Elck wat wils DE OORLOG Brieven uit Wijk aan Zee, GEMENGD NIEUWS •D Recepten voor de Keukon. Ernst en Luim. rn Allerlei. ili i u 'te meer waard te liet» dat ik er gewag van maak. 13 Juli 1915. VIII. iluiiu een jaar ie verloopen sedert Brief ïio. 7 verscheen. De mobilisatie kwam en daarmede groote beperking van de ruimte in dé N. H. Ct., zoodat ik vermoedde, dat er voor mijne weinig' heteekenende brieven geen plaats zou zijn. Nu er echter weer veel ruimte in de courant is gekomen, wil ik 't er weer eens op wagen .De gedacfhte, dat er te Wijk aan Zee geen lezers van de N. H. Ct. zouden zijn, mag geen post vatten, ■want worden er brieven voor een blad uit een plaats geschréven, dan kan men geree- delïjk veronderstellen, dat er ook een be hoorlijk getal lezers wonen. Bij het begin der mobilisatie kreeg Wijk aan Zee een detachement van de Landweer- kustwacht. Na het seizoen werd dit vervan gen door ongeveer 450 nmii grenadiers en jagers, waarvan de helft half December vertrok, terwijl de reet hij het begin van dit seizoen wegging. Nu staan er een acht tal tenten, waarvan de soldaten elke week Worden afgelost. Met de soldaten hebben we heel gezellig- }es den langen winter doorgemaakt. Wij hebben gedaan wat we konden. „Arion" gaf twee uitvoeringen, waarvan de eerste vrij wel mislukte. Voorts hadden we de feeste lijke jaarvergadering van de Ver. tot Bev. van het Vreemdelingenverkeer, en een paar ..avonden" uitsluitend voor militairen. Er is «on kleine tooneelvereeniging opgericht, die ook zeer goed geslaagde uitvoering heeft gegeven. De jeugdige vereeniging telt zeer goede krachten, doch er moet nog veel ge oefend worden, vooral ondier deskundige lei ding wat betreft uitspraak. De Ver. tot Bev. van het Vreemdelingen verkeer heeft niet stil gezeten. Door haar v'ijn enkele wegwijzers geplaatst, benevens °én viertal banken, van zeer eenvoudige eors'trnetie weliswaar, doch doelmatig. Ook zijn we door haar een ijzeren papiermand (ik zou 't een papierkoker willen noemen) nik geworden, die op 't drukste punt goede dien- eten bewijst. Een of meer urinoirs hebben we echter nog niet. Ik vermoed, dat deze Kullen komen als er een rioleering is, waar aan de behoefte zich nu en dan geducht doet gevoelen. Zoo bijv. op 1 Juli was een groot deel vari de Tramweg, hij het postkan toor, een waterplas, waardoor het tram- Paard moest plonsen, de tram moest horen. Be reizigers konden niet droogvoets uit stappen. Er werd fluks van het badhotel «en plank gehaald en deze geïmproviseerde brug behoedde de reizigers voor natte voe ten. Een dame, die uitstapte, hoorde ik zeg gen: „En noemen ze dat nu hier een moderne badplaats!" Ik voor mij heb Wiiik aan Zee nooit zoo genoemd, daar er nég al 't een en ander aan mankeert, om het aldus te beti telen. Ja, zoo iets als van een zondvloed op straat, moest hier niet kunnen eu mogen gebeuren, doch het is al meer betoogd: zeer moeilijk schijnt het om van genoemde plaats afwatering te krijgen, daar bet zeker wel het laagste punt van het dorp is. Vroeger is een rioleeringsplan hij het gemeentebestuur ingediend, dat zeer kostbaar, maar prac- tisch uitvoerbaar -was. Waarschijnlijk is het om zijne kostbaarheid voor „kennisgeving aangenomen". Wij zulleu echter blijven bo ten. De vrees van verleden jaar, dat 1915 een bedorven seizoen zou geven, is gelukkig niet bewaarheid. Deeds vroeg waren er al beel wat badgasten. Ik zou de waarheid te kort doen als ik zei, dat alles vol is, maar toch is er goed verhuurd, ook in den voortijd en Kiechts weinigen hebben nog niet verhuurd. De mooie Zondagen gaven veel drukte. Ja, 't mooie zomerweer moet het 'm doen! Het B.-K. kerkgebouw herdacht zijn 25- 3 a rig bestaan. Twee schoone, gebrandschil derde ramen zijn er in geplaatst ter herden king van genoemd feit. De parochianen hebben dit fraaie stuk geschonken. En met een liapje politiek-wil ik mijn brief besluiten. De twee aftredende raads led en (heiden katholiek) zijn bii enkele can- didaatttel'ling door de K.