Elck wat wils
DE OORLOG
Brieven uit Wijk aan Zee,
GEMENGD NIEUWS
•D
Recepten voor de Keukon.
Ernst en Luim.
rn
Allerlei.
ili
i u
'te meer waard te liet» dat ik er gewag van
maak.
13 Juli 1915.
VIII.
iluiiu een jaar ie verloopen sedert Brief
ïio. 7 verscheen. De mobilisatie kwam en
daarmede groote beperking van de ruimte
in dé N. H. Ct., zoodat ik vermoedde, dat
er voor mijne weinig' heteekenende brieven
geen plaats zou zijn. Nu er echter weer veel
ruimte in de courant is gekomen, wil ik
't er weer eens op wagen .De gedacfhte, dat
er te Wijk aan Zee geen lezers van de N.
H. Ct. zouden zijn, mag geen post vatten,
■want worden er brieven voor een blad uit
een plaats geschréven, dan kan men geree-
delïjk veronderstellen, dat er ook een be
hoorlijk getal lezers wonen.
Bij het begin der mobilisatie kreeg Wijk
aan Zee een detachement van de Landweer-
kustwacht. Na het seizoen werd dit vervan
gen door ongeveer 450 nmii grenadiers en
jagers, waarvan de helft half December
vertrok, terwijl de reet hij het begin van
dit seizoen wegging. Nu staan er een acht
tal tenten, waarvan de soldaten elke week
Worden afgelost.
Met de soldaten hebben we heel gezellig-
}es den langen winter doorgemaakt. Wij
hebben gedaan wat we konden. „Arion" gaf
twee uitvoeringen, waarvan de eerste vrij
wel mislukte. Voorts hadden we de feeste
lijke jaarvergadering van de Ver. tot Bev.
van het Vreemdelingenverkeer, en een paar
..avonden" uitsluitend voor militairen. Er is
«on kleine tooneelvereeniging opgericht, die
ook zeer goed geslaagde uitvoering heeft
gegeven. De jeugdige vereeniging telt zeer
goede krachten, doch er moet nog veel ge
oefend worden, vooral ondier deskundige lei
ding wat betreft uitspraak.
De Ver. tot Bev. van het Vreemdelingen
verkeer heeft niet stil gezeten. Door haar
v'ijn enkele wegwijzers geplaatst, benevens
°én viertal banken, van zeer eenvoudige
eors'trnetie weliswaar, doch doelmatig. Ook
zijn we door haar een ijzeren papiermand (ik
zou 't een papierkoker willen noemen) nik
geworden, die op 't drukste punt goede dien-
eten bewijst. Een of meer urinoirs hebben
we echter nog niet. Ik vermoed, dat deze
Kullen komen als er een rioleering is, waar
aan de behoefte zich nu en dan geducht
doet gevoelen. Zoo bijv. op 1 Juli was een
groot deel vari de Tramweg, hij het postkan
toor, een waterplas, waardoor het tram-
Paard moest plonsen, de tram moest horen.
Be reizigers konden niet droogvoets uit
stappen. Er werd fluks van het badhotel
«en plank gehaald en deze geïmproviseerde
brug behoedde de reizigers voor natte voe
ten. Een dame, die uitstapte, hoorde ik zeg
gen: „En noemen ze dat nu hier een moderne
badplaats!" Ik voor mij heb Wiiik aan Zee
nooit zoo genoemd, daar er nég al 't een en
ander aan mankeert, om het aldus te beti
telen. Ja, zoo iets als van een zondvloed op
straat, moest hier niet kunnen eu mogen
gebeuren, doch het is al meer betoogd: zeer
moeilijk schijnt het om van genoemde plaats
afwatering te krijgen, daar bet zeker wel
het laagste punt van het dorp is. Vroeger is
een rioleeringsplan hij het gemeentebestuur
ingediend, dat zeer kostbaar, maar prac-
tisch uitvoerbaar -was. Waarschijnlijk is het
om zijne kostbaarheid voor „kennisgeving
aangenomen". Wij zulleu echter blijven bo
ten.
