Elck wat wils Zaanlanden Brieven. Zondagsrust. Allerlei. „Men zegt". Nuttige wenken. Ernst en Luim. H. Wie a heeft gezegd, moet ook b zeggen en zoo is het ook gesteld met het schrijven van brieven in de krant. Waar ik in mijn eersten brief de toezeg ging deed, zoo ongeveer om de veertien da gen een episteltje te Leveren, daar dien ik er op attent te zijn, dat ik mijn woord gestand doe en moet ik na a, ook b en tenslotte ook z zeggen. Het onderwerp in mijn vorigen brief, zoo maar terloops genoemd, is m.i. nog voldoen de van aetueelen aard, om in de krant nader besproken te worden; temeer omdat in de gemeente- .Wormer dezer dagen door den gemeenteraad een besluit is genomen, overeenkomende met het voorstel dat reeds zoo lang in Zaandam aan de orde is en daar al zooveel stof heeft opgejaagd. Ik bedoel wie zou het al niet geraden hebben? de kwestie omtrent het al of niet doorgaan dit jaar van de kermis. Hoe het met de zaken staat, weten de lezers en lezeressen wel. Er is oorlog en de invloed daarvan laat zich in ons land al zijn wij Goddank van het oorlogsmonster zelf bevrijd gebleven toch geducht gelden. Geleid door de over weging, dat het nu niet aangaat in zulke omstandigheden kermis te vieren of gelegenheid te geven deze te doen vieren, heeft het raadslid Baas, gesteund door nog een vijftal raadsleden van verschillende rich ting, een voorstel ingediend om dit jaar evenals het vorige jaar de kermis niet te laten doorgaan. Het begon te waaien. Het comité tot be houd van de kermis kwam in actie en wel dra was de kwestie van het al of niet door gaan van de kermis tot publiek domein ge worden. Belanghebbenden protesteerden, be langstellenden deden van hun adhaesie blij ken en de partijen staan nu in pro- en con trabewegingen tegenover elkaar. Het socialistisch gemeentebestuur zit met de handen in het haar. Immers het zou om principieele redenen, zich wel willen aan sluiten bij dengenen die zich op het stand punt plaatsen van „afschaffing" der ker mis; m44r... „de geldelijke toestand der gemeente laat daarvoor geen ruimte." En waar het gemeentebestuur, gelijk het in de overwegingen tot zijn prae-advies zegt, het tegenwoordig voorstel uitsluitend wil be schouwen uit een practisch oogpunt, daar ontraadt het de opbrengst der kermis gelden voor het loopende jaar, een bedrag van ongeveer f 10.000, prijs te geven en stelt het voor om het voorstel van de raads leden Baas e.a. niet aan te nemen. Wie zou meenen, dat het publiek de kwes tie nu verder aan de beslissing van den Baad zou overlaten, heeft het glad mis. En dit laat zich begrijpen, als men weet', dat van de helft van liet aantal leden van den Baad moet worden aangenomen, dat zij lot __de voorstanders belmoren van het voorstel- faas. Immers, er zijn 19 raadszetels, waarvan een onbezet (vacature wijlen dr. mr. v. d. Schalk). Het voorstel is onderteekend door de heeren Baas, (A. B.), Francken (Lib.), Feissar (V. D.), Beumer (Kath.), ,Wagenaar en Bohemen (beiden S. B), dus 0 leden. Voorstanders van het voorstel zijn mede de heeren v. d. Veen, Fris en Scheffers (allen A. B.). Alzoo zal het voorstel op 9 stemmen kunnen rekenen. Hoeveel er nog bij komen valt niet vooraf te zeggen, hoewel het.mij niet bevreemden zou, 'indien van de socialistische fractie er nog één of meer met de heeren Wagenati'r en Bohemen zouden medestemmen en mede principiee 1 positie zouden nemen te genover het op p r a c t i s c h e gronden steunend prae-advies van B. en .W, Teneinde laatstbedoelde leden hiertoe te bewegen, wordt nog druk geadresseerd; ter wijl daartegenover nog steeds de actie wordt voortgezet tot behoud van de kermis ,Welke van beide richtingen het eindsucces zal be halen is toch nog niet te zeggen, want er bestaat toch nog mogelijkheid, dat hetprae- pdvies van B. en W. wordt aangenomen en dus de kermis dit jaar wel zou doorgaan. Immers is het ook mogelijk, dat onder den drang