DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Klnderhuisvest 29-33, Haarlem
EERSTE BLAD
«DE OORLOG
Witte Schoenen vanaf f 1.75
Sandalen vanaf f 1.35
P. W. TWEEfiUIJSEM,
Met de Haarlemmers aan
de Grenzen.
riAABSCHE BBIEVEN.
W0EKSDAQ 2I JULI ISIS
40i(i~JiapgilTg~ldT880a7
ABONNEMENTSPRIJS t
p«r maanden rooi Haarlem en voor de plaatsen waar een agent
gevestigd is (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland per post.
Per week voor Haarlem en de agentschappen
Afzonderlijke nummers
e e
1 1.68
2
0,12*
Bureau van Redactie en Administratie i
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
PRIJS
DER ADVERTENTIËN l
GULDEN bjj
levenlange onge
schiktheid tot
werken.
Allo betalende abonnés op dit blad, die in Hel bezit eener verzekeringspolis zijn, zjjn volgens de bepalingen op do polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor»
CU SI GULDEN Qflfl GULDEN bÜ |rf| GULDEN bij ffifl GULDEN bij f)f* GULDEN bjj
l| ||i| bjj <f§§|| verlies van een i 31 Terlies van S 1 m 11 Verlies van bS breuk van een
(eJ) overlijden. fy| hand of voet. 3 U U ^n oog. wUSmil één daim. E §j| arm of been.
GULDEN bjj
verlies van
één
wijsvinger.
GULDEN bjj
verlies van
één anderen
vinger.
DE UITREKKING DEZER BEDRAGEN WORDT GEGARANDEERD DOOR DE „HOLLANDSCHE ALQKMEENE VKKZEK EB1NGSBANK" TE SCHIEDAM,
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN
AGENDA. 22 JULI.
éti,üuw St.-Bavo R.-K. Volnsoond
R.-K. Bureau voor rechtskundig advies
iuzake arbeidersbelangen van 8—9 uur.
Esperanto.
G.roote Kerk 2—3 uur, Orgelbe
speling door den beer Louis Robert. (Zie
programma Stadsnieuws).
SL E1 is a b e t bsg e bouw Jansstraat
49 van 12 uur aanvrage om verster
kende middelen voor arme zieken der St.
Elisabeths vereeniging.
Bisschoppelijk Museum Jansstraat
79 geopend eiken dag van 105 u.ar tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zater
dagen en R. K. feestdagen.
BLOEMEN DAAL Jtiotel Duin en Daal
dagelijks 2 concerten bij gunstig weer.
LXV.
Als de buitengewone tijdsomstandigheden
weer eens zullen hebben plaats gemaakt voorj
meer normale verhoudingen, zal het Ministerie'
Cort v. d. Linden veel moeite hebben, om zich'
nog lang te handhaven. Zeker, wij mogen het.
huidig kabinet er dankbaar voor zijn, dat het j
ons, onder leiding van Hare Majesteit de Ko-
ningin, tot nog toe buiten de branding der oor-
logsbaren heeft weten te houden.
Niet, omdat wij van eenig kabinet, hetzij
rechts, hetzij linksch, andere gedragslijn zouden
verwacht hebben, maar het dient in alle eerlijk
heid erkend, dat Cort en zijne mannen die lijn
nauwkeurig in het oog- hebben gehouden en tot
heden er in zijn geslaagd, om zich zonder afwij
ken langs die vredes- en neutraliteitslijn voort
te bewegen.
Maar overigens?
Overigens stapelen zich de bezwaren tegen het i
huidig politiek beleid al meer en meer op. Het'
lijkt ons in het belang van ons christenvolk wel
noodig, daarop nog eens de aandacht te vesti
gen. Niet om op te stoken tegen het huidig
Ministerie of om wantrouwen te zaaien in de,
wettige overheid, maar wel om onze rechtsche'
partijen te behoeden voor inslapen.