-K. Kiesvereeni- ging herkozen. Dit noem ik een meevaller tje voor die twee leden, die het verdienden herkozen te worden; ook voor de gemeente, die geen moeite behoeft te doen en geen kos ten te maken voor eene stemming, eventueel «ene herstemming en ook een meevallertje Voor de kiezers, die geen wandeling naar de stembus behoeven te doen en buiten elke «motie blijven. Immers, het ligt toch in den flard der mensen en om mee te doen, mee te leven en mee te voelen voor zijne partij. Aks ik mij niet vergis, is dit nog nooit gebeurd, dat het zonder stemming gegaan is. Zoove'el DE BELGEN IN ENGELAND.» Men schrijft ons uit Brussel; liet is hekend, dat de Belgen in Engeland niet meer zóó „gezien" zijn als zij dit eerst wel waren. Voor het verblijf van „vreemdelingen", waaronder dus in dezen tijd de Belgen wel op dé eerste plaats vallen, zijn nieuwe bepalingen gemaakt. Zoo is de eerste plicht van een Belg zich bij de plaatselijke overheid van siad of ge meente, waar hij zich wenscht te vestigen, te doen inschrijven. Na deze formaliteit ontvangt iiij een officiéél stuk, dat tevens behelst de voor schriften, welke bij eventueele verandering van woonplaats of bij verhuizing in acht moeten worden genomen. Geen Belg mag zich ergens anders vestigen dan in de plaats waar hij staat ingeschreven, zonder dit aan de politie mee te deeien. Dit is een formeel verbod, waaraan men zich streng heeft te houden. Reizen, dat geen verandering van woonplaats met zich brengt, is toegestaan, maar magenkel in de vrije zónen geschieden. Elke Belgische vluchteling die zou verzuimen zich te laten inschrijven of de overheid niet zou in kennis stéllen van een eventueele verandering van verblijf, of die zich in een verboden zóne zou begeven zonder daartoe gemachtigd te zijn door den chef konstabel van zijn woonplaats, zal gestraft .worden met een boete van 100 pond sterling of zes maanden gevangenisstraf. Voor waar geen kleinigheid De verboden zóne strekt zich bijna langs de geheele Engelsche kust uit en nadert Londen op eenigen afstand ten Oosten en ten Zuiden. De Oost- en Noordkusten zijn geheel verboden. De Zuidkust eveneens, met uitzondering van een gedeelte, dat als centrum Torguay heeft. De Westkust is zoo goed als geheel vrij voor het verkeer. Men vraagt zich af of de Belgen dit alles niet als een zachien drang zullen gevoelen. Als een „zachte drang", waarheen? Lord Gladstone, de leider van het Londensche Comité voor Belgische vluchtelingen, verklaarde dat zich een 250,000 Belgische vluchtelingen in Engeland bevinden. Zij behooren meest tot de onbemiddelde klasse en het is moeilijk hun werk en onderkomen te verschaffen. Het plan is daar om ze in kazernes en barakken onder te brengen. Of de Belgen ook dit erg aangenaam zullen vinden? Het is heel waf anders dan de schoone droom op prachtige landgoederen te zullen wonen. Zij worden niet veel meer dan burgerlijke krijgsgevangenen. Lord Gladstone verklaarde nog, dat de Belgen in de eerstvolgende Lente naar hun „vaderland" zullen terugkeeren. Is de wensch hier niet de vader van deze gedachte? VERSPREIDE BERICHTEN Een moderne lierman do Ruiter. Do Westrn. Gaz. onttoend aan de lutran- sigeant een verhaal van den heldhaftigen dood van een Franschen soldaat. Hij was uit de Jura, een reus van een kerel breedge schouderd, sterk als een leeuw, met het gemoed van een zigeuner, in vredestijd was hij een aartssmokke'aar en opsnijer. Op ker missen zag men hem wel in provincieplaats jes in de worsteltent en er waren er niet velen, die hij niet „legde". In dienst po Me hij niet meer en deed ijverig zijn plicht. Maar zij noemden hem nog altijd „de worste laar." Op zekeren morgen waren de Franschen bezig een reeks mijnen aan