Voor de Dames DE OORLOG BINNENLAND m. DE OOSTENIïljKSCHE NOTA AAN AMERIKA. i Etü nota? door den Oostenrp.schen Minister ivan Buitcnlandscbe Zaken aan den ainbassa- de ui van de. Yereenigde Staten te. oenen overhandigd, dateert van den 29stcu Juni 8u is van den volgenden inhoud: De ingrijpende gevolgen van het feit, dat sinds geruimen tijd tusschcn de yereenigde Staten van Amerika cenerzijds en ingeland en zijn bondgenooten anderzijds een handels verkeer 'in oorlogsmateriaal in grootea om vang plaats vindt, terwijl Oostenrijk-Honga- rije evenals Duitschland volkomen van de- Arnerikaansche markt is afgesloten, hebben ai dadelijk ten zeerste de opmerkzaamheid gelrokken van de Oostenrjjksch-Hongaarsche regeering. Hoewei de Oostenrijkach-Hongaarscue re geering volkomen ervan overtuigd is. dat de houding, welke de Arnerikaansche regeering in deze. aangelegenheid aanneemt, uitsluitend Wordt voorgeschreven door den .wensch de striktste onzijdigheid irr acht te. nemen en zich te dezer zake letterlijk te houden aan'de betreffende bepalingen der internationale ver dragen, zoo dringt zich toch de vraag op tof de toestand, zooals die in den loop van den - oorlog ongetwijfeld onafhankelijk van den wil van de Arnerikaansche regeering ont staan -is, niet zoodanig is, dat de bedoelingen van het kabinet van Washington gedwars boomd, ja zelfs in het tegenovergestelde ver anderd worden. Wordt deze vraag bevestigend beantwoord, en dit kan volgens de Oostenrijks di-Hon- gaarsche regeering niet twijfelachtig zijn Jan volgt daaruit onmiddellijk een andere vraag,, namelijk: of het dan niet mogelijk, ja zelfs 'geboden is, dat maatregelen worden genomen, welke ertoe kunnen leiden dat aan den Wensch van de Arnerikaansche regeering om tegenover béide oorlogspartijen een streng onpartijdig standpunt in te nemen, wordt vol daan. De Oostenrijksch-Hongaarsche regee ring aarzelt niet, odk deze vraag onvoorwaar delijk bevestigend te beantwoorden. Volgens alle autoriteiten op het gebied van het volkenrecht, die zich bezig houden met de hier aan de orde zijnde kwestie, mag leen neutrale regeering den handel ln oorlogs contrabande niet ongehinderd laten plaats vin den, wanneer die handel zulk een vorm of zulke verhoudingen aanneemt, dat daardoor de neutraliteit van het land erbij betrokken wordt. - Welke der verschillende wetenschappelijke criteria, die in dit opzicht zijn opgesteld, Wen ook aan de beoordeeling van do toelaat baarheid van contrabandehandel wil ten grondslag leggen, zoo komt men toch steeds tot het besluit, dat uitvoer van oorlogsmate riaal uit de Yereenigde Staten, zooaU deze in den tegenwoordigen oorlog plaats heeft, niet is overeen te brengen met hetgeen de Onzijdigheid eischt. De Arnerikaansche regee ring kan dus op geen enkele wijze het recht worden betwist om door uitvaardiging van ten uitvoerverbod aan dezen openlijken ge weldigen uitvoer van oorlogsmateriaal eea einde te maken, een uitvoer, van weikon bovendien bekend is, dat hij slechts één der oorlogvoerende partijen ten goede kan komen. Mocht de Arnerikaansche regeering van deze haar toekomende bevoegdheid geruik maken, dan kan haar ook dan geen verwijt treffen, wanneer zij, teneinde met de eischen van de nationale wetgeviög in overeenstemming te blijven, den weg inslaat van afkondiging van een wet. Tegenover do eventueelo tegenwerping, dat bel bij alle bereidwilligheid van de Arneri kaansche industrie om evenals aan Engeland fen diens bondgenooten ook aan Oosienriik- ïlongarije ton Duitschland te leverei, den Yereenigde Staten tengevolge' van de a bor- log3foestand niet mogelijk is met Oosterrijk- ïlonga/ije en Duitschland handel te drijven, mag- er weL op "gewezen worden dat de regee ring van de Vereenigdo Staten ongetwijfeld in staat is, daarin te voorzien. Het zou hl. volkomen voldoende zijn, den tegenstanders .van