van het door het socialistisch ge meentebestuur gegeven advies geen der socialisten, die nog niet door onderteekening van het voorstel-Baas zich hebben gebonden, stelling zou nemen tegen de belangen van de gemeentekas. Bovendien is het mogelijk en geruch ten in dien geest doen het zelfs al minder onwaarschijnlijk klinken dat één of meer der onderteekenaars van het voorstel met of zonder kennisgeving, de aanstaande raadsvergadering zullen verzuimen, teneinde zich aan de stemming te onttrekken en zoodoende het verwijt te ontgaan van een „zwenking" te hebben gemaakt. Alles blijft dus nog onzeker en daaruit valt het te begrijpen, dat de belanghebben den op de eerste plaats en de belangstellen den met spanning den uitslag der behande ling welke aanstaande is, tegemoet zien. Uit al wat ik hierboven schreef is het voor de lezers onmogelijk op te maken, hoe ik zelf over het al of niet doorgaan van de kermis oordeel, of ik er al of niet voor- of tegenstander van ben. Ook uit hetgeen ik hier nog laat volgen en dat zal niet veel meer zijn, want ik mag niet te veel ruimte zoek maken zal dat niet krachtig blijken. Ik ben er namelijk voor mij zelf vrij on verschillig onder of wij nog ter kermis zul len mogen gaan of niet. Niet behoorende tot de groote en verwoe de voorstanders, voel ik mij ook niet aan getrokken tot de dweepzieke bestrijders van al wat kermis heet. Dat het gemeentebestuur van Wormer besloot tot het niet laten doorgaan van de kermis heeft op mij evenmin een diepen indruk gemaakt als mijn kermisvieren, ver leden week te Wormerveer. Ja, ik ben verleden week nog in Wor merveer aan het kermisvieren ge wee it, ik ben er 'n uurtje geweest en heb er zoo hier en daar eens rondgekeken en zag, dat er heel wat bezoekers uit de omgeving, ook uit Zaandam, te gast waren. Hoe onverschillig het mij ook is, of de kermis zal doorgaan, toch ben ik benieuwd naar de behandeling van het onderwerp in in den raad vooral met het oog op de hou ding der socialisten onderling. PETER. Wegens de hooge belangrijkheid der zaak en de voortreffelijke behandeling van de stof, geven we hier gaarne een plaats aan de belangwekkende rede, die de heer Kamer beek over dit onderwerp op de jongste algemeene vergadering der „Haarlemsche Hanze" heeft gehouden. In Januari van dit jaar verleende Z. H. Benedictus XV aan den President der Ro- meinsche Vereeniging te Bome -een audiën tie naar aanleiding van het 45-jarig be staan zijner Vereeniging. Ook de bevordering der Zondagsrust maakte een punt van bespreking uit. De onverschilligheid voor de Zondagsrust neemt onrustbarend toe. Aannemers, han delsbedienden en winkeliers treden de wet ten ter bevordering van de Zondagsrust met voeten. Uitdrukkelijk verlangde hij steun van den H. Stoel. De Paus antwoordde: le. Dat men de Zondagsviering behoort te noemen een wezenlijk Katholiek belang. 2e. Dat het gebod van Zondagsviering een absoluut gebod is. 3e. Dat de verachting 'daarvan dikwijls met algemeene tuchtiging en openbare ram pen gestraft wordt. 4e. Dat de verdedigers der Zondagsrust te kampen hebben met vele moeilijkheden en- wel: a. omdat wij leven in een samenleving van menschelijk opzicht; b. omdat de maatschappij zich boven al les bezighoudt met materieele belangen. le. De Zondagsviering beschouwd van het standpunt „een wezenlijk Katholiek belang." De Zondag zij een rustdag. En die rust dag worde voor een groot gedeelte Gode toegewijd! En in de practische toewijding van ons gezin en het eigen „ik" aan God vinden wij een school van zielenadel en karakter vorming, een school van huiselijk en le vensgeluk. Dat er zoo weinig gezinsvreugde en levens geluk meer is, moet voor een niet gering deel geweten worden aan den slafelijken arbeid op Zondag, aan het rusteloos wer ken, aan het altoos maar „stoffelijk mensch zijn," zonder stilstand en verpoozing. In de menschelijke machine is geen medi- teerende geest