Voor de Dames
DE OORLOG
BINNENLAND
m.
DE OOSTENIïljKSCHE NOTA
AAN AMERIKA.
i Etü nota? door den Oostenrp.schen Minister
ivan Buitcnlandscbe Zaken aan den ainbassa-
de ui van de. Yereenigde Staten te. oenen
overhandigd, dateert van den 29stcu Juni
8u is van den volgenden inhoud:
De ingrijpende gevolgen van het feit, dat
sinds geruimen tijd tusschcn de yereenigde
Staten van Amerika cenerzijds en ingeland
en zijn bondgenooten anderzijds een handels
verkeer 'in oorlogsmateriaal in grootea om
vang plaats vindt, terwijl Oostenrijk-Honga-
rije evenals Duitschland volkomen van de-
Arnerikaansche markt is afgesloten, hebben
ai dadelijk ten zeerste de opmerkzaamheid
gelrokken van de Oostenrjjksch-Hongaarsche
regeering.
Hoewei de Oostenrijkach-Hongaarscue re
geering volkomen ervan overtuigd is. dat de
houding, welke de Arnerikaansche regeering
in deze. aangelegenheid aanneemt, uitsluitend
Wordt voorgeschreven door den .wensch de
striktste onzijdigheid irr acht te. nemen en
zich te dezer zake letterlijk te houden aan'de
betreffende bepalingen der internationale ver
dragen, zoo dringt zich toch de vraag op tof
de toestand, zooals die in den loop van den
- oorlog ongetwijfeld onafhankelijk van den
wil van de Arnerikaansche regeering ont
staan -is, niet zoodanig is, dat de bedoelingen
van het kabinet van Washington gedwars
boomd, ja zelfs in het tegenovergestelde ver
anderd worden.
Wordt deze vraag bevestigend beantwoord,
en dit kan volgens de Oostenrijks di-Hon-
gaarsche regeering niet twijfelachtig zijn Jan
volgt daaruit onmiddellijk een andere vraag,,
namelijk: of het dan niet mogelijk, ja zelfs
'geboden is, dat maatregelen worden genomen,
welke ertoe kunnen leiden dat aan den
Wensch van de Arnerikaansche regeering om
tegenover béide oorlogspartijen een streng
onpartijdig standpunt in te nemen, wordt vol
daan. De Oostenrijksch-Hongaarsche regee
ring aarzelt niet, odk deze vraag onvoorwaar
delijk bevestigend te beantwoorden.
Volgens alle autoriteiten op het gebied van
het volkenrecht, die zich bezig houden met
de hier aan de orde zijnde kwestie, mag leen
neutrale regeering den handel ln oorlogs
contrabande niet ongehinderd laten plaats vin
den, wanneer die handel zulk een vorm of
zulke verhoudingen aanneemt, dat daardoor
de neutraliteit van het land erbij betrokken
wordt.
- Welke der verschillende wetenschappelijke
criteria, die in dit opzicht zijn opgesteld,
Wen ook aan de beoordeeling van do toelaat
baarheid van contrabandehandel wil ten
grondslag leggen, zoo komt men toch steeds
tot het besluit, dat uitvoer van oorlogsmate
riaal uit de Yereenigde Staten, zooaU deze
in den tegenwoordigen oorlog plaats heeft,
niet is overeen te brengen met hetgeen de
Onzijdigheid eischt. De Arnerikaansche regee
ring kan dus op geen enkele wijze het recht
worden betwist om door uitvaardiging van
ten uitvoerverbod aan dezen openlijken ge
weldigen uitvoer van oorlogsmateriaal eea
einde te maken, een uitvoer, van weikon
bovendien bekend is, dat hij slechts één der
oorlogvoerende partijen ten goede kan komen.
Mocht de Arnerikaansche regeering van deze
haar toekomende bevoegdheid geruik maken,
dan kan haar ook dan geen verwijt treffen,
wanneer zij, teneinde met de eischen van de
nationale wetgeviög in overeenstemming te
blijven, den weg inslaat van afkondiging van
een wet.
