van de Openbare Godsdienstoefeningen in de R.-K, Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen HederiaHdsciie R. K. Volksbond voor Haariea en bniteoicmteo. Tot de dood ons scheidt. Zijn tong verloren. evangelie-verklaring het Openluchtspel „De Verloren Zoon" Afd. BENNEBROEK EN OMSTREKEN. OFFICIEELE KERKLIJST Dit unuimer behoort bij de „Nieuwe HaarL Courant" van 17 Juli 1915. De nadruk Tan de berichten en mededeelingen in dit blad ia Terboden. ACHTSTE ZONDAG NA PINKSTEREN, het beeld van ieder mensch, die al wat Hii Lw uit den brief van den. H. Apostel Paul'us aan de Romeinen; III. 121<. Broeders! Wij hebben eene schuld te be talen, niet aan bet vleesch, dat wij naar liet vletten zonden leven. Want indien gij bet zijne noemt, sledhts als rentmeester moet bestieren, en er eenmaal rekenschap van zal moeten afleggen. Die rentmeester „werd beschuldigd, dat hij zijne hem toever trouwde goederen verkwist had". Een ieder die de goederen, hem door God geschonken, misbruikt, zal op die wijze beschuldigd wor den. Op de beschuldiging volgt bet onder- naar het vleesch leei't, zult gij sterven; doch '^oe^ en het oordeel. „Wat boor ik van nl indien gij door den geest de werken des'j)oe rekening van nw rentmeesterschap, vleesches sterven doet, zult gij leven. Wantjwant gij kunt mijn rentmeester niet meer sooveleu door den Geest Gods geleid wor- "eu, zijn kinderen Gods. Immers hebt gij niet ontvangen eenen geest van knechtschap Wederom in vrees, maar gij hebt ontvangen een geest van aanneming tot kinderen, in welken wij roepen: Abba (Vaderl) De Geest zelf toch geeft getuigenis aan onzen geest, dat wij kinaeren Gods zijn. Indien nn kin deren, dan ook erfgenamen; erfgenamen na melijk van God en mede-erfgenamen yan Ohristus. Evangelie volgens den H. Lucas; XVI, 18. In dien tijd sprak Jesus tot Zijne leerlin gen deze gelijkenis: Er was een rijk man, die een rentmeester had; en deze werd bij hem aangeklaagd als had hij zijne goederen Verkwist. En hij riep hem en zeide tot hem: Wat hoor ik dit van u? Doe rekening van Uw rentmeesterschap, want gij zult niet lan ger rentmeester kunnen zijn. De rentmeester nu -sprak bij zichzelven: Wat zal ik doen, daar mijn heer mij het rentmeesterschap ontneemt? Spitten kan ik niet, te bedelen schaam ik mij. Ik weet, wat ik doen zal, op dat, wanneer ik van het rentmeestensdhap zal zijn afgezet, zij mij in hunne huizen zul len ontvangen. Hij riep dan de schuldenaars zijns heeren, een voor een, hij zich en zeide tot den eerste: Hoeveel zijt gij mijnen heer schuldig? Deze zeide: Honderd vat olie. En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift, zet u terstond neder en schrijf vijftig. Daarop zeide hij tot eenen andere: En gij, hoeveel zijt gij schuldig? Deze aeide: Honderd mud tarwe. En hij zeide tot hem; Neem uwen zijn". Hij had de goederen van ziin meester niet overeenkomstig dienis wil gebruikt, maar ze besteed tot zijn vermaak en ter vol doening zijner hartstochten, hij zal dus van zijn bediening ontzet worden. Armoede en gebrek wachtten hean, en bij wist geen middel om daaraan te ontkomen, want arbeiden kon hij niet en om te bedelen schaamde hij zich. Daarom nam hij zijin toe vlucht tot een onrechtvaardigheid, en kwam tot het gesluit de som der schulden van de pachters zijns meesters te verminderen, op dat zij hem later nit dankbaarheid in hunne huizen ontvangen zouden, en hem helpen als hij uit zijn rentmeesterschap ontzet was. „En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtig gehan deld had." Het