meer, die denkt aan het eeuwige. Het eeuwige is te grootsch en te verheven om door een afgestompten geest overwogen te worden. Is de werkplaats van den H. Geest, onze zielekamer ook op Zondag door den handel in beslag genomen, dan komt het geestelijk leven in verval M op den bodem des harten schiet het onkruid welig op. De Zondagsrust is een wezenlijk katho liek belang. Want door het onderhouden onzer godsdienstplichten, door de stipte na leving van het derde gebod, versterken wij ons geestelijk en lichamelijk leven, bevor deren wij tegelijker tijd met den godsdienst zin gevoel voor 't schoone en edele, waar aan het leven zoo rijk is, voor wie dat schoo ne en edele in mensch en maatschappij naar Christus voorbeeld weet te beoefenen. Ja, door Zondagsviering zijn wij direct en indirect het voorwerp van Gods meerdere eer en glorie, tot welk doel wij zijn gescha pen, en waartoe wij het krachtigst bijdragen door Zondagsviering. Tegenover de verschrikkelijke waarheid dat een volk, dat zijn Zondag verliest, ten laatste geen geloof meer heeft in God, noch in zichzelf, staat de zalige troost, dat wie God geeft, wat Godes is (n.l. den dag des Heeren) mag verhopen van God te ont vangen, wat den menschen volgens stand en staat, geestelijk en stoffelijk noodig is. Een wezenlijk Katholiek belang is de Zon dagsviering tot heil van kerk en huisgezin, van mensch en maatschappijl 2e. Het gebod van Zondagsviering is een absoluut gebod. De Stedehouder Gods herhaalde zulks; „Wee3 gedachtig dat gij den dag des Heeren heiligt." De Catechismus leert ons over het 3o gebod: „Het is een groot kwaad op Zondag een slafelijk werk te verrichten, als wij het zon der wettige reden geruimen tijd doen of door anderen laten doen," 3e. De verachting van dit gebod wordt dikwijls met algemeene rampen en open bare tuchtiging gestraft. Inderdaad met een algemeene tuchtiging van het leven der genaden en des licliaams; met algemeene tuchtiging van het maat schappelijk bestaan; met algemeene tuchti ging van het gezinsleven; met algemeene tuchtiging van geheel een volk. De tuchtiging van 's menschen ziel, daar over sprak ik reeds. Een geestelijke bloed armoede is het begin, een beroerte 't gevolg en een paar paaschbokken krukken 't eind. Volgt de tuchtiging van 's menschen gezond heid. De geneeskunde heeft sedert lang weten schappelijk en practisch de noodzakelijk heid aangetoond van een volstrekten rust dag na de zes werkdagen. Krachten moeten worden hersteld. Het machinale werken met geest en gestel af. Zenuwstoornissen en al- geheele overspanning zijn het gevolg. Wij leven in de eeuw van het zenuw- zwakke geslacht, misschien wel omdat deze moderne tijd geen Zondagsrust meer wil; brutaal speelt met de kostbaarste gave van 's menschen gezondheid. Wij zijn tijdgenooten van een generatie, wier egoistische temperatuur al lager en lager daalt en wier medische statistieken een ontstellend cijfer van zwakken aan wijzen, die tengevolge van overmatigen ar beid vóór den tijd, half versleten, invalide zijn. Zoo wreekt zich de Zondagsarbeid op het menschelijk organisme, dat door den Schep per met voorbedachten rade, op een weke- lijkschen rustdag is ingericht. Thans de algemeene tuchtiging van z'n bestaan: In den vastenbrief van .1912 vermaant Mgr. Callier: „Dat de op Zondag behaalde winst zoo gemakkelijk door God kan wor den gemaakt tot een waar verlies, door ziek te en tegenspoed." Aan Gods zegen is alles gelegen, want hoe verontrustend en dreigend de concur rentie ook is, de grootste concurrent die wij zakenlui moeten vreezen is God, die 't groote bedrijf van hemel en aarde bestiert, die voorspoed en tegenslag bepaalt, die sue vleeze, voor mij staat het vast: God komt op zijnen tijd. Aan Gods zegen is alles ge legen, ook voor den middenstand! De algemeene tuchtiging voor het gezins leven: Dat is de grootste ramp van de overtreding! Een slecht voorbeeld van een