Het valt niet te ontkennen, daarvoor bestaat
gevaar. Wij, rechtschen, zijn van nature niet
revolutionair, niet agitatorisch aangelegd. Als
men aan onze dierbaarste belangen maar niet al
te zichtbaar raakt, als men onze liefste principes
maar niet al te ruw voor het hoofd stoot, dan
zijn wij al gauw geneigd, om te berusten, om
te vergeven en te vergeten.
Toch mag dit in politicis niet.
Wie zijn beginsel liefheeft, wie waarachtig
gelooft, dat alleen doorvoering van dit beginsel
het ware belang onzes volks dienen kan, die mag
den strijd tegen de heillooze inwerking van
modernisme en liberalisme, van socialisme en
paganisme eenvoudig niet opgeven.
En daarom is het noodig, dat wij een open
oog houden voor de daden van de huidige libe
rale regeering en van de partijen, waarop deze
steunt. Zooals ik dan boven zei, stapelen zich
de bezwaren en grieven al hooger en hooger op,
zoowel van principiëelen als van meer materiëe-
len aard.
Wat de eerste betreft, ligt het gebeurde met
het eedswetje nog verscb in het geheugen. Wij
vragen ons af, wat er nu gebeuren moet? De
toestand in onze rechtsbedeeling is eenvoudig
onhoudbaar, ook volgens het eigen getuigenis
van den tegenwoordigen Minister van Justitie.
Het voor de rechtsche partijen onaannemelijke
wetje is verworpen en de vraag rijst, wat nu? In
de Tweede Kamer heeft Minister Ort openlijk
verklaard, dat de oplossing, welke het amende-
ment-Rulgers, Lokman en van Wijnbergen bood,
volkomen afdoende was. Onder pressie van de
opgehitste linkerzijde werd dit amendement ech
ter door de Regeering niet overgenomen en later
door een liberaal-en-socialistische meerderheid
verworpen. Tenzij de regeering en de meerder
heid willen toegeven, zie ik geen oplossing. De
toestand van rechtsonzekerheid laten voortduren
en toch minister van Justitie blijven, gaat echter
ook niet.
Er is evenwel nog meer.
Juist dezer dagen hebben wij kunnen lezen,
dat nu de hooge regeering niet heeft goedge
keurd het ontslag, dat door een gemeentebestuur
was gegeven aan een onderwijzeres op grond
van haar huwelijk, 'f Is een oude geschiedenis,
die voortdurend dan hier, dan daar, beroering
wekt. De rechtsche partijen zeggen, dat de ge
huwde vrouw eer dan in school in haar gezin
thuis hoort, hooge uitzonderingen daargelaten.
Herhaaldelijk hebben gemeentebesturen bepa-
lingen gemaakt in dezen geest. Zij werden tel-
kens gecasseerd op grond van de bestaande wet.
Het was echter onder Heemskerk usande gewor
den, dat wat in generaal niet kon, wèl kon in
ieder speciaal geval. Daar is nu een einde aan
gekomen. Moet daarin berust worden?
Nóg erger is, wat gebeurt in zake de lijkverbran
ding. Ik zal mij in dit omvangrijke vraagstuk
niet uitvoerig gaan begeven, maar toch wel even
constateeren, dat het onduldbaar is, dat langs
de achterdeur de lijkverbranding, plant van uit-
heemschen heidenschen bodem, in onzen vader-
landschen grond is gestekt geworden.
Eindelijk zijn er de benoemingen. Het heeft
er \teer alle schijn van, alsof liej oude, zoo on
rechtvaardige en door ons zoo terecht verfoeide
„nul n'auza d'sprit, hors nous et nos amis"
weer tot geldenden regel is gemaakt.
Laten we hopen, dat onze statistici hun aan
dacht bij voortduring op deze interessante quaes-
tie gevestigd houden.
Zien wij nu eens naar de meer materiëele grie
ven. Minister Treub moge een hoogst bekwaam
man zijn, wij willen gaarne de moeilijkheid1 der
omstandigheden, waarvoor hij te staan kwam,
volle recht laten wedervaren, toch heeft zijn dic
tatoriale aanleg menigeen ten zeerste gegriefd.