kan aan geen twijfel onder hevig zijn, dat de heer geenszins de daad zelve van zijn onrechtvaardigen dienaar prees. Werd hij zelf daardoor niet met een groot verlies bedreigd? Dit te prijzen, zou voor eiken eigenaar onredelijk wezen. Neen, bet eenige wat de heer prees, was de voor zichtige wijze, waarop de rentmeester, voor zijne toekomst gezorgd had. Wanner wij de slimheid van een dief bewonderer* Tlan roe- nnen ook wij niet den diefstal zeiven, maar slechts de slimme wijze waarop die werd uitgevoerd. Bovendien als wij ons herinne ren, dat God zelve door dien beer wordt, voorgesteld, dan is bet ons duidelijk, dat de tanden van elkander, alleen wanneer hij diefstal zelve zeker niet gqprezen wordt. kwam eten, en ook om te drinken. In dit laatste Jesns prijst in geenen deele het misdadig stond hij den sterkste, en in de herberg voerde bedrijf van den rentmeester, dien Hij zelf hij het hoogste woord, om thuis een onverbreek- den onrechtvaardig enrentmeester noeimde, baar slot voor den mond te nemen; zijn vrouw maar alleen diens sluw overleg en bezorgd- j betaalde hom echter met gelijk» munt, wat Pieterse had twee manieren om uitdrukking te geven aan de weersgesteldheid van zijn ge moed; hij sloeg zijn arme vrouw, en dan stond de barometer op wind, of wel hij bewaarde een angstwekkend stilzwijgen, en dan stond de baro meter op storm, en onder die omstandigheden was het leven voor zijn vrouw bet ondrage lijkst. Op een avond kwam hij over achten thuis en toen juffrouw Pieterse zich bad ongerust go- maakt over zijn lang uitblijven, wat zij hem ken baar maakte, gaf hij g»en antwoord. Ben je ziekt Heb je de twee gestroopte hazen verkocht? Waarom krijg ik geen antwoordt 1 O, ik begrijp het al. Ja begint je oude spelletje weerl Je wilt me bang maken, maar je vergist jel Wacht maar kereltje, of je spreekt oï niet dat kan mij niet schelen I mmmm In ieder geval jaag je mij geen angst aan en ik zal je wel laten spreken I De strooper wachtte zich wel den mond te openen, maar een kwaadaardige laoh vertolkte, dat hij zijn vrouw tot zoo iets wonders niet in staat achtte. Jufrouw Pieterse ontging dit minachtend ge baar niet en zij beantwoordde het met e»n vloed van scheldwoorden, sluitend met de opmerking, dat hij wat zou beleven I Twee dagen en twee nachten bewaarde Piei- terse een onheilspellend stilzwijgen. Hij braoht zaam, zette de lamp op den schoorsteen, blies de kaarsen één voor één uit, nam een stoel 'en ging bij het bed zitten, ondeugend lachend, terwijl haar echtgenoot maar steeeds vroeg: Wat zoek jet Uw tong mijnheer m'n echtgenoot, uw tong. En nu die gevonden is, ga ik rust nemen. Ik heb wel gezegd, dat ik je aan het praten zou krijgen. Pieterse was te verbluft om zich kwaad te ma ken. Hij bromde wat, schonk zijn vtouw vergif fenis, doch beloofde zichzelf zich zoo gauw mogelijk te zullen wreken. Zijn trots belette hem te bekennen, dat zijn vrouw hem de baas was geweest 1 pachtbrief en schrijf tachtig. i- heid cru zich vrienden te maken. Hij stelt hem eea weinig verlegenheid bracht. En de beer prees den onrechtvaardigen sjecbts aan zyn6 hoorders ten voor- fWrl0„ a nnwrülitiff trpitï:in I -zrine nooraers ten voor- j pea derden dag of liever gezegd den darden rentmeester, omdat deze voorzichtig göhan teeW hoe ijverig en met welk een wijs bt> nacht> toen hjj op de ffobrnikelijke wijze uit het raad zij voor hunne ware belangen moeien huia volgende woerden vaneen Goddelijken Leer- j verlicht met twee dozijn kaarsen, drie petro- mefster J)e kinderen