gezin van 8 personen heeft even zooveel slechte ge volgen voor het groote gezin: „de maat- sehappj", dan hoogst waarschijnlijk 6 on verschilligen voor Zondagsrust en Zondags heiliging. De levenswijze van den kleinen kring is de toekomstige levenswandel in den grooten socialen kring. Mochten toch allen doordrongen zijn van de nooit falende op voedende kracht des gezins voor de Maat schappij. De verhouding tusschen de echtelieden lijdt onder de Zondagsschennis. De ver standhouding tusschen ouders en kinderen laat veel te wenschen over als de Zondag of een gedeelte van den Zondag na 6 dagen gemis aan huiselijke weelde nog door de kinderen moet worden afgestaan aan het be drijf. Wat een vrouwenhart in stilte lijdt onder ces en achteruitgang; in zijn hand heeft. De vreeze Gods is het begin aller wijs heid; ook de grondslag van handelskennis en koopmanstaktiek. De handelsman wikt maar God beschikt en als wij stervelingen vermochten te achterhalen de oorzaken van verval en achteruitgang in zaken, 't zou ons blijken, dat Zondagsschennis voor roe ntgen zakenman z'n ondergang geweest is. Het gebod wordt niet straffeloos overtre den. Beeds in dit leven volgt de kastijding fop het kwaad. «Wie niet hooren wil moet voelen. Daarvan kunnen de dwazen meespreken, wier wilsuitingen en verstande lijk inzicht alleen door de ervaring met ijze ren hand kunnen worden recht gebogen, geperst zou ik haast zeggen. Gij kunt werken, maar 't is God, die de zege aan uw arbeid schenkt 1 En al gaat liet oogerischijnlijk Zondagswerkers naar den den Zondagsarbeid van haren echtvriend, begrijpt en doorvoelt een doorsnee-mannen- hart ternauwernood. Maar als de omgang prikkelbaar wordt, de liefde gaat koelen, en beiden weinig of niets van elkaar kunnen velen, dan beschuldige de man zich zelf over de verwaarloozing zijner vrouw op Zondag. Hij overdenke hoe hij z'n vrouw grooten- deels alleen voor de kinderen heeft laten zorgen en haar bij de zaak liet achter staan. De vrouw verlangt naar de eerste plaats in het gezin, en in velerlei mannenhart is het bedrijf het centraal punt geworden. De vrouw verlangt naar liefde en blijft naar liefde verlangen. Zij rekent op den Zondag, de dag van rust, voor God en haar gezin. Zij blijft hopen maar voor vele vrouwen is die hoop van algeheele Zondagsrust ijdel. Dat is vrouwenleed. Dat is gevoel dat lijdt, zwijgzaam lijdt. Kon ik u zeggen in een vrouwengemoed wat een pijn daar de Zondagsschennis doet! Zweert toch trouw aan den dag van ver diensten voor den hemel en 't kleine hemel tje op aarde. Is de invloed van den Zondagsarbeid op het huwelijk verwoestend, nog verwoesten der is de Zondagsschennis voor de kinderen. [Wat de kinderen onder deze overtreding moeten lijden is met geen pen te beschrijven Vader heeft voor alles tij cl, behalve voor de kinderen. De fijne opmerkingsgave van het kind ziet en hoort alles. Z'n gevoel zoo zacht als fluweel is direct geplet. Op den leeftijd dat tot de kinderziel door kan dringen 't besef van den beperkten om gang van vader met kinderen, vervreemdt het kind van zijn eigen ouders, zoekt het troost bij speelmakkertjes, later bij vrien den, tot ze ten slotte de wijde wereld in gaan, als jongemannen en jongedochters, die alleen zich nog herinneren „de goede ging en voeding." ,,'t Diner was fijn en de jam heerlijk." Onvergetelijke gedachtenis! 't Is waar de ondankbaarheid der kinderen waarover ue ouders steeds meer klagen is het niet het bewijs mijner woorden. De Zondagsarbeid der ouders doodt in de kinderziel veel moois en schoons, waarvoor veel leelijks in de plaats komt. De Zondags arbeid is misschien voor menig kind een stoffelijk voordeel geweest, maar voor velen was het een eindelijk verlies, dat vele zelf zuchtige karakters heeft gevormd. De Zondagsontheiliging is een ramp voor geheel een volk. In deze treurige dagen nu de volkeren zoo ontzettend tragisch ge folterd en gemarteld worden, acht ik het ongepast de naties met den vinger aan te wijzen, die maling hadden aan de Zon dagsviering en den Zondagsarbeid onbeperkt toelieten. 