Oostenrijk-Hongarije en Duitschland een stop zetten van den toevoor van levensmid delen en 'grondstoffen in uitzicht te' stellen voor het geval dat de wettige handel ln deze artikelen tussehen Amerika en de beide' cen trale mogen dlieden niet zou worden toege laten. .Wanneer de Arnerikaansche regeering be reid zou zijn, hiertoe over te gaan, zou zij piet alleen de steeds in Amerika hooggehouden traditie van bescherming van den wettigen zeehandel volgen, maar zich tevens de hooge verdienste verwerven het misdadige streven van de vijanden van Oostenrijk-Hongarije en Duitschland om zich y.an den honger ala bond genoot te bedienen, te beletten. Le Oostenrijk-Hongaarscho regeering doet derhalve op grond van de uitnemende betrek kingen, welke altijd tussehen Amerika er He Oostenrijk-Hongaarsche monarchie hebben be slaan, een werkelijk vriendschappelijk be roep op de regeering der Vereenigde Staten om, in verband met de hier gegeven uiteen zettingen, het door haar in deze zoo hoogst- belangrijke aangelegenheid tot nog toe inge nomen standpunt nogmaals rijpelijk te over wegen. VERSPREIDE BERICHTEN Tafereel aan de grens. Men schrijft van cie. Zeeuwsch-Relgische grens aan het „Vad,": Onze officieren vormen geene afzonderlijke kaste zich ver .verheven wanend boven al wat burger is. gelukkig niet. Zij. zijn hier al geheei thuis, komen eens opioopen, be treuren het alleen door afwezigheid van hun gezin geen beleefdheid te. kunnen terugbe wijzen. Zoo staat hedenmiddag onze kapitein voor het raam: „Fietsen jullie mee naar de grens?" En geen kwartier later rijden mijn vrouw, de kapitein en ik in den prachtigen zomermid dag over onze hobbelige kasseien wegen. On derweg worden wat militaire zaken afgedaan, De grens loopt vlak naast het Belgiscb dorp Twee hekken, omlijsting van ruw hout, be spijkerd met gevlochten ijzerdraad staan er. één eenige meters van de grens op Hollandsch gebied, het andere op dezelfde wijze op Bel gisch gebied. Daar tussehen een tot neutrale zone gemaakte strook met de plompe grens paal er in. Voor het eenc hek de Hollandsche schildwacht, voor het andere de Duitsehe. Wij rijden tot aan de grens, dank zij het 'gezelschap van den kapitein. Want het andere publiek moet op militair bevel vijftig meter er vandaan blijven. Dit wordt streng ge handhaafd; een eind terug staat een aantal mensehen 't is Zondagmiddag meest nieuwsgierigen om den „Buitscher" te zien. Halverwege de verboden vijftig meter een weenend vrouwtje. De kapitein vraagt, wat er aan scheelt. Daarginds staat haar vader, op Belgisch gebied, een oude, versleten man. Zij is hier in Holland getrouwd. Vader he ft geen 'geld, zit daar in het dorp achter de hekken, alleen armoede te lijden. Zij wil hem 'geld brengen en tevens zeggen, dat haar eenig kind ernstig ziek is. Maar hier houdt de Hollandsche schildwacht haar terug en daarginds de Duitscher haar vader. Zenuw achtig snikkend staat zij daar, halverwege de vijftig meter, beproefd nu en dan vader te beroepen. De kapitein is een medelijdend man. Ik ken de vrouw wel, /ij is 'gehuwd met teen fatsoenlijk arbeider op ons dorp; ik die half een goed woord, niet wetend of de kapitein iets voor haar vermag. Het 'gevolg is, dat de schildwacht het hek van vlechtwerk moet open maken, de kapitein stapt naar de grens paal, de Diuitsche schildwacht aan de andere zijde. Onderhandelingen, waarvan ik niets versta. Intusschen komt do luitenant aan gereden, voegt zich bij den kapitein.