De vrees van verleden jaar, dat 1915 een
bedorven seizoen zou geven, is gelukkig niet
bewaarheid. Deeds vroeg waren er al beel
wat badgasten. Ik zou de waarheid te kort
doen als ik zei, dat alles vol is, maar toch
is er goed verhuurd, ook in den voortijd en
Kiechts weinigen hebben nog niet verhuurd.
De mooie Zondagen gaven veel drukte. Ja,
't mooie zomerweer moet het 'm doen!
Het B.-K. kerkgebouw herdacht zijn 25-
3 a rig bestaan. Twee schoone, gebrandschil
derde ramen zijn er in geplaatst ter herden
king van genoemd feit. De parochianen
hebben dit fraaie stuk geschonken.
En met een liapje politiek-wil ik mijn
brief besluiten. De twee aftredende raads
led en (heiden katholiek) zijn bii enkele can-
didaatttel'ling door de K.-K. Kiesvereeni-
ging herkozen. Dit noem ik een meevaller
tje voor die twee leden, die het verdienden
herkozen te worden; ook voor de gemeente,
die geen moeite behoeft te doen en geen kos
ten te maken voor eene stemming, eventueel
«ene herstemming en ook een meevallertje
Voor de kiezers, die geen wandeling naar de
stembus behoeven te doen en buiten elke
«motie blijven. Immers, het ligt toch in den
flard der mensen en om mee te doen, mee te
leven en mee te voelen voor zijne partij. Aks
ik mij niet vergis, is dit nog nooit gebeurd,
dat het zonder stemming gegaan is. Zoove'el
DE BELGEN IN ENGELAND.»
Men schrijft ons uit Brussel;
liet is hekend, dat de Belgen in Engeland
niet meer zóó „gezien" zijn als zij dit eerst wel
waren. Voor het verblijf van „vreemdelingen",
waaronder dus in dezen tijd de Belgen wel op
dé eerste plaats vallen, zijn nieuwe bepalingen
gemaakt. Zoo is de eerste plicht van een Belg
zich bij de plaatselijke overheid van siad of ge
meente, waar hij zich wenscht te vestigen, te
doen inschrijven. Na deze formaliteit ontvangt
iiij een officiéél stuk, dat tevens behelst de voor
schriften, welke bij eventueele verandering van
woonplaats of bij verhuizing in acht moeten
worden genomen. Geen Belg mag zich ergens
anders vestigen dan in de plaats waar hij staat
ingeschreven, zonder dit aan de politie mee te
deeien. Dit is een formeel verbod, waaraan men
zich streng heeft te houden. Reizen, dat geen
verandering van woonplaats met zich brengt, is
toegestaan, maar magenkel in de vrije
zónen geschieden.
Elke Belgische vluchteling die zou verzuimen
zich te laten inschrijven of de overheid niet zou
in kennis stéllen van een eventueele verandering
van verblijf, of die zich in een verboden zóne
zou begeven zonder daartoe gemachtigd te zijn
door den chef konstabel van zijn woonplaats,
zal gestraft .worden met een boete van 100 pond
sterling of zes maanden gevangenisstraf. Voor
waar geen kleinigheid
De verboden zóne strekt zich bijna langs de
geheele Engelsche kust uit en nadert Londen op
eenigen afstand ten Oosten en ten Zuiden. De
Oost- en Noordkusten zijn geheel verboden. De
Zuidkust eveneens, met uitzondering van een
gedeelte, dat als centrum Torguay heeft. De
Westkust is zoo goed als geheel vrij voor het
verkeer.
Men vraagt zich af of de Belgen dit alles niet
als een zachien drang zullen gevoelen. Als een
„zachte drang", waarheen?
Lord Gladstone, de leider van het Londensche
Comité voor Belgische vluchtelingen, verklaarde
dat zich een 250,000 Belgische vluchtelingen in
Engeland bevinden. Zij behooren meest tot de
onbemiddelde klasse en het is moeilijk hun werk
en onderkomen te verschaffen. Het plan is daar
om ze in kazernes en barakken onder te brengen.