't Is bitter maar leerzaam den Apostel te moeten nazeggen: „Wat de mensch zaait dat zal hij oogsten." Overtreding van Zon dagswet en Zondagsschennis is geploegd, totdat misdadigheid werd geoogst en thans kunnen de naties tragisch genieten van de vrucht der materialistische levensleugen: dat de doorvoering der christelijke staats- en maatschappijleer in de samenleving een sta-in-den-weg was voor den vooruitgang, de beschaving, de cultuur, de democratie. In den oorlog is het materialisme, de zucht naar geld in den vorm van machts honger en grondgebied, een sta-in-den-weg om vrede te sluiten. Op het sociale terrein is datzelfde ma terialisme, de angst iets te zullen verlie zen en de jacht naar meer, altoos meer, een sta-in-den-weg, om tot Zondagsrust te ko men voor het grootst mogelijk aantal be drijven. Hier zit hem de kneep waarom de poli-1 tieko partijen van links, de herziening van de wet op de Zondagsrust moeielijk aan- 1 durven. Beeds in 1897 riepen de programma's van alle partijen hartstochtelijk om de Zondags- v rust; vandaag aan den dag is het nog een levenloos punt der onderscheidene pro gramma's van actie. Reeds toen was er een noodtoestand die na 18 jaren een onhoudbare situatie is ge- worden. De Algemeene Bond tot Bevordering der; Zondagsrust klaagde voor jaren geleden, over gebrek aan medewerking. Een commissie in of voor 1897 benoemd, om een ontwerp-wet voor de Zondagsrust te creëeren, heeft haar taak nooit ten uit voer gebracht, omdat het Hoofdbestuur be greep dat die commissie toch niet zou kun nen slagen. Ook in het laatste deeenium is veel actie voor Zondagsrust gevoerd. Ik wijs op het Nationaal Congres voor Zondagsrust in lu07 met sprekers als Dr. Laurillard, Air. Fat ij n, Ds. Talma, Prof. Anema en Prof. Aenge- nent. Op het verzoek van het Comité der K. S. A. te Roermond in 1913 om aller mede werking, ter bevordering der Zondagsrust met medewerking van de Begeering. Op liet manifest van B.K. Handels-, Kan toor- en Winkelbedienden voor de afschaf fing van Zondagsarbeid in 1913. Aan actie heeft het niet ontbroken! O neen! Wel aan gemis van medewerking. Ik constateer: De publieke opinie voor Zondagsrust is slapjes, wat betreft de algemeene sociale medewerking, om onze medemenscheii, die thans nog Zondagsarbeid om onzentwille verplicht zijn te verrichten, de rust op Zou- dag te verzekeren. De publieke opnie voelt voor Zondags rust bijna niets, wanneer van eigen belang en zehzuci-, een offertje wordt gevraagd. Neen de massa denkt alleen om haar zelf, haar zelfvergoding en haar gemak, waar door zij duizenden zedelijk dwingt op Zon dag slafelijken arbeid te verrichten. Dat noem ik wreed. Een schande voor die hedendaagsche begrippen over humani teit en broederschap. De S.D.A.P. met z'n gebrul van vrijheid en gelijkheid, die moet z'n proletariërs eens i inpompen dat de winkeliers ook menschen zijn, die in aanmerking komen voor een vrijen Zondag 1 De S.D.A.P. moet haar vrouwelijke vuur- vreetsters, van het gramoplioonmuziek op ;'i Zaterdagavond wegsturen naar den winkel j; om in te koopen, wat velen nog noodeloo3 op Zondagmorgen doen. Een heerlijk ideaal Zondagsrust voor allen! 