dezer wereld zijn in leumlampen en vmr gaspitten. Bovendien vond bun geslacht voorzichtiger dan de kindieren hij, eveneens met een brandende lamp gewa- dee lichts." De aardechgezinden, die geen pend, zijn vrouw bezig onder de tafel naar iete hooger streven kennen dan te zorgen voor hun tijdelijk welzijn, zij gedragen zich zeeT voorzichtig, ontzien geen moeite; in hun ge duld had. Want de kinderen dezer wereld zijn in bun geslacht voorzichtiger dan de kinderen des lichts. En Ik zeg u: maakt u vrienden uit den onrechtvaardigen Mam mon, opdat, wanneer gij zult bezwijken, zij u opnemen in de eeuwige woontenten. achtste ZONDAG NA PINKSTEREN. De parabel in het Evangelie van dezen Zondag ons voorgebonden, is zeker een van de moeilijkste van allen, die door den Za ligmaker aan Zijne hoorders wenden voor gehouden. De kerkelijke schrijvers merken dan ook bij het bespreken van deze parabel op, dat het gevaarlijk is, op elk van de woor den een bijzonderen nadruk te leggen en dat hij zich aan verkeerde voorstelling zou "schuldig maken, die uit elke dier vermelde omstandigheden een gevolgtrekking, op het .christelijk leven toepasselijk, zou willen mia- ken. Om ons echter voor verkeerde opvat tingen te behoeden, is slechts noodig, dat wij goed het doel in het oog houden, dat iJesus met bet vooretellen .der gelijkenis wil de bereiken. Dat doel was blijkbaar geen •ander dan dit: Hij wilde aan Ziine hoor ders, en in hen aan ons allen, leerenl hoe te zoeken, dat moeilijk zichtbaar en van gxoote waarde moest zijn. Maar, de smokkelaar was niet spoedig ergen» verwonderd over, en hield Afdeeling HAARLEM. Bondsgebouw Smedestraat 28. Maandag 19 Juli Algem. verg. herden king Encycliek. Rerum Novarum. Spr. de Zeer Eerwaard» Heer L. van den Berg, Pastoor te Assendelft, voorheen geestelijk Adviseur der Afdeeling. Dinsdag SO Juli Verg. Kalk- en Steen bewerkers. W o n s d a g 21 Juli Verg. Haven- en Trans- portarbeiders. Donderdag 22 Juli Recktkundig Advies. Esperanto. V r ij d a g 28 Juli Prop.club. Zaterdag 24 Juli, inschrijving Coöpera tieve Bakkerij. Spaarbank. Spaarkas. Winter provisie. w Namens het Bestuur, tj O. H. GLAS, Seor. Afd. OVERVEEN EN OMSTREKEN. Zaterdag 17 Juli van half 8 tot half 9, Afd. HALFWEG EN OMSTREKEN. A.s. Zondag 18 Juli Tuberc. Bloemendag. Wij vertrouwen dat allen dit verheven werk van naastenliefde krachtdadig zullen ondersteunen. Het bestuur, als ook het damescomité worden beleefd uitgenoodigd ten half \ijf ure aan het St. Josefsgebouw tegenwoordig te zijn. Donderdag 22 Juli bestuursvergadering ten kwart voor 8 n.m. Namens het Bestuur, A. HEEMSKERK, Secr. R. K. Bloemistwerkl.vereen. „St. Jeroen". Huishoudelijke vergadering op Dinsdag 20 Juli, 't avonds kwart over acht. Agenda: Aan stellen van een gesalarieerde bode. Instellen van een commissie tot steun voor onze land- weerplichtige vriend P. J. v. Bakel. Rondvraag. Aller opkomst noodzakelijk. Namens het Bestuur, M. OTTE, Secr. Afdeeling LISSE. Bondsgebouw Schoolstraat. Zaterdag 17 Juli avonds van 8 tot 0 uur, Spaarkas. De militai reu-leden die met verlof zijn, wor den vriendelijk verzocht hun contributie te voldoen en zoo veel mogelijk hun achterstallig» te vereffenen. Namens het Bestuur, v. d. VLUGT, 2e Secr. „Is ze beter doktert" „Neen; erger. Het zal den nacht niet dur n, vrees ik." De vrouw van den houtvester zweeg een zitting der Spaarbank in het gewone lokaal, oogenbük. terwijl zij naar het rijtuig van den dokter keek, dat m de toenemende duisternis langs den weg uit het gezioht raakte; ouder Tevens gelegenheid tot het inschrijven van nieuwe leden- Namens het Bestuur, F. H. v. GALEN, waarn. secr. Afdeeling VELSEROORD. Ledenvergadering op 22 Juli 1015, 's avonds den droevigen uitroep „arme goede mevrouw!'' sloot zij daarna het ijzeren hek weer en ging naar haar eigen gelukkige plaats naast den haard. De nacht was nog niet gevallen en ofschoon j het buiten op den open weg pas begint te schomo 8 uur. 1. Opening. 