Of de Belgen ook dit erg aangenaam zullen
vinden? Het is heel waf anders dan de schoone
droom op prachtige landgoederen te zullen
wonen. Zij worden niet veel meer dan burgerlijke
krijgsgevangenen. Lord Gladstone verklaarde
nog, dat de Belgen in de eerstvolgende Lente
naar hun „vaderland" zullen terugkeeren. Is de
wensch hier niet de vader van deze gedachte?
VERSPREIDE BERICHTEN
Een moderne lierman do Ruiter.
Do Westrn. Gaz. onttoend aan de lutran-
sigeant een verhaal van den heldhaftigen
dood van een Franschen soldaat. Hij was
uit de Jura, een reus van een kerel breedge
schouderd, sterk als een leeuw, met het
gemoed van een zigeuner, in vredestijd was
hij een aartssmokke'aar en opsnijer. Op ker
missen zag men hem wel in provincieplaats
jes in de worsteltent en er waren er niet
velen, die hij niet „legde". In dienst po Me
hij niet meer en deed ijverig zijn plicht.
Maar zij noemden hem nog altijd „de worste
laar."
Op zekeren morgen waren de Franschen
bezig een reeks mijnen aan te leggen, die in
de lucht zouden vliegen. De lonten werden
gereed gemaakt toen' men een zonderling
geluid hoorde in do loopgraaf waarin „de
worstelaar" op post stood. Wat was er ge
beurd? De Duitschers hadden een sappe ge
graven, die in deze loopgraaf uitkwam en
de dunne wand welke hen scheidde van het
punt waar de Bickford-lonten zouden worden
aangestoken was bezweken.
Een aantal Duitschers sommigen gewapend
met revolvers, anderen met schoppen zwerm
den de loopgraaf binnen, voor de tunnel
waar zij doorheen kwamen stond de reus,
„de worstelaar" en zwaaide met zijn hou
weel, dood en verderf om zich' heen zaaiende.
Tevergeefs stuwden de Duitschers elkander
door de nauwe opening, naar voren, zij kon
don de plek niet naderen waar de gevaarlijke
lonten lagen.
,De worstelaar" riep tot zijn kameraden
„Vooruit! steek de lonten aan en maak julie
je uit de voeten! Ik zal ze wel tegenhouden 1"
schreeuwde hij. Een onderofficier stak een
lont aan en zei: „Zou je Ook niet (maken idat
je ;W'Cgkwam Maar de vroegere opsnijer
wilde niet. En hij hield de Duitschers op
een afstand terwijl do onderofficier ook de
andere lonten aanstak.
Eindelijk bezweek hij, toen de laatste
Franschman zich uit de voeten maakte en
de Duitschers liepen hem onder den voet
in hun haast om de lonten te dooven.
Maar het was te laat. Een oorverdoovende
ontploffing, de aarde spleet vaneenen begroef
als in een groot graf den worstelaar en «Ie
overmachtige schaar van zijn vijanden.
Later vonden zijn kameraden zijn vfcvminkt
lijk en begroeven den held met militaire eer.
Een onder,aardsche kapel aan hot front.
Uit een brief van abbé T. aan den bisschop
van Angers in de „Semaine religieuss" van
Toulouse:
Zes meter onder den grond, bezitten wij
een oorlogskapel, die verdienen zou te worden
bewaard. Da kapel van Joanne d'Aro in
onze loopgraven is de bewondering \an al
len, die haar zien; wij zijn er zeer trotsch
op en na den veldtocht zullen ongetwijfeld
velen haar godvruchtig komen bezoeken. God
weet, dat onze „poilus" zich hebben uitge
sloofd om mooie dingen te maken.
Ik geloof, dat er op het front nog zulkieene
kapel is. Zij is 6 a 7 meter (diep en 3
meter breed. Er kunnen een twintigtal men-
schen in. Door^ stevige balken is zij tegen
instorten beveiligd èri het „dak" van vijf
zes meter aarde vormt een bescherming te
gen alle mogelijke projectiélen. Dfe werk
lieden, die de kapel gebouwd hebben en als
hun meesterwerk beschouwden zijn knappe
mijnwerkers uit de streek van de Loire.