De heer Posthuma heeft zijn lijn trachten door
te trekken, maar hij deed het met minder geniali
teit en ongelukkiger hand. Zijn economische
maatregelen vinden in steeds wijder kringen
afkeer. Vraag er den landbouwer en den vee
houder maar eens naar en gij zult bemerken, hoe
diep de ontevredenheid in deze kringen wortel
schoot.
Het vraagstuk der broodvoorziening is opge
lost, maar het kind langs de straat merkt, dat
het mis loopt. Millioenen belastinggeld worden
er besteed, maar tonnen en tonnen ten onrechte.
Het Departement schijnt zelf te gaan inzien,
dat het verkeerde paden bewandelt en geheel
nieuwe maatregelen zijn in overweging. Minis-
1 ter Bertling kon het niet houden en de man, die
hem te onzaliger ure ontdekte, nam kloekweg
zijne verantwoordelijkheid over.
Goed en wel.
Zijn eerste groote daad kwam, de vijf-procents
leening. En het gevolg? Dat de heele geldmarkt
werd in elkaar geschopt en voor jaren en jaren
de ontwikkeling werd tegengehouden. Na de Ne-
derlandsChe kwam de Indische leening. Zij moge
niet zulke funeste gevolgen gehad hebben, dit
neemt niet weg, dat de gestie van minister Pleyte
een allesbehalve gelukkige, en dat zijn figuur
allerhinderlijkst was. De interpellatie-iwz Vna
ren moge in politiek opzicht niet tot zijn volle
recht zijn gekomen, slechts met kunst- en vlieg
werk en dank zij den grooten invloed der liberale
pers werd de positie van den Minister van Kolo
niën gered.
Wat Minister Bosboom betreft is de kritiek
tot nog toe vrij mild. Af en toe lekt echter intus-
schen van de organisatie van het departement
van Oorlog een en ander uit, dat zijn prestige
niet verhoogt. Zelfs geen enkel liberaal zal dur
ven ontkennen, dat onze Colijn het tóch minstens
net zoo goed zou gedaan hebben.
Met zijn ambtgenoot van Marine is het ech
ter erger. Zijn veelbesproken wetsontwerp tot
aanbouw van de twee groote en snelle kruisers,
die pas klaar zullen zijn, als sinds jaren weer de
Europeesche vrede zal zijn geteekend en de vier
onderzeeërs, die er eigenlijk acht moesten zijn,
heeft hij er slechts kunnen doorslepen eigenlijk
tegen den algemeen uitgesproken zin van de
Volksvertegenwoordiging in.
Niemand ging eigenlijk Donderdagmiddag
met een gerust geweten uit de Tweede Kamer
naar huis. Mijn schepen of mijn portefeuille, zoo
stelde de heer Rambonnet de keuze. En de meer
derheid der Kamer durfde het niet aan, om in
deze tijden een ministercrisis uit te lokken. Het
was voor Marine een ware Pyrrhus-overwinning.
Minister Lely heeft het in zake zijn werkver
schaffingsmaatregelen niet eens tot een zooda
nige kunnen brengen. Zijn plan tot aanleg van
den heirweg door het Haagsche Bosch verdween
met de stille trom.
Om de maat vol te meten memoreer ik nu
nog even, wat bekend werd over de plannen van
Minister Treub aangaande de tariefherziening.
Eerst werd het recht op sinaasappelen, manda
rijnen, citroenen en antiquiteiten tegen den
wensch der heele rechterzijde afgeschaft. Nu
weer verluidt het, dat de heer Treub aan een her
ziening, lees verhooging van het Tarief der In
voerrechten bezig is. O, natuurlijk, protectionis
me wil de heer Treub niet. Wel foei, zoo iets laat
hij voor clericale ministers over; maar naar oud
Piersoniaansch gebruik gaat hij zijn krachten
aan een technische en fiscale herziening beproe
ven Het spreekt vanzelf, dat de anti-tarief
beweging zich dan doodstil houdt. Alles bijeen
genomen, geloof ik dus nog eens te mogen con
stateeren, dat het huidig Kabinet nu niet is
„pour le mieux dans le meilleur des mondes".