Tegenover do eventueelo tegenwerping, dat
bel bij alle bereidwilligheid van de Arneri
kaansche industrie om evenals aan Engeland
fen diens bondgenooten ook aan Oosienriik-
ïlongarije ton Duitschland te leverei, den
Yereenigde Staten tengevolge' van de a bor-
log3foestand niet mogelijk is met Oosterrijk-
ïlonga/ije en Duitschland handel te drijven,
mag- er weL op "gewezen worden dat de regee
ring van de Vereenigdo Staten ongetwijfeld
in staat is, daarin te voorzien. Het zou hl.
volkomen voldoende zijn, den tegenstanders
.van Oostenrijk-Hongarije en Duitschland een
stop zetten van den toevoor van levensmid
delen en 'grondstoffen in uitzicht te' stellen
voor het geval dat de wettige handel ln deze
artikelen tussehen Amerika en de beide' cen
trale mogen dlieden niet zou worden toege
laten.
.Wanneer de Arnerikaansche regeering be
reid zou zijn, hiertoe over te gaan, zou zij piet
alleen de steeds in Amerika hooggehouden
traditie van bescherming van den wettigen
zeehandel volgen, maar zich tevens de hooge
verdienste verwerven het misdadige streven
van de vijanden van Oostenrijk-Hongarije en
Duitschland om zich y.an den honger ala bond
genoot te bedienen, te beletten.
Le Oostenrijk-Hongaarscho regeering doet
derhalve op grond van de uitnemende betrek
kingen, welke altijd tussehen Amerika er He
Oostenrijk-Hongaarsche monarchie hebben be
slaan, een werkelijk vriendschappelijk be
roep op de regeering der Vereenigde Staten
om, in verband met de hier gegeven uiteen
zettingen, het door haar in deze zoo hoogst-
belangrijke aangelegenheid tot nog toe inge
nomen standpunt nogmaals rijpelijk te over
wegen.
VERSPREIDE BERICHTEN
Tafereel aan de grens.
Men schrijft van cie. Zeeuwsch-Relgische
grens aan het „Vad,":
Onze officieren vormen geene afzonderlijke
kaste zich ver .verheven wanend boven al
wat burger is. gelukkig niet. Zij. zijn hier
al geheei thuis, komen eens opioopen, be
treuren het alleen door afwezigheid van hun
gezin geen beleefdheid te. kunnen terugbe
wijzen.
Zoo staat hedenmiddag onze kapitein voor
het raam: „Fietsen jullie mee naar de grens?"
En geen kwartier later rijden mijn vrouw, de
kapitein en ik in den prachtigen zomermid
dag over onze hobbelige kasseien wegen. On
derweg worden wat militaire zaken afgedaan,
De grens loopt vlak naast het Belgiscb dorp
Twee hekken, omlijsting van ruw hout, be
spijkerd met gevlochten ijzerdraad staan er.
één eenige meters van de grens op Hollandsch
gebied, het andere op dezelfde wijze op Bel
gisch gebied. Daar tussehen een tot neutrale
zone gemaakte strook met de plompe grens
paal er in. Voor het eenc hek de Hollandsche
schildwacht, voor het andere de Duitsehe.
Wij rijden tot aan de grens, dank zij het
'gezelschap van den kapitein. Want het andere
publiek moet op militair bevel vijftig meter
er vandaan blijven. Dit wordt streng ge
handhaafd; een eind terug staat een aantal
mensehen 't is Zondagmiddag meest
nieuwsgierigen om den „Buitscher" te zien.
Halverwege de verboden vijftig meter een
weenend vrouwtje. De kapitein vraagt, wat
er aan scheelt. Daarginds staat haar vader,
op Belgisch gebied, een oude, versleten man.
Zij is hier in Holland getrouwd. Vader he ft
geen 'geld, zit daar in het dorp achter de
hekken, alleen armoede te lijden. Zij wil
hem 'geld brengen en tevens zeggen, dat
haar eenig kind ernstig ziek is. Maar hier
houdt de Hollandsche schildwacht haar terug
en daarginds de Duitscher haar vader. Zenuw
achtig snikkend staat zij daar, halverwege
de vijftig meter, beproefd nu en dan vader
te beroepen.