De inwendige versiering is schitterend. Vloer,
tapijten, schilderijen, kandelaars, stoelen
alles is bijeengebracht uit puinhoopen der
kerk en niets ontbreekt er. Ér is een altaar
van hout en als retabel dient een schitterend
driekleurig vaandel in schoone zij.de van
L\on, het rijke 'geschenk van een officier
ven het regiment.
God en Frankrijk het geloof en het
vaderland worden er dus vereerd en bijna mi
litair begroet!
Steenkolen I
Naar aanleiding van de te wachten ko-
lenconferentie schrijft de „Manch. Guardian"
dat Engeland het eenige land der tBond-
genooten is, dat over een voldoenden voor
raad kolen kan beschikken.
Het groote Poolsche kolenbekken van
Rusland is in Duitsche handen en men hoort
spreken van een wezenlijken kolennood in
den a.s. winter, zelfs in de groote steden,
ofschoon deze voor een deel het gevolg is
van de beslaglegging der militaire overheid
op de vervoermiddelen.
Italië levert weinig kolen en maakt veel
gebruik van de „witte kolen" het wa
ter voor het drijven van zijn electrische
installaties. Frankrijks grootste kolenbek
kens zijn eveneens in Duitsche handen en
daardoor is het meer dan ooit van hulp van
buiten afhankelijk. Toch hebben alle Bond-
genooten kolen noodig, zoowel om het ge
wone economische leven gaande te houden,
a-ls om de munitiefabrieken op gang te hou
den.
Daarom zien zij aRen uit naar Engeland,
dat evenwel, wegens de sterke recrutee-
ring onder de mijnwerkers, eenige moeite
heeft om aan die groote vraag naar kolen
te voldoen.
Met goeden wil, met samenwerking en
zuinigheid zal men, meent de „Manch. Gu
ardian" de moeilijkheden kunnen overko
men.
De vraag is echter niet alleen om een
voldoende hoeveelheid kolen te krijgen,
maar ook om ze tegen een redelijken prijs
-verkrijgbaar te stellen. In Frankrijk klaagt
men dat de prijzen voor Engelsche kolen
een ondragelijken last vormen voor deEran-
sche nijverheid en men gelooft dat die prij
zen speculatie-prijzen zijn
De d uikhootouoorlog.
Kapitein Persius bespreekt in hot Berl.
Tageblatt met waardeeriug het werk der
Duitsche duikbooten. Met uitzondering van
het dreadnought-type hebben zij vijandelij
ke oorlogsschepen van eik soort in den
grond geboord en geen koopvaardijschip,
hoe snel ook, is veilig voor hen gebleken.
Geen beschermende maatregel is doeltref
fend geweest: snelheid, zig-zag-koers, va
ren bij nacht, begeleiding door torpedoboo
ten heeft do vijandelijke schepen voor ge
slaagde aanvallen kunnen vrijwaren.
Intu-sschen zal de Engelsche scheepsbouw
wel voortdurend in staat zijn eik verlies
van een gevechtseenheid binnen zeer korten
ten tijd aan te vullen. De sterkte der Brifc-
sche zeemacht is ongetwijfeld thans veel
grooter dan een jaar geleden.
Ook moet men in Duitschland zijn ver
wachtingen omtrent den handelsoorlog voor-
toopig niet te hoog spannen. De duikbooten
hebben sedert den 18en Febr., weken ge
had met verwonderlijk groote en dan weer
geringe resultaten. De „vernietigingskrom-
me" loopt sprongsgewijze. Zij toont echter
een stijging. Toch zal het nog eenigen tijd
duren voor de duikbooten hun volle kracht
kunnen ontplooien. Het wapen is nog niet
volmaakt en vindt op zijn zegetocht, die
tot de beheer6cliing der zeeën zal leiden,
veel hindernissen. Hoofdzaak is evenwel,
dat die hindernissen overwonnen kunnen
worden. Daarom mag men overtuigd zijn,
dat de resultaten van den duikbootoorlog
zich steeds sterker zullen doen gelden.