2. Notulen. 8. Verslag af ge- I ren, gaat de schemering in de avenue reeds tot vaardigde Centrale Raadsvergadering. 4. Instal- j duister over en zal het in de schaduw van d» latle nieuwe leden. 5. Verkiezing van 3 bestuurs- linden spoedig geheel donker zijn. Een zachte 1 i iUVU OJJUCIUIJJ ozgoua !t!iWOUUWU VYT>1 y CU Uiciu t» ^vuvvi uoirnvs z-ij J-C. J-i Cil ojsoui'o slacht, m him Wijze va»Üoen, betoonen zu y. nieti| bemerkt®. jra trad binnen, leden; aftredend zijn: P. v. Zutfen, A. Olgers lentenaoht. Als het geratel van het rijtuig van -i. hmV./\o.rl/7n«Tn on vtti nnon h PT - zich wus en behoedzaam en winnen bet y t i„„ HnU+ö .1,:- ._nr.p maar deed veel te kalm om geheel onverschillig daarm van de kinderen des lichts, die voor i de hoogste belangen hunner ziel en zalig- j te ^n voor wat hij zag gebeuren. Zyn vrouw heid veel minder ijver aan den dag leggen, .vond blijkbaar onder de tafel het verlorene met Zij zijn, wil Jesus zeggen, niet ijverig ge- j want zij begaf zich naar een ander vertrek, en noeg, niet volhardend in hun zoeken. Hun 1 hij hoorde hoe zij de linnenkast uitpakte en al ontbreekt die rustelooze werkkracht, en al bet glaswerk overhoop haalde. Daarover ver ras leggen zij de handen^ in den echoot, wa- baasde hij zich wel, doch hij liet het niet blij- nende na bun eerste poging al zeer veel ge-ea maakte aanstalten om naar bed te gaan. daan te hebben. Slapen kon hij niet, want zijn vrouw bleef rond- Eindelijk geeft Jesns zelf de toepassing Sp0pell en maakte een helseh lawaai, als bereid- der parahei, en wel met een t em en na inventaris voor om te worden ver druk, die ons de verkondiging van een zeex belangrijke waarheid doen gissen, „Ik zeg u: maakt u vriendten nit den mam mon der ongerechtigheid, opdat, wanneer gij zult bezweken zijn, zij u opnemen in dte eeuwige woningen." De heer bad het schran- Vanwaar dat zenuwachtig», hardnekkige zoeken? Na een half uur verscheen jufrouw Pieterse; alle laden, niets ontsnapte aan haar aandacht, der beleid van den rentmeester geprezen, nu doch haar nasporingen bleven vruchteloos. Het geeft de Goddelijke Leeraar een midldel aan gelaat van do vtouw teekende beurtelings hoop de hand om de lofprijzing van God en een en angst en ten slotte drong hetgeen op haar duurzaam geluk ons te verzekeren. De goe- gezicht to lezen stond door tot het brein van wij door een goed gebruik van tijdelijke goe-c[eren wereld zijn een mammon» een af- haar echtgenoot en hij begon aandacht te schen- god, zijne gelden van ongerechtigheid, om-ken aaa baar bewegingen. deren, door het geven van aalmoezen eerst Gods Barmhartigheid ter vergiffenis onzer zonden moeten verwerven, en dan, door het ons geleende goed naar Gods Wil te beste den, de eeuwige zaligheid moeten verdie nen met behulp van de verdiensten, die wij verworven en vooruitgezonden, hebben. Re- lening houdende met dat deel, zal het niet moeilijk zijn den waren zin der gelijkenis te vatten en de veelzijdige toepassingen, daarin voor ons zedelijk leven opgesloten, naar vaarde te doen uitkomen. De rijke man, waarvan het Evangelie