te leggen, die in de lucht zouden vliegen. De lonten werden gereed gemaakt toen' men een zonderling geluid hoorde in do loopgraaf waarin „de worstelaar" op post stood. Wat was er ge beurd? De Duitschers hadden een sappe ge graven, die in deze loopgraaf uitkwam en de dunne wand welke hen scheidde van het punt waar de Bickford-lonten zouden worden aangestoken was bezweken. Een aantal Duitschers sommigen gewapend met revolvers, anderen met schoppen zwerm den de loopgraaf binnen, voor de tunnel waar zij doorheen kwamen stond de reus, „de worstelaar" en zwaaide met zijn hou weel, dood en verderf om zich' heen zaaiende. Tevergeefs stuwden de Duitschers elkander door de nauwe opening, naar voren, zij kon don de plek niet naderen waar de gevaarlijke lonten lagen. ,De worstelaar" riep tot zijn kameraden „Vooruit! steek de lonten aan en maak julie je uit de voeten! Ik zal ze wel tegenhouden 1" schreeuwde hij. Een onderofficier stak een lont aan en zei: „Zou je Ook niet (maken idat je ;W'Cgkwam Maar de vroegere opsnijer wilde niet. En hij hield de Duitschers op een afstand terwijl do onderofficier ook de andere lonten aanstak. Eindelijk bezweek hij, toen de laatste Franschman zich uit de voeten maakte en de Duitschers liepen hem onder den voet in hun haast om de lonten te dooven. Maar het was te laat. Een oorverdoovende ontploffing, de aarde spleet vaneenen begroef als in een groot graf den worstelaar en «Ie overmachtige schaar van zijn vijanden. Later vonden zijn kameraden zijn vfcvminkt lijk en begroeven den held met militaire eer. Een onder,aardsche kapel aan hot front. Uit een brief van abbé T. aan den bisschop van Angers in de „Semaine religieuss" van Toulouse: Zes meter onder den grond, bezitten wij een oorlogskapel, die verdienen zou te worden bewaard. Da kapel van Joanne d'Aro in onze loopgraven is de bewondering \an al len, die haar zien; wij zijn er zeer trotsch op en na den veldtocht zullen ongetwijfeld velen haar godvruchtig komen bezoeken. God weet, dat onze „poilus" zich hebben uitge sloofd om mooie dingen te maken. Ik geloof, dat er op het front nog zulkieene kapel is. Zij is 6 a 7 meter (diep en 3 meter breed. Er kunnen een twintigtal men- schen in. Door^ stevige balken is zij tegen instorten beveiligd èri het „dak" van vijf zes meter aarde vormt een bescherming te gen alle mogelijke projectiélen. Dfe werk lieden, die de kapel gebouwd hebben en als hun meesterwerk beschouwden zijn knappe mijnwerkers uit de streek van de Loire. De inwendige versiering is schitterend. Vloer, tapijten, schilderijen, kandelaars, stoelen alles is bijeengebracht uit puinhoopen der kerk en niets ontbreekt er. Ér is een altaar van hout en als retabel dient een schitterend driekleurig vaandel in schoone zij.de van L\on, het rijke 'geschenk van een officier ven het regiment. God en Frankrijk het geloof en het vaderland worden er dus vereerd en bijna mi litair begroet! Steenkolen I Naar aanleiding van de te wachten ko- lenconferentie schrijft de „Manch. Guardian" dat Engeland het eenige land der tBond- genooten is, dat over een voldoenden voor raad kolen kan beschikken. Het groote Poolsche kolenbekken van Rusland is in Duitsche handen en men hoort spreken van een wezenlijken kolennood in den a.s. winter, zelfs in de groote steden, ofschoon deze voor een deel het gevolg is van de beslaglegging der militaire overheid op de vervoermiddelen. Italië levert weinig kolen en maakt veel gebruik van de „witte kolen" het wa ter voor het drijven van zijn electrische installaties. Frankrijks grootste kolenbek kens zijn eveneens in Duitsche handen en daardoor is het meer dan ooit van hulp van buiten afhankelijk. Toch hebben alle Bond- genooten kolen noodig, zoowel om het ge wone economische leven gaande te houden, a-ls om de munitiefabrieken op gang te hou den. Daarom zien zij aRen uit naar