- Dte Hollandsche schildwacht verzekert mij' dat er niets van komen kan, gisteren is nog'een medelijdend op post staand Duitsehe", die zoo iets had toegestaan, „in den pot" ge gaan. Een Duitsoh marinesoldaat komt er bij staan, houdt zich buiten het gesprek tus sehen de Hollandsche officieren en den Duit- schen schildwacht. Er komt 'een DuilscU ser geant op de fiets aangereden, die zal de zaak beslissen. Hij' hoort alles aan, doch" waagt het ook niet, een besluit te nemen. Hij gaat het, den ritmeester vragen. Na benige minuten komt een iutienant op da fists met een hond bij' zich'. Dte Kond kent geen grens en begint dadelijk met zifn hond kennis te maken. Dte luitenant blijft in 'de neufraiê" zone 3taan, maakt halt voor de Hollandsche offi cieren, salueert met een geweldigen klajk der laarzen tegen elkaar. Het IJzeren-Kruis lint is geslagen om den rand van de jas op de borst. Het verzoek is toegestaan. Dte; oude man nadert het vlechtwerk, zjj.u doch ter ook. De Duitsehe luitenant pakt de drie honderd francs aan, ziet billet voor billet na, eer hij ze den oude overreikt. De vrouw snikt nog afgebroken, dat- haar eenig kind ernstig ziek is. Daarmee is alles afgeloo- pen. De oude man moet terug, do vrouw ook. .Weenend 'gaat zij heen, wordt in de verte omringd door de nieuwsgierigen. In haar zenuwachtigheid vergeet zij don kapi tein te bedanken. De Duitsehe luitenant groet op dezelfde wijze stram de Hollandsche officieren en rijdt weg. In de verte rolt voortdurend het kanon. Een rede van Poincarê. Bij de plechtigheid der overbrenging van het gebeente van Ronget de l'Isle naar het Hotel des Invalides vond de Parijsche bevolking gele genheid tot een grootsehe vaderlandslievende betooging. In den stoet, gevormd bij den Are de Triomphe, bevonden zich, behalve Poincaré en de parlementsleden, leden van het corps diplo matique, delegaties van verschillende vereeni- gingen, enz. De kist was geplaatst op een onder stuk van een kanon en omringd door troepen van het garnizoen te Parijs. Toen zij bij het Hotel des Invalides kwam, nam president Poin caré het woord en wees op het karakter der plechtigheid, welke twee groote bladzijden uit onze geschiedenis in herinnering bracht, en den roem hoog houdt van het onvergelijkelijk volks lied, welks klanken en tonen zooveel bovenmen- schelijke deugden wekken in het hart der natie. Spreker herinnerde er vervolgens aan, dat Rou- get de l'Isle het lied componeerde in een tijd, welke geleek op den tegenwoordigen, hij wees er op, hoe het Fransohe volk niet oorlogzuchtig was, en zioh zelf niet liet verleiden tot oorlog zuchtige daden. Eens zal de geschiedenis aan de nakomelingschap toonen, aan wie de verant woordelijkheid toekomt voor deze oorlog; en die nakomelingschap zal dan met verbazing ver. nemen, dat op zekeren dag de Duitsehe gezant, die tevergeefs had getracht zich te laten beleedi- gen door de bevolking van Parijs, heel ernstig aan den Fransehen minister van buitenlandsche zaken als een reden voor den oorlog opgaf: een denkbeeldigen overval van een Franschen avia- teur, die bommen had geworpen op Neurenberg! Nadat de president er op gewezen had, dat Frankrijk het onschuldige al acli tof er was van een brutalen, wijselijk voorbedachten aanval, voegde hij er büNu men ons gedwongen beeft het zwaard te trekken, hebben wij niet het recht, dat weer in de scheede te steken' vóór den dag, dat wij onze dooden hebben gewroken en de algemeene overwinning der geallieerden zal toe gestaan hebben onze puinhoopen te herbouwen, Frankrijk weer geheel vrij te maken en te zor gen, dat een oorlog als deze niet terug kan kee- ren. Ons volk zal er niet in berusten, dat Frank rijk in handen valt van een triomfeerenden tegenstander, 't zal overwinnen. Wij hebben de zekerheid, dat we zullen overwinnen, laten de vijanden zich daarin niet vergissen. Het is niet om een onzekeren vrede te teek en en, welke ons vol ongerustheid zou laten voor een nieuwen nog vreeselijker oorlog, het is niet om morgen weer blootgesteld te worden aan nieuwe aanval len, aan doodsgevaren, dat geheel Frankrijk, trillende van geestdrift, de mannelijke tonen der Marseillaise heeft gevolgd. De eindelijket over winning zal de prijs zijn voor onze zedelijke kracht en volharding. Laten wij al onze