spreekt, stelt God voor, de Heer en Meester van al dat geschapene. De rentmeester is dat zij dikwijls op ongerechtige wijze ver- j Qp eea geg0vea 0ogenblik wierp zij zich plat kregen zijn of op onrechtvaardige wijze gf"voorover op dea grond, met den blik der wan- bruikt worden. Maakt u vrienden van de i_ „jij. A rijkdommen door het geven van aalmoezen i O0P ln 00g\ 1am,, t,. of het doen van goede werken, opdat wan- kruipen. Daar zjj de 1 1 niet los liet en 1 ie- neer gij bezweken zijt, dat is uit deze we- terse een been buiten boord hield, brandde hij reld gescheiden zijt, of wat heter in den een weinig zijn teenen- samenhang past, wanneer gij in uw rent-1 De vrijwillige sprakelooze kon het nu niet meesterschap te kort geschoten zijt, in het langer uithouden. afleggen der rekenschap op fouten en te- j pa8 0p, riep hij uit, je verbrandt m'n kortkomingen betrapt zijt, zij uwe voor- beenen, en metéén zet je het bed in lichtelaaieI spreeksters zijn, en uwe goede werken u in 2ou je nu eindelijk eens willen zeggen wat je de hemelsche zaligheid doen binnengaan. Toen stond juffrouw Pieters op, lang en P. Gildemijer. 6. Rondvraag, Mededeeling. Oandidaten kunnen worden in gebracht bij den secretaris tot 21 Juli. Namens het Bestuur, A. OLGERS, Secretaris. Afdeeling HOORN. Bondsgebouw West. Zondag 18 Juli „Eerbied in Gods Huis" 7 uur 10-11-12, 8H uur 4-5-6, 10Vi uur 7-8-9. Dinsdag 20 Juli, van 7 tot 8 uur, Spaar- en Voorschotbank, halfnegen tooneel. Namens het Bestuuf, G. F. VLEKKE Az„ Secr. Afdeeling ZAANDAM. Zondag 18 Juli 's nam. 5 uur verg. van de N»d. R. K. Volksbond Afd .Zaandam. Agenda: 1. Opening. 2. Notulen. 8. Ingek. stukken. 4. Installatie nieuwe leden. 5. Bespr. adhesiebetuiging voor het adres gericht aan de gemeenteraad aangaande de kermis. 0. Bespr. voedingsvraagstuk. 7. Rondvraag. 8. Sluiting. Aller opkomst gewenscht. Namens het Bestuur, J. MANDJES, 2a Secretaris. Afd. KROMMENIE. Secretariaat: Van Hogendorpstraat 30. Zaterdagavond van 7 tot 8 uur Spaar kas. Namens het Bestuur, S. VROUWE, Soor. den dokter in de verte niet meer wordt gehoord, verneemt men geen geluid meer in het duister behalve het gekweel van een lyster, die weer gaat zitten om in zijn welriekend tooverachtig paleis tusschen de takken van een den in t» dommelen bij het zilverachtig gedruisch van het beekje, dat zich onder het kreupelhout van het bosch een weg baant. De lucht was bezwangerd met de zoete geuren van een uitbottend leven - de adem van verborgen sleutelbloemen, die in het duister haar rooskleurige bloembladeren omsluiten op de bedauwde moebedden. Te mid den der stilte geboren komt een nieuwe onbe stemde hoop het hart binnen; overal duikt de heerlijke belofte van een bloemrijk tijdperk, dat in wording is, op; en de gevoellooze nacht zelf, schijnt bewust van het ontstaan van het ver langen. Het is een nacht, die een diohter of eea minaar zou bezielen; elke zachte woudgeur, het koel» streelen van da nachtlucht zelf langs d» wang, die een verleidelijke ingeving schijnt me» te brengen, vervult het hoofd van de jeugd met de gedachten aan een gelukkigen morgen. Helaas niet voor hen voor wie geen morgen zal aanbreken. Aan het einde der avenue schijnt nog een zwak licht uit de twee vensters van den voor gevel van het heerenhuis. Een der vensters staat open, en van binnen kan men de gestalte van een man zien, die met zijn hoofd op zijn hand aan een tafeltje zit. Het is de" heer des huizes. Hij had juist het oordeel van den dokter ge hoord: „Ik kan niet meer van dienst