De kapitein is een medelijdend man. Ik
ken de vrouw wel, /ij is 'gehuwd met teen
fatsoenlijk arbeider op ons dorp; ik die half
een goed woord, niet wetend of de kapitein
iets voor haar vermag. Het 'gevolg is, dat
de schildwacht het hek van vlechtwerk moet
open maken, de kapitein stapt naar de grens
paal, de Diuitsche schildwacht aan de andere
zijde. Onderhandelingen, waarvan ik niets
versta. Intusschen komt do luitenant aan
gereden, voegt zich bij den kapitein.- Dte
Hollandsche schildwacht verzekert mij' dat
er niets van komen kan, gisteren is nog'een
medelijdend op post staand Duitsehe", die
zoo iets had toegestaan, „in den pot" ge
gaan. Een Duitsoh marinesoldaat komt er
bij staan, houdt zich buiten het gesprek tus
sehen de Hollandsche officieren en den Duit-
schen schildwacht. Er komt 'een DuilscU ser
geant op de fiets aangereden, die zal de zaak
beslissen. Hij' hoort alles aan, doch" waagt
het ook niet, een besluit te nemen. Hij
gaat het, den ritmeester vragen. Na benige
minuten komt een iutienant op da fists met
een hond bij' zich'. Dte Kond kent geen grens
en begint dadelijk met zifn hond kennis te
maken. Dte luitenant blijft in 'de neufraiê" zone
3taan, maakt halt voor de Hollandsche offi
cieren, salueert met een geweldigen klajk
der laarzen tegen elkaar. Het IJzeren-Kruis
lint is geslagen om den rand van de jas
op de borst. Het verzoek is toegestaan. Dte;
oude man nadert het vlechtwerk, zjj.u doch
ter ook. De Duitsehe luitenant pakt de drie
honderd francs aan, ziet billet voor billet
na, eer hij ze den oude overreikt. De vrouw
snikt nog afgebroken, dat- haar eenig kind
ernstig ziek is. Daarmee is alles afgeloo-
pen. De oude man moet terug, do vrouw
ook. .Weenend 'gaat zij heen, wordt in de
verte omringd door de nieuwsgierigen. In
haar zenuwachtigheid vergeet zij don kapi
tein te bedanken.
De Duitsehe luitenant groet op dezelfde
wijze stram de Hollandsche officieren en
rijdt weg.
In de verte rolt voortdurend het kanon.
Een rede van Poincarê.
Bij de plechtigheid der overbrenging van het
gebeente van Ronget de l'Isle naar het Hotel
des Invalides vond de Parijsche bevolking gele
genheid tot een grootsehe vaderlandslievende
betooging. In den stoet, gevormd bij den Are de
Triomphe, bevonden zich, behalve Poincaré en
de parlementsleden, leden van het corps diplo
matique, delegaties van verschillende vereeni-
gingen, enz. De kist was geplaatst op een onder
stuk van een kanon en omringd door troepen
van het garnizoen te Parijs. Toen zij bij het
Hotel des Invalides kwam, nam president Poin
caré het woord en wees op het karakter der
plechtigheid, welke twee groote bladzijden uit
onze geschiedenis in herinnering bracht, en den
roem hoog houdt van het onvergelijkelijk volks
lied, welks klanken en tonen zooveel bovenmen-
schelijke deugden wekken in het hart der natie.
Spreker herinnerde er vervolgens aan, dat Rou-
get de l'Isle het lied componeerde in een tijd,
welke geleek op den tegenwoordigen, hij wees
er op, hoe het Fransohe volk niet oorlogzuchtig
was, en zioh zelf niet liet verleiden tot oorlog
zuchtige daden. Eens zal de geschiedenis aan de
nakomelingschap toonen, aan wie de verant
woordelijkheid toekomt voor deze oorlog; en
die nakomelingschap zal dan met verbazing ver.
nemen, dat op zekeren dag de Duitsehe gezant,
die tevergeefs had getracht zich te laten beleedi-
gen door de bevolking van Parijs, heel ernstig
aan den Fransehen minister van buitenlandsche
zaken als een reden voor den oorlog opgaf: een
denkbeeldigen overval van een Franschen avia-
teur, die bommen had geworpen op Neurenberg!