Noorwegen en Engeland.
Noorwegen heeft weer kwestie met Enge
land wegens de afsluiting der Noordzee;
wij lezen daarover: De stoomboot „Mark
land" uit Bergen is 30 Juni door een En
gelsche kruiser in de Noorsche wateren bij
Kya aangehouden. Het Engelsche oorlogs
schip gelastte de Noorsche stoomboot bij te
draaien en vuurde een los waarschuwings
schot af. Do Noorsche regeering heeft haar
gezant te Londen opgedragen bij de Engel
sche regeering te protesteeren.
Duitschland en Amerika.
Het Duitsche antwoord op de Amerikaan-
sche nota blijft het voornaamste punt van
bespreking in de Amerikaanse he pers. Vol
gens Engelsche berichten schijnt het land
eenstemmig van meening, dat de nota" een
rechtstreeks antwoord vermijdt en onvol
doende is. Alleen de Puitschgeziude ..bladen,
zijn tevreden.
Bij .Yperen.
Dver de gevechten, die dezer dagen aan
den Yser geleverd zijn, bericht nu een En-
geisch ooggetuige: Het was om bijzondere
redenen gewens'cht, een gedeelte der ersté
Duitsche linie te nemen. De voorbereidende
beschieting, waarbij de Franschen hulp ver
leenden, was kort, maar zoo werkdadig, dat
onze manschappen die de stellingen be
stormden, slechts zeer geringe verliezen le
den. Enkelen onzer artilleristen hebben op
korten afstand kranig werk gedaan. Toen
do order tot de bestorming werd gegeven,
stoven zij geestdriftig vooruit tezamen met
de zegevierende infanterie. De Engelschen
begonnen zich terstond in de vermeesterde
stellingen te nestelen. De Duitschers be
stookten ons heel den dag met geschut- en
geweervuur. Hun tegenaanval werd echter
gesmoord in ons artillerievuur, terwijl de
Franscho mortieren den vooruitdringenden
vijand in de fiank aantastten. Gedurende
den nacht werden ontzaglijke hoeveelhe
den granaten op onze stellingen geworpen.
Onze verliezen namen hierdoor belangrijk
toe, maar het meerendeel was niet ernstig
gekwetst. De troepen hielden zich prachtig.
Onder de krijgsgevangenen was een aan
tal Pruisen, die dienst deden in een Han-
itoveraansch regiment. Verdere Duitsche te
genaanvallen wei-den afgeslagen.
Leugens.
Indertijd is in sommige couranten nogal een
en ander geschreven over „het 27 Regiment der
Tsjechische Oostenrijkers," dat muiterij ge
pleegd had, door keizer Frans Josef met
schande ontbonden was, en zoovoorts.
Naar aanleiding van deze, door „Do Tijd"
verspreide berichten, heeft de heer Philipp
Friedrich Heymarm in Dusseldorp zieh om in
lichtingen gewend tot den chef van dat regi
ment en van hem het volgende antwoord ont
vangen:
„Op uw vraag van 23 Juni heb ik de oer, u
mede te deJen dat het te velde staande 27ste
regiment infanterie een Duitoch regiment is,
da uit Stiermarken wordt gerecrateerd. Het
artikel in kwestie heeft dus in het geheel geen
betrekking op het regiment (w. g.) Dorotka,
kolonel."
Wat de leugencampagne ai niet doet!
Een Dnitsch deserteur.
Wij hadden dezer dagen, zoo lezen w(j in het
Huisgezin, een gesprek met een Duitschen
soldaat, afkomstig uit Duren, (ongeveer 8 Él 9
uur van onze Limburgsche grens). Met zeven
broeders waren zij ten oorlog getrokken en zes
wai'en reeds gesneuveld; hij alken, de zevende,
was nog gespaard, hoewel hij deelgenomen had
aan verschillende bloedige gevechten in België
en Frankrijk en overal steeds moedig zijn plicht
had gedaan. Maar nu had hij toch genoeg ge
kregen van de verschrikkingen van den oorlog;
hij was voor eenige dagen met verlof bij zijn
moeder (een weduwe) in Duren en wist toen
over de Nederlandsche grens te vluchten.