Engeland, dat evenwel, wegens de sterke recrutee- ring onder de mijnwerkers, eenige moeite heeft om aan die groote vraag naar kolen te voldoen. Met goeden wil, met samenwerking en zuinigheid zal men, meent de „Manch. Gu ardian" de moeilijkheden kunnen overko men. De vraag is echter niet alleen om een voldoende hoeveelheid kolen te krijgen, maar ook om ze tegen een redelijken prijs -verkrijgbaar te stellen. In Frankrijk klaagt men dat de prijzen voor Engelsche kolen een ondragelijken last vormen voor deEran- sche nijverheid en men gelooft dat die prij zen speculatie-prijzen zijn De d uikhootouoorlog. Kapitein Persius bespreekt in hot Berl. Tageblatt met waardeeriug het werk der Duitsche duikbooten. Met uitzondering van het dreadnought-type hebben zij vijandelij ke oorlogsschepen van eik soort in den grond geboord en geen koopvaardijschip, hoe snel ook, is veilig voor hen gebleken. Geen beschermende maatregel is doeltref fend geweest: snelheid, zig-zag-koers, va ren bij nacht, begeleiding door torpedoboo ten heeft do vijandelijke schepen voor ge slaagde aanvallen kunnen vrijwaren. Intu-sschen zal de Engelsche scheepsbouw wel voortdurend in staat zijn eik verlies van een gevechtseenheid binnen zeer korten ten tijd aan te vullen. De sterkte der Brifc- sche zeemacht is ongetwijfeld thans veel grooter dan een jaar geleden. Ook moet men in Duitschland zijn ver wachtingen omtrent den handelsoorlog voor- toopig niet te hoog spannen. De duikbooten hebben sedert den 18en Febr., weken ge had met verwonderlijk groote en dan weer geringe resultaten. De „vernietigingskrom- me" loopt sprongsgewijze. Zij toont echter een stijging. Toch zal het nog eenigen tijd duren voor de duikbooten hun volle kracht kunnen ontplooien. Het wapen is nog niet volmaakt en vindt op zijn zegetocht, die tot de beheer6cliing der zeeën zal leiden, veel hindernissen. Hoofdzaak is evenwel, dat die hindernissen overwonnen kunnen worden. Daarom mag men overtuigd zijn, dat de resultaten van den duikbootoorlog zich steeds sterker zullen doen gelden. Noorwegen en Engeland. Noorwegen heeft weer kwestie met Enge land wegens de afsluiting der Noordzee; wij lezen daarover: De stoomboot „Mark land" uit Bergen is 30 Juni door een En gelsche kruiser in de Noorsche wateren bij Kya aangehouden. Het Engelsche oorlogs schip gelastte de Noorsche stoomboot bij te draaien en vuurde een los waarschuwings schot af. Do Noorsche regeering heeft haar gezant te Londen opgedragen bij de Engel sche regeering te protesteeren. Duitschland en Amerika. Het Duitsche antwoord op de Amerikaan- sche nota blijft het voornaamste punt van bespreking in de Amerikaanse he pers. Vol gens Engelsche berichten schijnt het land eenstemmig van meening, dat de nota" een rechtstreeks antwoord vermijdt en onvol doende is. Alleen de Puitschgeziude ..bladen, zijn tevreden. Bij .Yperen. Dver de gevechten, die dezer dagen aan den Yser geleverd zijn, bericht nu een En- geisch ooggetuige: Het was om bijzondere redenen gewens'cht, een gedeelte der ersté Duitsche linie te nemen. De voorbereidende beschieting, waarbij de Franschen hulp ver leenden, was kort, maar zoo werkdadig, dat onze manschappen die de stellingen be stormden, slechts zeer geringe verliezen le den. Enkelen onzer artilleristen hebben op korten afstand kranig werk gedaan. Toen do order tot de bestorming werd gegeven, stoven zij geestdriftig vooruit tezamen met de zegevierende infanterie. De Engelschen begonnen zich terstond in de vermeesterde stellingen te nestelen. De Duitschers be stookten ons heel den dag met geschut- en geweervuur. Hun tegenaanval werd echter gesmoord in ons artillerievuur, terwijl de Franscho mortieren den vooruitdringenden vijand in de fiank aantastten. Gedurende den nacht werden ontzaglijke hoeveelhe den granaten op onze stellingen geworpen. Onze verliezen namen hierdoor