Nadat de president er op gewezen had, dat
Frankrijk het onschuldige al acli tof er was van
een brutalen, wijselijk voorbedachten aanval,
voegde hij er büNu men ons gedwongen beeft
het zwaard te trekken, hebben wij niet het
recht, dat weer in de scheede te steken' vóór den
dag, dat wij onze dooden hebben gewroken en de
algemeene overwinning der geallieerden zal toe
gestaan hebben onze puinhoopen te herbouwen,
Frankrijk weer geheel vrij te maken en te zor
gen, dat een oorlog als deze niet terug kan kee-
ren. Ons volk zal er niet in berusten, dat Frank
rijk in handen valt van een triomfeerenden
tegenstander, 't zal overwinnen. Wij hebben de
zekerheid, dat we zullen overwinnen, laten de
vijanden zich daarin niet vergissen. Het is niet
om een onzekeren vrede te teek en en, welke ons
vol ongerustheid zou laten voor een nieuwen
nog vreeselijker oorlog, het is niet om morgen
weer blootgesteld te worden aan nieuwe aanval
len, aan doodsgevaren, dat geheel Frankrijk,
trillende van geestdrift, de mannelijke tonen der
Marseillaise heeft gevolgd. De eindelijket over
winning zal de prijs zijn voor onze zedelijke
kracht en volharding. Laten wij al onze krach
ten, onzen moed samentrekken op één doel, alle
bronnen van den staat, allen goeden wil en al
onze middelen van tegenstand richten op een
zelfde gedachte, een zelde besluit: den oorlog
zoo lang voort te zetten, tot de vijand d:e neer
laag heeft geleden, tot de nachtmerrie verdwe
nen is, welke de Duitsehe grootheidswaanzin op
Europa laat drukken. Reeds lichtte aan den
horizon de dag des roems, waarvan de Marseil
laise spreekt; reed3 in enkele maanden verrijkte
ons volk de annalen onzer geschiedenis met vele
wondervolle daden en heldenfeiten. Niet tever-
gefs zullen uit alle deelen van Frankrijk deze
bewonderenswaardige volksdeugden te voor
schijn zijn gekomen; zij zullen haar heilig werk
voltooien, zij zullen den weg effenen voor de
overwinning en de gerechtigheid.
De Russische gevangenen in Oostcnryk-
Hongaryo.
Uit Weenen wordt bericht, dat sedert langen
tijd en met het aantal toenemende deserties in
steeds grootere mate, de Russische bladen schil
deringen over de slechte behandeling der Rus-
siche krijgsgevangenen in Oostenrijk-Hongarije
publioeeren. Op onze uitnoodiging, zoo wordt
verder gemeld, had de- Spaansche gezant reeds
sedert December gelegenheid om de kampen der
krijgsgevangenen te bezichtigen, en. de Russsche
regeering werd door de raporten dezer bezoeken
over den feitelijken toestand der krijgsgevange
nen in de Donau-monarchie voldoende onder
richt. De des ondanks voortdurend in de Russi
sche bladen opgenomen berichten over den treu-
rigen toestand der Russische krijgsgevangenen
dragen op al te doorzichtige wijze den stempel
der onwaarheid, en worden alleen in de wereld
gezonden om de onderdrukkingen en kwellin
gen van onze soldaten, die in hun handen zijn
gevallen, te vergoelijken en de Russische solda
ten er van af te houden zich vrijwillig in krijgs
gevangenschap te begeven.