11c constateer: Dat van den kant der win keliers voldoende lust en animo is te ver wachten om voortaan geheel den Zondag voor het gezin te behouden. Zeker, op tal van plaatsen blijkt de me dewerking van den middenstand om den Zondagsarbeid tot het minimum te beperken e. v. geheel uit te roeien. Slagers, handela ren in comestibles en kruidenierswaren, ban- i ketl akkers, coni'ectionneurs, kortom alleza- 1 ken voor mond- en kleedingbehoei'ten, slui ten de deuren, maar worden helaas nog ge dwongen langer gelegenheid tot koopen te geven, dan hun lief is. Ik constateer: Dat het meerendeel der winkeliers, genoodzaakt wordt, enkele uren, den Zondagvoormiddag, of geheel den Zon dag gelegenheid tot koopen te geven, ge- 'i noodzaakt door egoistische collega's, concur renten met klantenvrees. k Ik constateer: Dat slechts een klein per centage middenstanders zonder eenig be zwaar, een gedeelte van den Zondag win kelt! En als gevolg dezer feiten wensch ik de conclusie te trekken: Sub. a. bewerking der publieke opinie ten bate der Zondagsrust, door middel van re clame onder allerlei vorm. Sub. b. bevordering van het particulier initiatief door middel van het geschreven en gesproken woord. Sub. c. de benoeming eener Centrale Com missie voor het diocees Haarlem, die op V hare beurt de plaatselijke afdeelingen be hoort aan te zoeken voor het instellen van een enquete, naar de bedrijven die den Zondag, Zondagvoormiddag of op vastgestel de uren. geopend zijn. Aan deze locale commissie moet vrijheid gelaten aangaande federatieve samen-wer king met de neutrale middenstandsvereeni- gingen. Sub d. jWaar mogelijk en voor zoover do „Wat is er vanavond te doen?" dat is hij verschillenden de eerste vraag, wanneer des ïwrf„Kde Nienwe Haarlemsche Courant ilutd n wordt. De agenda wordt er negepluted. „O, concert in de Buiten-socie- teitl Daar gaan we naar toe!" Lezeres of lezer, is het u nooit opgevallen hoe ons maatschappelijk leven langzamer-' hand gewijzigd wordt en wij onze oud-Hol- landeclie gezellige huiselijkheid dreigen te verüezent O, ik geloof, dat tante Stastok Rich nog in haar graf zou omdraaien, als zij zag, hoe „uitgaansch" ons tegenwoordig ge- «lacfot geworden is. Huiselijke feestjes wor den er niet meer gegeven om de gezellig heid of om de familieleden wat dichter bij olkaar te brengen, maar om de „chic" of om dat hot „zoo hoort" en dikwijls zijn het de vervelendste avonden en de duurste. Maar aar wilde ik eigenlijk niet eens op wijzen; jk zou het hebben over uitgaan. De gezel- igheid zoekt men hoe langer hoe meer bui tenshuis. Des winters heeft men den sc'bouw- uig, concerten voor gespekte en voor scmaMe oeurzen, bals, muziekuitvoeringen, biosco pen vooral niet te vergeten, bioscoop 'smid- en bioscoop 's avonds. Het gekste is, dat i e in den zomer ook nog „bloeien", vooral an neer. zooals nu, bet natte weer me©-. helpt.^En ^an '6 zomers de buitenconcerten! Wij zijn er hier in Haarlem nogal mee ge zegend: concerten in „den Hout" (zelfs de trams maken er reclame vow), concerten in de Buitensocieteit, concerten in het Bron gebouw. Eén goed ding is erbij, dat ze ten minste de menschen naar buiten lokken en een frisch-lucht-hapje den stadsmenschen wel eens goed doet. En er wordt druk ge bruik van gemaakt! Men maakt bet den menschen dan ook gemakkelijk: bii de mu ziektent staan stoelen en in en om den tuin van het Brongebouw óók al, alles gratis en present! Jammer, dat men van het goede viel eens te veel hoort en b.vtwee con certen ineens te genieten krijgt. En dan is de keus moeilijk! Die slechte tijden ook, hé! Men zegt.... dat Mr. P. Tideman uit naam der Evangelische Maatschappij met den meesten spoed naar Rome zal vertrek ken met speciale opdracht Z. H. den Paus te willen verzoeken om wille van den be dreigden binnenlandschen vrede den nieu wen Nederlandschen gezant niet bii het Va- t:caan te aceepteeren.... Men zegtdat de afd. Haarlem der S. D. A. P. voornemens is bij elke gemeente raadsverkiezing gedurende een drietal we ken de groote zaal van het Brongebouw te huren, om de overwinning met groot lawaai te vieren of om met stille trom naar huis te trekken. De vrijz.