Polen, de tastbare resultaten zijn. M a. w.: vóórdat Warschau is gevallen of ingesloten, de Rawka en Bzoera-linie is ontruimd en de Russen achter Boeg en Narew zijn weggedrongen, moeten de Franschen en Engelschen de Duitschers uit Noord-Frankrijk en België hebben verjaagd en den Rijn hebben overschreden. Eerst dan is de strategische toestand in het Westen aan dien in het Oosten gelijk en hebben de gealliëerden de hun nu nog geboden gelegenheid gebruikt. Is deze spanne tijds verstreken, ja, dan is ook voor loop ig alle kans op een bevrijding van het door de EHiitschers bezette gebied verkeken en gaan wij den winter weder in met dezelfde zwarte kronkellijn, die de kaart van België en Frankrijk zoo geducht ontsiert. Erger, de kans is dan zelfs niet uitgesloten, dat het de Fransche en Engelsche legers zullen zijn, die b.v. bij La Bassée door een machtig Duitsch offensief zullen worden gescheiden, met het gevolg, dat eerst de Engelschen en Belgen op de Noordzeekust tusschen Calais, en Nieuwpoort zullen worden platgedrukt en de Franschen vervolgens door de gansche Duitsche overmacht zullen worden verpletterd. Dat is alles vage veronderstelling; laat ons voor de dappere bondgenootén hopen, dat het zoover niet komen zal. Wat te zeggen van de Time3, die zich den 4den Juli uit St. Petersburg liet seinen, dat daar geen directe vrees wordt gekoesterd voor het lot van Warschau enz. Men zou zoo zeggen, dat deze niededeeling juist bewijst, dat men daar over het lot van de oude hoofdstad van Polen allesbehalve gerust is; trouwens zeer begrijpe lijk, want de vesting werd in dezen oorlog nim mer zoo zeer bedreigd als nu. Een veeg teeken is, dat de burgerij reeds bezig is haar te verlaten. Men ziet, dat ik niet voorbarig was door op de beteekenis van het oprukken der Duitschers en Oostenrijkers in hoofdrichting Lublin te wijzen. De Times verneemt nog meer uit St. Peters burg, dat nu echter kan heelemaal niet door den beugel. „De Russische taktiek van afwachten (juister is het te spreken van terugtrekken) wordt door den loop der gebeurtenissen ge rechtvaardigd. De Russen hebben een be- j slissing stelselmatig ontweken, daar de omstandigheden hun niet gunstig warenzij hebben inmiddels den vijand, verzwakt en den bondgenooten tijd gelaten, om hem for- sche slagen toe te brengen." Ja, indien die slagen werkelijk doel hadden getroffen en zich dus niet tot zeer plaatselijke voordeden hadden bepaald (Carency, Ablain, j Notre Dame de Lorette, Souchez), maar tot een doorbreking, en vernietiging van den noordelij ken vleugel der Duitschers had geleid, ware nog iets voor die redeneering te zeggen geweest. Maar nu nu i3 zij eenvoudig naief. De militaire medewerker van Nowoje Wremja maakt het weinig beter door te verklaren, dat de terugtocht van Weichsel, Bug en Dnjester een met opzet uitgevoerde manoeuvre is, met het doel onder gunstige omstandigheden slag te leveren. Men zou hem willen vragen: was de positie, aan Doenajets en Bialla, was die op de kammen der Karpathen, die de Russen dan toch na ontzagge lijke opofferingen in bezit hadden, of aan de San ter weerszijden van Przemysl, toen nog hun vesting, niet bijzonder sterk en gunstig? Hoe veel inspanning heeft het den Duitschers en Oos tenrijkers niet gekost om den weerstand aan de linie van Grodek en aan den Dnjester te breken? Achter al die krachtig versterkte hindemislinies beschikten de Russen over een dicht spoorwegnet voor het vervoer hunner troepen en den aanvoer van oorlogsvoorraden, (Tamow, Liska, Przemysl, Sambor, Stryj, Stanislaw, Rawa