Reeds voor maanden bezocht de Spaansche
gezant te Weenen het kamp der krijgsgevange
nen te Brüx, waar alleen Russische krijgsgevan
genen onder dak zijn gebracht. De gezant onder
vroeg verschillende krijgsgevangenen, die allen
verklaarden, dat zij gezond waren, met hun voe
ding tevreden en geen bijzondere wenschen of
bezwaren hadden. De gezondheidstoestand in het
kamp te Brüx is bevredigend; het drinkwater is
voldoende. De gezant verklaarde herhaaldelijk,
dat hij van het kamp een gunstigen indruk had
gekregen. Op het oogenblik bevinden zich daar
43,773 gevangenen.
Goch als Concentratiekamp.
Meu schrijft ons van de Duitsehe grens: Het
welvarende fabrieksplaatsje Gocli gelegen aan
de lijn KeulenKleef biedt tegenwoordig een
eigenaardigen aanblik op als verzamelplaats
van uit Engeland uitgewezen of daaruit vrij
willig vertrokken Duitscshe families. Deze
Duitsehe vluchtelingen komen door bemiddeling
van het Duitsehe consulaat over Ylissingen naar
Goch, waar '/ij in een soort concentratiekamp
onderdak en voeding vinden. Honderden Duit
sehe mannen/vrouwen en kinderen wachten dan
te Goch de geschikte gelegenheid af om verder
hun Duïtsch vaderland in te reizen.
Een commissie uit Gochsche notabelen samen
gesteld verschaft den Duitsehe vluchtelingen
alle gewenschte inlichtingen zorg voor de noo-
dige papieren en doet hun spoedeischende
zaken, telegrafisch af. Niemand verlaat het
Gochsche concentratiekamp, voor aan alle for
maliteiten is voldaan.
HET CONFLICT IN DE ANTI-REV.
PARTIJ.
Ten opzichte der kwestie van het leiders-
schap in de Antirev. partij, die, naar men
weet dr. Kuyper aanleiding gaf tot 't sohrij-
ven van een reeks scherp gestelde driestar
ren in „Be Standaard", waarin bü tal vim
klachten deed hooien, getuigt de „Rotter
dammer":
Het heeft ons innig leed gedaan, dat dir.
[Kuyper dieze verbijsterende stukken aan zijn
j pen heeft laten ontglippen,
j Op niets meer of minder dan een geheime
samenspanning om dr. Kuyper te onttronen,
tussehen de „Rotterdammer" en den outt
urn) i ster Heemskerk, wien het spreken in
het openhaar en het schrijven in de „Rotter
dammer" euvel wordt geduid1, wordt hier
gedoeld.
Over dergelüko verdachtmaking zonder
toorn te schrijven is niet gemakkelijk.
De oud-mi nieter Heemskerk zal zich, voor-
zoover hij zulks noodig oordeelt, wel zeil'
verantwoorden. Reeds heeft hii in een in
terview met een redacteur van het Handels
blad deze beschuldiging met gerechte ver
ontwaardiging van zich geworpen.
Wü hebben niets te zeggen: de inbond
van ons blad spreekt voor zichzelf.
Heeft dr. Kuyper behoefte om aan de De-
put otenverga dering zijn ontslag als voorzit
ter van het Centra al-Comité voor te leggen
hij doe het: wij durven profeteeren, dat
bü met algemeene stemmen werd herkozen
Van onze stem althans kan hü verzekerd
zijn.
Maar ook kan hij en de antirevolutionaire
partij hiervan verzekerd zijn: met warme
trouw zal de „Rotterdammer" blüven wer
ken aan de verbreiding onzer anti-revolu
tionaire beginselen,; meent zij een afwijkend
standpunt van „De Standaard" te moeten in
nemen, dan zal zij dit. blijven doen, gelyk;
tot dusverre, sober en in broederlyken zin.'
Het anti-rev. Frieseh Dagblad schrijft
o.m.:
„Bespreking is thans noodig.
„Tot in onze „grondvergaderingen", die
der plaatselijke kiesvereenigingen toe.
De mogelijkheid immers bestaat, al hopen
en vertrouwen wü, dat het zoover niet komi
de mogelijkheid bestaat, dat in liet eind
de gansche party geroepen wordt om
uitspraak te doen, of liever door het uit--
spreken van haar meening in een bepaalde
richting een beslissing en oplossing bren
gen moet van het conflict, als deze langs
geen anderen weg te verkrijgen zijn. 1
Daartoe is noodig kennis van zaken, rus-
tige overweging en bespreking.