De man maakte niet den indruk van een „op
snijer," hij was in den beginne zeer woordkarig
en stroef en wilde niet over zijn persoon spre
ken, maar al was hij ook deserteur, toch verde
digde liij met kracht zijn vaderland en sprak als
zijn overtuiging uit, dat Duitschland over al zijp
vijanden zou zegevieren. Hij wilde wat nu
deserteurs gewoonlijk niet het geval is vol
strekt geen kwaad gezegd hebben van zijn vader
land.
had
naar zijn commandant it
Duitschland geschreven, dat hjj zich in Neder
land bevond, waar hij trachten zou, zich een
bestaan te verwerven door uitoefening van zijn'
beroep. (Schoenmaker).
De man zag er gezond uit, hij roemde ook
zeer de goede en krachtige voeding der Duit-
sclie soldaten, die per dag meer vleesch krijgen
dan menig Nederlandsche arbeider in een week.
Voor zijn familie in Duitschland zijn de ge
volgen van zijn desertie het verschrikkelijkst;
al hebben zes zijner broeders hun leven op het
slagveld gelaten voor hun vaderland, zijn de
sertie blijft altijd op de geheele familie zwaar r
drukken; geen enkel lid dier familie komt meer
in aanmerking voor ondersteuning van rijks
wege.
Door de cinema!
Sinds 9 maanden was men zonder tijding
gebleven van een architect uit Bautsen in Sak-,
sen, den heer Schmidt, die naar het westelijk
front vertrokken was als onderofficier bij den
Landstorm. Alle nasporingen vaii de familie
bleven vruchteloos. De naam van Schmidt kwam
nergens voor, op de lijsten der dooden niet
en ook niet op die der gekwetsten. En evenmin.
v/as een brief gekomen uit een der gevangen-
kampen in Frankrijk of Engeland.
Tot dezer dagen kennissen van den heer
Schmidt hem ontdekten op een film van gods-
dienstoefeningen in een gevangenenkamp in
Marokko. Ook de vrouw van den vermiste her- 1
kende den gevangene. De Fransche regeering
had de namen der gevangenen in het Marokko-
kamp nog niet opgegeven En brieven waren
evenmin aangekomen
Den dief achterhaald! Door twee recher
cheurs is van Rotterdam een man naar Am
sterdam overgebracht, die verdacht is van zich'
te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van
een taschje, inhoudende f 150, ten nadeele
van een juffrouw, gewoond hebbende in de
Fokke-Simonszstraat te Amsterdam. De dief
stal 'zou in -December 1914 hebben plaats
gehad.
Een paard in een sigarenwinkel. Te Den
Haag is een voor een aardappeleuwagen ge
spannen paard, door het schrikken »oor een
motorfiets, door de deurruit van den sigaren
winkel van den heer A. Beek op de Heeren
gracht, hoek Korte Poten, gereden, waardoor
in den winkel groote schade werd aangericht,
tot groote ontsteltenis tevens van den eige
naar, die, achter de toonbank staande, nie
op de komst van een dergelijk „heer" ge
rekend had. Het paard werd vrij ernstig
aan het hoofd verwond.
Goed afgeioopen. Zaterdagavond werd op
het Oude Delft, te Delft, de werkman B„
wonende Paardenmarkt, aangereden door een
woest rijdenden militair, die per rijwiel pas
seerde. B. viel en bleef bewusteloos liggen.
Het was den omstanders niet mogelijk, hulp
te bieden, daar 's mans hond ieder op een
afstand hield. Toen B. weer bij kennis kwam,
bleek- hij. geen letsel te hebben "bekomen.