krach ten, onzen moed samentrekken op één doel, alle bronnen van den staat, allen goeden wil en al onze middelen van tegenstand richten op een zelfde gedachte, een zelde besluit: den oorlog zoo lang voort te zetten, tot de vijand d:e neer laag heeft geleden, tot de nachtmerrie verdwe nen is, welke de Duitsehe grootheidswaanzin op Europa laat drukken. Reeds lichtte aan den horizon de dag des roems, waarvan de Marseil laise spreekt; reed3 in enkele maanden verrijkte ons volk de annalen onzer geschiedenis met vele wondervolle daden en heldenfeiten. Niet tever- gefs zullen uit alle deelen van Frankrijk deze bewonderenswaardige volksdeugden te voor schijn zijn gekomen; zij zullen haar heilig werk voltooien, zij zullen den weg effenen voor de overwinning en de gerechtigheid. De Russische gevangenen in Oostcnryk- Hongaryo. Uit Weenen wordt bericht, dat sedert langen tijd en met het aantal toenemende deserties in steeds grootere mate, de Russische bladen schil deringen over de slechte behandeling der Rus- siche krijgsgevangenen in Oostenrijk-Hongarije publioeeren. Op onze uitnoodiging, zoo wordt verder gemeld, had de- Spaansche gezant reeds sedert December gelegenheid om de kampen der krijgsgevangenen te bezichtigen, en. de Russsche regeering werd door de raporten dezer bezoeken over den feitelijken toestand der krijgsgevange nen in de Donau-monarchie voldoende onder richt. De des ondanks voortdurend in de Russi sche bladen opgenomen berichten over den treu- rigen toestand der Russische krijgsgevangenen dragen op al te doorzichtige wijze den stempel der onwaarheid, en worden alleen in de wereld gezonden om de onderdrukkingen en kwellin gen van onze soldaten, die in hun handen zijn gevallen, te vergoelijken en de Russische solda ten er van af te houden zich vrijwillig in krijgs gevangenschap te begeven. Reeds voor maanden bezocht de Spaansche gezant te Weenen het kamp der krijgsgevange nen te Brüx, waar alleen Russische krijgsgevan genen onder dak zijn gebracht. De gezant onder vroeg verschillende krijgsgevangenen, die allen verklaarden, dat zij gezond waren, met hun voe ding tevreden en geen bijzondere wenschen of bezwaren hadden. De gezondheidstoestand in het kamp te Brüx is bevredigend; het drinkwater is voldoende. De gezant verklaarde herhaaldelijk, dat hij van het kamp een gunstigen indruk had gekregen. Op het oogenblik bevinden zich daar 43,773 gevangenen. Goch als Concentratiekamp. Meu schrijft ons van de Duitsehe grens: Het welvarende fabrieksplaatsje Gocli gelegen aan de lijn KeulenKleef biedt tegenwoordig een eigenaardigen aanblik op als verzamelplaats van uit Engeland uitgewezen of daaruit vrij willig vertrokken Duitscshe families. Deze Duitsehe vluchtelingen komen door bemiddeling van het Duitsehe consulaat over Ylissingen naar Goch, waar '/ij in een soort concentratiekamp onderdak en voeding vinden. Honderden Duit sehe mannen/vrouwen en kinderen wachten dan te Goch de geschikte gelegenheid af om verder hun Duïtsch vaderland in te reizen. Een commissie uit Gochsche notabelen samen gesteld verschaft den Duitsehe vluchtelingen alle gewenschte inlichtingen zorg voor de noo- dige papieren en doet hun spoedeischende zaken, telegrafisch af. Niemand verlaat het Gochsche concentratiekamp, voor aan alle for maliteiten is voldaan. HET CONFLICT IN DE ANTI-REV. PARTIJ. Ten opzichte der kwestie van het leiders- schap in de Antirev. partij, die, naar men weet dr. Kuyper aanleiding gaf tot 't sohrij- ven van een reeks scherp gestelde driestar ren in „Be Standaard", waarin bü tal vim klachten deed hooien, getuigt de „Rotter dammer": Het heeft ons innig leed gedaan, dat dir. [Kuyper dieze verbijsterende stukken aan zijn j pen heeft laten ontglippen, j Op niets meer of minder dan een geheime samenspanning om dr. Kuyper te onttronen, tussehen de „Rotterdammer" en den outt urn) i