belangrijk toe, maar het meerendeel was niet ernstig gekwetst. De troepen hielden zich prachtig. Onder de krijgsgevangenen was een aan tal Pruisen, die dienst deden in een Han- itoveraansch regiment. Verdere Duitsche te genaanvallen wei-den afgeslagen. Leugens. Indertijd is in sommige couranten nogal een en ander geschreven over „het 27 Regiment der Tsjechische Oostenrijkers," dat muiterij ge pleegd had, door keizer Frans Josef met schande ontbonden was, en zoovoorts. Naar aanleiding van deze, door „Do Tijd" verspreide berichten, heeft de heer Philipp Friedrich Heymarm in Dusseldorp zieh om in lichtingen gewend tot den chef van dat regi ment en van hem het volgende antwoord ont vangen: „Op uw vraag van 23 Juni heb ik de oer, u mede te deJen dat het te velde staande 27ste regiment infanterie een Duitoch regiment is, da uit Stiermarken wordt gerecrateerd. Het artikel in kwestie heeft dus in het geheel geen betrekking op het regiment (w. g.) Dorotka, kolonel." Wat de leugencampagne ai niet doet! Een Dnitsch deserteur. Wij hadden dezer dagen, zoo lezen w(j in het Huisgezin, een gesprek met een Duitschen soldaat, afkomstig uit Duren, (ongeveer 8 Él 9 uur van onze Limburgsche grens). Met zeven broeders waren zij ten oorlog getrokken en zes wai'en reeds gesneuveld; hij alken, de zevende, was nog gespaard, hoewel hij deelgenomen had aan verschillende bloedige gevechten in België en Frankrijk en overal steeds moedig zijn plicht had gedaan. Maar nu had hij toch genoeg ge kregen van de verschrikkingen van den oorlog; hij was voor eenige dagen met verlof bij zijn moeder (een weduwe) in Duren en wist toen over de Nederlandsche grens te vluchten. De man maakte niet den indruk van een „op snijer," hij was in den beginne zeer woordkarig en stroef en wilde niet over zijn persoon spre ken, maar al was hij ook deserteur, toch verde digde liij met kracht zijn vaderland en sprak als zijn overtuiging uit, dat Duitschland over al zijp vijanden zou zegevieren. Hij wilde wat nu deserteurs gewoonlijk niet het geval is vol strekt geen kwaad gezegd hebben van zijn vader land. had naar zijn commandant it Duitschland geschreven, dat hjj zich in Neder land bevond, waar hij trachten zou, zich een bestaan te verwerven door uitoefening van zijn' beroep. (Schoenmaker). De man zag er gezond uit, hij roemde ook zeer de goede en krachtige voeding der Duit- sclie soldaten, die per dag meer vleesch krijgen dan menig Nederlandsche arbeider in een week. Voor zijn familie in Duitschland zijn de ge volgen van zijn desertie het verschrikkelijkst; al hebben zes zijner broeders hun leven op het slagveld gelaten voor hun vaderland, zijn de sertie blijft altijd op de geheele familie zwaar r drukken; geen enkel lid dier familie komt meer in aanmerking voor ondersteuning van rijks wege. Door de cinema! Sinds 9 maanden was men zonder tijding gebleven van een architect uit Bautsen in Sak-, sen, den heer Schmidt, die naar het westelijk front vertrokken was als onderofficier bij den Landstorm. Alle nasporingen vaii de familie bleven vruchteloos. De naam van Schmidt kwam nergens voor, op de lijsten der dooden niet en ook niet op die der gekwetsten. En evenmin. v/as een brief gekomen uit een der gevangen- kampen in Frankrijk of Engeland. Tot dezer dagen kennissen van den heer Schmidt hem ontdekten op een film van gods- dienstoefeningen in een gevangenenkamp in Marokko. Ook de vrouw van den vermiste her- 1 kende den gevangene. De Fransche regeering had de namen der gevangenen in het Marokko- kamp nog niet opgegeven En brieven waren evenmin aangekomen Den dief achterhaald! Door twee recher cheurs is van Rotterdam een man naar Am sterdam overgebracht, die verdacht is van zich' te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van een taschje, inhoudende f 150, ten nadeele van een juffrouw, gewoond hebbende in de