Laten wij dus ons niet laten inpalmen door
het zoetsappig gelok van den liberalen vogelaar,
dat het nu alles zoo prachtig en zoo goed is in
ons dierbaar vaderland. Houden wij onze oogen
en ooren open en bewaren wij als goede Neder
landers ons nuchter verstand, om met zakelijke
en ernstige kritiek klaar te staan, als het uur van
strijd gekomen zal zijn.
's-Gravenhage, 18 Juli 1915.
OVERZICHT.
,Van het Westelijk gevechtsterrein geen
nieuws. Het zijn berichten, zooals wij ze
gedurende do laatste 'da-gen a'3 volgens een
zelfde copie telkens weer ontvangen: een
mijnaanval hier, een afgeslagen aanva* daar
en eenig artillerievuur zonder dat aan het
front eenige wijziging van den toestand wordt
bereikt.
Alleen de in het Engelsche legerbericht 'ge
melde mijnontp loffing gaf een weinig ver
andering. Deze mijn-aanval, uitgevoerd iu de
nabijheid van het Kasteel Hooge, ten Oosten
van Yperen, bezorgde aan de geallieerden het
succes, dat de Engelschen daar dc uoor de
ontploffing veroorzaakte trechter konden ver
overen en alzoo eenige meiers loopgraven in
nemen. Dit succes der Engelschen wordt
door de Duitschers in het communiqué van
heden ten volle erkend.
Naar de laatste, schatting is, volgens de
„Times", de sterkte der verbonden strijd
krachten aan het Russisch front op ongeveer
45 legerkorpsen té stellen, waarvan 7 in de
streek aan de- Oostzee, 14 tusschen Boeg en
Weichsel, 6 of 7 in het gebied van de Oizyc,
5 aan gene zijde van de.Njemen en 8 tusschen
Boeg en Dnjester.
Gelijk men zich herinnert, heeft do Duit-
sche vloot al eerder, doch steeds te vergeefs,
gepoogd om van uit zee te bestoken, ten
einde het langs dien weg te veroveren. .Thans
wordt met steeds gt ootere vorderingen naar
dit doel den opmarsch door de Duitsche legers
in het Noorden van het Kurland voortgezet,
zooals ook in het Russisch communiqué wordt
bevestigd. Meer in het Zuiden van het ge
vechtsterrein, namelijk tusschen Weichsel en
Boeg, waar Warschau net doel van den toe ut
is, hebben de Duilseh-Oostenrijksche toepen
het nieuwe front der Russen bereikt
en in de streek van Sokal hun positie uitge
breid, waarbij tezamen 6303 Russen werden
gevangen genomen.
Aan de overige fronten geen berichten vau
bijzondere beteekenis.
De gemoederen in Engeland kunnen weer
tot rust komen, ds staking in Zuid-Wales is
bijgelegd en de arbeiders zullen het werk
weer hervatten.
BARTELJOHISSTRAAT 27.
<- TELEFOON 177 O. -j
Haarlemsche Alledagjes. n0. i66«
WAAR WE HEEN GAAN!
De voorbijgangers in de Sinedestraat za-<
gen gisterenavond, eenigszins tot hun ver
bazing, den voorzitter van de Liberale Unie,
het gemeenteraadslid, de heer Breda Kley-
nenberg, het gebouw der socialisten, het eafó
„Vooruitgang" binnenstappen.
En daarbinnen keek men eerst al even ver
baasd, toen de deftige liberale meneer er,
binnenkwam.
Maarheel gauw knipoogden de heereni
eens tegen elkaar, en stootten mekaar aan,
en fluisterden: zóó-gaat-ie-goed!
Welzeker, ze hadden gelijk.
DAar gaat het heen, als hier in Haarlem,
heeren als de voorzitters van Liberale Unie
;en Vrijzinnig-Demoeratischen Bond hun zin
krijgen: dan deelt men in „Vooruitgang" de
i lakens nit, en het deel der burgerij dat gee»
l uerlei verantwoordelijkheid draagt, dat zoo
1 goed als niets bijdraagt in de lasten, dat
'geen opleiding had en geen kennis heeft van.