De redder bijna verdronken Te Delft
geraakte öen meisje, terwijl ze bezig was
vischjos te scheppen aan den Haag weg ln
de Provinciale vaart. Een schipper, die toe.
vallig met zijn schuit aldaar passeerde, sprong
direct het meisje na, doch de drenkelinge
klampte zich in haar angst zoodanig aan haar
redder vast, dat de schipper zelf gevaar liep
te verdrinken, én beiden verdwenen in 'de
diepte. Door een derde werden redder en
geredde op het droge gebracht-
Hoogst onvoorzichtig. Twee jongelieden
P. en H„ werkzaam in de timmerzaak van
den heer W. v. Ei. te Andelst (Betuwe) twaren
met elkander aan het stoeien, toen P. plot
seling het pistool van H. uit diens borstzak
greej^ en, meenende dat het niet geladen was,
op zijn kameraad aanlegde. Het schot ging
ai' en trof zijn makker in den buik, .waar het
een negental darmwonden veroorzaakte. Dei
getroffene werd aanstonds naar het Biaoo-
nessenhuis te Arnhem gevoerd. Zijn toestand
is hoogst ernstig.
Eindelijk gesnapt. Bij den heer J. Cohen,
handelende onder de firma Cohen en Minnigh,
te Amsterdam, was aldus meldt het „H.bl.
gedurende 21/2 jaar een werkvrouw in
betrekking, "op wie niet het minste nan te
merken viel. Uit medelijden met haar gezin
nam de heer Cohen den man der werkvrouw
in dienst, een 30-jarig metselaar, die sedert
het uitbreken van den oorlog werkloos was.
hl
BEETGENOMEN.
Een komiek is wel iemand, die anderen gaarne
beetneemt; dit neemt echter niet weg, dat hij ook
zelf wel eens beetgenomen kan worden en zulk
een feit verhaalt ons de volgende geschiedenis:
Een bekend komiek moest eens op last van
zijn dokter een poos op 't platteland gaan wonen
v«or zijn gezondheid en zou dan levens, om twee
vliegen in één klap te slaan, heel wat eieren
naar binnen slikken om zijn krakend geworden
flteni wat op te frisschen. Daar ook komieken
Wel eens krap in het geld zitten, besloot onze
fltadsmensch bij een landbouwer in de kost te
gaan voor een lagen prijs en dan, om het aan
gename met het nuttige te verbinden, zelf kip-
Pen te gaan houden oin zich op die manier de
vf>or de voorgeschreven eierenkuur noodige
^eien te verschaffen.
Zoo gezegd, zoo gedaan; een boerenkosthuis
-Was spoedig gevonden en ook de kippen waren
gauw gekocht en aten, dat 't een lust was, alleen
jhaar ze wilden geen eieren leggen. Onze
*oniiek was ten einde raad, maar gelukkig be-
S?°cht hem nog juist op tijd een collega uit de
hoofdstad en deed hem een beproefd, nooit te
leurstellend huismiddeltje ter bevordering van
de eierproductie aan de hand, nl. wonderolie.
Dit sloeg in, en onbewust van de kool, die hem
gestoofd werd, begon de komiek onmiddellijk zijn
kippen om de twee uur een halven liter wonder
olie toe te dienen.
Het resultaat was buitengewoon: de kippen
werkten prachtig en iederen dag legde nu iedere
kip een ei of beter gezegd, eiken morgen lieten
ze er een in het nest achter. Dat ging zoo drie
dagen goed, maar toen moest de vriend naar de
hoofdstad terug en met hem de.versche eieren.
De wonderolie-kuur werd weliswaar voortgezet,
maar met een zeer onverwacht gevolg, hetwelk
een nieuw bewijs gaf van de verdorvenheid en
slechtheid der wereld, want den volgenden mor
gen lag er maar één ei in het nest; het was hol
en droeg in groote letters het opschrift: „Ik kan
niet meer 1"
De valsche vriend was al ver weg.