zijn. Het einde zal waarschijniy'k voor den ochtend te OISTERWIJK. Zoo zal dan binnen enkele dagen in Oister- wijks schoone vrije natuur het schouwspel gaan van dra priester-dichter W. Smulders: De ver loren Zoon. t oen, ten vorigen jare, in de eerste bange uren van den pas ontbranden wereldkrijg, de minnaars der edele kunst, hoe ongaarne ook, hun plannen moesten laten varen, zeiden zij deze vaarwel, niet voor altijd, doch in de hoop, dat de vrededagen welhaast mochten aanbre ken en de gelegenheid hergeven de lang gekoes terde plannen ten uitvoer Te brengen. Nog blijft de vrede uitmaar, nu er dan toch over den lande een toestand is ingetreden van betrekke- lijken vrede en rust, nu kunnen, nu willen zij niet langer wachten, de kunstminnaars, om hun liefde voor de kunst uiting te geven en hun hartstocht voor wat edel is en verheffend uit te vieren, en ziet.zij maken zich op om in edele deering te wekken voor hun streven, liefde voor is dan ook bepaald bezig te herrijzen uit zijne de kunst, de Roomsche kunst in 't bijzonder, assche en wederom een lief klein stadje te wor- ziedaar het doel van deze regelen. Is het mis plaatst, is het niet gewenscht, dat een kort woord ter kennismaking met Oisterwijks natuur schoon voorafga? Oisterwijkde tijd is uit, dat de vrees voor 't donkere Zuiden den vreemdeling weerhield zijn schreden naar dit paradijs van Brabant's mooi te richten. den. Bij duizendtallen noteert het vreemdelingen register telken jare de vermeerdering van de bezoekers zijner omgeving. Schuchter, als be deesd voor ontwijding, hield dit oord tot nu toe zijn schoonheid verborgen, en toch in waarheid strijd. En de blijde herinnering aan jeugdvisioenen deed den dichter jaren na de verschijning van zijn geesteskind uitroepen: „die heerlijke vennen van Oisterwijk, zij hebben immer hun bekoring voor mij behouden." Ook u, welkome vreemdeling, zal bij uw be zoek aan het openluchtspel na uw omdolingen gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel al zie 'k U geen ooge, geen één; Oij loopt over 't spiegelend water klaar, en 't water niet meer en verroert dan of het een gladdige windje waar, dat stille over 't waterke voert." - zij kunnen wedijveren, zijn omstreken, met de door deze heerlijke omstreken, de uitroep van meest aantrekkelijke oorden des lands. Niet door mensclienhanden aangelegde fraaie villatuinen en -parken moet gij zoeken hier, geen gekun stelde, in gedwongen vormen gekeurslijfde per ken en lanen zult gij ontmoetenneen, hier Op 't gevaar af ons aan letterdieverij schul dig te maken, willen wij de stereotypische ver zuchting slaken van bijna alle schrijvers over Oisterwijk: het is waarlijk niet in Oisterwijks voordeel geweest dat het den trein zijn rug viert de natuur haar maagdelijke schoonheid in heeft toegekeerd. i ongerepien luister bot. 'Wat dan haar schoon- De vreemdeling-reiziger die op het baanvak heid uitmaakt? Het kan samengevat worden in op den achtergrond en in het midden daarvan lilburg Boxtel halfweg gekomen, den blik uit één regel: vereeniging der schoonste dennenbos-hoog oprijzende forsche beuken en eikeboomen, het portierraampje slaat, om de zoo hoogge- 'Éf het harte gaan: „Nooit zal deze natuur haar bekoring voor mij verliezen." Een der heerlijkste verrassingen nu in dit wondermooi land is het landgoed „De Honds- berg", het tooneel van het openluchtspel. Waar 't oog reikt, overal groen van dennen op den achtergrond en in het midden daarvan roemde schoonheid van Oisterwijk, zij het en passant, gade te