-dem. Kiesvereeniging zal tot. deelname worden uitgenoodiad. Men zegtdat de vereeniging „Haer- lem" van B. en W. machtiging zal vragen op den nieuwen stadhuistoren een „plaats"- loos trigonometrisch station te vestigen, ten einde het gelijkloopen van de klokken op den grooten toren, het stadhuis en het station te bevorderen. Men zegt.... dat de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer bij den gemeenteraad een adres zal indienen om het Flora-park om te doopen in Frans Hals-park of wel het standbeeld naar het Frans Halsplein over te plaatsen. Men zegt,... dat de Mij. voor Letter kunde aan Dr. Schepers opdracht gegeven heeft te onderzoeken^ of de nieuwe Hilde- biandfontein nog vóór het einde van het volgend jaar zal kunnen geplaatst worden. Men zegt.... dat wanneer de candida- iten der Nationaal Protestanten gekozen zui den zijn, hun eerste voorstel zal zijn B. en W. te verbieden gemeentegrond in koop te geven voor het houwen van katholieke ker ken en bijzondere scholen. Men zegt.... dat het bestuur der So ciëteit „Trou moet blycken" een plan in over weging heel't om aan het hek der Buiten societeit ijzeren klapstoeltjes aan te bren gen, teneinde het hinderlijk hangen aan ge noemd liek bij muziekuitvoeringen tegen te gr an. Men zegt..,, dat het nieuw op te rich ten Gemeengdo Zangkoor, om do bestaande geen concurrentie aan te doen, zich tot het Leger des Heils zal wenden, ten einde ge schoolde krachten te krijgen „met goede et em" en -„ui tb on d i n gs v ermogen". Men ^egtdat op de eerstvolgende vergadering der Roei- en Zeilvereeniging „Het Spaarne" een motie ter tafel zal wor- i den gebracht om het muzikale gedeelte der j feesten op liooger peil te brengen. Verleden 'Zondag stond de muziek heneden A. P. Nieuwe glacé-handschoenen. Menigeen zal bij het aantrekken van nieuwe glacé handschoenen met schrik een gebarsten naad opgemerkt hebben en zich dan over.de slechte kwaliteit der duur betaalde waar geërgerd hebben. Dit scheuren echter ligt dikwijls meer aan de ruwheid en de zenuw achtigheid bij het aantrekken dan aan het leer. Men moet geen nieuwe glacé-hand schoenen aantrekken of men moet volkomen kalm zijn en koude handen hebben. In den winkel heeft men er al poeder ingestrooid en nu moet men er zorgvuldig op passen eerst goed de vingers aan te strijken en daarna pas voorzichtig de overige hand. Zit de handschoen goed glad, dan moet men eerst de tweede knoop dichtdoen, dan de be nedenste en tenslotte de bovenste. Trekt men de handschoenen uit en is de hand toevallig warm, dan draait men ze om, strijkt ze glad en laat ze een paar uur uitluchten. Om ze tc wasschen moet men ze in benzine weeken, dan aantrekken en met een wit flanellen lapje afwrijven. Hooge hoeden. Velen zien met spot naar een „lioogen zijen" op en toch is hii niet te onderschatten. Hij is een waardemeter voor den persoon, die hem draagt: een hoog-zij- den lioed heft meedongen loos alle catego rieën op; er hoort werkelijk een „meneer" hij en anders staat hij niet; hij toont dus aan, wie er werkelijk een „meneer" is en deze menschen vindt men onder alle stan den. Een dom gezicht maakt Ihij nog dom mer en een voornaam of velbeteekenend ge zicht brengt hij tot zijn recht, ook versterkt hjj den indruk der verschijning. De Fransche schrijver Flaubert had de ge woonte zijn eigen werk hardop te lezen, al4 vorens het aan een uitgever toe te vertrouw weu. Op zekeren avond stak hii de groot©' kroon on ook nog een rjj kaarsen aan hi| wilde in een 'helder verlichte kamer werkenl en begon met zijn zware slem voor te dra gen, zoodat de stille straat er van weergalm de. Een aapjes-koetsier komt voorbij, ziet d« heider-verlichte ramen, hqort l^gt lawaai en! denkt aan een groot gezelschap. Hij blijft staan in afwachting van eert goed vraohtje; na een poos komt een kame raad, dan nog een en weldra staat er een lange file van. rijtuigen om de voornam© gasten naar huis te brengen. Na een paar uur doet Flaubert het licht uit en gaat naar bed. Beneden blijven de koetsiers nog een poosje wachten, maar ein delijk gaan ook zij maar brommend heeut NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TWiE!,EflD li o*- XL&

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5