ster Heemskerk, wien het spreken in het openhaar en het schrijven in de „Rotter dammer" euvel wordt geduid1, wordt hier gedoeld. Over dergelüko verdachtmaking zonder toorn te schrijven is niet gemakkelijk. De oud-mi nieter Heemskerk zal zich, voor- zoover hij zulks noodig oordeelt, wel zeil' verantwoorden. Reeds heeft hii in een in terview met een redacteur van het Handels blad deze beschuldiging met gerechte ver ontwaardiging van zich geworpen. Wü hebben niets te zeggen: de inbond van ons blad spreekt voor zichzelf. Heeft dr. Kuyper behoefte om aan de De- put otenverga dering zijn ontslag als voorzit ter van het Centra al-Comité voor te leggen hij doe het: wij durven profeteeren, dat bü met algemeene stemmen werd herkozen Van onze stem althans kan hü verzekerd zijn. Maar ook kan hij en de antirevolutionaire partij hiervan verzekerd zijn: met warme trouw zal de „Rotterdammer" blüven wer ken aan de verbreiding onzer anti-revolu tionaire beginselen,; meent zij een afwijkend standpunt van „De Standaard" te moeten in nemen, dan zal zij dit. blijven doen, gelyk; tot dusverre, sober en in broederlyken zin.' Het anti-rev. Frieseh Dagblad schrijft o.m.: „Bespreking is thans noodig. „Tot in onze „grondvergaderingen", die der plaatselijke kiesvereenigingen toe. De mogelijkheid immers bestaat, al hopen en vertrouwen wü, dat het zoover niet komi de mogelijkheid bestaat, dat in liet eind de gansche party geroepen wordt om uitspraak te doen, of liever door het uit-- spreken van haar meening in een bepaalde richting een beslissing en oplossing bren gen moet van het conflict, als deze langs geen anderen weg te verkrijgen zijn. 1 Daartoe is noodig kennis van zaken, rus- tige overweging en bespreking. Vooral: kennis van zaken. Gewenscht, om niet te zeggen noodzakelijk lijkt het ons daarom toe, dat dr. Kuyper's klacht en beschuldiging, hetzy door over druk van zijn artistiek en, hetzij door de i uitgave van een kort, Kondig résumé, te- !geu zeer billüken prijs algemeen verkrijg- i baar worden gesteld, i Dan kan ieder lezen en oordeelen. Onnoouig te zeggen, dat we hetzelfde wenschen voor hetgeen er tegen zün party- leiding of tegen zyn opvattingen over par tijleiding mocht geschreven worden. Eenzijdigheid dient hier vermeden. Alle napratery worde geweerd. 1 Opdat de party een volkomen rijp oordeel zich vorme over de zaken, die de leider j thans zóó aan de orde gesteld heeft, dat ze 'niet langer kénnen en mógen worden ont- weken." HET REGEERINGSMEEL EN -BROOD. De Minister van Landbouw deeit mede, dai hij besloten heelt het vraagstuk vaii de meeiprijzen in dien zin op te lossen, dat het minimum, waarvoor goedkoop mc-el aan de gemeenten zal worden verstrekt, f U per 109 Kg. zal zijn. In verband hiermede worden de voor de verschillende gemeenten vastge stelde meeiprijzen, voor zoover deze ponder i dan 1 9 bedragen, door nem vastgesteld op f 9 per 10/Kg. Naast dezen meelprijs wordt door hem een ma -imam-prijs voor hef goed koop Regeeringsbrood vastgesteld van 12 ets. per kilogram Ik meen zegt de Minister in een circu laire aan de burgemeesters aan u te moeten overlaten, of u voor uwe gemeente een lageren maximum-prijs van cUt brood wilt vaststellen, dan wel de prijsbepaling geheel overlaten aan de vrije concurrence, tot ten hoogste de door mij gestelde grens. Bij dien meelprijs is rekening gehoucler met een brooduitkomst van 150 brooden uit 100 Kg. In verband hiermede heb ik ds eer u te machtigen, het cijfer 140 ln ie door mij goedgekeurde broodregeling in uwe ge meente te veranderen m 150. Ee prijs, waarvoor het meel, bestemd voor hen die zelf hun brood bakken, doo" mij aan de gemeenten zal worden versteekt wordt door mij voor het geheele land vastgesteld op f 13,50 per 100 Kg. H. M. DE KONINGIN NAAR HET ZUIDEN. j H. M. de Koningin zal Dinsdag te Maas- [trieht komen en dan een vaandel, een ge- schenk van inwoners van Valkenburg, aan den Vrijwilligen Landstorm overreiken. Om half-elf zal H. M. 