Ruska en Lem- berg vooral). In hun eigen land is die toestand veel ongunstiger, zoo slecht als hij daar voor de hen volgende Duitschers is, is hij dat ook voor henzelven. DE STRATEGIE VAN JOFFRE. De bijzo ode re militaire modewerker van de N. CE schrijft hierover zeer wetenswaar dige bijzonderheden: In Frankrijk wordt onverpoosd gestreden en men zit daar om dien drommel niet stil, al komt men dan haast niet vooruit. Daar- om zou het verkeerd zijn te meenen, dat ge neraal Joffre stelselloos of zoo maar in het wilde weig dan hier, dan daar aanvallen doet; wel degelijk moet ook hij, al spreekt het door de omstandigheden waarondier hij zijn oflersief tracht door te voeren niet zoo duidelijk, een vast ohilijnd operatieplan be zitten. Volgens Fransche en Emigelsdhe deskundi gen is dit dan ook werkelijk het geval. En mocht men er niet ten onrechte trouwens aan twijfelen of zij daarvan kennis difca- gen, de feiten zijn er toch, om hun beschou wingen waarschijnlijkheid hij te zetten. Die feiten leeren wij kennen nit do dage lijks terugkeerende telegrammen over he vige gevechten tusschen La Bassée en Atrecht, in de Champagne, de Argonen, tus schen Moezel en Maas en in dien Elzas. Op bijna alle punten van het Westelijke front heersohte den laatsten tijd een zoo groote activiteit, dat men, gezien de geringe resultaten, welke de Franschen daarmede bereikten, neiging gevoelt om van verspil ling van energie te gaan spreken. Zeker is, dat deze enorme,krachtsinspan ning, al is zij nog zoo bewonderenswaardig, al heel weinig heeft beantwoord aan de ver wachtingen, welke door de herhaalde aan kondiging van het groote Engelsch-Frau- sche offensief was gewekt. Zeker is ook, dat zij heel weinig gemeen heeft met de Duiteche strategie in 't Oosten. Die strategie heeft zich in tweeërlei vorm vertoond. In het eone geval trokken de Duitschers, gebruik makend van die voor- deelen, welke bun veel dichter spoorwegnet hun daartoe bood, telkens op verschillende punten aanzienlijke troeponmasöa'fl samen en wisten zij daarmede hun zooveel langza mer manoeuvreerende tegenstanders als hij verrassing op het lijf te vallen. Onder dezen vorm heeft vooral de strategie van Vou Hindenburg bij herhaling gezegevierd. Den anderen vorm zagen wij den laatsten tijd1 belichaamd in de operatiën in Galicië, be staande in eep gestadig in front terugdrin gen van den tegenstander, gepaard met die omvatting van een zijner flanken. In de strategie van generaal Joffre komt geen dezer operatieve methodes tot uiting. Voorzoover is na te gaan, beeft bii nimmer getracht om op eenig punt verrassend over machtige strijdkrachten te coneentreeren. In Frankrijk daarentegen een voortdu rende afwisseling van aanvalspunten, nau welijks is op eenig punt een plaatselijk suc ces bereikt, of de aanval wordt op een ander punt heilhsald. Men heeft dit de „aflcnabbe- lingstactiek" van Joffre genoemd. Zij heeft echter een geheel andere bedoeling en ook een ander resultaat, dan men zich over het algemeen voorstelt. Nog op dit oogenblik weet niemand met zekerheid, en dat na maanden en maanden, op welk vak van het front de gTcote aanval, die dan tot een doorbreking moet leiden, zal plaats hebben. „Zou Joffre, die overal stuit op het ijzeren front der Duitschers, het zelf weten?" boor ik spottend vragen. Ongetwijfeld, want! wel degelijk is er methode in betgeen hij verricht; niemand zal toch ontkennen, dat Joffre zich sinds den slag aan de Marnej een legeraanvoerder van groote bekwaam heid heeft betoond. Omdat