STAMPPOT VAN RAAPSTELEN,
15 bosjes raapstelen, 1% K.G. aardappelen,
100 Gr. rijst, 50 Gr. boter of reuzel of een
mengsel daarvan, zout, melk,
Bereiding: De raapstelen van worteltjes en
leelijke blaadjes ontdoen, heel fijn snijden, een
paar maal wasschen, opzetten met ruim water
en zout en pLm. 20 minuten laten koken, dan
afgieten. De aardappelen onder in de pan leg
gen, daarop een deel der raapstelen, dan de
rijst hierop uitspreiden en deze bedekken met
de overige raapstelen, 2 d.L. water erop gieten
en alles samen zachtjes gaar laten koken, door-
eenstampen en stoven met vet (in dit geval kan
ook 't vet van de gebraden worst dienst doen)
en een scheutje melk.
WENTELTEEFJES.
1215 sneedjes oud brood, i/2 melk, 2
eieren, iets zout, fijne kaneel of geraspte citroen
schil, pl.m. 60 Gr. boter.
Bereiding: De eieren goed loskloppen met iets
zout, y2 theelepel kaneel of de geraspte schil
van citroen en de melk toevoegen. De sneedjes
brood, zonder korst, even in dit mengsel weeken,
ze op elkaar stapden, zoo y2 uur laten staan
en telkens bedruipen met het vocht, dat eruit
loopt. Kort voor dat zij gegeten worden, de wen
telteefjes aan beide kanten mooi bruin bakken
in de boter,
'Mén moet met de menschen leven. Neem hen
daarom, zooals ze zijn; dan alleen kunt ge ook
u zelf geven, zooals ge zijt.
Wat iedereen voor een uitgemaakte zaak
houdt, heeft het meeste noodig te worden onder
zocht.
KLEURSCHAKEERING.
„Wat wisselt tiw dochter van kleur, terwijl ze
de krant leest!"
„Ja, bij de politiek blijft ze neutraal, bij de
nieuwtjes van den dag wordt ze blauw, bij den
roman rood en bij de verlovingsberichten groen
en geel."
O ZOO.
Rechter: „Twee jaar lang hebt ge elke week
samen gevischt. Hoe komt het dan. dat jullie
over dezen visch juist ruzie krijgt?'
Beklaagde (aarzelend)„Ja, ziet u, Edelacht
bare, dat was de eerste visch, dien wij vingen."
UIT DE SCHOOL.
Onderwijzer: „Het spreekwoord zegt: „Het is
niet alles goud, wat er blinkt", Geef daar eens
een voorbeeld van, Jantje."
Jantje: „Meester z'n neus."
ASSURANTIE-NUT,
Een boerenhofstede is tot den grond toe afge
brand en ieder der dorpelingen zei, dat het hoog
''^Itoe'komt dat zoo?" vroeg een vreemdeling.
\$as het dan zoo'n slecht boeltje?"
„Dat niet," was.het antwoord, „maar we moe
ten allemaal nog geld van hem hebben."-
TOCH GELIJK.
'Man (nadat hij den trein voor zijn neus heeft
zien weggaan)„Zie je nu wel, ate jc wat min
der tijd met je toilet vermorst had, zouden we
niet te Iaat gekomen zijn."
Vrouw:- „En als wij nu niet zoo hard geloopen
hadden, behoefden we nu niet zoo lang op den
volgenden trein te wachten."
GEWOONTE.
Patroon: „Je speelt zeker ook piano, Muller?"
Bediende: „Ja mijnheer, bij voorkeur Wag
ner."
Patroon: „Dat dacht ik al. Je slaat me de
schrijfmachine heelemaal stuk."
ZUINIGHEID.
„Toon, fongen," zei moeder, „is het nu niet
een beetje te gulzig, tegelijk boter en jam op je
brood te nemen?"
Neen moeder, 't ia juist zuinig. Nu heb ik
fpa'ar één snee brood noodig en proef toch beide."
MENSCHENKENNIS.
„Waarom behandel je dien student met zoo'n
buitengewone beleefdheid?"
„Opdat hij zich geneeren zal mij geld ter leen
te vragen."
BEGRIJPELIJK.
„Onze kanarievogel zingt heelemaal niet meer
tegenwoordig." A
„Dat wil ik wel gelooven, je laat het beest
ook heelemaal niet aan het woord komen.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TW£l£Ubfl0