'de stad weer verlaten om per auto in de richting Roei'mond Le vertrek ken, voor het houden van een militaire In spectie. LANDAANWINNING EN BEDIJKING FRIESCHE WADDEN. Dr. L. A. Sanders, ingenieur te Amster dam, heeft volgens de Tel. een verzoek aan H. M. de Koningin ingediend om concessie tot landaanwinning en bedyking van een get deeite der Friesche Wadiden. De bedoeling ie allereerst dyken aan te leggen van de uiterste Oostpunt van Ame land met een ombuiging naar de Friesche kust, oostelijk van Wierum en van de Zui* EEN MODEPRAATJE. De mode der blouses. In den tegenwoordigen tijd is spaarzaamheid en eenvoud in de garde-robe onzer dames een bootevermsehte. Wie zou het daarom verwonderen, dat Eet eenvoudigste en moest pracüsche kleedmgstuk die blouse nog steeds in de mode blijft? zy was reeds lang ten doode opgeschreven, doch niette- Kcrstaande dat, handhaafde zy zich steeds verheugt zich, waar de strengste een voud voorschrift is, opnieuw in de byzbn- jjere gunst, omdat zij meer dan ieder andier kleedingstuk voor elke gelegenheid geschikt Wü zien de blouse elegant gemaakt, van 'et doorzichtigste weefsel, in de zachtste ■leuren, zooals büv. matblauw en zacbtroee, estemd om in de concertzaal en in het thea ter gedragen te worden, of wat tot nu toe toenvoudig onmogplyk was, zelfs als geschikt kleed in geluk voor kleine feesten. Ook de ge wone blouse de hemdblouse van flanel tof aepkir, eleethits een weinig veranderd van i!terni, vindt nog eteedis haar aanhangsters. De bekende plooien zijn verdwenen; men Aflakt het voorstuk meestal glad, knipt er i^Pelageni aan, die, eene kleine uitsnijding Vrijlatend, omgeslagen worden. Men1 be grenst dikwijls de halsuitsnijding dtoor een i®teauden omgeslagen kraag, waarvan de randen van voren uit elkander vallen. Op dat de kraag op blyve staan, wordt hy aan de vouw door staafjes gesteund en door een fluweelen of zyden lintje gehouden. Het lint wordt onder den kraagomslag doorge leid en van voren in een vlugge strik gelegd. De mouw wordt, in plaats van aangeknipt als tot nu toe, dikwyls in de blouse gezet en door een manchet begrensd. Ook de schou der mouw ziet men nog aan vele modelled^ maar in anderen vorm. Terwül zii vroeger gerond was, is er nn een rechte schouder- patte aan de mouw geknipt, die men op de blousestukken stikt of door machinalen open naad aan voegt. Dit eenvoud ig-voorname garnituur vormt ook de versiering aan die elegantere blouses. Open naden, die dikwijls door knoopjes- en puntborduurwerk onder broken wonden, loopen door de blonsestuk- i. Rij yormen ook de versiei-ing en om randing der manchetten en van den kraag en kenmerken daardoor de blouse® van dit voorjaar. Aan blouses van dunne stoffen, aooals katoen en voile, crêpe de chine, net- stof, linnen batist enz., is de geplissesixle en waaierkraag een nieuwigheid. De kragen hebben dikwijls een overdreven lengte en reiken in spitsen vorm dikwijls tot over de ceintuur. Als afwisseling op het gebied der blouse dient de blouse met afneembaar bolero- of scbootjaQuetje van gestreepte, klein geruite of effen zyde, over een blouse van tule of voilestof. Het jaquetja heeft geen mouwen en is van achteren door een ingeregen echoot begrensd. Van voren vallen de randen uit elkander en zyn door zijden biais verbonden, die zich op de blousemouwen herhalen. (De Vrouwenwereld). VAN ALLES WAT. Een stukje geschiedenis van de koffie. H. In 1573 vond Leonard Rauwolf, geneesheer te Auggsburg, de koffiehuizen te Aleppo reeds in vollen gang. Zeven jaren later leerde de geneesheer en plantenkenner Pros per Alpin uit Padua in dien tuin van een Turk te Cairo een vruchtdragenden koffie- boom kennen. Hy noemde dien Caova en de vrucht Bon. Aan hem beeft Europa de eer ste weteuseh appel like