Vooral: kennis van zaken.
Gewenscht, om niet te zeggen noodzakelijk
lijkt het ons daarom toe, dat dr. Kuyper's
klacht en beschuldiging, hetzy door over
druk van zijn artistiek en, hetzij door de
i uitgave van een kort, Kondig résumé, te-
!geu zeer billüken prijs algemeen verkrijg-
i baar worden gesteld,
i Dan kan ieder lezen en oordeelen.
Onnoouig te zeggen, dat we hetzelfde
wenschen voor hetgeen er tegen zün party-
leiding of tegen zyn opvattingen over par
tijleiding mocht geschreven worden.
Eenzijdigheid dient hier vermeden.
Alle napratery worde geweerd. 1
Opdat de party een volkomen rijp oordeel
zich vorme over de zaken, die de leider
j thans zóó aan de orde gesteld heeft, dat ze
'niet langer kénnen en mógen worden ont-
weken."
HET REGEERINGSMEEL EN -BROOD.
De Minister van Landbouw deeit mede,
dai hij besloten heelt het vraagstuk vaii de
meeiprijzen in dien zin op te lossen, dat
het minimum, waarvoor goedkoop mc-el aan
de gemeenten zal worden verstrekt, f U per
109 Kg. zal zijn. In verband hiermede worden
de voor de verschillende gemeenten vastge
stelde meeiprijzen, voor zoover deze ponder
i dan 1 9 bedragen, door nem vastgesteld op
f 9 per 10/Kg. Naast dezen meelprijs wordt
door hem een ma -imam-prijs voor hef goed
koop Regeeringsbrood vastgesteld van 12 ets.
per kilogram
Ik meen zegt de Minister in een circu
laire aan de burgemeesters aan u te
moeten overlaten, of u voor uwe gemeente
een lageren maximum-prijs van cUt brood
wilt vaststellen, dan wel de prijsbepaling
geheel overlaten aan de vrije concurrence,
tot ten hoogste de door mij gestelde grens.
Bij dien meelprijs is rekening gehoucler
met een brooduitkomst van 150 brooden uit
100 Kg. In verband hiermede heb ik ds
eer u te machtigen, het cijfer 140 ln ie door
mij goedgekeurde broodregeling in uwe ge
meente te veranderen m 150.
Ee prijs, waarvoor het meel, bestemd voor
hen die zelf hun brood bakken, doo" mij
aan de gemeenten zal worden versteekt wordt
door mij voor het geheele land vastgesteld
op f 13,50 per 100 Kg.
H. M. DE KONINGIN NAAR HET ZUIDEN.
j H. M. de Koningin zal Dinsdag te Maas-
[trieht komen en dan een vaandel, een ge-
schenk van inwoners van Valkenburg, aan
den Vrijwilligen Landstorm overreiken. Om
half-elf zal H. M. 'de stad weer verlaten om
per auto in de richting Roei'mond Le vertrek
ken, voor het houden van een militaire In
spectie.
LANDAANWINNING EN BEDIJKING
FRIESCHE WADDEN.
Dr. L. A. Sanders, ingenieur te Amster
dam, heeft volgens de Tel. een verzoek aan
H. M. de Koningin ingediend om concessie
tot landaanwinning en bedyking van een get
deeite der Friesche Wadiden.
De bedoeling ie allereerst dyken aan te
leggen van de uiterste Oostpunt van Ame
land met een ombuiging naar de Friesche
kust, oostelijk van Wierum en van de Zui*
EEN MODEPRAATJE.
De mode der blouses.