de resultaten van zijn beleid in al die maanden uitgezon derd dan bet welgeslaagde offensief aan de Marne niet zoo sterk gesproken liebben, a lé het succes van Von Hindenburg of laat stelijk van Von Mackemsen, gaat bel toch niet aan, hem methode en talent te ontzeg gen. Men verge te toch niet, hoe geheel an ders de verhoudingen in het Oosten dan die in het Westen zijn. Daar, in het Westen, staan de Engelschen en Fransehen tegen de heet gedisciplineerde en uitgeruste troepen ter wereld, terwijl de Duitschers in het Oos ten en dat weer in tegenstelling met het Weeten, tegenover troepen staan, die in ge- vechtswaarde verre hun minderen zijn. Is het dan wonder, dat zij in Galicië, in Polen en Oost-Pruisen nagenoeg voortdu- rend aan de winnende band waren, terwijl j in het Westen tegenstanders wier gevechts- waarde niets voor elkaar onderdoet, elkan der in evenwicht houden? Men .zal mij wellicht tegemoet voeren, dat generaal Joffre het Duitsche front met min der verliezen had kunnen foroèeren door op één bepaald punt de totale energie en hoe veelheid van krachten in te zetten, welke hij nu door zijn methode van aanvallen op tal van verschillende plaatsen in den Elzas, in Woevre, de Argonnen, Champagne, aan de Aisne en in het Noorden heeft versnipperd. Die opmerking zou alleen juist zijn, in dien hij de beschikking bad over het dichte spoorwegnet, waarvan de Duitschers tot dusverre zoowel op het Westelijk als op het Oostelijk front hebben kunnen profiteepen. En dan men moet ook de geweldige meervoudige rij van versterkingen niet over, het hoofd zien, waaruit d.e Duitschers bun I front in bet Westen hebben opgebouwd. De' zeer plaatselijke strijd ten W. van de lijn LensAtrecht met nog geen 10 K.M. front- breedte is bet beste bewijs, hoeveel moeite het kost om dit front slechts enkele dmizen- de meters terug te dringen. Overal is het Duitsche front met zijn drie- of vierdubbele rij van welhaast duurzaam versterkte liniën verscheidene kilometers diep; daarachter ligt een ideéal net van spoorwegverbindingen. Daardoor kunnen de Duitschers altijd sneller en vollediger con eentreeren dan de Engelschen en Franschen en in ieder geval den voorsprong, die deze laatste door een onverwachte concentratie mochten verkrijgen, inhaler, terwijl de in hun voorste loopgraven opgesteld© troepen den aanvaller in afwachting van de toesnel lende versterkingen, ophouden. Derhalve: de Duitschers kunnen sneller coneentreeren dian de geallieerden en hum loopgraven, zijn uitgebreider ent zwaarder versterkt. Deze twee voordoelen maken een verras sende doorbreking van hun front zoo goed als onmogelijk. Maar wat wil generaal Joffre dan? Wat dóet hij? Door het verspreiden vum zijm aanvallen voorkomt hij, dat de Duitschem hun troe pen op één punt samentrekken. Door de on- onophoud©]ijke bedreiging van gansch hum front durven zij het nergens geheel of ge- j de ettelijk te ontblooten, terwijl zii zoolang j ook de strijd in het Oosten hun de handen vol geeft, voldoend© strijdkrachten missen; om, door het inzetten van deze troepen, aan die Franschen den „coup de massue" toe te brengen. Vandaar dak als men dan van de hulp van de Russische bondgenoo ten wil spreken, deze alleen daarin bestaat, dat zij den Duitschers beletten de daartoe noodige strijdkrachten naar bet Westen over te brengen. Generaal Joffre ia blijkbaar overtuigd; dat het beste wat hij onder de gegeven om standigheden kon doen, is 'svijands linie op een groot aantal punten te verzwakken. Al léén wanneer ,hem dit gelukt, kan hij