I de zaken, heeft dan alles te vertellen, en dé
„heeren" komen hij hen hun orders vragen....
Of neen, niet deze arme misleiden, die zichi
verheelden dat zij „het volk" uitmaken, maar,
de weinige geslepen volksmenners, die dat
zelfde volk gebruiken tot eigen verheffing,
en die door woord en geschrift de éénzijdig-
ingelichte volksmassa bewerken, zij zijn de
mannen die over het wel en wee van Haar
lem beschikkenals de heer Breda Kley-
jnenberg zijn zin krijgt! En dat is ook dé
'zinnebeeldige beteekenis van dat bezoek aan
„Vooruitgang", dat natuurlijk op zichzelf
'niets beteekent, maar in het licht der ge-
I beurtenissen van de laatste dagen een zeer
diepen ondergrond heeftl
Echter lanceert de „Morning Post" een
bericht uit St.-Pctersburg, dat opnieuw, en
in veel erger mate, beroering zou moeten
brengen niet alleen onder de Engelschen en
hun bondgenooten, maar zelfs geheel Europa
zal doen sidderen. Voor wie er belang in pielt,
wat dit bericht in heeft, verwijzen wij naar
onze „Korte Berichten". In hoeverre men het
voor waarheid wij aannemen, laten .wjj aan
de lezers over.
Overigens zij hier nog opgemerkt, dat in
zake het nieuwe D'uitsch-Amerikaansche con
flict, ontstaan door den aanslag op de mailboot
„Orduna", het niettegenstaande de heftig
heid der Engelsch-Amerikaansche pers-be
schouwingen nog geheel onzeker is, dat
de antwoord-nota van Amerika aan Duitse li-
Ze mogen van ons dierbaar vaderlandje
zeggen wat ze willen: ze mogen ons kat-uit-
den-boom-kijkers of de Chineezen van het
Westen noemen; ik blijf er toch maar hij
dat Holland in dezen ernstigen tijd wel de
gelijk aan de spits loopt in den bewapenings
wedstrijd.
Ge moet ze gezien hebben, die oorlogs-
sterke regimenten en land weerbatalj ons, die
vast tegen een langs onze geheele grens ge-
Jiffeen> angstvallig alle grillige
g e ijntjes volgend en inet waakzaam oog
bespiedend; ge moet ze gezien en gehoord
hebben al schoten ze dan met losse flod
ders onze Nederlandsche 75-ers, die, zorg
vuldig strategisch, overal worden gereed ge
houden: ge moet ze naar waarde kunnen
schatten, al die enorme voorbereidingen, die
in te nemen en alle wel en wee wee voor
al met ons regiment te (hebben meege
maakt.
redelijk wel.
Ik wil geen smoorkuil van mijn hart ma
ken en u moet het ook niet opnemen als een
De uitwerking in enkele opstelletjes van uiting van een ontevreden gemoed, maar zoo
het laatste gedeelte van den vorigen volzin
nam ik daarom gaarne, op -^ereerend ver
zoek der redactie, voor de N.-Haarl. Ct.
dit bij uitstek Haarlemsche orgaan aan.
Waar ons regiment hier aan de zuidgren-
langzamerhand, neen al een heel poosje is
het zoo, beginnen wij genoeg te krijgen van
ons tegenwoordig renteniersleventje.