Fokke-Simonszstraat te Amsterdam. De dief stal 'zou in -December 1914 hebben plaats gehad. Een paard in een sigarenwinkel. Te Den Haag is een voor een aardappeleuwagen ge spannen paard, door het schrikken »oor een motorfiets, door de deurruit van den sigaren winkel van den heer A. Beek op de Heeren gracht, hoek Korte Poten, gereden, waardoor in den winkel groote schade werd aangericht, tot groote ontsteltenis tevens van den eige naar, die, achter de toonbank staande, nie op de komst van een dergelijk „heer" ge rekend had. Het paard werd vrij ernstig aan het hoofd verwond. Goed afgeioopen. Zaterdagavond werd op het Oude Delft, te Delft, de werkman B„ wonende Paardenmarkt, aangereden door een woest rijdenden militair, die per rijwiel pas seerde. B. viel en bleef bewusteloos liggen. Het was den omstanders niet mogelijk, hulp te bieden, daar 's mans hond ieder op een afstand hield. Toen B. weer bij kennis kwam, bleek- hij. geen letsel te hebben "bekomen. De redder bijna verdronken Te Delft geraakte öen meisje, terwijl ze bezig was vischjos te scheppen aan den Haag weg ln de Provinciale vaart. Een schipper, die toe. vallig met zijn schuit aldaar passeerde, sprong direct het meisje na, doch de drenkelinge klampte zich in haar angst zoodanig aan haar redder vast, dat de schipper zelf gevaar liep te verdrinken, én beiden verdwenen in 'de diepte. Door een derde werden redder en geredde op het droge gebracht- Hoogst onvoorzichtig. Twee jongelieden P. en H„ werkzaam in de timmerzaak van den heer W. v. Ei. te Andelst (Betuwe) twaren met elkander aan het stoeien, toen P. plot seling het pistool van H. uit diens borstzak greej^ en, meenende dat het niet geladen was, op zijn kameraad aanlegde. Het schot ging ai' en trof zijn makker in den buik, .waar het een negental darmwonden veroorzaakte. Dei getroffene werd aanstonds naar het Biaoo- nessenhuis te Arnhem gevoerd. Zijn toestand is hoogst ernstig. Eindelijk gesnapt. Bij den heer J. Cohen, handelende onder de firma Cohen en Minnigh, te Amsterdam, was aldus meldt het „H.bl. gedurende 21/2 jaar een werkvrouw in betrekking, "op wie niet het minste nan te merken viel. Uit medelijden met haar gezin nam de heer Cohen den man der werkvrouw in dienst, een 30-jarig metselaar, die sedert het uitbreken van den oorlog werkloos was. hl BEETGENOMEN. Een komiek is wel iemand, die anderen gaarne beetneemt; dit neemt echter niet weg, dat hij ook zelf wel eens beetgenomen kan worden en zulk een feit verhaalt ons de volgende geschiedenis: Een bekend komiek moest eens op last van zijn dokter een poos op 't platteland gaan wonen v«or zijn gezondheid en zou dan levens, om twee vliegen in één klap te slaan, heel wat eieren naar binnen slikken om zijn krakend geworden flteni wat op te frisschen. Daar ook komieken Wel eens krap in het geld zitten, besloot onze fltadsmensch bij een landbouwer in de kost te gaan voor een lagen prijs en dan, om het aan gename met het nuttige te verbinden, zelf kip- Pen te gaan houden oin zich op die manier de vf>or de voorgeschreven eierenkuur noodige ^eien te verschaffen. Zoo gezegd, zoo gedaan; een boerenkosthuis -Was spoedig gevonden en ook de kippen waren gauw gekocht en aten, dat 't een lust was, alleen jhaar ze wilden geen eieren leggen. Onze *oniiek was ten einde raad, maar gelukkig be- S?