In den tegenwoordigen tijd is spaarzaamheid
en eenvoud in de garde-robe onzer dames
een bootevermsehte. Wie zou het daarom
verwonderen, dat Eet eenvoudigste en
moest pracüsche kleedmgstuk die blouse
nog steeds in de mode blijft? zy was reeds
lang ten doode opgeschreven, doch niette-
Kcrstaande dat, handhaafde zy zich steeds
verheugt zich, waar de strengste een
voud voorschrift is, opnieuw in de byzbn-
jjere gunst, omdat zij meer dan ieder andier
kleedingstuk voor elke gelegenheid geschikt
Wü zien de blouse elegant gemaakt, van
'et doorzichtigste weefsel, in de zachtste
■leuren, zooals büv. matblauw en zacbtroee,
estemd om in de concertzaal en in het thea
ter gedragen te worden, of wat tot nu toe
toenvoudig onmogplyk was, zelfs als geschikt
kleed in geluk voor kleine feesten. Ook de ge
wone blouse de hemdblouse van flanel
tof aepkir, eleethits een weinig veranderd van
i!terni, vindt nog eteedis haar aanhangsters.
De bekende plooien zijn verdwenen; men
Aflakt het voorstuk meestal glad, knipt er
i^Pelageni aan, die, eene kleine uitsnijding
Vrijlatend, omgeslagen worden. Men1 be
grenst dikwijls de halsuitsnijding dtoor een
i®teauden omgeslagen kraag, waarvan de
randen van voren uit elkander vallen. Op
dat de kraag op blyve staan, wordt hy aan
de vouw door staafjes gesteund en door een
fluweelen of zyden lintje gehouden. Het
lint wordt onder den kraagomslag doorge
leid en van voren in een vlugge strik gelegd.
De mouw wordt, in plaats van aangeknipt
als tot nu toe, dikwyls in de blouse gezet
en door een manchet begrensd. Ook de schou
der mouw ziet men nog aan vele modelled^
maar in anderen vorm. Terwül zii vroeger
gerond was, is er nn een rechte schouder-
patte aan de mouw geknipt, die men op de
blousestukken stikt of door machinalen open
naad aan voegt. Dit eenvoud ig-voorname
garnituur vormt ook de versiering aan die
elegantere blouses. Open naden, die dikwijls
door knoopjes- en puntborduurwerk onder
broken wonden, loopen door de blonsestuk-
i. Rij yormen ook de versiei-ing en om
randing der manchetten en van den kraag
en kenmerken daardoor de blouse® van dit
voorjaar. Aan blouses van dunne stoffen,
aooals katoen en voile, crêpe de chine, net-
stof, linnen batist enz., is de geplissesixle en
waaierkraag een nieuwigheid. De kragen
hebben dikwijls een overdreven lengte en
reiken in spitsen vorm dikwijls tot over de
ceintuur.
Als afwisseling op het gebied der blouse
dient de blouse met afneembaar bolero- of
scbootjaQuetje van gestreepte, klein geruite
of effen zyde, over een blouse van tule of
voilestof. Het jaquetja heeft geen mouwen
en is van achteren door een ingeregen echoot
begrensd. Van voren vallen de randen uit
elkander en zyn door zijden biais verbonden,
die zich op de blousemouwen herhalen.
(De Vrouwenwereld).
VAN ALLES WAT.
Een stukje geschiedenis van de koffie. H.
In 1573 vond Leonard Rauwolf, geneesheer
te Auggsburg, de koffiehuizen te Aleppo
reeds in vollen gang. Zeven jaren later
leerde de geneesheer en plantenkenner Pros
per Alpin uit Padua in dien tuin van een
Turk te Cairo een vruchtdragenden koffie-
boom kennen. Hy noemde dien Caova en de
vrucht Bon. Aan hem beeft Europa de eer
ste weteuseh appel like beschrijving en af
beelding dezer plant te danken.