Verschillende factoren zijn daarvan oor
zaak. Ze alle te analyseeren is onbegonnen
werk, maar een der voornaamste is toch
zen toefde, sinds de dagen dat de helsche wel de aangeboren hekel van den Holland-
projectielen uit de Duitsche 42-ers en de der aan alles wat naar militaire uniform
Oostenrijksche 85-ers op Antwerpen losdon- j ruikt. Natuurlijk verzet zidh de Hollander,
derden want in dien hangen tijd werden als rechtgeaard en plichtgetrouw burger,
wij naar het Zuiden gedirigeerd behoef niet, de uitzonderingen blijven in dit ge-
ik u niet te zeggen. Ze zijn u vertrouwd ge- val heeleinaal huiten beschouwing tegen
worden als Bloemendaal en Overveen, de den militairen dienst, maar hij neemt hem
vroeger nooit gehoorde plaatsnamen, als E. op als een noodzakelijk kwaad. Zoo beechou-
en W. en T. en V. en L. en B. en W. en M. wen ook de recruten hun eersten oei'enings-
en S„ waar uw zonen of neven of echtgenoo-1 tijd. Zij aanvaarden het feit dat zij in dienst
ten nu al maandenlang rondzwerven en zich zijn en wijden er verder geen langdurige be-
vervelen in dienst van het Tiende. Wanneer schouwingen over. Komt men later nog eens
zij met verlof kwamen om zidh eenige da-J voor herhalingsoefening onder de wapenen,
gen te warmen aan huiselijiken vree en te- dan beschouwt men dat als een intermezzo
- vredenheid, dan werden u wondere dingen in z'n gewone bestaan, dat na enkele min
sinds begin Augustus zijn getroffen, overal (Verteld over primitieve toestanden hij de be- of meer prettige militaire ervaringen af
in ons landje, achter de groote rivieren, in volk mg jn t|eze grensstreken, behalve nog loont.
orze vestingkringen en daarbuiten en onze e mm of meer vermakelijke ondervindim 1 In zoon langduriger mobilisatietijd echter
infanteristen en vestingsoldaten dag aan door oe grensbewakers in den krijgs- raakt de Hollander van nature al wijs-
dag Ibebben zien uitrukken met spade en j dienst opgedaan. neuzig aangelegd aan 't filosofeeren. Hij
houweel, om loopgraven en verschansingen! G weet dus, waar wij zitten, en dit ver- wil overal het zijne van hebben en steekt
te maken en dan weer te slechten en ze<g ^ötlst mij, want vertellen mag ik het niet,zijn meening niet onder stoelen of banken.
dAn of Nederland niet kranig voor den dag daar hierop voor den hoofdredacteur van de j Nu zijn de tegenwoordige toestanden in
komtN. Haarl. Ct. een maximum straf van, meen derdaad van buitengewonen aard en alvo-
Weest gerust, gij Haarlemsche burgers en ik> zes jaar staat. Deze bepaling blijft van rens den Hollandscben soldaat om zijn lan-
vrienden, want uwe zonen waken voor Hol- j kracht, al weten onze buren links en rechts derige stemming te veroordeelen, neme men
land's roem en veiligheid, aan 's vaderlands ?°k precies boe sterk we zijn in E., hoe sterk 'deze wel in aanmerking,
uiterste grenspalen. j in T., hoe sterk in W„ hoe sterk enfin over- j Daar is de lange duur van de mobilisatie,
Ook uw Haarlemsche infanterie-regimenti waarvan niemand gedroomd had.
en landweerbctaljon vormen een schakel Maar ik zou u vertellen over ons wei en j Begin Augustus liepen de meeningen over
eu zeker niet de minst hechte in den drei- kwee, en waarin stélt u elan meer belang 'den duur van den oorlog zeer uiteen.
S«Edeu gordel van vuur en staal, die allen veronderstel ik dan in (bet feit: hoe.wii j Ik hoorde van de vrouw vau een Jandweer-
uruietele indringers van ons land bedreigt. ons schikken in ons lot, boe wij het maken? .man, die het toch zoo vreeselijk „naar" vond
'n- heb de eer in do gelederen van het: De stemmingdat haar num weg moest en angstig vroeg
^'ende nu reeds bijna een jaar alg gomohili- i Och ik zal in den conversatie-stijl blij- j of het „volle zes dagen" duren zou. Maar
militiepliohtige een bescheiden 1 dat de oorlQg een dubbel jaartal op zijn
rekening zou krijgen, verwachtten zeer ze
ker maar weinigen. Drie, vier maanden was
een schatting, die sommigen reedis te lang
leek. Welnu, dat altijd nieuwe hopen op af
loop van den oorlog, telkens weer gevolgd
door teleurstellingen, bracht ten slotte een
jstemming van moedeloosheid, die eerst over
den troep een geest van ontevredenheid
bracht, welke nu gevolgd wordt door een
geest van apathische berusting, waar voor
opgewektheid bijna geen plaats meer is. Niet
dat er geen pleizier is ouder de soldaten!