°cht hem nog juist op tijd een collega uit de hoofdstad en deed hem een beproefd, nooit te leurstellend huismiddeltje ter bevordering van de eierproductie aan de hand, nl. wonderolie. Dit sloeg in, en onbewust van de kool, die hem gestoofd werd, begon de komiek onmiddellijk zijn kippen om de twee uur een halven liter wonder olie toe te dienen. Het resultaat was buitengewoon: de kippen werkten prachtig en iederen dag legde nu iedere kip een ei of beter gezegd, eiken morgen lieten ze er een in het nest achter. Dat ging zoo drie dagen goed, maar toen moest de vriend naar de hoofdstad terug en met hem de.versche eieren. De wonderolie-kuur werd weliswaar voortgezet, maar met een zeer onverwacht gevolg, hetwelk een nieuw bewijs gaf van de verdorvenheid en slechtheid der wereld, want den volgenden mor gen lag er maar één ei in het nest; het was hol en droeg in groote letters het opschrift: „Ik kan niet meer 1" De valsche vriend was al ver weg. STAMPPOT VAN RAAPSTELEN, 15 bosjes raapstelen, 1% K.G. aardappelen, 100 Gr. rijst, 50 Gr. boter of reuzel of een mengsel daarvan, zout, melk, Bereiding: De raapstelen van worteltjes en leelijke blaadjes ontdoen, heel fijn snijden, een paar maal wasschen, opzetten met ruim water en zout en pLm. 20 minuten laten koken, dan afgieten. De aardappelen onder in de pan leg gen, daarop een deel der raapstelen, dan de rijst hierop uitspreiden en deze bedekken met de overige raapstelen, 2 d.L. water erop gieten en alles samen zachtjes gaar laten koken, door- eenstampen en stoven met vet (in dit geval kan ook 't vet van de gebraden worst dienst doen) en een scheutje melk. WENTELTEEFJES. 1215 sneedjes oud brood, i/2 melk, 2 eieren, iets zout, fijne kaneel of geraspte citroen schil, pl.m. 60 Gr. boter. Bereiding: De eieren goed loskloppen met iets zout, y2 theelepel kaneel of de geraspte schil van citroen en de melk toevoegen. De sneedjes brood, zonder korst, even in dit mengsel weeken, ze op elkaar stapden, zoo y2 uur laten staan en telkens bedruipen met het vocht, dat eruit loopt. Kort voor dat zij gegeten worden, de wen telteefjes aan beide kanten mooi bruin bakken in de boter, 'Mén moet met de menschen leven. Neem hen daarom, zooals ze zijn; dan alleen kunt ge ook u zelf geven, zooals ge zijt. Wat iedereen voor een uitgemaakte zaak houdt, heeft het meeste noodig te worden onder zocht. KLEURSCHAKEERING. „Wat wisselt tiw dochter van kleur, terwijl ze de krant leest!" „Ja, bij de politiek blijft ze neutraal, bij de nieuwtjes van den dag wordt ze blauw, bij den roman rood en bij de verlovingsberichten groen en geel." O ZOO. Rechter: „Twee jaar lang hebt ge elke week samen gevischt. Hoe komt het dan. dat jullie over dezen visch juist ruzie krijgt?' Beklaagde (aarzelend)„Ja, ziet u, Edelacht bare, dat was de eerste visch, dien wij vingen." UIT DE SCHOOL. Onderwijzer: „Het spreekwoord zegt: „Het is niet alles goud, wat er blinkt", Geef daar eens een voorbeeld van, Jantje." Jantje: „Meester z'n neus." ASSURANTIE-NUT, Een boerenhofstede is tot den grond toe afge brand en ieder der dorpelingen zei, dat het hoog ''^Itoe'komt dat zoo?" vroeg een vreemdeling. \$as het dan zoo'n slecht boeltje?" „Dat niet," was.het antwoord, „maar we moe ten allemaal nog geld van hem hebben."- TOCH GELIJK. 'Man (nadat hij den trein voor zijn neus heeft zien weggaan)„Zie je nu wel, ate jc wat min der tijd met je toilet vermorst had, zouden we niet te Iaat gekomen zijn." Vrouw:- „En als wij nu niet zoo hard geloopen hadden, behoefden we nu niet zoo lang op den volgenden trein te wachten." GEWOONTE. Patroon: „Je speelt zeker ook piano, Muller?" Bediende: „Ja mijnheer, bij voorkeur Wag ner." Patroon: „Dat dacht ik al. Je slaat me de schrijfmachine heelemaal stuk." ZUINIGHEID. „Toon, fongen," zei moeder, „is het nu niet een beetje te gulzig, tegelijk boter en jam op je brood te nemen?" Neen moeder, 't ia juist zuinig. Nu heb ik fpa'ar één snee brood noodig en proef toch beide." MENSCHENKENNIS. „Waarom behandel je dien student met zoo'n buitengewone beleefdheid?" „Opdat hij zich geneeren zal mij geld ter leen te vragen." BEGRIJPELIJK. „Onze kanarievogel zingt heelemaal niet meer tegenwoordig." A „Dat wil ik wel gelooven, je laat het beest ook heelemaal niet aan het woord komen. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TW£l£Ubfl0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5