höpen, HET AMBT VAN LECTOR OF LEZER. Oudtijds bleven de geestelijken gedurende gevuimen tijd, dikwijls zelfs hun leven lang, het ambt uitoefenen, naarmate zij door de toediening der mindere orden belast waren. Tegenwoordig echter zijn de kleine wijdin gen slechts een soort van proeftijd, sporten op de Jacobsladider, welke voert naar het Priesterschap. Alleen op de seminaries en in de kathedralen in de nabijheid der Semi naries, worden de hun eigendommiolijke be diening practisch dcor de respectieve personen uitgeoefend. Toch houdt de Kerk vast aan het eeuwenoud gebruik dat zij daarbij vóór alles het toekomstig priesterlijk leven der wijdings-candida- ten op het ocg heeft, wanneer de juiste ge legenheid tot het uitoefenen dier ambten, zich volop zal aanbieden, maar dus ook de ambtsgenaden te voren reeds meegedeeld tot haar volle recht zullen komen. Na dit vooropgesteld te hebben, gaan wij tlians het ambt van Lector of Voorlezer be-: spreken. De oudste dér mindere Orden is wel de wijding tot Lector of Voorlezer. In de Jood- sthe Synagoge kende men geen officieel aangestelde voorlezers, doch ieder lid der gemeente, van wien 't bekend v. as dat hij de kunst van lezen verstond, kon zioh aan bieden of aangezocht worden een gedeelte uit de H.H. Schriften voor te lezen. Chris tus de Heer oefende dit ambt nit. toen Hij in do Synagoge van Nazareth zooals <3© H. Lucas (IV 16) verhaalt opstond om te kennen te geven, dat Hij Zich met de gebrui kelijke voorlezing wilde belasten. Eu Hem werd li©t boek van den profeest Isoias over gereikt en toen Hij het ontrold had, kooa Hij de plaats waar geschreven stond: „De Geest des Heer en is op mij; daarom heeft hij mij gezalfd: om aan armen het Evangelie te prediken heeft hij mij gezonden, om t« genezen die vermorzeld zijn van liarte enz. En het boek toegerold hebbend, gaf hij het aan den dienaar terug en ging zitten, en aller oogen in de Synagoog waren op Hein gevestigd. En Hij begon tot hen te zeggen: „Heden is deze Schrift in uwe oor en ver vuld", d.i. gij hoort op dit oogenblik de stem deegenen, van wien Isnias daar gesproken heeft, en zijn voorzegging krijgt hier hare vervulling. In dezelfde positie als de Synagoog be vend zich oorspronkelijk ook de Christelijke Kerk ieder ontwikkelde leek kon door den leider der godsdienstoefeningen aange zocht worden een en ander aan de vergade ring voor te lezen. Toch duikt reeds in de 2e eeuw een afzonderlijke en offieieele aan stelling tot, Voorlezer op, welke wijdings graad in de christelijke oudheid zoowel bij de leeilcen als in kerkelijke kringen in zeer hoog aanzien stond, vooral wiil van de Lec toren of Voorlezers een hongeren graad van wetenschappelijke vorming gevorderd werd; Tnen in latere eeuwen het voorlezen van Epistel en Evangelie den sub-diaken en dia ken werd opgedragen, werden ook jeugdige knapen Lector gewijd. In do huizen der priesters wonend, ontvingen zii van hen evenals op ten Seminarie een kerkelijke en wetenschappelijke opvoeding en bewezen aan die Kerk uitstekende diensten door als zan gertjes de H.H. Diensten met hun reine kin derstemmen op te luisteren. een van heide te bereiken: den vijand ver zwakt als hij door dit uitislijpingsprocee is, te nopen om vrijwillig den terugtocht te aan vaarden, dan wel, indien hij in zijn weer*- stand volhardt, op de verschillende ver zwakte punten door te shoo ten en zijn gan sche defensiegebouw in elkaar te doen stor- GDat en niet anders zou ik acliter .Toffrel» nu reeds maandenlang volgehouden aanvals- systeem willen