Daar is nog nooit een militair gestorven
van verdriet en slavernij, heet het in het
versje, maar.... de echte soldaten-geestigheid
is zoek en met kunst en vliegwerk tracht
men het elkander dragelijk te maken,
j Behalve misschien de allerjongste lichtin
gen, denken allen aan hetgeen zij tehuis
achterlieten. Hun positie, zaak en werkkring
waaruit zij op 30 en 31 Juli door het klep
pen der alarmklok plotseling gerukt wer
den, niet voor één uur, voor één dag, éen
week, maar nu al voor een jaar.
j Dan hebben de meesten een alleraange-
uaamst huiselijk leven verlaten, waarvan zij
I de bekoorlijkheid zoo np en dan nog eens in
verloi'dageu kunnen proeven. Herhaaldelijk
wordt aangevraagd om dichter bij huis in
garnizoen te komen. Eenigen wordt het toe
gestaan, den meesten nie t.Het is vervelend
zoo lang van zijn familie verwijderd te zijn.
Bij dit alles koften natuurlijk de gewone
narigheden van den dienst, nu nog verhoogd
door het gemis zelfs van alle kazeme-com-
fort, dat de mobilisatie nog meebrengt.
Ook heb ik me altijd verwonderd dat in de
onderschei®ene onderdeelen van het leger
op zóó verschillende manieren door de su
perieuren getracht wordt de militaire tucht
te handhaven.
Daar zijn soldaten, die hun officieren en
onderofficieren als op de handen dragen;
die voor hen alles over hebben en waar toch
de militaire tucht goed is. Ik ken óók offi
cieren, die het niet wagen, ongewapend, hm
dierst te doen; die zich op dienstrondes
door drie, vier man laten vergezellen en
zelf met geladen revolver in de hand loopen,
uit vrees dat hun soldaten hen rekenschap
zullen vragen laat mij er direct bijvoe
gen dat die vrees ongegrond is in de mééste
gevallen! van hun ontactisch optreden en
hen er slechte gevolgen van zullen laten
ondervinden. Ik ken superieuren, die als va
ders voor bun ondergeschikten zijn; ik ken
er ook, die op de meest veroordeelde „Prui
sische" manier optreden en hun soldaten al
der. druk doen oudervinden van hun slecht
ste persoonlijke eigenschappen. Niet zelden
wordt van hoogerhand te weinig op deze
laatstbedoelde superieuren toegezien. Het
gevolg is dat bij de manschappen onder eerst
genoemde superieuren een dragelijke stem
ming heerscht, doch bij die onder de andere
de stemming „down" is, en de last van den
militairen dienst ounoodiig zwaarder.
Slechts weinig is er dat in staat is de
stemming te verbeteren. Om den moed er,
een beetje in te houden, is het geven van
periodiek verlof een prachtige uitvinding en
terecht wordt er voor gewaakt dat hieraan
zoo weinig mogelijk getornd wordt. Ook bet
j voortdurend veranderen van standp.aats,
met het daaraan verbonden wisselen van in
kwartiering is een welkome afwisseling, die
den tijd niet onbelangrijk kort.
Na deze ietwat uitvoerige beschouwing
over de stemming onder de soldaten, moge
in"een volgend opstel Wat g%schreven wor
den over ons dagelijksch doen en laten.
Aan humor en afwisseling ontbreekt het
ons niet, doch tot beter begrip van veel,
wat men over onze soldaten zegt, kan deze
voorafgaande beschouwing eenig nut heb
ben.
SOITSOFF.
heme HunimE mot
0,05
Buitenland per regel
••*6«66»6t6»f«a
0,20 f
Advertentiën fn de rubriek
4000
60
15