Achtereenvolgens werden in Engeland en
Frankrijk in den loop der 17de eeuw koffie
huizen opgericht. In ons vaderland schynen
de koffiehuizen eerst later bekend te zijn
geworden. Men meent, dat de geleerde na
tuurkundige 'sGxavesande en de geestige
schrijver Justus van Effen, die in 1703 als
secretarissen van een gezantschap te Lon
den waren geweest, de koffiehuizen aldaar
hebben leereu kennen in kun oorspronke-
lü'ken vorm,van welken de hedendaagsehe
koffiehuizen zeer zyn afgeweken. Bet waren
destyds plaatsen, waar men slechts koffie
kon hekomen, waar geen spelen werd toege
laten en waar lieden van smaak en bescha
ving zich gezellig vereenlgden, ook tot het
uitgeven A'an tijdschriften, ten einde op den
volksgeest te werken. De beide genoemde
Nederlanders nu, bet aangename en nuttige
van koffiehuizen in Engeland hebbende ïee-
,reo kennen, besloten na hun terugkomst er
jeen te 'sGravenhage op te richten. Hun
j koffiehuis, in het Korte Voorhout, werd
spoedig gevolgd door een tweede, op het
i Plein opgericht door een! Fransehman, dat
|den naam „het Fransohe koffiehuis" bekwam
en langen tyd behield. Weldra vond het
Haagsclhe voorbeeld elders navolging.
De koffie werd op allerlei wiizen gedron
ken in blikken, tinnen en koperen tuitkan-
nen. Men dronk ze met suiker of honing zoo
beet mogelyk. Ook kookte men een pint zoe
te melk op en goot er dan zooveel koffie-
extract bij als er melk was; of men wierp
de koffie in koud water en liet beide koken.
Meergegoeden mengden nagelen, kaneel,
kardamon of suiker met ambergry» door de
koffie. Jan Hop, de thesaurier-generaal der
Nederlandfiche republiek, verlangde koffie
te gebruiken zonder water. Dit had de ver
vaardiging van de thans beroemde Haag-
sche hopjes ten gevolge.
Aanvankelijk konden ouderwetsöhe, def
tige familicn zich niet vereenigen met <1®
meer en meer insluipende gewoout om de
mede en het bier aan het ontbijt door kof
fie te vervangen. De geneesbeeren dor 17die
eeuw daarentegen waren vrij algeyaeen voor
standers der koffie en sommigen roemden
dezen drank als een middel tegen de meest
uiteenloopende kwalen. Hierin kwam even
wel spoedig een kentering en latere doktoren
begonnen eerst aan het groote nut der kof
fie te twyi'elen, later tegen het „verderfe-
lyke vergif" ernstige te waarschuwen.
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
Damiesrhoeden, die beregend zijn,
moet men niet aan een kapstok hangen of
in een ucos te drogen leggen, maar men
moet de hoed vry ophangen, mot den bol
op zy, zoodot de hoed in 't geheel niet ge
deukt wordt. De kanten en linten komen
ook weer goed in fatsoen en het hoofddeksel
zal zoo weinig mogelük van de nattigheid
lyden.
Als de rand van kostuum rokk en:
nat wordt, komt daaruit vaak het euvel'
voort, dat de rok scheef trekt, als hij even
droog is. Vooral komt dit voor met do voet--
vrye rokken, die gewoonlyk voorzien zynj
met een breeden, meermalen' doorgestikten*
stootkant. Om dat scheef trekken te voorko-:
men, hangt men den rok zóó te drogen, dat'
de natte rand precies recht hangt.
Gebruikte kurken zyn weer nieuw;
te maken door ze in een pan met kokend
water over te gieten en daarin een half uur
te laten liggen. Mét een: bore tel worden ze
dan in lauw water afgewasschen en in een'
mengsel van 1 deel zoutzuur en 20 dieelen
water gelegd. Na een uur neemt men ze er
uitspoelt ze in schoon water af en legt ze
op een warme plaats te drogen.
BRIEVENBUS.
Mevrouw A. to IJ. U krijgt binnen en
kele dagen per brief antwoord.
Mej. H. W. te H. Welzeker moogfc n
een aardig stukje daarover inzenden. We
zullen het gaarne plaatsen.
Iedere lezeres of lezer, die een bijdrage
heeft veor de „Damesrubriek", zende die op;
aan de redactie van de „Nieuwe Haarlem-
eohe Courant", (Damesrubriek), Postbus li
Kinderimisvest 29/33, Haarlem.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
i