zoeken; hij wil s vHands in sluitingslinie als het ware ondermijnen. In hoeverre 'hem dit is gelukt of gelukken zul* is een andere vraag» doch dit doet niets af tot het .feit, dat dieze bedoeling bii den Fran schen generalissimus voorzit of althans op' grond v'an de feiten bij hem moet worden ondersteld. De Franschen staan nu, dank zu de activi teit van generaal F och, hoogstens 4 a 5 Iv.JyL» van Lens. Indien Lens in hun bezit is, ver keert Rijssel in groot gevaar. Terzelfder tijd blijft generaal Joffre op tal van andere punten van bet front met kracht aanvallen# daardoor voorkomt bij versterking van het ten O. van Souchez zeer verzwakte Duit.-:ene ^Alleen indien nieuwe troepen uit DuitsdK» lingen man, bereikten bet oor zijner buren. Het behagen dat zij er in schepten steeg spoedig nog hooger, toen een procureure klerk schertsend beweerde, dat die vreemde man, met zijn blozend gelaat, ongetwijfeld1 'de lang verloren vader was van de „Geheim zinnige Vondeling!" Een groote belangstel ling heerschfe dus onder het publiek, toen 1» nTit h»t swisAh l bet kind de plaats innam juist tegenover de bank, waarop de woelige vreemdeling ge zeten was. Langzaam, zeer langzaam bewoog het kind loen het mesje een oogenblik in bet oir- rich voort op de balustrade, tot het nader cue was geweest, had men zich vermaakt en nader kwam tot de plaats waar Valentijn Naar de roman van W. COLLINS. (Uit het Engelsch.) Oiet een lang, krachtig en blozend vreemde ling, die plotseling zijn verstand scheen ver loren te hebben, toen hij zijn blik op het zat. „O, vreeselijik schouwspel! Zoo'n aanvallig, én toch zoo beklagenswaardig om te zien! noot stomme meisje vestigde. Die heer stond Zal zij nooit, nooit eenige mensobelijke stem cikeus op, doch ging telkens ook weder zit- hooren; zal nooit het gezang der vogels of en, gedurig zioh verontschuldigende, als hij het ruisdhen der bladeren haar oor berei dt rust werd aangemaand, terwijl hij, een ken? Zullen alle liefelijke klanken die de ©ogenblik daarna, weder hetzelfde vergrijp jeugd van geluk zingen, eeuwig voor haar Pleegde. zwijgen? Zal van deze frissche roede lippen Dwaze en geheimzinnige woorden, die nooit een woord van blijdschap komen, als Pooit te voren in Rubbleford gehoord wa- zij dartelt en speelt in den zonneschijn? Zul- 5©n, vloeiden van zijne lippen. „Goddelijke len de heldere, lachende tonen altijd onbe- -loonlieid „oude Italiaansche kunst", kend aan haar blijven? Moet dat jonge tee- !r ,a Angelico's engelen", „Giotto en de Olie- dere leven altoos sprakeloos zijn, en ge'ban- pnen „Genoeg om den goddelijken Ra- nen uit de blijde wereld der stemmen?" us.t'1 uit den hemel te doen dalen en haar Langzaam, zeer langzaam bewoog zioh bet ha 1 ®reT1"- Beze en dergelijke onsamen-tengene wezentje voort voor de oogen de? ng(v ,,f> ontboezemingen van den zonder-toeschouwers, tot mm groet genot, aan alk» gehoorzamend© en geduldig wachtende tot zij aan hun nieuwsgierigheid voldaan bad. En nu was haar pelgrimstocht voor dien avond bijna geëindigd. Zij bad d© laatste toeschouwers bereikt, die nu de toeren moes ten zien, die zij met baar kaarten verrichtte. Zij stond juist recht tegenover Valentijn stil; en toen zij opkeek, zag rij hem alleen aan. Was er iets in die ernstig© sympathie voor baar in zijn© oogen ts lezen, iboen hij' haar aanzag, die tot het eenzame h-art sprak in de ©enige taal, diè het immer bereiken kon? Las het kind, met bet gewone vlugge begrip, dat doofstommen mensehen eigen is, zijn medelijdend karakter en zijne spoedig