beschrijving en af beelding dezer plant te danken. Achtereenvolgens werden in Engeland en Frankrijk in den loop der 17de eeuw koffie huizen opgericht. In ons vaderland schynen de koffiehuizen eerst later bekend te zijn geworden. Men meent, dat de geleerde na tuurkundige 'sGxavesande en de geestige schrijver Justus van Effen, die in 1703 als secretarissen van een gezantschap te Lon den waren geweest, de koffiehuizen aldaar hebben leereu kennen in kun oorspronke- lü'ken vorm,van welken de hedendaagsehe koffiehuizen zeer zyn afgeweken. Bet waren destyds plaatsen, waar men slechts koffie kon hekomen, waar geen spelen werd toege laten en waar lieden van smaak en bescha ving zich gezellig vereenlgden, ook tot het uitgeven A'an tijdschriften, ten einde op den volksgeest te werken. De beide genoemde Nederlanders nu, bet aangename en nuttige van koffiehuizen in Engeland hebbende ïee- ,reo kennen, besloten na hun terugkomst er jeen te 'sGravenhage op te richten. Hun j koffiehuis, in het Korte Voorhout, werd spoedig gevolgd door een tweede, op het i Plein opgericht door een! Fransehman, dat |den naam „het Fransohe koffiehuis" bekwam en langen tyd behield. Weldra vond het Haagsclhe voorbeeld elders navolging. De koffie werd op allerlei wiizen gedron ken in blikken, tinnen en koperen tuitkan- nen. Men dronk ze met suiker of honing zoo beet mogelyk. Ook kookte men een pint zoe te melk op en goot er dan zooveel koffie- extract bij als er melk was; of men wierp de koffie in koud water en liet beide koken. Meergegoeden mengden nagelen, kaneel, kardamon of suiker met ambergry» door de koffie. Jan Hop, de thesaurier-generaal der Nederlandfiche republiek, verlangde koffie te gebruiken zonder water. Dit had de ver vaardiging van de thans beroemde Haag- sche hopjes ten gevolge. Aanvankelijk konden ouderwetsöhe, def tige familicn zich niet vereenigen met <1® meer en meer insluipende gewoout om de mede en het bier aan het ontbijt door kof fie te vervangen. De geneesbeeren dor 17die eeuw daarentegen waren vrij algeyaeen voor standers der koffie en sommigen roemden dezen drank als een middel tegen de meest uiteenloopende kwalen. Hierin kwam even wel spoedig een kentering en latere doktoren begonnen eerst aan het groote nut der kof fie te twyi'elen, later tegen het „verderfe- lyke vergif" ernstige te waarschuwen. HUISHOUDELIJKE WENKEN. Damiesrhoeden, die beregend zijn, moet men niet aan een kapstok hangen of in een ucos te drogen leggen, maar men moet de hoed vry ophangen, mot den bol op zy, zoodot de hoed in 't geheel niet ge deukt wordt. De kanten en linten komen ook weer goed in fatsoen en het hoofddeksel zal zoo weinig mogelük van de nattigheid lyden. Als de rand van kostuum rokk en: nat wordt, komt daaruit vaak het euvel' voort, dat de rok scheef trekt, als hij even droog is. Vooral komt dit voor met do voet-- vrye rokken, die gewoonlyk voorzien zynj met een breeden, meermalen' doorgestikten* stootkant. Om dat scheef trekken te voorko-: men, hangt men den rok zóó te drogen, dat' de natte rand precies recht hangt. Gebruikte kurken zyn weer nieuw; te maken door ze in een pan met kokend water over te gieten en daarin een half uur te laten liggen. Mét een: bore tel worden ze dan in lauw water afgewasschen en in een' mengsel van 1 deel zoutzuur en 20 dieelen water gelegd. Na een uur neemt men ze er uitspoelt ze in schoon water af en legt ze op een warme plaats te drogen. BRIEVENBUS. Mevrouw A. to IJ. U krijgt binnen en kele dagen per brief antwoord. Mej. H. W. te H. Welzeker moogfc n een aardig stukje daarover inzenden. We zullen het gaarne plaatsen. Iedere lezeres of lezer, die een bijdrage heeft veor de „Damesrubriek", zende die op; aan de redactie van de „Nieuwe Haarlem- eohe Courant", (Damesrubriek), Postbus li Kinderimisvest 29/33, Haarlem. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5