slaan, vindt deerlijke ontgoo cheling in plaats van stof tot enthousiaste be wondering. Een lange, nare rij van lage, meest verval lende woninkjes, met slordig daartegen aange- rondom. Op zoek naar inspiratie voor zijn heldendicht „Bragi", kwam de dichter Schepers in Oister wijks omgeving bij de „tooverachtige heideven- nen en bosschen". En 't was in dit gedeelte van „Brabantsch Mooi" dat hij zijn held Bragi deed geboren worden, daar „Waar sparren rijzen met de heuvelen Een wal om vennen blauw als zomerlucht" en 't was deze ruwwoeste natuur, bij een van de Hel -pr a i i boomen, waarvan heel Oisterwijk "vol is. Neen1 boschmeren, die hij Bragi gaf als tooneel voor po^en oer kunstenaars te steunen, waar- het is geen gewoon Brabantsch dorp. Oisterwijkzijn juichend en worstelend leven van liefde en amenwerking het puik hunner beste krachten te timmerde slopjes en stallen, heusch niet geidea liseerd door onkruidbewaste tuintjes en slecht geschorea hagen, is al wat zijn vorschend oog ontwaart. Echter, eenmaal het station uitgetreden, is die eerste nare indruk geheel weg. Niets armoedigs, niets lachwekkend dorps, o neen. Overal het wuivende groen der typische linde- even om het ideaal der kunst zoo hoog moge- Ik op te voeren. En straks zal Oisterwijk het .ooneel zijn, waar de heerlijkst denkbare kunst pcb zal uiten en het volk van heinde en verre aamgisiroomd den machtigen, onweersiaan- Paren invloed zal ondergaan, die uitgaat van Eernïï'iïï de christelijke kunst bij uit- schen met de meest schilderachtige boschmerenmet een plek heesterhout hier en daar, opschie- of vennen in hun middeü, en wijde bruine heidentend als een bouquet laag op den bodem; kron- 'kelend tusschen koningsvarens omspoelt een diepe beek dit oord van liefelijkheid en grootsch- heid tevens. Wij staan op de brug en leunen droomend over de omheining, starend in het zonnige stroompje waarover het springende wa- terding heen en weer schiet. Ja hier zien en be grijpen we Guido Gezelle's mooie vers: „Het Schrijverke": „O krinkelende winklende waterding, met 't zwarte kabotseken aan. wat zien ik toch geren uw kopken flink al schrijven op 't waterke gaan Gij leeft, en gij roert en gij loopt zoo snel, al zie 'k u noch armen noch been: De brug overstekend zijt gij met enkele stap pen in 't midden van den lusttuin en, is het niet om een verfrissching te bestellen, de bekoring tot genieting van dit park is te sterk dan* dat gij u niet in een der gemakkelijke stoelen neer vlijt om het schouwspel van wat natuur hief bijeenverzamelde in ongekunstelde schoonhei^ in zwijgende bewondering op te nemen. Voor uw oog ontrolt zich een heerlijk natuur^ tafereel. Aan uw voeten, zoover uw blik reikt een grasvlakte, waarin het vee rustg graast; k| het midden een kalme beek met hier en daaf een eikeboom; een rustieke brugs de oevers ver* bindend en op den achtergrond de zware om* lijsting van hoogs dennen. Aan gens zijd* zachte glooiende heuvels, die wie weet hoevelea dichters en schilders een rustige, ongestoord* gelegenheid boden, om dtt invrat#, dié dl aanblik en bestudeering van deze door de na* tuur bevoorrechte plaat» verwekt, op t« nemea en vast te leggen met potlood of penseel. Naati u breidt zich uit een brok wilde natuur-.. hooge, bonkige dennenstammen, met door d| stormen der jaren afgeknotte toppen en takkem staan als wachters aan den ingang van het woud. Het is dit oord, hetwelk de kunstminnaars zich uitkozen ais tooneel voor hun openlucht*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9