opwellende gevoeligheid, zijn goed hant en verlangen om haar te helpen in die uitdruk king? Het mag zoo geweest zijn. Haar klein rood mondje lachte hem toe, zooals bet dien avond nog tot niemand gelachen had; en toen zij eenige kaarten naar hem uitstak, om daaruit te kiezen, scheen zij de gretig uitgestrekte banden aan beid© zijden niet op te merken en bood hem alleen de kaarten aan. Hij zag haar kleine bandjes beven toen zij ze naar hem ophief; hij zag haar tengere schouders, hals en wangen die bedekt waren met flikkerende valsche juweden en paar- len, hij zag het onschuldige kinderlijke ge laat, waarvan de reine schoonheid dooT geen blanketsel kon verborgen worden, met den glimlach om de half geopende lippen, maar met een geduldig lijden in de treurige blau we oogen, alsof heit vermogen om te zien, dat haar was overgebleven, altijd treurde, over de spraak en het gehoor, die haar ver iaten hadden hij bespeurde dit alles in een oogenblik en gevoelde dat zijn hart in eenkromp als hij baar aanzag. Het schemer de hem voor de oogen; een gevoel of hij stik ken zou, belette hem zijn ademhaling; die lichten in het circus dansten en Smolten samen; hij boog rich over de hand van het kind en sloot aio in de zijne, drukt® er (tot tweemaal toe een vurigen kus op en toen, tot groote verbazing van het lachende pu bliek rondom hem, stond hij plotseling op, mompelde iets van een afschuwelijk schouw spel, dat te hartverscheurend was om ear naar te zien en baande zioh too spoedig doenlijk een weg door de menigte alsof hij voor zijn leven vluchtte. Er heenschte een oogenblik eenige op schudding onder het publiek. D® heer Jub- ber was te oud en te ervaren, in alles vat het tconeel betrof, om niet te weten hoe deze toenemende opschudding plotseling te doen eindigen, en ze in een algemeen® toe juiching te veranderen. „Heexen en dames", aeide hij njet een klei ne stembuiging, „ik verzoek n vriendelijk weder plaats te neanem sn he^r die daareven vertrokken is, te willen verontschuldigen!. Het talent der Geheimzinnige Vondeling heeft vele mensehen in elke Engelsche stadl op dezelfde wijze aangegrepen (handgeklap), jlïwaal ik, indien ik geloof dat het Rubble* j fcidfcche publiek toegevend is jegens zijn® zv akke natuurgenooten? (Bravo en handge klap). Dank, duizendmaal dank, uit na ami ian dit lieve en talentvolle kind, voor uw. hartelijkheid, edelmoedigheid, liefde en on- ynardeerbaren bijval die» gij dezen avond voor haar kunst getoond hebt!" En met de®® slrtrede verliet de beer Jubber met zijn pim pil het circus, temidden van het daverend handgeklap, en het zwaaien van hoeden ed zakdoeken. Hjj was te zeer veryuW met am overwinning die hij behaald had. om op l® merken, dat het kind, toeni zu achter bema| liep, de richting die Valentijn gegaan wa®,. niet uit bet oog verloor. „Het publiek wa| half verbijsterd van geesrtdrilt mompeld® de heer Jubber, toen 'hij acbt«r hetfc rood« gordijn verdwenen was. „Dit moet morgei® in het aanplakbiljet staan. Het is ten m insta zeker dat ik dezen avond dertig shilling® méér thui® breng." In dien tusechentijd had Valentijn, n® eerst tegen verkeerde deuren te hebben ge duwd, eindelijk den uitgang van het circa® gevonden en stond alleen op het vochtig® gras; in de onbewolkte najaarslucht. Hi| sloeg met zijn stok hard op den grond, di«J NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT TE""D IM Di f,1 o v, m In „I, 4na Aan U I AarAM traan.nw, .1 n u "-j - o" vwul jLxjKj nu,ruig urn oa wouj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5